2023, een terugblik

De wekker ging vanmorgen wel heel erg vroeg! Ik had namelijk een afspraak met een oude vriend, Herman Bernardus Antonius. Een bijzonder markant, vriendelijk en vooral wijs figuur die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen. Voor mij al zolang ik leef een hele bijzondere man en sinds een aantal jaren mag ik hem lijfelijk ontmoeten, altijd een bijzonder moment!

Elk jaar op Oudejaarsdag, want dat is zijn dag!

We hadden deze keer afgesproken bij de uitkijktoren in het natuurgebied Reiderwolde. Dat lag meer op zijn route had hij gezegd. En dat was ook de reden dat we dit jaar extra vroeg hadden afgesproken, want dan kon hij deze dag meer mensen ontmoeten dan voorheen: ‘De behoefte in een goed gesprek is hoog!’ was zijn ervaring.

Ik kon het alleen maar met hem eens zijn.

Mijn rugzak vulde ik met een thermoskan koffie, een platvink gevuld met jutterbitter, twee broodjes pittige kip, twee plakken kerstcake die mijn vrouw gemaakt had en nog een bakje extra belegen kaasblokjes.

Om in beweging te komen én duurzaam bezig te zijn, pakte ik de fiets.

Terwijl ik die kant op fietste vlogen enkele zwermen ganzen in tegenovergestelde richting over mij heen, luid gakkend op reis naar warmere oorden. In de verte zag ik zijn grote gestalte al bij de uitkijktoren rondlopen. “Herman! Goedemorgen!” riep ik hem al traplopend toe, “je was er al!” Lachend riep hij terug: “Jazeker, ik heb er zin in. En wat een mooie ..eh..hoe zeggen ze dat hier.. schiere plek is dit zeg! Je kan vanaf hier de hele wereld inkijken!” Ik kon alleen maar knikken want ik was wat achter adem van de klim.

Het blijft elk jaar weer een fijn weerzien.

Hij keek mij lachend aan en zei: “Zeg, het was hier toch steeds een zooitje, er werd hier overal rommel achtergelaten door hangjongeren? Dan zijn ze zeker op hun vingers getikt want er ligt helemaal niks!” Hij had gelijk. “Ik denk dat het te nat en te koud is voor de jeugd, die liggen nu allemaal thuis op de bank, lekker onder een kleedje.” zei ik lachend. Vervolgens liepen we via de metalen trap naar boven, naar het hoogste punt en gingen we zitten op het bankje met uitzicht: recht voor ons Blauwe Stad, iets links daarvan de schoorsteenpijp van De Toekomst, nog iets meer naar links de ruis van de A7 en de spits van de Olle Witte en rechts de rust van de grazende Lakenvelders.

Ik schonk hem een koffie in met een scheutje jutterbitter.

“Ah, lekker, daar was ik aan toe! Ik ben al sinds middennacht onderweg.” Hij nam een slok van zijn koffie en zwaaide met zijn rechterarm voor zich uit: “Wat een mooie plek zeg, je voelt aan alles hier de historie.” Ik knikte en nam ook een slok koffie, zonder de kruidenbitter want de dag moest voor mij nog beginnen. “Ja, je doelt natuurlijk op het Verdronken Dorp Reiderwolde. We zitten hier best wel actueel te zijn want momenteel zijn alle waterschappen aan het knokken tegen het stijgende water. Gelukkig zijn we daar goed in, waar een klein land groot in kan zijn. Een verderop is de plek waar ‘de mensen van voorbij’ hun rust gevonden hebben, op de natuurbegraafplaats.”

Even lieten we de stilte stil.

Hij gaf mij een dreun op mijn arm en riep, onder begeleiding van een brede grijns: “Vriend! Hoe is het met je? Ben je het jaar een beetje goed doorgekomen?” Door deze manoeuvre morste ik wat koffie en terwijl ik mijn hand afveegde aan mijn broek gaf ik antwoord: “Tja, waar zal ik beginnen. Het was voor mij én mijn vrouw een heel bijzonder jaar kan ik wel zeggen. We raakten allebei een ouder kwijt. Zo heb ik afscheid moeten nemen van mijn moeder, maar eigenlijk had ik dat al een paar jaar eerder gedaan. Want Alzheimer kreeg haar in de greep en daardoor werd het leven voor haar een stuk minder leuk, ondanks de liefdevolle zorg die mijn vader, zus en op het eind het personeel van woon-zorgcomplex De Stilen haar zoveel als mogelijk gegeven hadden. En eind augustus stierf mijn schoonvader, de man die eigenlijk nog zoveel aan het leven hing maar uiteindelijk de strijd verloor. Het blijft pijnlijk, mensen die bij je dagelijks leven horen, te moeten verliezen, wonden die slecht helen.”

Herman begon zachtjes te zingen: ’t Het nog nooit, nog nooit zo donker west

Of ’t wer altied wel weer licht

“Maar we hebben het goed afgesloten hoor.” vervolgde ik. “De herinneringen aan die weken van rouw, het samenzijn met het gezin waar we ooit mee gestart zijn, het weerzien met veel oude bekenden die hun condoleances over kwamen brengen, de beide uitvaarten. We hebben dat als heel bijzonder mogen ervaren en dat heeft ons heel goed gedaan.”

Herman sloeg een arm om mij heen: “Goed zo jongen, goed zo!”

“Maar niet alles is weg, hoor. Mijn vader knokt zichzelf een manier om verder van het leven te genieten zonder zijn geliefde vrouw en het hondje van mijn schoonvader woont nu bij ons en dat vinden we beiden erg gezellig. Dat geeft vooral mijn vrouw wat troost, want ze mist haar ouders heel erg, ondanks dat ze er vrede mee heeft.” Mijn vriend knikte: “Rouwen kent ook geen grenzen. De ene heeft langer nodig dan de andere, dat is een heel menselijk proces en niemand hoeft daar wat van te vinden. Maar grote vriend van me, volgens mijn berekeningen waren jullie afgelopen jaar 5 jaar getrouwd! Of heb ik het mis?”

Ik schoot in de lach.

“Klopt, alleen we waren het allebei weer vergeten! Althans, ik dacht het nog te weten, maar dat bleek achteraf de verkeerde dag weer te zijn. Nou ja, het geeft ook niks, we hebben er weer veel lol om gehad en dat is het belangrijkste, lol hebben in een relatie. En niet alleen in een relatie, overal in de wereld zou men weer eens wat meer lol moeten maken. Het lijkt wel alsof we steeds verder uit elkaar groeien, opgehitst door die irritante ‘influencers’ of politici. Die zijn allemaal met één belang bezig.”

“Laat me raden: het eigenbelang!” vulde mijn gesprekspartner in.

“Juistum!” Het is fijn praten met een verstandig mens. “En dan zijn er nog die ellendige oorlogen, in gang gezet door extremistische lieden die nog steeds niet snappen dat er niks mee te bereiken valt. Ja, ellende, heel veel ellende, verdriet, leed en afschuwelijke en gruwelijke toestanden die de gewone mens, vrouw, man en kinderen doorstaan moeten. Wat is dat toch?” Ik liep nu helemaal leeg, in de wetenschap dat heel veel mensen er ook zo over denken.

‘De zwijgende meerderheid’ zeg maar.’

“En waarom overal om ons heen die agressie? Waarom gunnen we elkaar het licht in de ogen niet meer? Waarom moet je alles maar kunnen zeggen wat je denkt? Waar is de nuance gebleven? Waarom worden mensen afgerekend op hun uiterlijk en niet meer op de inhoud? Waarom worden we met het groeien van de Sociale media, ooit opgezet om te verbinden lijkt mij, alleen maar asocialer? Waarom gedragen we ons in het verkeer als hufters? Om nóg meer dodelijke ongelukken te veroorzaken? Waarom nemen we de kantinepraat op de tv of de mening van de zogenaamde Bekende Nederlanders serieuzer dan de nieuwszenders die met professionele journalisten het nieuws proberen te duiden? Waarom gedragen we ons als beesten tegenover hulpverleners, BOA’s, politie, ambulancepersoneel of brandweerlieden? Waarom worden steeds meer mensen onverdraagzamer en waarom begint men met wantrouwen in plaats van vertrouwen? Waarom klagen we zoveel en waarom wijzen we altijd naar de andere?”

“Maar nooit naar onszelf?”

Ongemerkt was ik erbij gaan staan, om mijn punt te maken, mijn ongerustheid over de maatschappij waar we nu in leven. “Rustaagh!” riep mijn vriend mij lachend toe, “Ga eens even zitten en laat eens even zien wat er allemaal in je rugzak zit want ik begin een beetje trek te krijgen.” Nu moest ik ook lachen en ik pakte de broodjes met hete kip uit de tas. “Kijk eens, een lekker broodje hete kip! Zelf gemaakt en goedgekeurd door de vrouw des huizes.”

Zwijgend aten we de broodjes op en ik schonk nog eens bij.

“Maar de Madelief is gekozen tot onze nationale bloem, dus we kunnen de #doeslief aanpassen in #doesmadelief.” zei ik lachend, beseffende dat humor dé manier is om alle negatieve muren te slechten. “En wist je dat de dieren ook in opstand komen tegen onze welvaart? Zo bouwde een dassenfamilie een burcht onder het spoor in Friesland waardoor het treinverkeer daar een week plat lag. De dassen zullen waarschijnlijk beïnvloed zijn geweest door de Friezen zelf, die blokkeren ook graag.”

“Tja, Groningers versus Friezen, die willen elkaar nog wel eens verliezen.” zei Herman lachend.

“Maar effe wat anders, heb je die kerstcake bij je, die je vrouw elk jaar bakt?” vroeg hij, waarop ik direct de rugzak weer pakte en hem een plak cake presenteerde: “Kiek eens, vers van het mes!” Gretig nam hij er hap van. Ik vroeg hem hoeveel stappen hij al achter zich had liggen, zo door de jaren heen, want ik hou dat voor mezelf nu ook een beetje bij. “Nou, dat hou ik niet bij, maar ik vermoed dat het wel eens in de miljarden kan lopen. Jullie hebben hier toch de Wandel Avondvierdaagse? Dat zijn ook allemaal van die stappenvreters en ik hoorde dat het afgelopen jaar de 75ste editie was.”

“Knap hoor!”

“Ja man, dat is toch wel een van de hoogtepunten van het jaar. Het brengt zo ontzettend veel mensen op de been, geweldig! Over hoogtepunten gesproken, mijn vrouw vierde afgelopen jaar haar 40-jarig jubileum bij het ziekenhuis. Ze had vorig jaar bedacht om dat dit jaar te vieren met een weekendje Terschelling, met alle kinderen, aanhang en kleindochter. Ik probeerde haar nog te waarschuwen, zeg maar als financiële waakhond, maar ze zette haar zin door.”

“Gelukkig maar, want het werd een superleuk weekend en alle neuzen deden gezellig mee!”

“Nou, dat vindt ‘De man met net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft’, hartstikke mooi!” en opnieuw kreeg ik een harde klap op mijn schouder van hem, ondersteund met een bulderende lach die een aantal rustende ganzen deed opvliegen. “Maar grote vriend, naast hoogtepunten was er ook een dieptepunt toch, stond jouw voetbalcluppie ineens onderaan de ranglijst? En heb ik dat nu goed gehoord vanmorgen, hebben ze verloren van Hercules, een amateurclub uit Utrecht?”

Ik moest nu wel meelachen, dat heb ik ondertussen wel geleerd.

“Ach ja, wrijf het er maar even in. Ik zei nog zo aan het begin van het seizoen, neem Peter Bosz aan als trainer. Maar ja, gedoetjes onderling en haantjesgedrag werden de doodsteek. Wij mannen zijn vaak de oorzaak van gelazer in het voetbal. Is het niet op het veld dan is het wel op de tribunes. En al die stakingen van wedstrijden beginnen mij de keel uit te hangen dus ik kijk al haast niet meer.”

“Zonde van mijn tijd.” zei ik en maakte ondertussen het bakje met blokjes kaas open.

“Stukkie kaas?” Hij keek verrast: “Lekker, je hebt het weer goed voor elkaar dit jaar, dankjewel!” “Ja man, maar we moeten er ook van genieten. Het leven bij de kladden pakken, want het kan zomaar over zijn.” antwoordde ik. Er zijn ons weer veel te veel mensen ontvallen, te jong en te plotseling. En wat te denken van die overleden mensen die ons verrijkt hebben met hun kunsten, zoals Wim de Bie, Tina Turner, Willem Nijholt, Paul van Vliet, Sinéad O’Connor, Jan Jongbloed, Clairy Polak en Burny Bos.”

Hij knikte zwijgend, ik zag hem denken.

“Hoe is het met je kleindochter eigenlijk? Herkent ze jullie wel, ondanks de afstand?” vroeg hij vervolgens. “Ha, onze kleindochter! Oh ja, die herkent ons zeker! We zijn met de kerstdagen daar nog geweest en het was weer dikke pret. Tweede kerstdag wilde ze ons al om 5 uur wakker maken, maar dat hebben de ouders kunnen rekken tot 7 uur. Toen kwam ze tussen ons inliggen en praatte ze honderduit, onder andere over haar zusje welke over een paar weken verwacht wordt.”

“Mooi zo!” zei de man, “Ik had ook niks anders verwacht!”

“Maar over verwachting gesproken, ik word elders in het land verwacht, bij iedereen die mij kent.” Hij was er bij gaan staan en ik merkte op dat de dag met een beetje zonlicht begonnen was. We omhelsden elkaar: “Het was weer fijn je gesproken te hebben, voor mij blijft dit toch een hoogtepunt van het jaar.” zei ik terwijl we elkaars handen stevig schudden.

“Ha ha ha, ja, nou, dat is het voor mij helemaal mien jong!” zei de man.

“Tot volgend jaar, ik hoor nog wel waar.”

Hij draaide zich om, liep de trap af en even later zag ik hem het ‘theater’ oversteken, op zoek naar een goed gesprek waar wij mensen zo naar verlangen.

Hij keek nog een keer om en brulde: “En vernuver die zulf!”

Ik stak mijn duim omhoog en bleef even zitten om nog even te genieten van de omgeving en om het gesprek even in te laten dalen. Niet te lang.

Want morgen begint het Nieuwe Jaar en er staat weer van alles op stapel.

Fijne jaarwisseling en alle goeds voor 2024!

 

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.