Het is weer voorbij… (slot)

Drie weken vakantie laat zich niet vatten in 1000 woorden en ik vraag mij af of ik het wel voor elkaar krijg in 2000 woorden. Want er kwam deze vakantie van alles bij elkaar, hand in hand.  

Met een lach en met een traan.  

Vorige week zondag hadden we weer de (vroege) boot terug naar huis. We waren bewust achter in de salon gaan zitten zodat we nog lang konden kijken naar de plek die ons zo aan het hart ligt. Zoals altijd maakte ik wéér een foto van de haven zodra de boot in beweging kwam. Die foto hoef ik eigenlijk niet te maken want het is een plaatje welke ik zo voor de geest kan halen. Daar heb ik geen foto voor nodig. Een tikkeltje weemoed vergezelde mij.  

Want achter mij ligt dat eiland, een eiland vol met herinneringen.  

De reden van de weemoed was natuurlijk de confrontatie met de situatie van mijn ouders. Die zijn sinds een week of vijf, na 64 jaar lief en leed met elkaar gedeeld te hebben, van tafel en bed gescheiden omdat mijn vader niet meer voor mijn moeder kon zorgen. Wij konden dit volgen vanaf een afstand maar nu we drie weken op het eiland onze vakantie gingen vieren, ook van nabij mee kunnen maken. 

Dat werd een flinke confrontatie met onze emoties kan ik hier wel zeggen. 

Het kwam perfect uit voor mijn vader dat wij er nu waren want hij wilde dat een en ander in zijn huis opgeruimd zal worden. Een opgeruimd huis is immers een opgeruimd hoofd en dat had hij wel even nodig om met de nieuwe situatie te leren omgaan. Er moest een en ander naar de stort en naar de kringloop. Zoals de logeerbedden die boven stonden, waar wij en onze kinderen jaar in jaar uit gebruik van mochten maken. Bedden waar mijn broer, zus en ik als jonge kinderen nog in geslapen hebben. Na een ochtend flink tekeergegaan te zijn was alles opgeruimd en schoon en herinnerden enkel de vele tekeningen aan de gordingen, ooit gemaakt door de kleinkinderen, nog aan vroegere jaren. 

Jaren waar mijn moeder nog voor de volle honderd procent deel van uitmaakte.  

Helaas heeft de dementie haar die herinneringen afgenomen, althans als zij wakker is. Daar kwamen we achter nadat we bij haar op bezoek gingen in het verpleeghuis. Ze was thuis al in de war maar sinds ze uit huis is werd dat alleen maar erger. En hoe meer prikkels ze kreeg van verzorging, medebewoners of haar eigen man en kinderen, hoe meer de verwarring de boventoon kreeg.  

Schrijnend. 

Dat waren heftige confrontaties voor ons en maakte veel emoties los. Tot die keer dat wij haar slapend aantroffen in haar kamer. We lieten haar lekker slapen en gingen er gewoon bijzitten. Het enige geluid wat we hoorden was het tikken van de klok en haar rustige ademhaling.  

“Ik ben een Zaankanter!” klonk ineens vanaf het bed. 

Ze droomde. Ze was even terug in haar jeugdjaren, in Zaandam. Weer iets later opnieuw, alsof ze met iemand aan het praten was: “Waar woon ik dan? Aan de Westerdam?” Ik besloot haar wat te helpen: “De Westerdam is op Terschelling Mam, daar heb je ook gewoond. En in Zaandam woonde je in de Vinkenstraat.”  

“Ja, daar woon ik.” En ze sliep weer verder. 

Het gaf ons een goed gevoel. Dat ze in haar dromen nog wél herinneringen had. Herinneringen aan een mooi leven, uiteraard met ups en downs zoals bij ieder mens. Het deed mij goed want het oneerlijke van haar ziekte is dat ze al dat moois vergat, alsof het er nooit geweest is.  

Zo verrekte oneerlijk. 

Maar niet als ze slaapt, die strohalm pakte ik met beide handen. Opnieuw riep ze in haar slaap: “Ik ben een Zaankanter!”  

“Ja Ma, dat klopt.” Zei ik.  

“Hoe weet jij dat?” vroeg ze en kwam iets overeind. 

“Nou, omdat ik je zoon ben, Arjen.” 

“Godsamme!” klonk er vanaf het bed en wij schoten in de lach.  

“Ga maar weer slapen Moedertje.”  

“Ja, ik ga weer slapen.” 

In de laatste week van onze vakantie kreeg ze, na overleg met de dokter, mijn vader en zus, medicatie die ‘de scherpe randjes er wat vanaf zouden halen. Het leek direct aan te slaan en ze werd rustiger en liever. Mijn vader kreeg weer een beetje de vrouw in zijn leven terug, wij kregen weer even onze lieve moeder terug, de kleinkinderen hun Omaatje en de verpleging en de medebewoners een inwoner die wat gezelliger mee ging doen. 

Zo zou het door mogen gaan tot het kaarsje langzaam zal doven. 

We konden nu in alle rust haar vertellen over onze belevenissen tijdens de vakantie. Over de fietstochten en wandelingen waarvan wij wisten dat zij daar zelf ook altijd fanatiek in was. Maar ook over de meeuwenkolonies die we regelmatig passeerden en waarvan het net leek of ze druk aan het vergaderden waren. Krijsend en schreeuwend om aandacht, alsof ze vochten om een goede plek aan het vaste land waar veel vuilniszakken lagen te wachten om opengescheurd te worden.  

Ze liet het nu toe, zo nu en dan een slokje nemend van haar thee. 

Ze reageerde zelfs met een grapje of ze moest oprecht lachen om wat er gezegd werd. We vertelden haar over onze vers gemaakte herinneringen omdat zij die van haar niet meer wist, dan hoefde ze zich daar niet meer druk over te maken. We vertelden dat we lekker uit eten zijn geweest met Pa en zus en dat Pa zelfs al twee keer bij ons in de caravan was wezen eten. En dat de rozen en hortensia’s er zo mooi bijstonden in de tuin, háár tuin waar ze altijd zo gek op was. En ik vertelde over al die ouwe bekenden van vroeger die ik deze vakantie weer gesproken had, jongens en meiden waar ik mee opgegroeid ben en jaren niet meer gezien had. 

Zoals Jurjen, Jaap, Arjen en Marlies, Anneke en Linda.  

Dat waren de gezichten die ik nog herkende, naast de vele gezichten waar ik wel iets in herkende maar waar ik geen namen meer bij kon plaatsen. Want hoe ouder we worden hoe beter we vergeten, een menselijke en best wel een hele vervelende eigenschap waar we allemaal wel eens mee te maken hebben.  

Behalve mijn vader denk ik wel eens. 

Want tijdens ons verblijf konden we veel met hem praten. Over de huidige omstandigheden maar ook over het verleden. Hij heeft een ijzersterk geheugen denk ik wel eens, vergist zich hooguit in een jaartal of naam maar een beroep doen op de MAX geheugentrainer hoeft hij nog niet. Tijdens het opruimen van het huis had hij bij elk voorwerp dat ik tegenkwam wel een verhaal, zoals bij het eerste houten bijzettafeltje welke hij ooit zelf gemaakt had. En van datzelfde hout had hij ook de kapstok gemaakt die, zo doet deze generatie dat nu eenmaal, tot op de dag van vandaag dienstdoet als kapstok. 

Haast een onwerkelijk verhaal in deze wegwerpmaatschappij.  

Ook tijdens het fietsritje vanaf West na ons gezamenlijk etentje wees hij naar plekken in bos en duin waar hij herinneringen maakte met zijn geliefde. Zoals de Van Hunenplak, een klein meertje tussen bos en duinen. Daar verbleven ze regelmatig en ze waren kennelijk zo onder de indruk van zoveel natuurschoon dat het zelfs Bijbelse vormen kreeg.  

Zo noemden het verliefde stel dit meertje voortaan het Meer van Genezareth. 

We namen afscheid van mijn moeder en kregen allebei een kus. Een kus die ik eigenlijk al vergeten was omdat corona ons daarvan de laatste jaren weerhield maar ook omdat haar randjes nog te scherp waren denk ik dan maar.  

Die kus deed ons erg goed. 

Inmiddels hebben we er weer een werkweek opzitten en moeten we het doen met de herinneringen aan een mooie vakantie. Gelukkig hebben wij nog geen gaten in ons geheugen en kunnen we er weer even op teren. Gisteren heb ik Pa nog even gebeld over hoe het met Ma ging en toen kregen we te horen dat ze weer erg in de war is. Vervelend nieuws want iedereen om haar heen heeft hier last van zei mijn vader. 

In gedachten vloekte ik en vroeg ik mij af waarom: ‘Die Alzheimer is een grote klootzak. Hoe durft hij mensen zo te laten lijden, ze hun dierbare herinneringen af te nemen en een mooi mens uiteindelijk haar waardigheid af te nemen! Nooit heeft ze een vlieg kwaad gedaan en is dan haar straf?’ 

Machteloos noemen ze dit ook wel. 

Ik zie nu dat ik de grens van 1000 woorden ruim overschreden heb maar dat maakt mij nu niets uit.  

Want zoals ik al zei: drie weken emoties laten zich niet vatten in 1000 of zelfs 2000 woorden. En misschien doe ik het ook wel om te bewijzen dat mijn moeder het grootste gedeelte van haar leven een lief en goed mens was.  

En dat zal ze voor ons en iedereen die haar kent of gekend heeft echt wel blijven! 

 

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

2 gedachten op “Het is weer voorbij… (slot)”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.