Dat de mensheid steeds gekker aan het worden is weten we. Want we weten van gekkigheid niet meer wat we moeten verzinnen om het leven enige inhoud te geven. Zo zijn we niet allemaal hoor. Nee, het wordt veroorzaakt door een klein groepje mensen die op de een of andere manier aandacht eisen.
En dat dan krijgen ook!
Want zo las ik laatst dat er naast een asiel voor honden en katten of voor mensen die vluchten uit hun land vanwege oorlog of andere ellende, er nu ook asielen zijn voor planten. Opvang voor planten die weg gekieperd zouden worden omdat ze vergeten waren in de verzorging. Of gekregen waren als cadeau maar de ontvangende partij houdt niet van planten. Of gewoon doordat ze geen lang leven beschoren waren.
Dan maar naar het asiel.
Maar het kan nog absurder en we weten inmiddels dat alles wat absurd is, aandacht krijgt. Zo las ik vorige week een column van Marcel van Roosmalen. Die werd na zijn theatershow aangesproken door een bezoeker. Het ging over de bos bloemen die hij gekregen had van het theater, na zijn optreden. Vroeger kreeg elke arbeider aan het einde van een werkdag een bosje bloemen van de baas maar het arbeidersvolk gaf aan dat allemaal een beetje overdreven te vinden.
Sindsdien heeft de theaterwereld deze gewoonte overgenomen.
Afijn, Marcel werd benaderd door een bezoeker van zijn voorstelling. Met de vraag waarom Marcel de bloemen niet geweigerd had. Ik citeer: “Want bloemen vragen er niet om, om bij de enkels afgezaagd te worden. Ze verwonden je, zetten je in koud water en een week later ben je dood.” Marcel had er nog nooit zo over nagedacht.
Ik ook niet.
Marcel vroeg later die week aan een deskundige, de bloemiste in het dorp, hoe die erover dacht. Haar antwoord: “Het zijn bloemen, ik heb ze nog nooit horen klagen.” Dat klonk voor mij weer bekend maar dan wel in een hele andere context. Ooit vroeg ik aan mijn allerliefste en humorvolle en veels te vroeg overleden Tante Riet of zij bang was voor wat er komen zou, de onvermijdelijke dood vanwege de ziekte die haar potverdomme treffen moest. Haar antwoord:
“Nee, niet echt. Het zal er wel goed wezen want er is nog nooit iemand teruggekomen!”
Uiteraard zei ze dat met een dikke, vette knipoog want zij wist het niet en wij weten het niet. Althans, niet zeker. Er zijn natuurlijk mensen die het gelóven maar zeker weten doen ze het niet. Alleen gekken weten het zeker. Dat vertelde de psychiater van cabaretier Fons Jansen ooit. “Weet u dat zeker?” vroeg Fons aan de psychiater.
“Absoluut zeker!”
Of planten of bloemen pijn voelen lijkt op de discussie of vissen pijn voelen. Vooral nadat ze een haak in de wang hebben. Of diep in de strot. Zo diep dat je die met een haakverwijderaar eruit kan halen zonder dat de vis ‘auw’ begint te roepen. In dit geval zegt mijn empathisch vermogen dat het wel eens pijnlijk zou kúnnen zijn, vooral wanneer het in eerste, tweede of soms derde instantie niet lukt. De ogen van vissen staan al in opperste verbazing je aan te kijken en als je zo aan het frunniken bent lijkt het wel alsof ze dat steeds indringender doen. Ik ben ook altijd opgelucht als de vis, nadat ik ‘m teruggelegd heb in het water, snel weer weg zwemt.
Op zoek naar het volgende haakje.
En ja, vissen klagen doorgaans niet, ze spartelen hooguit. Maar die ogen.. daar zit toch meer leven in dan in bloemen of planten. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat de mensen die zich druk maken om een plantje of bloemetje, gewoon bedeeld zijn met een enorm empathisch vermogen. Gewoon ontzettend rijk aan gevoel voor alles om hen heen. Dat ze misschien zelfs de meeuw die net een stukje kibbeling uit het bakje graait, kunnen vergeven. Of, zoals wijlen mijn schoonmoeder ooit zei nadat iemand bij haar klaagde over haar keffende hondjes in de tuin:
“Ja, maar ze kunnen toch niets anders?”
Laat ik wel even duidelijk zijn, planten weggooien is zonde en we leven in een weggooi-maatschappij waar ik mij ook aan kan ergeren. Ik ben voor hergebruik. Ook voor mensen. Ik gun bijvoorbeeld elke man of vrouw na een scheiding nieuw geluk want alleen is maar alleen. Als ze maar geleerd hebben van hun vorige fouten.
Ja, ook ik kan empathisch zijn.
Tot het irritante toe. Ik kan problemen weg filosoferen als ik op dreef ben. Dat als er bijvoorbeeld een stelletje ruzie heeft, ik beide meningen tegen het licht hou en dan nóg weet te zeggen: “Ja, maar die hond, die keft de hele dag door dus ik begrijp wel dat die mensen dan uiteindelijk elkaar in de haren vliegen!”
Conclusie? Hond moet naar een praatgroep AAK, Anonieme Abnormale Keffers.
Empathie had ik ook laatst voor een kennis van mij. Ik zag aan zijn ogen dat er wat loos was met hem. Die stonden dof, terwijl ze normaal altijd wel een glinstering hadden. Natuurlijk vroeg ik aan hem wat er loos was en nadat ik hem koffie ingeschonken had, brak hij.
Hij was naar een kerstshow geweest.
Ik slikte de brok in mijn keel weg, ging er even goed voor zitten en keek hem recht in de ogen: “Vertel. Hoe is dit je overkomen dan?”
Hij nam een slok van zijn koffie en stak van wal, met horten en stoten. Zijn vriendin had bedacht naar een kerstshow te gaan, samen met zijn ouders waardoor hij al niet meer weigeren kon. Maar het werd nog erger, ze moesten er helemaal voor naar Duiven, bijna 200 km verderop in het land.
Maar liefst vier uur lang slenterde hij in file met duizenden andere ‘Christmaholics’ langs kerst taferelen met alle toeters, kunst, kitsch en bellen er omheen.
En daarna weer 200 km terug.
Daags erna kwam ik hem weer tegen. Ik vroeg hoe het ging.
“Ik heb mijzelf weer bij elkaar geraapt, het gaat wel weer. Dankjewel voor je medeleven.”
Ik zag weer een glinstering in zijn ogen. Best mooi, dat empathie!