De dag dat ik eindelijk geprikt gaat worden komt met de week dichterbij. Eindelijk! Want ik hoop natuurlijk dat we straks van al die ellende af zijn en dat we weer met zijn allen de boel weer kunnen opstarten. Maar waar ik het meeste naar uitkijk is toch wel de rust die dan weer zal terugkeren in ons land, dat het groepje achterdochtige en aandachttrekkende burgers weer huiswaarts keren en iets nuttigs gaan doen in plaats van overal beren achter de bomen te zien.
Het tv-programma ‘Familiediner’ kon het wel eens heel druk krijgen…
Maar we zijn er nog niet. De besmettingen lopen alweer weer flink op, de hele week al boven de 7000 en dat is op zijn Gronings nait goud. En op zijn Nederlands ook niet! Toch doen de meeste mensen het goed en dat is puur omdat die zich wel houden aan de (nog steeds tijdelijke!) regels. Helaas zijn er ook mensen die daar anders over denken of het soms even vergeten. Zo hoorde ik dat de boten naar de Waddeneilanden tjokvol zitten en de regeltjes behoorlijk aan boord losgelaten worden.
Waarschijnlijk denken ze dat corona bij Den Helder, Harlingen en Holwerd stopt…
Dat is dus niet zo. Sterker nog, corona zit ons wereldwijd dwars. Behalve op Urk natuurlijk. Deze gezegende plaats in Nederland heeft, bij monde van één van de 21 kerken, bedacht om alle opgelegde regels los te laten. “Kom maar naar de kerk want God beschermt jullie gelovigen.” Waarom? Omdat men tegemoet wil komen aan de nood en geestelijk welzijn van de gemeente.
Nou inderdaad, aan het geestelijk welzijn van deze gemeente schort een hoop!
En ja, ik weet dat vis eten goed voor de mens is en dat de Almachtige het goed kon vinden met de vissers maar dat wil nog niet zeggen dat je dan ook het gelijk aan je zijde hebt staan. Kijk alleen maar even naar het afgelopen jaar, ze zijn ze daar behoorlijk van God losgeraakt. Het enige positieve over Urk is de 8-koppige familie Jelies. Zij deden mee in de TV serie ‘Een huis vol’ en dat was nog wel te behappen.
‘Aan de nood en geestelijk welzijn!’
Hoe durven ze! Alsof de rest van Nederland daar geen last van heeft! Alsof Urk een eigen Staat is! Nou, als dat zo was dan had ik direct hun Ambassadeur op het matje geroepen en deze geadviseerd om serieus na te denken over een Urkxit! Spuit maar een stuk zand op midden in de Noordzee, bouw het vol met kerken en doe lekker jullie eigen ding. En daarna zal ik die Ambassadeur de deur uitzetten met de woorden:
“Ben je nou helemaal belatafeld of heb je geen kruis meer in je broek!”
Zo, dat lucht op. Nu effe totaal iets anders. Ik ben erachter gekomen dat het mij nog nauwelijks lukt om netjes met pen te schrijven. Het lettertype ‘Hanenpoten’ komt dichter in de buurt. Sterker nog, stel dat ik mee zou doen aan een repetitie ‘schoonschrijven’ dan was ik geslaagd met een tien, plus de bekende griffel. Ik ben gelukkig niet de enige die daar steeds meer moeite mee heeft want het schrijven met een pen begint onderhand aardig uit te sterven. We doen alles via de digitale weg en laten de pen steeds meer ongemoeid.
Oké, het bekende boodschappenbriefje is nog wel analoog. Thuis gebruiken wij daarvoor een kladblok en soms kan ik later niet eens meer ontcijferen wat ik daags ervoor opgeschreven had.
Met als resultaat dat ik met het verkeerde thuiskom…
Terwijl ik vroeger van de meesters en juffen toch echt netjes schrijven heb geleerd. Binnen de lijntjes! En oh, wat was dat leuk! Dictees waren mijn favorieten maar ik had er ook lol in om alles wat de leraren op de borden schreven direct in een schrift te schrijven. Later kwam ik op een school waar je extra cijfers kon scoren door je aantekeningen in een zogenaamd ‘netschrift’ te schrijven. Hoe verzorgder het eruit zag, hoe hoger het cijfer. En het mes sneed hier natuurlijk aan twee kanten want A je concentreerde je voor de tweede keer op de leerstof en B de leraar kon het nu ook lezen en direct checken of je de lesstof wel begrepen had. En C, je kreeg er ook een cijfer voor.
Zo kon ik de wat mindere cijfers op repetities mooi opkrikken!
Tussendoor schreef ik veel brieven met allerlei vrienden en vriendinnen in het land want ook daar kon ik enig genoegen in vinden. De contacten werden gelegd in de vakantieperiodes op Terschelling en vervolgens had ik dan de hele winter weer genoeg adressen om brieven naartoe te sturen. Het schrijven was leuk maar ook het ontvangen van brieven, ik had een dagelijkse gang naar de brievenbus om te kijken of er ook post voor mij was. Naast mijn eigen handschrift kon ik ook van andere handschriften genieten. Het mooiste handschrift was van een zekere Inge uit Rotterdam. Die schreef haar letters met een digitale precisie. Natuurlijk probeerde ik dat ook in mijn retourbrief te doen waardoor het schrijven met de pen alle aandacht kreeg. Ik nam daar ook de tijd voor.
Ik voelde mij de koning te rijk met een chique vulpen en een mooi schrijfblok.
Op een gegeven moment kwam ik ook in aanraking met de digitale wereld en het duurde dan ook niet lang of ik schreef alleen nog jaarlijks de kerstkaarten. Maar ook die vielen weg want ja, wie stuurde nog een kaartje en even leek het erop dat het definitief de strijd verloor met de opkomst van de digitale wereld.
Maar misschien moeten we gewoon elkaar weer brieven schrijven, zoals vroeger.
Of een brief sturen naar de krant omdat je het ergens niet mee eens bent. Want dan moet je eerst goed nadenken alvorens het op papier komt anders wordt het een grote knoeierij. Plus het voordeel dat de boosheid wat zal afnemen in de boodschap. Geloof mij, dat scheelt je een hoop donkere gedachten.
Maar vergeet niet de envelop! Voor je het weet staat de inhoud op een foto….