Toen ik nog op Terschelling woonde kende ik het fenomeen ‘Wandelvierdaagse’ niet. Ja, van TV natuurlijk, de Nijmeegse versie. Maar verder bleef het beperkt tot de Wandel-ééndaagse, de alom bekende en wereldberoemde ‘Brandaris-Wandeltocht’.
We hadden wél een Zwemvierdaagse!
Maar dat is ook wel weer logisch want we woonden op een eiland met rondom water, de Noordzee en de Waddenzee. Ik heb daar als kind wel aan meegedaan, maar om nou te zeggen dat ik het leuk vond? Niet echt. Dat had vast te maken met het feit dat het een openluchtzwembad was, want, op een paar mooie zomerse dagen na, was het in mijn herinnering altijd koud daar. Vooral als je met je hoofd boven water kwam of erger, je eruit moest stappen om vervolgens er weer in te duiken. Maar eerder had ik nog nooit van de Wandelvierdaagse gehoord, daar kreeg ik pas mee te maken toen ik kinderen op school had zitten, toen ik nog in Den Haag woonde.
Als ouder werd er van je verwacht mee te lopen.
Logisch ook want je kon daar niet alleen de leraren mee opschepen. In theorie leuk en gezellig, maar in de praktijk moest ik er wel een kanttekening bijzetten. Want die jongens van mij liepen niet keurig naast mij, nee, die renden van voor naar achteren en van achteren naar voren.
En van links en rechts.
We liepen altijd de 5 km, maar zij liepen naar mijn idee daardoor het dubbele, energie genoeg gelukkig. Maar ik, hun vader, werd eigenlijk totaal genegeerd. Pas als we weer naar huis fietsten kreeg ik weer aandacht, dan wilden ze een ijsje.
“Dat hebben we wel verdiend!” kreeg ik dan te horen van de mannen.
Nu was dat geen probleem hoor, kinderen en ijsjes doen het goed samen en wie is er niet mee groot geworden. En omdat goed voorbeeld doet volgen nam ik dan ook maar een ijsje, om mijzelf wat te troosten omdat ze niet keurig bij mij ‘aan de lijn’ liepen. De laatste dag van deze wandelmarteling was altijd wel iets aantrekkelijker dan de andere dagen.
Iets.
Want dan was er bij de Finish wat meer reuring dan de voorgaande dagen. Maar echt onder de indruk was ik er nooit van, het was een jaarlijks terugkerende strubbeling die veel vroeg van ons, ouders of opvoeders. Nadat de laatste uit het nest de Basisschool verlaten had, heb ik er ook nooit meer aan meegedaan of aandacht aan besteed.
Tot een aantal jaren geleden, toen ik in de gemeente Oldambt kwam wonen.
Ik hoorde al van verschillende kanten dat de Avondvierdaagse eraan zat te komen en mijn vriendin, tegenwoordig mijn vrouw, vond dat ik mee moest naar de finaleavond, de intocht. Want dat was altijd een hele happening zei ze. Nu zaten we nog midden in onze ‘verliefde’ fase en was ik nog volgzaam genoeg, maar met de herinneringen aan de eigen ervaringen met de Avondvierdaagse liep ik niet van enthousiasme over.
Sterker nog, het zweet brak mij uit.
En toen kwam die avond waarvan je wist dat die zou komen. We hadden afgesproken met andere enthousiastelingen aan het begin van het defilé, net voorbij de rotonde bij de voetbalvelden. Op de weg ernaartoe zag ik al in heel veel straten mensen op tuinstoelen zitten.
Niet in de tuin, maar gewoon op het trottoir naast de weg!
Sommigen hadden er zelfs tafeltjes bijstaan en dronken gezellig een drankje. Toen ik vroeg aan ‘mijn begeleidster’ waarom die mensen daar allemaal zaten, zei ze: “Die mensen zitten daar om te kijken naar alle wandelaars! Het zijn toeschouwers, publiek zeg maar.” Het is dat het niet kon want ik zat op de fiets, anders was mijn broek afgezakt van verbazing. Ik had nu al meer mensen gezien dan ooit eerder bij een wandelvierdaagse met mijn eigen kinderen. En hoe dichter we bij het centrum kwamen waar alle wandelaars zich hadden verzameld en klaarmaakten voor het defilé, hoe drukker het werd langs de weg.
En óp de weg.
Dat waren de vrijwilligers die de straten af gingen sluiten, zodat de wandelaars geen strobreed in de weg gelegd werden tijdens hun finale. Ik voelde iets in mij opkomen wat ik voor het laatst gevoeld heb toen ik nog jong was en naar een evenementje ging, in het dorp waar ik woonde. Daar liep dan ook het hele dorp voor uit, jong en oud en allemaal in een vrolijke modus. Het gaf iets vertrouwds, misschien was het wel te vergelijken met thuiskomen.
Oost, West, in ’t Noorden voel ik mij het best!
Even later stonden we langs de kant en zagen wij een bont gezelschap voorbijlopen, van jong tot oud. Maar het waren niet alleen wandelaars, het werd ook aan alle kanten muzikaal begeleid door muziekkorpsen, opgeleukt met vrolijk dansende dansmariekes, zichzelf presenterende (sport)verenigingen en natuurlijk vriendengroepen of collega’s van verschillende bedrijven. Een kleine anderhalf uur later was de hele stoet gepasseerd en liet ik alle vooroordelen die ik in de afgelopen jaren opgebouwd had, achter mij. Dit was ‘a different cook’ en totaal niet vergelijkbaar met die 150 wandelaars waar ik en mijn kinderen ooit onderdeel van was.
Vanaf dat jaar was ik fan!
Vorige week vrijdagavond was de 75ste editie van de grootste Avondvierdaagse van het Noorden, wederom georganiseerd door de Speeltuin Vereniging Bovenburen. Deze keer met een record aan lopers, namelijk 3563 wandelaars uit Winschoten en omstreken. Vorig jaar was het al een feestje omdat het weer kon na de corona jaren, toen vergelijkbaar met de zogenaamde ‘weidegang’ van koeien die na de winterperiode weer lekker naar buiten mogen, dansend en springend van blijdschap.
Maar deze keer leek het wel of men er nog een schepje bovenop deed.
Want het centrum liep vol met toeschouwers uit alle windstreken, terrasjes zaten bomvol langs de route en overal zat men vrolijk met elkaar te praten op het tijdelijk uit huis geplaatste interieur. En de stoet zelf bestond weer uit een bont gezelschap, met vrolijke en zingende kinderen waar zo nu en dan een huilertje tussen zat omdat het haar/hem allemaal even te veel werd. Maar ook daar was oog voor.
Organisatie en alle vrijwilligers bedankt! Jullie hebben ons weer een prachtige herinnering gegeven waar jullie trots op mogen zijn!