Op de een of andere manier lukt het mij maar zelden om ‘netje’ te eten. Vork en mes zijn voor mij, rechtsonhandige Harry, gereedschap waar ik steeds mee in de clinch lig. Zij liggen volgens protocol respectievelijk links en rechts naast het bord. Ik snij ook met de rechterhand en moet dan met mijn linkerhand de vork naar mijn mond brengen. En daar gaat het mis. Op de een of andere manier heb ik geen controle over die linker hand. Of beter gezegd, over die vork. Ik krijg het negen van de tien keer niet voor elkaar om de vork (met voedsel) naar mijn mond te brengen. Want tegen die tijd dat de vork aangekomen is ter hoogte van mijn onderlip, flikkert de boel eraf.
Niet moeilijk te raden waar het terechtkomt.
Op mijn overhemd, meestal het overhemd welke ik nog maar net schoon uit de kast getrokken heb. En als ik geen overhemd aanheb dan valt het ook op het T-shirt of op het vest. Mijn ‘verliesmomentjes’ maken geen onderscheid in kleur, soort of status. Uiteraard tot groot ongenoegen van mijn levenspartner:
“Het zal Jantje de Boer niet wezen!” roept ze dan, hoofdschuddend.
Voorheen antwoordde ik nog wel eens met de zin die Jantje ooit zelf gaf als antwoord als ‘vlekkenkampioen’: “Ja maar Mam, ik moest weer eens een katje uit de boom halen!” Maar daar ziet ze de lol niet meer van in want er komt nog een ergernis onder de tafel kijken.. Het laminaat is namelijk een soort opvangcentrum voor mijn gemorste etenswaar. Haar reactie?
“Echt, als je zo door gaat dan stop ik je in een verzorgingstehuis!”
Natuurlijk hebben we er alles aan gedaan om mijn afwijkende eetgewoonte te verbeteren. Ik heb bijvoorbeeld mijzelf aangeleerd om na het snijden, het mes in de rechterhand over te hevelen naar de linkerhand en de vork over te hevelen naar de rechterhand. Alleen is het zo’n gedoe, is het een soort van stuivertje verwisselen en soms mis ik de grip en dondert vork of mes op of naast het bord.
Een andere oplossing is natuurlijk een slab voordoen.
Die had ik als kind ook, zo een waar een knoop ingelegd werd, ter hoogte van je nek. Aan het einde van de week werd dat ding gewassen door moeder en dat was nodig ook, je kon aan de slab precies zien wat we gegeten hadden die week… Zo’n slab heb ik niet meer maar ik gebruik nu nog wel eens een theedoek. De punt leg ik dan onder mijn bord zodat alles wat er valt, keurig in de slab opgevangen wordt.
Innovatief bezig zijn met je handicap!
Maar het allerbeste en meest doeltreffende idee kwam toch van mijn vrouw: Het bord dichterbij en mijn stoel zo ver aanschuiven dat ik met mijn buik strak tegen de tafel aanzit. Het lijkt te helpen, alleen heb ik nog wat moeite met doperwten en rijst….
Ik verlies mij ook steeds in de drang naar het voorjaar. Elk jaar weer begin ik mij aangenaam prettig te voelen wanneer de maand Maart weer aangebroken is, puur omdat Maart de eerste lentemaand is van de drie. Dan geniet ik van de vroege vogels die zingend ’s morgensvroeg via het open raam mijn slaapkamer vullen met al hun fantastische liederen. Wanneer dan mijn wekker gaat sta ik nét even sneller op en heb ik nét even met wat meer zin om de dag weer te beginnen. Daarbij opgeteld de eerste zonnestralen die tussen de kieren van de gordijnen mij beschijnen en waarvan ik al enige warmte op mijn huid voelen kan.
Helaas krijg ik dan toch weer regelmatig de deksel op de neus want Maart kan nog best onstuimig zijn. Ze hebben niet voor niks Maartse spreekwoorden en gezegden, zoals ‘Maartse buien’, ‘Er is geen maart zo goed of het sneeuwt op de boer zijn hoed.’ ‘Maart roert zijn staart.’ Alleen al door eraan te denken voel ik de kou, de waterkou die dwars door alle lagen kleding zich een weg weet te vinden naar de kippenvel. Gelukkig hebben ze ook nog een positievere versie van voorgaande spreekwoorden bedacht:
‘Hoor je de koekoek half maart, ga dan naar huis en doof de haard.’
Daar hou ik mij dan maar aan, ook al hebben we geen haard. Maar voorlopig liggen de maanden januari en februari weer achter ons en kunnen we weer volop gaan genieten van alle komende drukke werkzaamheden welke veroorzaakt worden door flora en fauna.
De natuur op haar best!
Hoe de grauwe akkers langzaamaan van groene gloed overgaan in jong, frisgroen gewas. Hoe de weidevogels zich weer gaan nestelen onder toezicht van onder andere de buizerd, de kiekendief of de torenvalk. Deze prachtige vogels zie ik regelmatig langs de provinciale weg op een paaltje, lantaarnpaal of gewoon lekker in het gras langs de slootkant zitten.
Wachtend op een prooi en dan opeten zonder te morsen.
Naar het schijnt voornamelijk op veldmuizen want de Groninger akkers zitten er vol mee. Nu heb ik begrepen dat mensen het zielig vinden dat roofvogels zich vergrijpen aan muizen, insecten, fazanten en konijnen. Maar geloof mij, zolang deze nuttige dieren niet naar de Jumbo of Albert Heijn kunnen zullen ze toch echt moeten jagen. En als zij het niet doen dan doen de kraaien, de kauwtjes, de meeuwen of de blauwe- en zilverreigers het wel. Zo zag ik laatst een filmpje van een zilvermeeuw die een konijntje, ja zo’n heel lief konijntje, in een paar happen naar binnen schrokken brokte.’
Hij liet niet eens een boer!
Eigenlijk is dat ook mijn probleem, dat schrokken brokken. Zodra ik mijn eten voor mij heb ga ik in de aanval. Dat heb ik mijzelf aangeleerd toen ik nog als kok in de horeca werkte, er was meestal weinig tijd om even rustig te eten. Maar van huis uit was ik het ook gewend omdat wij vroeger altijd tussen de middag warm eten kregen.
Exact om twaalf uur stond het eten op tafel.
Exact om tien over twaalf was het op.
En tot één uur lag de familie Veldmuis horizontaal op de bank.
Uit te buiken!
Leuk!!
En om nog meer in voorjaarssfeer te komen doch vooral om te genieten van práchtige beelden ( waar je heel rustig van word op drukke momenten 🙄); ga naar de website van de vogelbescherming en beleef de Lente live met unieke beelden vanuit nestkastjes . Zoals daar echtpaar Steenuil is. Over schrokken brokken gesproken ….
Hoihoi, jaaa, ik keek daar regelmatig naar, super gaaf om te zien!