Zo, de Nationale Opschoon-dag hebben we weer achter de rug! Het viel mij al op dat allerlei Bekende en minder bekende inwoners van de gemeente Oldambt met grijpstok en vuilniszak druk bezig waren onze rotzooi op te ruimen.
Ik herhaal, onze rotzooi!
Ze hopen daarmee te bewerkstelligen dat wij vervuilers misschien eens gaan nadenken alvorens iets te laten vallen op de grond. Neem bijvoorbeeld de lege verpakkingen van een bekende hamburgerboer. Dit afval kom je vaak tegen in de berm langs ‘s Heeren wegen, onderweg uit het autoraam gegooid.
Dat gaat in één moeite door.
Terwijl er toch best veel inspanning aan vooraf gegaan is. Want je moet er eerst nog naartoe rijden met de auto, naar die hamburgerboer. Dan sluit je aan in de rij en je voelt de trek al toenemen. Trek ja, want de warme maaltijd bij Pa en Ma thuis was eigenlijk nog niet zo erg lang geleden.
Maar ja, de diëtiste zegt altijd dat je om de twee uur wat eten moet, toch?
Na lange minuten die uren lijken mag je bij de praatpaal je wensen kenbaar maken nadat je het raampje geopend hebt. Op dat moment trotseer je de kou van buiten die de trek in eten doet omslaan in vreselijke honger. Hoeveel kan een mens eigenlijk hebben vraag je je dan wel eens af. Vervolgens rij je door en moet je weer je raam openen om te betalen. Dat is best irritant want je ziet ondertussen hoe de ene na de andere tas met het snelle voedsel in de auto voor je verdwijnt. Je geduld wordt nu wel heel erg op de proef gesteld! En de klok tikt gewoon verder en voor je het weet zijn er al tien minuten van je leven voorbij!
En nog steeds heb je niks te kanen!
Even later mag je dan eindelijk de buit opeten in de auto op de parkeerplaats en is je honger weer gestild. Vervolgens rij je dan na een paar minuten weer verder, het is immers ‘fast food’, en nadat je de rijksweg opdraait realiseer je je dat de lege verpakkingen nog naast je op de bijrijder stoel liggen.
Shit!
Snel doe je het raam open en mietert de boel naar buiten. “Pffff, die rommel die je er ook van hebt! Gelukkig is de Nationale Opschoon-dag er, die mensen zijn echt goed bezig!” denk je dan, waarna je met een tevreden en voldaan gevoel je weg weer vervolgen kan.
Ach ja.
Ik zou het moeten snappen want ik ben ook jong geweest. En ik weet heus wel dat niet alleen de jongeren wel eens wat op de grond laten vallen hoor, het is iets van alle leeftijden. Maar toen ik jong was liepen we nog niet mee in demonstraties in Den Haag tegen de milieuvervuiling. Althans, wij kregen er van school niet eens vrij voor, dat kwam niet eens in ons op. Maar in die tijd hadden de leraren ook geen studiedagen.
Nee, die gaven gewoon les.
En weet je, ik snap al die mensen wel dat ze nadat de eerste warme dag zich bewezen had, allemaal naar buiten renden. Hier in de omgeving ook, de prachtige Pieter Smitbrug moest haast de spitsstrook openen om al het verkeer doorgang te kunnen verlenen. Even zat de schrik erin nadat er een éénrichtingsbord werd neergezet maar dat was gewoon een hele leuke 1 april grap. Heel veel vrolijk in het leven staande mensen konden daar even heel hard om lachen!
Dat was wel even nodig in een land met enkele humorlozen….
Maar naar buiten gaan is hier in het Noorden niet zo bijzonder. Wij zijn ruimte gewend en kunnen gaan en staan waar we willen. Maar in de drukkere steden is het eerste groene wat er te vinden is een park of een nog niet bebouwde of vergeten groenstrook tussen twee flatgebouwen in. En ja, die raken zo vol met al die mensen die snakken naar een beetje voorjaar, vooral nu in deze barre tijden.
Volkomen begrijpelijk!
Maar nadat al die mensen weer naar huis gaan blijft het park vol. Vol met lege verpakkingen van alle vreterij en drankjes. En dát snap ik niet! Het is ónbegrijpelijk dat men er zo’n teringzooi van maakt! Ik kan er maar geen grip op krijgen, geen verklaring voor bedenken waarom mensen dit toch steeds blijven doen. Dagelijks worden we geconfronteerd met het feit dat we de aarde aan het vervuilen zijn, op allerlei manieren maar we leren er kennelijk niks van. Of komt het doordat we weten dat de gemeente het wel weer achter onze konten opruimt, net zoals onze moeders dat bij ons deden? Of erger, vinden we dat gewoon vanzelfsprekend want ja, die vuilnisbakken worden ook nooit geleegd en ja, dan vraag je er toch om?
Zijn we zo’n verwend klerevolkje geworden?
Misschien is niet meer opruimen een optie? Dat deed mijn moeder bij mij ook en het hielp. Of de optie Rwanda. Dit Afrikaanse land heeft een hele lelijke geschiedenis achter de rug, de gruwelijke genocide van de Hutu’s op de Tutsi’s in 1994 zal menigeen nog bijstaan. Al jaren was er sprake van haat tussen de meerderheid, de Hutu’s en de minderheid, de Tutsi’s. Uiteindelijk sloeg de vlam in de pan en resulteerde die haat in een slachting van naar schatting 500.000 tot 1 miljoen medeburgers, waaronder gematigde Hutu’s en Tutsi’s.
Een onvoorstelbare en diepdroevige gebeurtenis…
Maar het land heeft zich in de loop der jaren herpakt en wel op een hele bijzondere manier. Elke laatste zaterdag van de maand moeten alle Rwandezen tussen de 18 en 65 jaar meedoen aan ‘Umuganda’:
‘Samenkomen met een gemeenschappelijk doel om een resultaat te bereiken.’
Ze vegen dan samen de straten, verrichten kleine reparaties aan straten en afwateringen, planten bomen of bouwen met zijn allen scholen. Naast het verstevigen van de band tussen de eigen bevolkingsgroepen creëren ze een enorme saamhorigheid, breed gesteund door de bewindslieden die ook gewoon meedoen aan Umuganda.
Naast de opkomende tweedeling in ons landje plus de Haagse leugentjes zie ik nu een kans!