Wat was dat weekje winter van vorige week een welkome onderbreking van ons gezamenlijke ‘gevangenschap’! Even konden we massaal stoom afblazen op het ijs en daar werd dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. En we hadden eindelijk weer eens iets gemeenschappelijk om te delen, wat prioriteit één meekreeg:
‘Heb ik nog schaatsen en zo ja, moeten ze nog geslepen worden?’
Afgelopen weekend schaatsen we gezamenlijk naar het hoogtepunt van dat weekje ijspret en ik denk dat velen dat weekend nooit meer zullen vergeten. Want na lange tijd werden er weer fijne en vrolijke herinneringen gemaakt welke later nog vaak tot de verbeelding zullen gaan spreken. Hoe mooi was het wel niet, hoe alle bevroren sloten, vaarten, riviertjes en meren zich vulden met enthousiastelingen die maar één doel voor ogen hadden:
Schaatsen!
Maar ook voor de niet schaatsers waren het prachtige dagen. Mijn vrouw kwam zaterdagmiddag al super enthousiast thuis van een wandeling. Ze was via de Pieter Smitbrug naar het bevroren Oldambtmeer gelopen en het was daar zó gezellig dat het ijs er bijna van ging smelten! Het leek wel of iedereen uit de winterslaap ontwaakt was en nu eindelijk weer even konden praten met andere mensen in plaats van met hun eigen, onder curatele gestelde huishouden. Je las de opluchting van de gezichten!
Voor het uitbreken van de pandemie hadden we daar een naam voor, ‘socializen.’
Helaas had ik geen tijd om te socializen want ik moest ‘lasagne to go’ maken. We gingen namelijk de volgende dag op bezoek bij onze kleindochter. Dat had wat voeten in de aarde want de laatste keer dat wij haar konden bewonderen was precies 175 dagen geleden… Ja, schandalig! Maar dat kwam natuurlijk door de opgelegde maatregelen die we met zijn allen dragen moesten en nog steeds dragen moeten. We hebben het al die tijd moeten doen met beeldbellen via de telefoon en kregen zo toch nog iets mee van het groeiproces van deze kleine meid.
Maar de afstand bleef.
Want dit prinsesje woont namelijk in het westen des lands. In normale tijden was dit geen probleem geweest want wij rijden zo die kant op omdat we er gewoon een dagje uit van maken. En we verwennen ons dan met een goedgevulde tas met thermoskannen koffie en thee, overheerlijke zelf belegde broodjes van de bakker en als het mag van de altijd aanwezige lijn, een zakje Winegums!
En ja, wat is dan afstand?
Maar alles liep anders in het afgelopen jaar. Voor iedereen. Telkens moesten afwegingen gewikt en gewogen worden. En dat afwegen viel steeds zwaarder en deden aan beide zijden veel pijn. Gelukkig zijn er nu, dankzij het vaccin en steeds meer kennis van de gedragingen van het virus, weer betere vooruitzichten op een normaal leven. Het vertrouwen daarin heeft weliswaar flinke klappen opgelopen maar zolang we er maar van leren en ervoor openstaan, gaan we de goede kant op. Dat was voor ons ook de reden om uit onze bubbel te stappen en een bezoek te brengen aan onze prachtige kleindochter. Sinds haar geboorte, 2 mei vorig jaar, hebben wij haar nog maar drie keer kunnen bewonderen en knuffelen.
Schandalig ja, ik beken!
Maar zoals ik al zei betrof het uitermate pijnlijke beslissingen, beslissingen die, helaas, bij het leven horen. En het was niet alleen onze kleindochter die we amper zagen, ook onze zonen en schoondochters moesten we op afstand houden om zo de risico’s voor alle partijen zo klein mogelijk te houden.
Nog een reden om deze zondag eens burgerlijk ongehoorzaam te zijn!
Na het bekende (en vreselijke!) ‘elleboogschudden’ konden we eindelijk ons prinsesje in de ogen kijken. Mijn vrouw gaf gauw het cadeautje wat wij mee hadden genomen, een prachtige, door haar collega gehaakte pop. “Kijk eens, dit is Lobke en ze komt uit Zweden! En ze wil heel graag jouw vriendinnetje worden!”
Het meiske draaide haar hoofdje opzij van verlegenheid en zocht de veiligheid van haar ouders.
Logisch, een kinderleven is net zo groot als het kind jong is. En wij wisten als kersverse en hele wijze Oma en Opa dat we nu alle zeilen moesten bijzetten om een plaatsje te krijgen in het leven van dit jonge kind. Het deed mij denken aan de relatie die ik vroeger had met mijn opa’s en oma’s. Die zag ik ook maar twee keer per jaar, ook vanwege de afstand. Toch heb ik ze wel altijd als zodanig gezien dus ik ben er niet slechter van geworden. Maar nu leven we in 2021 en zijn er, zoals ik al eerder zei, eigenlijk geen afstanden meer.
En ja, we zijn door de wol geverfd, samen hebben we vier zonen!
Terwijl ik rare bekken trok en kinderversjes opdreunde om het kleine wonder voor mij te winnen, won mijn vrouw de aandacht. Die kreeg ze nadat ze het meisje een vingertipje slagroom van de door ons meegebrachte Winschoter tompoezen gegeven had. Ik kreeg de aandacht wat later die ochtend nadat de kleine meid moe van alle indrukken, op mijn gezellige opa-buik in een diepe slaap viel.
Vervolgens moest ik mij inhouden om ook niet even een powernapje te doen…
Net na de middag reden we met zijn allen naar de Nieuwe Driemanspolder, een pas ontwikkelt recreatiegebied tussen Leidschenveen (Den Haag) en Zoetermeer. We hadden daar afgesproken met de andere twee zonen en schoondochter zodat de jongens nog even schaatsen konden. Ook dit was een fijn weerzien en niet veel later stond ik naast de mannen op het ijs.
‘Potver! Ik ben gekrompen!’ schoot er door mijn hoofd…
Dat kwam ook natuurlijk omdat ze op schaatsen stonden maar ik weet dat zij al over mij heen kunnen kijken. We nuttigden nog gezamenlijk een lekker koud (!) biertje en een uurtje later reden we weer naar het huis van onze kleindochter want de lasagne moest op tijd in de oven omdat we natuurlijk op tijd thuis moesten zijn vanwege de avondklok. Tegen zes uur namen we afscheid en keken we in het vrolijke lachende gezicht van onze kleindochter.
Het ijs was gesmolten, we hoorden er weer bij!
Hartverwarmend !