Volgens de spelletjes industrie schijnt er een toename te zijn van de verkoop van spelletjes. De reden? De pandemie waar we wereldwijd flinke last van hebben. We worden beperkt in ons doen en laten en zijn min of meer verplicht om ons thuis te vermaken. Met spelletjes dus, zoals Monopoly, Mens erger je Niet, Scrabble, Catan. Om er maar een paar te noemen.
Want dat is gezellig.
Klopt. Tenminste, dat denk ik. Dat ik het niet zeker weet komt omdat ik zelf nooit zo van de spelletjes was. En ben. Maar ik kan mij wel voorstellen dat mensen daar veel plezier aan beleven. Ik kan het mij ook visueel voorstellen. Dan zie ik een aantal mensen zitten aan een tafel met daarop een enorme klerezooi. Dat is natuurlijk geen klerezooi, dat lijkt zo. Want veel spellen nemen veel ruimte in op tafel, net als gourmetten zeg maar. Het zijn vaak ook hele ingewikkelde spellen, ook net al gourmetten: heel veel vlees, groentes, sausjes, dranken en stokbrood op tafel waardoor het overzicht gauw weg is. Daarom ben ik gewoon van de plateservice, gewoon alles op één bord.
Ik ben meer van het dammen zeg maar!
Door de huidige omstandigheden waarin wij verkeren ontwikkelen zich ook allemaal nieuwe bezigheden. Het beeldbellen bijvoorbeeld. Dat heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Vergaderen of lesgeven via een schermpje lijkt inmiddels algemeen geaccepteerd. Daarnaast herontdekken we ook weer de vanzelfsprekende zaken, zoals de natuur. Dat was er altijd wel maar dat waren we een beetje vergeten. De winkelstraat maakte plaats voor bos en duin.
Behalve op Black Friday!
Maar dat terzijde. Het communiceren via beeld gaat ver. Zo is het ‘mukbangen’ weer trendy geworden. Mukbangen is heel simpel: je gaat bijvoorbeeld gourmetten en je zet daar een camera op. Dit tafereel stream je naar YouTube en dan kunnen mensen zien hoe jij al die ieniemienie hapjes naar binnen werkt. Een kind kan de (af)was doen! Je kijkers kunnen natuurlijk ook met je communiceren. Ze zouden bijvoorbeeld kunnen vragen of je de biefstuk wil bakken met een champignonnetje. Of een pannenkoekjes met een spekje en vier krulletjes geraspte kaas.
Geheid succes!
En het werkt twee kanten op want je bent niet meer alleen. En je krijgt aandacht, aandacht waar wij tegenwoordig naar snakken. Ik ga het niet doen hoor. Want dan zien ze steeds hoe ik mors op mijn schone overhemd of T-shirt. Die lol gun ik ze niet. Ik zie wel mogelijkheden om tijdens de komende feestdagen tablets op tafel te zetten en zo samen te eten met mijn familie die her en der in het land wonen. Mocht iemand dan commentaar hebben op hoe ik het aardappelkroketje naar binnen werk druk ik deze persoon gewoon uit.
Maar dan krijgt zij of hij ook geen toetje!
Tja, het is allemaal wat. Maar het zal allemaal ook wel weer wat worden hoor. Zodra de vaccins er zijn sta ik in ieder geval vooraan want ik wil weer naar mijn kinderen in Den Haag kunnen. En naar mijn ouders en zus op Terschelling. En ja, iedereen die het vaccin wantrouwt heeft per definitie gelijk.
Dat zeg ik bij deze.
Maar ik wil het vaccin. En ja, ik ga er misschien wel van blaffen of van achteruit lopen. Of ik krijg een groene streep in mijn haar waardoor men ziet dat ik ingeënt bent. Net zoals bij schapen wanneer ze gedekt zijn door de ram, waarna ze als makke schapen en ietwat in hogere sferen, weer verder grazen. Vervolgens kunnen alle overheidsinstanties precies zien wat je voortaan doet omdat er in het vaccin ook een cameraatje is ingespoten. Deze camera nestelt zich achter je ogen en streamt de beelden die het ziet direct door naar de ambtenaren van alle ministeries.
Zodra je dan iets doet wat niet mag heb je direct een arrestatieteam in je nek!
Maar goed, je moet er wat voor over hebben. Het zal mij een biet zijn, als ik maar weer normaal verder leven mag en weer kan genieten van leuke evenementen, van een biertje op een terras of van lekker naar een voetbalwedstrijdje kijken langs de lijn. Of mijn kleindochter weer in levenden lijve zien in plaats van via zo’n klote schermpje! Ja, ik ben er zó klaar mee.
Ik ben rijp voor de spuit!
Van de week las ik een ingezonden brief waarin de schrijfster zich afvroeg of de virus ontkenners eigenlijk wel af willen van het virus. Dat klinkt dubbel want ze ontkennen het virus immers al, dat lezen we dagelijks terug in alle reacties. Want reageren doen ze dagelijks, alsof ze niets anders te doen hebben (!). Soms komt er dan zelfs bij mij een complottheorietje naar boven! Dan vermoed ik dat er computers zijn die zo ingesteld zijn dat ze direct reageren op iemand die iets zegt over het virus. Die computer maakt dan gebruik van gepikte accounts en strooit dan met de meest verschrikkelijke en harteloze reacties. Bijvoorbeeld op een bericht van iemand die vanuit een revalidatiecentrum zijn dankbaarheid wil tonen aan de zorg. Omdat hij daar weer leert lopen en aan zijn conditie kan werken want het virus had dat allemaal uitgeschakeld.
Vóór het virus werkte dat allemaal nog prima!
Maar de briefschrijfster bedoelde natuurlijk de aandacht die deze mensen naar zich toetrekken. Want als het virus straks onder controle is dan valt er niks meer te mekkeren en krijgen ze geen aandacht meer. En zullen ze zichzelf weer moeten vermaken met vage websites met vage bedenksels van vage figuren. Figuren die maar één ding willen:
Aandacht!
Dat snap ik ook wel weer. Elk mens wil aandacht. Zo hoorde ik laatst de zangeres van de band ‘Luwten’ op de radio, Tessa Douwstra. Deze band mocht nog wel optreden voor 30 personen en de vraag was hoe zij dat vond. Want die 30 personen mogen enkel toekijken. Dus niet klappen, joelen of juichen. In haar antwoord zat dankbaarheid, dat ze nog mocht spelen én humor:
“Het is alsof je verkering hebt maar je weet niet of die ander jou ook leuk vindt.”