Ze zijn er nog, mannen die zich als een heer gedragen! Deze heer kwam ik tegen op mijn werk, in de kantine waar ik aan het genieten was van een bakkie koffie. Hij liep achter de dame van de catering aan en droeg twee tassen voor haar. Zware tassen zo te zien, vol met spullen die weer aangevuld moesten worden. De dame was erg dankbaar: “Dankjewel, wat aardig. Er zijn gelukkig toch nog mannen die zich als een heer kunnen gedragen.”
‘In het Land der horken is de heer nog steeds koning!’ schoot mij door het hoofd.
Tegenwoordig val je op als je dit soort dingen doet. Deze ‘gentlemen’, collega Thomas van Vooren, grijnsde breed en zei: “Ik heb niet alleen voeding gehad maar ook ópvoeding. Dat laatste vergeten sommige ouders nog wel eens.”
Ik ben gek op dit soort hersenspinsels!
Daarom bleef dit tafereel mij ook de rest van de dag bij. De volgende dag kwam ik hem buiten tegen, na de lunch, en vroeg, grappig als ik ben, of hij lekker buiten gespeeld had. “Ja!” zei hij met een brede lach; “We hebben een potje gevoetbald en we hebben nog gewonnen ook!” Direct schoot mij weer een situatie binnen van lang geleden en ongevraagd deelde ik dat met hem. Ongevraagd, maar ik wist dat hij zou luisteren want ik ben een senior en ja, hij was goed opgevoed waardoor hij mij niet in de rede ging vallen:
“Het was in de tijd dat ik nog als kok werkte, in het hoofdkantoor van de Shell in Den Haag.
“Onze lunchpauze begon daar altijd om 11 uur omdat we tijdens de echte lunchtijden natuurlijk aan het werk moesten. Maar 11 uur was veel te vroeg dus we pakten enkel een bak koffie. Maar als het mooi weer was, namen we de koffie mee naar buiten, naar het park naast het kantoor, Hoog Oostduin.”
“En we namen een bal mee.”
“Dan gingen we een partijtje voetballen, met onze sloven als doelpalen. Ja, ik zie je al denken, lekker fris, maar wanneer we weer aan het werk gingen pakten we gewoon een nieuwe sloof. En als het een hele warme dag was dan trokken we ook de koksbuis uit, fristen ons op en trokken daarna weer een schone buis aan. De groene grasplekken op de koksbroeken namen we voor lief. Spinazie. Dat kwam door de spinazie!”
“Dat deed het altijd goed als excuus.”
Thomas keek mij bedenkelijk aan toen er een kleine stilte viel tijdens mijn monoloog. Ik snap hem wel. Hij leest mijn stukkies wel eens en had al een keer gezegd dat het best veel is. En hij is daar niet de enige in. Persoonlijk heb ik dat met boeken. Die kunnen best lang van stof zijn. Sowieso langer dan die 1000 woorden die ik nodig heb. Maar tegenwoordig verslappen we steeds meer als een tekst langer is dan drie zinnen, scrollen dan snel weer naar het volgende, snelle tekstje of filmpje. Mijn jongste zoon vertelde mij eens dat hij ’s avonds, bijvoorbeeld na het eten, ‘even wat filmpjes’ keek op zijn telefoon.
“En pa, dan ineens was het middernacht!”
Ja, het vreet ons allemaal op, het is net zo verslavend als roken, alcohol of drugs gebruiken. Het tart de concentratie boog aan alle kanten en ik betrap mij er zelf ook regelmatig op. Dan lees ik de eerste zinnen van een artikel of bericht en tijdens het lezen verslapt mijn aandacht.
Omdat een binnenkomend appje mijn aandacht eist.
Soms denk ik er wel eens aan om al die aandachttrekkende meldingen van Whatsapp uit te zetten, dat kan namelijk, maar aan de andere kant wil ik wel op tijd reageren wanneer het om iets belangrijks gaat:
‘Yoghurt!’, een appje van mijn vrouw als ik boodschappen doe en dat niet op mijn lijstje stond.
Of een ander Appje: ‘Hoi pap, hier je liefste dochter. Mijn telefoon heeft het begeven en dit is mijn nieuwe nummer. Kun je mij even 250 euro voorschieten, want ik sta bij de garage en ik kan nog niet betalen met deze telefoon.’ Ook zo’n moment dat je direct wilt reageren, want zo’n meisje is in nood.
Ook al heb ik geen dochter, ik wil wel bereikbaar voor haar zijn.
Maar goed, lang van stof zijn versus apps die steeds je aandacht opeisen, het blijft een lastige combinatie. Zelf zou ik, om daarvan af te komen, Facebook, Whatsapp, Instagram en twee kranten-apps van mijn telefoon moeten verwijderen. Want dat zijn de grootste aandachtstrekkers. Die snakken naar aandacht, willen ‘geliked’ worden waardoor ze nog groter groeien en nóg meer geld opleveren. Het mooie van die slimme telefoons is dat je de meldingen ook per App uit kunt zetten en van de week zag ik zelfs dat je de telefoon ook in kan stellen op nachtrust. Dus niet wakker worden door een verlaat appje van iemand die niet slapen kan.
Of een nachtbraker is.
Maar ik snap het wel hoor, we worden zo bewerkt door alle socials dat de concentratiebogen steeds korter worden. Die telefoon vreet ons op en spuugt ons uiteindelijk weer uit. Daarbij zijn we steeds meer visueel ingesteld aan het raken en daardoor schieten de datacenters weer als datacenters uit de grond. Of we kijken in één weekend een of meerdere series en komen dan s’ maandags, uitgeblust door het slaaptekort, weer op het werk. Mijn ouders waarschuwden ons al in het verleden als we op woensdag- en zaterdagmiddag televisie zaten te kijken:
“Pas maar op, straks krijg je vierkante ogen!”
We liepen ondertussen samen het gebouw binnen waar we beiden aan het werk waren. “Na dat potje voetbal draaiden we de lunch. En zelf lunchten we tijdens die lunch, we hadden immers het eten om ons heen en kwamen daardoor nooit wat tekort.”
Ik keek hem triomfantelijk aan, want ik vond het eigenlijk best wel een leuk verhaal.
“Goed verhaal hè,” zei ik, ”lekker kort!” Waarop hij heel kordaat, met een hele, hele brede grijns antwoordde:
“Je kan het dus wel!”