2025, een terugblik

Vanmorgen moest ik weer vroeg uit de veren. Dat kan alleen op deze dag, dus nooit een dag eerder of later. Ik heb mij dat zelf opgelegd en ik doe dit nu al sinds 2016, want het is de enige dag dat ik hem spreken kan. Daarvoor was hij er ook wel, maar toen sprak ik hem nooit, nam ik zijn aanwezigheid alleen maar voor kennis aan. Maar sinds 2016 ben ik met hem in gesprek gegaan en dat beviel zo goed dat we nu elk jaar even met elkaar het afgelopen jaar doornemen. Daardoor is hij voor mij een zeer gewaardeerde vriend geworden, maar ook van vele anderen.

Wie?

Hermanus Bernardus Antonius, oftewel de man die net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft!

Mijn rugtas had ik gisteravond al grotendeels gevuld met etenswaar voor mijn oude vriend; pannenkoekjes, kerstbrood, rollade en nog wat brownies die vrouwlief gebakken had. De gebruikelijke ‘Koffie-inclusief’, koffie met Terschellinger Jutterbitter, had ik vanmorgen na het uitlaten van hond Lobke in de thermoskan gedaan. We hadden afgesproken bij het natuurgebied tussen Winschoten en Pekel in, Tusschenwegen. Bij het bankje tegenover het meertje, de zogenaamde Natte Ogen.

Hij zat er al!

“Goedemorgen!” riep ik hem toe, “Jij bent vroeg!” Hij kwam overeind en opnieuw overviel mij zijn imposante verschijning, alsof hij elk jaar weer een beetje groter wordt. Waarschijnlijk omdat ik het idee heb te krimpen, maar het kan natuurlijk ook te maken hebben met het feit dat we elkaar maar één keer per jaar zien.

“Ja, ik was direct na middennacht op pad gegaan want er zijn steeds meer mensen die mij op deze dag spreken willen. Maar kerel, wat fijn je weer te zien!” zei hij en spreidde zijn armen waarna ik even goed door de mangel genomen werd. “Ik hoop dat je rugzak weer goed gevuld is, maar eerst jouw beroemde koffie graag!” bulderde hij mij toe vanachter zijn grote, grijze baard. Die baard begon ondertussen behoorlijk ZZ Top waardig te worden en hij deed mij weer denken aan een oud-collega van me, de Bearded Dude voor intimi.

Ik ging naast hem zitten en vulde de mokken met koffie.

Omdat we krap in de tijd zitten begon ik meteen met het jaar door te nemen; “Het jaar begon verwarrend voor de normaal denkende mensheid,” zei ik, terwijl we allebei een slok van de koffie namen, “Trump kwam weer aan de macht en aan zijn zijde liep die mafkees van een Elon Musk. Dat werd een kolderieke toestand, ware het niet dat we het bloedserieus moeten nemen. Gelukkig kreeg Trump een helder moment en kon Musk de bietenbrug op, de liefde voor elkaar was over. Maar de gekte van de president van Amerika bleef maar doorgaan. Dagelijks werden we bestookt met berichten over wat voor gekkigheid hij nu weer bedacht had. En die gekte kwam niet eens alleen uit Amerika, ook hier in Den Haag gingen ze compleet de mist in te gaan met hun ruzies, verdachtmakingen en dom geklets.”

“En beloftes die kant noch wal raakten!” vulde mijn vriend aan.

“Ja jongen,” zei hij, “ik snap je verbazing volkomen. Het lijkt wel alsof een deel van de mensheid bezig is met een vorm van destructief gedrag, de maatschappij ondermijnen door leugens te verspreiden en mensen tegen elkaar op te zetten. Gelukkig zijn ze in de minderheid en je moet maar zo denken, de brutalen hebben de halve wereld.”

“Gelukkig hebben wij de andere helft!” riepen we tegelijk, waarna we de mokken omhooghielden en met elkaar proosten.

“Maar beste kerel,” zei de man, “zou jouw Janet dit jaar niet minder gaan werken? Van vijf naar drie dagen was het toch?” Onder de indruk van zijn geheugen knikte ik beamend; “Jazeker, vanaf begin 2025. Dat had wel wat voeten in de aarde hoor, soms liepen we elkaar behoorlijk in de weg want door mijn onregelmatige werktijden waren we vaak samen. Maar inmiddels weten we wel hoe we hier mee om moeten gaan. Zij is er heel blij mee, maar dat mag ook wel na jaren van volle bak werken plus de zorg die ze destijds had voor wijlen mijn schoonvader.”

“Oh ja!” zei de man, ”Hoe is het eigenlijk met zijn hondje, Lobke?”

“Haha, die gaat heel goed. Ze is helemaal aan ons gewend. Ze heeft wel een voorkeur voor mijn vrouw, maar als die er even niet is, accepteert ze mij ook. En we nemen haar vaak mee op de fiets, dan zit ze in zo’n bakkie achterop. Eigenlijk heb je er geen hond aan. Ze is inmiddels 11 jaar en nog steeds in prima conditie.” zei ik, terwijl ik ondertussen de brownies uit de rugtas haalde en hem er eentje gaf.

“Zelfgemaakt door vrouwlief.”

De man nam verrukt een grote hap en genoot zichtbaar. “Man, man, ik begrijp wel dat jij aan de stevige kant bent. Ben je niet bang dat je dichtgroeit?” Even was ik van mijn stuk, want ik erger mij er dood aan dat mensen mij aanspreken op mijn gewicht. Fatshaming is in tegenwoordig. Ik ging er maar niet op in en kennelijk voelde hij even mijn pijn en stelde gauw een vraag over mijn vader.

“Hoe is het met je vader.”

“Nou, daar vraag je me wat. Die heeft wel een jaartje achter de rug, een jaar die veel van hem vergde, kun je wel zeggen. Zijn gezondheid sloeg behoorlijk op hol in het begin van dit jaar. Hij kreeg klachten doordat er vocht achter zijn longen zat en daardoor kwam hij twee keer in het ziekenhuis te liggen. Uiteindelijk heeft hij een nieuwe hartklep gekregen en dat heeft hem wel goed gedaan. Daarnaast heeft hij toegegeven aan meer hulp aan huis, zoals Tafeltje Dekje en Thuiszorg en dat bevalt hem uitstekend. Wij zijn er met de kerstdagen weer geweest, maar we schrokken wel van zijn gezichtsvermogen, die ogen van hem gaan hard achteruit en hij ziet niet veel meer, heel sneu.”

We vielen allebei even stil en ik hoorde achter ons het briesen van twee Schotse Hooglanders die daar stonden te grazen. Op het meertje voor ons zag ik hoe een reiger een vis te pakken had en enkele eenden vlogen op om verderop weer te landen.

“Ja,” zei de man, “ouderdom komt met gebreken.” Ik knikte en schonk de laatste koffie uit in de meegebrachte mokken. “Zit je vader nog bij het koor?” vroeg hij vervolgens, nippend aan de mok met warme vloeistof. “Nee, hij heeft begin dit jaar zijn lidmaatschap opgezegd, puur omdat hij het niet meer goed ziet. Na 43 jaar! Dat was wel even een dingetje, maar mijn vader is gelukkig realistisch genoeg, daardoor kan hij het gemis beter dragen. Hij gaat nog wel naar optredens van het koor hoor, en dan zingt hij gewoon mee. Met zijn zonnebril op tegen de felle lampen.”

“Dan ziet hij eruit als een ouwe maffiabaas!” zei ik lachend.

“Over muziek gesproken, mijn oudste en jongste zoon zijn afgelopen zomer naar een concert geweest van AC/DC, mijn favoriete band waar ik mee opgegroeid ben. Ik vind dat machtig mooi, dat kinderen de muziek waarderen uit mijn jonge jaren. Dan heb ik het gevoel dat ik ze iets meegegeven heb, zonder het op te dringen.”

“Hoe is het met de molen op schaal van je vriend Tinus? Is die al klaar?” vroeg de man, ondertussen kauwend op een stuk rollade. “En of die klaar is!” zei ik enthousiast. “Hij is er bijna acht maanden mee bezig geweest, begonnen in september 2024 en ergens in april was de molen klaar. En wát voor een molen! Het is een heus Meesterwerk geworden, met de toepasselijke naam ‘Pronkjewail’, dat is Gronings voor juweel. Kijk, hier heb ik een foto!” En ik liet hem een foto van de molen zien die ik op mijn telefoon had staan.

“Zo dan! Dat is zeker een Meesterwerk!” zei mijn vriend terwijl hij met zijn vingers de foto op mijn telefoon wat groter maakte om de details beter te kunnen zien. “Hij heeft zelfs de Groninger vlag zelfgemaakt! En het beslag van die deur, prachtig!”

“Maar grote vriend, hoe is je jaar verdergelopen?” vroeg hij vervolgens, terwijl hij een hand in mijn rugzak stak om een stuk kerstbrood te pakken. “Euh..nou, ja… goed kan ik wel zeggen. Ik ben met de jongens naar een whisky proeverij geweest in Stad. Dat werd een vrolijke boel en mijn vrouw heeft ons toen weer opgehaald met de auto. En wij zijn met twee oude vrienden naar Enkhuizen geweest, waar wij een boottocht hebben gemaakt met een oud schip van Rederij Doeksen, de Friesland. Die boottocht bracht ons naar Medemblik en daarna weer terug naar Enkhuizen. Daar kwamen heel veel herinneringen bij elkaar, herinneringen aan onze jeugdjaren toen deze boot ons vervoerde tussen Terschelling en Harlingen, maar ook onze eigen herinneringen aan de vriendschap waar wij al ons hele leven van mogen genieten.” Hermanus begon ineens luid te zingen:

‘Vrienden voor het leven, kameraden tot de laatste dag!’

“Ja, dat!” riep ik vrolijk en ik sloeg even een arm om hem heen. “En verder kwam vrouwlief plotseling in het ziekenhuis te liggen met een acute galblaasontsteking. Dat was wel even een toestand, maar nadat dat ding eruit gehaald was, voelde ze zich stukken beter én lichter. Dat was voor haar ook het startsein om dagelijks te gaan wandelen en ze voelde zich steeds beter in haar vel zitten. Er zat wel een nadeel aan.” Terwijl ik dat zei, keek ik met een scheef oog opzij, naar mijn vriend die de laatste hap nam van het kerstbrood en het vervolgens wegspoelde met een slok koffie.

“Ik heb nu minder Janet!”

Hij verslikte zich haast toen ik dat zei. “Ha, ha, jij bent ook een mooie!” en vervolgens sloeg hij mij vriendelijk op mijn schouder. Lachend vertelde ik weer verder: “En Ajax verspeelde het kampioenschap, dat was toch de treurigheid zelve. Daar moest ik van op de pot, om precies te zijn onze nieuwe pot, want we hebben afgelopen jaar onze wc laten verbouwen. Niet door Tinus, maar deze keer door Marchinus, de zoon van een veel te vroeg overleden collega van mijn vrouw. Tijdens de koffiepauzes hebben we haar naam regelmatig kunnen noemen en herinneringen opgehaald.”

“Dat is mooi!” zei mijn vriend, “een mooie verbouwing én mooie herinneringen aan een mooi mens!”

We waren beiden ineens even stil, keken turend voor ons uit en ik moest denken aan Jeffrey en Emma, de kinderen die ons op die zwarte zaterdag in mei zo bruut ontvallen zijn. Waarschijnlijk voelde mijn gesprekpartner ook het verdriet, want hij sloeg nu een arm om mijn schouder en boven ons vloog een vlucht ganzen over ons heen in V-formatie, luidt gakkend op weg naar verre oorden.

We zwegen en werden even een met de natuur om ons heen.

Omdat ik wist dat mijn vriend deze dag niet alle tijd van de wereld had, vervolgde ik mijn herinneringen aan het afgelopen jaar. “Wij hebben voor het laatst onze vakantie op Terschelling gevierd. Komend jaar gaan we de grens over, naar Denemarken en ik heb daar enorme zin in.” Nou, nou,” zei Hermanus, “weet je het wel zeker?” “Ja, absoluut zeker! Na 61 jaar mag dat ook wel eens toch. Terschelling is mooi, maar er is nog meer moois op de wereld.”

“En waar we heen gaan is ook een eiland, dus het komt vast wel goed!”

Hij schoot in de lach, zo hard dat de reiger die even daarvoor nog een vis verorberde, van schrik opvloog van de waterkant. Ik stootte mijn vriend aan en zei lachend: “Kijk dan wat je doet, je schrikt de bewoners af.”

“Ja, en ik schrik mijzelf ook af, het is de hoogste tijd dat ik weer verder moet. En jij moet ons gesprek nog opschrijven, want voor je het weet is deze dag alweer voorbij, staat er weer een heel nieuw jaar voor ons klaar en hopen we maar weer dat het een mooi jaar mag worden.”

Hij stond op en rekte zich even goed uit.

“Kom, geef me de vijf!” Hij pakte mijn hand en trok mij omhoog en daarna omhelsden we elkaar. “Het was weer een mooi gesprek mien jong, dankjewel daarvoor en ook bedankt voor de versnaperingen, het was weer lekker en ik heb genoeg brandstof om weer de nodige kilometers te maken naar mijn volgende gesprek.”

“Dáág, tot volgend jaar!” riep ik hem na, terwijl hij met grote stappen het fietspad af liep richting het zuiden, op zoek naar nog meer verhalen over het afgelopen jaar die nog verteld moesten worden.

Fijne jaarwisseling en alle goeds voor 2026!

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.