Nestgevoelens

Voor de meeste mensen is het gewoon. Even langs ’t ouderlijk huis voor een bakkie, even bijkletsen wat de week ons weer gebracht heeft. Of even je vader helpen met een klusje.

Hij hielp jou vroeger immers ook.

Wanneer de ketting van je fiets eraf lag of je had een lekke band. Dan hielp hij je en gaf meteen aanwijzingen want er komt een dag dat je het zelf doen moet. Of, we hebben het immers over het ouderlijk nest, het helpen bij je eerste vliegbewegingen. Dat noemen ze in mensentaal ‘op eigen benen staan.’

Of je helpt je moeder even omdat ze het zo warm heeft. Dan vul je een teiltje met water voor haar zodat ze daar lekker met de voeten in kan gaan zitten zodat ze zich iets lekkerder zal gaan voelen. En je geeft haar ook even een kopje kruidenbouillon, om het zoutgehalte op peil te houden.

Zij hielp jou vroeger immers ook.

Wanneer je ziek thuis bleef van school. Dan maakte zij dat kopje thee voor je en smeerde een beschuitje met suiker. Of ze pelde een sinaasappel en sneed dat in kleine stukjes zodat je er extra lang van kon genieten vanonder je dekentje op de bank. Later doe je dat bij je eigen kinderen omdat je geslaagd was voor het diploma ‘op eigen benen staan.’

Mijn bezoeken aan het ouderlijk huis zijn op één hand te tellen. Niet omdat ik het niet wil maar omdat simpelweg gewoon niet kan. Vierendertig jaar geleden besloot ik namelijk om het ouderlijk huis te verlaten en tweehonderd kilometer verderop te gaan wonen, van het rustige Terschelling naar het hectische Den Haag.

Da’s niet om de hoek.

Vandaag, wellicht de dag die straks de geschiedenisboeken ingaat als de warmste ooit, mag ik weer even terug. Terug naar Terschelling, een gevoel welke door Terschelling’s eigen Hessel ooit zo treffend bezongen werd. Want het is een gevoel, een gevoel van thuiskomen. Even terug naar de basis. Even terug naar waar het allemaal begon.

Even weer kind zijn.

Naast de afstand zijn het natuurlijk ook de kosten. Ik ga even terug naar de gemeente waar ik geboren en getogen ben maar moet wel net zoveel betalen als een toerist. Dat steekt wel eens. Vroeger kon je nog de toeristenbelasting terugkrijgen bij de gemeente maar dat is afgeschaft. Maar beste gemeente, de ‘kinderen’ komen nog steeds elk jaar weer even thuis hoor.

Maar ik wil niet zeuren nu.

Want er staan mij enkele dagen te wachten van bijpraten, fietsen, bijpraten, wandelen en genieten van het mooiste eiland van de wereld. En bijpraten. Ik verheug mij er nu al op dat ik vanavond ‘achter dijk’ op het bankje zit, starend over het Wad, genietend van kinderen die enthousiast en opgewonden krabben aan het vangen zijn en wellicht ontstaat er een leuk gesprek met een of andere eilander of toerist. En vanmiddag is de kans erg groot dat ik naast mijn vrouw op een handdoekje lig bij Midsland aan Zee op het strand, waar ik gewoon met het fietsje naar toe ben gereden zonder files en stress.

Nu ben ik niet echt een strandligger maar vandaag maak ik graag een uitzondering want het is bloedheet. Ik heb wel tegen mijn vrouw gezegd dat we van die beachball plankjes mee moeten nemen, zodat  ik niet steeds op mijn kleedje hoef te blijven liggen. Want slapen doen we s’nachts!

Behalve afgelopen nachten dan…

En als ik dan vanavond onder de douche sta zie ik het strandzand van mijn lijf verdwijnen in het doucheputje. Net als vroeger toen we met onze ouders na een hele dag op het strand onder de douche moesten om het zand uit alle naadjes en gaatjes weg te spoelen. Mijn vrouw, ooit een volbloed toerist, moest zich altijd in het Duinmeertje afspoelen.

Dat is eigenlijk veel leuker!

Door de ramen van de boot zie ik de Brandaris en weet ik dat ik bijna thuis ben. Op de Brandaris werken enkele oud klasgenoten van me, klasgenoten die niet kozen voor de hectische wereld aan de andere kant van het Wad. Zo ging dat.

Nu nog een klein uurtje en dan meert de boot aan. De boot waar ik vroeger als ‘schoolgaand kind in de kost’ elke week heen en weer ging. Tegen gereduceerde tarieven overigens! Ik ging meestal op zondag met de laatste boot weer naar de Wal en kwam dan vrijdagavond weer terug. En die vrijdagavonden waren feest! En dat begon al op de boot want je was niet de enige die een schoolweek achter de rug had. De tijd aan boord verdreef je met, laat ik het modern houden, chillen, kaarten en uitbundig doen. En daar werd een biertje niet bij geschuwd.

Ja, herinneringen. Weer even terug naar mijn roots. Het is niet zo dat op het eiland de tijd stilgestaan heeft hoor, absoluut niet. Maar er zijn wel allemaal plekjes die de herinneringen terugroepen en dan doet de geest vanzelf de rest.

Een weekje mag het duren. Laat het asjeblieft niet te snel gaan…

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.