Vanaf het moment dat de mens rondliep in slechts een berenvelletje zijn ze gaan nadenken over een perfecte wereld, de ideale samenleving om precies te zijn. Een wereld van vrolijkheid en mededogen.
Bij wijze van spreken.
Nobel, maar zo’n wereld creëren gaat natuurlijk niet zomaar. Om dat te bereiken moesten regeltjes bedacht worden! Regeltjes waar iedereen zich aan moest houden zodat alle neuzen de goede kant op gingen staan. Nu was de communicatie in den beginne nou niet bepaald een sterk punt van de mens. Men schreef wat teksten op rotswanden (vaak opgeleukt met een tekeningetje) of men liet zo nu en dan enkele rookpluimpjes de lucht ingaan. Of ze bazuinden het een en ander rond door van dorp naar dorp te reizen. Ja, en veel regels waren het natuurlijk nog niet in het vroegste vroeger. Op een gegeven moment was er iemand die wat orde in de chaos bracht. Hij bedacht een stuk of tien regels en gebood zijn aanhangers om die regels na te leven. Want dat was de sleutel voor een mooie, ideale wereld, het eeuwige leven zelfs, zonder haat en nijd. Een collega van Hem vond dat wel een goed idee en schotelde die tien geboden, na er wat aan versleuteld te hebben, voor aan zijn volgelingen.
Afijn, dat was vroeger.
Op school leerden wij dat die tien regeltjes er nou niet bepaald voor gezorgd hebben dat de wereld er beter van werd. Sterker nog, de ene oorlog volgde de andere op. En dan waren er nog een zooi individuen die elkaar het licht in de ogen niet gunden en ook voor de nodige ellende zorgden.
Gelukkig bedacht iemand het spreekwoord ‘Verstand komt met de jaren.’
Sinds de Tweede Wereldoorlog proberen we dat ook in de praktijk uit te voeren, verstandig met elkaar omgaan. We kiezen mensen die daarin voorop lopen maar zodra ze het niet goed doen of ineens dingen gaan roepen die tegendraads zijn met wat we hebben afgesproken, druipen ze af en krijgen ze later een baantje ergens in het bedrijfsleven of in de zorg. Om het daar, meestal, ook weer fout te doen.
Maar dit even terzijde.
Die verstandige mensen komen regelmatig bij elkaar en dan verzinnen ze regeltjes. Ooit waren dat verstandige regeltjes, neem bijvoorbeeld de verkeersregels of de regels die er afgesproken worden tussen werkgever en werknemer, het zogenaamde CAO. Zonder deze zaken zou het een puinhoop op de weg of op de werkvloeren zijn geweest.
Maar de laatste jaren slaan we door!
Neem bijvoorbeeld de regel dat je niet meer in het wild mag plassen. Ik heb het dan niet over kerkmuurtjes of door brievenbussen plassen, nee, ik bedoel écht in het wild je blaas legen, bijvoorbeeld tegen een boom. Vooral in deze tijden van enorme droogte zou dat eigenlijk gewoon moeten mogen. We deden het immers al toen we in die berenvelletjes liepen, dat was heel normaal en de bomen groeiden er wel bij. Maar het mag niet meer en als je nu naar de bomen kijkt lijkt het wel of de herfst al ingetreden is…
Tegenwoordig zeg je niet meer tegen je maat ‘Wacht effe, ik pak effe een boom’ maar ‘Wacht effe, ik pak effe een Dixie’
Of een Eco-urinoir, zoals ze onlangs langs de Seine in Parijs hebben geplaatst. Gelukkig hoeft onze Elfstedenzwemmer, Maarten van der Weijden, daar niet langs! Nee, die zwemt lekker in ons eigen poepbacterie water! Hij heeft er gewoon schijt aan en laat zich niet betuttelen door het negatief zwemadvies want je gaat er niet van dood, je raakt er hooguit wat aan de diarree van.
Bestaat er eigenlijk ook een negatief wérkadvies want onze toetsenborden zijn vaak smeriger dan de gemiddelde Dixie….
Betuttelen, dat woord is inherent verbonden aan al die regeltjes die men tegenwoordig verzint. We willen geen hobbeltjes in onze perfecte wereld en doen er alles aan om ze direct glad te strijken. Neem bijvoorbeeld het nieuwste verbod-bordje:
‘Hunebed niet beklimmen’
Hier was over nagedacht. Een oude Indiaan vond het maar raar dat onze kinderen bovenop de Hunebedden klommen. Niet omdat hij vond dat het veels te gevaarlijk was voor die kinderen, maar omdat het een graf betrof. Dit ging over respect. Dat vond ik wel mooi van iemand waarvan de verre voorouders ook niet met respect zijn behandeld. Het was een mening waar ik wel begrip voor kon opbrengen maar in dit geval… Het is al wat jaartjes terug, toen men nog nooit gehoord had van Monuta of Yarden…
Al een jaartje of vijf duizend.
Natuurlijk moet je respect tonen. Maar we moeten niet doorslaan. Leg je kinderen uit wat een Hunebed is en laat ze het mysterie van deze enorme keien ervaren door het aan te raken, erop te klimmen en er desnoods vanaf te vallen, zodat ze ook leren om te gaan met gevaren. Want zoals we weten worden kinderen te beschermend opgevoed. Maar vertel wél het verhaal!
En ja, dan is er nog de goudvis.
Een van de toppunten in regeltjesland. Goudvissen mogen niet meer in een kom want dan is het einde (!) zoek volgens de Dierenbescherming. Het dierenwelzijn drijft zichzelf inmiddels naar een hoogtepunt. Want dieren tonen immers altijd hun liefde en dat kan je van je medemens niet meer zeggen. Persoonlijk denk ik dat dit komt omdat dieren niet het denkvermogen hebben van de mens, alhoewel ik over het denkvermogen van de mens de laatste jaren steeds vaker mijn wenkbrauwen frons.
Voorbeeld?
Onlangs zijn er in Limburg vijftig demonstranten bij elkaar gekomen van het cluppie ‘Burning Souls’. Even voor de duidelijkheid, het had ook Groningen, Zuid-Holland of Zeeland kunnen zijn hoor, maar in dit geval was het een dorpje in Limburg. Ze hielden een wake op het plaatselijke plein. Was dat voor oud VN-baas Kofi Anan die ons ontvallen is of omdat het van de week alweer vijf jaar geleden was dat Prins Friso verongelukte?
Nee, het was vanwege een stalbrand, waarbij 23000 kippen zijn omgekomen….
Even was ik van slag. Heel even dacht ik aan de twee miljoen, ik herhaal, twee miljoen kilo kaas die in een Spaanse stal zijn omgekomen door een vlammenzee maar gelukkig kwam ik bijtijds weer bij zinnen en las het hele artikel uit:
Want naast de wake én de minuut stilte voor de gebraden kippetjes hadden ze ook spandoeken, met een tekst waar heel goed over nagedacht was:
‘Stop de stalbranden!’
Afijn, verstand komt met de jaren. Met horten en stoten denk ik dan maar. En kippetjes zijn best leuke dieren dus ik snap ze wel, die demonstranten. Dat ze dieren een stem geven. Maar hoe doen we het dan met de kazen?
Theoretisch schat ik in dat we hier onze schouders voor zullen ophalen.
Alhoewel…..
Geweldige column.