Ain pronkjewail in Scheemdermeer

Laatst las ik een artikel over de 88-jarige Chris van der Sman uit Nootdorp, een man die op schaal nagebouwde kerken in zijn tuin heeft staan: De Oude Kerk, De Nieuwe Kerk en de Domtoren. Een project waar hij zestig jaar over gedaan had. Op de vraag van een journalist waarom hij dat gemaakt had, zei hij:

“Omdat ik gepassioneerd ambachtelijk bezig wil zijn.”

Dit soort passie kan mij enorm raken. En dichter bij huis ken ik ook zo’n gepassioneerde man, namelijk de 74-jarige Tinus uit Scheemdermeer, de man die mij al menig keer geholpen heeft een klus uit te voeren omdat ikzelf twee linkerhanden heb. Deze zeer professionele meubelmaker in ruste was begonnen aan een nieuw project. Het was een project welke hij 41 jaar geleden onder ogen kwam. Het ging om een bouwtekening, ingevouwen in een vakblad waar hij op geabonneerd was.

Een bouwtekening van een stellingmolen.

Op schaal, voor in de tuin. Hij bekeek destijds de tekening, maar dacht bij zichzelf: Dat komt later wel. Het blad met de tekening bleef onaangeroerd in zijn werkplaats liggen en werd in de loop der jaren bedekt met een laagje stof, door alle werkzaamheden die hij daarna nog uit moest voeren.

Tot vorig jaar september!

Hij kreeg het verzoek om een molen te restaureren, zo’n molen voor in de tuin. Toen hij daarmee aan de slag ging, kreeg hij naar eigen zeggen ‘een klap van de molen’; hij dacht ineens weer aan die tekening in dat vakblad! Nadat de restauratieklus klaar was, zocht hij het blad weer op, veegde het stof eraf en vouwde vervolgens de tekening open op zijn werkbank. Zijn beide timmermansogen deden de rest:

De theorie vertalen naar de praktijk.

Niet veel later begon hij aan de klus en omdat het min of meer buiten zijn vakgebied lag, meubelmaker, werd dit zijn meesterproef. Nadat hij het binnenwerk van de onderbouw klaar had, bedacht hij dat het bouwsel wel waterdicht moest zijn want uiteindelijk kwam de molen buiten te staan, in de tuin. Daarom besloot hij het frame te bekleden met dakleer met rode steenslag. Maar eerst zocht hij uit hoe hij hier een stenenmotief op kon krijgen. Zo probeerde hij eerst de lijnen te branden met een soldeerbout maar dat werd een kliederzooi. Uiteindelijk heeft hij het bitumen in zitten zagen met een oud zaagje. En dat gaf het gewenste resultaat.

Een mooi stenen reliëf.

Monnikenwerk, maar het resultaat was verbluffend. Ondertussen had hij ook al bedacht waar de molen in de tuin zou komen te staan, in de voortuin, voor de antieke lantaarn en naast het tuinbankje. Ik was het helemaal met hem eens, dat was een prachtplek! Maar Grietje, zijn lieve vrouw waar hij al 52 jaar mee getrouwd is, dacht daar toch wel even anders over:

“En straks zeker ook nog kabouters in mien toene!”

Tinus legde zich erbij neer. Een goed huwelijk bestaat immers uit compromissen en achter in de tuin was ook wel een mooie plek te vinden. Toch ondernam ik een poging om haar over te halen. Ik kocht een 15 cm hoge tuinkabouter en die zette ik op de plek waar Tinus eigenlijk de molen wilde neerzetten, voor de lantaarn in de voortuin. Om kracht bij te zetten had ik de kabouter een protestbord om zijn nek gehangen met de tekst:

‘Hier sta ik dan, te wachten op mijn nieuwe huis

Maar sommigen vinden dat niet pluis

Die wensen mij een plek uit het zicht

Maar dat is zo slecht voor mijn jicht

Daarom gewoon vol in beeld, mijn huis is mooi genoeg

Dat is het enige waar ik om vroeg

En ja, misschien is het even wennen en een beetje raar

Maar lieve schat, ik ben gewoon een molenaar!’

Het was leuk geprobeerd, maar ze bleef bij haar standpunt. De kabouter mocht wel in de keuken want we hadden er allemaal wel veel lol van. En met de kerstdagen zette zij er zelfs een verlicht molentje naast want de kabouter was toch wel een dikke laiverd! Ondertussen bouwde Tinus gestaag door, dag in dag uit was hij in zijn werkplaats te vinden. Het bouwen ging hem ook prima af en zijn enorme kennis van hout en constructies hielpen hem daarbij. Maar zo nu en dan moest er even goed nagedacht worden, moest er informatie verzameld worden door molens ‘in het wild’ te bekijken of moest hij de kennis die hij in de loop der jaren om zich heen verzameld had, raadplegen. Zo moest er goed nagedacht worden over hoe bepaalde onderdelen gefikst moesten worden, zoals bijvoorbeeld de roede (de basis van het wiekenkruis), de rem, het kruiwiel, de vang, de invaartdeur, de stellingdeur, de stelling of omloop, de staart….

Ja, zo’n molen zit ingenieus in elkaar!

Technische onderdelen besprak hij met een oude vriend én een vriend van een van zijn kleindochters. Die waren technisch onderlegd en hielpen hem bij het maken van de as van de molen zodat de wieken ook echt konden gaan draaien. Jong en oud dachten dus mee aan het project en daarmee werden alle betrokkenen alleen maar enthousiaster, vonden velen (ik ook!) wekelijks de gang naar zijn werkplaats om te kijken hoe ver hij alweer was gevorderd.

Daar kon hij erg van genieten, al die belangstelling voor dit meesterwerk!

De voorkant van de kap zaagde hij uit één stuk hout en hij maakte de kap helemaal waterdicht door er zwart dakleer op aan te brengen. Alle risico voor lekkage én het daardoor ontstane houtrot moest voorkomen worden nu de molen nog onder constructie was. De ramen waren van kunststof gemaakt en het beslag, het ieniemienie beslag(!), maakte hij van koper. Zelfs de deurklink werkt als een echte deurklink! De wieken waren ook weer een verhaal apart, want die zijn niet zomaar gemaakt. Die moeten in scheluw gemaakt worden waardoor ze het best de wind kunnen vangen. Hij maakte gebruik van een zogenaamd zeegpatroon (gebogen lijn) waardoor de heklatten vanzelf scheluw kwamen te liggen. Geen enkele van die ‘dwarsliggers’ was hetzelfde, elk houtje had zijn eigen graden zeg maar.

Monnikenwerk!

Daar kreeg hij ook mee te maken toen de romp gemaakt moest worden. De ‘taille’ van de molen loopt van breed naar smal en de plankjes moesten half rabat gemonteerd worden, zodat er geen kieren konden ontstaan. In eerste instantie had hij ze met kleine koperen spijkertjes vastgemaakt, maar uiteindelijk besloot hij toch de spijkertjes te vervangen door schroefjes.

Voor meer stevigheid want ja, hout werkt en helemaal als het weer en wind moet doorstaan.

Over hout gesproken, hij bouwde de molen van eiken-, bilinga-, grenen- en essenhout. Want elk soort hout heeft zijn eigen kenmerken, eigenschappen, en als ik zie hoe Tinus zijn ogen glinsteren als hij iets van hout in handen krijgt, denk ik zelfs dat er echte liefde in het spel is! En over echte liefde gesproken, het werd een nog mooier verhaal! Want vorige week, nadat hij als laatste handeling de door hem zelfgemaakte vlag boven op de molen gezet had als zijn ‘einde project’, plaatste hij de molen op de plek achter in de tuin, zoals hij afgesproken had. Maar toen zijn vrouw Grietje de molen daar zag staan kreeg zij geen klap van de molen, maar werd ze geraakt door de molen!

“Lieve schat, die molen is zó ontzettend mooi! Die moet vóór in de toene!”

En zo geschiedde. Afgelopen maandagavond werd de molen officieel in gebruik genomen. Grietje kreeg de eer de naam van de molen te onthullen, in het bijzijn van enkele familieleden:

Pronkjewail

Ain pronkjewail van een Meester in zijn werk!

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

2 gedachten op “Ain pronkjewail in Scheemdermeer”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.