Beelden zijn belangrijk voor de mens, daarom fotograferen we veel en willen we steeds vaker beeldend geïnformeerd worden. Maar er zijn ook beelden die gewoon blijven hangen in je hoofd, beelden die op de een of andere manier zoveel indruk op je gemaakt hebben dat ze in je geheugen gegrift staan. Zo heb ik een beeld van het eiland waar ik ben opgegroeid, Terschelling. Dit eiland wordt ook wel ‘de Parel der Wadden’ genoemd en daar ben ik het altijd mee eens geweest en dat ventileer ik vaak in gesprek maar ook in schrift.
“Dat is een gebrek aan je opvoeding!” zeg ik altijd gekscherend tegen mensen die nog nooit op Terschelling geweest zijn.
Ik moet er elk jaar naar toe en kan hier met zekerheid zeggen dat ik in al die jaren, inmiddels 56 jaar, maar één keer een jaar gemist heb, dat was het jaar 2017. Dat deed best pijn en ik was jaloers op degene die wel gingen. Maar in mijn hoofd nam ik dan de boot, liep ik door de polders, jutte ik schelpen op het brede strand, lag ik loom in de zomerzon op de dijk te luisteren naar de Bonte Pieten, fietste ik voor verkoeling door de vele bossen en vrijde ik met mijn geliefde in een duinpannetje….
Zo kon ik het gat van 2017 nog enigszins dragen.
Die bootreis blijft uniek. Twee uren lang genieten, twee uren lang in een vakantieflow want je wist dat de onrust achter je lag. Even bijtanken, even terug naar de basis. En natuurlijk even het dek op, ergens ter hoogte van het Schuitegat waar het eiland in haar volle glorie al te zien is. De Noordvaarder, de bekende strandtent met het mooiste uitzicht van de wereld, het Seinpaalduin, de Brandaris, de rode daken van de huizen van West, de in grote getale aanwezige masten in de jachthaven, de Hogere Zeevaartschool en last but not least, de bossen met op de voorgrond de mooiste baai van de wereld, Dellewal.
Dellewal, waar ik als 18 jarige jongen voor het eerst werd gekust door mijn geliefde…
Dat was het beeld vanaf de boot, het beeld waarvan je wist dat je bijna thuis was en waarvan de toerist wist dat hij of zij een periode van rust tegemoet ging zien. Er is ook nog een beeld vanaf het eiland zelf over Dellewal. Wanneer je vanaf de oostkant met de fiets, vechtend tegen de vaak aanwezige westenwind de top van Dellewal bereikte, dan keek je automatisch naar links en zag je Dellewal, de jachthaven, de haven en de Waddenzee.
En dan voel je je bevoorrecht!
Dellewal is een onderdeel van het ‘eilandgevoel’ waar eilanders en liefhebbers van Terschelling het vaak over hebben. Daarom snap ik niet dat er stemmen opgaan om er te gaan bouwen. Letterlijk voor het geld want de gemeente heeft, net als vele andere gemeenten, last van financiële tekorten. Uiteraard snap ik dat tekorten aangevuld moeten worden maar zijn er nou echt geen andere manieren dan het aanzicht van dit stukje Terschelling te verminken met woningbouw? Waarom niet de oude Zeevaartschool campus afbreken en daar nieuwe appartementen bouwen zodat het personeel voor de Horeca ook fatsoenlijk gehuisvest kan worden?
Of de woningnood ermee oplossen?
Dellewal is notabene de enige natuurlijke baai van Nederland, dat moet je dan überhaupt toch beschermen tegen het grote geld? Of is de afbraak al begonnen bij de bouw van woningen naast het hier eerder genoemde paviljoen, waarvan ik en velen met mij altijd zeggen dat je hier het mooiste uitzicht hebt van de wereld?
Waarom iets kapot maken wat nooit meer hersteld kan worden?
Nu zie ik al een verandering op het eiland die al enige jaren bezig is. En even voor de goede orde, ik ben absoluut niet tegen verandering! Die golf van verandering is al enige jaren bezig op ’t eiland, ouwe meuk werd afgebroken en er kwamen nieuwe dingen voor terug. Een mooi voorbeeld is de nieuwe supermarkt in Midsland. Maar men mikt steeds vaker op het kapitaal en maakt het dan voor de jeugd oninteressanter. De prijzen op het eiland liegen er ook niet om en steeds vaker hoor ik van mensen aan de wal dat ze Terschelling te duur vinden. Persoonlijk heb ik die ervaring ook, mocht afgelopen zomer tien euro aftikken voor twee appelgebakjes.
Zonder slagroom!
En voorheen had je winkels waar je voor een redelijke prijs nog een jas kon kopen, nu hangen er in sommige winkels jassen van honderden euro’s. En daarnaast valt mij nog wat op. Vroeger wist je dat de boot aangekomen was want dan werd het wat drukker op de Hoofdweg met auto’s. Nu zie je steeds vaker dat die rijen auto’s die nu van de boot komen haast al een file vormen waar ze in het Westen jaloers op zullen zijn. Ik weet het, de welvaart is groeiende en groeiende maar je kan hier ook op inspelen door bijvoorbeeld in Harlingen het aantrekkelijker te maken om je auto daar te parkeren. En mensen op te voeden hoe ze een eiland moeten beleven.
Want in de auto rij je er langs, op de fiets zie je het en wandelend beleef je het!
En om even terug te komen op de jeugd, die hebben heus wel wat te besteden hoor. Maar dat niet alleen, ze hebben ook de toekomst! Want ook zij zullen hun ervaringen op het eiland later weer overbrengen op hun kroost door ze ook mee te nemen naar het eiland.
En zo blijft de cirkel rond!
Er zijn in mijn ogen nog genoeg plekken om te bouwen of om te verbouwen. Maar blijf nou af van die paar unieke stukjes Terschelling. Hou het in de hand, maak er geen benedenwindse eilanden van, blijf jezelf en blijf daar eigenwijs is. Want dat is het handelsmerk van het eiland en dat moet je niet willen verminken.
Dan pleeg je broodroof.
Dellewal, waar ik begin tachtiger jaren plotseling gekust werd door het mooiste meisje van het eiland, als afscheid. Zij ging weer terug naar Groningen en ik bleef achter. Maar het was ook het begin van een relatie die we, met een onderbreking van ruim dertig jaar, weer opgepakt hebben.
Verliefd op Terschelling zijn wij nog steeds. En daar zijn wij absoluut niet de enige in! Vorig jaar januari zag ik burgemeester Wassink nog helpen de troep op te ruimen van het strand en uit de duinen. Ik hoop dat hij nu, voordat hij burgemeester af is, Dellewal de bescherming kan geven wat het verdient.
Dat zal een fantastisch afscheidscadeau van hem zijn!