‘Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen, ‘k heb ’s nachts allang weer m’n pyjama aan’, zong Gerard Cox, een regeltje uit de klassieker ‘Het is weer voorbij die mooie zomer’. Dit nummer druipt van de nostalgie en doet mij dan ook altijd terugverlangen naar vroeger, toen de zomers nog zonnig waren en de dagen eindeloos leken. Het verkleuren van het blad aan de bomen blijf ik een mooi schouwspel vinden, ondanks dat ik geen herfstmens ben. Of laat ik het anders stellen, ik kijk altijd tegen de herfst op maar als ik er eenmaal inzit kan ik het ook wel weer waarderen.
Mits het niet regent!
Met het vallen van de bladeren vallen ook de eikels weer van de bomen maar volgens een bericht in de krant vallen er dit jaar te weinig. Hierdoor komen de wilde zwijnen op de Veluwe in de problemen want die vinden een eikeltje een lekkernij, zoals wij mensen graag patat of biefstuk eten. Vreemd verhaal.
Eikels genoeg in onze samenleving zou je zeggen.
Maar die herfstkleuren kleuren onze wereld en dat geeft de burger weer moed om er extra van te genieten. Mijn lieve echtgenote heeft van de week de koektrommel alweer gevuld met speculaasjes en ik zal op korte termijn een lekkere hachee maken met rode kool en zelfgemaakte aardappelpuree.
Met echte aardappelen van het Groninger land!
Of een stamppotje. Wie lust dat niet, die traditionele gerechten die aan de seizoenen gebonden zijn. Nu kan ik wel zeggen dat mijn vrouw stamppotjes lust los van het seizoen. Een boerenkoolstamppot midden in de zomer terwijl de mussen van het dak vallen kan ik haar dan zo voorzetten. Met de bekende worst natuurlijk. Ik probeer dat steeds tegen te houden want wat de voeding betreft ben ik wel heel erg conservatief ingesteld. Stamppotjes eet je in het najaar, met uitzondering van een stamppotje rauwe andijvie.
Die maak ik trouwens onder protest.
Vanwege de andijvie die mijn moeder (sorry Mam) mij altijd voorschotelde. In mijn herinnering stond het pannetje andijvie de hele ochtend te pruttelen en werd het om 12 uur geserveerd. Klokslag 12 uur want structuur was belangrijk in ons gezin. Het was de olie in een constant draaiende machine. Maar van die andijvie heb ik een klein traumaatje overgehouden. Nadat ik op mijzelf ging wonen deed ik de andijvie direct in de ban tot ik het zelf leerde koken, toen begon ik het ietsjes te waarderen. En om nog even terug te komen op mijn moeder, zij kookte verder prima hoor, het was puur de andijvie waarvan ik gruwelde.
Mijn middelste zoon roept zelfs dat zijn Oma het allerlekkerste kookt!
Terwijl ik toch een opleiding voor kok gevolgd had. Maar ja, Oma’s hè, die hebben altijd een streepje voor bij de jeugd. Ik kan mij ook nog de dikke jus op de vastkokers herinneringen van mijn Oma van moeders kant en de groentesoep en komkommer in het zuur van mijn Oma van vaders kant. Net als de jeneverfles van mijn Opa die hij onder zijn stoel op de grond legde wanneer de fles visueel leeg leek te zijn. Leek, want zodra de fles horizontaal lag versmolten minuscule jeneverdruppels met elkaar tot een volwaardig slokje voor het eten.
Onder het genot van een mooie Bolknak sigaar van Avior of Hofnar.
Dat vond ik als jochie natuurlijk erg interessant en keek ik vol bewondering naar dit schouwspel, totdat ik beroerd werd van de blauwe rook die de kamer vulde. Zodra de rook om mijn hoofd weer verdwenen was, pietpeuterde ik snel het sigarenbandje van de peuken in de asbak af en plakte die in mijn verzamel schrift. Rond mijn 12e pikte ik de peuken uit de asbak om ze achter huis aan te steken waarmee ik mijn (ex-)verslaving in gang had gezet. Een verslaving die ik vier jaar geleden beëindigd heb.
Maar ik dwaal weer eens af.
Al die winterkost is vaak stevige kost waardoor je wel moet oppassen voor je gewicht. Want we zijn te zwaar aan het worden. Naast dat wij zwaargewichten daar zelf al veel moeite mee hebben, heeft de uitvaartbranche er ook steeds meer moeite mee. Steeds vaker moeten de kisten breder gemaakt worden omdat de overleden persoon veel te dik is. En dat is nog niet alles, de overledenen zijn daardoor ook veel zwaarder en moeten de dragers een tandje bijzetten of ze schakelen over naar 8 dragers.
En ja, de energieprijzen komen ook hier om de hoek kijken!
Want te zware mensen moeten ook langer de oven in. Dat kost sinds we weer gezellig in een energiecrisis zitten extra brandstof en ook nog eens extra tijd. Nu is het niet zo dat je dan net als de hierboven genoemde andijvie een hele ochtend moet pruttelen maar reken maar gauw op een kwartiertje extra per kist.
Positief hieraan is dat de koffie met cake of de borrel tijdens de napraat ook kwartiertje langer kan.
Want vaak zijn crematoria net zo druk als de rijen bij de Mac-drive, de benzinepompen in Duitsland en de Ikea. En dat is best wel gek. Want soms duren bevallingen wel uren of zelfs dagen wanneer de baby nog geen zin heeft zich naar buiten te persen.
Je krijgt meer tijd om ter wereld te komen dan om eraf te gaan lijkt het wel.
Ach ja, gekkigheid natuurlijk. Maar wel zaken waar iedereen wel mee te maken krijgt. En vooral als we in de herfst van ons leven zitten, denken we er steeds vaker aan. Ik ook. Eigenlijk sinds ik over ‘de helft’ ben. Daar zou je van in paniek kunnen raken maar ik word er juist rustiger van. Ik geniet steeds meer van de kleine dingen en hóef niet meer alles te zien of te beleven. En nee, ik ben absoluut nog lang niet klaar met het leven want het leven is verrukkelijk!
Op één ding na!
Daar kan ik mij mateloos aan irriteren en voor mijn gevoel begint het elk jaar eerder. Was het voorheen nog in de herfst, tegenwoordig begint het al half augustus begin september.
Wat?
Het bladblaasseizoen!