Onlangs moesten wij de grens over. Niet de grens bij Duutsland, maar die grens net voorbij Marum, de grensovergang op de A7 van Groningen naar Friesland.
Vrouwlief had daar een afspraak in het Nij Smellinghe ziekenhuis.
Wij zitten namelijk aan de vooravond van een nieuwe fase in ons leven, namelijk in het hoofdstuk ‘In de bloei van de aftakeling’. Dat begint zo rond je zestigste levensjaar, dan krijg je ineens oproepen van het Ministerie van Volksgezondheid. Dat begint overigens al iets eerder, bij de dames vanaf je 50ste en bij beide geslachten vanaf je 55ste. Dan komt die envelop met dat vorkje waarmee je moet gaan stoeien op het toilet, waarna dat vervolgens weer opgestuurd moet worden.
Laat ik duidelijk zijn: ik ben blij dat het er is!
Want we kunnen ons allemaal wel geweldig gezond en fit voelen, of erger, onszelf wijzer vinden dan de dokter, of nóg erger, vol geloven in wat een of andere influencer zegt; ik schat de kennis van de medische wetenschap toch even wat hoger in. Een triest voorbeeld van hoe het niet moet zagen we van de week in het nieuws, toen twee ‘pillendraaiers’ voor de rechter moesten verschijnen. Zij hadden een website waar je zonder recept van een arts allerlei pillen, inclusief de zogenaamde ‘pretpillen´ kon bestellen. Het gebruik had voor sommige klanten nogal negatieve bijwerkingen;
Die gingen dood.
Maar goed, toen ik 60 jaar geworden was, kreeg ik een oproep voor de griep- én pneumokokken prik. Inmiddels heb ik begrepen dat je die laatste prik om de vijf jaar herhalen moet. De griepprik heb ik enkele weken geleden alweer mogen ontvangen, in de kantine van de voetbalclub. Daar zaten wij, allemaal 60-plussers, keurig op stoelen die in vier rijen geplaatst waren, te wachten op Meester of Juffrouw Prikkebeen. Maar naast al dat geprik laat ik mij ook om de twee, drie jaar even keuren. Even een APKaatje zoals mijn vader dat altijd zegt. Dan checken ze je bloed op bijvoorbeeld cholesterol en bloedsuikerwaarden. Dat blijft toch altijd even spannend, want er kan natuurlijk altijd iets zijn waar je nog geen nota van hebt.
Maar ik zie graag tijdig het eventuele monster in de ogen.
Afijn, de reden dat wij naar het ziekenhuis in Drachten moesten was dat mijn vrouw al een aantal jaren nekklachten heeft. De oorzaak van deze klachten was hoogstwaarschijnlijk een val die ze maakte tijdens de winter van 2016, toen er code rood was afgegeven voor de provincies Drenthe, Groningen en Friesland vanwege ijzel! Doordat collega’s die van buiten Winschoten kwamen niet naar hun werk konden, bedacht zij lopend naar haar werk te gaan, naar het toenmalige Sint-Lucas ziekenhuis. Ter ondersteuning liep ze naast haar fiets, in de verwachting dat ze na het werk weer terugfietsen kon als de ijzel verdwenen zou zijn.
Zij gleed toch uit.
Maar krabbelde weer op en bereikte vervolgens redelijk ongeschonden het ziekenhuis. Maar enkele maanden later kreeg ze toch klachten en bij nader onderzoek bleek dat er een wervel in de nek dwars was gaan liggen, heel vervelend. Na een blokkade van de zenuw leek het wat beter te gaan, maar afgelopen jaar kwamen de klachten toch weer terug. Ze werd verwezen naar de afdeling neurologie.
In het Nij Smellinghe ziekenhuis te Drachten.
Toen we het terrein opreden waren er enkele stratenmakers bezig om de in- en uitgang op te knappen. Hierdoor stonden de slagbomen al omhoog en konden we het terrein oprijden. Een van de stratenmakers regelde met een glimlach van oor tot oor het terrein oprijdende verkeer en wij staken allebei een duim naar hem omhoog.
Inclusief onze allervriendelijkste glimlach!
Ik moest direct denken aan een cursus die ik ooit mocht volgen, een zogenaamde hospitality cursus. Je leerde dan om de gasten zodanig te ontvangen dat ze zich direct op hun gemak voelden, ze ‘te laten landen’ zoals de cursusleider dat zo mooi omschreef. Waarschijnlijk had deze stratenmaker ook deze cursus gehad. Of hij handelde gewoon zoals wij mensen eigenlijk met elkaar om zouden moeten gaan:
‘Wie goed doet, goed ontmoet.’
Bij het inchecken werd er een pas aangemaakt en toen deze uit het apparaat rolde was de medewerkster achter de balie helemaal verrukt: “Oh, wat is dit een mooie foto geworden! Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt!” Als een blij ei liet ze ons het ziekenhuispasje met foto zien en ja, we konden het er alleen maar mee eens zijn, het was een mooie foto. Vervolgens kregen we een envelop mee waarin wij welkom geheten werden in dit ziekenhuis. Inclusief een uitrijkaart én een muntje voor een kopje koffie of thee.
Wat ja een welkom!
De baliemedewerkster legde ons de route uit naar de afdeling en even later zaten we aan de stamtafel van de wachtkamer. Voor ons zat een ouder echtpaar welke ik niet helemaal in beeld had vanwege een grote vaas met bloemen die midden op de tafel stond. Aan de kop van de tafel zat een man in een scootmobiel, een man van onze leeftijd schatte ik in. Hij was druk aan het praten met het echtpaar tegenover ons, over van welke afkomst ze waren. Dat waren Friezen en ik had eerlijk gezegd niets anders verwacht. De man in de scootmobiel was een Groninger, maar hij woonde nu in Drenthe. Achter die man, op de reservebank zeg maar, zat ook een echtpaar, maar die luisterden alleen maar en deden niet mee aan het gesprek. Dat zag ik aan hun gezichtsuitdrukkingen, hoe ze lachten of elkaar wat influisterden. Wij deden niet mee, alhoewel ik het best wel een leuke conversatie vond. Totdat die man aan het hoofd van de tafel ineens mijn vrouw aankeek en zei:
“Wat bent u een mooie en charmante verschijning!”
De vaas met bloemen werd ineens door de man aan de overkant van de tafel opzijgezet zodat het echtpaar vrij uitzicht hadden op ‘de mooie en charmante verschijning’ naast mij. Op het moment dat we wilden reageren kwam de dokter de hoek om en we mochten hem volgen. Daarna werd er een plan van aanpak besproken met de neuroloog, dronken we koffie waarvan één gratis en toen we het terrein afreden, stak die vriendelijke stratenmaker zijn hand weer naar ons op, deze keer met een nog bredere glimlach.
Het was een hele prettige landing en vrouwlief had de rest van de dag even geen pijn meer.