Eerste Kerstdag, 2016. Voor mij een rustdag want ik hoef niet te koken omdat mijn schoonvader ons uitgenodigd had bij de plaatselijke Chinees te gaan eten. Want ook Chinezen doen aan kerstdiners. Mijn beperkte grijze massa wist dat niet en ik was dan ook lichtelijk verrast. Ik zou wel zien wat er op mijn bord verschijnt. Belangrijker is dat mijn schoonvader zelf met dit idee kwam na een zeer zware periode voor hem. Hij moet sinds enkele weken alleen verder en tot nog toe doet hij dat bijzonder goed. Zijn huis is netjes, hij kookt voor zichzelf of hij haalt een (verantwoorde) maaktijd op bij de plaatselijke slager of groenteboer en zijn kledingkeuze is prima, netjes zelfs. Ik ben half alleenstaand, zodra ik in mijn flat ben neem ik het niet zo nauw met hoe ik eruit zie en loop grotendeels erbij als een ‘slobber’, zoals mijn geliefde dat zo lief kan zeggen via Skype. Maar zodra ik bij haar ben scheer ik mij netjes, kleed ik mij netjes, trek ik elke dag een schone onderbroek aan (en sokken!) en kook ik de sterren van de hemel want ja, de liefde gaat immers door de maag!
We werden warm onthaald door de Chinezen. Ook door de niet-Chinezen, dat waren ‘Ollander’s’ in dienst van. Ze hadden wel Chinese kleding aan maar dat was dan ook echt het enige kenmerk dat ze ook bij deze club hoorden. We zaten een beetje op ons eigen, een ruimte in het restaurant maar wel vlakbij de ‘afhaalhoek’. Daar zaten mensen op hun kerstbest geduldig te wachten op nummertje 12, 20 of 33. Met kroepoek en sambalbij. Het vliegt door de Chinees en het zoemt? Een Sambalbij!
Gadverdamme Veldmuis, je maakt het nou wel heel voorspelbaar!
Een van de niet-Chinezen, een jongedame, bracht ons het aperitief en zoals gebruikelijk, zo ben ik nu eenmaal, liet ik duidelijk mijn dankbaarheid horen want zij werkt immers tijdens de Kerstdagen om mij te plezieren! “Dankjewel, heerlijk hoor!” Ze keek mij argwanend aan en antwoordde: “Nou, het is mijn eerste dag en het zal ook wel mijn laatste dag zijn…”.
Oké, de toon was gezet. Maar ik laat mij niet zo snel van slag brengen en mijn enthousiasme was dan ook voor geen millimeter aangetast. We proosten om op onze Oma, moeder, schoonmoeder en echtgenote en even later werd de soep opgediend, tomaten of kippensoep maar wel op zijn Chinees en dat kunnen ze goed. Na de soep mochten we het buffet aanvallen. Oké, het was wat klein opgezet, maar de smaak van de vele gerechten streelden onze papillen en we hadden tijd genoeg, we mochten tweeënhalf uur gebruik maken van hun onderdak, hun gastvrijheid en de door hun bereidde gerechten.
Halverwege de avond kwam hun nieuwe Spits weer even aan de tafel en ik probeerde haar op d’r gemak te stellen door te zeggen dat het allemaal lekker liep. Want ik zag haar overal heen en weer rennen, met ogen in de stand serieus maar wel zo nu en dan met een glimlach naar de klant. En als ze achter de bar bezig was wist ze haar vier collega’s zo te mijden dat ze niet in de weg liep, in mijn ogen was ze alleen daarom al geslaagd voor deze missie, haar nieuwe carrière misschien wel. Want het restaurant zat inmiddels vol en de ‘afhaalhoek’ ook maar die kregen een drankje voor het lange wachten.
Mooi kerstgebaar.
Maar opnieuw werkte mijn opmerking niet erg bij het meiske want ze haakte er direct op in, op een best wel sombere toon, haast doordrenkt met een opkomende depressie: “Ik weet niet of ik het goed doe en ik heb ook al een glas laten vallen..”
Mijn tafel antwoordde haar bemoedigend: “Kom op meid, je doet het prima en scherven brengen geluk!” En waarachtig, haar mondhoeken gingen nu toch echt opzij en voor het eerst die avond zagen we haar tanden. Het deed mij denken aan het verhaal van het Lelijke Eendje…..
Het nagerecht bestond uit vers fruit. Goed fruit, smaakvol en zoet en ja, Chinezen weten heus wel wat ze kopen om de klant tevreden te stellen. Maar wij ‘Ollander’s ‘ willen daar dan wel wat ijs bij. Met slagroom natuurlijk, om de ‘pokkel’ en het cholerasterol …euh…cholesterol gehalte op peil te houden.
Ook een mooie kerst traditie.
Een Chinese dame uit de keuken had even wat tijd over en kwam buurten of het allemaal gesmaakt had. Loftuitingen vlogen haar om de oren maar zeikerds als wij ‘Ollander’s’ kunnen zijn kreeg ze ook de boodschap mee om wat ijs te leveren. Het liefst de smaken aardbei, walnoot, After-Eight, stragiatella, smurfenijs, Boerenjongens (die kwam van mijn geliefde af) en chocolade-ijs.
Met haar breedste glimlach kalmeerde ze ons direct en zette ons ook weer met alle benen op de grond: “Natuurlijk kan dat geregeld worden, maar we hebben alleen maar vanille –ijs! Het komt eraan!”
En weg was ze.
Niet veel later werden vrolijke vierkante bordjes op onze tafel gezet door …. onze leerling Chinees. Opnieuw strooiden we met superlatieven en nu leek ze wat meer relaxed , dacht ik zelfs een flink stuk zelfvertrouwen in haar ogen te zien en ze durfde nu ook wat meer de tafel rond te lopen om de bestellingen voor elk van ons neer te zetten.
Ze vertelde nu uit zichzelf dat het beter ging, goed zelfs had haar nieuwe werkgever gezegd en beter zelfs dan ‘die andere nieuwe’ want die was naar de keuken gestuurd. Dusssssss! Het was mooi om te zien. Ze veranderde van een meisje zonder zelfvertrouwen in een jonge, zelfstandige vrouw, van een lelijk eendje in een mooie zwaan en van een Nanny McPhee in een prachtige vrouw waarvoor je wel drie keer per dag je mooiste kleding aan zou willen doen!
En een schone onderbroek..
Tevreden keerden wij huiswaarts waarna ik met mijn geliefde vanaf de bank een kerstfilm meepikten. Het was een mooie, dankbare Eerste kerstdag.
Bedankt Kerstman…euh…Pa!
Weer mooi beschreven Arjen.
En hopelijk was ook bij jullie die bijzondere stoel erbij gezet.