En langs het tuinpad van mijn vader…

Vorige week vielen er bij diverse familieleden een kaart op de mat. Op die kaart stonden verschillende foto’s van een Hoefsmederij, vanuit verschillende posities genomen. Zo had je links het woongedeelte en rechts de smederij met de grote dubbele deuren, inclusief de gedenksteen waarin te lezen is dat het een monumentale status heeft bereikt. Dat is best wel een bijzondere status voor een gebouw, maar het was ook niet zomaar een gebouw.

‘Het zegt u waarschijnlijk niets, maar het is waar ik geboren ben.’

Het was het ouderlijk huis van mijn vader, in het Utrechtse Jutphaas. Een nicht van mij had de kaart gemaakt, uit respect en dankbaarheid voor alle herinneringen die er gemaakt zijn. Want de laatste bewoner, de jongste broer van mijn vader, heeft na er 83 gewoond te hebben, de deur definitief achter zich gesloten omdat de woning niet levensbestendig genoeg was.

Hij is nu 88 jaar.

In al die jaren heeft hij slechts vijf jaar buitenshuis gewoond, totdat hij de zaak over kon nemen van zijn vader, mijn opa, en zo weer terugkeerde op het oude nest. En daarmee als derde generatie in de familie als smid de smederij ging bestieren.

Tot afgelopen zomer besloten werd dat hij bij zijn dochter in ging wonen, tot hij een eigen appartement kan kopen. Nu moest het pand dus leeggehaald worden en dat werd nog een flinke klus. Er kwam namelijk ruim honderd jaar geschiedenis tevoorschijn! Want zijn opa was er in 1903 al begonnen als smid, er waren immers in die tijd genoeg paarden te beslaan. Zoals de paarden van de paardentram maar ook de paarden van de boeren en de paarden van al het vrachtvervoerders. Daarnaast konden de boeren ook voor het wegen terecht bij de smederij, de dorpswaag zat gewoon aan de smederij vast en men was gecertificeerd om dat uit te mogen voeren. Naast het werk van hoefsmid ging zijn opa ook werken in de net opgerichte Boerenleenbank, als Kassier.

Hoe mijn opa de opvolger werd van zijn vader was een mooi verhaal, het lot bepaalde.

Zijn vader had, toen hij met pensioen kon, twee luciferstokjes tevoorschijn gehaald en een daarvan doormidden gebroken. Vervolgens moesten twee zoons een stokje trekken. Wie de langste trok werd zijn opvolger in de bank en wie de kortste trok, werd 2e Kassier en smid.

Mijn opa trok aan het kortste eind!

Hij heeft het vak nog heel lang uitgeoefend en hoopte dat zijn jongste zoon, Kees, het over zou nemen. Hij kreeg dan hulp van een neef uit Harlingen die tijdens de oorlog ondergedoken zat bij mijn opa en oma. Maar het werd nog spannend, want Kees verloor eerst zijn vrouw op veel te jonge leeftijd en jaren later ook nog eens zijn zoon, Marco, mijn neef. Die verongelukte op 21-jarige leeftijd met zijn motor. Dat was een enorme slag die door de hele familie en velen daarbuiten nog steeds gevoeld wordt. Toch zette Kees door en bleef de smederij in de familie.

Dankzij een enorme dosis wilskracht en doorzettingsvermogen.

Mijn herinneringen aan de smederij staan mij nog helder voor de geest, ondanks dat we er hooguit een, misschien twee keer per jaar heen gingen. Niet omdat we niet wilden, maar puur vanwege het feit dat we op een eiland woonden en mijn vader maar een keer per jaar vakantie had.

De Bouwvak.

Die vakanties bestonden voornamelijk uit bezoekjes brengen aan de familie op het vaste land, met zo nu en dan een uitstapje naar Madurodam of Slagharen. Toch heb ik dat destijds als kind echt als vakantie ervaren. De bezoekjes aan de smederij waren altijd bijzonder, want naast dat we dan weer onze opa en oma zagen, was er die smederij. De geur van die smederij, de vuurrode kolen, het lederen schort welke opa aan had tijdens het smeden, de hamers en andere werktuigen zoals bijvoorbeeld de enorme blaasbalg en het aambeeld, maakten grote indruk op ons.

De soep en de komkommer in het zuur van oma maakte het vakantiegevoel compleet!

En het piepen van haar gehoorapparaat, dat was toch altijd machtig interessant. Opa leek dat maar niet te snappen dat zijn vrouw in de loop der jaren wat dovig was geworden en kon dan, wanneer hij weer moest herhalen wat hij even daarvoor gezegd had, een zeer verongelijkt smoel trekken.

Of hij zeggen wilde ‘Mens, luister toch eens goed!’

Meestal ontspande dan op oma’s gezicht een glimlach, als een soort verontschuldiging naar ons toe en waarmee ze eigenlijk wilde zeggen dat het niet gaf dat opa wat bozig reageerde. Ze hield immers van hem en ze wist dat hij van haar hield.

Als geboren en nuchtere Harlingse liet ze zich niet de kop gek maken.

We kregen als cadeautje voor thuis altijd een hoefijzer mee van opa en die werden dan thuis weer keurig opgehangen in de schuur. Met de opening naar boven om het geluk te vangen. Toen ik laatst weer even thuis was bij mijn vader zag ik zo’n hoefijzer hangen, op zijn kop aan de binnenkant van de schuurdeur. Ik weet honderd procent zeker dat deze steeds meegereisd is door de tijd en alle verhuizingen in beeld is gebleven.

En het nodige geluk gevangen heeft.

Dat geluk was voelbaar toen ik mij ineens bewust werd van wat ik binnen zag. Ik kende de plek natuurlijk wel, mijn ouders wonen er al vanaf 1992, maar op de een of andere manier had ik er ineens oog voor. Ik zag de werkbank, ‘getekend’ door het leven en geschiedenis ademend. Ik maakte er een foto van want Pa heeft de laatste tijd last van opruimwoede.

In en om het huis.

Net als zijn broer alle dagen erbij was toen de smederij ‘ontmanteld’ moest worden. Beiden zullen tijdens al dat opruimen hun eigen gedachtes gehad hebben, gedachtes die ineens weer helder werden bij voorwerpen uit het verleden en waarvan ze weten dat het niet meer terugkomen zal. Hoofdstukken vol verhalen die verteld én beschreven moeten worden.

Nu het nog kan.

‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart, waarop een kerk een kar en paard…Het zegt u waarschijnlijk niets, maar het is waar wij geboren zijn!’ (Het dorp-Wim Sonneveld)

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

2 gedachten op “En langs het tuinpad van mijn vader…”

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.