‘Met het woord medemenselijkheid kan ik niet veel’, zei minister Van Weel op de dag dat de Tweede Kamer de asielwet aannam. Hoorde ik dat nou goed? Een volksvertegenwoordiger die niks kan met medemenselijkheid? En was het niet ergens in april dat een andere volksvertegenwoordiger het vertikte een handtekening te zetten ter goedkeuring om een paar vrijwilligers een koninklijk lintje te geven? Vrijwilligers, mensen dus, die zich bekommeren om andere mensen, vaak nog onbetaald ook, puur uit medemenselijkheid. Enkele politici kunnen daar dus niks mee?
Daar zijn we dan klaar mee!
Hoe diep moeten we zakken? Als het zo doorgaat, zie ik het ook nog gebeuren dat de Voedselbank verboden zal worden. Want deze instantie is toch ook ontstaan uit medemenselijkheid? En hoe moet het Rode Kruis nu verder, aangezien deze instantie ook mensen een helpende hand toesteekt, net zoals het Leger des Heils, dat zich ook altijd bekommert om de mensen die naast wal en schip vallen. Ongeacht of de persoon legaal of illegaal is.
Beiden zijn mens!
En moet ik zelf straks misschien oppassen wanneer ik iemand op straat groet. Dat probeer ik namelijk zoveel als mogelijk te doen, omdat elk mens het fijn vindt gezien te worden. Dat geeft een goed gevoel. Maar stel nou dat de persoon die ik groette illegaal in ons landje verblijft? En stel nou dat mijn groet gehoord wordt door een passerende handhaver of, erger, een burger die het ook hoorde en dat vervolgens doorgeeft aan de handhaving!
Waar doet mij dat toch aan denken?
Of wat te denken van al die zwerfhonden die in het buitenland van straat geplukt worden door zorgzame dierenliefhebbers en meegenomen worden naar Nederland. Puur uit dierenliefde en omdat ze deze dieren een fijn leven gunnen in een welvarender land dan waar ze vandaan komen? Nou weet ik wel dat medemenselijkheid steeds vaker gepasseerd wordt door dierenliefde, dat steeds meer mensen meer met dieren hebben dan met hun eigen soort. Dat is ook weer volkomen te begrijpen, want er lopen steeds meer mensen rond die voor elke hufterproef ruimschoots slagen, sommigen zelfs met een tien mét griffel! En je komt ze tegenwoordig ook overal tegen;
In de supermarkt, op de sportvelden, in het ziekenhuis en tegenwoordig ook in de bibliotheek!
Op zich is het ook wel logisch, want politici geven steeds vaker het voorbeeld; die verhufteren gezellig mee, om te scoren. Die gaan niet het gesprek aan om hun boodschap te verkondigen, maar doen dat op het rioolnet, X. Want daar hoeven ze geen verantwoording af te leggen en moeilijke vragen te beantwoorden. Want dan vallen ze door de mand. En ja, de brutalen hebben de halve wereld en met hard schreeuwen proberen ze de kiezer te strikken voor hun (onhaalbare) plannen met Nederland. Want als je iets maar vaak genoeg schreeuwt, hoor je de nuances niet meer, oftewel het gezonde verstand. En daarmee zorgen ze ervoor dat de levensvatbaarheid van de politieke partij in stand gehouden kan worden, waardoor deze politici altijd op het pluche kunnen blijven zitten.
Voor om en nabij de 140.000 eurootjes per jaar.
Nou weet ik ook wel dat deze mensen hun kop boven het maaiveld uitsteken; die worden dagelijks bestookt met scheldpartijen of bedreigingen. Wat dat betreft mogen ze van mij zelfs meer verdienen. Maar als je dan daarvoor gekozen hebt, moet je die macht die je dan hebt wél gebruiken! En daar scheelde het de laatste tijd nogal aan.
Zachtjes uitgedrukt..
Waar gaat dit land naartoe? Zitten we straks met zijn allen in een real life-aflevering van Hunted? Je weet wel, dat programma waarin ‘voortvluchtigen’ proberen uit handen te blijven van de opsporingsdiensten. Of was dat programma al bedacht om ons voor te bereiden op een veranderende samenleving, om ons te leren hoe je mensen die op de vlucht zijn zo snel mogelijk weer te pakken krijgt? Met een extra rubriekje erbij: ‘Verdien legaal aan een illegaal’
Medemenselijkheid, volgens mij kregen wij dat tijdens onze opvoeding met de paplepel ingegoten.
Toen keek men nog naar elkaar om, hielp je elkaar in voor- en tegenspoed en hadden ze in de kerk de mond vol van naastenliefde. Vrijwilligers waren er altijd meer dan genoeg, waardoor er een rijk verenigingsleven was; de sociale cohesie bloeide als nooit tevoren. Maar toen kwam de welvaart. Een welvaart die veel goeds gegeven heeft, maar ons veel egoïstischer maakte. En met het stijgen van de welvaart zie je ook dat een andere, irritante eigenschap van de mens, namelijk afgunst, de kop opsteekt. De ander niks gunnen, opgehitst door figuren die precies weten hoe je mensen in hun onderbuikgevoelens het beste kunt raken. Door te wijzen naar anderen, want zij zijn de oorzaak, zij zijn schuldig aan alle problemen in dit land. Plus natuurlijk alle verdere problemen van hun kiezers.
‘Wij lossen alles op!’
Ik maak mij de laatste jaren oprecht zorgen over hoe we in deze wereld met elkaar omgaan. Dat zal vast ook te maken hebben met het feit dat ik ouder aan het worden ben; zorgen maken is iets van alle generaties. Alleen had ik dat eerder nooit zo erg; ik kon dat altijd wel aardig de baas zijn en voor mij was het glas meestal halfvol.
In plaats van halfleeg.
Maar er wordt gezaagd aan de poten van onze democratie en steeds meer gekken grijpen de macht, beloven kastelen, maar breken ondertussen alle voorzieningen af die ooit bedacht zijn als sociaal vangnet. Oh ja, waar onze ouders én voorouders ooit voor gestreden hebben! Maar machtswellustelingen ontdekken de politiek, zien het als een manier om zich te profileren én om ervan te profiteren en misbruiken hun macht voor eigen gewin.
Met als doel de samenleving tegen elkaar uit te spelen.
Het is een inmiddels beproefd gegeven om zoveel mogelijk onrust te veroorzaken in de maatschappij en de ‘ander’ als zondebok aan te wijzen voor alle problemen waar we tegenwoordig mee te maken hebben. Zoals met die nieuwe asielwet die aangenomen is. Nu lijkt het erop dat deze wet alsnog zal sneuvelen in de Eerste Kamer. Maar we moeten wel waakzaam blijven. De geschiedenis herhaalt zich.
Want het zaadje is wel geplant.