Het stoplicht aan het einde van de Mauritskade stond op rood en ik keek verveeld om mij heen. Iets voor zeven uur s’morgens, net een nachtdienst achter de rug. Dan valt mijn blik op een ‘Samsom’-kalende man aan de overkant, keurig in pak, die staat te wachten op tramlijn 3. Een dertiger schatte ik in. Hij kreeg mijn aandacht omdat hij druk, heel druk met zijn handen aan het gebaren was, als iemand die aan het praten is. Maar met wie? Ik zag niemand… Ik hoopte dat het stoplicht nog lekker irritant lang op rood bleef want deze man intrigeerde mij enorm. Ik kon niet zien of hij er bij praatte maar dat moest haast wel. Was hij aan het oefenen voor de Troonrede? Nee, dat was al achter de rug. Of bereidde hij soms een rollenspel voor die hij die dag moest spelen bij de zoveelste workshop op het werk, om tot nóg betere resultaten te komen? Of is hij één van de 51 politici die vandaag voor het laatst in de Tweede Kamer zaten? En was hij nu zijn speech aan het voorbereiden, waarin iedereen bedankt werd voor de leuke en intensieve samenwerking.. en voor het wachtgeld…
Mijn gedachten dwalen verder af , naar de Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. Haar aanwezigheid in de Kamer was voor mij altijd een feestje. Haar stem, haar voorkomen, het spleetje tussen de tanden, haar haar…(diepe zucht)…ze is zo…niet te beschrijven! Oh ja, en haar humor natuurlijk, zal het haast vergeten te noemen maar zij maakte daardoor de soms gortdroge debatten nog enigszins appetijtelijk.
Charmant. Ja! Gerdi is ook een charmante vrouw. Een Koningin onder het vrouwelijk geslacht. Dat soort dames zie je steeds minder en daarom vallen ze, denk ik, des te meer op in het oerwoud van Katja’s, Silvie’s, Jolante’s, Linda’s of Estelle’s. Om er maar een paar te noemen.
Ja, ja, dat is makkelijk scoren. Appels met peren vergelijken misschien wel.
De man bij de tramhalte gaat ondertussen gewoon door. Hij heeft geen idee dat ik hem bekijk. Via mijn achteruitkijkspiegel zoek ik hulp bij de auto achter mij. Ziet hij hetzelfde? Nee, die zat slaperig voor zich uit te staren, net zijn bed uit en op weg naar zijn werk. Een lichte grinnik ontsnapte uit mijn mond: de gedachte dat ik zo mijn bed in kon geeft zoveel genoegdoening voor mensen die nachtdiensten draaien.
Dan springt het licht op groen en rij ik langs de ‘gebaren-man’. Ik zou nooit weten waar hij mee bezig was maar lig er ook niet wakker van. Het was een leuke onderbreking van het wachten op groen.
En nog even terug naar Gerdi: zelfs voor de Koefnoen-versie gelden dezelfde kwaliteiten en loftuitingen! Wat zullen we haar gaan missen…