Hier een brief van uw jongste zoon, voor Moederdag. Maar ik denk dat ik ook schrijf namens mijn broer en zus. Want deze Moederdag ervaar ik toch anders dan alle voorgaande jaren. Niet dat we altijd fanatiek Moederdag vierden, u bent immers al sinds mijn geboorte mijn moeder, maar gewoon omdat het nu nog kan! Als kind vierden we Moederdag uiteraard wel. Dat begon op de kleuterschool en eindigde ergens in de laatste klassen van de Lagere School.
Maar deze keer is het anders.
Want u bent net 94 jaar geworden en ik tik bijna de 60 jaar aan. Beiden zijn we ouder geworden en u zit in een fase dat alles om u heen u ontgaat. In de fase dat u het leven niet meer begrijpt en u zichzelf telkens weer afvraagt waarom u het allemaal niet meer begrijpt. Een vraag die velen onder ons ook niet begrijpen, al zijn we continue aan het zoeken naar verklaringen. De ontdekker van de mist in uw hoofd, Alois Alzheimer, kon het ook niet met zekerheid duiden, dus we zullen het maar moeten accepteren.
Maar het is vandaag Moederdag.
En ik mag mij gelukkig prijzen dat u nog bij ons bent. De bijzonderheid deze keer is dat het zeer waarschijnlijk ook de laatste keer zal zijn en daarom schrijf ik deze brief, om nog maar eens te benadrukken hoe ik u als moeder waardeer. Een open brief, want iedereen mag weten hoe trots ik op u ben. Daarbij moet gezegd worden dat ik u deze keer bewust niet tutoyeer terwijl ik dat voorheen wel altijd deed. Dat was ook nooit een probleem, er was geen afstand tussen ons. De reden dat ik u nu niet tutoyeer, heeft puur te maken met het besef u enorm te respecteren, hoe u in het leven stond.
En mij daarin liet delen.
Het is respect voor de vrouw die mij negen maanden gedragen. En vervolgens op de wereld heeft gezet! Dat ging niet makkelijk, ik lag dwars en u moest zelfs naar het ziekenhuis in Harlingen. De helikopter vloog niet vanwege de mist, maar de sleepboot de Holland durfde het wel aan. Vervolgens bracht een keizersnede voor u de verlossing. Ik was iets minder enthousiast, het scalpel had mijn bil geraakt en leverde een littekentje op. Dat deed overigens geen afbraak aan mijn enthousiasme hoor;
Ik was ter wereld gekomen in een goed nest.
Dat wist ik toen natuurlijk nog niet, maar met de wetenschap van nu kan ik dat wel bevestigen. Dat nest was, achteraf gezien, niet al te groot. Maar hoe u ons de ruimte liet met spelen leek het wel een paleis, inclusief landgoed. Verjaardagen werden gevierd, op Pakjesavond werden we verrast met gedichten, we kregen ontbijt en een kus voordat we naar school gingen, wentelteefjes werden gebakken op mooie zomeravonden als we in de tuin aan het spelen waren en gesmeerde boterhammen werden door u bezorgd wanneer we de hele dag in de weilanden aan het vliegeren waren.
Dit is nog maar een kleine greep uit het assortiment ‘moederliefde’.
Of wanneer we als kinderen naar de televisie keken, dan kregen we limonade of gazeuse en een bakje chips, op woensdag- en zaterdagmiddag. De rest van de week speelden we buiten. Of bij slecht weer binnen, dan werd de vloer in de kamer een netwerk van wegen voor mijn autootjes en kon er naar hartenlust gespeeld worden. Nadat ik op voetballen ging, stond u ook heel vaak langs de lijn om mij aan te moedigen. Ik kan het mij nog zo goed herinneren hoe enthousiast u altijd was: “Kom op Muis! Goed zo Muis!” Samen keken wij ook graag naar televisieseries als ‘de Wrekers’, ‘All-in the Family’ of op zaterdagavond met de hele familie naar ‘de Wie-Kent-Kwis’ of ‘de André van Duin-show’, onder het genot van een stuk sneeuwster of zelfgemaakte tompouce.
Ik zie mij nog staan knoeien in de keuken met het glazuur.
Als puber nam ik even wat afstand van het ouderlijk gezag en lagen we wel eens in de clinch met elkaar. Natuurlijk hadden we ook nog raakvlakken hoor, zo hadden we allebei iets met de Nederlandse taal en was u vooral van de spreuken. Zodra u iets moois hoorde, schreef u dat op en hing het daarna ergens op. Maar we waren ook allebei van het betere Nederlandse lied, zoals bijvoorbeeld de liedjes van Boudewijn de Groot, Robert Long of Frans Halsema. En altijd stond de radio aan, vooral de Arbeidsvitaminen vond je geweldig en zong je het hoogste lied. Donderdag tussen de middag luisterde je graag naar ’50 Pop of een Envelop’, met die irritante Tom Mulder.
Dat accepteerde ik dan maar.
En tussendoor puberde ik er lekker op los en botsten we wel eens. Ik ging vaak voor lol en vertier en had daar wel een ‘straf’ voor over. Hoe vaak hoorde ik u niet zeggen:
“Wacht maar tot je vader thuiskomt!”
Dat was ook jullie kracht, samen aan het roer om averij te voorkomen. Dacht ik de ene ouder gepasseerd te hebben, stond de andere wel weer even in de weg in mijn puberbrein. Nadat ik uitgevlogen was werd de band met u beter. Veel beter. We belden elke maandagavond als Pa naar de zang was en namen dan de week door en vertelden elkaars belevenissen.
Een uur was zó om!
Daarna werd u oma van mijn kinderen en zag ik veel terug van mijn opvoeding hoe u met hen omging. Streng, rechtvaardig, vrolijk, overgoten met liefde, maar wel alles in de degelijkheid van de eenvoud: het bakje chips bleef, maar nu wel mét wat smarties onderin.
Enkele jaren terug namen we al afscheid.
Op Pa en zus na vervaagden de mensen om u heen en verdwenen ze in de mist. Daar waar u altijd al bang voor was, werd waarheid. Pa nam het schip over en deed dat (en doet dat nog steeds!) met al zijn ziel en zaligheid. Toch bent u er zo nu en dan weer even, met een opmerking, een grap, lach of een sneer. Momenten van een weerzien met wie u was, momenten die steeds schaarser worden.
Warme herinneringen daarentegen steeds meer.
Gisteren kwam mijn lieve vrouw, ook moeder én bonusmoeder, met het idee om u met een bezoek te vereren. “Dan kun je de brief zelf voorlezen én zingen!”
‘Het is Moederdag, een fijne dag, het bosje is wat klein, dat heb ik voor u meegebracht, dat vindt u vast wel fijn’
Respect en liefde en goede herinneringen blijven
Dankjewel Gerhard!