Mooi weer, mooi eiland, mooi gezelschap (vriendin Janet en mijn jongste zoon) en een mooie camping vormden voor mij dé combinatie om een heerlijke vakantie te hebben. Dat is wel de conclusie die ik kan trekken nu het achter de rug is en er weer een vol jaar ‘van het gewone leven’ voor mij ligt. Eerst was ik nogal sceptisch, Veldmuis op een camping, maar de stacaravan was groot en luxe genoeg om daar 2 weken in te leven. Nou ja, in, we waren meer buiten dan binnen en dat was weer te danken aan het prachtige weer, dank weergoden!
Op de ‘good old’ Midsland van Rederij Doeksen begon het feestje al en 2 uur later kwamen we aan op Terschelling, het eiland waar ik verwekt en geboren ben, het eiland waar ik de eerste 20 jaar van mijn leven opgroeide, werd het feestje voortgezet op Camping Cupido van Laurens en Aaltje. Het feestje kende geen einde…
De avonden werden gevuld met volleybal, badminton en voetbal. En Jeu de boules… En zodra het begon te schemeren kwamen de Skip-Bo-kaarten tevoorschijn, een kaartspel waar ik tot dan toe nog nooit van gehoord had maar ik ging met veel plezier het avontuur aan. Een aardige camping- genote kwam later in de vakantie nog langs om te zeggen dat ze het zo leuk vond dat wij steeds buiten zaten. Want de meeste sleurhut-bewoners doken zodra de schemer inviel, naar binnen om vervolgens voor de tv te gaan liggen. Wij niet. Vlak voor het slapen gaan maakten we nog een wandeling naar het, what’s in a name, Arjensdûn, alwaar wij genoten en bijgelicht werden door een schitterende volle maan, inclusief de gebruikelijke sterrenhemel die het uitzicht mooier maakte dan ooit beschreven werd in een boek. Overdrijf ik nu? Neen!
Overdag was er tijd voor strand, strand en het strand en voor de broodnodige variatie naar de wekelijkse braderie. Onze plannen om het eiland eens flink rond te fietsen, strandde (!) dus verder dan het Wrakkenmuseum kwamen we dan ook niet. Maar waar maak ik mij druk om, we hadden immers vakantie en er moet altijd wat te wensen overblijven.
En dan het ‘kamperen’. De camping, gelegen aan het Duinmeertje, voldeed prima want alles wat je nodig hebt, was er. Nu moest ik slechts zelf nog voldoen want enige ervaring met kamperen is mij nooit geleerd. Oké, een stacaravan is niet echt kamperen, we waren van alle gemakken voorzien (ik hoefde niet met een toiletrol de camping over..) maar ik verbleef op een camping dus ik was aan het kamperen. Geen tentharing tussen te krijgen!
Tragisch was wel dat we tijdens deze feestelijkheden een begrafenis hadden. Zoonlief had een vogeltje gevonden en voordat ik harteloos het beest in de kliko kon kieperen, nam mijn lieve partner het stokje over en werd er een heuse begrafenis in elkaar gezet. Terwijl ik aan het vliegeren was werd ‘Stoepie’ (vernoemd naar kroeg De Stoep vanwege de coole polsbandjes..) samen met enkele paarse veertjes van één van de door mij die dag aangeschafte badminton-shuttles (!)in een leeg doosje gestopt (waar even daarvoor nog een lampje in zat..), vervolgens werd dat doosje in een tekening gewikkeld en moest het eigenlijk nog in een koker zodat Stoepie lekker droog zou komen te liggen. Het werd de koker waar even daarvoor nog vier..euh drie shuttles in zaten…
De 2e week kreeg de caravan er nog twee slapers bij, de zoon van mijn vriendin en een maat van hem. Twee lummels van 18 die nog aan het bijkomen waren van het verblijf op Camping Terpstra, de week ervoor. Ik had mijn kratje Grolsch al veilig gesteld maar de heren hadden na die week Terpstra niet meer zo’n behoefte aan mijn bier. Gelukkig.
Meer moeite hadden we met ze als we gingen fietsen. Elke dag probeerden we die gasten op de fiets te krijgen en als het dan na veel overtuiging gelukt was, moesten we onderweg het gekreun en geklaag aanhoren. Maar gezellig was het wel want ze deden met alles mee, zelfs met de nachtelijke beklimmingen van het Arjensdûn hielden ze ons gezelschap (uiteraard met geklaag en gekreun maar dat hoorden wij al niet meer..).
Op de laatste dag waren we allemaal een beetje chagrijnig omdat de vakantie weer achter ons lag. Dan rest ons de herinneringen…
Nu, enkele weken later zie ik dat het bruine kleurtje welke ik op bijna mijn hele lichaam zag verschijnen na de dagelijkse dosis zon, langzaam weer plaats maken voor de gebruikelijke witte tint.
Je kunt dus wel zeggen dat ik winterklaar ben!