Nu we aan het eind zitten van de horrorwinter van 2021 en alle media het weer over de pandemie kunnen hebben, leg ik alvast de loper uit voor de lente. Letterlijk, ik heb namelijk een loper van stucloop in de achtertuin gelegd. Daarmee wil ik voorkomen dat we steeds zand naar binnen lopen omdat de tuin opgeknapt gaat worden en nu helemaal kaal is. Een briljant idee al zeg ik het zelf! Maar hij ligt er ook om de lente te ontvangen want ik kan het niet vaak genoeg zeggen:
De lente is de mooiste tijd van het jaar!
Misschien komt dat ook wel omdat de winters de laatste jaren niet meer zoveel voorstellen. In plaats van strakke blauwe luchten met een lekker zonnetje zoals afgelopen week moeten we het steeds vaker doen met grauw en donker weer, vaak overgoten met een regenbui. Maar in mijn vroegste herinneringen waren de winters wel mooi. Temperaturen dik onder de nul, veel sneeuw en hele dagen op de ijsbaan genieten van de ijspret in al haar gedaantes. En hoe bijzonder waren de bevroren slaapkamerramen met ijsbloemen, eigenlijk onze eerste kennismaking met het matglas van tegenwoordig! Wanneer je naar buiten wilde kijken of het al gesneeuwd had, moest je eerst het ijs van het raam afkrabben. Lag dat aan de temperaturen of omdat we toen nog geen dubbel glas hadden?
Herinneringen hebben nog wel eens de neiging flink te overdrijven..
Vorige week zondag trok ik weer eens mijn dikke, wollen trui aan en moest gelijk weer even wennen aan die ellendige kriebels die deze veroorzaakte. Dat wekte ook weer een herinnering op, namelijk de herinnering aan zelfgebreide wollen truien, mutsen en handschoenen waarmee je je wapende tegen de kou, meestal geproduceerd door mijn moeder of een van de Oma’s. En het hielp niet echt want de herinneringen aan de vele momenten met kouwe klauwen zitten nog vers in het geheugen, vooral aan een van de veroorzakers van die kou: die irritante bevroren gestreepte veters van de Friese doorlopers. En later kreeg ik van die ijs-tenen van mijn Noren, die hadden stalen neuzen en men zegt in mijn familiekring dat mijn opa er ook nog op geschaatst had… Maar ik won op die dingen wel menig wedstrijdje en dat maakte een hoop goed, zelfs die paar koude tenen. Gelukkig kon je je ook warmen met heerlijke warme chocolademelk. Want op de ijsbaan stond een Koek & Zopie tent die gerund werd door de vrijwilligers van de ijsclub. Je kreeg dan voor een paar centen een witte, porseleinen beker, gevuld met hete chocolademelk.
Plus natuurlijk dat ellendige vel op je chocomel…
Maar het feestje werd compleet als je ook nog geld had voor een gevulde koek of kano. Want schaatsen maakt hongerig omdat het best wel een intensieve bezigheid is. En ja, naast de gebruikelijke rondjes om de kerk kwam er ook nog een potje flink uitsloven voor de meisjes bij. Op de een of andere manier zagen die er op het ijs nog mooier uit dan ze al waren. Waarschijnlijk kwam dat door de winterse kleding die ze droegen of doordat hun wangen zo mooi roze kleurden door de kou. Dat naturelle had voor ons jongens een magische aantrekkingskracht en maakte krachten los om nóg meer indruk te maken op het andere geslacht.
‘Wintermeisjes’ noem ik ze altijd liefkozend.
Maar vorige week zondag kwam dan eindelijk die langverwachte en heel veel besproken winter ons land binnen. En hoe! Als het razende stoof het over ons landje en werd menigeen gezandstraald zodra deze zich buiten de deur durfde te wagen. Het leek wel of de sneeuw alle boze warhoofden tot de orde wilde roepen.
Die werden even met twee benen op de grond gezet, om verder uitglijden te voorkomen.
Ik mocht die middag mij wagen aan een wandeling door de sneeuw. In eerste instantie zou ik alleen met mijn eigen wintermeisje gaan maar we kregen er een doorloper… euhh…meeloper bij. Dat was ons puberende buurmeisje Nikki. Zij moest even wat lucht happen om de goede vrede te bewaren in huis. Logisch, want wanneer je door de omstandigheden dagenlang met elkaar opgescheept zit kunnen er zomaar kleine irritaties ontstaan.
En kleintjes worden groot he!
Ik heb echt te doen met al die opvoeders en kinderen momenteel. Het is ook de laatste tijd het gesprek van de dag, hoe we hiermee om zouden moeten gaan. Wij, opvoeders in ruste omdat het kroost zichzelf al kan opvoeden, staan aan de zijlijn maar hebben wel een advies: Probeer de structuur te handhaven maar maak de kleine probleempjes niet groter dan ze zijn. Met andere woorden: drie keer daags een maaltijd en s’ avonds een bakje chips met een snoepje onderin.
Geheid succes!
Het werd een barre, winterse wandeling maar het was ook leuk. Vooral toen we het tunneltje nabij Scheemda naderden. Ik zag dat het trottoir iets afliep en zei tegen mijn vrouw dat ze maar achter mij moest lopen, om te voorkomen dat ze zou vallen.
Ja, ik ben ook tijdens een wandeling een heer in het verkeer!
Maar dan moet je wel staan blijven… Want nadat zij zich achter had gepositioneerd, voelde ik mijn rechtervoet onder mij wegglijden…en viel het gebouw om! En in mijn val nam ik mijn geliefde mee en lagen we allebei op de grond. Natuurlijk werd dit direct middels een foto vastgelegd door de puber die bijna in haar broek pieste van het lachen… Dit was al de zoveelste keer dat de aantrekkingskracht van de aarde ons te veel werd. Wij waren eerder die week ook al meerdere keren uitgegleden op die oh zo handige loper in de tuin…
Want zodra het ietsjes bevriest is stucloop net een ijsbaan!
Maar dat weekje sneeuw en ijs hadden we wel even nodig. Even wat lucht in de donkerste periode van na de Tweede Wereldoorlog. Even ruimte tussen opvoeders en het kroost. Massaal gingen we naar buiten om van al dat moois te genieten, gevoed door onze herinneringen aan vroegere winters met al die wintermeisjes en stoere jongens op het ijs.
Mooi dat er nu weer nieuwe herinneringen gemaakt kunnen worden!