APK

 

In de jaren achter mij kreeg ik regelmatig van mijn ouders te horen dat zij weer voor hun APK moesten, de periodieke gezondheidscheck voor 60-plussers. Dan belde mijn moeder of mijn vader om dit even kenbaar te maken, of eigenlijk om mij te vertellen dat ze allebei weer goedgekeurd waren. Niet omdat ik daarnaar vroeg, maar meer omdat zij er zelf over begonnen, na eerst de nieuwtjes van het eiland verteld te hebben.

Dat was altijd vaste prik.

Maar nu ik onlangs zelf mijn tweede ‘APK’ heb mogen ervaren, snap ik ze ook wel een beetje. Want als blijkt dat de waardes allemaal binnen de norm zijn ben je in eerste instantie natuurlijk opgelucht. Opgelucht dat het lijf weer gezond verklaard is, met de disclaimer dat het nooit honderd procent zekerheid biedt.

Garantie tot aan de deur.

Dat begrip ‘APK’ is natuurlijk gepikt uit de auto-industrie, de Algemene Periodieke Keuring. Mijn ouders gebruikten het, maar de assistente van mijn huisarts noemde het ook zo. Ik werd onder andere getest op cholesterol, triglyceriden, hemoglobine, thyroiden en alanineaminotransferase, onderdelen van het lijf waar je, als de waardes te hoog zijn, allerlei klachten van krijgen kan.

Alleen het uitspreken van deze namen is al een aanslag op je mentale vermogen!

Maar tegenwoordig zijn gezondheidschecks steeds populairder aan het worden. Dat komt denk ik ook omdat we in een samenleving leven waar gezondheid het hoogst haalbare moet zijn. We moeten bijvoorbeeld de sportschool in en veel vlees eten. Voor de eiwitten heb ik begrepen, daar hoor ik de jeugd ook steeds over beppen. De supermarkten spelen daar weer handig op in en we zien steeds meer schappen vol met eiwitvolle producten, in flitsende verpakkingen en uiteraard zo bewerkt dat het is goed voor de spiertjes. Terwijl toch echt bewezen is dat bewerkt voedsel nou niet bepaald gezond is. Naast deze ontwikkelingen zie je ook steeds vaker pakketten in de schappen liggen waar alle ingrediënten al inzitten die je nodig hebt voor een goede maaltijd. De zogenaamde ‘verspakketten’. Die suggereren dus gezond te zijn, maar als je het ingrediëntenlijstje bekijkt zie je toch weer een heleboel E- nummers staan die, als je echt vers kookt, niet tegen zult komen. Het voordeel van die pakketten is dat je niet veel weggooit.

Of het moet achteraf niet te eten zijn.

En dan zijn er nog de zogenaamde foodboxen die bij je thuis bezorgd worden. Daar hoef je niet eens meer voor de deur uit, want we leven in een maatschappij waar gemak de mens dient. Want dan is er meer tijd om ‘leuke dingen’ te doen. Terwijl koken juist zo’n gezellige bezigheid is, kijk naar andere culturen, daar is het standaard. Maar we moeten al zoveel dus we gaan voor het gemak. De boer daarentegen moet zich een slag in de rondte werken, want op de website van deze aanbieders geven ze aan dat de ingrediënten s’-morgens nog op het land stonden en s’- avonds op jouw bord liggen.

Hoe is het toch allemaal mogelijk!

We hoeven niet meer na te denken over wat we gaan eten, want dat doen de deskundigen wel voor ons. Op hun websites is te zien dat er opvallend veel diëtisten meewerken aan het samenstellen van de menu’s, en natuurlijk de afval-goeroes zoals bijvoorbeeld de Almachtige Keto.

Momenteel heel populair in het Land der Afvalligen.

Ik hou het maar bij de Schijf van Vijf. Die is ooit bedacht in de jaren 50 en voldoet volgens het Voedingscentrum nog steeds aan alle voorwaarden om een beetje gezond door het leven te gaan. Nu hoorde ik van de week op de radio dat de gemiddelde Nederlander in die jaren 50 één keer per week een stukkie vlees kreeg. Dat deed mij denken aan de tijd dat ik opgroeide, de jaren 60. Wij kregen om de dag een stukkie vlees. Dat was bijvoorbeeld een saucijsje. Die werd dan ook nog eens in vijf stukjes gesneden, want wij waren met zijn vijven. Of soms in vier stukjes want mijn zus was niet zo van het vlees. Toen later mijn broer en zus naar de Wal gingen voor studie en werk, werden de porties wat groter.

Oh ja, en in het weekend was er wel eens een plakje ham of een stukje leverworst.

Als ontbijt kregen we een bord Brinta met veel suiker en als we uit school kwamen smeerde je jezelf een boterham met pindakaas. En daarna vloog je weer naar buiten, om te rennen of fietsen, of je ging appeltjes of worteltjes pikken uit de groentetuinen die zo’n beetje in elk tuintje wel te vinden waren.

En daarna moest je weer rennen om uit handen te blijven van de eigenaars!

Wij waren thuis zó mager dat mijn moeder een keer op het strand aangesproken werd of haar kinderen soms ziek waren! Maar dat kwam natuurlijk door al die beweging die wij hadden. Plus natuurlijk het wekelijkse sporten zoals voetballen en volleyballen, dat was min of meer ook de enige manier om de verveling in die jaren enigszins tegen te gaan.

Verveling?

Verveling is een mix van lusteloosheid, desinteresse en ontevredenheid. En dat komt door een gebrek aan prikkels of zinvolle activiteiten. Tegenwoordig bestaat dat niet meer en als er een vorm van om de hoek komt kijken, is de telefoon een mooie invuller van die leegte. Dan kijk je zo even een paar uurtjes TikTok-Insta-Snapchat filmpjes weg en is de verloren tijd weer gevuld.

Maar wij werden in die tijd dus geen gram zwaarder.

Ondanks dat wij ons konden permitteren om veel suiker op de Brinta te strooien, veel warme stroop over de door moeder gemaakte Broeder (soort Jan in Zak) te gieten, krielaardappelen te eten die in spekvet gebakken waren of bloedworst op brood te eten met lekker veel zout. Mijn moeder hanteerde ook de Schijf van Vijf, zo gebruikte ze veel roomboter. Maar daarnaast kregen we ook het nodige aan fruit, groente, noten in de vorm van pel-pinda’s of walnoten, peulvruchten, volle melk, water, thee, koffie, brood en andere graanproducten binnen, daar zorgde zij wel voor. En één keer in de week een bakje chips met een glaasje gazeuse.

Alles met mate, overvloed kenden we niet.

Enkele dagen nadat men bloed van mij afgenomen had, kreeg ik de uitslag: goedgekeurd! Vervolgens heb ik dat even kenbaar gemaakt in de groepWhatsapp van de kinderen:

Want, zoals de ouden zongen, piepen de jongen!

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.