Mijn vriendin appte mij vanmiddag dat ze vanavond met twee dames naar een kledingzaak in Gorredijk gingen, een kilometertje of 90 van verwijdert van hun standplaats… Ik schrok even van die afstand want dat doe je niet ‘zo maar’ even…denk ik dan, als man. Ze zouden om 17.00 uur vertrekken maar dat werd 17.30 uur. Een half uur later dan gepland maar ach, het bevestigde maar weer dat het vrouwelijk geslacht het niet zo nauw neemt met de tijd. Denk ik dan weer, als man zijnde….
Het moet wel een bijzondere winkel zijn. Want dichterbij zijn er genoeg winkels waar de dames aan hun gerief…euh…honger naar mooie kleedjes en lapjes kunnen komen. Honger ja, een niet te stillen honger… zo denk ik dan weer, als man.
Mannen houden ook wel van mooie kleren maar het moet in eerste instantie praktisch zijn (en ook wel een beetje stoer..). En het moet, in mijn geval, ook verhullend zijn aangaande zwakkere plekken van mijn lichaam. Zodra ik de term ‘slim-fit’ op een overhemd of t-shirt zie zakt mijn enthousiasme direct naar nul en wil ik eigenlijk al direct de winkel verlaten! Daarnaast moet de aanschaftijd niet te lang duren. Bij mannen is dat eigenlijk net als bij sex: erin en eruit. Dat geldt trouwens dan weer niet voor mij maar hier bedoel ik de gemiddelde man. Laat ik hier even heel duidelijk zijn!
Zo stond ik onlangs ineens in de Bijenkorf. De Haagse versie. Op Terschelling hadden we ook een Bijenkorf maar dat had weinig met de Haagse versie te maken. Want de Terschellinger versie bestond voornamelijk uit vliegers, frisbee’s en een heleboel Terschellinger ‘hebbedingetjes’ zoals sleutelhangers, badhanddoeken, washandjes, sjalen, petjes en miniatuur ‘Brandaris’jes’, het meeste in de Terschellinger kleuren. En theelepeltjes natuurlijk.
Eenmaal door de draaideuren van de Haagse Bijenkorf kwam er een lucht op mij af welke mijn neus flink deed overwerken om alles een plaatsje te geven. Ik bleek op de parfumafdeling van deze toko beland te zijn. De roltrap naar de herenafdeling gaf enige verlichting en weldra neusde ik, de neus was immers toch al volop aan het werk, tussen allerlei soorten en merken herenkleding. Opvallend waren de medewerkers. Strak in het pak of mantelpakje en geurend naar de parfumerie die ik net achter mij gelaten had. Het leken wel etalage poppen! Na een kwartiertje had ik het eigenlijk wel gezien, vooral omdat dat kwartiertje aanvoelde als een uur. Maar zo denk ik dan weer, als man. Maar mijn vriendin liet zich niet kisten en begon een gesprek met zo’n etalage-pop, de mannelijke variant. Jop geheten, dat stond op zijn naamplaatje. Of hij een overhemd had voor mij. En ja, die zijn buik een beetje kon herbergen….
Ik had hier weinig vertrouwen in maar ineens stond die gozer achter mij en legde een centimeter om mijn gespierde buik. Hij zuchtte maar bleef beleefd. Ik stotterde nog dat ik bezig was om af te vallen en dat het ook te maken heeft met mijn slaapstoornis maar daar had hij geen boodschap aan. Hij dook in een bak met overhemden en gleed als een waardig pianist langs de boorden. En ja, ineens pakte hij er eentje uit en die moest ik maar even passen. Nadat alle knoopjes en spelden verwijderd waren en ik óók nog de waarschuwing meekreeg alvorens ik de paskamer betrad, er kon namelijk nog best een naaldje over het hoofd gezien zijn, deed ik het stuk stof aan en bleek het nog te passen ook!
“Dat viel eigenlijk best wel mee..” dacht ik dan weer, als man.
Na uitgebreid de verkoper bedankt te hebben verwees hij mij naar de kassier, Pepijn genaamd. Pepijn nam mijn overhemd over alsof het heel breekbaar was. Vervolgens ging hij al die (verdomde) knoopjes weer dichtdoen en ik stond al te zwaaien met mijn bankpas. Te vroeg, want eerst moest het hemd nog opgevouwen worden waarna ik weer mijn bankpas opzichtig voor zijn neus hield. Te vroeg, want nu pakte hij een soort van inpakpapier en begon de boel in te pakken. “Het is geen cadeautje hoor,” riep ik, “het is voor eigen gebruik.” Pepijn keek mij aan, of beter gezegd, hij keek dwars door mij heen en ging onverschrokken voort. Na het laatste, zorgvuldig aangebrachte plakbandje, duwde ik brutaal mijn pas in de gleuf van het pinapparaat maar wederom was ik te vroeg. Het pakketje moest nog in een tasje…. Ik had inmiddels vreselijke zin om deze poppenkast ten einde te brengen door hem over de toonbank te trekken maar ik wilde mij niet verlagen tot lieden als ene Ben Saunders en dergelijke.
Ik mocht afrekenen! Na het akkoord van de bank hield ik mijn hand op voor de bon maar ik stond weer in het luchtledige te slaan want hij pakte een kartonnen mapje en daar werd de bon zorgvuldig in opgeborgen waarna hij het aan mij aanreikte…En of ik nog lid wilde worden van de Bijenkorf?
Mijn vriendin appte net weer. Het was ‘gezellig’ en ik kreeg er een foto bij van drie dames aan een tafeltje met koffie. Koffie? Jullie waren toch in een kledingzaak? Voor koffie ga je toch naar de koffietent? Of een café, kroeg of desnoods naar een ijssalon?
Tenminste, dat denk ik dan. Als man.