Mijn moeder is vandaag jarig. De cijfers 80 in haar leeftijd hebben plaats gemaakt voor de cijfers 90 en nu is ze een jaar ouder geworden als haar moeder ooit geworden is. Het bereiken van deze mijlpaal heeft ze naar mijn idee zelf bewerkstelligd door altijd maar in beweging te zijn én, niet geheel onbelangrijk, door positief in het leven te staan.
Ze draagt niet voor niets al haar hele leven de bijnaam ‘Truus de Trimster’.
Het is niet niks, 90 jaar. Daarom schrijf ik dit stukje, omdat ik maar ook mijn broer en zus haar zo dankbaar zijn voor wat ze ons allemaal meegegeven heeft in het leven. Dat besef wordt alleen maar groter nu we zelf grijze haren ontwikkelen, kwaaltjes krijgen en ook regelmatig wel eens dingen vergeten.
Ja, bij ons gaat het vergeten ook steeds beter, lieve moeder!
Zij spoorde ons altijd aan om dingen op te schrijven en gaf daarin zelf het goede voorbeeld. Overal in het ouderlijk huis liggen nog steeds briefjes of kaartjes met overduidelijk haar (prachtige en sierlijke) handschrift. Briefjes met daarop recepten van gerechten die ze ooit van haar moeder had gekregen, gewoon wat aantekeningen of kaartjes of memo’s met spreuken of gedichtjes waar ze eens door geraakt werd.
Zij heeft de liefde voor onze taal op ons overgebracht.
Dit is opnieuw een ode aan haar. Het kan niet vaak genoeg beschreven worden omdat we zo trots op haar zijn. En omdat het vergeten steeds beter gaat. En omdat ze altijd een voorbeeld was en is voor ons. Zij heeft ons gedragen en op de wereld gezet. Uit liefde. En ze heeft ons vervolgens gevoed en opgevoed. Uit liefde. En ze heeft ons vervloekt als we weer eens wat uitgevreten hadden…
Ja, ook uit liefde.
En tussen al dat opvoeden door deelt ze nog elke dag de liefde met onze vader die nu zorgt. Uit liefde voor haar. Regelmatig krijg ik een foto van wat hij nu weer gekookt heeft en sta ik versteld van zijn kookkunsten. Die twee rechter handen waarvan ik er maar eentje geërfd heb, doen dat toch maar weer even. Ik had er ooit een opleiding voor nodig om een beetje te kunnen koken, hij schudt inmiddels het ene na het andere gerecht uit zijn mouw. Maar ik weet het geheim.
Het is de liefde!
Al 61 jaar zijn ze getrouwd en nog steeds zijn ze stapelgek op elkaar. Een relatie op puur gelijkwaardige basis van twee mensen die elkaar feilloos kennen, aanvoelen én respecteren. “Geven en nemen, maar altijd iets meer geven dan nemen,” riepen ze ons altijd toe. Dat is een van de belangrijkste ingrediënten voor een liefdevolle relatie.
Als kinderen leefden we een geregeld, stabiel leven waarin structuur een van de pijlers was. Structuur die nodig was om een gezin van een hardwerkende aannemer draaiende te houden. Die structuur bestond onder andere ook uit huishoudelijke taken voor ons. Die taken stonden op lijstjes die afgekruist werden na uitvoering zodat er geen onenigheid ontstond: Tafel dekken, tafel afruimen, afwassen of afdrogen, houthakken en helpen in de (groente) tuin.
Geloof me, dat was echt pedagogisch verantwoord!
Want wij zijn daar niet slechter van geworden, integendeel, daar plukken wij sinds we uitvlogen zijn nog elke dag de vruchten van. Zelfstandig de wereld in, die boodschap gaf ze ons eigenlijk mee. En niet teuten! Aanpakken, daar was ze van. Maar het was niet altijd strak en streng. Want wanneer je ziek was dan was ze er voor je. Dan kreeg je stukjes sinaasappel met wat suiker en een beschuitje met wat suiker en kaneel en dat mocht je dan opeten op de bank, vanonder je dekentje. En naast je lagen dan Donald Duck’jes, de Tina’s of een leesboek van de Bieb. En een emmer, voor het geval dat er gespuugd moest worden.
En tussendoor dronk je samen een kopje thee, met wat honing want dat was goed voor je keel.
De zaterdagavonden.’ Dan creëerde ze altijd gezelligheid, bijvoorbeeld door op de zaterdagavond wat lekkers bij de koffie te doen. Ik zie mijzelf nog steeds staan in de keuken, haar te helpen met het maken van tompoezen of het aansnijden van een Sneeuwster. Of ze bakte zelf iets, en dan was het vechten om de gardes af te mogen likken. En wat te denken van de verse scholletjes en tongetjes die we met enige regelmaat voorgeschoteld kregen, lekker stevig gebakken, voor op brood. En winterdag was er altijd wel een keer gebakken bloedworst, gebakken tomaat of balkenbrij wat de avondmaaltijd sierde. Ja, s’ avonds aten wij brood en tussen de middag werd er warm gegeten.
In rap tempo!
Want Pa wilde altijd na het eten nog even een tukkie doen. En dat vond ze logisch want ze was altijd vol lof over hem, over haar (Her)mannetje die hard voor zijn centen moest werken. Eigenlijk was zij het hoofd van het gezin. Zij hield de boel draaiende, zat ons achter de vodden met huiswerk maken, stond aan de zijlijn op het voetbalveld als we moesten voetballen, ging met haar dochter graag naar ‘Oude Liedjes Zingen’ en onderhield de sociale contacten.
Zij was de spil van het gezin.
De dag begon voor haar al in de vroege morgen. Ze was al beneden om Pa zijn ontbijt te verzorgen want die moest als eerste de deur uit. Dat ging volgens een strak schema want hij moest personeel van huis halen en naar de bouwplek brengen en die rekenden erop dat ze op tijd gehaald en gebracht werden. En die moesten voor 12 uur ’s middags weer naar huis gebracht worden want ook bij hen stond moeder de vrouw klaar met de warme prak.
En ’s middags vice versa.
En als wij ook naar school waren begon het huishouden weer. Alles om mijn vader de ruimte te geven zijn werk goed te doen en ons op tijd op school te krijgen. Een opstelling waar zij bescheiden in was, zij schikte zich in haar rol als ‘echtgenote van’. Maar de zondag was er voor de ontspanning. Dan gingen we de bossen in of we verbleven urenlang op het strand. En we genoten volop met het hele gezin van de plek waar onze ouders ooit een bestaan opbouwden en een gezin stichtten: Terschelling!
Lieve Moeder, vandaag is het weer zondag en nu zijn we er (haast) allemaal om dat met U te vieren. Als dank, als enorme dank! Het zijn een kleine duizend woorden geworden van lof die natuurlijk veel tekortschieten voor wat wij werkelijk aan respect voelen maar zo blijft het nog een beetje leesbaar. En u kunt het nog eens nalezen, desnoods elke dag weer.
Want vergeten gaat immers steeds beter..