Komende week staat Valentijn weer voor de deur. Niet de originele maar de commerciële versie. Misschien gaat het daarom wel al jaren langs mij heen, maar deze keer wil ik toch meer van hem weten, althans, van de originele versie.
Valentijn stierf in gevangenschap op 14 februari in het jaar 296 na Christus.
Een mooi tijdje terug. Maar gevangene Valentijn was verliefd op de dochter van een medegevangene en schreef haar, de dag voor zijn executie, een afscheidsbriefje waarin hij de liefde aan haar verklaarde: ‘Mijn liefde voor jou was groot, maar nu ben ik helaas al dood’
En ondertekende het met: ‘Van jouw Valentijn!’
Een stoere romanticus die Valentijn. Nu was er ook nog een andere Valentijn, namelijk priester Valentijn. Keizer Claudius de 2e wilde niet dat zijn soldaten zouden trouwden, dat was niet goed voor de motivatie om te gaan vechten en je leven te geven. Maar priester Valentijn vond dat onzin en in het geheim trouwde hij toch jonge stelletjes.
Waarop de doodstraf voor de priester volgde.
Ook een stoer verhaal, veel stoerder dan hoe we Valentijns Dag nu beleven. Want het simpele briefje met een lieve tekst heeft plaats moeten maken voor cadeaus, dure cadeaus waar weer veel geld mee verdiend zal worden. Toch is naar mijn idee echte liefde niet te koop. Liedjeszanger Jaap Fischer (later zichzelf Joop Visser noemende) zong daar al eens over, hoe een jonge knul van twintig zich liet schaken door een rijke dame van veertig:
‘Het was niet uit liefde, het was om je geld. Je was niet mooi maar welgesteld.’
Verdoemd om te mislukken en zonde van je leven is mijn mening, trouwen om het geld. Maar aan de andere kant, de liefde is niet iedereen gegeven. Kijk maar naar al die dating programma’s tegenwoordig op de televisie. Het zijn er zoveel dat je haast zou denken dat er een enorme behoefte aan is. Toch zie je maar weinig successtory’s en hoor je meestal zinnetjes in de trant van: ‘Ik voel geen romantische klik’. Of er ontstaan al gauw irritaties. Dat snap ik wel. Want wanneer je al jaren alleen bent is de vrijheid van dat alleen zijn best wel moeilijk om los te laten. Ineens moet men rekening houden mét iemand en dan kunnen de kleinste onhebbelijkheden al gaan irriteren.
Categorie snurken, smakken, kookarm, bazig of dat vreselijke irritante lachje.
Soms slaat het ook door hoor, dan zie je zo’n meisje of jongen die dan verteld nog steeds geen relatie te hebben gehad. “Ik heb mij opgegeven ‘omdat het de hoogste tijd is’.”
Leeftijd 20 jaar.
De liefde kan ook groots uitpakken, dat werd afgelopen week maar weer bevestigd toen het bericht naar buiten kwam van het overlijden van Dries van Agt. Hij en zijn grote liefde, hand in hand gestorven na een voltooid leven.
‘Als liefde zoveel jaar kan duren… dan moet het echt wel liefde zijn..’ (Herman van Veen)
Of de liefde wordt niet opgemerkt. Niet iedereen heeft daar de voelsprieten voor. Ik spreek nu uit eigen ervaring. Want toen ik 18 jaar was en nog op Terschelling woonde, liep daar zomers een meisje uit Scheemda rond, Janet genaamd. Zij kampeerde al van jongs af aan op het eiland, op Camping Cupido (!) met haar familie. Vanaf haar 16e ging ze zelfs in de vakantieperiode bij de plaatselijke drogist aan het werk, geld verdienen en vakantie vieren. Eigenlijk was ze gewoon een arbeidsmigrant. Na de zomer ging ze weer naar Scheemda, met een gevulde spaarrekening en om haar opleiding te vervolgen.
Zo ging dat. Zo gaat dat nog steeds.
Doordat ze tussen de eilanders werkte ging ze al gauw om met enkele eilanders. Zo ook met de vriendenkring van mijn oudere broer. Ze deed mee met hun volleybalteam tijdens de volleybaltoernooien van de ET-10 of ze ging met hen mee naar de discotheken, in Actania of Dellewal.
Het was de tijd van Gruppo Sportivo’s ‘Disco really made it, it’s empty and I hate it’.
Afijn, ik liep daar tussendoor ook rond en kende haar ook wel, maar ik maakte mij verder geen illusies. Zij was ‘boven mijn stand’. Dat kwam door mijn puberende onzekerheid durf ik nu wel achteraf te beweren, maar daar had ik toen nog geen flauwe notie van. Tot ik op een avond na mijn werk, ik werkte als beginnend kok, naar huis fietste. Ik had mij voorgenomen niet naar de discotheek te gaan, maar toen ik bovenlangs discotheek Dellewal fietste, sloeg ik toch af om even een blik te werpen. Of er bekenden waren.
Zij was er.
Ze liet heel duidelijk blijken het fijn te vinden mij te zien waarna we samen wat dronken en wat babbelden. Ja, meer dan babbelen was het niet want ik zag het nog steeds niet. Totdat ik aangaf weg te gaan. “Krijg ik geen kus?” vroeg ze, “Ik ga morgen weer naar huis hè.”
Zij nam het initiatief en ik werd door een bliksem getroffen!
Ik moest hieraan denken toen wij bij het jubileumconcert van de West Aleta Singers waren, het Terschellinger mannenkoor waar mijn vader ook in zingt. Toen het prachtige lied ‘Der op ‘e Dellewal’ gezongen werd, stootten we elkaar aan. Het ging over een knul van 17 jaar die ging varen en maanden van huis was. Zijn geliefde bleef op hem wachten. Daar op de Dellewal, de mooiste baai van Nederland, stond de liefde van zijn leven. Hij mocht maar één zomer van haar genieten. Daarna moest hij weer naar zee, om vervolgens nooit meer terug te keren. Toch bleef zij hem herdenken, met zijn portret in haar hand.
Daar op de Dellewal.
Onze liefde duurde twee winters en twee zomers lang, toen ging het uit. Dat trok een zware wissel op ons, alleen wisten we dat niet van elkaar. Ik werd toen ook fan van het radioprogramma Candlelight, dat werkte verlichtend. We leefden vervolgens allebei een nieuw leven, maar in ons hart bleef het knagen of we er wel goed aan gedaan hadden. Het duurde 30 jaar voor we elkaar weer vonden, zij stond daar nog steeds te wachten op mij. En ik op haar.
Daar op de Dellewal!