Beduusd van mijn actie die ik even daarvoor, in een fractie van een seconde, had uitgevoerd, keek ik verdwaasd door het slaapkamerraam naar buiten en weer naar de plek waar ik die fractie eerder nog horizontaal lag, in mijn bed. Door de knetterende klap had ik niet eens de gil van mijn vrouw gehoord die inmiddels rechtop in bed zat, met de hand voor de mond: “Wat een knal was dat hè,” zei ik, terwijl ik naar buiten bleef kijken naar het vervolg. Op dat moment werd ik verblind door een enorme lichtshow en kwam ik weer tot mijn positieven.
Het onweerde.
Ik begon direct te tellen en kwam tot twintig. Volgens de berekeningen is 3 tellen één kilometer dus het moest een kilometertje of zes, zeven in de buurt zijn geweest. Misschien wel recht boven Scheemda? Of boven Oude Pekela? Het voorspelde noodweer kwam immers vanuit het zuiden. Maar de donder was zó ontzettend hard en langdurig dat het leek alsof ons dak in tweeën scheurde.
Daarna was het stil.
Doodstil. Zelfs de honden en de katten uit de buurt waren zo onder de indruk van voorgaand natuurgeweld dat zij respectievelijk vergaten te blaffen en te schijten in onze tuin. Wij werden er ook stil van en maakten daarom maar snel gebruik van de gelegenheid en doken weer in bed. Want de volgende dag stond er gewoon weer een werkdag in de planning en ja, dan moet je toch je rust pakken voordat er wallen onder je ogen ontstaan.
Werken is leuk en je krijgt er ook nog eens wat voor maar er gaat altijd zoveel vrije tijd inzitten..
Uiteraard waren we al uren ervoor, wat zeg ik, dagen ervoor gewaarschuwd dat het zou gaan onweren. Het zou heel erg gaan onweren. Het zou verschrikkelijk gaan onweren. Het zou het ‘onweer des doods’ worden….
Superlatieven schoten tekort om ons, simpele zielen, te waarschuwen.
Maar heeft het wel zin al die waarschuwingen? Want wij Hollanders zijn toch per definitie een nuchter volkje. Wij zijn de uitvinders van nuchterheid, vaak te lezen als tegeltjeswijsheden zoals bijvoorbeeld: ‘Het leven is hard. Daarna ga je dood’ of ‘Als ik gemekker wil horen koop ik wel een geit!’ of ‘ Als ik niet antwoord, ben ik niet arrogant, maar jij niet interessant.’
Waarom dan steeds vaker van die aanstellerige, overdreven waarschuwingen. Betutteling, ook op andere vlakken beginnen we er steeds beter in te worden. Zodra medewerkers van het Openbaar Vervoer gaan staken ligt ‘heel Nederland plat’ en spreekt men over ‘horror-files’ en een ‘ontwricht land’. Ik ben anders opgevoed. Als het buiten steenkoud was had mijn vader het altijd over een ‘dun windje’. Wanneer het nog kouder was dan steenkoud dan had mijn vader het over een ‘gemeen dun windje’.
Daar was geen woord Frans bij.
Nadat we de klap te boven waren gekomen las ik de volgende dag dat het Kruidvat met flitsend nieuws kwam. Deze winkel blijkt namelijk verkozen te zijn als een van de populairste winkels in ons land. Of, zoals ze dat zo mooi toevoegden, het ‘meest toekomstbestendige’. Net zoals de winkels van Rituals en … de Ikea! Die laatste zag ik niet aankomen want de Ikea is geliefd bij menig vrouw en gehaat bij menig man. En aangezien er ongeveer net zoveel mannen als vrouwen rondlopen in ons land zou dat betekenen dat er sprake is van een gelijkspel. Of er zijn steeds meer mannen die hun mening hebben aangepast?
Of snappen ze nu eindelijk de handleidingen…
Nu was ik van de week toevallig in het Kruidvat (of de Kruidvat..) en wederom viel het mij op dat het er een chaos was, alsof iemand even vlak voordat ik mijn fiets geparkeerd had, de lont van het Kruidvat aangestoken had en de boel tot explosie kwam. Want het is er altijd een chaos, je moet slalommen tussen de shampoos, de tandenborstels, de huid-oliën en de gadgets waar je achteraf eigenlijk niets aan hebt. Want óf er is teveel voorraad óf de winkel is te klein om het allemaal op te slaan. Het begint steeds meer op een rommelmarkt te lijken maar misschien is het daarom wel een winkel waar men graag komt. Even sneup’n! Want rommelmarkten worden ook graag bezocht heb ik mij wel eens laten vertellen. Door deze positieve aandacht voor het Kruidvat bedacht het management om nóg een konijn uit de hoge hoed te toveren.
Ze starten namelijk een vibratorlijn!
Want dat is echt iets van deze tijd, volgens de deskundigen. Het is heel normaal dat die dingen tegenwoordig in menig nachtkastje liggen. En dat geloof ik wel. Want we benoemen het ook steeds vaker, een vibrator is een vibrator en niet meer een ‘massagestaaf’ (niet te verwarren met de gehakstaven van onze hedendaagse tijd). Zo werden ze nog genoemd in de tijd dat ik als puber plaatjes keek in de catalogus van de Wehkamp. Niet eens stiekem hoor, die catalogus werd vroeger bij ons gewoon door de postbode bezorgd en vond gretig aftrek bij mijn broer en mij. Dat was een onderdeel van onze puberteit. En dat was nog de tijd dat postbodes gewoon hun werk deden en zorgden dat onze post vertrouwelijk behandeld werd. Dat was nog de tijd dat scholen examens van hun leerlingen veilig konden opsturen via de postbode met op zijn pet de initialen ‘PTT’. En er raakte nooit iets kwijt.
Maar ik dwaal af..
Een derde van de winkelende vrouwen zijn wel in voor deze nieuwe producten, zo lees ik. Want, ik citeer een van de krolse klanten: ‘Mijn man in bed is ook niet alles.’ Dat zijn geen opbeurende citaten als ik eerlijk ben, hoe graag ik ook elke vrouw een fijn intiem leven gun.
‘Make love not war’ is mijn motto.
Blijft over dat twee derde van de winkelende dames in het Kruidvat wél tevreden zijn met de kunsten en acrobatische toeren van hun partner.
En dat geeft mij dan wel weer een goed gevoel.