De eerste week werken na onze vakantie zit erop, de wekkers hebben weer hun werk gedaan, kalm en rustig. Ik gebruik mijn wekker van mijn telefoon en wordt wakker met klassieke muziek, de rustige varianten. Meestal ben ik bij de eerste klanken al wakker en ‘veeg’ dan de wekker uit. Vegen is arbeidsvriendelijker dan de wekker een dreun verkopen.
Het opstaan ging dus goed.
Dat kwam natuurlijk ook omdat ik drie weken lang niks gedaan heb, behalve dan genieten van onze vakantie op Terschelling. De eerste week zaten we nog in de ‘Run Forest, Run!’ modus want we moesten het werkritme nog even zien los te laten. Daarom stonden we dan ook bijtijds op, ging ik direct de hond uitlaten, maakte mijn lief ons ontbijt en daarna stapten we allebei op de fiets en begonnen we onze rondjes op het eiland: Tour de Schylge!
Dat continue ‘iets’ moeten doen had misschien ook wel te maken met het niet doorgaan van onze vakantie vorig jaar. Toen lag mijn schoonvader er slecht bij, zo slecht dat het beter was om in de buurt te blijven. We besloten om niet weg te gaan, zodat we die laatste periode van zijn leven hem nog bij konden staan.
Zes weken later overleed hij in alle rust.
We hadden wat in te halen dachten we, maar dat was natuurlijk helemaal niet zo. Vakantie is belangrijk en goed voor de mens, maar iemand bijstaan in zijn of haar laatste levensfase in natuurlijk het allerbelangrijkst.
Maar nu stonden alle vinkjes op groen om optimaal genieten!
Tussendoor deden we wat klusjes in- en om het huis van mijn vader én, het allerbelangrijkste, praatten we even bij. De EK-wedstrijden van Oranje keken we ook bij hem, dan konden we samen lekker klagen over het getoonde spel. Vrouwlief irriteerde zich daar wel eens aan, maar liet het dankzij haar vakantiemodus ook snel weer los.
Waardoor Pa en ik lekker door konden mopperen.
De tweede week verliep anders. Er kwam wat rust in Chalet Veldmuis want we waren tot de conclusie gekomen dat we eigenlijk niets hoefden te doen. Het is vakantie, een dagje ‘thuis’ blijven mag best. Net zoals wel meer mensen deden op de camping. Allemaal uitgeblust van een lang jaar, voor de een vermoeiender dan de andere, maar nu alleen nog maar bezig met één prioriteit: Opladen!
Een regenachtige woensdag bracht ons naar het bunkermuseum op Terschelling, waar men vanaf 2012 begonnen was met het uitgraven van enkele bunkers die onderdeel waren van de Atlantikwall. We kozen voor de ruim twee uur durende excursie en eigenlijk was dat nog tekort, zoveel was er te zien en te vertellen.
Een aanrader!
De derde week waren we helemaal zen. Sommige mensen gaan hiervoor naar verre oorden of laten zich wekelijks knuffelen door puppy’s terwijl ze in allerlei onnavolgbare houdingen moeten liggen, wij vinden dat Zen gevoel gewoon op een Nederlands eiland. Dat kwam natuurlijk door het vele fietsen en wandelen, dwars door al het natuurschoon wat dit eiland te bieden heeft. Daardoor werden we weer bewust van onze nietigheid wanneer we aan de Waddendijk allerlei soorten vogels bezig zagen met ja, wat eigenlijk?
Leven! Overleven.
Zo nu en dan kregen we wel te maken met een paar wegblokkades van de zogenaamde ‘Extinction Rebellion’ schapen. Deze wollen families stonden of lagen regelmatig herkauwend op het fietspad ons een beetje dom én argwanend aan te kijken waardoor het soms echt even manoeuvreren werd. En ja, ik begrijp die argwaan van die schapen ook wel weer want we zijn ten eerste 60-plussers, ten tweede zitten we op een e-bike die ons soms net even te snel gaan en ten derde hoort bij deze leeftijd ook het verval.
In dit geval de ons langzaam in de steek latende reactiesnelheid.
Nu overdrijf ik natuurlijk weer hoor, wij redden ons nog prima. Maar we zijn ons wel bewust dat we aan ons laatste kwartaal begonnen zijn. Mochten we honderd worden natuurlijk. Zo hadden we ook nog een mooi gesprek met mijn vader die de laatste dag van onze vakantie 90 jaar mocht worden. Hij vertelde ons dat toen hij in zijn jonge jaren een verzekering moest afsluiten, men er nog vanuit ging dat de gemiddelde levensverwachting begin jaren zestig, 73 jaar was.
“Dat betekent dat ik nu al 13 jaar in de reservetijd zit!” zei hij, ietwat verwonderd.
Dan snap ik wel dat hij dat goed wil vieren en dat deed hij ook. Met ons, zijn klein- en achterkleinkinderen én vrienden waarmee hij al die jaren op het eiland omgegaan is. Hij kreeg van ons een strijkijzer, want de zijne had zich overgegeven. Toen mijn vrouw even een stapeltje strijkgoed wegstreek, kwam er ineens witte rook uit. Niet omdat er een nieuwe democratische presidentskandidaat gekozen was, maar gewoon omdat de levensverwachting van dit strijkijzer héél ver de levensverwachting gepasseerd was. Ik moest toen denken aan een mooie zin in het liedje van Maarten van Roozendaal, uit ‘Mooi’, -Ach, ik ben goddank nog een keer een jonge lente waard- en maakte een nieuwe zin:
“Ach, ik ben goddank nog een keer een nieuw strijkijzer waard!’
Want daar zie ik mijn vader wel mee worstelen. Bijvoorbeeld de vraag waarom nog een nieuw strijkijzer aanschaffen? En waarom nog zo’n tablet? “Ik heb een gsm en een computer, daar red ik mij prima mee.” Zei hij dan, want die worsteling blijft hem bezighouden.
Hij kreeg een tablet en was er superblij mee: “Veel te gek!”
Maar worstelen doen we natuurlijk op elke leeftijd. Ik worstel nog met het feit dat ik de 60 gepasseerd ben, daar kan ik maar niet aan wennen. Mijn lieve vrouw is nog 59 lentes jong en kijkt er ook tegenop. Door mijn verval te duiden! Want ze begon in de vakantie ineens mijn haren in te wrijven met een goedje. Ik dacht eerst dat het gel was maar nee, het was een dikmaker zei ze.
“Eh.. Maar ik ben toch al dik?” zei ik beteuterd.
“Nee schatje,” zei ze, “dit is voor je haar….”
Dit was weer genieten prachtig Arjen
Dankjewel!