Logisch dat ik het zelf niet gezien had. Daarom draag ik een bril. Maar dankzij een goedziende collega kwam ik erachter: het montuur van mijn bril was gebroken. Dat was best wel vervelend want dat kan weer kosten met zich meebrengen en daar zit ik nou net effe niet op te wachten. Aan de andere kant…
‘Elk nadeel hep zijn voordeel!’
Want de relatie tussen de bril en mij is niet goed. Regelmatig vervloek ik dat ding, wij passen niet bij elkaar. Eigenlijk al vanaf de eerste dag botert het niet tussen ons, laat hij zich ook wel eens (expres!) vallen of hij drukt zichzelf zó zwaar op mijn neus dat ik er koppijn van krijg.
Regelmatig overviel mij dan ook de gedachte om van ‘m te scheiden…
Maar ja, dat kost geld. En ik weet nog dat ik deze bril mee naar huis nam, ter kennismaking met mijn naasten. Op één persoon na, de enige man overigens, vond iedereen hem hip. Helaas liet ik mij leiden door de meerderheid en besloot er toch voor te gaan, terwijl een klein stemmetje in mijn hoofd zei dat ik het niet moest doen. Want deze bril was teveel bril. Als ik ergens binnen zou komen dan zou men mij niet zien maar wel de bril.
En daarna zagen ze mij pas…
Want dat was op dat moment de mode. En ik ben niet van de mode, ik ben van gewoon. Hier was dus duidelijk sprake van een ongelijkwaardige relatie. Dit kon nooit goed gaan maar eigenwijs als ik ben besloot ik toch door te zetten. Al gauw ging het mis, de bevestiging van het neusvleugeltje brak af. Einde relatie!
Dacht ik.
Vrolijk liep ik de brillenwinkel binnen en keek al met een schuin oog naar de andere, minder opvallende brillen aan de wand die zich lonkend aan mij toonden. Niet extravagant maar gewone, envoudige brilletjes. De opticien was snel klaar met zijn oordeel. Eigenlijk veel te snel:
“Dit mag nooit gebeuren! U krijgt een nieuwe want hij valt nog binnen de garantie!”
Het voelde aan als een mislukte poging tot relatietherapie en ik werd nog chagrijniger. Hoe kwam ik van dat ding af? En hoe moest ik dit thuis vertellen want mijn vrouw had inmiddels ook een hekel gekregen aan deze bril. Ook zij voelde dat dit ding het derde wiel aan de wagen was.
Steeds vaker verzocht ze mij om mijn oude bril op te doen, zelfs als we naar bed gingen want ‘dat was prettiger om naar te kijken..’
Daarnaast begon ik ook anders te kijken naar dingen. Bijvoorbeeld naar het Westen des Lands. Daar hadden ze bedacht om de Formule 1 races naar Zandvoort te halen. Naar Zandvoort! Zandvoort, het Scheveningen van Noord-Holland. Als ex-Westerling kende ik Zandvoort wel. Van de files er naar toe wanneer het een beetje begon te zomeren. Dat kwam omdat de naam groter is dan de bestaande infrastructuur, die bestaat namelijk uit louter B weggetjes en olifantenpaadjes. Gelukkig kon er een keuze gemaakt worden want in Assen, dat ligt in Drenthe maar valt nog steeds onder Nederland, ligt een hele mooie racebaan. En die racebaan ligt precies tussen een prachtige infrastructuur van mooie 100 km wegen waar haast nooit files staan. En op een steenworp van Assen ligt een schitterend vliegveld waar de heren van Mercedes, Renault, Ferrari en Alfa Romeo prima kunnen landen met hun autootjes.
Er is zelfs plaats voor de Pitspoezen!
Maar de arrogantie won uiteindelijk toch van de logica. Enkele prominenten in ‘het wereldje’ kochten her en der wat mensen om en de keuze viel toch op Zandvoort. Heel nuchter Nederland viel achterover van verbazing. Inmiddels weten we dat naast het aanpassen van de wegen, ook het spoor daar op de schop moet. Zodat de liefhebbers van de Formule 1 met de trein ernaar toe kunnen. Ik vraag mij dan af wat er met dat spoor gebeurt als dat weekendje racen voorbij is.
Ik zou zeggen: Zet ‘m in als spoorlijn tussen Noord-Holland (via de Afsluitdijk) en Friesland!
Dat maakt dan de druiven ietsjes minder zuur. Maar dit soort mensen kijken met een andere bril naar ons, eenvoudige stervelingen buiten de Randstad. Wij zijn immers de boeren die teveel stikstof produceren, daarom bedacht deze week een jochie van notabene Democraten’66 dat de boeren maar eens flink aangepakt moesten worden. Heel raar, want de grootste uitstoot manifesteert zich boven de Randstad. En die hebben niet zoveel veeteelt, enkel wat kinderboerderijen zodat de kinderen daar ook leren waar de melk vandaan komt…
Maar ja, die bril van mij hè. Daar was iets mee waardoor ik wellicht alles verkeerd zag.
Daarom ging ik vorige week naar de opticien. Op advies van mijn vrouw, zij had daar ook een bril gekocht en was zeer tevreden met het advies en het resultaat. Ik kwam precies volgens afspraak om 2 uur binnen, hijgend als een oud paard want ik probeerde met mijn ‘gewone’ fiets mijn vrouw bij te houden.
Ja, zij rijdt elektrisch tegenwoordig.
De opticien was geduldig en gaf mij een brillendoekje om de nattigheid van mijn hoofd te deppen. Even later werd ik getest door apparatuur waar menig opticien zijn vingers bij af zou likken. Mijn ogen waren er niet beter op geworden, zo bleek.
Met andere woorden, ik moest aan een nieuwe bril.
Ik keek bedrukt want het blijft altijd maar weer een aanslag maar van binnen was het feest, liepen al mijn rode en witte bloedlichaampjes de polonaise. Na de oogtest kreeg ik een kleuren analyse. Een wat? Ja, een kleurenanalyse. Om te kijken wat voor mens ik ben. Een zeer vriendelijke dame liet mij alle kleuren van de regenboog zien middels gekleurde doeken en na een minuut of tien wist ze het:
Ik was een Lente en Winter mens!
En ze wist ook direct welke bril daarbij paste. Ze liep naar de brillenwand, zocht en zocht en ja, daar was hij. Hij was verkeerd teruggelegd door een klant, in het vakje ‘zomer’. Nadat ik hem opgezet had voelde het direct goed en vroeg ik haar ten huwelijk.
Die vriendelijke dame?
Nee, die bril natuurlijk!