Zo, de eerste hobbel hebben we achter de rug, de kerstdagen van 2020 zijn voorbij. Nu rest ons ‘slechts’ nog de jaarwisseling en dan kunnen we eindelijk dit jaar achter ons laten. Wat een opluchting! Natuurlijk weten we niet wat het nieuwe jaar zal brengen maar het biedt toch wat meer perspectief dan het afgelopen jaar. En dan doel ik natuurlijk op het vaccin wat ons, hopelijk, weer bij elkaar kan brengen. Maar we moeten nog even geduld hebben. Ze beginnen met spuiten op de dag dat ik 57 jaar hoop te worden en daardoor kan ik dan ook zeggen:
Ik trakteer!
Dat is altijd wel weer leuk aan jarig zijn nét na de eerste week van het jaar. Want meestal is de dag van mijn verjaardag de start van een nieuw werkjaar maar ook van de nieuwjaarsrecepties. Zo had ik ooit een werkgever waar het jaarlijkse personeelsfeest gelijk viel met mijn verjaardag. Met een dikke swingende band op het podium en ruim eten en drinken. Later kreeg ik een werkgever die nieuwjaarsrecepties hield op mijn verjaardag dus ik heb zo altijd lekker goedkoop mijn eigen feestje mee kunnen vieren.
Scrooge is er niets bij!
Profiteren van de omstandigheden noem ik het. Dat lijkt verbonden aan mijn generatie, de generatie X. Deze generatie groeide op in een stijgende welvaart en werd daarom ook wel generatie Nix genoemd. Die naam zegt niet veel goeds inderdaad maar die kregen ze omdat ze te maken kregen met een hoge werkeloosheid en de wetenschap dat de seksuele revolutie ook haar nadelen had door allerlei overdraagbare aandoeningen.
Daar was nix aan!
Vóór mij had je de generatie Babyboomers en daarvoor de Stille generatie, dat zijn de mensen die de oorlog hebben meegemaakt en ruim vijf jaar in een lockdown gezeten hebben. Deze bescheiden generatie deed gewoon wat ze moest doen en werkten harder dan alle generaties die volgden. Ze moesten wel want ze wisten hoe slecht het worden kon, na de crisis van de jaren ’30 en een lange oorlog met veel bitter en intens leed. Deze generatie verdient in mijn ogen nog steeds een gouden medaille want wij klimmen nu al tegen de muren op omdat we even pas op de plaats moeten maken in onze vrijheden. Ik niet hoor, ik leg mij erbij neer. Dat verzacht de pijn van het niet zien van familie en het leed wat bedrijven en instellingen nu doormaken.
Maar de generaties na mij, de generatie Y en Z, die weten niet natuurlijk niet wat hen overkomt.
Het voordeel van de Nix’ers is dat ze goed kunnen samenleven- én werken met de andere generaties, zoals de Babyboomers als met de Millennials. En we kunnen ook aardig meedraaien in het digitale wereldje omdat we in de jaren ’90 de geboorte van het internet op nog redelijke jonge leeftijd mee mochten maken. Ik weet nog goed dat ik in de prille jaren ’90 mijn eerste computer kreeg, met Wordperfect. Ik kreeg een blauw scherm voor me en tikte de eerste letters, in het wit. En vervolgens F3 waarna ik het kon benoemen en opslaan.
En daarna gewoon een nieuw document aanmaken!
Er ging een wereld open voor mij want op de typemachine moest ik min of meer in een keer doortikken en daar was ik nu van af. En niks geen gedoe meer met papier en ‘blunderpap’! Ik behoorde nu tot de computernerds! Ik kocht floppydisks waar ik mijn teksten op kon opslaan of kon delen met anderen.
Dit was nog zonder internet!
Vanaf die dag kon ik mij helemaal gaan uitleven op mijn hobby, schrijven. Ik schreef in die tijd voornamelijk verslagen van de volleybalwedstrijden die ik speelde en later ook voor de softbalvereniging waar ik bij zat, de Haagse Sportvereniging Samenspel Overwint Alles, HSV S.O.A. (what’s in a name..) En ik ontdekte het fenomeen ‘schrijvers-vrijheid’, dat ik bepaalde wat er in het verslag kwam te staan. Zo had mijn volleybalteam nooit toeschouwers bij wedstrijden maar in mijn verslag schreef ik het ietsjes anders op: ‘Het laaiend enthousiaste publiek welke in groten getale was gekomen, waren haast niet meer te houden nadat Piet met zijn allesvernietigende smash het winnende punt maakte.’ Daarnaast begon ik ook met de manager van de cateringafdeling waar ik werkte ‘De Catering Courant’, een A-viertje met wat flauwekul verhaaltjes en de verjaardagen in die maand.
Oh ja, inclusief de ziekenboeg fruitmand natuurlijk.
Want de wet op privacy was toen nog voor ons een soort van Eftelingsprookje. Daar waren de meesten onder ons nog niet echt mee bezig. Net zoals ze in de Efteling nog niet aan het maken van pornofilms deden. Over porno gesproken, het internet deed bij mij rond 1995 haar intrede. Via de telefoonlijn kwam ik dan krakend en piepend in verbinding met de rest van de wereld en waardoor mijn wereld groter werd dan ooit tevoren. De generaties na mij, de generatie Y en Z, weten niet beter meer.
Daarom kijken ze heel anders naar ons, analogen.
De Verloren Generatie, ontstaan door het economisch verval welke na de tweede oliecrisis ontstaan was. Ik heb dat persoonlijk zo nooit ervaren, heb altijd werk gehad en heb mijzelf ook nooit verloren gevonden. En wat betreft de oliecrisis zag ik ook geen beren op de weg, nee, integendeel! Door die crisis zag ik spelende kinderen op de weg nadat minister-president Den Uyl ons een beperking in bewegingsvrijheid had opgelegd! Nu hadden we op Terschelling al best veel vrijheid wat dat betreft maar de beelden die in het Journaal ‘s avonds tot ons kwamen via die ene televisiezender (!) spraken boekdelen. Over de ‘snelwegen’ die ons land toen rijk waren reden geen gemotoriseerd voertuigen maar zagen we mensen fietsen, wandelen, rolschaatsen of lekker hardlopen!
En dat allemaal op de Dag des Heren!
Zo zie je maar weer dat beperkingen van alle tijden zijn maar zichzelf ook wel weer oplossen. En soms maken die beperkingen de mens zó creatief dat er weer nieuwe kansen ontstaan. Dat is niet iets van één generatie maar van alle generaties.
En ja, jong geleerd ís oud gedaan!