We zijn er (weer) geknipt voor

Aanstaande dinsdag is het dan eindelijk zo ver. Na weken en weken wachten en elke dag opnieuw de confrontatie aangaan in de badkamer mag het weer! Ik mag naar de kapper! Eerlijk gezegd had ik eerst die wildgroei niet zo door maar na de incubatieperiode van om en nabij de vier weken zag ik de eerste verschijnselen. En drong het pas echt tot mij door. Natuurlijk probeerde ik het nog te negeren en verdoezelde ik het door het weg te halen, met een pincet of schaar. Maar twee weken later was er geen ontkomen meer aan en was de wildgroei van haren op en rond mijn hoofd, compleet.

Ik had een corona-kapsel…

Het enige wat nog wat troost gaf was het feit dat ik niet de enige was. Nee, er liepen genoeg soortgenoten rond die met het zelfde probleem zaten. Langzaamaan zag ik keurige gekapte types veranderen in Neanderthalers, alsof ze zó uit een ver verleden tijdperk kwamen lopen.

Enkel de knuppel over de schouder ontbrak nog..

Opvallend was dat de dames die wilde koppen wel leken te accepteren. Of noem het begrip, zij waren natuurlijk ook slachtoffer van het kapper verbod. Dat was wat! Toen het bekend werd gemaakt hoorde ik in de wijk menige dame een gil geven, een gil waar overduidelijk een flink stukje angst in te horen was.  Want de meeste dames zien de kapper toch echt als het allerheiligste en vinden ultieme geluksmomentjes in de kapsalon waar wij mannen maar weinig van begrijpen. Zij zien het als drie uur ontspanning van de hoogste orde.

Mijns inziens is een half uur lang genoeg om te knippen!

Toch begon het wat te rommelen. Enkele weken na de lockdown hoorde ik termen zoals ‘uitgroei’ en ‘nek uitscheren’ of er moesten ineens ‘verfpakketjes’ gehaald worden. Mijn vrouw ging toen de keuken in om een ‘potsjekoek’, een Terschellinger koek in tulbandvorm, te bakken. Die gaf ze aan de kapper toen ze het bestelde verfpakketje ging ophalen. Toen ik haar vroeg sinds wanneer we betalen met eigen baksels legde ze uit dat het ‘gewoon ter ondersteuning’ was, dat deden wel meer klanten van de kapper.

Zie hier het ontstaan van de Corona-kilo-kappers-knallers!

Eigenlijk was dat ook weer zo’n rare bijkomstigheid, dat er ineens in vele huishoudens van alles gebakken werd. Ik was daar ook slachtoffer van en heb potsjekoek, kruidkoek, mueslikoekjes, appeltaart en krentenbrood van oliebollenbeslag moeten eten. Op een gegeven moment raak je daar aan gewend en zit je rustig twee tot drie keer per dag bij de koffie eigen baksels te eten.

En ja, dan kan je in mijn geval rustig zeggen dat ik daar een slachtoffer van ben.

Dat werd van de week bevestigd nadat ik een ‘lang niet meer aangehad’ overhemd aan wilde trekken. Dat ging dus niet meer. Gekrompen, was mijn eerste reactie, maar de weegschaal besliste anders. Depressief sneed ik mij een extra dik plak poffert af die mijn vrouw gekocht had in de Langestraat om zo de ondernemers een ietsiepietsie te steunen en at het gulzig op. Vervolgens zocht ik hulp bij slachtofferhulp en die mevrouw hoorde mijn verhaal aan.

“Maar de Poffert was wél zeer smakelijk!” waardoor wij vrolijk het gesprek beëindigden.

Ik ben dus wat steviger geworden in de laatste weken maar mijn omgeving lijkt het wel te accepteren. Mijn vrouw noemt mij nu haar ‘beertje’ en zolang ze het verkleind heb ik daar vrede mee. En ja, het overkomt ons allemaal hè, we kunnen er niets aan doen dat we meer eten, minder bewegingsvrijheid hebben en matjes kweken in de nek, over de oren en boven de ogen. Het vrouwvolk ziet het manvolk langzaamaan weer veranderen in echte kerels! Daar valt ook wel wat over te zeggen. 

Want laten we eerlijk zijn, wij mannen zijn de laatste decennia, excusez le mot, zachtjes aan wel wat verwijfder geworden.

We staan wat langer dan voorheen in de badkamer, gebruiken allerlei crèmepjes voor huid en hoofdhaar en zelf ben ik begonnen met baardolie in mijn prille baard te smeren! Na de emancipatie van de vrouw proberen wij mannen dat weer in te halen, competitief als wij zijn. Ook gaan steeds meer mannen naar die thermische baden omdat ‘ze even een moment voor zichzelf willen hebben..’ en make-up is sommigen ook niet vreemd.

Dat gaat mij dan weer iets te ver.  

Maar nu kan ik rustig zeggen dat ik uitkijk naar de knipbeurt van aanstaande dinsdag. Want het is echt een zooitje op mijn hoofd. Plus een op hol geslagen beginnende baard waardoor ik er behoorlijk vervaarlijk bij loop. Toen de kapper mij belde betrapte ik mij erop even een klein vreugdesprongetje te maken. Wel Appte ik direct even een recente foto van mijzelf zodat ze, wanneer ik dinsdag bij ze voor de deur sta, mij niet wegsturen al ware ik een zwerver die op gratis koffie uit is.

Wellicht met een stukje potsjekoek, uit de vriezer van de kapper!

Aanstaande dinsdag mogen ze aan hun meesterwerk beginnen. Dan ga ik extra genieten van het geluid van de tondeuse die zich vanuit mijn nek ronkend opbokst tegen de wildgroei, aangestuurd door de arm van de kapper of kapster. Of naast mijn oren omhoog, dan komt het monotone geluid heel erg dichtbij waardoor ik altijd de neiging heb om in slaap te vallen. Gelukkig houden ze het gesprek wel gaande waarmee ze erger voorkomen.

Maar we gaan het niet over corona hebben!

Want ik benijd ze niet hoor, al die ondernemers die de deuren weer mogen openen. Geheid dat ze telkens hetzelfde verhaal moeten vertellen, hoe ze al die weken doorgekomen zijn en hoe ze gepiekerd hebben. Of de boel wel stabiel genoeg was om zolang gesloten te kunnen zijn. Met andere woorden, dan kom je uit de malaise en moet je er vervolgens ook nog over praten…

Daarom mijn advies, begin gewoon over iets anders, over koetjes en kalfjes van mijn part. 

Die zijn ook altijd zo blij als een kind wanneer ze weer de wei in mogen!

 

 

 

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

2 gedachten op “We zijn er (weer) geknipt voor”

Laat een reactie achter op Gerhard Tebbenhof Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.