Zure mensen. Dat zijn mensen die geen plezier hebben in het leven. Vaak zie je al op het eerste gezicht wanneer je zo’n type voor je hebt staan. Alles wat ze uitstralen is zuurder dan het ergste zuur. Klagend en mopperend gaan ze door het leven. Ooit moet er wat misgegaan zijn met ze, wellicht bij de geboorte of, nog eerder, tijdens de daad van hun ouders…
Ik zie dat dan zo voor mij: moeder ligt in bed, vader kruipt erbij en enkele zuchten later is de daad verricht, draaien ze zwijgend van elkaar af en vallen in een diepe slaap. Tja…daar wordt je niet vrolijk van maar het kwaad is geschied en negen maanden later is de wereldbevolking weer een zuurpruim rijker.
Je komt ze vaak op dezelfde plekken tegen: in de rij bij de supermarkt of in en om treinen. Niet op leuke feesten of andere bijzondere bijeenkomsten, nee, ze zoeken juist de plekken op waar ze het meeste ‘gehoord’ worden. Want dat willen ze, gehoord worden. Hun wil is wet. Wij, gewone mensen die weten dat het leven beperkt is dus haal alles eruit wat erin zit, zijn het doelwit. Ze schuren dicht tegen extremisten aan, net niet genoeg om door de AIVD in de gaten te houden worden.. Maar ja, enig begrip is er wel van mij want het is waarschijnlijk het enige plezier in hun leven dat ze hebben…
Ieder zijn meug zeg maar.
Vandaag kwam ik er weer een tegen tijdens een van mijn zeldzame treinreizen. Ik moest overstappen in Utrecht en bij het verlaten van de trein zei een stem: “Excuses voor de vertraging, de trein naar Leeuwarden staat aan de andere kant van het perron en deze blijft wachten. ….(!)”
Euh, deze rijdt nu weg…..
Oké, kan gebeuren. Ik had nu ineens 30 minuten overstaptijd in plaats van 3. Effe een sigaretje dan maar. Na de eerste trek stond ze (dat denk ik tenminste) ineens voor mij. Ik keek recht in het zure, alternatieve gezicht van deze persoon die geheel in het groen was gekleed. Schudkleuren flitste er door mijn hoofd maar wat een raar kleur voor een uniform? Ik dacht namelijk dat zij een medewerker was van de NS want zij wees mij op het rookverbod. “U mag hier niet roken! Wilt u verderop gaan staan!” Eigenlijk werd het niet gevraagd. Het was meer een bevel.
Nee, ze hoorde niet bij de NS maar was ook een reiziger. Oké, een mondige burger dus. Ik zei dat ik haar bevel zou opvolgen, ware het niet dat ik nog even een whatsappje versturen moest. Maar daar ging ze niet mee akkoord! Het moest nu! Maintenant,tout suite!
Ik heb wel plezier in mijn leven en stapte een paar meter opzij. En telde tot tien. Even later zag ik haar weer: bepakt en gezakt op een fiets, een partner in het groen erachter op de fiets.
Ze fietsten op het perron.
Hier klopt iets niet dacht ik. Even later vroeg ik het aan een rokende NS medewerker of je mag fietsen op het perron.
Nee!
Ik wens de dame in kwestie vanuit de trein een zuurvol leven. Hoop dat het niet te lang duurt…