Het nadeel van wonen in een flat is het feit dat er nagenoeg geen tuin is. Bij mij kan je het woordje ‘nagenoeg’ wel helemaal weglaten want het balkon is zo groot (of klein) dat je er nét met drie personen kan zitten. En als er dan één van die drie even naar binnen moet dan moet er altijd even geschoven worden om hem of haar die vrijheid te geven.
Het zou moeten wennen ware het niet dat ik zo om de twee weken verkas naar het huis van mijn geliefde, 275 km verderop, alwaar ik kan genieten van een tuin met de bekende bloemetjes, bijtjes en parasol met tuinset. En als ik daar dan weer een paar dagen van genieten mag, kan ik gerust zeggen dat het telkens weer een flinke tegenvaller is als ik mijn balkonnetje weer zie, met dat lullige toch-wel-best-handige plastic balkontafeltje van de Blokker.
En daarbij opgeteld de vervelende gedachte weer twee weken alleen te moeten eten en slapen maakt mij rijp voor een depressie in de categorie Code Rood. Gelukkig is de liefde sterker en drijft deze de donkere wolken boven mijn flatje weg.
Want het was weer genieten de afgelopen dagen in de tuin. Terwijl een aantal mussen continue bezig waren met het leeg vreten van een voerpot, stortte ik mij op een lekker tuinklusje: het snoeien van de conifeer en buxus planten. Dat is geen straf. Daar kan ik enorm plezier aan hebben. Ik hanteer de techniek van de kapper, denk ik: eerst de zij- en moeilijke kantjes en daarna de bovenkant. En oh ja, dat snoeien doe ik met een gewone heggenschaar want daarmee kan ik het beste ‘met gevoel’ het groen in de juiste vorm krijgen. Tussendoor stap ik even achteruit en kijk vanaf een afstandje hoe ik vorder. Zoals Rembrandt en Picasso dat deden tijdens het schilderen van hun meesterwerken. Van die afstand zie ik dan oneffenheden die ik dan direct elimineer met de heggenschaar. Soms is het weghalen eigenlijk iets toevoegen, hoe raar dat ook mag klinken. Ja, ik ben best wel artistiek.
De buren keken nieuwsgierig toe vanachter de vitrage. Misschien hoopten ze wel op een misser van me waarna leedvermaak de kop op zou steken. Sommige mensen leven in zo’n kleine wereld dat leedvermaak in hun wereld de boventoon voert. Dag in. Dag uit.
Mijn vriendin kwam zo nu en dan even kijken en overlaadde mij met complimenten. Hierdoor steeg mijn zelfvertrouwen met de minuut en als een echte Hendrik-Jan de Tuinman ga ik tekeer.
Mensen zouden elkaar eens wat vaker complimentjes moeten geven, bedenk ik mij terwijl ik een dikke tak van de conifeer te lijf ga. Die tak is de oorzaak dat het boompje stelselmatig scheef geknipt werd. Het geven van een compliment is een kleine moeite maar kan grote, positieve gevolgen hebben. Even dat schouderklopje, even dat zetje in de rug waardoor de dagelijkse problemen wat meer te vatten zijn. Of sterker nog, opgelost kunnen worden.
Het weekend ligt weer achter mij. Het was weer genieten. Genieten van elkaars liefde. Genieten van een (bijna) normaal gezin te zijn zonder grote afstanden.
Nu was het weer afscheid nemen. En over twee weekjes vallen we elkaar in de armen. Om vervolgens weer afscheid te nemen. Et cetera..et cetera.. Daarom sluit ik af met een enorm compliment voor mijn vriendin en om maar even in de sfeer van de afgelopen week te blijven (half Nederland verbleef namelijk in de Arena..):
Janet, jij bent mijn Topper!