“Hoe zwaar is uw man geschapen?”
“Dat vroeg de gynaecoloog aan mijn vrouw toen ze telefonisch een uitslag bespraken.” zei de man die al een tijdje naast mij zat op het bankje bij de Hema en net zoals ik, zat te wachten op zijn partner. Hij begon daarover, zó ineens uit het niets. “Ze heeft namelijk last van een verzakking en ze gaan haar opereren. De boel weer wat omhoog liften zeg maar.”
Voordat ik wat kon zeggen ging hij verder.
“Maar die dokter vroeg of ík zwaar geschapen ben! En het bleek nog een vent te zijn ook! Ik had dat vanaf de bank in eerste instantie natuurlijk niet in de gaten, zij was immers via de telefoon met hem in gesprek. En daarom begreep ik ook niet dat ze in een vreselijke lachbui uitbarstte. Man man, ze rolde bijna over de grond van het lachen.”
Hulpeloos keek ik snel even achterom, de winkel in, of mijn geliefde er alweer aankwam maar dat was valse hoop want zij heeft altijd heel lang nodig in een winkel. Het zinnetje ‘even een boodschapje doen’ is net zo waar als dat de NCRV/KRO deelnemers van de Rijdende Rechter tegen zichzelf beschermd worden en dat ze zeggen dat integriteit hoog in het vaandel staat. Want bijvoorbeeld het kopen van een Hema worst kan voor haar genoeg reden zijn om een uurtje weg te blijven. En waarom? Omdat het zo leuk is en als het dan een keertje niet zo leuk is komt ze wel weer iemand tegen voor een praatje.
Ik krijg daar maar geen vinger achter. Als ik die worst zou halen sta ik twee minuten later weer buiten. Mochten die twee minuten uitlopen dan had dat te maken met de drukte bij de kassa.
Nu bleef ze ook weer lang weg. Ik had beter mee naar binnen moeten gaan zodat ik de boel een beetje op kon jagen. Maar nee, ik moest zo nodig even zitten op dat klere bankje. Met naast mij een gozer die een vrouw heeft met een verzakking. Hij ziet waarschijnlijk in mij een makker, een lotgenoot of ik zie eruit als een kerel dit in hetzelfde schuitje zit. Ik heb géén idee! En waar blijft ze nou? Ik wil hier weg, ik hoef niet te weten dat zijn vrouw een verzakking heeft en ik hoef helemaal niet te weten hoe zwaar hij geschapen is. Al vermoed ik wat dat laatste betreft dat het meer een lammetje is, gezien de vrolijke reactie van mevrouw Verzakking.
Hij ging verder: “Ik wilde de telefoon overnemen want ja, het is wel een dokter die je aan de lijn hebt en die hebben altijd maar zoveel minuten per patiënt, maar ze vermande zich en ging verder met het gesprek. Tenminste, dat probeerde ze maar veel succes had het niet. Telkens herhaalde ze de vraag en schaterde het daarna uit: Of mijn man zwaar geschapen is?”
Ik staarde inmiddels ongemakkelijk naar mijn schoenen want ik had het idee dat elke voorbijganger naar ons keek.
“En erger, ik hoorde die gast ook keihard lachen aan de andere kant, de lul! Vervolgde hij. “Alsof hij zwaar geschapen is. Alsof mannelijke gynaecologen per definitie zwaar geschapen zijn!” Hij stootte mij nu aan omdat hij kennelijk voelde dat ik afdwaalde. “Dat is toch niet zo?” en ik moest hem nu wel aankijken. En antwoord geven…
“Tja, geen idee eigenlijk. Volgens mij hoef je niet persé zwaar geschapen te zijn om gynaecoloog te worden.” Ik probeerde er nog een grapje in te gooien: “Kleine handen en slanke vingers zijn volgens mij wel een pre.”
“Precies!” zei de man, het grapje totaal negerend. “Maar wie geeft hem permissie dit soort vragen te stellen aan mijn vrouw? Want je weet dat je dit soort zaken niet moet vragen aan de dames want die gaan daar geheid grapjes over maken. Dat zit in hun genen. En hunnie zeggen dat wij weer een voorkeur hebben voor een flink bos hout voor de deur maar ik ken zat kerels die met minder ook zeer tevreden zijn! En weet je, ze snappen niet dat dit soort grappen slecht zijn voor ons libido en vervolgens gaan ze dan klagen als onze jongeheer zich wat minder snel de rug recht. Daar stranden huwelijken op man!”
Ik was het nu zat. Ik rechtte mijn rug om op te staan maar de poging om te gaan staan strandde omdat hij mij bij de arm pakte en verder ging met zijn verhaal. “Ze vroeg toen waarom de dokter dat moest weten en toen vertelde die grapjas dat het te maken had met de operatie. Ze gaan namelijk ‘van onder naar binnen’, of zeg maar via ‘de havenmond van de Maasvlakte.’ De kans is dan wel aanwezig dat het wat uitscheurt waardoor ze moeten hechten.”
Ik rukte mijzelf nu los van zijn armgreep en ging staan, in starthouding om hard weg te rennen maar dit roofdier liet niet los en stond ook direct op en pakte opnieuw mijn arm en ging daarna dreigend recht voor mij staan:
“Die mafkees die zich dokter noemde wilde dáárom weten hoe zwaar ík geschapen ben! Want als ik een roede heb van dik twintig centimeter dan moest hij daar rekening mee houden tijdens het hechten!”
Een golf van misselijkheid trok door mijn lijf en ik hapte even naar adem. Toch voelde ik ook medelijden naar voor deze man en ik zag de angst in zijn ogen. Hij trok mij dichter tegen hem aan en sputterde: “En weet je wat mijn vrouw zei, schaterend van het lachen? Dat de dokter er rustig een zooi hechtingen in kon punniken want ‘mijn man had toch achteraan gestaan bij het uitdelen’!”
Ineens stond mijn echtgenote naast mij, vrolijk lachend zei ze dat ze ook een Hema worst gekocht had. Want die zijn zo lekker bij de boerenkool.