Na het midweekje in Limburg zitten we alweer midden in het dagelijkse leven, staat de wekker weer op standje ‘vroeg op’ en zullen de herinneringen onderdeel worden van onze toekomst. Voor mij blijft het een bijzondere ervaring, waarschijnlijk omdat ik er nog maar twee keer eerder geweest was.
Dat was in Noorbeek en in Valkenburg.
Die keer in Noorbeek was omdat ik mee mocht met de familie van een vriend. We waren een jaar of 16. Twee gebeurtenissen zijn mij altijd bijgebleven. Het eerste was de gang van zaken na een kerkdienst die we mee mochten maken. Want na de dienst liep de kerk leeg en de kroeg ernaast vol en dronken we nog vóór het middaguur een heerlijk Gulpens biertje! Het tweede dat mij bijgebleven is werd een nogal bloederige toestand. Ik heb mij daar namelijk voor het eerst ‘nat’ geschoren, met het mes van de vader des huizes.
Er moest een flink stuk aluinblok tegenaan gegooid worden!
Maar beide keren was gewoon met de auto dus heb ik de bergen alleen maar mentaal gevoeld, niet fysiek. Het zijn heuvels hoor, menigeen heeft mij de afgelopen twee weken wat dat betreft gecorrigeerd. Maar wel heuvels waar ik, al fietsend, als een berg tegenop zag. Naar beneden ging best wel goed, we tikten soms de 40 km/u aan en ik begreep nu wel waarom men steeds vaker begint over helmplicht op de fiets.
Ik kneep, naast mijn samengeknepen billen, mijn remmen kapot!
Want je zou maar vallen, ken inmiddels genoeg verhalen van bekenden die dat hebben ervaren. Vooral als we de laatste afdaling naar onze B&B namen, de Snijdersberg, inclusief een haarspeldbocht. Dan werd het echt wel even spannend.
Och, nu noem ik ons verblijf weer een B&B en dat klopt niet helemaal.
Want alleen de eerste B van Bed klopte. Die tweede B stond niet voor Breakfast maar voor Bakkerij. Dat heb ik zelf verzonnen want die Bakkerij zat aan de overkant van de weg. Daar haalden we onze broodjes voor het ontbijt. Van die lekkere Kaiser- en Schnittbroodje. Dat laatste broodje werd steevast door de verkoopster ‘Sneetjes’ genoemd, ook al vroeg ik om Schnittjes.
Het beleg verzonnen we ook maar zelf.
Mijn vrouw wist dit. Zij had dit ook aan mij verteld. Maar ja, om maar even het cliché te bevestigen, die informatie is op de een of andere manier niet blijven hangen. We moesten het dus doen zonder ontbijt zoals we altijd zagen in het tv-programma ‘Bed & Breakfast’. Dat beeld had ik voor mij maar de werkelijkheid was dus anders. Ik ging nog wel op zoek naar het missende haakje of plankje in de badkamer maar de teleurstelling was groot.
Het was er gewoon.
Uiteindelijk had ik toch nog iets gevonden en na ontvangst van ons envelopje (“Exact het gevraagde bedrag.”) kwam de vraag van de eigenaar of we nog tips hadden. Mijn antwoord was dat ik geen raam kon ontdekken welke open kon. Een gemis voor ons want wij slapen altijd met een open slaapkamerraam. Maar goed.
Er moet altijd wat te klagen overblijven toch?
Woensdag stond in het teken van Maastricht want op het programma stond een bezoek aan de Sint Jan kerk en de Basiliek Sint Servaas. En verder een heleboel winkels met als tussendoortjes enkele terrasjes aan het Vrijthof, deze keer zonder André Rieu en walsende 60 plus echtparen. We tikten die dag de 14000 stappen aan en toen we weer in de auto stapten slaakte ik een zucht van verlichting omdat we niet naar huis hoefden te fietsen.
Die avond vulden wij met bankhangen en Feyenoord aanmoedigen.
De voorlaatste dag van ons midweekje bestond weer uit een fietstocht van om en nabij de 35 km. Nu wel met volledige ondersteuning van onze accu’s op mijn verzoek. Van Geulle via Ulestraten en nog een heleboel leuke plaatsjes naar Valkenburg alwaar wij op zoek gingen naar aardbeienvlaai, daar hadden we al de hele week zin in maar konden het nergens krijgen. Ik spotte uiteindelijk op een terrasje een aardbeienvlaai maar dat terras zat vol. Dan maar naar het volgende terras waar een bord op straat ons lokte met de boodschap ‘Koffie met diverse soorten vlaai’. De ober noemde de soorten in rap tempo op maar aardbeien hoorde ik niet. Dat was volgens hem vloeken in de kerk.
Dan maar de rijstevlaai.
En over de rest van de week kersen-, abrikozen- en appelvlaaien. Je moet toch wat en ach, we fietsen die calorietjes er wel weer af. En je moet ook van het leven genieten anders verzuur je. En zure en zeurende mensen hebben we de laatste jaren genoeg gezien.
Die avond kregen we dan toch eindelijk aardbeien maar dan zonder vlaai en mét ijs!
We gingen namelijk op bezoek bij vrienden van ons, Jan & Jans en de kinderen. Jan komt uit Stadskanaal en Jans uit Gasselternijveen. Zij zijn 33 jaar geleden geëmigreerd naar Limburg alwaar zij een gezin gesticht hebben. Wat mij direct na binnenkomst opviel was dat de beide dochters meer Limburgs bloed in zich hadden dan hun ouders.
Zij zongen, wij vertelden.
Er was veel bij te praten natuurlijk. Laat in de avond en na een heerlijke maaltijd met onder andere verse asperges en verse rodekool namen we hartelijk afscheid:
“De volgende keer bij ons!”
De volgende dag reden we weer noordwaarts, met een bezoekje aan het ‘Witte Stadje’, Thorn. Ook hier waren we onder de indruk van een bouwsel uit het verleden, de Abdijkerk of de Sint- Michaël kerk van Thorn. Hoe hebben ze dat toch kunnen bouwen als je kijkt hoe we tegenwoordig bouwen. Het stadje was ook prachtig en zeer de moeite waard om te bekijken. Je moest wel een zonnebril op want de zon weerkaatste op al het witte om ons heen.
Even later reden we weer verder, nu richting Den Haag alwaar wij met kinderen en kleindochter uit eten gingen, ouderwets in een vol en gezellig restaurant.
Dat was weer een fijn weerzien.
Tegen middernacht waren we weer thuis en ik droomde weg met Jacques Brel:
‘Dan wacht mijn land, Mijn vlakke land’.