De je-weet-wel-man en andere taboes

Steeds vaker zien we hoe taboes doorbroken worden. Alles moet transparant zijn en bespreekbaar. De jeugd weet al niet beter. Dat is op zich best verfrissend want er komen dan wel eens onderwerpen voorbij die eens niet over het weer, de grote beurt van de auto of een samenvatting van een voetbalwedstrijdje gaan. Maar er zitten natuurlijk wel grenzen aan. Ik hoef bijvoorbeeld niet tijdens de koffiepauze te horen hoe iemand de vrije oefeningen in de echtelijke sponde uitgeoefend heeft.

Dat lijkt mij vooral lastig voor de beelddenkers.

Maar een goed gesprek over iemands achtergrond kan mij wel boeien. Vooral omdat je daardoor soms ook de persoon beter leert te begrijpen in zijn of haar doen en laten. Sowieso kan interesse tonen in een ander je eigen ikje verrijken. Of inspireren, waardoor je ineens heel anders naar die persoon gaat kijken. Of dat je door wat de andere je vertelde, je mening over iets of iemand flink bijgeschaafd kan worden. Want zo had jij het nog niet bekeken. Dat is trouwens een hele goede eigenschap, je eigen gelijk bijschaven. Vooral nu, in onze samenleving, dat niemand meer een andere mening accepteert. Een enorme dooddoener want zo kan er nooit meer een fatsoenlijk gesprek (of debat) gehouden worden.

En verliest het begrip ‘nuance’ zijn kracht.

Het taboe welke op ons slavernijverleden rust lijkt ook gebroken te zijn. Honderdvijftig jaar geleden werd de slavernij afgeschaft en deze week was er veel discussie over hóe de Staat die excuses aan gaat bieden. Vanuit Den Haag óf ter plekke, zodat de mensen daar in de ogen gekeken kunnen worden.

Prima die excuses want we kunnen leren van onze fouten uit het verleden.

De televisie-uitzending van Pointer liet zien dat we dat nog steeds níet doen. Daarin zag je hoe het gesteld is met onze arbeidsmigranten en daarvan kreeg ik het schaamrood op de kaken. Vooral omdat we dankzij diezelfde arbeidsmigranten onze welvaart, onze economie draaiende kunnen houden. We hebben ze hard nodig want ze doen werk waar de gemiddelde Nederlander tegenwoordig zijn neus voor ophaalt. In plaats van te zorgen voor deze mensen die huis en haard achterlaten voor een paar rotcenten, stoppen we ze weg in vergane glorie zijnde bungalowparken of oude caravans. Of we proppen ze in kleine kamertjes van Scrooge achtige pandjesbazen.

Moeten de nazaten van deze mensen ook weer 150 jaar wachten op excuses?

Zelf merk ik ook wat opener te worden over bepaalde onderwerpen. Onderwerpen die voorheen binnenskamers bleven omdat je dacht (!) dat het niemand wat aan zou gaan. Nu is dat soms ook zo maar aan de andere kant werkt het ook weer therapeutisch. Even stoom afblazen helpt om je eigen besognes wat beter te kunnen dragen.

Gedeelde smart is halve smart.

Zo praat ik heel makkelijk over een kwaal waar ik aan lijd, slaapapneu. En door die openheid heb ik inmiddels al een heleboel ‘soortgenoten’ gesproken die ook na het kusje aan de partner een masker opzetten om de adem-stops zoveel als mogelijk te beperken. En zo open was ik ook in het verleden over de ellende van een burenruzie en van mijn scheiding. Mijn vorige werkgever vertelde mij tijdens het exitgesprek na een dienstverband van 21 jaar, altijd zo verwonderd te zijn geweest over mijn inzet en lach op de werkvloer. Ondanks de privé perikelen. Ik zei hem dat dit kwam door de hulp die het bedrijf mij bood én doordat mijn collega’s mij steunden door alleen maar te luisteren of even die arm om mijn schouder te slaan.

Zo simpel was het.

Kortgeleden schreef ik nog over het feit dat ik in de bloei van mijn aftakeling zit. Die aftakeling openbaarde zich al enige jaren maar nu werd het ineens wel erg intiem. Dat was nadat de tandarts tegen mij zei dat een opstandige kies niet meer gerepareerd kon worden. De enige optie was trekken! Nou, dat is iets waar je voorheen niet mee te koop liep in mijn beleving, althans, dat dacht ik altijd. En nadat ik het open en bloot vertelde aan anderen kreeg ik er heel wat (gruwel) verhalen voor terug.

Maar het kan nóg intiemer!

Want zo las ik van de week in de krant een artikel over de je-weet-wel mannen. Deze je-weet-wel mannen zijn mannen die zich hebben laten ‘helpen’ aan hun gevoelig onderwerp, hun voortplantingsorgaan. De mannen in dit artikel spraken er over het algemeen heel makkelijk over, met zo nu en dan een spoortje twijfel. De rode draad was wel dat het voor de vrouw fijner is want die hoeft dan even nergens meer aan te denken.

Hooguit aan het onderwerp veilig vrijen.

En het scheelt haar een hele vervelende ingreep. Want bij mannen is het een stuk makkelijker omdat de natuur ooit bepaald heeft de boel buiten boord te hangen. Afijn, het artikel ging ook over wel of geen kinderwensen, de discussie ‘tweede leg’ á la Rob de Nijs en of de seks nog hetzelfde is al ervoor. Hét bewijs dat we steeds vaker gesprekken voeren waar voorheen toch een behoorlijk taboe op zat.

Ik ben zo’n je-weet-wel-man.

De ingreep verliep voor mij nogal stuntelig. Want nadat de dokter mij, man, 37 jaar en vader van drie zonen, opgedragen had in mijn blote kont plaats te nemen op het slagveld, verwelkomde hij nog even een jonge meid die binnenkwam wandelen.

De stagiaire van dienst zeg maar.

Vervolgens werd ik geprikt waar ik niks van voelde en daarna werden de nodige handelingen verricht om mij iets minder man te maken. Althans, zo lachen wij mannen dat een beetje weg. Eén keer vloekte ik even binnensmonds. Dat was het moment dat de leiding naar buiten getrokken werd, dat voelde als een voetbal die in je zak geschopt werd.

Twee weken later moest ik terugkomen, werd ik getest of er nog zwemmers aanwezig waren.

Op mijn brommertje reed ik naar het ziekenhuis en aldaar moest ik het potje vullen. Nou, dat werd een flinke klus! Op het toilet, zonder enige stimulans of opwekkende gedachten, overstemd door het geluid van een …

Kangoo!

De sterilisatieafdeling zat midden in een verbouwing!

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.