Bevrijdingsdag is voor mij onlosmakelijk verbonden met de verjaardag van mijn moeder. Vandaag is ze 88 jaar geworden, een leeftijd om trots én zuinig op te zijn en dat ben ik dan ook. Helaas kunnen we haar niet persoonlijk feliciteren en daarom schrijf ik nu deze ‘ode aan mijn moeder’, om haar nogmaals duidelijk te maken dat ik zo blij ben dat zij mijn moeder is.
Vanmorgen hebben wij haar via de telefoon toegezongen. Halverwege zong zij al in volle borst mee, de schat.
Oké, fysiek is ze in topconditie maar geestelijk is ze soms wat in de war. “Vergeten gaat steeds beter!” roept ze dan lachend. Humor is nu eenmaal een rode draad in haar leven. Maar voor haar is het ook een daad van verzet, verzet tegen het vergeten want het is zonde om alles wat achter je ligt niet meer te kunnen herinneren. En als 88 jarige heb je veel herinneringen, leuke en minder leuke herinneringen die het leven zoveel kleur geeft en gegeven heeft.
Geertruida Smit, geboren 5 mei 1929 te Zaandam als dochter van Piet Smit, een bekende Zaanse beurtschipper en Maria Jansen. In de volksmond gewoon Truus. Of Trui, zo noemt mijn vader haar met regelmaat. Ze was zus van Tiny, Riet, Wim en Arie, inmiddels allen ons ontvallen. Ze was 11 jaar toen de 2e Wereldoorlog begon en heeft die tijd bewust mee moeten maken. Tot haar grote spijt. Ik weet nog goed dat ze elk jaar rond deze tijd alles verafschuwde wat te maken had met de dood en verderf die die oorlog ons heeft nagelaten.
Ze ziet liever de zon schijnen en heeft een hekel aan regen en storm.
Na de Lagere School doorliep ze de MULO en daarna werkte ze als administratief medewerkster en loketbediende op De Lichter, het (drijvende) kantoor van haar vader. Haar moeder, mijn oma, deed het huishouden en in mijn herinneringen was het een hele lieve, zachtaardige oma. Mijn moeder leerde mijn vader kennen toen ze met vriendinnen in de bus op vakantie naar Duitsland ging en enkele jaren later vestigden ze zich op Terschelling alwaar mijn vader ging werken bij zijn Oom, Regnerus van der Zee, eigenaar van Aannemingsbedrijf Van der Zee. Mijn moeder voedde ons op en werkte zo nu en dan bij Ben de Jong, de voorloper van de Blokker in Midsland.
Fietsen is haar hobby. Elke dag weer een ‘slag om West’. Even naar de keurslager en de Hema en daarna ergens een espressootje met een glaasje water. Zes dagen per week. 72 kilometertjes per week, ruim 3700 kilometerjes per jaar. Behalve als het ‘klote weer’ is. Daar wordt ze dan flink chagrijnig en onrustig van.
Toen ik aan de wal ging wonen belden we wekelijks. Zoiets als het wekelijkse gesprek met de minister president maar dan anders. Want zij wilde op de hoogte blijven. En ik ook. We belden dan op maandagavond want dan was mijn vader naar de zangclub. We zaten dan zo een uur weg te lullen en hadden het over het van alles en nog wat. Bijvoorbeeld over de nieuwste plaat van Boudewijn de Groot of ze vertelde dat ze s’nachts, als ze niet slapen kon, op de dijk ging liggen om naar de (volle) maan te kijken. Want ze was gek op de maan en gek op het eiland waar ze op mocht wonen sinds ze met mijn vader ‘ging’. Inmiddels gaan ze al bijna 59 jaren met elkaar. Ze begonnen op Striep, toen naar ’t Achterom en de Westerdam te Midsland en nu op Kinnum. Ze is moeder van 3 kinderen en Oma van 8 kleinkinderen en één Bonus-kleinkind.
Een gevuld leven van hard werken, opvoeden, een huishouden runnen en mijn vader bijstaan als echtgenote van een ondernemer. Zij was de gastvrouw als er iets te vieren was op de zaak en mengde zich moeiteloos tussen de medewerkers waarmee ze altijd veel lol kon trappen. Doordeweeks stond stipt om 12 uur het warme eten op tafel want dan kon mijn vader daarna nog even een dutje doen. Tussendoor wandelde ze vele Brandaris wandeltochten met haar kroost en later, toen ze te oud werd om zelf te lopen, ging ze op post staan om te stempelen. Met een trommeltje dropjes voor de jeugd. Thuis had ze ook altijd zoetigheid liggen en als de kinderen dan weer eens op het nest kwamen werd menig snoeppotje gezocht, gevonden en leeg gevreten. Gebleken is dat dit niet slim was want ik ben nu te zwaar. Mijn moeder niet want die fietste dan gewoon een extra ‘slag om’. Bewegen is minder wegen, het zou een motto van haar kunnen zijn. En ze was altijd te vinden in de gymzaal in haar zwarte gympak, bij Eendracht Doet Overwinnen. Op latere leeftijd, als eind zeventiger begin tachtiger, gaf ze gymles aan de bejaarden….
En toen bleek ineens dat ze een sporthart had en kreeg ze een pacemaker. Inmiddels alweer tien jaar geleden. De artsen snapten er niets van wanneer ze mijn moeder voor het eerst in de wachtkamer kregen: “Mevrouw, u geboortedatum…klopt dat wel? Dat was dus voor haar een bevestiging en tevens de kers op de taart na al haar inspanningen.
Achtentachtig jaar mamsie. Wat een prachtige leeftijd. Vandaag vier je het met je geliefden en wij nemen er vanavond een borrel op. We proosten dan op jouw leven en hopen dat je nog vele jaren onder ons mag zijn in goede gezondheid. En ja, het vergeten gaat steeds beter maar wij helpen je wel de herinneringen te bewaren. Dit is een klein eerbetoon aan jou, van je zoon die je het langst bij je gedragen hebt zoals je dat laatst wist te herinneren.
En ja, ik was soms een dwarsligger maar ik kan het niet vaak genoeg zeggen, je bent een moeder waar wij, je kinderen, ontzettend trots op zijn!
En zo is het precies. Bedankt lieve broer voor dit prachtige stuk over onze lieve moeder