Krasse knarren

Met het ouder worden word je als mens volgens mij ook een stuk emotioneler. Althans, zo voel ik dat, maar ik hoor het wel vaker om mij heen van leeftijdgenoten dat ze steeds makkelijker een traan laten of zich enorm betrokken voelen bij andermans lief en leed.

Een toename in je empathisch vermogen.

Ik vind dat een toegevoegde waarde in het leven, want we leven in een wereld waar we steeds vaker zien dat het ontbreekt aan empathie, -het vermogen om je in te leven in de gedachten en de gevoelens van anderen.

Zodat je hun standpunten en emoties kunt begrijpen-

Zo kreeg ik vorige week een foto onder ogen van een oom van mij, die dit jaar de respectabele leeftijd van 93 jaar hoopt te bereiken. Deze man, in zijn werkbare leven leraar en later schooldirecteur geweest, stond op de foto naast zijn auto, gekleed in spijkerbroek, een hoodie en een sjaal. Een bijzonder moment, of beter gezegd, een bijzonder, emotioneel moment want hij deed afstand van zijn auto vanwege het achteruitgaan van zijn gezichtsvermogen.

Ouder worden is mooi, maar het inleveren is een hard gelag!

Zijn jongere broer, mijn vader (91), in zijn werkbare leven begonnen als Timmerman en later als aannemer, heeft ook een afnemend gezichtsvermogen. Hij reed al geen auto meer en ook fietsen ging niet meer, mede doordat hij vorig najaar fysiek slechter werd. Dat hij niet meer autorijden kon, deed hem wel wat, maar de meeste pijn zat toch wel in het feit dat hij ook het fietsen moest laten. Want hij heeft wat afgefietst in die 91 jaren en ik durf hier zelfs wel te beweren dat hij meer kilometers gemaakt heeft met zijn fiets dan met zijn auto. Toen mijn moeder nog fietste, fietsten ze beiden dagelijks hun rondje. Mijn vader ging ‘om de Oost’ en moeder ‘om de West’, zo ging dat op het eiland Terschelling.

Op zondag fietsten ze samen alle windrichtingen op.

Toen hij begin zomer weer wat opknapte na het vervangen van een hartklep, bleef het zicht matig tot slecht, waardoor de auto nog steeds stil bleef staan. Autorijden zou gewoon onverstandig zijn en aangezien mijn vader het verstand nog steeds op een rijtje heeft, liet hij de auto staan. Maar zijn vrijheid om te gaan en te staan waar hij wilde werd hierdoor flink beperkt, beperkte zich toen tot enkel wat wandelingen met de rollator, naar de dijk of een slag om tussen de buurschappen Kinnum, Kaart, Baaiduinen en Kinnum.

Tot hij de scootmobiel ontdekte!

Dat heeft hem de afgelopen zomer vele mooie momenten opgeleverd, hij kon ineens vanuit ‘stilstand’ gewoon weer meedoen met de rest en kreeg daarmee het gevoel er weer bij te horen. Toch maakte hij niet dagelijks gebruik van dit handige apparaat want je wordt er namelijk wel lui van. Zijn woorden hoor. Dus zo nu en dan pakt hij dan weer de rollator of zijn wandelstok en maakte hij een ommetje of hij beklimt de trap van de dijk achter zijn huis.

Het levert hem van alle kanten respect op.

Mijn vaders jongere broer (89), in zijn werkbare leven smid geweest in de smederij van hun vader, heeft een beginnend afnemend gezichtsvermogen. Hij moest laatst voor de keuring voor zijn rijbewijs en de oogarts wees naar een paar kleine lettertjes op de letterkaart. Hij kon er geen chocola van maken, maar had wel een opmerking klaar voor de arts:

“Ja, wat moet ik daar nu mee? Ik heb nog nooit zulke kleine letters op de verkeersborden gezien!”

Waarmee maar weer de ‘eigen wijsheid’ van deze heer bewezen is, een wijsheid waar alle broers met behept zijn en wij, het nageslacht, mee moeten leren leven. Dat is soms erg lastig want wij hebben immers het beste voor met onze ouders. Vooral vanwege hun hoge leeftijd én de daarbij horende broze gezondheid. Maar goed, die ‘eigen wijsheid’ hebben ze zelf opgebouwd, daar was geen Google of AI voor nodig. Ze hebben dat van hun ouders ooit meegekregen en later, in hun werkbare leven, nog meer vormgegeven. Gewoon door puur zichzelf te blijven, hard te werken én midden in de maatschappij te blijven staan.

Dienstbaar voor de samenleving.

De oudste broer was tot voor kort nog dirigent van het Coevorder Mannenkoor en daarvoor nog bestuurslid van de Bond en de bibliotheek. Mijn vader heeft vanaf zijn 65ste jaar zeventien jaar lang aan de rolstoel gekluisterde Terschellingers voortgeduwd voor een ommetje en hij was tot enkele jaren terug nog vrijwilliger bij het Bunkermuseum. De jongste broer was naast het werken in zijn smederij vierendertig jaar brandweerman. Alle drie deden ze nuttig werk voor de samenleving en bezorgden ze de gemeenschap waar ze deel van uitmaakten veel mooie momenten én veiligheid.

Zij hebben met recht het respect van velen verdiend!

De drie broers zou je kunnen vergelijken met de Drie Musketiers, uit het boek van Alexandre Dumas, want er waren eigenlijk vier broers. Dat was ook de oudste zoon in het gezin, maar hij verdronk op achtjarige leeftijd. Tot op de dag van vandaag gaat zijn naam én die van de andere verloren geliefden in het rond in de familie, in stilte of in het gesprek:

‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten’ (Bram Vermeulen, Testament)

De broers groeiden op met hun vier zussen waarvan er nog twee onder ons zijn en zover ik weet met volledig gezichtsvermogen. De onderlinge band is prima, ze bellen regelmatig met elkaar want ze wonen allemaal op afstand dus even op de koffie is er helaas niet meer bij. Gelukkig zijn ze daar nuchter in en ik denk dat de basis voor die nuchterheid terug te vinden in de basis hoe ze al die jaren al met elkaar omgaan.

Ze komen allemaal uit een warm, sociaal nest.

Maar ze worden ouder en dat besef ik mij steeds meer. En ik niet alleen, ook mijn neven en nichten beseffen dat. Daarom bel ik wat vaker met mijn vader. Voor zomaar een praatje, over het sneue Ajax, maar ook over aan het leven gerelateerde zaken. Vroeger zweeg men liever dan dat men over hun gevoel praatte, maar mijn vader is gelukkig met zijn tijd meegegaan en nu zwijgt hij niet meer. Zo ook afgelopen vrijdag, vanwege mijn ouders hun (67ste) trouwdag. Ik was een dag te laat, maar Pa was het ook even kwijt;

“Maar ik ben je moeder niet vergeten hoor, ik denk nog elke dag aan haar, “zei hij, “ik sta met haar op en ik ga met haar naar bed!”

Auteur: Arjen Veldhuizen

Schrijverijtjes van Muis: Hallo, ik ben Arjen Veldhuizen en mijn roots liggen op Terschelling waar ik in 1964 ter wereld kwam (eigenlijk in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen maar mijn ouders woonden op het eiland). Ik ben getrouwd met Janet en wij hebben samen(gesteld) 4 zonen, Youri, Bas, Sven en Sil. Sinds mei 2020 zijn wij de trotse Oma en Opa geworden van kleindochter Roméline, dochter van Jorinde & Youri! Op de Lagere school kwam ik er al achter dat ik iets met schrijven had, als puber kwam het al meer tot uiting en eigenlijk tot op de dag van vandaag heb ik ‘schrijfdrang’. Op deze website staan schrijverijtjes, Muizenstaartjes zoals ik ze noem, over zaken die mij bezighouden en die ik in de afgelopen 7 jaar aan Facebook toevertrouwd had en teksten die ik schrijf voor Hoemannendenken.nl en OldambtNu.nl. Ik schrijf soms luchtig, soms wat inhoudelijker en laat mij graag inspireren door mijn omgeving. Hieronder staan al mijn teksten die ik vanaf begin 2011 geschreven heb, dus hoe meer je naar beneden scrolt hoe langer geleden. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.