Zaterdag belde mijn vriend Tinus op. Of ik hem maandagmorgen kon helpen met de aanvraag subsidieregeling verduurzaming en verbetering Groningen. Het ging om een bedrag van 10.000 euro en je zou het kunnen zien als pleister(tje) op de wonden die de gaswinning in de loop der jaren in Groningen heeft achtergelaten. Want er was al eerder een ronde geweest om in aanmerking te komen maar doordat hij digiblind is werd dat hem niet. Gelukkig kon hij zich nu beter voorbereiden en met hulp van zijn zoon werden alle documenten klaargezet.
Zodat het ‘de tiende kon gebeuren!’
Voorgaande is natuurlijk een kreet uit de reclamecampagne van de Staatsloterij maar hoe grappig het ook is, hier ging het niet om een grap. Integendeel, dit was serieus geld waar iedereen die woonde in de door de provincie aangewezen postcodes, recht had op 10.000 euro.
Recht op! Het ging niet om een gokje!
Voor Tinus en vele anderen was dit heel belangrijk. Want dit bedrag kon een aanzet zijn voor verbetering of verduurzaming van zijn huis. En die verbeteringen waren nodig ook! Ik hoorde een lichte trilling in zijn stem: “Het is onze laatste kans!” Daar was ik het niet mee eens. “Ze hebben de postcodes aangewezen die recht hebben op dit bedrag dus links- of rechtsom moet je het gewoon krijgen.”
Maar Tinus had daar zo zijn twijfels over.
Ik begreep dat ook wel. Het belazeren van Groningers is al jaren aan de gang. Op radio en televisie kwamen de eerste berichten al binnen, berichten zoals dat er meer aanvragen binnen zouden komen dan dat er geld in de pot zat. Maar omdat ik best simpel in het leven sta kon ik daar niks mee. Want ja, zoveel huizen in zoveel postcodegebieden is zoveel huizen keer 10 duizend euro. En als je dan toch blijft zeggen dat er te weinig in de pot zit dan betekent dat maar één ding:
Je kan niet rekenen!
Het is, helaas, een onderdeel van een beleid welke ons niet vreemd is. Het alom gevreesde en zwaar irritante ontmoedigingsbeleid. Bedacht om het kaf van de koren te scheiden zodat niet iedereen van de subsidie genieten kon.
“Tinus! Maak je geen zorgen, maandagmorgen ben ik om half negen bij je!”
Na aankomst bekeek ik hun laptop en sloot hem direct aan op netvoeding om een lege accu te voorkomen. Ik zag ook dat er een update aan zat te komen maar die liet ik met rust want dan zul je net zien dat die update heel veel tijd in beslag zou nemen. De zoon van Tinus had alles keurig klaargezet op het bureaublad en nadat de klok op negen uur stond zagen we dat er nog 8000 aanvragers voor ons waren.
“Nou, dat valt nog mee..”
Om de moed erin te houden. Tijdens het wachten luisterden we naar RTV Noord. Nou, dat bevorderde ons gemoed ook niet. De verslaggever was de straat opgegaan want de aanvragen konden namelijk ook via de analoge weg aangeboden worden. Bij de Gemeentehuizen stonden dikke rijen met mensen die alle papieren geprint hadden om deze vervolgens op het Gemeentehuis in te leveren.
Want het Gemeentehuis is er immers voor de burgers.
Rijen dik en toch wist de verslaggever net die ene eruit te pikken waardoor de situatie nóg schrijnender werd: hij interviewde een hartpatiënt van 83 jaar die in de rij stond. De man had een stoel bij zich zodat hij zo nu en dan even kon uitrusten want hij stond er al vanaf half acht. En dit was voor hem de beste manier want hij had geen verstand van computers. Tinus zuchtte eens diep en even liet hij zijn hoofd rusten op zijn arm naast de laptop op de eettafel.
Tegen tien uur werd het voorgaande ‘nieuws’ herhaald.
Plus een verhaal van iemand die aan de beurt was in de digitale wachtrij maar op het moment suprême uit de rij geknikkerd werd. En weer achteraan kon sluiten….
Dat gaf de burger moed.
Inwendig begin ik te koken want dit soort berichtgeving is wel erg op het negatieve gericht en daar kan ik slecht tegen. Want de teller voor mij op het scherm liep toch echt af! Met andere woorden, heel veel mensen lukte het wel om erdoor te komen. Ik moest nu alle zeilen bijzetten om de pensionado naast mij weer op te beuren. “Blijf erin geloven Tinus! Kijk naar de teller van de wachtrij, we zitten al (!) op 5076! Dus al die anderen is het al gelukt ja!”
Mijn vriend keek mij aan en dacht vast dat ik niet goed ben.
Maar hij wist ook dat ik op dat moment de enige was die hem kon helpen. Mits het systeem ons er niet uit donderen zou. Dat was nog mijn grootste angst. Want zoals Peter Pannekoek het al zei in zijn oudejaarsconference, de overheid en computerprogramma’s hebben nog niet veel succesverhalen afgeleverd. Tegen twaalf uur stond de teller op 4500 en hij liep nog steeds af. Nu was de dochter van Tinus binnengekomen om mij af te lossen omdat ik naar mijn werk moest. Ik begreep nu ook dat er mensen speciaal vrij voor hadden genomen.
Maar dat is vast niet iedereen gelukt bedacht ik mij!
Want door de corona besmettingen zit de een na de andere bij huis. Anderen zullen dat op moeten vangen. Velen zullen dat accepteren maar vandaag kon dat wel eens betekenen dat je 10 rooitjes mis zou lopen.
Waarmee de zoveelste reden van deze onzinnige manier van geld verdelen bevestigd werd.
De dochter van Tinus moest wel om half twee naar de tandarts maar gelukkig wilde mijn vrouw die een dagje vrij had de dochter weer aflossen. Tijdens het verloop van al die uren werd zelfs mijn optimisme behoorlijk op de proef gesteld en vervloekte ik diegene die dit ‘systeem’ bedacht hadden. Hoe zouden die nu kijken naar al die mensen die zo graag in aanmerking willen komen voor een bedrag waarmee ze geleden leed iets zouden kunnen verzachten? Een bedrag wat totaal een schijntje is van al die miljarden aan inkomsten van het Groningse gas? Lezen ze al die berichten van mensen die uren en uren achter een computer gezeten hebben of in de rij hebben moeten staan voor het Gemeentehuis? Slapen ze nog wel goed?
Ik zou niet meer kunnen slapen.
Tegen drie uur kreeg ik een appje van mijn vrouw: “Het is gelukt! Vraag niet hoe maar het is gelukt!” De collega waar ik mee werkte schrok van de kreet die mij ontglipte. Een kreet van vreugde. Nu is het afwachten of Tinus en al die andere aanvragers krijgen wat ze toekomen, wat hun als een worst voorgehouden is. Ik gun het ze. En ik gun de nieuwe, kersverse regering het inzicht om dit nooit, maar dan ook echt nooit meer op deze manier te organiseren.
Want het is om je dood te schamen!