Soms sta ik versteld van mijzelf. Zoals afgelopen week. Al maanden stonden er dozen vol met ouwe meuk in een kamertje die weer volstond met gereedschap,verfmaterialen, behang en rotzooi. En mijn flat is al niet zo groot dus de ruimte kon veel beter benut worden door eens flink te ruimen. Maar dat gaat niet vanzelf en er waren ook geen kaboutertjes, AH hamsters of Doenertjes (die van de Freggles!) die het even voor mij zouden doen. Nee, dan zie je ze niet!
Dus toen heb ik het zelf maar gedaan…
Dat was afgelopen week en nadat ik eenmaal begonnen was, was ik niet meer te stoppen. De hele vloer lag dagenlang bezaaid met papieren, foto’s en negatieven, voedingen van apparaten die allang weer gerecycled zijn, gebruikers handleidingen van die apparaten, oude voetbalschoenen (Quick uiteraard!), kisten vanuit de tijd dat ik het land nog dienen moest, de eerste Kruidvat-brilletjes omdat ik maar niet wilde toegeven dat mijn ogen achteruit gingen en boeken van een school die ik ooit doorlopen heb. Plus alle rommel die ik nog niet genoemd heb.
Nu zeg ik wel dat er in die oude dozen ouwe meuk zat maar dat is niet helemaal zo. Ja, voor anderen misschien maar voor mij zijn ze heel belangrijk. Want ik heb nog steeds alle brieven die ik ooit ontvangen heb van deze en gene, meestal dames by the way… Nee, ik schep niet op, ik was gewoon een schrijvertje en onderhield zo het hele jaar vele contacten (voornamelijk toeristen die ik leerde kennen op Terschelling) door het hele land heen, in stand.
En alle (liefdes) brieven van mijn huidige partner, toen mijn eerste serieuze ‘verkering’…
Daarnaast heb ik ook alles wat ik ooit geschreven of gecreëerd heb, bewaard. Ik kwam zelfs nog een maaksel tegen van de tijd dat ik net schrijven kon, ergens tussen de 1e en 2e klas vermoed ik, een boekje in de vorm van een kerstklok met daarin versjes geschreven.
Eigenlijk lag mijn hele leven in die dozen…. En nu op het laminaat!
Enkele dagen later was de klus klaar. Vijf dozen wist ik te reduceren tot twee en ook het rommelkamertje werd aangepakt. Daar kan ik nu weer gewoon in lopen zonder hink-stap-sprongen. Trots vertelde ik het mijn jongste zoon (Sil,13 jaar) en die zei nog net niet: “Dat zou eens tijd worden!”
Nee, hij is slimmer dan mij (hij mag pas drinken na zijn 18e jaar waardoor hij ook slimmer zal blijven dan mij…) en bood aan om de lades van de vitrinekast eens flink op te ruimen. Dat was een goed plan en sloot mooi aan bij mijn opruimmanie. Niet veel later en een vuilniszak voller was de klus geklaard en werd deze huisvlijt opgeleukt door een stoeigevecht tussen vader en zoon. Zo hoort het ook, jongens moeten meer stoeien, sjouwen, bouwen of in plassen springen en groene knieën hebben na een partijtje voetbal. En tegen bomen plassen of, nog leuker, schrikdraad!
En die herinneringen stoppen ze dan in een doos zodat ze die na 50 jaar weer eens tegen kunnen komen in een kamertje die vol staat met rommel en ouwe meuk…