Wanneer ik in de auto zit luister ik met grote regelmaat Radio 1, voor de actualiteiten, de sport maar ook voor een goed interview. Het voordeel van radio is dat je niet afgeleid word door beelden waardoor je de inhoud veel beter tot je neemt. Je begint niet te staren naar een neushaar of een pukkel welke steeds groter lijkt te worden. Dat had ik bij (de gestopte) Jeroen Pauw. Die heeft altijd zijn tweede knoopje los van zijn overhemd en links of rechtsom, ik begin altijd te staren naar die plek, dat geultje net boven zijn borstkas.
Het blijkt een litteken te zijn.
Want ja, we weten tegenwoordig alles van de Bekende Nederlanders, dat is ook een van de voorwaarden die gelden wanneer je een Bekende Nederlander wordt. Jeroen heeft ooit aan de Libelle uitgelegd dat hij als tweejarig kind een tracheotomie heeft gehad omdat hij het zo benauwd had. Dan maken ze een sneetje in je luchtpijp. Met als resultaat een litteken dat door de jaren alleen maar groter en groter want het groeit met je lijf mee. Net als zeg maar met de geslachtsorganen.
Maar dat laatste wil ook wel eens tegenzitten…
Nu werd Frank Kramer geïnterviewd. Frank is een veelzijdig mens, ooit kwam hij in beeld als voetballer van Telstar, MVV en Volendam. Hij viel op, niet door zijn voetbalkwaliteiten maar om zijn Frank Kramer zijn. Al gauw was hij te zien in televisie programma’s zoals Avro’s Sportpanorama, de Frank Kramer-show, Hints en Boggle, allemaal programma’s ter vermaak van het volk. En tussendoor zagen wij hem meezingen in een soort TROS (vergelijkbaar met het WNL van nu) bandje die met het nummer ‘Standing on te Inside’ zelfs de Top 40 behaalde.
Zie https://youtu.be/GaL8alohheI en verwonder je slechts….
Later werd hij commentator bij Eurosport waar hij vorig jaar op een ludieke manier mee stopte; hij versloeg een voetbalwedstrijd maar had het over totaal andere zaken, onder andere las hij een gedicht van Willem Wilmink voor.
Kortom, een man die het lekker buiten de lijntjes kleurt.
Hij verraste mij nu ook weer. Want hij vertelde overgevoelig te zijn voor van alles en nog wat; voor mensen die smakken met eten. Voor gebaren, zoals een vrouw die continue de haren achter haar oren duwt, voor mensen die een snoepje in de mond hebben en voor geluiden. Ik herkende mij hier direct in en riep keihard in de auto:
“Ja! Ja, dat heb ik nou ook!”
Zo ben ik hypergevoelig voor bijvoorbeeld Marco Borsato. Ja,ik weet het, er zijn mensen die met hem weglopen en dat mag ook. Maar ik kan die gozer niet verdragen. Zijn persoon niet maar helemaal zijn liedjes niet. Maar door mijn hypergevoeligheid hoor ik hem juist! Wanneer ik alleen ben dan druk ik hem snel weg maar dat lukt natuurlijk niet in gezelschap, dan moet ik hem ‘full monty’ ondergaan. Daarnaast is het blaffen van honden voor mij een dingetje. Natuurlijk snap ik dat die beesten alleen maar kunnen blaffen, maar regelmatig hoor ik ze uren achter elkaar blaffen. Dan denk ik: ‘Dat beessie heeft ergens last van, is ziek of ergens bang voor.’ Maar de leiders van de roedel denken daar kennelijk anders over en laten het gebeuren, die horen het niet. Doof geblaft.. Als ik eigenaar was dan zou ik toch echt navraag doen bij Martin Gaus. Of bij een goede KNO arts!
Of, wanneer Gaus en de KNO arts het ook niet meer zien zitten, investeren in een bezoek aan hondenpsycholoog Cesar Milan.
Daarnaast ben ik ook overgevoelig voor herhalende gesprekjes. Zo had ik een collega die wel zes keer in het uur mij wees op het nog te verwachten kerstpakket: “Ik ben zóóó benieuwd wat er in zit dit jaar!” Meestal begon het al in september. Ik ergerde mij er verschrikkelijk aan maar op een gegeven moment passeerden we een grens en sloeg het door naar gekkigheid. Dan confronteerde ik hem op de meest rare tijden met die vraag:
“Ik ben zó benieuwd…!”
Hij hield ook van gezelligheid en gezellige dingen doen. Dan bedacht hij iets wat we met nog enkele collega’s zouden kunnen gaan doen en dan volgde steevast het volgende zinnetje:
“Leuk! En als je dan een gezellig cluppie hebt..”
Maar dichter bij huis hoor ik het bij mijn vrouw. Bij haar gaat het eigenlijk het hele jaar door. Bijvoorbeeld als we besloten hebben stamppot maus te gaan eten. Dan roept ze steevast aan het einde van de dialoog: “Och, ik kan mij daar zo op verheugen!” Of als we langs het Winschoter Diep lopen, fietsen of met de auto rijden en het water ligt er rimpelloos bij: “Och, moet je kijken, het water is bladstil! Net een spiegel!” Of, als de herfstkleuren (of de lentekleuren) weer in de bomen zitten, dan roept ze mij haar verwondering hierover toe, elk seizoen weer, elk jaar weer. De laatste tijd schiet ik in de lach en ben ik, net als bij die collega, toch die grens van acceptatie overgegaan. Dan zeg ík het voordat zij het zegt! En ach, haar verdediging is natuurlijk waterdicht:
“Wees blij dat ik zo enthousiast kan zijn over de ‘gewone’ dingen..”
En daar heeft ze natuurlijk tweehonderd procent gelijk in!! Want zolang je nog kan genieten van de bewegingen in de natuur en daar ook oog voor hebt, geniet je volop van het leven. Je kan ook bijvoorbeeld twee dagen met de kerst in een winkelcentrum of meubelboulevard gaan rondlopen. Of op Eerste Kerstdag ‘gewoon’ nog even naar de supermarkt gaan voor een vergeten boodschapje.
Maar het allerergste en het meest tenenkrommende zinnetje waar ik maar niet aan kan wennen is een vraag die ik vaak krijg wanneer ik lekker aan het koken ben, bijvoorbeeld een dinertje met de kerstdagen. Zowel mijn vrouw als haar regelmatig mee etende vriendin hebben daar een handje van, net op het moment dat ik druk bezig ben met alle ingrediënten op het juiste moment op het bord te krijgen:
“Kan ik nog wat voor je doen?”
Daar ben ik dan wel voor in behandeling….
Hahaa geweldig stuk piemel ben zeer vereerd …