Het bladblaasseizoen lijkt dit jaar vroeg te beginnen. Met van de week de eerste herfstdag in de zomer zag ik ook de eerste bladblazer alweer aan het werk. Normaal gesproken heb ik een hekel aan die dingen. En dan met name het geluid wat ze voortbrengen. Menig uitslaap dag werd verpest doordat iemand ’s morgensvroeg al begon te blazen. En die dingen lijken zich razendsnel te vermenigvuldigen want tegenwoordig lijkt het wel of iedereen zo’n ding heeft.
Iedereen?
Nee, één huishouden in Winschoten nog niet. Nog niet inderdaad, maar de druk wordt groter en groter. Want de ene helft van dit huishouden wil een bladblazer en de andere helft wil niet zo’n ding.
Drie keer raden wie..
Vroeg in dit jaar was ik bijna overstag gegaan. De Aldi had van die dingen te koop en in een vlaag van verstandsverbijstering stelde ik ineens aan mijn vrouw voor om er daar eentje te kopen. Want naast de gezellige prijs van dit ding was het ook nog een draadloze en geheel elektrisch. Qua geluid dus ‘uitslapers’ vriendelijk. Mijn vrouw maakte in haar hoofd een vreugdesprongetje want ze wist dat zij het vooral niet moest laten merken. Zij was allang klaar met al dat spul wat steeds van de bomen in onze tuin viel, de zaden van de Iep naast ons huis. Ook ik had mij gestoord aan dat spul want je liep het telkens naar binnen. En je kon er niet tegenaan vegen. Het kwam ook in mijn irritatiezone…
En ja, in de herfst kwam de rest van de boom naar beneden!
Om de koe maar direct bij de horens te vatten stonden we even later bij de winkel. Omdat het regende bleef zij in de auto zitten en ik beloofde haar met een bladblazer terug te komen. Voor in de winkel stond een hele stapel bladblazers maar de accu’s die ervoor nodig waren lagen in de winkel. Na een speurtocht tussen al het gebodene kwam ik bij navraag bij een van de medewerkers erachter dat de accu’s op waren.
Ik zag dat als een teken.
“We lenen die van je vader wel!” zei ik resoluut terwijl ik behoorlijk nat van de regen weer instapte. “Of we kijken nog wel even bij andere bladblazerwinkels.” Vrouwlief zweeg, ze wist dat een leven met een bladblazer weer even ver was dan in het leven ervoor. En ja, hij had ook wel gelijk, we konden die van haar vader ook wel lenen. De rest van het jaar werd er niet meer gesproken over een bladblazer en we leefden nog lang en gelukkig.
Ondanks de vele bladblazers (én de hogedrukspuiten) die onze buurt rijk is.
Door die vroege bladblazer die ik van de week spotte zit ik nu alweer met mijn hoofd in herfstsferen. Dat komt ook door al dat negativisme op de wereld. Ik begrijp dat niet. Terwijl mensen om ons heen dagelijks moeten knokken tegen de verwoestende werking van ziektes of geliefden veel te vroeg verliezen door een ongeluk, zie je een deel van de mensheid continu overal tegenaan trappen. Dwarsliggers die op een agressieve manier hun mening proberen op te dringen en daarmee vergeten te doen waarvoor ze ooit op de wereld gezet zijn.
En dat is leven.
Ook ik weet donders goed dat ik mij druk maak om niks wat betreft die bladblazers. Ik ga dan ook geen Facebook pagina beginnen met bijvoorbeeld de titel ‘Bladblazerwaanzin’. Of naar Den Haag om daar te demonstreren tegen bladblazers en aanverwante irritante artikelen. Want er hebben zo ontzettend veel mensen in dit land baat bij een goede bladblazer en ja, waarom zou ik hun leefgenot dan dwarsbomen.
Nee, ik probeer juist nu meer van het leven te genieten. Bijvoorbeeld door weer eens boswandelingen te maken. Maar dan moet je tegenwoordig wel goed uitkijken waar je loopt want er is iets raars aan de hand. De bossen worden namelijk tegenwoordig bezocht door zogenaamde ‘bospoepers’. Dit zijn mensen die vanwege de Corona beperkingen ineens weer het bos ingaan en er dan achter komen dat er in die bossen geen toiletten zijn.
Nou ja zeg, dat is raar!
Want waar ze voorheen altijd heengingen waren er altijd toiletten aanwezig, vaste of mobiele maar je kon er om een boodschap gaan zeg maar. En wat moet je dan als de nood hoog is? Juist, dan laat je je broek zakken en ga je je kunstje draaien in de volle natuur. Het boswachtersgilde wist zelfs te vertellen dat sommigen de gedachte hebben dat ze met hun ‘gift’ de natuur een groot plezier doen.
Nou, daar denkt de natuur echt anders over!
En de boswachters ook. En de mensen die al hun hele leven door de bossen lopen ook. Het is gewoon goor, vies en abnormaal. Of hebben deze mensen teveel naar die survival programma’s op National Geographic gekeken? Je weet wel, die programma’s dat ze zo’n Super Padvinder volgen met een camera in een afgelegen gebied. Je ziet dan dat die gasten zich voeden met wat de natuur hen geeft, zoals bijvoorbeeld van die dikke, witte wormen. Volgens de voice-over is die worm zeer eiwitrijk en voedzaam. En vervolgens komen de sprinkhanen, mieren en andere veel voorkomende griezels aan de beurt en zien we de ‘overlever’ het ongedierte wegspoelen door te drinken uit een brandschoon bosbeekje.
En als de camera gestopt is schuiven ze snel aan bij de maaltijd voor de crew…
Maar je ziet ze nooit poepen en dat zal wellicht te maken hebben met onze beschaving. Daarom is het wel raar dat onze bossen onder gescheten worden. Tuurlijk, soms kan je ‘huishouden’ door bepaalde omstandigheden in de war geraakt zijn waardoor de controle even weg is. Maar graaf dan een kuil! En veeg de boel dan af met een toevallig voorbijkomend konijn of eekhoorn in plaats van tissues of van die zogenaamde ‘natte’ doekies waarmee je tegenwoordig ook je winkelwagentje mee moet schoonmaken.
Je zou haast zeggen dat deze bospoepers met voorbedachten rade naar het bos gaan..
Oké, dat scheelt thuis wel weer irritaties!