De vrouw hing half over de balie van de apotheek en pakte het papieren zakje met de medicijnen aan. “Kan ik u verder nog ergens mee helpen?” vroeg de apothekersassistente. De vrouw kwam iets overeind uit haar hangende houding. Alsof ze hierop gewacht had. Ik schatte haar op een jaartje of 70 maar haar stem, ze sprak heel langzaam en een beetje zeurderig, maakte haar veel ouder. Ondertussen lees ik de regels van het huis. Dat men waarde hecht aan elkaars privacy en dat je dus achter de rode streep moet blijven als je nog niet aan de beurt bent.
Nou, ik stond daar ruim achter maar hoorde alles wat er gezegd werd.
“Euh ja, ik heb nog wel iets. Mijn kleinkinderen gaan volgende week op vakantie, naar Duitsland…Een fiets vakantie, ze zitten dus de hele dag op de fiets en nu vroeg ik mij af of er ook pilletjes zijn tegen diarree..” Zowel de apothekersassistente als ik snapten het verband niet tussen Duitsland, fietsen en diarree maar ik bleef dat denken en de apothekersassistente vroeg er in haar verbazing wel naar: “Maar mevrouw, Duitsland staat niet echt bekent als land om een virusje op te lopen..” Ze bracht het netjes. En ik was het met haar eens, leek die ik ben. Duitsland is immers te vergelijken met ons landje, alles keurig geregeld enzo.. we hebben dezelfde wetjes enzo…wij hebben een wetje over Majesteitsschennis, zij hebben een wetje over het niet mogen beledigen van bevriende staatshoofden…
“Maar stel dat ze tóch last van diarree krijgen dan zijn pilletjes toch wel handig om bij de hand te hebben..” zei de vrouw waarop de apothekersassistente knikte en uit het schap achter haar drie doosjes pakte. “Drie doosjes is wat teveel van het goede hoor!” zei de vrouw ietsjes verbolgen en duwde direct twee doosjes retour over de balie. De apothekersassistente knikte opnieuw en ik zag aan haar blik dat het haar ook niet meer boeien kon. En mij ook niet want dit begon een beetje te lang te duren.
“Hoeveel daags moet je dan zo’n pilletje innemen?” vervolgde het zeurpruimpje. De apothekersassistente zuchtte en bekeek de gebruiksaanwijzing op de verpakking; “6 tot 8 pilletjes per dag, afhankelijk van leeftijd..”
“Wat? Maar dan is zo’n doosje zo leeg!” antwoordde mevrouw de hypochonder en ze pakte snel de weggeschoven doosjes weer terug, kennelijk bang dat ze ineens uitverkocht zouden raken want ja, een virusje heb je zo te pakken.. “En mijn man krijgt medicijnen voor zijn prostaat en hoeveel pillen mag hij dan eigenlijk hebben?” Beide hoofdrolspelers keken elkaar nu aan. De spanning was te snijden en de rij met wachtende en steeds ongeduldig wordende klanten wilden de twijfel bij de mevrouw wel wegschreeuwen: Koop die rommel en begin alvast maar direct met slikken van die pillen zodat zij en haar familieleden de eerst twee maanden niet meer naar de wc hoeven!
Want stel je voor dat ze ook nog over iets anders gaat beginnen wat je kan oplopen in het buitenland….Knokkelkoorts, malaria, het zika virus, West Nijl koorts, de Gele koorts…
Onze blikken, ja, ‘onze’, want de andere klanten, de apothekersassistente en ik stonden als één blok tegenover dit mens die kennelijk thuis te weinig aandacht kreeg en daardoor zo geworden is. Ooit. Misschien was ze lang, heel lang geleden wel gewoon een vrolijke dame die met twee benen in het leven stond maar door de jaren heen zuurder en zeikeriger geworden is door allerlei websites en televisieprogramma’s over ziektes of vanwege enge verhalen over opgelopen virusjes van mensen in haar directe omgeving.
Het is net als kijken naar die programma’s over criminele activiteiten. Als je alleen maar naar dit soort programma’s kijkt krijg je een beeld van de wereld die boos en verdorven is en verlies je oog voor de rest van de mooie en leuke dingen in het leven en het vertrouwen in de mens.
Terwijl je nooit ver hoeft te zoeken naar een beetje vrolijkheid.
Ik was enkele weken geleden met mijn geliefde mee naar een kledingwinkel voor dames. Een hele stap maar ach, geven en nemen is een ongeschreven wetje dat wel handig is als je om elkaar geeft en inmiddels wist ik dat er altijd wel een ‘zitje’ in zo’n winkel zit met een koffieapparaat waaruit verse koffie getapt kan worden. Van deze winkel wist ik al door een eerder bezoek dat er ook scheutig gedaan werd met koekjes of andere lekkere zoetigheden dus mij hoorde je niet klagen.
Al gauw zat ik aan de koffie van vers gemalen bonen en ik liet mij het eerste (!) mergpijpje goed smaken. Ondertussen kreeg ik mijn geliefde in verschillende creaties te zien en dan mocht ik mijn mening geven, over het algemeen is dat een algemene mening want als man moet je voorzichtig zijn. Eén keer was mijn mening heel duidelijk! Dat was toen er een broek getoond werd waarvan het kruis op de knieën lag.
Verschrikkelijk. Volgens mij heeft die vrouw aan de balie ook wel zo’n broek in haar kast hangen!
Na een uurtje of twee verlieten we blij en opgetogen de winkel. Ik was een beetje misselijk van de mergpijpjes maar het was te dragen. Direct pal ernaast was een kledingwinkel voor mannen en de aantrekkelijke (aanprijzingen) aan de rekken buiten nodigde ons uit om toch maar even binnen te kijken. En ik had immers een nieuwe jas nodig. Mijn geliefde had al een keus gemaakt en zij overhandigde mij twee jassen die ik moest passen. Natuurlijk keek ik eerst naar de prijs en warempel, dat was een koopje! Ik stond nu recht tegenover mijn partner en keek haar aan. Zij keek niet naar mij maar om haar heen en door mij heen. Ik voelde mij ineens heel erg wanhopig en afhankelijk want als zij er niet haar aandacht bij heeft dan komen die dames en heren of die jongens en meisjes die daar werkzaam zijn mij vragen: “Kan ik u ergens mee helpen?” of “Lukt het allemaal?”
Waar is hier de nooduitgang?
“Lieverd,” zei ik net iets te hard toen ik mijn jas aan haar wilde geven zodat ik kon gaan passen, “zou je asjeblieft mij nu even aandacht willen geven? Ik heb jou net twee uur lang aandacht gegeven!”
Het drong niet direct tot haar door, pas toen een medewerkster die achter mij stond zich er ook mee ging ‘bemoeien’ plus een echtgenote van een ander ‘slachtoffer’, schrok ze wakker uit haar trance en begon mij overdadig aandacht te geven. Nadat ik de twee jassen gepast had kreeg ik van de dames (waar ik niet om gevraagd had) en mijn geliefde de uitslag welke het beste stond en ik was het daar ook wel mee eens.
Mooi! Ik liep direct naar de kassa, rekende af en liep de winkel uit. Nee, ik hoef geen koffie en ook geen wijntje! Zo doen wij dat.
De vrouw die achter elke boom beren zag rekende nu haar anti-diarree pillen af. Toen ze mij passeerde keek ze even op en knikte mij toe, bijna verontschuldigend kwam er een goedemorgen uit haar mond.
Het lange lontje in mij zei goedemorgen terug. Mijn korte lontje dacht: Krijg de schijt!”