Het was van de week weer Dierendag en rond die dag bericht de media ons weer met van alles over dieren. Zo bleek dat we steeds meer uitgeven aan kleding voor dieren. Ik herhaal: we geven steeds meer uit aan kleding voor dieren. Crisissen of niet.
We geven dus geld uit om onze dieren aan te kleden.
Blijft bijzonder om dit soort berichten te lezen. De liefde voor dieren begint onderhand exorbitante vormen aan te nemen. En de liefde voor de mens neemt juist af. Dat snap ik wel als je ziet hoe sommige mensen zich tegenwoordig gedragen. Grote bekken lijken steeds meer ‘normaal’ en de gewone mens zoekt het dan maar elders. Bijvoorbeeld bij honden.
Want die geven geen grote bek.
Ik moet daaraan toevoegen dat er ook grote bekken rondlopen met honden hoor. Kunnen ze die mooi klein houden want dat vinden grote bekken fijn, macht over een ander hebben. Nog niet zo lang geleden zag ik zo’n type lopen. Hij zag er heel stoer uit. Naast hem liep een hond, met de kop heel onderdanig gebogen, ogen constant naar de baas gericht en de staart tussen de benen.
Typisch een gevalletje Dierenbescherming.
Want honden, of dieren in het algemeen, kunnen zichzelf niet beschermen tegen mishandelingen of verbaal geweld. En hun trouw wordt in dit soort omstandigheden enorm op de proef gesteld. Ook als je ze kleren aantrekt.
Want dat is dubbelop.
Ik kan daar slecht tegen, tegen de ‘ vermenselijking’ van dieren. Dat kinderen die neiging hebben snap ik wel maar steeds vaker zie je dat ook de volwassenen zich hiermee bezighouden. Want het is zo zielig. Zo moest ik op een regenachtige avond het hondje van mijn schoonvader uitlaten. Tijdens het omdoen van de riem riep hij vanuit de kamer dat ik niet vergeten moest om zijn jas aan te doen. Natuurlijk ben ik hem dienstbaar maar in dit geval even niet. Ik riep terug dat ik het zou doen maar liet de jas, hangend aan de kapstok (!), ongemoeid.
Even dacht ik dat het hondje mij dankbaar aankeek.
Eenmaal weer terug pakte ik de natte hond op en zette deze op het tafeltje in de schuur. Vervolgens pakte ik een handdoek en wreef haar lekker droog. Nadat ze weer met vier poten op de grond stond, schudde ze haar vacht nog even lekker uit en vervolgens keek ze mij aan met haar meest liefdevolle blik. Want ze wist wat er komen zou:
De beloning.
In de vorm van een klein koekje. Een hondenkoekje, zonder toegevoegde suikers zeg maar zoals wij mensen die eten als we braaf geweest zijn. Of als we gewoon trek hebben in iets zoets. Of als we troost zoeken omdat het leven niet altijd even eerlijk of fijn is.
Of omdat het zo gezellig is!
Dat hoor ik hier thuis nog wel eens. Meestal nadat ik alle koekjes weer opgegeten heb en de vrouw in huis misgegrepen heeft. Waarom ik al die koekjes opgevreten heb. “Waarom? Omdat ik ze lekker vind. En omdat we ze in huis hebben.” antwoord ik dan, wetende dat ze daar natuurlijk geen genoegen mee neemt. Ik zou ook balen als ik iets wil pakken omdat ik daar zin in heb en er dan achter kom dat het er niet meer is. Het is nog net niet een lege verpakking. Nee, die moffel ik weg in de vuilnisbak.
Sporen wissen, zie ik ze ook altijd in krimi’s doen.
Meestal gooi ik mijn standaard betoog op tafel. Dat ze al die gezellige dingen gewoon niet in huis moet halen. Zij is het daar niet mee eens want ze vindt dat dit soort dingen gewoon in huis moeten kunnen liggen. Zodat er zo nu en dan een koekje of een chocolaatje gepakt kan worden. Nou, dat lukt mij niet. Ik lijk wat dat betreft ook op een hond. Die vreten alles op wat ze voorgeschoteld krijgen. Ook een dingetje wat hondenbezitters wel eens vergeten willen.
Die laten nog net niet de hond mee-eten met de dagelijkse pot.
Terwijl dat juist zo slecht is voor de hond want die hoort geen zout, suiker of andere toevoegingen te eten. Wanneer ze dat wel doen dan is de kans groot dat er een bezoek aan de dierenarts aan zit te komen. Of dat ze te vroeg qua fitheid en gewicht het loodje moeten leggen. Qua fitheid omdat ze te weinig uitgelaten worden en qua gewicht omdat ze te veel eten krijgen. Natuurlijk begrijp ik de baasjes wel. Want honden zijn gewiekst in bedelen. Je moet sterk in je schoenen staan wil je ze kunnen weerstaan:
Die trouwe hondenogen.
Die Dierenbescherming mag wat mij betreft zich meer laten horen middels goede voorlichting zolang dieren niet zelf aan de bel kunnen trekken. Zoals toen tijdens de corona beperkingen, toen veel mensen ineens een hond aan gingen schaffen om zo de tijd wat door te komen. Op zich prima natuurlijk, maar schrijnend waren de berichten dat toen de vrijheid weer wat terugkwam, de honden naar het asiel gebracht werden.
De reinste dierenmishandeling!
Een dier neem je niet voor even maar voor het leven. Een goede reden om daarvan af te wijken zou ziekte of ander onvermogen zijn, maar niet omdat ‘de lol’ eraf is of omdat het niet handig is met vakantiereisjes of weekendjes weg. Dat is, ondanks dat we dolgraag een hond zouden willen, een van de redenen dat wij geen hond nemen. Wij werken beiden en een hond in huis past daar niet in. Die zou zich dan de hele dag doodvervelen of de boel bij elkaar blaffen omdat hij niet begrijpen kan dat de baasjes weg zijn. Met een volle blaas.
Wij wachten nog even tot na ons pensioen.
Dierendag is een van die dagen die ons doet herinneren dat we huisdieren hebben. Met de daarbij behorende verantwoordelijkheid. Dieren zijn niet alleen voor de leuk wanneer het jóu uitkomt, ze zijn er ook om verzorgd te worden. 24/7, een hondenleven lang. Behandel ze daarom met respect.
Daar krijg je dik verdiende liefde voor terug!
Beste Arjen: Ik blijf je “muisjes” lezen. Nog steeds naar het zin in het hoge noorden ?
Kan ook niet anders met Janet aan je zijde. Ik zou zeggen: blijf schrijven.
Er zijn zeker ook nog kinderen van jou woonachtig in Den Haag (Youri & Jorinde en klein-
dochter ?).
Arjen, groetjes aan je vrouw en wie weet (eens): tot ziens/horens.
Gr. Jan Sch.