Sneue sukkeltjes

‘Als een ballon, een ballon, een ballonnetje, Een ballonnetje, dat danst in de wind Aan een draadje naar de zon, Gaat zo’n lekker dikke, rooie, mooie luchtballon Een ballon, een ballon, een ballonnetje, Een ballonnetje, dat danst in de wind Aan een draadje naar de zon, Gaat zo’n lekker dikke mooie Lekker dikke rooie, B’lon, b’lon, b’lon’

Voorgaande tekst komt uit het liedje ‘Als een ballonnetje’ van cabaretier, zanger, kunstschilder en dichter Toon Hermans. Toon leefde grotendeels in een tijd dat ballonnetjes nog gezien werden als onderdeeltjes van onschuldige vrolijkheid en verdriet. Vrolijkheid omdat ballonnen (kinder)feestjes opleukten en verdriet omdat ze vaak werden opgelaten bij crematies of begrafenissen, als symbool voor het loslaten van het leven…

‘Maar wat geweest is, is geweest…’ zong Boudewijn de Groot ooit.

Want de ballonnen zijn de onschuld voorbij lijkt het wel. De magie is weg, ten onder gegaan aan de moderne tijd. Ballonnen komen steeds vaker negatief in het nieuws vanwege de vervuiling van Moeder Aarde. Zo leuk ze hierboven door Toon beschreven zijn, dansend in de wind, zo veel schade brengen ze nadat ze klappen en op de grond vallen.

Want ze komen terecht in de voedselketen van het dierenrijk, met alle gevolgen van dien…

Gelukkig weten we dat en zie je steeds vaker dat er eerst goed nagedacht gaat worden alvorens men overgaat tot het oplaten van die ballonnen. En je ziet steeds vaker dat gemeenten, al dan niet na een burgerinitiatief, aangeven ballon-vrij te willen zijn. Over het algemeen gaat dat zonder slag of stoot want het kroost lijkt zich al steeds vroeger bewust te worden van de gevolgen van vervuiling.

Je zou dan kunnen zeggen: jong geleerd, oud gedaan.

Maar niets is minder waar, de ballon heeft namelijk een nieuwe functie gekregen en dan met name onder het uitgaanspubliek. Was het voorheen nog alcohol of drugs die men nodig had, nu zoeken ze het (ook) in lachgas want we willen meer, omdat we niet meer tevreden zijn met wat we al hebben…

Dat is toch om te brullen!

Toen ik jong was had ik maar een paar biertjes nodig om een leuke avond te hebben. En ik rookte, shag. Geblowd werd er toen wel maar daar had ik niets mee, vond het stinken en had er totaal geen behoefte aan. De kick kreeg ik door bijvoorbeeld gewoon gezellig mee te zingen in de kroeg op nummers van de enige échte André Hazes en ik sloot de avond af met een vette hap in de snackbar waar je alweer wat ontnuchterde door de felle TL-lampen. Of we gingen na sluitingstijd van de kroeg of disco nog even mee met leeftijdgenoten van het ‘vaste land’ die hun vakantie vierden op ons eiland, gezellige jongens en meiden waarmee we een band hadden gekregen.

Dit waren prachtige avonden en nachten waar ik nog regelmatig met zeer warme gevoelens aan terugdenk.

Meer hadden we niet nodig. In de loop der jaren kwamen er steeds meer ‘genotsmiddelen’ bij en zagen we de opkomst van chemische zooi, verpakt in vrolijk gekleurde pilletjes. Alcohol, wiet en sigaretten waren niet genoeg om een leuke avond te hebben, dacht men. Daarbij moet nog wel even gezegd worden dat voorgaande ‘genotsmiddelen’ ook slecht zijn voor de gezondheid en absoluut niet thuishoren in het menselijk lichaam.

‘Stom hè….’ik vind ’t gewoon lekker!’ zou Petje Pitamientje gezegd hebben.

Ik ook hoor. Alcohol en shag waren voor mij onlosmakelijk verbonden met een avondje stappen. Alleen dat blowen vond ik maar niks, dat gelurk aan zo’n grauwe peuk. En soms werd dat ding ook nog doorgegeven en moest je wel andermans lichaamssappen proeven, gadverdamme!

Er zou maar eentje tussen zitten met een koortslip!

Maar ieder zijn ding, ieder zijn behoefte, ieder zijn meug. Alleen hebben ze nu weer wat nieuws, namelijk het inhaleren van lachgas. Dat klinkt onschuldig maar we weten inmiddels beter. Het kan leiden tot zuurstoftekort, bevriezing van de longen, gesprongen trommelvliezen, neurologische aandoeningen en hersenschade.

Maar van dat laatste hebben ze kennelijk al last want je bent toch wel echt een super sneue sukkel als je op straat aan zo’n ballon gaat zitten lurken!

Dan zet je jezelf toch wel echt te kijk. Dat kinderen met ballonnen spelen snap ik, maar dat je als puber of als volgroeide puber met een ballon loopt, mag je jezelf toch wel even serieus afvragen of je alles wel op een rijtje hebt.

Man, man, wat zet je jezelf voor lul!

En natuurlijk hoor ik, 50 plusser, af te geven op deze bezigheden. Toen ik jong was keken die 50 plussers van toen ook meewarig naar de jeugd. Alleen met dat verschil dat onze ouders geen ‘Curling’- ouders waren.

Curling-ouders?

Ja, deze term kwam ik van de week tegen in een artikel en ik vond hem briljant! Ze bedoelen ermee dat er ouders zijn die continu het levenspad van hun kroost aan het schoonvegen zijn waardoor de kinderen niet meer kunnen omgaan met tegenslag en teleurstellingen. Sterker nog, ze noemen het pamperen van je kind zelfs kindermishandeling! Steeds vaker maken we ons daar schuldig aan omdat we liever het conflict met het kind vermijden dan het conflict in de ogen kijken: ‘Naar je kamer! Nu!’ En kinderen voelen dat en buiten het uit, voelen zich prins- en prinsesheerlijk als ze hun opvoeders weer hebben gedist.

Stelletje loeders!

Maar ik snap het wel van die ouders want de kinderen van tegenwoordig zijn een stuk bijdehanter dan in vroegere jaren. Zodra je ze met een argument om de oren slaat om ze ergens op terecht te wijzen, krijg je tientallen argumenten retour, snel even gegoogeld natuurlijk. Je moet echt van goede huize komen om nog steeds door je kinderen als leider te worden gezien.

Dus niet als lijder.

Als Papa tegen zijn kleine meid zegt, ik citeer uit nog maar even een klassieker:

‘Ben je bang voor ’t hondje, Hondje bijt niet, Papa zegt dat ie niet bijt’

Dan kijkt die kleine meid Papa sceptisch aan omdat ze allang weet om welk ras en soort het gaat. Eentje die niet bijt.

“En nu wil ik naar de Mac!”

Het betere lik werk

We zijn uitgelikt. Na jaren en jaren is het over en uit. Dat zal niet makkelijk gaan want we likten ons rijk. Sommigen likten alleen, anderen deden het met de partner of de hele familie en er waren zelfs mensen die het in groepsverband deden. Als je dan toch op zoek zou moeten gaan naar de Nederlandse identiteit dan kwam je wat het likken toch wel heel dichtbij.

Dan had je de Nederlandse identiteit beet bij de kop!

Net op het moment dat ik dit nieuwsbericht met mijn vrouw wilde delen, voelde ik dat het alweer misgegaan was. Beteuterd keek ik naar mijn buik en zag daar een paar kruimels aardappel liggen op mijn overhemd. Op zich was dat nog niet zo erg maar ja, de jus, die maakt vlekken…

“Nee, hè Ar, hoe krijg je het toch voor elkaar?”

Ik keek nu nóg beteuterder want ze had het gezien en ik wist nu wat er komen zou. “Ga nou dichter bij de tafel zitten en leg die telefoon weg!”

“Ja, ja, ik weet het! Maar ik lees net een bericht en daar zal jij wel blij van worden denk ik.” Dit was natuurlijk tactiek van mij want dit onderwerp moest zo gauw mogelijk van tafel want het is een terugkerend probleem. Al jaren knoei ik eten, op het laminaat of erger, op mijn kleding. En vaak heb ik die kleding net uit de kast gehaald waar het fris en schoongewassen op mij wacht, allemaal uit liefde voor mij want mijn lieve vrouw wil dat ik er tiptop bij loop.

En dan zit ze niet te wachten op geknoei met eten op haar Meesterwerkjes….

In het begin van onze relatie gooide ik het nog op mijn genen. Mijn vader heeft namelijk last van dezelfde kwaal. Toen lachten we erom. Maar die tijd is voorbij. Nu probeert zij mij alsnog op te voeden. “Je moet meebewegen. Dichter bij de tafel zitten en dan niet de vork naar je mond brengen maar de mond naar de vork. Dat kon ik heus wel alleen vergeet ik dat steeds, dan zit ik alweer met mijn kop ergens anders of ik zit, zoals hiervoor beschreven, tijdens het eten op mijn telefoon te kijken.

Tja, dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden.

Nu houdt mijn vrouw van eigen initiatief nemen dus ik stond direct op, liep naar de kraan, pakte de punt van de theedoek, deed daar een beetje afwasmiddel op en maakte het puntje nat. Vervolgens drukte ik het op de vlek en begon zachtjes te wrijven terwijl de dame aan de eettafel hoofdschuddend verder at. Opnieuw probeerde ik het gesprek te openen over het nieuwsbericht wat ik voor het ontstaan van de vlek aan haar wilde vertellen.

“Je hoeft niet meer te likken, schat!”

Nu had ik haar aandacht maar nog niet van harte. Toch besloot ik nu door te drukken. “Jij spaart toch zegels bij de supermarkt?” Ze knikte, maar ze gunde mij geen blik waardig. Want ze wist dat ze dat overhemd welke ik nu driftig aan het opwrijven was, die middag nog gewassen en gestreken had. Ze had duidelijk geen zin in zoete broodjes maar ik zette nu alle zeilen bij:

“Jouw supermarkt gaat eindelijk over op digitaal sparen!”

“De zegels worden gewoon bijgeschreven op je bonuskaart.” vervolgde ik. Nu had ik haar aandacht! Want ik hoorde haar al langer klagen over die stomme zegeltjes. En ik klaagde dan rustig met haar mee want ik heb zegeltjes plakken al jaren terug de rug toegekeerd. Maar dat was omdat ik solidair was met de kassa- medewerker. Ik erger mij al jaren aan de manier van hoe die jongens en meiden moeten werken: “Wilt u koopzegels? Wilt u zegeltjes voor de pluche beesten? Wilt u zegeltjes voor de messen-set? Wilt u zegeltjes voor de handige opbergbakjes? Wilt u zegeltjes voor de Jan de Bouvrie placemats?

Wilt u ….et cetera, et cetera….

Vreselijk! Het zou mij niet eens verbazen als we over een tijdje te horen krijgen dat de gemiddelde kassa medewerker psychische hulp moet inroepen. En geloof mij, het zit diep bij die meiden en jongens. Ik heb zelfs al een keer gehoord dat iemand tijdens het bedrijven van de liefde het hele riedeltje van hierboven eruit gooide toen het hoogtepunt naderde… Het is dat dit stel daarna direct in therapie gegaan is want de lol die ze altijd hadden tussen de met zegels gespaarde lakens was toch even voor een paar maanden weg.

Zo zie je maar weer waar al die onzin naar toe kan leiden…

Maar het ging mij ook om de smaak van die zegeltjes. Ooit likte ik er op los om de benzine zegels op te kunnen plakken maar had daarna de hele avond het gevoel dat ik een stuk rubber in mijn mond had in plaats van een tong. Ze smaakten ook anders dan de zegels van de Koningin, die waren best lekker. Hoe die van de koning smaken weet ik niet want ik stuur al lang geen brieven of kaarten meer.

Ze komen toch niet aan…

Mijn vrouw daarentegen maakte er altijd een hele ceremonie van. Dan maakte ze zichzelf een cappuccino, pakte vervolgens de zegels uit het zegeltjes-opvang-bakje, zette via Spotify Julio Iglesias op en ging dan aan de keukentafel lekker zitten likken. En daarna kwam het plakken, precies tussen de lijntjes en rechtop! En dan, wanneer er genoeg boekjes vol waren kwam het heugelijke moment van inleveren. Wij hebben inmiddels al het een en ander bij elkaar gespaard: de beroemde en beruchte messenset, een prachtig mooie houten snijplank, diverse pannen en de wijnglazen waarvan de suggestie gewekt werd dat het om kristal ging.

Eigenlijk moeten die supermarkten het gewoon omdraaien. Wanneer je als klant zegeltjes wilt dan vraag je er zelf maar om! Ons land is een pamperlandje aan het worden. En we moesten toch meer participeren? Nou, laten we dan beginnen bij de zegels. Dat is beter voor de klant want die kiest dan ervoor om wel of niet dat hele riedeltje aan te horen.

En belangrijker, het is beter voor het liefdesleven van de kassa medewerkers!

 

48 uur

Soms zijn er van die dagen die vanaf het begin tot het eind vol gepland zijn. Zoals vorig weekend. Mijn zus werd 60 jaar en omdat het leven gevierd moet worden besloot ze het dit keer maar eens groots aan te pakken. Tot onze grote vreugde hield ze het feestje op Camping Cupido, een camping op Terschelling die twee jaar terug het 60 jarig lustrum bereikt had.

Ons kent ons zou je haast kunnen zeggen!

Maar wij waren er erg blij mee want we hebben wat met die camping. Een beetje boel zelfs. Mijn vrouw heeft daar van kinds af aan altijd gekampeerd. Eerst in een tent, daarna in een caravan en weer later in een stacaravan. En in het begin van de jaren ’80 kreeg ik als eilandbewoner ook een klik met deze camping want mijn vrouw en ik kregen ‘verkering’.

Een logisch gevolg van een camping met zo’n naam, Cupido, de Godin van de Liefde.

Enkele maanden geleden viel bij ons de uitnodiging van zuslief op de mat. We boekten direct twee stacaravans voor ons gezin. Helaas kon de vriendin van mijn oudste zoon niet mee en mijn ‘bonus’ zoon kon pas vanaf zondagmorgen.

De weersvooruitzichten waren zodanig goed dat we zaterdagmorgen direct de eerste boot pakten, in de wetenschap dat die middag op het strand wel een powernapje gemaakt kon worden. Net na Groningen kregen we bericht dat mijn jongens uit Den Haag ook onderweg waren en ik slaakte even een zucht van verlichting want het was toch wel erg vroeg. Om tien uur stonden we op de haven van Terschelling en huurden we fietsen, waaronder twee tandems voor de jeugd..

Ja, iedereen had er zin in!

Na wat rondhangen bij de Brandaris en na het aanschaffen van een normale zwembroek voor mij, mijn vrouw had namelijk de ‘roze surfplankjes-zwembroek’ meegenomen, besloten we naar het strand van Paal 8 te fietsen. Heerlijk via de ‘Longway’, een prachtig fietspad door de bossen en duinen waar we volop konden genieten van de natuur en de stilte. Die stilte kreeg het behoorlijk te verduren want de jongens waren zó uitgelaten dat zang  en gelach de boventoon voerde. Eenmaal bij het strandpaviljoen werd het eerste biertje al gauw besteld en wist ik, als oudere, wijze man, dat  door de alcohol in combinatie met de warmte het inkakken niet lang meer op zich zou laten wachten.

En dat moest ik voor zijn want we moesten nog wat kilometertjes maken!

Tegen het middaguur zaten we weer op de fiets en de gang naar mijn geboortedorp, Midsland, was ingezet want daar moest ook nog wat gewinkeld worden. Vervolgens fietsten we langs mijn zus om haar even een verjaardagsknuffel te geven en daarna konden we inchecken op de camping. Na deze verplichtingen was er even een paar uur gelegenheid voor ontspanning. Wij hadden het strand in ons hoofd vanwege de bloedverstikkende hitte maar het kroost wilde liever in het Duinmeertje, gelegen naast de camping.

En zij waren in de meerderheid.

De jeugd ging alvast vooruit en nadat ik mijn nieuwe zwembroek aangedaan had en zonder schaamte naar buiten durfde, volgden wij. We besloten door het ondiepe deel van het meertje naar de overkant te lopen waar de jeugd vol smart op ons zaten te wachten en terwijl ik daarmee bezig was, wist ik wat er komen zou…

Daar kwamen de mannen ineens op mij afstormen!

Ooit liep ik de 5 kilometer in 17,5 minuut en daar plukte ik nu de vruchten nog van. Nou ja, het schilletje van de vruchten. Maar het was genoeg om de wal weer te bereiken zonder nat pak en teleurgesteld dropen de heren weer af naar hun handdoekjes. Even later kregen ze dan toch hun zin toen we met de bal het water ingingen. Een beetje gooien, een beetje duiken naar de bal en tussendoor een paar slagen zwemmen. Ze gebruikten nu een tactiek die ik niet zag aankomen. Dat kwam doordat ik geen bril op had en omdat ik recht tegen de zon inkeek: de bal werd hoog opgegooid, mijn richting op. Ik probeerde de bal te volgen en vervolgens lag ik onderuit na een pittige bodycheck van mijn middelste zoon. En daarna was het hek van de dam en kreeg ik de ene na de andere worsteling te verwerken, tot grote hilariteit van die gastjes natuurlijk want ja, dit moest weer eens even want :

‘We zien je niet zo vaak meer, Pa!’           

Die avond vierden we mijn zus haar verjaardag en het werd een verdomd leuk feestje! Zelfs haar volksdansclub had de moeite genomen om haar eens even goed in het zonnetje te zetten en konden wij allemaal genieten van trekzak muziek, dans en zang! De volgende dag zaten we om 9 uur buiten aan het ontbijt en was (bonus) zoon nummer vier ook gearriveerd. Na het ontbijt stond fietsten naar het huis van mijn ouders op het programma want daar zouden de rest van de familie zich ook nog even verzamelen om wat foto’s te maken. En daarna was het alweer tijd om afscheid te nemen van mijn ouders en de rest van de familie.

Op de een of andere manier gaat mij dat steeds moeilijker af…

Hierna werd het toch het strand en nadat ik ter water was gegaan werd ik opnieuw gebodycheckt en kreeg ik een flinke hap zout water naar binnen. Deze keer was het de zoon van mijn vrouw, die wilde zich ook even laten gelden en mijn jongens waren ervan onder de indruk. Maar nadat een van die gasten een kwal had gezien wisten ze niet hoe gauw ze uit het water moesten komen en besloten we maar om weer terug te gaan naar het Duinmeertje. Dat kwam ook wel goed uit want wij moesten de caravans nog even schoonmaken, de jeugd ging nog even zwemmen. Vlak voor vertrek naar de haven kregen mijn vrouw en ik nog even de gelegenheid om de oude eigenaresse van de camping een warme en welgemeende knuffel te brengen.

Ook dat afscheid ging ons steeds moeilijker af…

Tegen de avond zaten we weer op de boot terug, voldaan en tevreden over een heerlijk weekend met ons (samengestelde) gezin. Het toetje van dit weekend was tevens de kers op de taart want we hebben de gehele reis op het dek kunnen zitten, genietend van de Waddenzee met al haar schoonheid. En we beseften dat na jaren de rust terug was in ons gezin, dat de jongens het hartstikke goed doen en steeds meer hun eigen weg aan het bewandelen zijn.

Ondanks dat we ze nooit een airco meegegeven hebben naar school…

Stemmingmakerij

Nu we weer midden in de zomerse temperaturen zitten, besef ik opnieuw dat de kranten van tegenwoordig wel erg vaak op sensatie belust nieuws verspreiden. Want na de vorige hitte periode schreeuwden de krantenkoppen ons toe dat de zomer voorbij was en Paulusma liet al wat ballonnetjes op met de suggestie dat er een horrorwinter ons in aantocht was…

En trouwens, hoe zit het met die wespenplaag die ze ons beloofd hadden?

Ik zie er zo nu en dan heus wel eentje rond mijn bierflesje cirkelen maar ben er nog niet van onder de indruk. Wel zie ik veel van die blauwe vliegen maar dat komt waarschijnlijk van de afval containers die zo lekker gaan meuren met deze hitte. Wij hebben inmiddels een eigen afvalbrengstation achter het huis, in de vorm van vier containers. Ze staan niet in de tuin maar achter de schutting, zo ver als mogelijk verwijdert van ons buitenleven zodat je niet in de stank zit. We scheiden ons wezenloos en zo nu en dan gaat er wel eens wat mis, dan ligt er wat plastic in de GFT bak of wat GFT afval in de grijze bak en moet ik mijn vrouw weer streng toespreken. Ja, dat moet ik want ik ben de baas van dit station. Zodra er een bak geleegd is stort ik mij met water en groene zeep op deze madencouveuses en schrob mij het ongans. Vervolgens stop ik er een verantwoord biologisch afbreekbaar plastic zak in en parkeer de bak weer op zijn plaats. Dat is mijn taak, ooit stilzwijgend aan mij opgelegd door vrouwlief.

Terecht ook, want ik scheid nagenoeg foutloos!

Zelfs het afsluitringetje van een melkpak of dat kleine reepje plastic waar ze de dop van de Croma fles mee afsluiten, kieper ik in de plastic afvalcontainer. Daar ben ik behoorlijk autistisch van geworden maar dat komt omdat ik steeds weer die beelden zie van dode vissen en vogels met plastic afval in of aan hun lijfjes. Het is al zó erg dat door het eten van vis, wij ook plastic consumeren en er, misschien, uiteindelijk ook aan dood gaan.

Want goed is het zeker niet voor lijf en leden!

Mijn geliefde echtgenote is daar wat makkelijker in. Dat geeft niet, ik ben in dit geval haar stofzuiger. En als ik wat mors op de grond, een pinda, een aardappel of wat kruimels brood, is zij mijn stofzuiger. Zo zijn de taken eerlijk verdeeld en leven we volop in harmonie. Maar toch denk ik eraan om bordjes boven de containers te maken met daarop de teksten: Rest-Plastic-GFT-Papier. Net zoals op het echte afvalbrengstation.

Dan heb ik een eigen afval-imperium!

Een vriendin van mij wees op het maken van een wespenlokfles, met limonade erin want wespen zijn gek op zoet. Dat was een goed idee! Zo kon ik mooi die klere beesten vangen voordat ze de aanval op mij zouden inzetten of voordat ze aan mijn bier gaan zitten lurken! Daarbij opgeteld het feit dat ik direct de vruchten plukte van mijn scheidingsdriften want in de plastic container lag nog een plastic waterflesje. Ik knipte de fles doormidden en vervolgens duwde ik de bovenste helft omgekeerd in de onderste helft. Daarna freubelde ik er wat ijzerdraad omheen zodat het lokflesje opgehangen kon worden en vulde het met limonade en stukjes meloen.

Na een uurtje draaide ik de dop er af en gooide die terug in de container….

Vol trots vertelde ik het later aan mijn achterbuurjongen lars en zijn maatje Koen, twee jongens van 13 jaar. Met grote regelmaat heb ik gesprekjes met die gasten over van alles en nog wat. Bijvoorbeeld over Ajax en zo, maar dat laatste levert nogal eens flinke discussies op. Want Ajax is slecht en FC Groningen is goed volgens de mannen.

Zalig zijn de onwetenden…

Nadat ik weer eens helemaal afgezaagd werd door de mannen over mijn club voorkeur kwam het gesprek over wie hun boterhammen smeert voor naar school. Want Koen laat dat altijd over aan zijn moeder. “Aan je moeder? Kan je dat niet zelf dan?” sprak ik mijn verbazing uit. “Jawel hoor maar dit is veel makkelijker, hoef ik het lekker niet te doen.”

“Ja, oké, dat snap ik maar je bent al 13 jaar. En als je ze zelf smeert weet je ook wat je erop hebt zitten. Dan wordt je niet verrast met beleg wat je niet lust.” “Ik lust alles!” zei het ventje, eigenwijs. “Tuurlijk,” zei ik, “maar je kan ook wel eens geen zin hebben in kaas of worst op je brood. Of pindakaas of chocopasta.” Opnieuw ontkende deze pre-puber. “Nee, want we doen dat altijd in overleg. Zij vraagt aan mij wat ik op mijn brood wil, dan zeg ik wat ik erop wil hebben en dan voert zij dat uit.” Zijn maatje bemoeide zich nu ook met het gesprek en zei dat zijn moeder dat ook altijd doet. Hierop besloot ik het over een andere boeg te gooien:

“Maar je moeder werkt de hele dag en dan moet ze ook nog eens jouw boterhammen smeren? Hoe leuk is het dan om tegen haar te zeggen: ‘Mam, ik smeer mijn eigen boterhammen wel zodat jij even lekker kan uitrusten van het werk!’ Of wachten jullie tot het weer Moederdag is?” Hij keek mij aan of ik niet helemaal zuiver was en nam een hap van het ijsje die hij net gekregen had van de moeder van zijn vriendje.

En daarmee was het gesprek ten einde en gingen ze voetballen op het pleintje….

Ruim een week hing de wespenlokfles te lokken maar de wespen hadden totaal geen interesse. Terwijl wij ze toch wel zo nu en dan om het hoofd hadden vliegen. Ik Appte verontwaardigd die vriendin en gaf aan dat het gewoon een hoax was, die wespenlokfles. Allemaal stemmingmakerij. Ze reageerde vol verbazing want bij haar thuis zaten er al heel wat gestreepte lijkjes in. En daarna kwam de vraag welke limonade ik gebruikt had.
Ik pakte de fles uit de koelkast en bekeek het etiket:

Granaatappel siroop. 0% suiker & calorieën….

Alles draait om de eenvoud

Ze bestaan dus echt. Bakjes die speciaal gemaakt zijn om een banaan in te vervoeren. Bakjes die de vorm hebben van een banaan. Bakjes die ook de kleur hebben van een banaan, geel. Ik wist dat niet, totdat een collega zo’n ding uit haar tas haalde. Volgens de eigenaresse was het juist handig, was het bedacht om het kneuzen van de banaan te voorkomen. Daardoor komen er geen bruine vlekjes op en wordt de banaan niet zacht of ranzig op zekere plekken. Mijn mond viel open en ja, dan zie ik er wat dom uit maar voor dit soort onzin zet ik ook speciaal mijn domme gezicht op. En ik weet heus wel dat er bakjes zijn waar je je gesmeerde boterhammen in kan vervoeren. Dat noemen we in de volksmond ook wel een broodtrommel, weliswaar een uitstervend soort omdat plastic boterhamzakjes of kant en klare sandwiches in dikke, plastic verpakkingen steeds meer terrein winnen. Want ja, anders moet je elke dag het trommeltje schoonmaken en dat kost tijd.

Maar bakjes om bananen in te vervoeren waren mij vreemd, totdat die collega dat ding ineens uit haar tas haalde.

Logisch was het wel dat het uit de tas van een vrouw kwam. Want die zijn gevoelig voor dit soort onzin. En dat blijft mij verbazen, dat hoef ik hier niet meer uit te leggen. En elke, zichzelf respecterende man weet dat ook. Mannen scheuren een banaan van de tros, stoppen die in hun zak of leggen die in een plastic tasje die ze mee naar werk nemen. Als ze die banaan dan enkele uren later op gaan eten zal er gerust een bruin vlekkie op zitten maar dat deert de man niet en drie happen later is de banaan opperdepop.

Zo doen wij dat!

Natuurlijk vertelde ik het direct aan mijn vrouw toen ik thuis kwam, van dat ‘bananen-moment’. Maar zij keek er niet van op en ging rustig door met strijken, met een glimlach van oor tot oor want ze had een nieuw strijkijzer en die was zó ontzettend fijn om mee te strijken dat ze alles uit de kast gehaald had om het opnieuw te strijken.

Zelfs mijn onderbroeken stonden stijf van de strijkbeurt!

Vervolgens kwam de verbazing: “Wist je dat dan niet? Er zijn ook uitvoeringen met een touwtje, die kun je dan om je nek hangen. Voor kinderen zeg maar. Ze bestaan al jaren en je hebt ook uitvoeringen voor een tomaat, appel of komkommer.” Hoofdschuddend liep ik de kamer uit, weg van al die rariteiten die de mens steeds maar weer verzint. Zelfs de komkommer mag niet zacht worden! Straks vertellen ze mij ook nog dat er bakjes zijn met bovenop een bobbel.

Die zijn dan voor de boterhammen met een spiegelei!

De wereld slaat door. Of niet de wereld, maar de verwende welvarende mensheid slaat door. Maar toch blijven sommige dingen nog steeds voortbestaan. Ten eerste in onze geest, vroeger was immers alles beter en een ieder heeft wel zoete herinneringen aan iets. En zo nu en dan, haast op één hand te tellen, komt zo’n herinnering weer tot leven.

Zo waren wij laatst getuige van een prachtig tafereel, namelijk het afhalen van eigen gekweekte sperziebonen. De heer des huizes haalde de bonen van de planten af en de vrouw des huizes ging ze ‘doppen’, met behulp van haar dochter, kleindochter, kleinzoon, mijn echtgenote en haar zoon. Daar waren ze een hele middag mee bezig en ondertussen werd er gepraat, gelachen en wederom gepraat.

Want de herinneringen werden met elke gedopte sperzieboon steeds helderder.

Herinneringen aan vroegere tijden toen dit soort activiteiten nog in vele huishoudens uitgevoerd werden. En, zei de heer des huizes, alvorens wij naar school gingen, moest elk kind zijn kamer opruimen en aardappels schillen. Het ontbijt bestond uit pap of dikke plakken brood met kaas of spek en romige, verse koemelk.  En niemand had een gluten-allergie, een lactose -intolerantie of last van andere fratsen. En na schooltijd werd er meegeholpen in de moestuin. Daar werd niet over gediscussieerd.

Dat deed je gewoon.

En als je dan vraagt of ze gelukkig waren in die tijd dan krijg je een volmondig ‘ja!’ retour, want ze waren gelukkig met wat ze hadden. De wereld was nog beperkt tot het dorp verderop en de meeste familieleden woonden vlakbij elkaar. En iedereen praatte met elkaar, over kleine dingen en over grote dingen die ze uit de krant haalden of via de radio meekregen. En vakantie vieren was beperkt tot een dagje langs de snelweg, auto’s kijken vanuit de berm. Daar was niks exclusiefs aan terwijl dat tegenwoordig wel allemaal gewenst is. Hoe verder we weg gaan hoe interessanter het is.

Althans, dat denken sommigen onder ons.

Nu, vele jaren later is de moestuin nog niet uitgestorven maar veel scheelt het niet meer omdat de welvaart ons opslokt, we moeten van alles. Daardoor kunnen we onze eigen boontjes niet meer zelf doppen en zoeken we het in diepvries bonen of in potten. Onder de noemer dat gemak de mens dient. Maar we zien niet dat het gemak een keerzijde heeft, namelijk gemeenschapszin. We zitten midden in de tijd van het ‘Individualisme’, oftewel:

‘Ikke, ikke en de rest kan stikke!’

Aan het einde van de middag werd ik geAppt met de vraag of ik ook ‘gezellig’ kwam want dan gingen we met zijn allen eten. En ja, een deel van de drie enorme emmers met sperziebonen stond op het menu. “Met een gehaktbal of hamburger!” zei de moeder des huizes, daarvan had ze nog een paar liggen in de vriezer.

De spontaniteit van deze onverwachte wending van de dag was voor mij al genoeg reden om in te gaan op de uitnodiging.

En nadat de klok zes uur geslagen had zaten wij met zijn allen in de tuin aan de tuintafel, met daarop enkele grote pannen met sperziebonen, aardappelen, gehaktballen en hamburgers in de jus. En iedereen praatte met elkaar en genoot van de maaltijd.

Hoe eenvoud het leven tóch echt hartstikke mooi kan maken!

 

Stille boel

Het is stil in de wijk en dat maakt mij een ietsepietsie neerslachtig.. Het lijkt wel uitgestorven, zelfs de vogels hoor je nog amper hun liederen zingen. Alsof ze weten dat ‘zingen’ nu geen zin heeft want er is toch niemand die er naar luistert. De familie Ekster, gehuisvest in de bomen achter ons huis, hoor ik nog wel regelmatig krijsen. Die kunnen zich nog geen vakantie veroorloven want hun kinderen zijn nog net even te klein. Vorige week raakte ik bevriend met deze familie nadat ik een zwembadje voor ze geregeld had. Niet een zwembadje van de Action maar gewoon een schaal uit een van de keukenkastjes, gevuld met fris, koel water. Deze had ik op het dak van het schuurtje gezet en niet veel later kwamen ze het bekijken.

Eerst Pa Ekster, als verkenner van de familie, of alles wel veilig was. Zijn ogen schoten alle kanten op, op zoek naar potentieel gevaar maar die was er niet want iedereen is op vakantie. En de katten uit de buurt weten dat ik op de loer lig met mijn waterpistool dus daarvan hoefde hij ook geen gevaar te duchten.

Soms wil ik de natuur wel eens helpen.

Nadat hij voorzichtig zijn linker poot liet zakken in het water en door had dat er niks gebeurde, sprong hij er ineens in en liet zich zakken door zijn poten, zijn veren wijd gespreid zodat het frisse water de wekenlange droogte kon afvoeren. Dat was het teken voor de rest van de familie die vanaf het dak van de garages toekeken om toe te treden tot dit tropische zwemparadijs. Niet veel later was het een vrolijk waterfestijn op het dak van mijn schuurtje en vanaf mijn schrijfkamertje keek ik met genoegen toe, het voelde aan als een goede daad.

Misschien haal ik de krant of Hart van Nederland er wel mee!

Maar verder is het stil. We zitten nu midden in de piek van de vakantieperiode en dan ga ik ineens de dingen missen die ik gewend was. Lachende kinderen in de tuin, barbecue geuren, een startende motor, een bladblazer, jankende kinderen in de tuin, blaffende honden, lachende volwassenen in de latere zomeravond en vuurkorf geuren.

Enkel de stemmen van ons zelf vertellen mij dat wij nog wel thuis zijn..

Zelfs de rijen bij de kassa in de supermarkt lijken even verleden tijd. Ik heb niet eens de tijd om even wat zaken op mijn GSM te checken want je bent zó aan de beurt! En het verkeer is helemaal een lachertje. Nu hoef je hier in Groningen al niet echt te spreken over drukte op de weg maar er is nu zó weinig verkeer dat je jezelf eenzaam en verlaten kan voelen op de A7!

Behalve bij Stad, daar is het momenteel net de Randstad!

Ach ja, de vakantieperiode. De foto’s stromen binnen van familie en vrienden met daarop echte vakantie taferelen. Foto’s van witte strandjes, blote benen met gelakte nagels, gevulde zwembaden met groene krokodillen en roze flamingo’s, donkere luchten van zomerstormen boven exotische meren, historische gebouwen en bruggetjes, terrastafeltjes gevuld met de heerlijkste mediterraanse gerechten die we nooit zo lekker thuis kunnen maken en vrolijke korte broekjes, jurkjes, petjes en hoedjes.

Even leven in andere culturen, even geen El Paso, boerka’s en politici die ergens wat van vinden…

Maar nogmaals, het is hier nu wel erg stil! En het weer hier is helemaal klote, het lijkt eerder herfst dan een mooie zomerse dag in augustus. Ik gun jullie natuurlijk wel die vakantie maar voor ons, achterblijvers, is het behoorlijk saai. Kunnen we volgend jaar niet gewoon allemaal tegelijk gaan? Dan leggen we massaal de sleutel onder de mat en gaan we lekker weg. Dan komen we elkaar wellicht tegen op een terras, strand of camping en spelen we een spelletje Jeu de Boules of Skip-Bo. Tot diep in de nacht want overdag is het daar veels te warm voor.

“Ar! Weet jij waar mijn quiche schaal is?”

Ik schrok. Ik zat zo in gedachten bij al die vakantiegangers dat ik even mijn positie vergeten was, op mijn schrijfkamertje met buiten de een na de andere vette regenbui. Quiche schaal? Hebben wij die dan? Dat komt omdat ik nogal simpel ben wat gebruiksvoorwerpen zijn in de keuken. Als ik saus moet uitscheppen dan pak ik de eerste de beste grote lepel om dat uit te voeren want het moet snel anders wordt het eten koud. Maar officieel hebben wij daar een sauslepel voor.

Die ligt keurig in de bestek lade, naast de groente- en aardappellepels en het sla bestek.

Maar ik ben niet zo van de hokjes en daardoor ben ik ook niet zo bezig om die hokjes te vullen. Als ik een bord tegen kom waarop ‘Bread’ staat dan durf ik er rustig een pannenkoek op te leggen. Of thee te drinken uit een kopje waar ‘Coffee’ op staat. Zo’n lefgozer ben ik wel. Zo zijn er ook mensen die voor hun raam op de vensterbank het woord ‘Home’ neerzetten. Dat snap ik dan weer niet, dan denk ik dat die mensen dat doen omdat ze kennelijk bang zijn om hun huis voorbij te rijden?

Home is toch where the heart is?

“Die ronde, wit keramieken schaal..”, riep mijn vrouw nogmaals van onderaan het trapgat. Ik liep naar de overloop: “Huh? Welke schaal bedoel je precies?” antwoordde ik haar. “Die witte ronde quiche schaal, die we ik vorig jaar voor mijn verjaardag gekregen had.” “Geen idee lieverd, geen idee…”

“Oké, ik zoek wel verder. Gaat het schrijven goed?”

“Euh..ja, prima.” En ik sloot mij weer op in mijn mancave zoals ze dat tegenwoordig noemen, over hokjes gesproken. Terwijl ik mij weer installeer zie ik de regen zich opnieuw storten op de lege achtertuinen. Verlaten achtertuinen met verlaten schuurtjes.

Op één schuurtje na. Die van ons. Met daarop een witte, ronde schaal, nu gevuld met regenwater….

 

 

Want dieren zijn precies als mensen….? 

Mijn vrouw wil waslijnen in de tuin want die had ze ook op haar vakantieadres. Dat was haar goed bevallen: “Het is zóóóó heerlijk om je was buiten op te hangen! Je ziet dan alles lekker wapperen in de wind en ja, het ruikt ook zo heerlijk als het buiten gehangen heeft. En het is zo droog!”

Ik kon het niet met haar eens zijn….

Eerst wel hoor. Toen ik in de vakantie iets eerder van bed was dan zij hoorde ik de wasmachine zijn laatste lied centrifugeren. Even later gooide ik de was in de wasmand en liep naar buiten, naar de waslijnen. Er stond een klein wit tafeltje naast, die was bestemd voor de wasmand. Die link kon ik zelf wel bedenken als moderne man zijnde.

Want mannen zijn praktisch!

Maar mannen zijn ook haantjes! Dat zagen we weer tijdens het politieke zomerreces toen er toch weer wat politici van zich lieten horen. In negatieve zin en als klap in het gezicht van hun kiezers. Want er is ruzie in de Baudet en de Rebellenclub. De een kreeg meer aandacht dan de andere en wat doe je dan als haantje? Juist, de gebraden haan gaan uithangen! De dames van de PvdD hadden daar ook moeite mee want de oprichtster wil dat er iemand opkomt voor het dier, dus ook voor de gebraden haan. Maar het inmiddels vertrokken Partij voor de Dieren lid waarmee ze het aan de stok kreeg, wilde juist dat ook de menselijke problemen van de gebraden haan benoemd worden.

Dat zowel het dier maar ook de mens wel eens hulp nodig hebben.

En laten we eerlijk zijn tegen elkaar, wij mensen zijn natuurlijk beesten als het om huisdieren gaat. En we slaan alleen maar door want we willen het beste voor ons huisdier. We behandelen onze huisdieren als mensen en dan geven we ze, bijvoorbeeld, een stukje (kruidige) worst.

Of sterker, het dier eet mee met wat die dag de pot schaft!

Nu ben ik geen kenner van dieren maar ik weet wel dat dieren andere voeding nuttigen dan de mens. Dat spul is gewoon te vinden in de supermarkt, sterker nog, tegenwoordig heeft elk zichzelf respecterend dorpje of winkelcentrum wel een dierenwinkel waar je dat allemaal kan kopen. Plus nog alle andere, vaak onnodige accessoires zoals een elektrische deken, hondensokken met anti-sliplaag, een decoratieve drinkfontein, een opblaasboot, een knuffelhol of speelgoed uit de intelligentie-speelhoek.

Dat laatste is voor katten, die zijn kennelijk slimmer dan honden..

Ja, de vrouwen doen dus tegenwoordig ook aan haantjesgedrag. Op zich een mooi bewijs dat man en vrouw steeds gelijkwaardiger worden maar persoonlijk krijg ik er ontzettende jeuk van, meer dan van die arme processierups. En over deze diertjes gesproken, wie komt er voor deze onschuldige diertjes op? Diertjes die zo lekker knus in onze bomen hangen?

Niemand!

En ondertussen doen we er alles aan om deze aankomende vlinders af te maken… Eigenlijk is het gewoon een vorm van genocide, dat durf ik hier wel te beweren. En eigenlijk is het wachten op het moment dat iemand oproept tot een stille tocht, op Facebook bijvoorbeeld.

Inclusief een minuut stilte.

Maar ik dwaal af, ik had het over de dames van de Partij voor de Dieren. Want terwijl zij aan het kibbelen waren speelde zich een drama af in menig tuin. Gelukkig zag een oplettende facebook strijdster dat wél en zette dat direct online. Binnen no time werd het massaal gedeeld waardoor erger voorkomen kon worden. Maar dat was door haar inbreng, niet door die van de PvdD! Het trieste aan dit verhaal is dat de moordenaar er eigenlijk niks aan kan doen, ze voeren enkel een opdracht uit.

En dat is het gras maaien!

Grasmaaien? Ja! De slimme robot grasmaaier die tegenwoordig ons gele …euh…groene gazon maait, schijnt nogal rigoureus te werk gaan. Ze zien namelijk de baby-egeltjes boven het hoofd en maken ze een kopje kleiner. Rigoureus vermalen ze alles wat ze op hun pad tegenkomen; egeltjes, mollen maar ook veldmuisjes. Met al die open slaapkamerramen van tegenwoordig moet je het geweeklaag wel eens gehoord hebben….

En dan gaat het egeltje, het molletje of het muisje dood.

En dat is de schuld van de mens omdat die te lui is om het gras te maaien! En doordat de mens dat gras niet meer hoeft te maaien is er geen lichaamsbeweging meer waarna obesitas de macht overneemt van het menselijk lichaam. En dan moet je weer naar de sportschool. Zo snijdt het mes van de slimme robot grasmaaier uiteindelijk aan twee kanten. Daarom heb ik het gras zelf gemaaid op ons vakantieadres. Met een domme elektrische maaier. Want ik moest rekening houden met de palen van de waslijnen.

En het witte tafeltje waar de wasmand nog op stond.

Binnen no time had ik de was opgehangen en inderdaad, het was een mooi gezicht al die wapperende was. Even later vertelde ik tijdens het ontbijt dat ik de was al opgehangen had en dat het inderdaad geen straf was om te doen. “En het is inderdaad een mooi gezicht, dat gewapper! Net als vroeger!” zei ik, gemeend. “Ja he, eigenlijk moeten we thuis ook maar een paar waslijnen ophangen…..”

“Als de was droog is dan ga ik het gras maaien, goed?” zei ik, totaal in Zen met mijzelf omdat wij het  zo eens met elkaar waren. Dat kwam vast door de vakantie die wij genoten. Ze knikte en liep glimlachend de tuin in. Enkele minuten later was ze alweer terug terwijl ik nog even een beschuitje smeerde.

“Schat..”

“Lief hoor, dat je de was opgehangen hebt, maar dat heb je zeker nooit eerder gedaan?” Ik keek haar vragend aan en begreep uit haar woorden dat ik iets niet goed gedaan had. En dat had ik goed gezien. Want alles hing door elkaar zei ze, sokken, handdoeken, mijn zwembroek, handdoeken, haar BH, theedoeken, mijn kroeldoekje… Dat hoorde niet, je moet altijd van groot naar klein werken of andersom.

Tja, wist ik veel. Ik had gewoon de volgorde van de wasmand aangehouden.

Dat noemen we ook wel praktisch…

 

Helden en Antihelden

Als een klap bij een veels te blauwe hemel kwam voor mij (en wellicht vele anderen) het bericht dat Floris is overleden. Dit bericht vond ik nog een stuk erger dan het ‘fake nieuws’ dat Amerigo, het paard van je weet wel, vorige maand overleden was.

Maar ja, soms vliegen de komkommers je om de oren in medialand.

Maar ridder Floris van Rosemondt, mijn jeugdheld, is niet meer. Wekenlang  hield hij en zijn kompaan Sindala ons in de ban met zijn avonturen en dat was wel even wat anders dan de Fabeltjeskrant en Paulus de Boskabouter. Wij maakten kennis met figuren die we hooguit wel eens in strips voorbij zagen komen, zoals Maarten van Rossum, Wolter van Oldenstein, De Sergeant en last, but not least, Lange Pier.

En Gravin Ada van Couwenberg natuurlijk, waar Floris (en de mijne) zijn hart sneller van ging kloppen.

Achteraf  waren het maar 13 afleveringen…In zwart-wit. Maar dat was logisch want ja, je was kind en het speelde zich allemaal af in de Middeleeuwen, toch? Toen had je geen kleuren televisie… Ik weet nog het moment dat ik voor mijn verjaardag een Floris-boek kreeg, gemaakt van de serie met heel veel foto’s. Die waren in kleur. Dat was wel even een openbaring, dat bloed op dat schild moest wel echt zijn want het was rood!

Ik heb dat boek ook meerdere malen bekeken en verdronk dan in het verhaal. Vervolgens speelde ik Floris met mijn vriendjes en we schreven het ene na het andere hoofdstuk, met op de achtergrond het decor van de Terschellingse duinen en bossen. Floris en zijn avonturen spraken duidelijk tot de verbeelding van mijn generatie. Latere generaties moesten het hebben van series als The A team en programma’s van die nasynchroniserende schreeuwzender met lachmachines, Nickelodeon.

Of, nog erger, alles van Bassie & Adriaan!!

Slechts 75 jaar mocht mijn held worden en nu is hij in de ridderhemel. Want ondanks zijn latere filmkarakters (ruim 140!), onder andere in Turks Fruit, Keetje Tippel, Soldaat van Oranje, Spetters, The Blade Runner, The Hitcher, Blind Fury en de Heineken ontvoering, bleef hij voor mij Floris, de ridder die het kwaad bestreed met zwaard en listige plannetjes.

Het wordt nu een spannende boel daar in de hemel!

Wij, stervelingen, gingen van de hemel naar de hel want wat was het warm afgelopen week! Het was zelfs zó warm dat ik mijn zwembroek aandeed. Tot grote vreugde van mijn vrouw want ze vindt ‘m zo mooi. Ik niet. Hooguit lekker luchtig, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Want er zit een printje op. En als het nou een printje was van streepjes of bolletjes of vierkantjes, dan was het te accepteren.

Maar een printje van roze surfplankjes met mannetjes erop……

Kom op zeg, ik ben een grijze, spierwitte, dikke, kalende man van halverwege de 50. Die staan echt niet meer op een surfplank hoor, die donderen daar direct vanaf. Maar mijn vrouw ziet dat dus anders. Of ze ziet het écht anders, dan ziet ze niet mij maar een mooie, gebruinde slanke adonis met sixpack en lange wapperende haren in de tuin zitten, met een surfplankje losjes op z’n schouder…

Mensen zijn immer steeds vaker visueel sterk ingesteld!

En weet je, ik heb geen goede herinneringen aan surfen. Ooit, in onze verkeringstijd, heb ik een keer op zo’n plank gestaan. Een keer op de Midwolderplas en een keer achter dijk op Terschelling, op het Wad. Bij die laatste ging het mis, want toen ik eenmaal op de plank stond zag ik mijzelf steeds verder van de dijk afdrijven… Gelukkig zagen mijn vrienden dat ook waardoor ik niet gered hoefde te worden door de helden van de KNRM. Toen wist ik dat ik geen surfer was en dat ik mij ook nooit meer moest voordoen als surfer.

Dus ook geen surfzwembroeken meer dragen!

Maar ja, het was zo ontzettend warm deze week dat ik overstag ging om hem dan toch maar aan te doen. Wel in een veilige omgeving, mijn tuin, zodat er niemand aanstoot aan zal geven. Ik was de hele week in de tuin te vinden om verkoeling te zoeken, verkoeling die overigens nergens te vinden was.

Zelfs de vogels zaten niet wijdbeens maar wijdvleugels om zo nog enige koeling te vangen tussen de veertjes.

En tussendoor mocht er ook nog gewerkt worden, precies de diensten op de warmste uren van de dag waardoor ik elke avond totaal uitgesurfd thuis kwam. Mijn vrouw had het slimmer aangepakt, die had nog een weekje vakantie. Zij vertelde mij dan ’s avonds hoe heerlijk het was op haar zonnebedje en hoe ze zich zo nu en dan koelde door de tuinslang over haar heen te laten sproeien.

En na deze verkoelende praat volgde dan weer een ontzettende plaknacht…

In de tijd van Floris had je deze temperaturen niet. Daarom droegen ze ook harnassen want het zette toch niet uit zoals onze bruggen dat wel doen tegenwoordig. En als Floris het dan eens warm had dan voldeed een maillot, korte broek en overhempie. En eventueel een cape wanneer het regende. Maar nu is het anders. Het wordt steeds warmer en warmer en nu is het een kunst om ermee om te leren gaan. Je hoort ook steeds vaker de term ‘hitteplan’. Persoonlijk ben ik voor een hitteplan maar dan volgens de Spaanse Slag. Die hebben immers genoeg ervaring. Mijn idee is dan om lekker vroeg uit de veren te gaan, je werk te doen en tussen twee en vijf siësta houden. Daarna weer even wat werkzaamheden uitvoeren en dan tegen negen uur in de avond lekker gaan eten met een goede wijn.

Het Zwitserleven gevoel zeg maar!

Maar dan gewoon in ons eigen land. Het land waar ooit winterdag de Elfstedentocht geschaatst werd en het land waar Piet Paulusma ons waarschuwde voor horrorwinters. Die horrorwinters zien we nog slechts op oude polygoonbeelden en Piet is van de Nationale televisie verbannen.

En de Elfstedentocht?

Die doen we tegenwoordig zwemmend….

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niksnutten

Niksnutten zijn wij Hollanders. Wij kunnen urenlang niks doen. Niets meer en niets minder. Tenminste, als ik de krant moet geloven. De Amerikanen vinden dit ‘niks doen’ heel apart en nu ze het ontdekt hebben, ‘omarmen ze het oer-Hollandse niets doen’ want dat is goed tegen de groeiende burn-outs in dat land. Ik weet precies wat ze bedoelen. Ik heb de afgelopen twee weken regelmatig aan de eettafel gezeten en een beetje dom naar buiten zitten staren, met alleen het tikken van de klok als metgezel. Plus omgevingsgeluiden, zoals een auto die voorbij reed, een koekoek die zijn bekende oeuvre met de wereld deelde, een buurman die iets aan het timmeren was, een loeiende koe in de achtertuin, de vuilniswagen die de groene bakken leegde en een dikke mantelmeeuw die weer eens klaagde over de eeuwige honger in zijn lijf.

Ze noemen dit ook wel vakantie!

Maar ik snap wel wat die Amerikanen bedoelen. Niks doen is best een leuke bezigheid tussen al het moeten. Ik herinner mij als kind dat er soms dagen voorbij gingen van niks doen. Gewoon dom vervelen. In een stoel of vanaf de bank helemaal niks doen. Zelfs niet nadenken. Staren tot je hoofd leeg is en enkel de omgevingsgeluiden toelaten. En het dan ook uitspreken naar je familieleden:

“Ik vervéééééééél me..”

Soms was er een opleving. Dan bedachten mijn broer en ik dat we gingen monopolyen. Dan trokken we dat spel uit de kast, bouwden de boel op, telden het geld en kozen een kleur pion. Zonder chips of snoepjes want dat kregen wij maar twee keer per week, op woensdagmiddag en zaterdagavond. Als de hele tafel bedekt was met het monopoly-spel dan keken we elkaar aan en zeiden: “Heb jij nog zin?”

“Nee..” was het antwoord, en vervolgens werd alles weer opgeruimd..

Maar niks doen wordt steeds moeilijker. Het wordt moeilijker vanwege de smartphone. Die dingen geven zoveel vertier… Je kan er bijna alles mee. Lezen, schrijven, mailen, televisie kijken, films kijken, bankzaken regelen, spullen kopen, foto’s maken, muziek zoeken en luisteren, contacten onderhouden via allerlei social media, bellen(!), enzovoorts, enzovoorts… Zelfs als we in de rij staan bij de kassa bekijken we effe dat ding om de tijd te doden.

Want voordat je het weet ben je dood!

En een ongeluk zit in een klein hoekje, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Ik kom hier op na het lezen van een bericht van de politie. Zij hadden (opnieuw) een bericht online gezet met het verzoek naar de mede weggebruikers om eens begrip te tonen wanneer er een weg afgezet wordt. Want na een flinke aanrijding waarbij een van de slachtoffers aan het vechten was voor zijn leven moesten ze de weg afzetten zodat alle hulpverleners veilig en snel hun werk konden doen. Hierop werd door sommige automobilisten ontzettend agressief gereageerd en dat ventileerden ze middels intimidaties zoals schelden en opgestoken middelvingers.

De sukkels.

Ze willen niks begrijpen, zijn alleen maar bezig met hun eigen sores, zoals een te kleine piemel of iets dergelijks. Waarom zo gefrustreerd? Een grote lul ben je toch al!

En als je dan toch stil staat, pak je telefoon en speel dan even een spelletje Candy Crush (op niveau..) en zeik niet tegen die mensen die een ander mens aan het helpen zijn. Of bel je vrouw en maak na jaren van onderlinge strijd een einde aan je huwelijk.

Je vrouw zal er zeker van opknappen!

Dit soort gedrag ontstaat uit de negatieve kant van verveling. Door frustratie en door verwend gedrag. Maar je kan je ook positief vervelen, daar is niks mis mee. Want we moeten al zoveel. Alle dagen vermaak, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, dag in dag uit. De kinderen van nu hebben niet eens meer tijd om te spelen want het weekendje Londen, het dagje naar de Efteling of het Sweet Fourteen, Fifteen, Sixteen party’s moeten nog gevierd worden.

En de terugkom-dagen van die Sweet Fourteen, Sweet Fifteen en Sweet Sixteen.

Je kan het zo gek niet verzinnen of het is al verzonnen! Als we elkaar maar bezig houden. Maar zo nu en dan zie je nog iets voorbij komen waarvan je denkt: Ja! Er zijn nog mensen die het doen, het leven simpel houden. Laatst zag ik enkele foto’s van een kinderfeestje. Er zaten acht kinderen aan een gedekte tafel, de jarige stond op de stoel en werd toegezongen. Daarna een foto waarop de acht genodigden plus de jarige aan het sjoelen waren. Ze stonden allemaal om de sjoelbak heen en hadden aandacht voor elkaar. Op de volgende foto liepen alle fuifnummers in de tuin en ze deden een potje trefbal. En dan de laatste foto. Hier zat het hele spul weer aan tafel te genieten van zelfgebakken, ik herhaal, zelfgebakken pannenkoeken!

Met veel, heel veel poedersuiker en stroop!

De huidige opvoeders boksen tegen elkaar op, bang dat hun kind als niksnut wordt aangezien. Dus hoe groter je uitpakt met iets hoe meer respect je kind krijgt. Denken ze dan. En tussendoor even werken want ja, het kost ook wel wat hè, al die uitjes. Maar we liggen liever krom dan dat we eens wat afzeggen, alles moeten we meemaken want anders hoor je er niet bij. Maar een keer niks doen is geen schande hoor.

Nooit geweest ook…

De klok van ons vakantieadres tikt onze laatste vakantie-uren weg. Over een paar uur zijn we weer aan de andere kant van de Waddenzee en moeten we er weer tegenaan. Dan begint het dagelijkse leven weer, komen de beslommeringen weer om de hoek kijken en moet de structuur van het normale leven weer in het gareel komen. Straks bij de boot zien we ‘verse aanvoer’ van gestreste mensen die op zoek zijn naar wat rust. Rust en natuurlijk ook vertier.

Dat moet ook, genieten van het leven.

De klok tikt verder en de kater waar wij op passen miauwt. Hij wil weer naar buiten want de zon schijnt en de vogeltjes fluiten vrolijk en verleidelijk. Ik sta op uit mijn stoel en laat hem vrij. Even voelde ik bij mijzelf een kater opkomen van jewelste maar dat was ook zo weer verdwenen.

Want zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens!

Hoera! Vakantie!

De vakantieperiode is weer aangebroken en velen onder ons maken daar gebruik van. Even ontspannen, even niks moeten, hoe heerlijk kan dat toch zijn. Mijn vrouw en ik zijn al een weekje bezig en worstelen ons door de eerste dagen. Worstelen ja, want vanaf de eerste dag voelden we ons moe, ontzettend moe. Een van de grote ‘boosdoeners’ van dit euvel is de bestemming. Wij vieren onze vakantie namelijk op Terschelling en daar zijn de luchten zwaar, ontzettend zwaar. Dat komt door de zuivere luchten. Het zuurstofgehalte is hier abnormaal hoog vertelde men mij hier in de wandelgangen.

Precies een week geleden vertrokken we. Om zes uur ging het wekkertje en mijn planning was om rond kwart voor acht in de auto te zitten. Tegen mijn vrouw had ik half acht gezegd…

Twee uurtjes later stond de auto in standje ‘lang parkeren’ en zaten wij in standje ‘de vakantie is begonnen!’ Zodra je aan boord bent van de boot naar Terschelling, begint ook je vakantie. Dat klopt als een boot, om maar eens een woordje wat schippersjargon te gebruiken. Je voelt per gevaren kilometer de onrust uit je verdwijnen en plaatsmaken voor ontspanning. Ik voelde dat op een gegeven moment ook en deed mijn ogen even dicht terwijl ik mijn hoofd in mijn hand liet rusten.

“Ar! Ar!!!!”

Ik schrok wakker en zag mijn vrouw een beetje beschaamd naar mij kijken. Plus drie dames die tegenover ons zaten, aan de raamzijde van de boot. “Je snurkte!” zei mijn vrouw fluisterend, terwijl ze duidelijk bezig was haar lachen in te houden. Maar het kwaad was al geschied. “Geeft niet hoor, dat zijn we wel gewend.” gilden de dames mij breed lachend toe. Ik lachte terug maar van binnen was ik totaal van slag, voelde ik mijzelf een ouwe lul die betrapt werd op een oude mannen kwaaltje…

Maar er was geen vaargeul meer terug!

Ik mompelde wat als “Tja, begin van de vakantie…” en begon ineens quasi interessant in de krant te bladeren die voor mij lag. Dat is best wel eens lastig, als je lichaam ouder is dan je geest. Het is een kwestie van toegeven maar daar voel ik mij soms te goed voor en dan kom je in de ontkenningsfase, in de categorie ‘eigenwijze ouwe kerel’.

Maar dat dutje aan boord was kennelijk een aankondiging voor het verdere verloop van onze vakantie!

Want we sliepen als kanonnen, lagen er ‘s avonds al voor tienen in terwijl de zon nog onder moest. En normaal ga ik er s’ nachts nog wel een paar keer af om af te wateren (ja, ja, ouwe mannenkwaal!) maar nu sliep ik zomaar door! Dat was wel even een rare gewaarwording, voelde mij weer die baby die ook voor het eerst doorsliep, tot grote vreugde van mijn ouders. Nu was het tot grote vreugde van mijzelf want een goede nachtrust is ook wel wat waard.

Wij komen al jaren en jaren op Terschelling en we deden altijd alles met de fiets. Dat is ook geen straf want je kan hier ontzettend leuk fietsen; door de polders, langs de dijk, door de duinen en door de bossen. Natuurlijk pakte je dan makkelijk grote delen van het eiland en zou je denken dat je op een gegeven moment wel alles gezien hebt. Dat klopt grotendeels, maar je moet wel blijven kijken om al dat moois te zien wat er op het eiland bloeit en groeit. Maar dit jaar ging het anders. Mijn vrouw kwam met het idee:

Zullen we de komende dagen gaan wandelen in plaats van fietsen?

Dit moest niet eens eerst bezinken bij mij want ik begin wandelen eigenlijk steeds leuker te vinden. Was ik ooit meer van het hardlopen, nu ik wat zwaarder ben dan voorheen kan ik een goede wandeling ook wel waarderen. Vooral omdat je er nagenoeg geen blessures aan overhoudt. Daarbij opgeteld het feit dat we deze dagen even niks moeten. We hoeven nergens op tijd te zijn, we hebben even geen haast want we hebben immers vakantie.

En, in de auto kom je er langs, op de fiets zie je het en wandelend beleef je het!

Deze wijsheid kregen wij van de week te horen van een goede vriendin. Dat klopt ook! Wij hebben inmiddels vele kilometers achter ons liggen en we zijn tot de conclusie gekomen dat we het eiland ineens heel anders meemaken. We zien de pracht en praal van de wilde bloemen die hier volop groeien, de geuren die ze verspreiden zijn een lust voor de neus, we horen en zien de vogels die continue bezig zijn met fourageren en dat doen ze onder een scala van prachtige wolkenvelden die juist hier, op het eiland, zo goed te zien zijn.

En daar mogen wij tussen- en onderdoor lopen, zonder prikkeldraad afzettingen!

Tijdens een van onze wandelingen langs de Waddenkant kregen we met een extra beleving te maken. We vonden namelijk een half aangevreten karkas tussen de schelpen, het zeewier en de uitgevreten krabbenschildjes. Het was en flink karkas en we dachten dat het om een ree’tje ging waardoor wij zelfs ietsjes opgewonden werden.  We voelden ons weer even dat kind wat van alles ontdekte aan de waterkant, terwijl pa en ma even verderop lagen te zonnen achter hun windscherm. Maar na onderzoek en informatie ingewonnen te hebben bij een deskundige vuurtorenwachter, bleek het te gaan om een zeehond. Maar dat mocht de pret van het beleven niet drukken en we sjokten lekker door, loerend naar meer avonturen.

Afgelopen donderdagmorgen liepen we een uitgezette tocht van 10 kilometer. Deze tocht wordt al 56  jaar georganiseerd en uitgezet door de organisatie van de Brandaris Wandeltochten. De routes zijn afwisselend en altijd weer erg verrassend. Vandaag liepen we om Oost, dwars door de duinen en licht schurend tegen de Boschplaat aan. Een kleine twee uurtjes later zaten die kilometers in de benen en nadat we weer thuis waren moest ik even een uurtje plat om bij te tanken.

Want dat is het mooie van vakantie. Even niet op de tijd letten. Even helemaal niets.

Maar wel zo nu en dan je even het apelazarus lopen!

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Wie de roos wil plukken moet de doornen niet ontzien…’

Omdat we dit weekend in Winschoten weer kunnen genieten van het Rozenfestival ben ik het eigenlijk wel verplicht om dit stukje zingend te beginnen:

‘Ik geef je een roosje mijn roosje Ik geef je een roos elke dag En ik hou van jou tot de wei zonder dauw En de echo niet lacht om een lach’

Met speciale dank aan Conny Vandenbos. Ik ben min of meer met deze zangeres opgegroeid. Ooit lag zij tussen de platencollectie van mijn ouders en draaiden we haar liedjes met grote regelmaat. Van ‘Ik ben gelukkig zonder jou’ tot en met ‘Sjakie van de hoek’. Ze lag tussen andere grootheden van die tijd, zoals Toon Hermans, Wim Sonneveld, Vicky Leandros, Max & Betsy (!) en Bryan Ferry. Plus de nodige klassieke muziek, waaronder mijn favoriet, ‘Peter en de Wolf’ van Sergej Prokofjev.

Een gevarieerd gezelschap kun je wel zeggen.

Het cabaret en het betere Nederlandse lied is blijven hangen. Vicky Leandros heb ik losgelaten. Vicky is naar mijn idee categorie Helen Fischer en daar loop ik ook niet warm voor. Terwijl er toch genoeg mannen rondlopen die haar uit de kunst vinden. Dat noemen ze ook wel de ‘Wow’- factor. Ik kende die Wow- factor niet maar bij navraag gaat het erom of er een zogenaamde ‘klik’ is tussen twee mensen en zo ja, dan noem je dat de Wow-factor. En wanneer er dan geen sprake is van een Wow- factor dan vertel je dat de volgende dag ‘gewoon’  via een Whatsappje..

Sukkels.

Vroeger gebruikte je naast woorden ook symbolen om je liefde voor een ander te verduidelijken. De roos is zo’n symbool. De roos staat voor liefde, geluk, vreugde en genegenheid. Maar ook voor gratie en schoonheid. Ik zou best mijn vrouw elke dag wel een roos willen geven want zij presteerde het ooit om bij mij de Wow-factor te raken.

Toen zij mij voor het eerst kuste stond ik in vuur en vlam en hoogstwaarschijnlijk heb ik toen heel hard ‘Wow!’ geroepen.

Het is alleen zo jammer dat rozen zo verrekte duur zijn. Daarom uit ik mijn liefde voor haar op een andere manier. Met groenten bijvoorbeeld. Ik uit mijn liefde voor haar door een lekkere salade te maken. Of ik uit het in brood.  Dan smeer ik haar boterhammetjes met haar lieveling ’s beleg. Of met huishoudelijke taken. Dan strijk ik zo een hele wasmand weg zodat zij dat niet meer hoeft te doen.

Of ik koop twee bosjes rozen bij de supermarkt, die zijn vaak in de aanbieding!

En daar is ze dan ook blij mee, hoor. Ik kan eigenlijk op dat gebied nooit iets verkeerds doen. Daarnaast blijven er genoeg gebieden over waar ik het wel verkeerd kan doen. Simpele dingen, maar zo ontzettend fout. In haar ogen dan hè. Gisteren lagen de tuinstoelkussens niet op de tuinstoelen maar op de grond toen ze thuis kwam van werk.

Nou, de tuin was even te klein.

Maar dat kwam natuurlijk doordat ze net thuis kwam van een drukke werkdag. Dan zit ze nog in een flow van concentratie en dat moet ze dan nog even loslaten. Flow is ook zo’n Wow woord trouwens. Dat hoor je steeds vaker om je heen: “Ja,ik ga even door nu hoor, zit zo in een flow!”

En ik zeg het zelf ook steeds!

Zoals afgelopen zondag. We hadden bedacht samen even het huis te doen. Mijn vrouw zou beginnen met stoffen en ik moest er dan achteraan om te stofzuigen. Niet omgekeerd. Dat lijkt op een tactiek en dat is het ook! Want doordat zij met zo’n blauw lapje in het ‘niets’ staat de wuiven, zuig ik dat ‘niets’ weer op. In de volksmond noemt met dat ‘niets’ ook wel stof. Ik zat er klaar voor, we hadden net het ontbijt op en zij zat nog even lekker in haar Libelle. Mijn geduld werd op de proef gesteld want ze zat een half uur later nog in die Libelle.

Zeker het kerstnummer…

Afijn, ik zat in de flow om wat te gaan doen dus ik bedacht dat het schuurtje in de tuin wel even opgeruimd kon worden. Na een kwartiertje stond ze ineens naast mij en gaf ze aan erg blij te zijn met mijn actie. Als beloning kreeg ik te horen dat zij nu ging stoffen én daarna ging stofzuigen! Van pure blijdschap en omdat die verdomde flow maar niet ophield, ging ik de garage ook opruimen. Want al mijn gereedschap lag niet meer in de betreffende kisten maar op de werkbank. Deze klus duurde wat langer maar dat mocht de flow niet drukken, ik bleef dapper doorgaan. Mijn vrouw had de flow ook te pakken want zij stond ineens de vloer in de woonkamer te dweilen.

Ik begon van enthousiasme te zingen: “Ik geef je een roosje, mijn roosje….”

Na theetijd bleef ik onrustig. Vrouwlief daarentegen was klaar en ze ging lekker zitten met een woonblad. Mijn hoofd tolde van de strijdlust en eureka! Ik wist wat ik moest doen! Er moest nog even een kabel getrokken worden, voor een betere wifi hogerop in ons huis. Wij hadden al een jaar geleden een apparaat ontvangen van de provider maar ik heb altijd even tijd nodig om een plan te maken. Dat plan had ik nu rond: gat in de woonkamer vloer boren, kabel erdoor, in de kruipruimte de kabel oppakken en vervolgens weer even een gat boren in de vloer ter hoogte van de trap naar boven. Oh ja, en dan moet ik wel even het laminaat in de gang eruit halen omdat daar het kruipluik zit…

Een kind kan de was doen!

Zij keek mij aan en zei niks toen ik haar van mijn plannen vertelde. Dat begreep ik pas nadat ik mijzelf weer uit de kruipruimte had gewurmd, toen ik van top tot teen onder het zand zat…

Uiteindelijk was de klus na een uurtje geklaard. Mijn geliefde verzocht mij buiten al mijn kleren uit te doen. “Ja, ook je onderbroek!” kreeg ik te horen, iets te venijnig.

Ik was even niet haar roosje. Ik was haar brandnetel…

 

Over bandjes enzo…

Genieten. Het lijkt wel alsof dat woord steeds vaker uit mijn mond rolt. Nu ben ik snel tevreden hoor, een lekker bord eten of een vers gemalen bakkie koffie kan mij in extase brengen. Of wanneer mijn vrouw ’s morgens fris en fruitig naar beneden komt, met een brede glimlach en de lipjes mooi rood gestift. Dat is even anders hoe ik er meestal bijloop om die tijd; joggingbroek (en joggen ho maar…) en een zwart t-shirt.

Want zwart kleed zo lekker af..

Maar zonder flauwekul, ik geniet ook zo van het wonen hier in Groningen en ja, ik val in herhaling maar het is gewoon zo. Vooral hoe mensen hier nog met elkaar omgaan in het dagelijkse leven. Naast het groeten op straat maar ook hoe men zo maar even een praatje begint. Zoals van de week. Ik moest twee nieuwe autobanden hebben. Eigenlijk vier, maar dat is direct zo’n aanslag dus werden het er twee. Terwijl de bemanning van deze speciaalzaak de banden gingen verwisselen en ik aan een bijzonder lekker bakkie koffie stond te lurken, liep een andere klant net het kantoortje uit. Hij keek mij aan en ik hem … en voordat ik er erg in had waren wij in gesprek.

We hadden zeg maar een band…

Eerst natuurlijk over de reden dat we daar waren, het kopen van een band. Mijn verhaal was niet zo spannend, ze waren gewoon versleten, maar zijn verhaal was een stuk spannender. Het betrof een camper en een van de banden was geklapt, tijdens het rijden! Een scheur van hier tot Tokyo en ommelanden! Dat had ook met het gewicht te maken, zo’n camper krijgt wel wat te verduren want naast kleding en beddengoed moet er ook wat drank en eterij mee, dat scheelt weer in de uitgaven en dat begrijp ik volkomen.

Je kan je euro’s maar één keer uitgeven hè!

Maar ik, of beter gezegd wij, genieten ook van onze achterbuurjongen, Lars. Deze 12 jarige prepuber en aanstaande brugpieper houdt ook van een praatje. Eigenlijk van heel veel praatjes. Maar het is geen praatjesmaker, nee, er komen wel degelijk mooie praatjes uit. Regelmatig komt hij even buurten voor een goed gesprek of om gewoon even zijn verhaal vertellen. Met dezelfde regelmaat krijgt hij dan van ons een ijsje, maar, zoals hij zelf zegt:

“Ik kom hier niet voor het ijs, hoor!”

Hij denkt tegenwoordig ook na over geldzaken. Hij gaf aan dat vijfhonderd euro niet zoveel was. Nee, niet op een bedrag van een miljoen, dat was ik wel met hem eens. Maar vijfhonderd euro blijft voor mij toch een flink bedrag. Ik heb het niet in mijn portemonnee, laat staan op mijn rug. “Voor dat bedrag kan je vijf paar voetbalschoenen kopen.” zei ik, om zijn verbeelding te prikkelen aangezien hij voetbalgek is. “Of 417 kopjes koffie in de kantine van je voetbalclub.”

“Of je kan er 714 ijsjes van kopen!” zei ik, en wees hem op het ijsje welke hij op dat moment aan het wegstouwen was.

Hij verblikte of verbloosde niet en gooide het maar over een andere boeg. Hij begon te vertellen over de estafette die ze moesten lopen tijdens de school sportdag en daarmee was het financiële item afgesloten. Hierna bespraken we nog even de streken die hij uithaalde op zijn bijna oude school en de discussies die hij nog wel eens gevoerd heeft met zijn Juf en zelfs met de directeur.

Ja, de jeugd van tegenwoordig is een stuk mondiger.

Maar daarmee niet vervelender hoor. Ik hou wel van dit soort gesprekjes. Het houdt de geest jong en zo blijf ik een beetje verbonden met deze generatie. En zoals we dankzij het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau weten, snakken we met zijn allen naar verbondenheid. Daarom duiken we ook zo gretig met zijn allen in het water om samen met Maarten van der Weijden een stukkie te gaan zwemmen. Of we kleden ons in oranje kleding om de voetballende dames aan te moedigen.

Of we gaan ineens allemaal lederen armbandjes dragen!

Dat laatste lijkt onderhand wel een plaag! Waren armbandjes voorheen nog typische vrouwen accessoires, de kerels hebben het nu ook ontdekt. Naast lederen armbandjes heb je ze ook met kralen, gelijk als zo’n bid snoer die Moslims gebruiken, een Tasbih of zoals wij ze kennen, de Rozenkrans. In mijn omgeving zie ik ze tegenwoordig ook en ik ontwikkelde een interesse in deze bandjes. Er waren er bij die hadden er eentje om de pols maar er waren ook gasten die er wel zes of zeven om de pols droegen. Bij eentje dacht ik zelfs dat hij daardoor wat scheef liep maar ik kan mij daarin natuurlijk ook vergist hebben.

Het triggerde mij en ik voelde een drang om te kopen opkomen…

Dat uitte zich in het loslaten van kleine proefballonnetjes over het onderwerp bij vrouwlief. Daarmee peilde ik direct of zij het wel leuk vond want voor lul lopen doe ik liever niet. Ondanks haar twijfelende reactie vanaf het eerste ballonnetje, durfde ik het ook te roepen toen we een keer in de koopgoot van Groningen liepen, de Herestraat. Want hier zou vast wel zo’n bandje te koop zijn! Maar haar diepe zucht zei genoeg en deed mijn ballon niet knappen maar exploderen.

“Sukkel! Ik wilde je er eentje geven voor onze trouwdag, volgende week!”

“Echt? Dat meen je niet! Ach lieverd, wat lief!” Ik was oprecht verrast. En toen kwam toch weer die twijfel. “Maar effe voor de goede orde, wat kost zoiets eigenlijk?” Dat is mijn Nederlandse identiteit hè, op de centen blijven letten, vooral omdat het om iets totaal onbelangrijks ging. “Ik dacht iets van 65 euro.” zei ze, zonder blikken of blozen.

Mijn kooplust verdween als sneeuw voor de zon.

“Vijfenzestig euro??” riep ik, iets te hard want iedereen in de Herestraat keek onze kant op.
“Laat maar! Niet kopen! Vijfenzestig euro voor een stukkie leer! Zijn ze nou helemaal van de pot gerukt… We leggen er wel 65 euro bij, dan koop ik er wel twee autobanden voor.”

Want op vier armbanden kan je immers niet rijden!

Vlaggetjesdag

Elk jaar weer zien we ze weer terugkeren op Social Media, die foto’s van rugtassen aan de vlaggenstok met daaronder een blije of zelfs juichende geslaagde scholier. Rugtassen die haast uit elkaar vallen omdat er jarenlang kilo’s aan boeken in gezeten hebben maar nog net in staat zijn een dagje te hangen. Boeken ja, sommige keurig gekaft, andere nog niet eens uit het cellofaan gehaald… 

Het digitale tijdperk is nog niet helemaal van de grond gekomen!

Alle trotse vaders, moeders, opa’s en oma’s of welke verzorgende dan ook, laten je dan weten dat hun zoon, dochter, kleinzoon, kleindochter of pleeg- of bonuskind geslaagd is. Voor sommigen is dat een jaarlijks terugkerende ergernis, anderen vinden het juist leuk omdat ze zelf ook ooit juichend onder zo’n rugtas aan een vlaggenstok hebben gestaan.

Alleen kwam het toen niet op Facebook..

Ook in onze omgeving was het raak. Onze vier zonen hebben hun opleiding met succes afgerond. En daar bleef het niet bij want ondergetekende heeft het afgelopen jaar ook weer in de schoolbanken gezeten en …met succes afgerond! Ik was een zogenaamde BBL’er zoals ze dat tegenwoordig noemen, een dag naar school en vier dagen werken. Daaraan voeg ik met trots mijn leeftijd toe, 55 lentes, waardoor we hier met recht kunnen zeggen dat je nooit te oud bent om te leren.

Dat het wat stroever ging dan in mijn jongere jaren is natuurlijk helder, dat was ‘mijn handicap’.

Maar leuk vond ik het wel. Vooral de mix aan leeftijden in onze klas, van 19 jaar tot ..euh..ja, 55 jaar. Ik was de oudste van het stel en dat werd mij ook regelmatig voor de voeten geworpen. Maar ik leed daar niet onder hoor, want 50 plussers (behalve zuurpruim Henk Krol!) zijn relaxed. Die maken zich niet meer druk en weten inmiddels wel hoe het leven in elkaar zit.

Het leven begint echt bij 50!

Maar het was soms best wel pittig, vooral de dagen vlak voor de examens. Op school hadden ze gezegd dat je elke dag minstens een uur moest studeren. Nou, dat nam ik mij dan ook wel voor alleen schortte het nog wel eens aan de uitvoering. En daardoor werd ik vlak voor de examens behoorlijk nerveus. Dat uitte zich onder andere in gechagrijn richting mijn vrouw. En omgekeerd. Zij werd weer chagrijnig van mij omdat ik steeds zo afwezig was. Dan zat ik geestelijk afwezig te zitten bij haar in de tuin en dan begint ze ineens over hoe prachtig de planten erbij staan. Ik snurk dan iets van “Ja, mooi hoor…” en tuur vervolgens weer verder op mijn telefoontje terwijl ik eigenlijk best weet dat ik in de schoolboeken zou moeten turen. En ik weet ook dat ik haar gewoon met aandacht moet antwoorden want zij pikt dit soort gedrag niet, het werkt juist als een rode lap.

“Leg die telefoon nu eens weg!”

Geschrokken (en zwaar geïrriteerd..) legde ik mijn gsm naast me en keek haar met een stoïcijnse blik aan, onder begeleiding van een diepe zucht. “Ja, zucht maar, ik vroeg je alleen maar wat hoor!” zei ze, duidelijk geïrriteerd. “Je moet eens wat meer aandacht hebben voor je omgeving, bijvoorbeeld voor de planten in de tuin.” Ik keek om mij heen, zweeg en zag niks. Ja, planten. Planten waarvan ik de naam niet eens weet. Terwijl zij dat mij wel honderd keer gezegd heeft. Het vlaggetje op de hoek van het schuurtje zag ik wel, het vlaggetje van Terschelling die trots wapperde in de wind.

“Ja, mooi hoor..(!)” en ik keek met een schuin oog naar mijn gsm.

Ze slikte en ging toen door. De schat. Ik snap wel dat ze soms even overkookt. “Het is alleen jammer van de Hortensia’s. Die heb jij niet goed gesnoeid en daardoor geven ze dit jaar minder bloemen.” Nu had ze mijn aandacht: “Huh! Hoezo mijn schuld? Ik had je toen gebeld! Op je werk nota bene, of ik ze mocht terugsnoeien want ik moest de schutting voorzien van nieuwe planken. En dat was goed zei jij toen!” Ik pakte direct mijn gsm, dat had ik wel verdiend. “Ja, dat klopt, maar je hebt het niet goed gedaan en daarom hebben we nu minder bloemen.”

De rest van de avond stond de vlag er wat treurig bij…

Na al dat vlagvertoon van de geslaagden komen de diploma uitreikingen en dat zijn tegenwoordig hele evenementen. Scholieren en studenten gaan dan allemaal ‘op sjiek’ en hun verzorgers doen er alles aan om hun kroost zoveel als mogelijk te doen opvallen. Vroeger was er enkel strijd onder ouders om op te vallen qua traktatie op verjaardagen, nu ligt die druk bij het examen bal. Limousines, vrachtwagens of zelfs helikopters worden ingezet.

The sky is the limit!

De scholen doen net zo hard mee. Ik ben eens bij een diploma uitreiking geweest die uren duurde doordat er tussendoor veel geëntertaind moest worden. Dat noemen ze dan een toegevoegde waarde of iets dergelijks. In mijn tijd werd je naam geroepen, liep je naar voren, kreeg je een hand en in je andere hand het felbegeerde papiertje en kon je weer terug naar je plaats. Nadat al je klasgenoten de buit binnen hadden ging je de stad in om het eens lekker op een zuipen te zetten.

Niets meer en niets minder.

Maar ach, tegenwoordig mag je elke dag wel een vlaggetje ophangen. Daarom vlagden wij in de afgelopen week voor al die wandelaars hier in de omgeving. Zij liepen weer de jaarlijkse Avondvierdaagse en afgelopen vrijdag mochten wij, de niet-lopers, die duizenden sportievelingen weer binnenhalen. Onder de muzikale klanken van de fanfares , de vrolijke dansjes van de dansMariekes en de dansJannen en ons bewonderend applaus. Hoe leuk zijn deze dagen toch elk jaar weer hier in de Gemeente Oldambt. Hoe leuk en gezellig is het dan langs de route, waar jong en oud aanwezig zijn en gezellig met elkaar praten. Social talk, maar dan zonder telefoon..

Alleen daarom zou je de vlag al willen uithangen!

 

 

 

 

 

 

 

De klapperrrrs… van de week

Beduusd van mijn actie die ik even daarvoor, in een fractie van een seconde, had uitgevoerd, keek ik verdwaasd door het slaapkamerraam naar buiten en weer naar de plek waar ik die fractie eerder nog horizontaal lag, in mijn bed. Door de knetterende klap had ik niet eens de gil van mijn vrouw gehoord die inmiddels rechtop in bed zat, met de hand voor de mond: “Wat een knal was dat hè,” zei ik, terwijl ik naar buiten bleef kijken naar het vervolg. Op dat moment werd ik verblind door een enorme lichtshow en kwam ik weer tot mijn positieven.

Het onweerde.

Ik begon direct te tellen en kwam tot twintig. Volgens de berekeningen is 3 tellen één kilometer dus het moest een kilometertje of zes, zeven in de buurt zijn geweest. Misschien wel recht boven Scheemda? Of boven Oude Pekela? Het voorspelde noodweer kwam immers vanuit het zuiden. Maar de donder was zó ontzettend hard en langdurig dat het leek alsof ons dak in tweeën scheurde.

Daarna was het stil.

Doodstil. Zelfs de honden en de katten uit de buurt waren zo onder de indruk van voorgaand natuurgeweld dat zij respectievelijk vergaten te blaffen en te schijten in onze tuin. Wij werden er ook stil van en maakten daarom maar snel gebruik van de gelegenheid en doken weer in bed. Want de volgende dag stond er gewoon weer een werkdag in de planning en ja, dan moet je toch je rust pakken voordat er wallen onder je ogen ontstaan.

Werken is leuk en je krijgt er ook nog eens wat voor maar er gaat altijd zoveel vrije tijd inzitten..

Uiteraard waren we al uren ervoor, wat zeg ik, dagen ervoor gewaarschuwd dat het zou gaan onweren. Het zou heel erg gaan onweren. Het zou verschrikkelijk gaan onweren. Het zou het ‘onweer des doods’ worden….

Superlatieven schoten tekort om ons, simpele zielen, te waarschuwen.

Maar heeft het wel zin al die waarschuwingen?  Want wij Hollanders zijn toch per definitie een nuchter volkje. Wij zijn de uitvinders van nuchterheid, vaak te lezen als tegeltjeswijsheden zoals bijvoorbeeld: ‘Het leven is hard. Daarna ga je dood’ of ‘Als ik gemekker wil horen koop ik wel een geit!’ of ‘ Als ik niet antwoord, ben ik niet arrogant, maar jij niet interessant.’

Waarom dan steeds vaker van die aanstellerige, overdreven waarschuwingen. Betutteling, ook op andere vlakken beginnen we er steeds beter in te worden. Zodra medewerkers van het Openbaar Vervoer gaan staken ligt ‘heel Nederland plat’ en spreekt men over ‘horror-files’ en een ‘ontwricht land’. Ik ben anders opgevoed. Als het buiten steenkoud was had mijn vader het altijd over een ‘dun windje’. Wanneer het nog kouder was dan steenkoud dan had mijn vader het over een ‘gemeen dun windje’.

Daar was geen woord Frans bij.

Nadat we de klap te boven waren gekomen las ik de volgende dag dat het Kruidvat met flitsend nieuws kwam. Deze winkel blijkt namelijk verkozen te zijn als een van de populairste winkels in ons land. Of, zoals ze dat zo mooi toevoegden, het ‘meest toekomstbestendige’. Net zoals de winkels van Rituals en … de Ikea! Die laatste zag ik niet aankomen want de Ikea is geliefd bij menig vrouw en gehaat bij menig man. En aangezien er ongeveer net zoveel mannen als vrouwen rondlopen in ons land zou dat betekenen dat er sprake is van een gelijkspel. Of er zijn steeds meer mannen die hun mening hebben aangepast?

Of snappen ze nu eindelijk de handleidingen…

Nu was ik van de week toevallig in het Kruidvat (of de Kruidvat..) en wederom viel het mij op dat het er een chaos was, alsof iemand even vlak voordat ik mijn fiets geparkeerd had, de lont van het Kruidvat aangestoken had en de boel tot explosie kwam. Want het is er altijd een chaos, je moet slalommen tussen de shampoos, de tandenborstels, de huid-oliën en de gadgets waar je achteraf eigenlijk niets aan hebt. Want óf er is teveel voorraad óf de winkel is te klein om het allemaal op te slaan. Het begint steeds meer op een rommelmarkt te lijken maar misschien is het daarom wel een winkel waar men graag komt. Even sneup’n! Want rommelmarkten worden ook graag bezocht heb ik mij wel eens laten vertellen. Door deze positieve aandacht voor het Kruidvat bedacht het management om nóg een konijn uit de hoge hoed te toveren.

Ze starten namelijk een vibratorlijn!

Want dat is echt iets van deze tijd, volgens de deskundigen. Het is heel normaal dat die dingen tegenwoordig in menig nachtkastje liggen. En dat geloof ik wel. Want we benoemen het ook steeds vaker, een vibrator is een vibrator en niet meer een ‘massagestaaf’ (niet te verwarren met de gehakstaven van onze hedendaagse tijd). Zo werden ze nog genoemd in de tijd dat ik als puber plaatjes keek in de catalogus van de Wehkamp. Niet eens stiekem hoor, die catalogus werd vroeger bij ons gewoon door de postbode bezorgd en vond gretig aftrek bij mijn broer en mij. Dat was een onderdeel van onze puberteit. En dat was nog de tijd dat postbodes gewoon hun werk deden en zorgden dat onze post vertrouwelijk behandeld werd. Dat was nog de tijd dat scholen examens van hun leerlingen veilig konden opsturen via de postbode met op zijn pet de initialen ‘PTT’.  En er raakte nooit iets kwijt.

Maar ik dwaal af..

Een derde van de winkelende vrouwen zijn wel in voor deze nieuwe producten, zo lees ik. Want, ik citeer een van de krolse klanten: ‘Mijn man in bed is ook niet alles.’ Dat zijn geen opbeurende citaten als ik eerlijk ben, hoe graag ik ook elke vrouw een fijn intiem leven gun.

‘Make love not war’ is mijn motto.

Blijft over dat twee derde van de winkelende dames in het Kruidvat wél tevreden zijn met de kunsten en acrobatische toeren van hun partner.

En dat geeft mij dan wel weer een goed gevoel.

Oergevoelens

“Haal je hand daar eens weg! Viezerik!” riep mijn vrouw mij toe. Ik keek haar aan en zag een zeer verontwaardigde blik in haar ogen die ik niet plaatsen kon want ik was mij van geen kwaad bewust. Was het mijn positie? Ik lag namelijk zijwaarts op de bank TV te kijken. Naar mijn favoriete progamma, First Dates.

En dan de Engelse versie!

Want de Nederlandse versie is een grote kermis. Daar worden karikaturen tegenover elkaar gezet die eigenlijk tegen zichzelf beschermd zouden moeten worden. Want wij kijkers willen graag gluren bij de buren, wij willen vermaakt worden en dan het liefst door leedvermaak. Geef het volk brood en spelen… voyeurisme van de hoogste categorie. Vanaf de bank klinken dan de quasi verontwaardigde oooh’s en aaah’s en vinden we dat het eigenlijk niet moet kunnen.

Maar de week erop zitten we er toch weer klaar voor, met chips en bier, op de eerste rang.

“Wat is er nu weer?” vroeg ik, mij nog steeds van geen kwaad bewust. Ik lag gewoon even na het eten te chillen op de bank, in mijn trainingsbroekje, T-shirt en vest. Eventjes  bijkomen van de warme maaltijd en van mijn inspanningen van het koken.  En na te denken over wat de ‘liberale’ leider van FvD nu weer allemaal gezegd had. Deze overrijpe kakker met een vlotte babbel uitte zich kritisch over de moderne vrouw. Want deze dames zijn zo druk met hun carrière dat ze nauwelijks nog kinderen op de wereld zetten omdat ze daar geen tijd meer voor hebben. Ik heb ook een fulltime werkende vrouw en ik wil daarom nog even wat toevoegen aan zijn relaas.

Namelijk dat ze ook niet meer koken!

Maar ook Baudet ziet dat de dames steeds slimmer worden en dat ze zich niet meer laten gebruiken als broedkast. Vroeger stonden meneer Pastoor en andere religieuzen aan het voeteneind van de echtelijke sponde stonden om te checken of er nog voortgeplant werd. Nu doet deze gladjanus een poging want hij is bang voor slimme vrouwen.

De stakker.

“Haal die hand eens uit je broek!” riep mijn vrouw mij toe en trok nu een gezicht van afgrijzen. “Waarom?” antwoordde ik, nu wat snauwerig want ik voelde mij behoorlijk in het kruis getast. Mijn taak, het koken van het avondeten, had ik immers met goed gevolg afgelegd en nu begint ze ineens over mijn hand die ik deels in mijn broek heb zitten. Waarom? Geen idee, dat gaat soms vanzelf. Misschien wel omdat ik dat lekker vind. Of omdat hele veel mannen dit wel eens doen.

“Ja, waarom lig je daar met die hand in je kruis? Dat is toch goor?” Even dacht ik terug aan de Europese verkiezingen van afgelopen donderdag. Had ik toch beter op de FvD moeten stemmen? Dan kwamen dit soort vragen van mijn vrouw niet bij haar op. Dan stond ze tijdens mijn chill uurtje met mezelf nog gewoon in de keuken de boel op te ruimen en was ze daarna naar boven gegaan om te strijken.

Eigenlijk zo gek nog niet, die ideeën van Thierry…

“Goor? Hoe kom je daar nu bij?” en ik haalde mijn hand uit mijn broek er rook even vluchtig aan mijn hand. “Ik heb net nog gedoucht! Ik ruik enkel bloemetjes van de Badedas. Geen lavendel! Niks mis mee.” En ik stopte mijn hand weer terug op de plek die in opspraak was. Ze ging nu helemaal los.

“Je bent Al Bundy toch niet!” zei ze, zwaar geïrriteerd omdat ik niet deed wat zij wilde.

“En hoe kom je erbij dat alle mannen dat doen?” Ik haalde nu mijn hand uit mijn broek en ging rechtop zitten. Hier was zwaarder bewijsmateriaal nodig. Ik spuugde nu even in mijn handen, wreef ze even stevig in elkaar en tikte op mijn telefoon de volgende zoekopdracht: ‘Waarom zitten mannen graag met hand in hun broek?’ Bam! Direct tientallen hits op dit onderwerp! En weet je op welke sites? De Viva, de Flair, Grazia.nl, Ze.nl en natuurlijk nog de Libelle en de Linda.

Ja mannen, we worden in menig media platform compleet uitgekleed en geanalyseerd!

Ik begon het direct voor te lezen aan mijn vrouw en tijdens het lezen werd ik alleen maar enthousiaster. Mijn vermoeden werd bevestigd. Want ik ben echt niet de enige man op deze wereld die, let op dames, deze afwijking heeft. Oké, Baudet doet het waarschijnlijk niet, die snuift wel aan zijn zakje lavendel.

Over afwijkingen gesproken.

“Mannen doen dit ter bescherming van hun ‘erfgoed’. Want stel dat er ineens uit onverwachte hoek een voorwerp (bal) of vuist die richting op komt. Daarnaast voelen ze zich er comfortabel en veilig bij.”

“Aldus  de schrijfster…”

Ik keek mijn vrouw nu indringend aan over mijn bril, een standje die ik volgens haar van mijn vader heb overgenomen. Zij keek op haar beurt terug met een blik vol ongeloof, onbegrip en ….spijt. Spijt dat ze ooit met mij een relatie begonnen is, spijt dat ze nu net een man moest treffen die zijn hand in zijn broek stopt.

Onverstoorbaar ging ik verder, genietend van mijn gelijk want het werd nóg mooier!

“Maar er zijn nog meer redenen. Doordat ze dit doen maken ze een stofje aan, het stofje oxytocine. Dit stofje werkt namelijk kalmerend en komt ook los bij de moeder-zoon verbinding. Eigenlijk is het jullie eigen schuld!”

“Kijk”, vervolgde ik, nu kaarsrecht zittend omdat mijn gelijk een honderd procent score zou gaan opleveren, “Kijk, en nu komt het! Het is een gewoonte van heel lang geleden, nog langer geleden dan de dag dat de vrouwen ook kiesrecht kregen zodat zij ook mochten stemmen op politieke figuren, een recht waar ze voor geknokt hebben.”

Ik moest even ademhalen, zo diep zat ik nu in mijn gelijk.

Zij zweeg omdat ze wist dat ik nu door zou gaan. “De oermannen deden het al! Kijk maar, het staat hier!” en ik drukte mijn gsm onder haar neus waarna ze direct haar neus optrok. Ik deed net of ik het niet zag. “De oerman, Janet, de oerman! Voor elk gevecht met een andere oerman of wild beest duwden ze effe de hand in de broek, roken eraan en vielen toen hun slachtoffer aan!”

Ze stond op en liep zwijgend naar boven.

Vast strijkwerk…

PS: ik heb gestemd. Op wie? Op een vrouw!

Kom je buiten spelen?

‘Kom je buiten spelen?’ Dat was in mijn jeugd een vraag die dagelijks wel een paar keer passeerde. Een vraag die meestal dan ook positief beantwoord werd door de toehoorder want buiten was het veelal spannender dan binnen. Buiten was vrijheid, avontuur, spanning, vrolijkheid en buiten waren je vrienden.

En de meisjes.

Die waren er ook vaak bij. Bij haast alles wat wij deden. Zelfs bij oorlogje spelen in de duinen deden de  meiden dapper mee en menig veldslag werd zelfs gewonnen door hun. Of lieten wij ze winnen, zolang we maar bij ze in de buurt waren en van hun aanwezigheid konden genieten… De wapens bestonden voornamelijk uit een combinatie van een uit hout gezaagd geweer met een ‘pyleke-buis’ (installatiebuis) als loop, bij elkaar gehouden door duct tape.  En op de loop zat een knijper die functioneerde als vizier. Sommige onder ons hoefden hun fantasie niet te gebruiken want die kregen van hun ouders gewoon een volautomatisch geweer die lekker knetterde nadat je de trekker overhaalde.

Voor de duidelijkheid: de pyleke-buis schieters riepen ‘pang’ of ‘paw’, overigens zonder verantwoording te hoeven afleggen bij het Openbaar Ministerie..

Nadat je geraakt was stortte je klagend ter aarde, de een nog mooier dan de ander en heel vaak geholpen door het podium waar je op dat moment op stond: op een van de vele Terschellinger duinen. Het naar beneden rollen resulteerde in prachtige sterfscènes die haast niet meer te evenaren waren. Dat je daarna onder het zand kwam te zitten en plekken kreeg van de prikken van het helmgras, deerde de pret niet.

En na tien tellen mocht je gewoon weer meedoen.

Maar het was niet alleen maar oorlog voeren daar in de buitenwijken van mijn woonplaats, Midsland. Nee, er werd ook gevoetbald. Op straat, met vier jasjes als doel. En als er dan eens een auto voorbij kwam, die waren toen nog op een hand te tellen, dan gingen we even opzij. Of we speelden een partijtje voetbal bij een vriendje in de tuin, die had daar twee doelen staan en dat was natuurlijk nóg leuker.

Zodra de weilanden weer weilanden werden en het gras hoog genoeg was, deden we na schooltijd ‘meiden de jongens’. Dan verstopten de meiden of de jongens zich in het hoge gras en wachtte je in spanning af wie je vond. Ondertussen at je van wat er om je heen groeide, bijvoorbeeld de zuurstengels die het weiland toen nog rijk was en je maakte van Madeliefjes alvast een ketting, om het meiske te imponeren. En dan werd je gevonden. En dan kreeg je een kusje!

Soms werd er van tevoren afgesproken waar zij zich zou gaan verstoppen maar dan was er al wat meer aan de hand, dan zat je in de fase ‘bijna verkering’.

Voorgaande zijn zomaar wat herinneringen die bij mij opkwamen nadat ik een grappig filmpje zag van twee jochies die in de regen buiten aan het spelen waren. En herinneringen die een groot onderdeel waren van mijn best wel gelukkige jeugd. En die draag je heel je leven met je mee en zodra je zelf kinderen krijgt, probeer je dat gevoel door te geven. Dat lukte deels omdat mijn jongens in een totaal andere omgeving opgroeiden dan ik. Mijn kinderen wilden wel buiten spelen maar hun generatie kreeg al te maken met de nadelen van ons groeiende, welvarende land. De oorzaak? Alle straten slipten dicht door geparkeerde auto’s en jakkerend verkeer. En die paar kinderen die toch nog voorzichtig met een bal tussen de auto’s durfden te laveren, kregen vaak te maken met boze volwassen omdat die bang waren voor krassen op hun auto.

Dat zijn vast volwassenen die nooit jong zijn geweest …

Ach ja, ik ben een beetje in een sentimentele bui en dan blik je wel eens terug naar vroegere tijden. Die bui vormde zich boven mijn hoofd nadat wij vorig weekend naar Terschelling afreisden. Want mijn moeder werd op Bevrijdingsdag 90 jaar. Negentig jaar en nog steeds zelfstandig wonend dankzij haar sportieve levensstijl en mijn vader, want die doet de zorg.  Ik heb daar een stukje over geschreven omdat ik heel erg ben van liever pluimen geven bij leven dan bij de uitvaart…Maar dat was niet de enige reden van mijn sentimentele bui, het kwam ook door het feit dat we onze vier zonen weer eens een keer bij elkaar hadden want dat was twee jaar geleden alweer voor het laatst geweest.

Ja, wij zijn een zogenaamd ‘samengesteld’ gezin en dan zijn bepaalde zaken niet meer zo vanzelfsprekend.

Het werden twee zeer intensieve dagen. Intensief omdat alles met de fiets gebeuren moest want de auto’s stonden in Harlingen geparkeerd. Maar dat is het mooie van het eiland, fietsen is daar geen straf, zelfs niet met windkracht 6 en een temperatuurtje ‘winterjas’. En we namen al het gemopper over dat fietsen van de mannen op de koop toe, want we wisten dat ze in hun hart genoten van de fietsritjes, de lol, de gein en de gezelligheid.

Vooral ondergetekende moest het ontgelden voor al dat ‘leed’, bestaande uit zadelpijn, vermoeidheid door het tegen de wind in fietsen en het steeds maar overal op tijd moeten zijn. Maar gelukkig heb ik een brede rug en ik kon mijn geklaag over hun geklaag weer kwijt bij mijn vrouw en bij de vriendin van mijn jongste zoon. Vooral die laatste vond het geweldig om zo het eiland te leren kennen want dit was haar eerste keer.

Die tijdsdruk kwam doordat ik persé wilde dat we die avond met zijn allen de Dodenherdenking op het eiland zouden meemaken. Een herdenking die begint met een stille tocht door het dorp en vervolgens tegen acht uur eindigt bij het Monument, ooit opgemetseld door een oom van mijn vader.

We waren ruim op tijd. En eenmaal meelopend in de stoet nam de stilte bezit van de jongens. En begrepen ze weer dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Vrijheid die ooit bevochten is door jonge mensen, net zo jong als zij nu zijn. Ze zagen de leeftijden van de gesneuvelden op de grafstenen staan en de stilte overdonderde, slechts een merel zong hun lied.

Een lied voor de gevallenen. Omdat zij nooit meer buiten kunnen spelen….

https://muizenstaartjes.nl/vergeten-gaat-steeds-beter/

 

Vergeten gaat steeds beter…

Mijn moeder is vandaag jarig. De cijfers 80 in haar leeftijd hebben plaats gemaakt voor de cijfers 90 en nu is ze een jaar ouder geworden als haar moeder ooit geworden is. Het bereiken van deze mijlpaal heeft ze naar mijn idee zelf bewerkstelligd door altijd maar in beweging te zijn én, niet geheel onbelangrijk, door positief in het leven te staan. 

Ze draagt niet voor niets al haar hele leven de bijnaam ‘Truus de Trimster’.  

Het is niet niks, 90 jaar. Daarom schrijf ik dit stukje, omdat ik maar ook mijn broer en zus haar zo dankbaar zijn voor wat ze ons allemaal meegegeven heeft in het leven. Dat besef wordt alleen maar groter nu we zelf grijze haren ontwikkelen, kwaaltjes krijgen en ook regelmatig wel eens dingen vergeten. 

Ja, bij ons gaat het vergeten ook steeds beter, lieve moeder! 

Zij spoorde ons altijd aan om dingen op te schrijven en gaf daarin zelf het goede voorbeeld. Overal in het ouderlijk huis liggen nog steeds briefjes of kaartjes met overduidelijk haar (prachtige en sierlijke) handschrift. Briefjes met daarop recepten van gerechten die ze ooit van haar moeder had gekregen, gewoon wat aantekeningen of kaartjes of memo’s  met spreuken of gedichtjes waar ze eens door geraakt werd.  

Zij heeft de liefde voor onze taal op ons overgebracht. 

Dit is opnieuw een ode aan haar. Het kan niet vaak genoeg beschreven worden omdat we zo trots op haar zijn. En omdat het vergeten steeds beter gaat. En omdat ze altijd een voorbeeld was en is voor ons. Zij heeft ons gedragen en op de wereld gezet. Uit liefde. En ze heeft ons vervolgens gevoed en opgevoed. Uit liefde. En ze heeft ons vervloekt als we weer eens wat uitgevreten hadden… 

Ja, ook uit liefde. 

En tussen al dat opvoeden door deelt ze nog elke dag de liefde met onze vader die nu zorgt. Uit liefde voor haar. Regelmatig krijg ik een foto van wat hij nu weer gekookt heeft en sta ik versteld van zijn kookkunsten.  Die twee rechter handen waarvan ik er maar eentje geërfd heb, doen dat toch maar weer even. Ik had er ooit een opleiding voor nodig om een beetje te kunnen koken, hij schudt inmiddels het ene na het andere gerecht uit zijn mouw. Maar ik weet het geheim.  

Het is de liefde!  

Al 61 jaar zijn ze getrouwd en nog steeds zijn ze stapelgek op elkaar. Een relatie op puur gelijkwaardige basis van twee mensen die elkaar feilloos kennen, aanvoelen én respecteren. “Geven en nemen, maar altijd iets meer geven dan nemen,” riepen ze ons altijd toe. Dat is een van de belangrijkste ingrediënten voor een liefdevolle relatie.  

Als kinderen leefden we een geregeld, stabiel leven waarin structuur een van de pijlers was. Structuur die nodig was om een gezin van een hardwerkende aannemer draaiende te houden. Die structuur bestond onder andere ook uit huishoudelijke taken voor ons. Die taken stonden op lijstjes die afgekruist werden na uitvoering zodat er geen onenigheid ontstond: Tafel dekken, tafel afruimen, afwassen of afdrogen, houthakken en helpen in de (groente) tuin.  

Geloof me, dat was echt pedagogisch verantwoord! 

Want wij zijn daar niet slechter van geworden, integendeel, daar plukken wij sinds we uitvlogen zijn nog elke dag de vruchten van. Zelfstandig de wereld in, die boodschap gaf ze ons eigenlijk mee. En niet teuten! Aanpakken, daar was ze van. Maar het was niet altijd strak en streng. Want wanneer je ziek was dan was ze er voor je. Dan kreeg je stukjes sinaasappel met wat suiker en een beschuitje met wat suiker en kaneel en dat mocht je dan opeten op de bank, vanonder je dekentje. En naast je lagen dan Donald Duck’jes, de Tina’s of een leesboek van de Bieb. En een emmer, voor het geval dat er gespuugd moest worden.  

En tussendoor dronk je samen een kopje thee, met wat honing want dat was goed voor je keel. 

De zaterdagavonden.’ Dan creëerde ze altijd gezelligheid, bijvoorbeeld door op de zaterdagavond wat lekkers bij de koffie te doen. Ik zie mijzelf nog steeds staan in de keuken, haar te helpen met het maken van tompoezen of het aansnijden van een Sneeuwster. Of ze bakte zelf iets, en dan was het vechten om de gardes af te mogen likken. En wat te denken van de verse scholletjes en tongetjes die we met enige regelmaat voorgeschoteld kregen, lekker stevig gebakken, voor op brood. En winterdag was er altijd wel een keer gebakken bloedworst,  gebakken tomaat of balkenbrij wat de avondmaaltijd sierde. Ja, s’ avonds aten wij brood en tussen de middag werd er warm gegeten. 

In rap tempo! 

Want Pa wilde altijd na het eten nog even een tukkie doen. En dat vond ze logisch want ze was altijd vol lof over hem, over haar (Her)mannetje die hard voor zijn centen moest werken. Eigenlijk was zij het hoofd van het gezin. Zij hield de boel draaiende, zat ons achter de vodden met huiswerk maken, stond aan de zijlijn op het voetbalveld als we moesten voetballen, ging met haar dochter graag naar ‘Oude Liedjes Zingen’ en onderhield de sociale contacten.  

Zij was de spil van het gezin. 

De dag begon voor haar al in de vroege morgen. Ze was al beneden om Pa zijn ontbijt te verzorgen want die moest als eerste de deur uit. Dat ging volgens een strak schema want hij moest personeel van huis halen en naar de bouwplek brengen en die rekenden erop dat ze op tijd gehaald en gebracht werden. En die moesten voor 12 uur ’s middags weer naar huis gebracht worden want ook bij hen stond moeder de vrouw klaar met de warme prak.  

En ’s middags vice versa. 

En als wij ook naar school waren begon het huishouden weer. Alles om mijn vader de ruimte te geven zijn werk goed te doen en ons op tijd op school te krijgen. Een opstelling waar zij bescheiden in was, zij schikte zich in haar rol als ‘echtgenote van’. Maar de zondag was er voor de ontspanning. Dan gingen we de bossen in of we verbleven urenlang op het strand. En we genoten volop met het hele gezin van de plek waar onze ouders ooit een bestaan opbouwden en een gezin stichtten: Terschelling!  

Lieve Moeder, vandaag is het weer zondag en nu zijn we er (haast) allemaal om dat met U te vieren. Als dank, als enorme dank! Het zijn een kleine duizend woorden geworden van lof die natuurlijk veel tekortschieten voor wat wij werkelijk aan respect voelen maar zo blijft het nog een beetje leesbaar. En u kunt het nog eens nalezen, desnoods elke dag weer. 

Want vergeten gaat immers steeds beter.. 

Elke dag anders

Vroeger had je vaste dagen om wat te doen. Op maandag deed men de was, op dinsdag werd die was gestreken, op woensdag werd de kapotte kleding ‘versteld’ (voor de jeugdigen onder ons: versteld is een ander woord voor reparatie) en at men vaak een gehaktbal bij het eten, op donderdag was het ‘kuis’ dag (voor de jeugdigen onder ons: kuisen is schoonmaken), op vrijdag at men vis omdat enkele religieuzen ooit bedacht hadden dat er op die dag geen vlees gegeten mocht worden, de zaterdag was de dag om te klussen en werd het grind in de tuin of oprit aangeharkt en op zondag ging met naar de kerk.

En op maandag begon voorgaande riedel helemaal weer van voren af aan!

Hier krijg ik dus jeuk van. Ik hou niet van dit soort ritmes. Daarom zul je mij nooit horen zeggen dat vroeger alles beter was. Want vroeger was alles niet beter, vroeger is geweest en zal nooit meer terugkomen. Net als deze dag die ook weer voorbij gaat. Net zoals Koningsdag ook weer voorbij is. Die dag was vroeger wel beter want het werd altijd gevierd op 30 april, Koninginnedag. Toen was het negen van de tien keer wél mooi weer. Koningin Beatrix dwong dat kennelijk af, ze had, heb ik van horen zeggen, een direct lijntje met ‘boven’. Haar zoon nam op een gegeven moment de tent over en omdat hij ook niet van repeterende dagen hield besloot hij zijn verjaardag gewoon op zijn eigen verjaardag te vieren.

Met slecht weer als straf…

Vrijdag slingerde het Rode Kruis zelfs het bericht de wereld in dat de Koningsdag-vierders op moesten passen op onderkoeling! Ja, echt waar, de betutteling ten top en de krant van Wakker Nederland die niks moet weten van regeltjes, deelde graag dit bericht.

En alle landen om ons heen lachten besmuikt in hun vuistje, die gekke Hollanders toch…

Herinneringen aan vroeger zijn natuurlijk wel altijd leuk om zo nu en dan even terug te halen. Absoluut. Maar de wereld draait wel door en stilstand is achteruitgang. Hier bij mij thuis leven we dan ook van dag tot dag. Hier geen ‘maandag wasdag’. Hier hangen mijn onderbroeken nooit op dezelfde dag aan het wasrek in de tuin. Nee, die kunnen op elke dag van de week wel een keer gespot worden in onze tuin. En weet je hoe mijn vrouw die onderbroeken checkt of ze droog zijn?

Dan grijpt ze even met haar hand in het kruis!

Onderhands! Meestal doet ze dat in de loop, als ze even achter huis moet zijn. En als ze nog wat vochtig zijn dan blijft het slechts bij kruisgrijpen en loopt ze gewoon door. En nee, het is niet op zijn Trump’s. Ze doet het op haar eigen manier; vluchtig maar wel elegant. Zij wast dus wanneer het uitkomt. Gewoon omdat dat kan. Heerlijk. Geen dag is hier hetzelfde. Geen sleur achter onze deur.

Nu hoor ik je al denken: Waarom doet zij de was? Waarom doe jij dat niet? Je houdt niet van vaste dagen maar wel van vaste patronen? Ze strijkt ook zeker alles zelf? Ben je zo ouderwets ingesteld? Ze vult zeker ook elke dag je broodtrommeltje? En als het beleg je niet zint geef jij haar zeker commentaar?

Ruuuustiggg!

Zij doet inderdaad de was. Niet omdat ik het niet wil of dat ik het niet kan. Ik weet heus wel het verschil tussen de bonte en de witte was en dat bepaalde kledingstukken niet te heet gewassen mogen worden. En dat sommige kledingstukken niet in de droger mogen. En nog iets, ik kan ook strijken. Dat heeft zij mij enkele jaren terug geleerd. Via Skype, omdat zij in Winschoten woonde en ik nog in Den Haag. Ik ging dan met de strijkplank voor de camera van de computer staan en dan gaf zij aanwijzingen. Ze was het alleen niet eens met de randverschijnselen die via haar beeldscherm tot haar kwamen, randverschijnselen die ikzelf had bedacht om het strijken enigszins wat op te leuken. Want links, op het uiterste puntje van de strijkplank stond een glas whisky en helemaal rechts een asbak met een brandende peuk. Zo kon ik mijn verslavingen combineren met dit gezellige, huiselijke tafereeltje.

Als het had gekund had ze mij zó door het scherm getrokken!

Maar ik kan het allemaal. Alleen ik mag het niet doen van haar! Terwijl zij eigenlijk precies hetzelfde doet als ik maar nét even anders. Het zal ‘het gevoel’ wel zijn. Vrouwen doen graag aan gevoel. Ik denk enkel: zou gauw mogelijk die was wegwerken! Nou, ‘even’ is er echt niet bij. Bij de wasmachine staat een enorme verzameling aan middeltjes en geurtjes die de was schoon, zacht en lekker moeten maken. Toen ik nog op mezelf woonde stonden er slechts drie flessen, voor de witte was, de bonte was en de verzachter. 

Hou het simpel.

Maar mijn kennis is haar te min. Haar kennis van het wassen daarentegen is internationaal bekend. Onze gezamenlijke zonen bellen regelmatig voor adviezen wanneer zij aan het wassen geslagen zijn. Ja, de jongens zijn hartstikke modern bezig en wassen, strijken en koken erop los. Dat komt natuurlijk omdat de vrouwen in hun leven van dezelfde generatie zijn en zij weten niet beter dat zowel de man als de vrouw de was doet.

Want die generatie doet absoluut niet aan vaste patronen.

Dat hebben ze weer van ons geleerd en dat doet mij deugd. Zoals wij de vaste patronen van onze ouders verafschuwden, verafschuwen onze nazaten weer de onze en doen ze het op hun manier. Maar toch zei mijn oudste zoon laatst tegen mij dat hij het opvoeden heel anders zal gaan doen, ondanks dat ik best wel streng was (maar wel rechtvaardig) en zo nu en dan lijnrecht tegenover hem stond.

“Ik ga heel streng zijn!” zei hij.

Prima. Veel succes. Ik zie dat kleine grut wel tegemoet als ik moet oppassen. En dan vertel ik ze wel hoe wij het deden en hoe hun vaders daar destijds op reageerden.

En vervolgens ga ik ze alles leren wat hun ouders eigenlijk niet willen!

 

 

 

Andere sferen

Mijn vrouw en ik zijn inmiddels wel uitgepraat. Alles wat er gezegd moest worden is wel gezegd of opgeschreven en mochten er dingen zijn die toch besproken moeten worden dan doen we dat modern door elkaar effe een WhatsAppje te sturen. Een enkele keer communiceren we via de analoge weg, dan maken we gebruik van die oh zo handige, leuke en gezellig gekleurde memoblaadjes naast de koelkast om bijvoorbeeld een belangrijke boodschap op te schrijven.

Heel handig, vooral wanneer je dat briefje vergeet mee te nemen….

Gelukkig is dat dan weer digitaal op te lossen door een foto van het boodschappenbriefje te maken en deze door te Appen naar diegene die op dat moment verloren rondloopt in de supermarkt. Dat is natuurlijk ook een vorm van communiceren zonder te praten. Want alles is immers al gezegd, we kennen elkaar door en door en weten wanneer er wat gezegd of gezwegen moet worden. Dat zwijgen is voornamelijk mijn ‘ding’. De ene keer bewust, de andere keer gaat dat vanzelf.

Zoals enkele weken geleden, toen ze aan de eettafel bezig was met een zogenaamd ‘Moodboard’.

Daar had ik nog nooit van gehoord maar na het zien van mijn verbaasde blik vertelde ze mij dat het eigenlijk een vorm van communicatie was. Want ze plakte met Velpon de door haar uitgeknipte plaatjes van interieurs en de daarbij behorende ‘accessoires en details’ die ze gevonden had in de Libelle en interieurmagazines, op het bord. “En als het klaar is moet jij hem daar ophangen!” zei ze enthousiast en wees naar het kale muurtje nabij de keuken. Zonder mijn reactie af te wachten ging ze verder: “Leuk hè! Dan kan jij en iedereen die hier over de vloer komt zien hoe ik het hier ingericht wil hebben. Zó gezellig!”

Zwijgend liep ik de trap op naar mijn schrijfkamertje, drukte de computer aan en Googelde het woord Moodboard.

‘Een Moodboard is een sfeerbord. De bedoeling van een sfeerbord is om een sfeer te uiten’.
Het stond er echt! Maar goed, ondanks dat we niet meer praten heerst er een prima sfeertje in ons huis. Tenminste, tot vorige week. Want sindsdien is de sfeer in huis eerder sfeerloos dan gezellig. De reden van deze ommekeer is het feit dat de vrouw des huizes bedacht had om wat huiselijke relikwieën, zoals enkele vazen en lampen, op marktplaats te zetten.

Oh ja, en een roze beeld, van een lam op ware grootte welke ze autistisch schaap blijft noemen.

Ik ben gestopt met haar daarin te verbeteren. Maar dat heeft ook te maken met het feit waar ik dit stukje mee begon, dat we uitgepraat zijn. Wat rest is slechts de berusting. Want ze is in bepaalde opzichten behoorlijk halsstarrig en daar moet ik telkens op anticiperen. Om nog maar even een voorbeeld te geven van haar halsstarrigheid, ze vertikt het telkens weer om een bakje onder de koffiemachine te zetten. Dat bakje heb ik ooit bedacht omdat deze (koffiebonen) machine ingesteld staat op een uurtje stand-by. Daarna zet de machine zichzelf uit en spoelt de leidingen nog even schoon. En dat spoelwater wordt dan opgevangen met dat bakje.

Dan wordt het oorspronkelijke lekbakje van het apparaat namelijk niet vuil.

Ja, je leest het goed, het oorspronkelijke, geïntegreerde lekbakje mag niet vies worden. Want het oorspronkelijke lekbakje is veel lastiger om schoon te maken en je hebt het niet direct door wanneer het te vol raakt waarna een overstroming kan ontstaan die nóg lastiger is om schoon te maken.

Wij mannen zijn nu eenmaal praktisch maar zij vertikt het om dat toe te geven.

Maar de sfeer is uit het huis want ze heeft alles verkocht. Inclusief het roze lam. Dat lam staat nu ergens op een vensterbank van een boerderij in Heiligerlee, een prima plek voor een lam mag ik wel zeggen. Wij hebben nu alleen nog maar een plafonnière maar die geeft zoveel licht dat de hele wijk vol in het licht komt te staan dus we doen dat alleen in noodgevallen. Met andere woorden, we doen nu, nadat de duisternis ingevallen is, alles op de tast. Dat is best wel geinig en ook best wel lekker maar ook hier zijn grenzen aan verbonden.

Want het is niet elke dag feest!

Daarom moest ik wat verzinnen en tijdens het lezen van de krant zag ik toch ineens weer een lichtpuntje.
Een artikel over een workshop, ‘Telepathie met je hond.’
‘Telepathie is het vermogen tot rechtstreekse overdracht van gedachten en gevoelens en van informatie op afstand zonder gebruik van taal of technische hulpmiddelen’, lees ik verder in het artikel.

Mijn interesse was gewekt en even later zat ik op de website van de bedenkers te koekeloeren. Het kwam erop neer dat je hele gesprekken kon voeren met je hond zonder te spreken of te blaffen! Aan het einde van de workshop, na een gezamenlijke stiltewandeling in de bossen, zo las ik, weet je alles van je hond en ervaar je jezelf rijk door ‘een schat aan informatie’ die je van je lieveling te horen krijgt.

Het moet niet gekker worden!

Wat zou zo’n hond dan allemaal te vertellen hebben vraag ik mij dan af. En zou de hond willen dat je weet wat hij uitgevreten heeft toen jij aan het werk was of wat hij met dat teefje heeft uitgespookt in de bosjes van de uitlaatplek? Of misschien zegt hij wel dat het eten wat je elke dag trouw voorzet eigenlijk niet te vreten is? Of je krijgt te horen dat hij het absoluut hond onwaardig vindt dat hij een jasje aan moet omdat jij denkt dat het te koud is buiten?

Want dan kom je mooi van een koude kermis thuis!

Afijn, ik heb geen hond maar dit soort geneuzel heeft mij wel aan het denken gezet om iets met telepathie te gaan doen. Want als ik die telepathie onder de knie krijg kan ik zonder te praten én in het donker toch contact maken met mijn geliefde.

En misschien komen we daardoor wel weer in hogere sferen.

Kloven

Nadat de eerste verkiezingsuitslagen binnen gedruppeld waren voelde ik een unheimlich gevoel op mij neer dalen. Een gevoel welke ik de laatste jaren steeds vaker voelde want wat is er toch met ons landje aan de hand? Waar is het gezonde en nuchtere verstand gebleven waar wij Hollanders toch om bekend stonden? Want we zien steeds vaker kloven ontstaan tussen de bevolking, kloven die onze verbondenheid, we zijn immers allemaal mens, doen splijten en tegen elkaar opzetten.

Er is nu zelfs sprake van een orgasmekloof!

Haak nu niet af en laat je haakwerk toch nog even liggen want we moeten hier even over praten. Even serieus elkaars intimiteiten delen om alle negatieve obstakels weg te nemen en blokkades te elimineren. De enige manier om je los te maken van vastgeroeste levensstijlen. En goddank, we kúnnen en mogen er in deze roerige tijden ook over praten dankzij de vele vrije geesten die ons in het verleden de weg daarin gewezen hebben.

De orgasmekloof dus.

Het is de kloof tussen man en vrouw. Het is het verschil in salaris tussen man en vrouw. Het is het verschil van denken tussen man en vrouw. Het is het verschil tussen een overhemd en een blouse. De vrouw schiet namelijk ontzettend tekort in haar orgasmes terwijl de man zich een ongeluk kan orgasmeren, een nieuw woord voor meerdere orgasmes, te vergelijken met consumeren maar dan anders natuurlijk want je gaat niet even lekker orgasmeren in de winkelstraat.

Het gaat hier over de hetero-vrouw!

Want de dames die de liefde delen met hun gelijken hebben geen problemen op dit gebied. Voor hen is het ‘bekend terrein’, die weten alle wegen en zijweggetjes heel makkelijk te bewandelen.  Zonder gebruik van een navigatiesysteem! Mannen hebben daar meer moeite mee en schakelen daarom een navigatiesysteem in.

Daarom heet zo’n systeem ook een Tom-Tom en niet een Wendy-Wendy. 

De jeugd heeft over het algemeen geen last van een orgasmekloof blijkt uit het onderzoek. Die hebben goed opgelet en van onze seksuele sores allang geleerd hoe het wél moet. Daar hebben ze vast op school les in gehad door leraren met vrije geesten. Ik vind dat mooi want het scheelt deze jongeren een hoop gelazer in de toekomst wanneer ze in een relatie zitten. Daarom is het te hopen dat er niet een of andere politieke partij hiervoor een online kliklijn voor gaat openen want dan begint alle ellende weer opnieuw.

Dan hebben we de Barbie’s en de Ken’s weer aan het dansen.

De jeugd is daarom ook gelukkiger dan de ouderen onder ons, verteld het onderzoek verder.  Gelukkig maar want de jeugd heeft de toekomst. Ja, ik spring nu ineens over op een ander onderzoek welke van de week geopenbaard werd, een onderzoek naar hoe gelukkig wij Nederlanders zijn. En wat bleek? Wij Nederlanders zijn weer een treetje gestegen op de geluks-ladder en staan nu op de vijfde plaats van de 156 deelnemende landen!

Met stip!

Oké, je kan nog wat sikkeneurig worden van het feit dat het niet om een podiumplaats gaat maar ik was er behoorlijk van onder de indruk. En je hebt ook écht een punt als je even de Groninger kinderen aanhaalt in het verhaal want die zijn bang, bang voor aardbevingen en bang dat hun ouders aan al die ellende onderdoor gaan. Je moet wel super egoïstisch zijn als je dan nog durft te zeggen dat de Groningse gasbel helemaal leeggezogen moet worden! Dan ontneem je het geluk van die kinderen om op te groeien zoals kinderen horen op te groeien:

Zonder angst!

Maar hoe kan het toch dat het gevoel anders is, het gevoel dat er een tweedeling in ons landje aan het ontstaan is? En waarom is iedereen dan zo ontevreden en zo agressief naar elkaar? Komt dat doordat elke mening tegenwoordig ook direct weer de opstanding van een nieuwe politieke partij is? Nederland telt ruim 17 miljoen inwoners en 28 politieke partijen plus nog wat rondfladderende mannetjes en vrouwtjes die ook volgelingen zoeken voor hun politieke ideeën of tekortkomingen.

Bijvoorbeeld de POV, de Partij voor de Orgasme-arme Vrouw?

Deze partij zal zich dan gaan inzetten om de luie man een schop onder zijn kont te geven. Hij moet niet meewerken aan een ‘liefdes-baby’ als hij zijn tweede relatie aangaat, nee, ze moeten later kunnen zeggen dat het eigenlijk een ongelukje was na een wilde nacht in de duinen of nadat ze de nieuwe Ikea eettafel eens flink getest hadden! Hij moet niet vertrouwen op een Tom-Tom maar op zijn eigen navigatiemiddelen! Moeder de vrouw zal dan ’s morgens met een verliefde doch vermoeide blik in haar dankbare ogen zijn ontbijt gaan maken, met gebakken eieren en uitgebakken spek omdat het potverdorie haar een enorm lentegevoel geeft weer eens echt de liefde genoten te hebben!

Sodemieter op met je liefdesbaby’s, wees een echte kerel!

Volgens het geluks- onderzoek lijden we aan ‘cultuurpessimisme’. Cultuurpessimisme oftewel in het Latijns ‘mentem omnia in deterius culturae’, betekent dat wij dingen liever negatief zien dan positief. Dat is onze honger naar het eeuwige klagen, om maar even een onderdeeltje te noemen van de Nederlandse identiteit. Het glas (ja ja, daar komt ie weer) is half leeg in plaats van half vol. We spelen liever de rol van het slachtoffer dan van de held.

Toch is er volgens het Centraal Planbureau voor de Statistiek een nuance te benoemen.  Want als je al die mensen met verschillende meningen bij elkaar brengt en je laat ze met elkaar spreken, dan blijken ze toch meer overeenkomsten te hebben dan ze van tevoren dachten. En zien ze dat het allemaal wel meevalt. En er hoeft maar eentje op te staan die ineens niet een grote muil opzet maar iets aardigs zegt over zijn of haar tegenstander. Daar kan geen agressie tegenop, daarmee snoer je de kwaadsprekerij en duw je de boosheid de hoek in. 

“Blijf jij maar even in de hoek staan en als je afgekoeld bent mag je weer meedoen!” 

Ja, samenleven is best moeilijk en de sociale media en al die nieuwsbrengers doen hun best om onze schermpjes te vullen. Maar soms schieten ze door en worden de kloven alleen maar groter en dan is het maar net aan welke kant je staat van de kloof en of je de loopbrug nog wel kan zien. Of die mooie fietsbrug die hier in Winschoten ons straks zal verbinden met het Oldambtmeer en omstreken.  

De Pieter Smitbrug om precies te zijn, genoemd naar een fantastische burgemeester die ook niet van kloven hield.  

Carpe diem!  

Doe eens lief

“Doe eens lief..” zei mijn vrouw tegen mij, nadat ik flink op haar zat te mopperen omdat ik voor de zoveelste keer gestuit was op een enorme irritatie. Ze keek mij aan met haar meest lieve blik; kopje ietsjes schuin en grote, smekende ogen. Net als puppy’s altijd zo koddig kunnen doen, hunkerend naar een extra (honden) koekje of ter verontschuldiging omdat ze weer wat kapot gevreten hebben… Maar zij is geen puppy en ik moet mij gewoon kunnen irriteren in mijn relatie!

Dus ging ik door.

Dat recht heb ik. Daar heb ik voor getekend toen we ter gemeentehuis ons verbonden. Dat staat in de kleine lettertjes, ergens halverwege het contract op bladzijde 183. Stel dat ik niet de ruimte heb om mij te irriteren dan is de kans op ontploffingsgevaar aanwezig. Dan is de kans groot dat ik mijn ergernissen op anderen ga botvieren. Dan ga ik bijvoorbeeld lekker negatief reageren op Facebookberichtjes, lekker schelden en grove opmerkingen maken om de ander zo hard als mogelijk te raken. Of heel hard lachen om filmpjes waarin te zien is dat iemand in elkaar geschopt wordt. Of ik ga heel hard met de auto rijden op de linker rijbaan rijden en dan ga ik vlak achter zo’n treuzelaar rijden die niet harder wil dan 130. En in de bebouwde kom stop ik niet voor voetgangers en fietsers, nee, dan lach ik ze lekker uit omdat ze dom door de regen moeten, de sukkels. En als ze mij dan boos aankijken dan stop ik en stap ik uit om ze effe flink uit te schelden.

Wie denken ze wel dat ze zijn!

Daarom is het beter om het lekker dicht bij huis te houden. Niets is lekkerder dan je irriteren aan je partner en het is, nogmaals, ook fijner voor de buitenwereld. Dat scheelt een hoop onrust in de samenleving. En er hoeven geen campagnes meer gevoerd te worden om elkaar er nog maar eens op te wijzen dat we allemaal een onderdeel zijn in die samenleving, dat we echt van elkaar afhankelijk zijn.

“Doe eens lief zeg!”

Ze keek mij nu iets minder gezellig aan dan even daarvoor. Dit was de blik ‘mijn geduld is nu op’ en voor mij het sein dat Code Oranje was ingezet door de autoriteiten. Met andere woorden, op mijn tellen passen! Toch nam ik de gok om het recht in eigen hand te nemen, op zijn Urks zeg maar alleen dan zonder fysiek geweld: “Ja, maar dat ding ligt altijd in de weg en daarbij is het zogenaamde gemak van dat ding hoofdzakelijk ongemak!”

“Waar heb je het over?”

Haar gezicht stond nu gelijk aan het weer van de laatste weken: regen, hoosbuien en heel veel wind. Onstuimig zeg maar. Want dat is haar irritatie aan mij! Dat ik soms onduidelijk ben. En vaak afwezig,  wel fysiek aanwezig maar mentaal totaal ergens anders. Ik vind dat wel meevallen, je moet soms gewoon geduld hebben in een relatie anders komt er teveel druk op de ketel. Dat is bij ons terug te vinden in de bijlage van ons contract, aanhangsel 22D. En in aanhangsel 38F bijvoorbeeld staat dat zij het recht heeft kaarsjes te branden, onder het kopje ‘gezelligheid in huis brengen’.  En daar maakt ze ook grif gebruik van. En in aanhangsel 38G staat dat ik ze uit mag blazen wanneer het bedtijd is.

Geloof het of niet, maar ik ben soms wel twintig minuten bezig met die brand- en sluitronde!

“Ik heb het over dat mandje. Je weet wel, die mand die je ooit kreeg in je kerstpakket.” Haar gezicht klaarde ineens op want dat was haar, hoe zeggen ze dat tegenwoordig, haar ‘lievelings’. Ooit gekregen van haar baas, gevuld met crackers, paté, kaarsjes en een fles wijn. Maar bij mij stond die mand al gauw in de irritatie top 5. Vanaf de eerste dag kreeg ik ruzie met dat ding omdat het mandje in elkaar geklapt kon worden. Goed bedacht, maar het werkte niet en hij veerde altijd weer direct terug in zijn oorspronkelijke vorm waardoor de mand steeds niet zo wilde liggen als mijn bedoeling was.

Dag in, dag uit!

Zoals gisteravond, toen ik een bureaustoel op moest halen bij mijn schoonvader. Neem mijn auto maar had mijn vrouw gezegd. Door mijn timmermansoog zag ik dat de stoel precies door de deuropening van haar auto op de achterbank kon maar halverwege bleef hij ergens achter hangen waardoor ik niet door kon duwen. Uiteraard gaf ik niet op maar toen ik bijna door mijn rug ging bleek, na inspectie met de zaklamp op mijn gsm, dat de boosdoener bestond uit een dwarsliggende mand. Of zoals mijn vrouw steeds zegt, die handige mand. Nu werd ik tot waanzin gedreven en na een stevig gevecht tussen man en mand moest de mand toch het onderspit delven en verdween hij in de grijze container van mijn schoonvader. Nee, de mand haalde zelfs de recycling container niet meer!

Na haar dit verteld te hebben verdween eigenlijk direct mijn irritatie, ik voelde het zó uit mijn lijf stromen en een serene rust kwam tot mij.

Maar nu sloeg het weer om. Donkere wolken vormden zich boven Huize Veldmuis. Want het drong nu tot haar door dat het mandje niet meer een onderdeel van ons leven was. Ik had de mand al eens eerder in de container gemieterd nadat ik erover gestruikeld was maar toen heeft zij hem er direct weer uitgehaald en kreeg ik een mand vol met verwensingen over mij heen… Haar mandje, waar ze zo aan gehecht was, lag nu enkele kilometers verderop in een donkere, grijze container, te wachten op de grote grauwe vuilniswagen die het mandje met huid en haar zal op eten. Het mandje zal nooit meer parmantig aan haar linker arm hangen tijdens het boodschappen doen en slechts de herinnering zal nog meegedragen worden, herinneringen aan een mand waarin ooit, op een mooie decemberdag,  crackers, paté, kaarsjes en wijn in gezeten hebben….

“Doe eens lief!!!!!!!”

Gilde ik nu naar mijn vrouw. “Het is maar een mandje! En we hebben nog genoeg boodschappentassen, van de AH en van de Jumbo.” Mijn redding was het feit dat de eettafel tussen ons in stond waardoor het mij lukte om op haar in te blijven praten: “En wie weet krijg je dit jaar wel weer een nieuwe kerstmand van je baas! Weet je wat, ik doe wel een oproep op Marktplaats, voor een nieuwe mand!”

Het bleef nog lang onrustig….

 

 

 

Getuige

Het mooie van bijzondere momenten in je leven is dat ze je altijd bijblijven, dat je er geen moeite voor hoeft te doen om ze te onthouden. Ze worden dan opgeslagen in een speciaal kamertje in je hoofd, goed beveiligd en aan alle kanten ingedekt zodat de tijd des levens er niet mee aan de haal gaat. Soms gaan die momenten wel een eigen leven leiden, dan worden ze nóg mooier dan ze waren en zal de werkelijkheid wel iets aangedaan worden maar in de basis blijft het hangen zoals je het ooit beleefd hebt. Vaak gaat het om verrassende gebeurtenissen waarvan je in bepaalde sferen raakt, geraakt door het bijzondere, geraakt door het besef dat je er bij mocht of mag zijn.

En dan wil je het delen, zo vaak als mogelijk en zolang anderen het willen horen.

Eerst was er nog de twijfel. Moet ik dit bijzondere moment wel delen? Zit men wel te wachten op iets  waarvan ik deze week bijzonder opgewonden van geworden ben en waarvan ik volgens mijn vrouw heel raar van ging doen? Vast, maar ik was niet de enige en daarom deel ik het dan toch.

Om het gevoel nog even lekker vast te houden!

Mijn eerste, vergelijkbare moment, welke in mijn geheugenkamertje ‘dat blijft je leven lang bij’ al jaren verborgen zit, is de maanlanding in de nacht van 20 juli op 21 juli 1969. Slechts vijf jaar was ik nog maar. Waarschijnlijk kwam het door de entourage; met ons gezin, midden in de nacht voor de buis en onder de indruk van mijn ouders omdat zij weer onder de indruk waren van wat er via de (zwart-wit) televisie hen getoond werd.

Op 7 juli 1974 was ik getuige van de finale van het wereldkampioenschap voetballen in Duitsland. Een gevoelig onderwerp maar het moet nu even aangehaald worden, Nederland-Duitsland. Eindstand 1-2. Opnieuw was er een trauma geboren die haar weerga niet kende bij de liefhebbers van voetbal.

Later dat jaar, om precies te zijn 29 oktober 1974, werd ik ‘s nachts mijn bed uitgehaald om te kijken naar de bokswedstrijd Mohamed Ali versus George Foreman. Zaterdag 11 juni 1977, ik zat inmiddels in een naderende puberteit, werd ik ‘s morgens om vijf uur uit bed gehaald door een opgewonden vader: “Ze zijn de trein bij De Punt aan het aanvallen!” en enkele seconden later zaten we weer met de hele familie voor de televisie met grote ogen te kijken naar overvliegende straaljagers en schietpartijen om de gegijzelden te bevrijden na een wekenlange kaping. Ook dit maakte een onuitwisbare indruk voor alle betrokkenen…

Op 29 mei 1985 ging ik met mijn vader voor de televisie zitten om te kijken naar de finale van de Europacup 1 (Tegenwoordig Champions League) in het Heizelstadion te Brussel, tussen Liverpool en Juventus. De gordijnen gingen dicht tegen het voorjaarslicht en het wachten was op het fluitsignaal. Het liep anders, de beelden van geweld en paniek die tot ons kwamen waren onwerkelijk en verslagen keken wij toe, verslagen omdat wat wij zagen niet te beschrijven was en waar wij en niemand op deze wereld voorbereid waren.

Het voetbalspelletje was ineens niet meer zo leuk…

Het klaarde wat voetbal betreft enkele jaren later weer op, om precies te zijn op 25 juni 1988. Toen werd Oranje Europees Kampioen na een 2-0 zege op Rusland dankzij Ruud Gullit en de wereldgoal van Marco van Basten. Heel Nederland werd stapelgek en heel Nederland kleurde oranje.

Voorgaande gevoelens zullen velen onder ons ook meedragen, zich blijven herinneren omdat het gebeurtenissen die het zogenaamde collectieve geheugen vormen. Daar waren wij allemaal getuige van, van historische waarde.

Afgelopen dinsdag werd ik weer blij verrast. Dinsdag 5 maart 2019! De voetbalwedstrijd Real Madrid- Ajax stond op het programma. Oftewel, David tegen Goliath. Oftewel Klein Duimpje tegen de Reus. Oftewel 90 miljoen tegen 580 miljoen eurootjes. Ajax had thuis verloren met 1-2 maar dat was niet direct een reden om geen geloof in de return te hebben. Ajax had immers vele kansen gehad om te scoren maar Real hoefde maar twee kansen te krijgen om ze te benutten en dat deden ze dan ook.

Toch wil ik hier wijlen Johan Cruijff even memoreren: “Je speelt altijd met elf tegen elf. En een zak met geld kan niet scoren!”

Ik moest de volgende dag wel om 5 uur mijn bed uit maar een bepaalde kracht wist mij te overtuigen dat ik toch moest gaan kijken. Een spanning nam plaats in mijn lichaam en ik begon er van te hoesten en daarom besloot ik wat medicatie voor de keel te nemen, een glaasje Schylger Juttersbitter. Mijn vrouw keek vanaf haar troon even op want ze weet dat ik een matige drinker ben en half negen in de avond was best wel vroeg, dat was ze niet gewend van mij. We hadden afgesproken dat zij, als de wedstrijd zou beginnen, naar boven zal gaan om daar vanuit haar bed wat anders op televisie te gaan kijken.

Dat noemen ze ruimte geven in een relatie, zij noemt het liefde uit zelfbehoud.

En daarbij gezegd, ik ben geen fanatiek kijker van voetbal, kan mijn tijd wel beter gebruiken. Maar deze keer dus niet. Deze keer was het anders. Ik had al een filmpje gezien op het internet waar ik zag hoe de meegereisde fans van Ajax een geweldig feestje aan het bouwen waren op het Puerta del Sol, voor mij werd na het gezien te hebben het Plein van de Hemelse Vrede. Want wat was dit mooi! Er werd niks gesloopt, enkel gezongen en gedanst, prachtig!

Direct na het fluitsignaal ging het al bijna mis en kreeg mijn ‘flow’ gevoel een klein krasje te verwerken; de kopbal van Varane op de kruising. Maar daarna nam Ajax het over en hoe! En dat resulteerde in de 7e minuut al in een doelpunt van Ziyech waarna ik even heel erg begon te schreeuwen. Mijn vrouw was nog beneden en zij schrok zo dat ze bijna haar thee omgooide.

Gelukkig accepteerde ze mijn excuses voor deze uitbarsting.

Ruim tien minuten later sprong ik van de bank nadat Neres na een onnavolgbare actie van Tadic de bal voor de 2e keer achter de keeper wist te wippen. Nu was het oermens in mij los en gooide ik alle chroom van mij af en schreeuwde allerlei krachttermen richting TV, met gebalde vuisten richting de wereld boven ons.

Real moest wisselen door blessures en Garteh Bale kwam erin, een voetballer die net zoveel verdiend als de gehele Ajax selectie… Hij stond niet voor niets reserve bleek later, het enige wat goed zat bij hem was zijn haar…in een knotje, hoe leuk!

De 2e helft begon weer in het voordeel van Real maar Ajax nam het uiteindelijk weer over en Tadic maakte een wereldgoal nadat Mazraoui de bal wel in het veld hield. Daar dachten de Spanjaarden anders over maar de VAR gaf Ajax het voordeel. Terecht 0-3!

Telefoon! Mijn vrouw, nog steeds beneden omdat ze helemaal beduusd was om mijn reacties op de wedstrijd en deze kant van haar mannetje nog niet eerder gezien had, keek mij verbaasd aan wie er op dit uur mij nog belde. Het was mijn vader, die zat ook te kijken en was ook helemaal verrukt en blij. Dat wilde hij even delen.

“En,” zei hij, “ik ga straks mijzelf straks trakteren op een heerlijke whisky, dat hebben we wel verdiend!”

Dan was er toch weer Real die de 1-3 maakte. Er was nog genoeg tijd en even trok er bij mij een bui over. Tot die vrije trap. Uit die best wel onmogelijke hoek nam Lasse Schone deze vrije trap en man oh man, nu sprong ik haast door het plafond en schreeuwde dat dit de mooiste avond van mijn leven was. De bal ging met een boog de 16 meter in, zo over keeper Courtois heen en naadloos in de kruising.

1-4. Het lijkt wel een rugnummer!

Er gebeurde daarna nog van alles maar ‘we’ wisten het zeker, Ajax zou doorgaan en Real was klaar met de Champigons League. “Dit is fantastisch!” riep ik mijn vrouw toe toen het eindsignaal geklonken had, “dit is geschiedenis, dit overtreft alles! Je bent getuige van een unieke gebeurtenis! Eens in de 20 jaar maak je dit mee. Het is net als de fans van Feyenoord gevoeld moeten hebben toen ze na een jaartje of 20 weer eens kampioen werden. Zo wint Ajax eens in de 20 jaar van dit soort clubs, denk maar aan 1995 toen ‘we’ van AC Milan wonnen!”

Met open mond keek ze mij aan, zoveel flauwekul had ze nog nooit gehoord. Maar ja, vrouwen hè, die hebben andere liefhebberijen waardoor ze gauw over ging op de orde van dag. Ze vroeg aan me of ik ook nu naar bed ging want ze wist wel dat voor- en nabesprekingen van wedstrijden niet aan mij besteed waren.

“Ga jij alvast maar,” zei ik tegen mijn vrouw, ik wil alles nog zien, zelfs als ik er tien reclameblokken voor door moet ploegen.” En opnieuw begon ik met superlatieven te strooien waarna ze gauw naar boven snelde, mij alleen latend in mijn geluk.

De volgende dag werkte ik met allemaal Ajax liefhebbers en van de acht uren die we gewerkt hebben, hebben we acht uren de wedstrijd keer op keer besproken…

Dit getuige verslag moest ik even kwijt. Fijn weekend allemaal enneuh…voor de liefhebbers, zondag speelt Ajax weer tegen Fortuna Sittard.

 

Huishoudelijke mededelingen

Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt nadat ik op de TV het woord ‘piemelrietjes’ voorbij hoorde komen. Ik heb geen idee meer in welke context maar Google is almachtig en je bent nooit te oud om te leren. Dat digitaal opzoeken was in dit geval ideaal. Want ik hoefde er niet voor naar de Bieb, om schoorvoetend aan een van de medewerkers te vragen of er boeken zijn of informatie te vinden is over piemelrietjes. Ik had heus wel een vermoeden, dat is man’s ‘dirty mind’, maar dacht er direct achteraan dat het natuurlijk niet echt was, dat het gewoon een Van Kooten & de Bie woordspeling was uit een ver verleden.

Of een achtergebleven restje van de seksuele revolutie van de jaren ’60.

Na het woord ‘piemelrietjes’ ingetikt te hebben kreeg ik maar liefst negen pagina’s met voltreffers voor mijn neus, waarna mijn aandacht direct getrokken werd door één ‘hit’ die ik even niet verwacht had. Want waar denk je waar ik naar verwezen werd?

Naar de Huishoudbeurs!

Even was ik van slag, want wat hebben piemelrietjes met de Huishoudbeurs te maken. De Huishoudbeurs, ooit halverwege de jaren ’50 bedacht om huisvrouwen kennis te laten maken met het vak huishouding en alle zaken daaromheen. Dat was nog de tijd dat de meisjes naar de Huishoudschool gingen om daar bijvoorbeeld te leren koken. Daarom roepen kinderen van nu altijd nog dat Oma altijd zo lekker kookt! Deze beurs stamt nog uit de tijd dat alles anders ging. Dat was de tijd dat de mannen nog 60 tot 80 uur per week maakten, dat ze hele gesmeerde broden met worst en kaas meenamen naar hun werk omdat ze dat nodig hadden om zware arbeid te kunnen verrichten.

Toen was er nog geen sprake van overvloedige obesitas.

Dat was de tijd dat de man het hoofd van het gezin was en de vrouw de motor van het gezin. Dat was de tijd … euh…die sommige mannen nu eigenlijk wel weer terug willen. Die willen weer terug naar vroeger want toen was alles beter.

Nou, niet beter, hooguit wat minder gecompliceerder zou ik zeggen.

En dan heb ik het niet alleen over die ‘moeder’s kindjes’ zoals Carla en Frank van Putten altijd zo briljant uitbeelden (tik maar in op YouTube) maar over de angstige mannen, angstig om hun macht te verliezen. Sommige van dat soort mannen namen al het zekere voor het onzekere door een politieke partij op te richten. Om zich tegen de opkomst van de zelfstandige vrouw te verzetten. Om te bewerkstelligen dat de vrouw zich weer onderwerpt aan de klassieke leest, het huishouden.

De nostalgie in het pluche, terwijl regeren toch echt vooruitzien is!

Nu denk ik niet dat de moderne vrouw zich opnieuw een schort aan laat trekken. Sinds het gezin allang niet meer de hoeksteen van de samenleving is werken de meeste vrouwen en doppen ze hun eigen boontjes. Een inhaalslag die ze eigenlijk heel goed uitvoeren. En trouwens, in die keukens zie je steeds vaker dat de kerels het overnemen. De ene omdat hij het gewoon leuk vindt en de andere man omdat hij zo kan bijdragen aan het huishouden.  Oh ja, en dan is er nog de categorie man die het keukenschort om doet omdat hij gewoon lékker wil eten….

Zelfs mijn vader, een stoere bouwvakker van 84 lentes jong, heeft zich het koken aangeleerd en kookt nu de sterren van de hemel!

Complete gelijkheid is er nog niet maar we zijn op de goede weg. Maar wat hebben piemelrietjes nu te maken met de Huishoudbeurs? Die vraag zette mij er toe om toch maar op die google link van de Huishoudbeurs te klikken. En vervolgens op het programma.

Ik overdrijf als ik zeg dat wat ik las mij de broek deed afzakken maar de eerder hier genoemde seksuele revolutie uit de jaren ’60 is nog steeds bezig! Want ik dacht altijd, naïef als ik kan zijn, dat het een beurs was met daarop bedrijven die hun huishoudelijke producten aan de man … euh… aan de mens wilde brengen. Niets meer en niets minder.

Maar het programma liet iets heel anders zien.

Zo was er een plein en die noemden ze ‘Het plein der lusten’. Natuurlijk dacht ik eerst dat het over eten ging, over dingen we wel en niet lusten, maar na de beschrijving helemaal gelezen te hebben kwam ik toch op iets heel anders, ik citeer: “Hier leer je als vrouw weer je zintuigen scherp te zetten, hoe leuk het is om meer aandacht te besteden aan je partner en omgekeerd. Dit geeft nieuwe energie in de veilige omgeving van andere enthousiaste vrouwen.”

Mijn blozen deed mij gauw verder lezen, op zoek naar een zelf-parkerende auto, een magnetron die je commando’s kan geven of een lekkere kookworkshop waar je van af kon vallen.

Maar het hield niet op. Het volgende programmaonderdeel was de Toiletquiz met niemand minder dan de acteur Barry Atsma, een acteur die menig vrouwenhart op hol laat slaan. Hier kon je een jaar lang Eco sexy duurzaam toiletpapier winnen. Ja, ik moest dat zinnetje ook even teruglezen maar het stond er echt, Eco sexy toiletpapier! Opgewonden las ik verder en nu stuitte ik op een workshop Erotische Gedichten schrijven. En even verderop konden de dames leren haken onder de bezielende en wellicht erotische leiding van Bobbi Eeden, een pornoster!

‘Even rustig ademhalen…’ Het liedje van Acda en De Munnik schoot even door mijn hoofd.

Dit was revolutie! Dit was een huishoudbeurs in schaapskleren! Dit was Kamasutra, dit was Sodom en Gomorra! Hiermee vergeleken is de Libelle Zomer Week hooguit een uitbreiding van de Efteling! En het is natuurlijk begonnen toen ene meneer Christian Grey met zijn 50 tinten grijs op een andere manier aandacht besteedde aan de vrouw. Misschien is het daarom wel dat wij mannen achter het fornuis kruipen, schichtig om ons heen kijkend of we de partner nog wel goed genoeg behagen.

Was het dan allemaal erotisch georiënteerd?

Nee, er was ook nog genoeg te zien voor de minder opgewonden standjes, zoals een heus dierenplein met onder andere de workshop Kroelen met Konijnen, een modeshow, een TrimjeFit-met Wendy, een workshop lederen mini-tasjes maken, een workshop Wandhangers maken, een workshop Kleding opvouwen en opbergen, een babyhoek en nog veel en veel meer. Voor de man onbegrijpelijk, maar ik begrijp nu wel dat de vrouw gewoon geen tijd meer heeft voor het huishouden!

En oh ja, die piemelrietjes. Dat zijn rietjes in de vorm van een piemel, ik citeer uit de folder: ‘Leuk voor vrijgezellen-feestjes en Carnaval…’

 

 

 

 

Liefde maakt blind

Mannen zijn anders dan vrouwen! Dat zal niemand betwisten want vrouwen hebben andere fysieke kenmerken dan de man, kenmerken die ik hier echt niet hoef uit te leggen. Nee, ik heb het hier over het mentale verschil en daarover kun je blijven schrijven, dat is een onuitputtelijke bron met (dankbare) onderwerpen voor ons, de verwonderde en in mijn geval, verwarde man. Vanmorgen werd mij weer zo’n onderwerp in de schoot geworpen, het onderwerp ‘blind voor vrouwendingen’. 

Waarom zie ik het nooit?

Mijn partner in de liefde is gisteren geopereerd aan haar linkeroog. Aan staar. Ze halen dan de vertroebelde lens eruit en stoppen er een kunstlens voor terug. Met andere woorden, ze halen het originele onderdeel eruit en stoppen er een splinternieuwe onderdeeltje voor terug.

Dankzij de wetenschap!

Ze loopt hier nu rond in beperking, dat wil zeggen dat ze even bepaalde dingen die ze gewend is om te doen even niet mag doen. Die taak heb ik nu gekregen en aangezien ik gek ben op rollenspellen hebben we bedacht dat ik nu haar verpleegkundige ben. Madam zit gezellig zielig te Netflixen vanuit haar Haagse relaxstoel en ik zorg voor een natje en een droogje.

Zo ging het gisteren nadat ze, gelukkig, weer heelhuids thuis gekomen was.

De nacht had ze ook goed doorgebracht en het is mij gelukt haar niet een keer een elleboogstoot te geven na een onhandige draai in de echtelijke sponde. Nu zou dat geen gevolgen gehad hebben voor haar oog, hooguit een vloek, want ze moet een week lang slapen met een beschermkapje over haar oog.

Voor de goede orde, ik slaap met een tok!

Want wij zijn in bed best wel onstuimig, soms is het net apenkooien. En over apen gesproken, zoals een baby aap aan haar moeder hangt zo hangt mijn schatteke aan mij, de hele nacht door! Dat is waarschijnlijk ook de reden dat ik regelmatig midden op de dag instort op de bank, om zo wat slaap in te halen.

Die dutjes zijn dus eigenlijk gewoon uit onmacht.

Afijn, toen we vanmorgen wakker werden en we elkaar hadden gecheckt op blauwe plekken en dergelijke, begon zij hardop na te denken hoe ze haar haren zou gaan wassen want er mag geen water in het beruchte oog komen. Daar had ze al eerder hardop over nagedacht en ik ving iets op dat ik dan haar haren maar moest wassen. Nu ben ik een best wel moderne man maar haren wassen van een ander is voor mij wel even een ‘dingetje’. Of laat ik iets duidelijker zijn, haren wassen van een vrouw, dat is voor mij wel een ‘dingetje’. Daar heb ik geen ervaring mee. Dat komt wellicht doordat ik enkel drie jongens op de wereld gezet heb en geen meisjes. Op de een of andere manier is mij dat nooit gelukt. Toen die gasten klein waren heb ik hun haren heus wel een keer gewassen en sterker nog, ik waste ook de haren van de hond, maar de haren van een vrouw had ik nog nooit gedaan. Wel heb ik laatst de haren van mijn moeder op haar eigen verzoek geborsteld, dat was niet wassen maar qua gevoel kwam het aardig in de buurt.

Daarom dacht ik hardop tegen mijn geliefde dat ik nog wel iets zou bedenken, soms ben ik best wel inventief.

We gingen eerst ontbijten en ik had wat bedacht tijdens de nachtrust. Het kostte wat slaap maar het was een geniaal plan: “Ik haal zo even een badmuts en dan knip ik er een rondje uit. Die trek ik dan over je hoofd, dan onder je haargrens tot over je ogen. Dan zijn je ogen bedekt en kun je zelf je haren wassen!”

Trots op deze oplossing nam ik een hap van mijn koolhydraatrijk brood, nam een slok van mijn koffie en keek genoegzaam kauwend haar vragend aan, wat ze ervan vond. Ze staarde mij aan, net zoals die cowboy’s in die prachtige spaghetti westerns. Ik dacht zelfs het geluid van een mondharmonica te horen!

“Ik doe het zelf wel, laat maar.” was haar antwoord, was haar vonnis…

Ze ging naar boven en ieder deed zijn ding. Ik haalde de vaatwasser leeg, vrat als beloning een chocolaatje van het schaaltje chocolaatjes welke mijn schatje van de achterbuurvrouw gekregen had, trok een stofzuiger door de kamer, nam nog even deel aan de zin en onzin van de diverse media op de telefoon en pikte nog een chocolaatje omdat ze wel heel erg lekker waren. Vervolgens vergat ik de discussie bij het ontbijt.

Zoals ik wel vaker dingen vergat die er niet toe doen.

Even later kwam ze weer fris, fruitig en goedgemutst beneden en passeerde ik haar onder aan de trap. Nu kon ik de badkamer in en daarna stond een stukje schrijven op mijn programma. Ik sloot de deur achter mij en net toen ik bij de vijfde tree van de trap was ging de deur weer open en keek ik in twee, of nou ja, anderhalf paar boos kijkende ogen: “Je ziet het niet hè! En je vraagt je ook niet af hoe ik het gedaan heb!”

Mijn benen begonnen te trillen van het balanceren op trede vijf, waarvan ik wist dat een van de bouten wat los zat en dat ik daar toch eens wat aan moest doen. Maar het kwam ook doordat ik totaal geen idee had waar ze het over had. Vragend keek ik haar aan, als een hond zijn baasje kan aankijken…

“Hoe ik mijn haren nu gewassen heb!” antwoordde ze, bijtend op haar lippen.

“Maar je ziet het niet! Je ziet het nooit!” vervolgde ze haar relaas, duidelijk zwaar teleurgesteld. “Omdat het je niet interesseert. Wanneer ik wat verander in huis zie je het niet, wanneer ik iets in de tuin gedaan heb zie je het niet, wanneer ik een nieuw jurkje of bloesje aan heb zie je het niet en wanneer ik de was gedaan heb zie je het niet.”

We zijn inmiddels een paar uur verder en ik loop op mijn tenen. Telkens scan ik alles om mij heen en sla het op, om haar vóór te zijn wanneer ik weer iets moet zien. Mijn ogen zijn prima alleen mijn grijze massa loopt wat achter ben ik bang. Over vier weken moet het andere oog onder het mes en kan ze daags erna weer perfect alles zien. Dan is ze (qua ogen..) weer een jonge meid en zal ze waarschijnlijk nóg meer dingen zien die ik niet zie.

En dan zal ze mij met andere ogen gaan bekijken.

Ben ik bang….

Opstandig

Over een week of vier rollen we weer de lente in en kunnen we ‘de winter’ van ons afschudden. De Friezen kunnen weer rustig slapen en zich voorbereiden op het zoeken naar kievietseieren. Gelukkig kunnen ze dát nog wel doen want we bevinden ons midden in het langste Elfstedentocht-loze tijdperk, al 22 jaar om precies te zijn. En daar worden ze opstandig van want ze willen zo graag ijs. Want zodra het ook maar even vriest staan ze al op hun schaatsen en vervolgens zie je ze in ruim gedeelde filmpjes door het maagdelijk ijs zakken.

Best sneu.

En dat vinden velen onder ons, daar hoef je geen Fries voor te zijn. Daarom is het wél raar dat er zo zuur gereageerd werd op die 15000 opstandige scholieren die onlangs bezit namen van Den Haag. Om te demonstreren voor een beter klimaat. Zij willen namelijk ook dat de winters weer koud zijn, met sneeuw en ijs. Zij willen ook genieten van schaatstochten zoals hun ouders en voorouders dat hebben mogen ervaren.

Maar nee, we klagen liever, al dan niet gevoerd door populisten die van alles doen om tweedeling in de maatschappij te creëren.

Ik was aangenaam verrast door de actie van de jongeren. Want ook ik was in de loop der tijd wat sceptischer geworden over de mentaliteit van de, zoals elke oudere het zich wel eens minachtend laat ontvallen, ‘de jeugd van tegenwoordig..’. Deden ze eindelijk eens iets anders dan over hun telefoon hangen, bank hangen of lachgas snuiven, was het wéér niet goed!

Terwijl de jeugd toch echt de toekomst heeft! Laten we dat vooral niet vergeten.

“Ja, maar ze demonstreren onder schooltijd!” was een van de bezwaren van de tegenstanders. Ik snap dat niet. Want deze demonstratie had inhoudelijk toch echt met enkele schoolvakken te maken,

zoals:
met Biologie, afdeling dieren. De dierenwereld raakt immers ook van slag door de temperatuursverhoging. Neem bijvoorbeeld de Indiase halsbandparkieten, de Amerikaanse rivierkreeftjes en de Aziatische tijgermug. Deze gedijen prima hier. Die parkieten en die kreeftjes noemen we zelfs al een plaag en de tijgermug is ook hard op weg om ons vreselijk te gaan irriteren.

En wat te denken van het vak Natuurkunde. Het klimaat is immers onderhevig aan natuurwetten. Net zoals het onderhevig is aan Wiskundige berekeningen, zodat we onze dijken tijdig verhogen om natte voeten te voorkomen. En Geschiedenis, een vak waarvan we hebben geleerd dat er in vorige tijden toch echt meer ijs lag dan tegenwoordig.

Die 15000 scholieren hebben die ene donderdag eigenlijk heel veel geleerd! En tegelijkertijd ons, volwassenen met het wijzende vingertje, een lesje.

Maar het was ook Maatschappijleer. Niks maatschappelijke stage, laat ze gewoon een dagje demonstreren in Den Haag! Want naast dit alles leerden ze ook dat saamhorigheid een verbindende factor is. Grensoverschrijdende saamhorigheid, want de Belgische, Zweedse en Duitse scholieren gingen hen reeds voor. En afgelopen week zagen we ook dat de Engelse jeugd de straten opzochten om hun zorgen te tonen.
En toch vonden enkele politici in Den Haag en klimaatontkenners dat deze scholieren ver over de scheef gingen. Er was er zelfs eentje die vond dat ze bijles moesten krijgen in plaats van een les demonstreren. Of men lanceerde foto’s van het afval wat in sommige schoolkantines bij elkaar geveegd was. Onder die foto’s stond dan de boodschap dat de ‘klimaatspijbelaars’ eerst maar eens naar zichzelf moesten kijken. Klopt. Maar wees dan ook zo eerlijk om te erkennen dat elke generatie de boel wel eens liet slingeren. En daarbij opgeteld, wie heeft al die verpakkingen van heden ten dage bedacht? Waren dat die kinderen die donderdag langs het Torentje in Den Haag liepen?

Echt niet.

De zure regen die de jongeren over zich heen kregen is inmiddels weer wat geluwd en nu genieten we al een paar dagen van voorzichtige, lenteachtige dagen. Mensen duiken hun tuinen weer in en schoffelen voorzichtig de koude grond wat los naast de sneeuwklokjes en de kleurrijke krokussen die zich openvouwen om ten volle te genieten van het heldere zonlicht. Die temperaturen zijn best wel verwarrend voor sommigen onder ons.

Want neem nou de potloodventers, die moeten veel eerder naar buiten om hun kunstjes te vertonen dan voorheen, toen er nog strenge winters waren. Want een beetje venter houdt de basisregel in acht:

Nooit met kou uit de bosjes springen!

Deze informatie heb ik van een opstandige en klagende potloodventer. Hij klaagde niet over de huidige weersomstandigheden hoor, nee, het ging over de concurrentie. Want er is een groeiende groep piemelmaffia die meisjes en vrouwen bestoken met foto’s van hun jonge- en oude heren.

Het digitale tijdperk kent geen grenzen!

Deze digi-dick’s denken dat ze daarmee de ontvanger kunnen opwinden maar niets is minder waar. Want de meeste ontvangers schieten eerder in een lachstuip voor zoveel zieligheid, zoveel, ik citeer een populaire kreet uit een van onze woondecoratie-programma’s, foto’s met een ‘minimalistisch karakter’!

Om deze vorm van aanranding hét kopje in te drukken, zou je ze eigenlijk allemaal online moeten zetten, op bijvoorbeeld de website www.sneuepiemels.nl. Dan kunnen we er met zijn allen om lachen en denken deze lulletjes rozenwaters er vast nog wel een keer over na alvorens zich zo te tonen aan het andere geslacht.

En als we het dan toch over echte palen hebben: Aan de schandpaal met die lui!

Het blijkt maar weer dat het best lastig is om op te groeien in een digitaal tijdperk en sommigen kunnen de weelde echt niet aan. Het heeft veel voordelen maar ook nadelen, nadelen waar je eigenlijk in onderwezen zou moeten worden hoe daarmee om te gaan.

Voor jong en oud!

Bijvoorbeeld hoe je moet omgaan met negatieve reacties op een dagje demonstreren in Den Haag. Want je had toch net op school geleerd dat demonstreren een grondrecht is. En je voelt je gesteund door 350 Nederlandse wetenschappers of hebben die teveel gezopen in hun studentenhuisjes? In het verleden demonstreerden scholieren ook. En als je daar wat van vond dan moest men achter de typemachine gaan zitten, de brief in een envelop doen, een postzegel plakken en naar de dichtstbijzijnde brievenbus lopen.

Er was dus tijd genoeg om na te denken alvorens je iets verstuurde. En er was dus tijd om tot bezinning te komen…

Back to the roots

Geachte mevrouw de burgemeester, welkom terug!
Ik ken u niet en u kent mij niet maar laat ik eens onbescheiden zijn, we hebben wel enkele raakvlakken te delen. Om te beginnen heeft u, net als ik, uw ‘roots’ verlaten om in het Westen een leven op te bouwen. U verliet net als mij het Noorden, u Delfzijl en ik Terschelling. Twee plaatsen met een eigen haven en allebei ook verbonden met de Waddenzee.
Maar er is nog meer.
U kwam onder andere in Amsterdam te werken en later in Haarlem. Ik heb vier maanden in Haarlem gewoond, om precies te zijn in de Ripperda-kazerne alwaar ik mijn dienstplicht begon te vervullen. En laat die meneer Ripperda, Wigbolt Ripperda, nu weer uit Groningen komen. Uit Winsum! Misschien was dat wel de reden dat u zich zo thuis voelde in Haarlem? Want die gast liep daar al rond in de jaren 1572, om de stad te verdedigen tegen de Spanjaarden.
Prachtig verhaal toch, een Groninger die de stad Haarlem verdedigde!
Na mijn dienstplicht ging ik in Den Haag wonen en werken en ook hier hebben we een raakvlak. Den Haag is immers de thuisbasis voor de politiek en dat is zoals we weten, een van uw liefhebberijen. Nadat ik hoorde dat een andere liefhebberij van u toneelspelen is, kreeg ik het zowaar voor elkaar om wederom een raakvlak te vinden. Want ik heb ooit, in de zesde klas van de Lagere School, een soort van toneelstuk geschreven voor de jaarlijkse schoolavond.
De titel van dit stuk was ‘De prinses die niet kon lachen.’
Dat dit compleet geïnspireerd was door een ‘echt’ toneelstuk welke ik eerder dat jaar gezien had in een theater te Leeuwarden doet niet meer ter zake. En van plagiaat had ik nog nooit gehoord… Het bewijst wél weer hoe belangrijk theater voor de mensheid is; je kan er gewoon van genieten maar je kan je er ook door laten inspireren en zelf iets scheppen. Creatief bezig zijn. Iets maken of doen waar anderen weer van kunnen genieten maar waar men ook energie van krijgt.
Positieve energie.
U staat positief in het leven als ik het een beetje goed ingeschat heb. En u bent het daarom vast wel met mij eens dat het de laatste jaren wel eens ontbreekt aan positiviteit. Het positivisme zit in een verdomhoekje en daarom is het goed dat om daar wat meer aandacht aan te besteden. En daarom is het goed dat de keuze op u gevallen is, zodat we de zon weer een beetje zien schijnen en dat Groningen zich de rug gaat rechten. Dat deed u al door hardop te zeggen dat de Groninger best wel wat trotser mag zijn op zichzelf, op zijn gemeente en op zijn provincie. Want mede dankzij Groningen zit het grootste gedeelte van ons land er warmpjes bij en worden er simpele of overheerlijke gerechten bereidt op talrijke fornuizen.
Ja, ja, we moeten van het gas af.
Ik weet het standpunt van uw partij, Groen Links. Maar nu staat u boven de partijen en hoeft u enkel ons, de politieke partijen én de inwoners van Oldambt, te leiden. En geloof mij, de dag dat we echt ‘groen’ worden is dichterbij dan u denkt, het is een kwestie van tijd, van anders denken, het afleren van gewoontes. En het moet vooral niet teveel kosten want het leven is al duur genoeg.
Ondergetekende doet zijn best maar ik kook nog wel op gas. Op een dikke vijfpitter van 90 centimeter breed. Het fijne van op gas koken is dat je ziet hoeveel vuur er onder de pannen zit. En het resultaat is verbluffend, ze likken hier de pannen uit.
Zó lekker!
Maar ik ben mij wel bewust dat het anders zal moeten. Dat het gas eraf moet en dat we meer moeten nadenken over de welvaart waarin we leven. En dan met name over de gevolgen van die welvaart. Ik uit dat bewustzijn door bijvoorbeeld lopend naar de supermarkt te gaan en niet met de auto. Dat lukt natuurlijk alleen met kleine boodschapjes anders belast ik de ziekenhuizen weer met herniaklachten die ik opgelopen heb omdat ik een krat bier mee moest sjouwen. Daarnaast loop ik naar mijn wekelijkse sportuurtje in de plaatselijke sportschool. Voor de duidelijkheid, terug ook! Of ik pak de fiets, als ik bijvoorbeeld super gezond brood zonder foute toevoegingen moet halen. Die broden kosten wat meer dan in de supermarkt maar doordat ik fiets kost het geen benzine.
Een win-win situatie!
Nu moet ik wel zeggen dat het wandelen en fietsen in de afgelopen maand wat tegenviel. Dat kwam niet door de horror-winter waarin we ons volgens die Fries Piet Paulusma bevinden maar doordat ik me de afgelopen maand niet geschoren heb. Je kon namelijk kiezen in januari welke trend je ging volgen, in de trant van Stoptober (stoppen met roken) en Movember (je snor laten staan). Het ging om de volgende trends: Januadry of Januhairy. Die eerste hield in dat je een maand lang geen alcohol nuttigde en die tweede dat je jezelf een maand niet zou scheren of knippen.
De keuze als drinker met mate(n) was snel gemaakt!
Ik viel dus even terug in de oertijd, de tijd dat de hele wereld nog hartstikke groen was. Maar na een week kwam ik erachter dat het toch prettiger is om het een en ander dagelijks bij te houden. Dat loopt en fietst toch wat relaxter! Wielrenners scheren zich immers ook! Het is nu februari en ik ben weer op alle fronten geknipt en geschoren, tot grote vreugde van mijn echtgenote.
En u bent tot onze grote vreugde nu officieel de burgemeester van de gemeente Oldambt!
Toen u zei dat u nog wel eens over het woord Oldambt struikelde moest ik hardop lachen en vond ik weer een raakvlak. Want ik ben daar ook al een paar keer over gestruikeld. Dat is het Westerse wat we nog van ons af moeten schudden. Maar geloof mij, ‘slechte’ gewoontes zijn snel af te leren. En daarbij opgeteld, de gemeente is nog jong. Net als de eerste burgemeester van deze gemeente, Pieter Smit.
Een burgervader die door de inwoners in het hart gesloten werd maar ons veel te vroeg ontvallen is, helaas.
Beste burgermoeder, na het wonen op een kluitje in de Randstad kunt u nu gaan genieten van deze mooie plek op Aarde, de plek met haar weidse zichten, gekleurd door de koolzaad-, de mais en de korenvelden, haar gemoedelijke dorpjes, het groeten van elkaar op straat, de file loze wegen, de leuke evenementen en de nuchterheid van haar bewoners. Ik geniet hier al een tijdje van en zie hier het laatste raakvlak welke wij mogen delen; Ik heb ook het Westen verlaten om hier een nieuw leven op te bouwen!
En daar heb ik nog geen dag spijt van gehad!
Heel veel succes en plezier in uw nieuwe functie,
Hoogachtend,

Arjen Veldhuizen

Op therapeutische basis…

Met twee handen greep ik hem beet waarna ik zo snel mogelijk naar de achterdeur liep. Op het moment dat ik mijn vrouw passeerde in de keuken lette ik extra op, op haar en op wat ik in mijn handen had. Eén onverwachte beweging van haar zou funest kunnen zijn.

Nu hebben wij redelijk de ruimte in onze keuken maar toch ontstaan er zo nu en dan nog wel eens wat kleine aanrijdingentjes….

Zowel mijn vrouw als ik bevinden ons graag in de keuken. Zij om te bakken en ik om te koken. Daarbij komt ze er ook graag om mijn rotzooi op te ruimen, dan pakt ze haar favoriete vaatdoekje die ze liefkozend ‘doukie’ noemt (..) en mopperkont ze alle spetters weg die ik nog wel eens achterlaat op aanrecht en fornuis.

En vloer!

Zoals van de week. Ik pakte met mijn rechterhand een pan kokende pasta van het fornuis en draaide mij om, richting gootsteen om de pasta af te gieten. Opeens voelde ik weerstand waardoor de pan scheef kwam te hangen en een deel van het kookvocht over de vloer flikkerde….. De veroorzaker van de weerstand was niemand minder dan mijn vrouw, mijn keukenprinsesje, mijn sta-in-de-weg-je…

Ze had weer wat spetters gezien en bedacht spontaan haar doukie te pakken om ze te elimineren.

En ja…sorry hoor, ben niet zo van de dogma’s….Maar vrouwen en verkeer….Het kan verkeren!

Ze werd niet boos. Hooguit was ze ietsepietsie lichtelijk geïrriteerd. Dat ze niet direct uit haar pan ging kwam natuurlijk doordat ze nu kansen zag haar doukie weer volop te kunnen gebruiken. Niks spetters, het hele Oldambtmeer lag hier op de vloer! Misschien moest er nog wel een extra doukie aan te pas komen.

Het lukte mij nu om haar te passeren zonder lichamelijk contact. Wel hoorde ik haar verbaasd mij nakijken: “Wat doe jij nu weer?”

Ze heeft daar een handje van, weten wat ik aan het doen ben. Dat komt natuurlijk omdat ik nu 24/7 bij haar woon en daar moet ze nog even aan wennen. Aan de andere kant, ik vraag het nooit omgekeerd. Ze is een volwassen vrouw en ik mag er dan ook vanuit gaan dat wat zij doet een reden heeft. Neem bijvoorbeeld haar, hoe zal ik het een beetje lief zeggen, ‘interieur-onrustjes’.

Met grote regelmaat worden meubels en accessoires bij ons thuis verplaatst.

Zoals de eettafel. Deze stond geheel ontkoppeld van de muur in de eethoek. Maar van de een op andere dag stond hij ineens dwars, met een kant tegen de muur. Ze zag dat ik het opmerkte en keek mij vragend aan. Want ze wil dat ik erop reageer. Dat ik dan zeg: “Goh, heb je de boel eens anders gezet. Wat leuk ja!” Maar dat doe ik niet. Want dat is haar ‘ding’ zeg maar en als zij daar gelukkig van wordt, prima! En wij mannen dijen nooit zo uit wat praten betreft dus mijn reactie bleef bij een simpele knik met het hoofd, waarbij mijn wenkbrauwen een milliseconde opveerden. Oh ja, en mijn ogen draaiden zich even om in de kassen… Dat moet ik eigenlijk niet doen omdat ik weet dat ze daar een hekel aanheeft.

“Vindt je het niks?” vroeg ze, met lichte verontwaardiging in haar stem. Ik herstelde mijn fout op tijd. “Jawel hoor! Ja, dit is veel beter zo!” Ik keek haar aan met mijn meest geloofwaardige blik die ik in huis heb. Die blik waarmee ik vroeger bij mijn ouders thuis ook altijd succes oogstte als ik weer iets uitgevreten had en mijn onschuld bewijzen moest.

“Nee, niks meer aan doen, prima zo!” En om voorgaande kracht bij te zetten:  “En zo ruimtelijk nu hè!” zei ik, waarna ik weer met een vers bakkie koffie naar boven wilde lopen, naar mijn ‘man cave’ zeg maar (maar dan zonder een bar, alcoholische versnaperingen, bank en pooltafel..).

Opnieuw ging ik in de fout. Niks naar boven rennen. Dat is vragen om moeilijkheden. Ik maakte er een schijnbeweging van door te zeggen: “Zal ik je even een lekkere cappuccino maken? Dan drinken we even samen koffie aan de eettafel en weten we meteen of het lekkerder zit..”

Dit was op het randje van de grens of ze mij nog serieus nam. Want de tafel heeft al eerder zo gestaan dus er was eigenlijk niks nieuws onder de zon. Nogmaals, het is gewoon haar ‘ding’ en daar heb ik mij maar in te schikken. Dat zijn van die dingen in relaties, elkaar in de waarde laten en elkaars rariteiten ..euhhh…elkaars hobby’s gewoon accepteren. Ze speelde het spel mee en even later zaten we, gezellig, aan de eettafel ‘nieuwe’ stijl en keerde de rust weer terug.Net op het moment dat ik de deurkruk van de achterdeur met mijn elleboog opende, herhaalde ze haar vraag, nu wat luider: “Wat doe je in godsnaam?!” Zonder te antwoorden liep ik naar buiten en gooide mijn vangst achter de overgebleven resten van de hortensia’s. Waar die hoort.

“Zo,” zei ik toen ik weer binnen kwam, “ik snap echt niet hoe dat beest binnen gekomen is!” Mijn vrouw keek mij verbaasd aan. “Hoe bedoel je? Welk beest?”

“Die kever! Er zat een kever in de kamer, op het tafeltje naast de bank!”

Dat was het natuurlijk niet. Ja, het was wel een kever maar deze was van metaal. Op een stokkie met een voetje. Voor de broodnodige decoratie zeg maar. Mijn vrouw én al die lui van die woonprogramma’s op de televisie noemen dat ook wel ‘woonaccessoires’. En naast de televisie ligt een kaarsendover en deze heeft naast het ‘hoedje’ om de kaars te doven aan de andere kant een kever.

Er is weer een nieuwe hype gaande, de zogenaamde kever-decoratie- hype.

Waren we net verlost van de jarenlange terreur van Boeddha beeldjes in alle soorten en maten, nu is de kever hot. Mijn verwarring is groot. Ik heb altijd gedacht dat vrouwen niet zo van de insecten zijn, dat ze er bang voor zijn. Waarom worden die beesten dan nu massaal toch in huis gehaald?

Het is de complete verwarring die wij mannen moeten ondergaan. Ik ben daar nu voor in behandeling, bij een heuse therapeut. Samen proberen we de verwarring te ontrafelen, zodat ik deze streken van mijn vrouw enigszins kan leren begrijpen. Ik ben al drie keer geweest en de therapeut raadde mij onder andere aan om het van mij af te schrijven.

Dat doe ik dan ook braaf. Boven in mijn schrijfkamertje. Maar alvorens ik achter mijn bureau ga zitten check ik eerst alles om mij heen. Of alles, bureau, stoel, computer, nog wel op dezelfde plek staan. Op de plek waar het de vorige dag stond. En de dag ervoor.

Want die zekerheid is weg. En voordat je het weet moet ze mij van de vloer opvegen

En dan heeft ze heel veel doukies nodig!

 

 

55

Allereerst: allemaal bedankt voor de leuke en lieve felicitaties voor mijn verjaardag! Altijd leuk om deze ook digitaal te kunnen (en mogen) ontvangen. Was het in vroegere dagen nog afwachten bij wie je op de kalender stond en of de postcode je huis nog kon vinden, tegenwoordig hoeven we daar niet echt meer over na te denken omdat we er digitaal op gewezen worden.

Eigenlijk hebben we het er alleen maar drukker mee!

Doordat mijn verjaardag dit jaar iets anders liep dan normaal, ben ik toch maar even achter het toetsenbord geklommen om het te delen met jullie, omdat het eigenlijk toch wel bijzonder was. En omdat het goed afgelopen is hoor.

55 jaar geleden kwam ik op 8 januari in het (tochtgat) Harlingen ter wereld nadat ik enkele dagen mijn moeder dwars gezeten had. De beide dokters op het Terschelling, Mathijssen én Smit, hadden daags ervoor besloten dat mijn moeder met gezwinde spoed naar het St. Jozefziekenhuis in Harlingen gebracht moest worden. Voor de helikopter was het te mistig en het vaarverkeer had nog geen radar waardoor er toch wel een probleempje ontstond. Maar Rederij Doeksen had nog wel de Holland, Paraat En Start Klaar, en dit prachtige schip bracht mijn ouders en ondergetekende (als verstekeling zeg maar) naar de overkant van de toen nog My Little Pony, Jutlandia klapstoeltjes en andere moderniteiten vrije Waddenzee.

Enkele dagen erna, op 8 januari 1964 om kwart over vijf in de middag, werd ik geboren na de uitvoer van een keizersnee. Naast dit heugelijke feit kreeg ik later de wetenschap dat het ook de geboortedag was van wijlen David Bowie en Elvis Presly, maar ook die van Lager School klasgenote Ineke en Anita, de latere buurvrouw van mijn broer.

Vanaf dat moment waren wij de rest van onze levens toch wel een beetje met elkaar verbonden.

Nu ben ik niet zo van verjaardagen. Natuurlijk, het is fijn ouder te mogen worden maar om nou te zeggen dat het een hoogtepunt van het jaar is, nee. Dat komt voornamelijk omdat mijn verjaardag elk jaar weer in de eerste week na de feestdagen valt. Ook dit jaar.. En ik weet van mezelf dat zodra het oude jaar ingewisseld is voor een nieuwe, dat iedereen even op gang moet komen. En dat iedereen weer een beetje zijn of haar ritme moet zoeken. En dat iedereen weer een beetje op zijn of haar lijn gaat letten.

Dus een feessie met allerlei lekkers bij Veldmuis is dan echt effe teveel van het goede.

Jarenlang bleef ik dus zitten met gebak, leverworst, frisdranken en bier. En aangezien verstand met de jaren komt, besloot ik om mijn verjaardag voortaan over te slaan. Tuurlijk, er mag altijd gefeliciteerd worden maar verder geen gedoetjes zoals ‘Wanneer vieren we het?’ of ‘Wat moeten we hem nu weer geven?’

Na mijn 50ste is een fles whisky altijd goed!

Maar dit even terzijde. Mijn vrouw is van deze kronkel op de hoogte en we zouden er niets aan doen. Dat respecteert ze, onder dwang want ze is natuurlijk van de gezelligheid.  Ik was gewoon die dag in Assen voor mijn wekelijkse verplichtingen en zij was ook gewoon aan het werk gegaan. “Je krijgt je cadeautje wel als je vanavond thuis komt!” riep ze nog voordat ze naar haar werk ging.

Prima. Geen gedoe. Zet maar bij mijn whiskyverzameling neer.

Die ochtend trilde mijn telefoon regelmatig maar ik nam niet op, alles op zijn tijd. Net na de lunch trilde mijn gsm weer en mijn nieuwsgierigheid won het nu en in de display stond ‘Echtgenote, Janet’. Hier klopte iets niet en na mij verontschuldigd te hebben nam ik op.

“Hoi met mij, sorry dat ik bel maar je vader is met de helikopter naar het MCL gebracht.. Je broer is al onderweg. Hij zet zijn vrouw op de boot zodat zij zich over je moeder kan ontfermen want ze is toch vrij en je zus kan dan gewoon blijven werken.  Ik kan nu weg van werk, kan jij ook weg?”

Oké, die kwam even binnen. Want als je met de heli het eiland afgaat dan is er wel wat aan de hand. Dan is het niet omdat je een vinger afgezaagd hebt met de cirkelzaag. Of toch wel, jaren geleden, in de tijd van dokter Van Schie, had mijn vader een black-out en lag ineens zijn wijsvinger tussen het zaagsel. Hij is toen met die vinger naar Van Schie gegaan en toen bedachten ze samen dat het tegen vier uur in de middag was, dat de heli dan weer richting thuisbasis zou vliegen.

Na een telefoontje was het geregeld, hij mocht mee naar Leeuwarden en ze zetten hem wel even bij het ziekenhuis af. De vinger werd er weer aangezet alleen kwam er een ziekenhuisbacterie om de hoek kijken waardoor hij op de IC terecht kwam en zijn verlof noodgedwongen moest verlengen.

Maar hij kon daarna wel weer zijn vinger gebruiken!

Levensbedreigend zou het dan nu moeten zijn… Net als weer enkele jaren later, toen was het ook levensbedreigend want hij had een longembolie. Deze keer werd hij met de ambulance naar de heli gebracht en werd terstond horizontaal ingeladen. Mijn allerliefste zus was daarbij en maakte van dit best wel unieke moment nog een paar foto’s. Gewoon met een fotocamera, in die tijd speelde dit zich af. Maar ook deze keer kwam hij weer fris en vrolijk het ziekenhuis uit, wel met wat medicatie maar dat hoort er nu eenmaal bij.

Even priemde een vervelende gedachte door mijn hoofd. Hij is bijna 85 jaar jong… En drie keer is …..

Snel schudde ik het van mij af. Ik was ook een jaar ouder geworden en daarmee ook wijzer dus ik reageerde heel verstandig: “Ik kom nu naar huis, ik pik je dan op en dan rijden we samen naar Leeuwarden. En onderweg bel ik broer en zus wel even voor de details.”

Ruim anderhalf uur later waren we op de spoedeisende hulp en niet veel later werden we binnen geroepen op de zeer moderne afdeling, het zag er allemaal gelikt uit en nóg belangrijker, de medewerkers waren super vriendelijk! Hij was blij verrast en ja, waar is dit nu voor nodig maar eigenlijk is het wel hartstikke leuk! Ik haakte daar op in door tegen de verpleegkundige te zeggen dat mijn vader de allerbeste vader van de wereld is.

“Want hij komt gewoon met de helikopter naar de wal om mij te feliciteren met mijn verjaardag!”

We mochten gezellig bij hem gaan zitten en ondertussen werd er van alles met hem gedaan, infuus aangelegd, hartfilmpje en bloed aftapperij. En hij praatte als Brugman, Kees Brugman! (zo heet een oude vriend van hem en wij maken daar al jaren grappen over, maar ook dit even terzijde). En zolang hij praat was het goed, toch? Ondertussen was broer ook gearriveerd en niet veel later kwam ook nog de oudste kleinzoon met zijn vrouw, zijn in gezegende toestand vrouw. Ik realiseerde mij dat mijn vader 55 jaar geleden ook in het ziekenhuis was, naast zijn vrouw die hem toen een zoon geschonken had…

De dokter vroeg van alles en pa antwoordde uitgebreid. Zo is hij. Geen details vergeten. Ook al is het twintig jaar geleden. En nee, ik slik geen maagtabletten die wel zijn voorgeschreven. Want ik las de bijsluiter toentertijd en gooide die zooi direct in een hoek. “Ik redt mij prima met Rinnies. Ik koop één keer per jaar de kleinste verpakking en kom hou dan nog over!” Zijn eerder genoemde, ietwat uit het lood staande wijsvinder stak hij omhoog en keek de dokter indringend aan: “Ik bijt gewoon een klein hoekie van die rinnie eraf, kauw er goed op en weg is het maagzuur!”

De dagen erna kwamen er nog wat onderzoekjes maar steeds was er weer die verbazing van doctoren en verplegend personeel. Bloed goed, zuurstof goed, ijzer goed. Deze man verkeerd in top conditie. Ook hier had hij steeds een antwoord op: “Ik fiets veel. Wel 80 kilometer in de week. Door weer en wind!”

Ik keek met een schuin oog naar de spiegel en bedacht mij dat mijn vader misschien wel twee keer in mij past…..

Ook kregen ze te horen dat hij thuis zijn vrouw, onze lieve moeder, verzorgd. Klopt. Met de mantel der liefde. Ik snap nu ook dat mijn moeder zich steeds afvroeg of ze Herman wel dag gekust had, alvorens hij in de ambulance stapte om naar de helikopter gebracht te worden. Want zo’n vent wil toch elke vrouw? Want hij kookt, hij maakt het huis schoon, hij wast de haren van zijn Truusje, hij lapt de ramen en tussendoor verzorgd hij ook nog even de paarden van de buurtjes zodat die even elders kunnen ontspannen.

En daarnaast is hij ook nog vrijwilliger bij Stichting Bunkers Terschelling! Daar staat hij in het winkeltje of, als het even nodig is, gidst hij de toeristen rond in dit unieke project.

Draaf ik door? Nee, ik ben trots. Apetrots op deze man en deze vrouw. Want dat is een goed stel! En natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn geweest maar ze hebben alle stormen doorstaan, wisten met alle ontwikkelingen van hun kinderen op een zeer moderne manier om te gaan en te verwerken en ze blijven zo ontzettend gek met elkaar.

Bewonderenswaardig.

Pa zit nu weer opgeknapt en dubbel gecheckt op de boot. En op de haven van Terschelling staat mijn allerliefste zus en mijn allerliefste moeder hem op te wachten. Mijn moedertje die wel eens wat vergeet de laatste tijd maar nooit haar humor:

‘Vergeten gaat steeds beter!’ roept ze ons toe als ze daar even aan herinnert wordt. Straks mag ze haar Herman weer knuffelen en kussen. En even later vraagt ze dan misschien wel: “Heb ik je al een kus gegeven?” Waarop mijn vader vast gaat zeggen: “Nee, dat heb je nog niet gedaan!”

Zou dat het geheim zijn van die twee?!

Het glas is vol of half leeg

De chocolade paashazen liggen alweer in de winkels en dan weet je dat het Nieuwe jaar weer begonnen is. Dat weet je ook na het lezen van de eerste nieuwsberichten van het piepjonge jaar in wording. Dat we 85 miljoen euro armer zijn geworden in de nacht van 31 december op 1 januari. Om precies te zijn, 70 miljoen aan vuurwerk en 15 miljoen aan de schade van datzelfde vuurwerk. En daar zit nog niet de schade bij van het net niet afgefikte Scheveningen, daar moeten nog even wat onderzoekjes naar gedaan worden. En ach ja, die wind die ineens draaide…Dat hadden we niet afgesproken met het KNMI…

Volgens mij was hier toch echt sprake van een code rood. Felrood!

Voorgaande is geen verrassing. Dat zien we elk jaar terug en elk jaar weer zijn we het eens dat al deze onzin moet stoppen. Tegen beter weten in. We wensen elkaar ieder jaar weer een gelukkig nieuwjaar en profiteren, van dat gevoel, er hooguit maar één dag van. Want toen we op 1 januari wakker werden en hoorden over de ellende in Scheveningen, explodeerde de verontwaardiging als Pools illegaal vuurwerk over ons land.  En kwam de teleurstelling. De teleurstelling dat het weer een puinhoop geworden was. De teleurstelling in de mensen die zich verzetten tegen de ontruiming van de Boulevard. En het verdriet over de doden die er landelijk te betreuren vielen, de agressie tegen hulpverleners en de vernielingen maakten dat de Nieuwjaarsdag toch niet zo gelukkig was begonnen als we eigenlijk gewild hadden…Vijfentachtig miljoenen euro’s, in vlammen op. Van zo’n bedrag moet je, bijvoorbeeld, toch wel een ziekenhuisje open kunnen houden?  Want ook dat is een probleem wat zich landelijk aan het ontwikkelen is….

Misschien is het een kwestie van wennen maar sorry, mijn gezond verstand kan en wil er niet aan wennen!

En dan heb ik het nog niet eens over de andere kosten, kosten die we zullen moeten maken om onze belaagde hulpverleners, politie,  brandweer en ambulancepersoneel, weer fysiek op te lappen zodat zij weer de straat op kunnen.

En mentaal, zodat ze ook weer dúrven, de straat op gaan!

Allemaal voor onze veiligheid. Want dat eisen we, een veel gehoorde klacht is immers: ‘Als je ze nodig hebt zijn ze nergens te vinden!’  Grote flauwekul. Verbeter de wereld en begin nu eens echt bij jezelf. Begin in je eigen omgeving. Geef aan je nageslacht door dat ze met hun poten van andermans spullen af moet blijven! Dat heet opvoeden! Ooit heb je kinderen op de wereld gezet in een staat van opwinding of in een vloek en een zucht, maar daarna moet je wel je verantwoording nemen.

En als je naar anderen wijst, wijs je met drie vingers naar jezelf!

We lopen ook altijd te klagen over al die regeltjes die er steeds verzonnen worden en waar wij, burgers, ons aan moeten houden. Ikzelf ook hoor, klaag me regelmatig suf. Deze regeltjes worden bedacht door politici. Die reageren op de waan van de dag. Zo las ik laatst dat politici minstens twee keer per dag ‘geschokt’ zijn. Daarom zitten ze ook steeds op hun telefoontjes in de Kamer, om de waan van de dag bij te kunnen houden. En zodra ze dan op de gang ondervraagd worden door het journaille wat ze vinden van, ik noem maar even een voorbeeldje, de overlast van open haarden en vuurkorfjes, dan reageren ze geschokt. En vervolgens bedenken ze een regeltje om hier wat aan te doen. Want geloof mij, open haarden en vuurkorfjes mogen straks (ook) niet meer!

Daarom mijn verontwaardiging: waarom mochten ze dan wel duizenden pallets op elkaar stapelen en in de fik steken?

Waar is het gezond verstand dan gebleven? Gezond verstand was toch ook ooit een ‘traditie’, we zijn toch weldenkende mensen? Dat gezonde verstand is allang weg. Dus we zullen aan die regeltjes moeten wennen. Want wij leven in een welvaart die uit haar voegen barst en kunnen die weelde niet meer dragen. En ja, daarom toch die regeltjes, als laatste redmiddel om het nog een beetje gezellig te houden onder elkaar. Want elke mening, elke irritatie moet aangepakt worden. Net zolang tot er niemand meer wat te klagen heeft, dan spreken we niet meer over de welvaart maar over het Paradijs…

Oeps! Straks willen we ook nog het eeuwige leven! En we willen de miljoenen van de Staatsloterij en de Postcodeloterij. En als we niks winnen in die loterijen dan worden we opnieuw boos. Boos op alles en iedereen. Dan draait de wind in onze hoofden en steekt er weer een flink portie afgunst de kop op en daarmee zetten we onszelf in vuur en vlam. Zonde. Negatieve energie trekt onze accu’s leeg en misschien kunnen we daarom wel niet meer alles aan, verdrinken we in onze eigen ellende en worden onze lontjes alsmaar korter.

Tot zover mijn verontwaardiging. Dat moest ik even kwijt.

Gelukkig is het glas bij mij altijd halfvol en niet half leeg. Daarom schuif ik nu die negatieve deken van mij af, we zitten immers weer aan de goede kant van het jaar! De dagen gaan weer lengen, het licht buiten wordt weer helderder en de trekvogels komen weer terug van de overwintering in warmer oorden. Zodra ik de kieviet weer zie is voor mij het voorjaar begonnen. Dan fladder ik net als een kieviet boven de polders, door ons huis. Dan schud ik als het ware mijn wintervacht van mij af. En voel ik mij weer licht als een veertje!

Helaas is de weegschaal realistischer..

Maar daar wordt ik niet sikkeneurig van want ik heb tegenwoordig een vis, zo’n tropische verrassing. Voor op mijn werk. De zogenaamde kantoorvis. En voordat iedereen begint te klagen; de vis zit in een ruim, rechthoekig aquarium en niet in een ronde kom. Die vis geeft mij namelijk rust en daardoor voer ik mijn werkzaamheden beter uit. Dat is goed voor mijn werkgever en dus ook weer goed voor de economie. Dan krijgen we misschien volgend jaar een nóg hoger geldbedrag op onze januari-salarisstrookje…

We hadden trouwens eerst een kantoorhond waar je mee kon knuffelen tijdens de koffiepauze, om bijvoorbeeld je salarisstrookje te vieren, maar die moest steeds uitgelaten worden en daardoor ontstond er onrust op de werkvloer. Vooral als het slecht weer was buiten..

Daarom mijn advies voor het Nieuwe Jaar: neem een vis. Je hoeft die niet uit te laten en ze hebben geen last van het vuurwerk. Althans….Die onderzoeken lopen nog.

2018…een terugblik

Net zoals voorgaande jaren op deze dag ben ik vanmorgen extra vroeg mijn bed uitgestapt. Stilletjes, zodat vrouwlief even lekker kon uitslapen. Ook zij heeft het Oude Jaar immers achter zich. Vervolgens gooide ik alle dieettips van 2018 overboord en verloor mij in een stevig ontbijt; een koppel gebakken eieren met spek en een bak stevige koffie. Na dit vreetfestijn trok ik mijn jas en wandelschoenen aan, zette mijn pet op en vulde mijn rugtas met nog wat resten kerstbrood, enkele plakken rollade en een thermoskan sterke, zwarte koffie. Met een scheut cognac, dan bleef het lekker warm.

Want vandaag zou ik hem weer tegenkomen, die man waar ik in de loop der jaren steeds meer bewondering voor gekregen heb.

Het was wel een gok. Waar zou hij zich bevinden? De meeste kans was toch in de buurt van water, bij het Winschoterdiep of ergens rond het Oldambtmeer. Want daar houdt hij van, met zijn getekende kop starend in de toekomst en nadenkend over het jaar wat achter ons ligt. Die ene keer dat ik hem trof in de koffiehoek van de Albert Heijn was omdat het in dat jaar écht winter was. De winters van tegenwoordig stellen niks meer voor, ook al blijft Piet Paulusma volhouden dat we een horrorwinter krijgen. De kwakdeus.

Met Erben Wennemars hijgend in zijn kielzog…

Toen het enigszins licht geworden was liep ik al ter hoogte van de Blauwe Roos, het verkeersknooppunt van Winschoten. Van daaruit nam ik het fietspad langs het Winschoterdiep, richting de Kloosterbrug. Want mijn vermoeden was dat hij wel eens bij de nog te bouwen fietsbrug zou kunnen staan, genoemd naar de zo geliefde burgervader én Groninger van het jaar, wijlen Pieter Smit. En mijn vermoeden werd bevestigd! Ik zag hem al van ver staan, in zijn bekende pose.

De man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen!

Ik versnelde mijn tred en bedacht mij dat het meedoen aan de Fjoertoer op Terschelling, eerder dit jaar, mij toch wel de nodige loopervaring heeft opgeleverd. Werd ik voorheen nog wel eens moe van alleen de gedachte al om een stukkie te lopen, nu draai ik mijn neus er niet meer voor om en maak heel makkelijk de ene na de andere kilometer.

Niet veel later schudde ik hem hartelijk de hand. Het viel mij op dat zijn enorme handen net zo getekend waren door het leven als zijn hoofd, getekend door al die jaren die achter ons liggen en van het dragen van al die herinneringen. En natuurlijk, ik kon ‘m niet ontwijken, kreeg ik van een van die kolenschoppen een enorme dreun op mijn schouders. Nadat ik ons een bak koffie had ingeschonken en hem een stuk kerstbrood gegeven had gingen we tegen de pas opgeknapte dijk zitten, in de luwte, zodat de motregen niet helemaal vat op ons kreeg.

“Het was me wel weer een jaartje, hè!?” begon ik het gesprek.  

“Nou,” antwoordde de man en slikte een stuk kerstbrood weg, “dat kun je wel zeggen. Het lijkt wel of we het steeds drukker krijgen met zijn allen, eigenlijk zoveel drukker dat we het niet meer een plaats kunnen geven en daar dan weer van in de war raken. Sterker nog, ik denk dat ik nu precies het probleem benoem waar we met zijn allen onder lijden. We worden van te veel zaken op de hoogte gehouden, iedereen krijgt een podium, elke idioot kan zijn mening ventileren. Plus daarbij opgeteld al die media die ons bestoken via het internet, de radio en de televisie. Er zijn zoveel zenders en die willen allemaal vertellen wat er op de wereld loos is, zowel bij jouw achterbuurman Frits of bij de achterbuurvrouw Tjitska, die aan de andere kant van de wereld woont.”

Ik kon slechts knikken want ik heb een achterbuurman die Frits heet en aan de andere kant van de wereld woont een nicht van mijn vrouw die Tjitska heet! En hij ging gewoon door, blij dat er weer eens iemand naar hem wilde luisteren, bedacht ik mij.

“Die Friezen hè, die kregen ook weer eens aandacht.” Ineens begon hij hard te lachen: “Bij gebrek aan ijs!” “En nee, dan heb ik het niet over dat gedoe bij Dokkum, ik heb het over het feit dat ze de culturele hoofdstad van Europa mochten zijn. En ja, er was wel een Elfstedentocht maar die werd deze keer gezwommen! Door topper Maarten van der Weijden. Enkele azijnpissers haalde hun genoegen uit het feit dat Maarten de volle 200 kilometer niet haalde maar voor mij, eenvoudige sterveling die na één baantje zwemmen al kapot is, is hij de Koning van het water!”

“Moi!” Een midlifer met buikje op een racefiets passeerde ons.

“Natuurlijk werd er wel geschaatst maar daarvoor moesten we helemaal naar Zuid-Korea, daar waren immers de Olympische Winterspelen. Dat was nog voordat Noord- en Zuid- Korea elkaar weer eens de handen gingen schudden, na jarenlange onenigheid.”

Hij nam een slok van zijn koffie en ik haakte er snel op in:

“Ja, dat was een historisch hoogtepuntje, plus het feit dat het op Koningsdag was en dat onze Koning zijn verjaardag toch maar mooi in onze provincie vierde! Een statement naar de rest van het land, dat die maar eens moeten beseffen dat zij er warmpjes bijzitten dankzij ons gas en dat velen hier daarvoor op de blaren moeten zitten.”

De man knikte en zei: “In Zeerijp ging het al flink tekeer…”

We zwegen even. Ik sneed een luchtiger onderwerp aan. “Dat was wel weer raar hè, dat ‘we’ er niet bij waren in Rusland, bij het WK voetbal. Een voetballand als Nederland hoort daar toch gewoon bij te zijn? Gelukkig deden de dames het een stuk beter, die mogen in het nieuwe jaar meedoen met het WK in Frankrijk!” De man moest even verzitten, gromde iets wat leek op ‘Waarom staan er geen fatsoenlijke bankjes langs dit mooie kanaal…’  en antwoordde:

“Dat komt omdat ze teveel verdienen. Waarom je uitsloven als het geld binnenstroomt. En de mentaliteit. Die gasten zijn meer bezig met hun haardracht en tattoos dan met het spelletje, het spelletje dat zo leuk is om te doen en waar haast iedereen wel mee opgegroeid is. Gelukkig staat nu Ronald Koeman voor de klas en die heeft door hoe hij ze moet aanpakken. Ronald is zelf ook jong geweest, hij snapt die gasten en het feit dat we in andere tijden leven.”

“Zo, daar kan geen analyse van die mannetjes van ‘Voetbal International’ tegenop!” kopte ik deze voorzet in. De ‘rechtsbuiten op leeftijd’ negeerde mij en vervolgde zijn relaas: “Die lui van VI zitten daar alleen maar om de boel op te naaien, zogenaamd het vrije woord te verspreiden. Ik zie dat anders. Het zijn een stel zure, oude wijven die scoren over de rug van anderen en krijgen daar ook nog eens dik voor betaald. En het zijn maar middelmatige voetballers geweest hè!”

“Ja, dat klopt.” zei ik, en ik schonk hem nog wat koffie bij waarna hij gretig de mok aan zijn mond zette. Ik wilde nog zeggen dat er poedersuiker in zijn dikke baard zat maar kreeg niet de gelegenheid.

“Maar ach, dat zijn allemaal maar oppervlakkigheden,” vervolgde hij, “entertainment. Geef het volk brood en spelen! Maar ondertussen blijkt dat we almaar dikker worden en de lontjes korter, verhogen ze de BTW op groenten en fruit, weten de kinderen niet meer hoe ze zich moeten vervelen en worden ze té beschermend opgevoed, worden er cursussen ‘Omgangsvormen’ gegeven aan raadsleden van Gemeenten, ik herhaal, raadsleden, lopen de toeristen de wereld plat en raken toeristische steden overbevolkt en worden de zomers alleen maar heter en heter met als gevolg dat we droog komen te staan..”

“Dan maar allemaal aan het alcoholvrije bier! Want dat lijkt nu toch wel geaccepteerd na het debacle van Buckler” grapte ik, maar ik wist dat hij gelijk had.

“Heeft u nog meegekregen dat we hier tegenwoordig een heel modern ziekenhuis hebben?” “Jazeker!” zei de man, “het ziekenhuis in Delfzijl en Winschoten zijn samengevoegd tot één ziekenhuis, dat kon mij natuurlijk niet ontgaan want mijn ouderdom komt ook met gebreken.” En hij gaf mij een knipoog. “Maar dat was wel even een verhuizing zeg, een hele organisatie.” “Klopt’, zei ik, dat was een hele klus maar ze hebben het gered. Nu nog de kinderziektes oplossen en dan hebben we er weer een schier zaikenhoes bij.”

De man keek mij even verbaasd aan.

“Ha, ja, dat is Gronings, ik probeer me dat een beetje aan te leren. “Maar we mogen echt trots zijn op dit nieuwe ziekenhuis want ik was onlangs in een Haags ziekenhuis omdat mijn zoon daar lag maar man, man, wat een oude zooi en wat een onvriendelijk personeel. Dat is in het OZG een stuk beter! Wat wel jammer was dat RTV Noord zo weinig aandacht besteedde aan de opening van het ziekenhuis, daar snapte ik geen hout van.”

“Wilt u trouwens wat rollade? Is van de echte slager, superlekker. Ik had expres wat plakken achter gehouden voor u met kerst omdat ik elk jaar weer uitkijk naar onze ontmoeting.” Dat was niet aan dovemans oren besteed en voor ik het wist had hij alle plakken opgegeten. 

Toen nam hij het gesprek weer over. “Jij ging toch trouwen in 2018? Is dat nog doorgegaan of heeft ze zich bedacht?” en weer klonk er een bulderende lach over het Winschoterdiep. “Nee klopt hoor, we zijn eind mei getrouwd. Nou ja, een geregistreerd partnerschap was het eigenlijk. Het gekke was dat hier geen kosten aan verbonden waren terwijl wij toch een ambtenaar een keer 20 minuten en een keer 8 minuten van zijn werk gehouden hebben. Die eerste keer was het gesprek in het Gemeentehuis plus het invullen van enkele formulieren. De tweede keer was ook in het Gemeentehuis, het daadwerkelijke trouwen maar dat was zomaar klaar! Acht minuten later stonden we buiten! Daar valt niks romantisch van te maken maar ach, het gaat erom dat we het leuk met elkaar hebben, toch? Bent u eigenlijk getrouwd of getrouwd geweest?”

“Euh…Nee, dat pad heb ik nooit belopen.” Ik keek hem aan en zag ook geen spijt of zo.

 “Maar effe wat anders, over trouwen gesproken,” en opnieuw kreeg ik een harde klap op mijn schouder, “jij en je familie hadden nog wat te vieren hè! Het zestig jarig huwelijksfeest van je ouders! Man, man, dat is tegenwoordig wel bijzonder hoor, ik denk dat jongere generaties dat niet meer zullen halen, hooguit doen ze het in drie keer: 20 jaar bij die, 20 jaar bij die andere en 20 jaar bij weer een andere omdat die laatste niet kon koken!” Hij begon te bulderen van het lachen en even verderop sloeg een hond aan.

En dat kwam niet door het vuurwerk.

“Ja, zestig jaar inderdaad. We hebben dat in kleine kring mogen vieren en het was een mooie dag. En het deed ons maar weer beseffen hoe dankbaar we mogen zijn dat ze nog onder ons zijn. En de liefde tussen die twee hè, die spat er nog van af!”

De man stond ineens op en trok mij ook overeind. Hij keek mij vervolgens diep in de ogen en zei: “Dat, jongeman, die liefde. Dat is wat we meer naar elkaar moeten tonen. Niet onze tekortkomingen maar wat wij kunnen, wie we zijn. De wereld ligt aan onze voeten, grenzen vervagen en we moeten ons realiseren dat we het met elkaar moeten doen. Met respect voor elkaar, wat voor afkomst je ook maar hebt. Dat is waar het om draait, niet om ik maar om wij!”

“En nu ga ik weer verder. Er zijn nog veel mensen die vandaag in mij geloven en waar ik mee in gesprek moet. Neem alleen maar je eigen familieleden die zich overal op de wereld bevinden. Ooit hebben hun vaders over mij verteld, over die man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen.  

Verdomd, ik dacht toch echt dat hij vochtige ogen kreeg. Of waren het mijn eigen ogen….

Fijne jaarwisseling en een goed, rustig, gezond, begripvol en vooral liefdevol 2019!

 

 

 

 

 

 

 

 

Lichtpuntjes

Hier thuis voeren wij elk jaar weer de discussie of ‘de donkere dagen voor kerst’ wel of niet gezellig zijn. Mijn vrouw vindt van wel. Ik ben meer voor het seizoen erna, het voorjaar.

Haar enthousiasme begint over deze periode begint meestal omstreeks eind september, begin oktober. Zij begint te stralen als het eerste blad van de bomen valt, verwondert zich telkens over de afwisselende herfstkleuren en kruipt knorrend van opwinding in bed dicht tegen mij aan zodra de regen hard tegen de ramen klettert vanwege de eerste najaarsstorm.

Door de elementen raakt zij helemaal in haar element!

Zodra de klok eind oktober weer teruggezet wordt naar wintertijd, gaat ze helemaal los. Want dan kunnen de kaarsjes weer aan. Niet één of twee kaarsjes, nee, hele pelotons. Waxinelichtjes, geurkaarsen, dompelkaarsen, drijfkaarsen, figuurkaarsen, we hebben van alles in huis. Deze kaarsjes liggen op voorraad in de la van het tv meubel en voordat de bodem in zicht is, haalt ze snel weer nieuwe want een avond zonder…..Nee, dat kan echt niet!

Dus laat die donkere dagen maar komen!

Ik heb ook eens een zak kaarsjes gekocht maar dat waren, zei ze zwaar teleurgesteld, niet de goeie. Want die dingen hebben namelijk verschillende branduren en ik had die met het laagst aantal branduren gekocht.

Hoe kon ik nou toch zo stom zijn!

Uiteraard zag ik het probleem niet. Is het kaarsje opgebrand dan pak je gewoon weer een nieuwe, toch? Maar goed, daar denken de geleerden anders over. Mannen denken anders dan vrouwen, dat is nu eenmaal zo. Vrouwen zijn bijvoorbeeld ook van de kussentjes en volgens mijn kapster, Nirmen, zijn ze ook van de (fleece) dekentjes. Maar in mijn wijk zijn het vooralsnog de kussentjes. Laatst kwam hier zelfs een buurvrouw haar pas gekochte kussentje laten zien. Nou, het huis was te klein en vele enthousiaste kreetjes vulden de kamer. Enkele dagen later lagen hier ineens ook nieuwe kussentjes op de bank…

Het blijft een gek fenomeen. De vrouw koopt zich een orgasme aan kussentjes en wij mannen gooien diezelfde kussentjes direct opzij want die dingen liggen altijd maar in de weg! Nou ja, het zij zo. We hebben er maar mee te leren leven, toch?

Ieder zijn ding, leven en laten leven. En nooit commentaar geven….

Vorige week kwam mijn vrouw weer helemaal lyrisch thuis. Ze was naar die winkel geweest die zo ontzettend goedkoop is. Zo goedkoop dat wanneer je het weer zat bent, weg kan gooien. En dan koop je gewoon weer wat nieuws. Uit zelfbescherming mompelde ik cynisch: “Ach ja, we leven nu eenmaal in een weggooi maatschappij….Na mij de zondvloed.”

“Arjen Veldhuizen! Dat hoorde ik!” antwoordde ze boos. Hierop besloot ik mijn mond maar te houden want ze gaf twee hele heldere signalen af, namelijk het uitspreken van mijn volledige naam en het toontje waarop ze mijn naam zei. Dat beloofde niet veel goeds. Dat zijn de meest heldere waarschuwingen die een vrouw kan geven en ik weet zeker dat veel mannen dit herkennen, dat durf ik hier wel te beweren. En ja, zo vlak voor de kerst, vrede op aarde dus laat ik dan maar beginnen om de lieve vrede te bewaren in mijn eigen omgeving…

Daarom gooide ik het snel over een andere boeg, zo verstandig als ik ben. “Nou, laat eens zien, wat voor moois heb je je gekocht dan?” Deze woorden kwamen van ver en om ze kracht bij te zetten trok ik daarbij mijn allervriendelijkste gezicht. “Led- kaarsen!” antwoordde ze argwanend en ze keek mij indringend aan. Maar haar enthousiasme deed haar boosheid vergeten en ze vervolgde, haast kirrend: “Daar hoeft alleen maar een batterijtje in en je hebt er de hele avond plezier van!” Het zag er inderdaad uit als een kaars en het vlammetje was gewoon een stukje plastic wat heen en weer bewoog. Even dacht ik haar te wijzen op de inhoud van de la van het tv meubel, de voorraad kaarsen. Maar ik bedacht mij net op tijd dat dit een zinloze actie zou worden. Soms is het beter je keutel in te trekken wil je niet in een verhitte discussie terechtkomen.

En ik wist, er komt nog véél meer…

Dat manifesteert zich in de periode na Sinterklaas. Want dan moet er een boom komen, een kerstboom om precies te zijn. Dat lijkt eenvoudig maar dat is het niet. Want wat voor boom moet er komen? Een grote, een kleine, een Nordman of een Groene fijnspar, een duurzame, een met of zonder kluit. En hoe tuigen we de boom op? Gekleurde ballen? Zilveren ballen? Gouden ballen?

Pingpong ballen?

Ze gaat dan de deur uit om zich te laten inspireren door anderen en na terugkomst krijg ik dan te horen of ze daadwerkelijk geïnspireerd was. Helaas, dit jaar niet, het viel tegen. Dan breekt bij mij het zweet uit want een rusteloze vrouw in huis is niet fijn. En hecht ze nog waarde aan mijn, bescheiden mannenmening?

Neuh…

Gelukkig vervrouwde ze zich en ging ze digitaal speuren naar ideetjes voor de kerstboom en aanverwanten. Je zag haar wikken, wegen, nog eens een keer wikken en na een aantal uurtjes kwam de beslissing! Het werd een kleine Nordman in een pot op een bijzettafeltje! Met kralen kettingen die aan de onderste takken werden gehangen al ware het een treurwilg.

Maar niks getreurd, ik was allang blij want er zou een zee van rust neerdalen in ons húske!

En natuurlijk zaten er ook lampjes in de boom. Laat er licht schijnen in de duisternis, zo dacht iemand tweeduizend jaar geleden er ook over. Nu moet ik eerlijk zeggen dat mijn vrouw best wel bescheiden is qua hoeveelheid lampjes. Buiten hangt ze nagenoeg niks op en ik spreek uit ervaring: het kan erger! In een vorig leven woonde ik in een straat waar duizenden, nee, miljoenen lampjes opgehangen werden door de bewoners. Het waren er zoveel dat er piloten waren die dachten te maken te hebben met een nieuwe landingsbaan van Schiphol!

Echt waar!

Maar gelukkig is mijn vrouw daar niet zo van. Nee, zij is van het fijnere werk, van de details zegt ze. “Daarom ben je natuurlijk ook met mij getrouwd, want ik heb ook fijne details.” riep ik haar vrolijk en tevreden zittend naast de kerstboom, toe.

Ze keek mij aan, nam een hapje van een kerstkransje met gekleurde suikertjes en bladerde weer verder in de Libelle, de kerst-editie.

Want dat is gezellig!

Fijne Kerstdagen!

Boekenwurmen

De jeugd leest niet meer zoals wij, dertigers en alles daarboven, opgevoed zijn. Mijn eigen kinderen raken na 4 zinnen al compleet in de war, beginnen dan al te klagen dat het ‘zo veel’ is en haken het liefste af, op zoek naar Playstation of andere moderne afleiding. Terwijl ik ze er altijd op wees dat lezen zo ontzettend leuk is. Dat komt natuurlijk door mijn achtergrond. Lezen werd mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader las boeken, mijn moeder las boeken en mijn broer en zus lazen boeken. En de wekelijkse gang naar de Bibliotheek was net zo normaal als de gang naar de kerk, al was die laatste gang vaak verplicht door het gezag.

Het gezag bestond toen nog uit ouders, ooms en tantes, opa’s en oma’s, buren, leerkrachten, voetbaltrainers en bibliothecaresse ’s.

Naar de bibliotheek gaan voelde nooit aan als een verplichting. Het was altijd fijn toeven in ‘de Bieb’. Ik kon daar rustig een uurtje rondhangen, speurneuzend tussen (jeugd) boeken zoals ‘Pinkeltje’, ‘De Vijf’, ‘Bob Evers’, ‘Frank Distel’, ‘Arendsoog’,  ‘de Scheepsjongens van Bontekoe’ en uiteraard de helden Sietse en Hielke Klinkhamer van ‘De Kameleon’.  Ik deed dat het liefst op de vrijdagavond want dan had je wat te lezen in het weekend. Met de gelezen boeken onder de arm liep ik dan naar het gebouwtje naast mijn school alwaar ik, na het inleveren van de boeken, mij kon laven aan de grote voorraad boeken in de enorme boekenkasten. En als ik mazzel had dan waren de leukste meisjes van mijn klas er ook en was er even tijd om een beetje te chillen met elkaar, zonder eventuele concurrentie van andere jongens.

Dat ik daardoor te laat thuis kwam en op mijn flikker kreeg nam ik maar op de koop toe.

Ze hadden in die Bibliotheek ook stripboeken. Die konden mij ook bekoren. Thuis had ik wel een paar eigen stripboeken maar die waren op twee handen te tellen. We hadden het goed in die tijd maar niet breed dus stripboeken werden sporadisch aangeschaft.

En van gele hesjes hadden we nog nooit gehoord.

Die strips las ik rustig telkens weer opnieuw, het liefst tijdens het ontbijt en nog in pyjama outfit. Ooit vond ik op ‘de Nollekes’, de vuilnisbelt van Terschelling, twee flinke stapels ‘Donald Duck’s’. Waarschijnlijk daar neergegooid door iemand die wel een abonnement kon betalen want ze lagen keurig op nummer gestapeld. Even later zaten ze tussen de snelbinder van mijn fiets en vloog ik naar huis om mijn gevonden schat daar te laten zien. En om zo snel mogelijk de eerste exemplaren te verslinden natuurlijk.

Het voelde aan alsof ik even Sjakie van de Chocoladefabriek was, die net de Gouden Toegangskaart te pakken had!

Dat zijn dingen die je bijblijven. Net zoals sommige boeken, zoals Oorlogswinter van Jan Terlouw of de boeken van Roald Dahl. Elke avond lag ik in bed te lezen, eerst legaal en later op de avond, als de tijd ‘bedtijd’ overschreden was, nog steeds. En ook hier nam ik de straf die daarop volgde voor lief. Want door te lezen was je even in andere werelden en ja, stoppen was haast onmogelijk want het einde van het hoofdstuk gaf vaak al aan dat het nóg spannender zou worden…

De cliffhanger! Toen al!

Wetenswaardigheden haalden we ook uit de boeken. Voor mijn 11e  verjaardag kreeg ik ‘Ons Jeugd Boek’, een boek vol met korte verhalen, knutseltjes, raadselplaatjes, gedichtjes en puzzels. Oh ja, en Indianen- en Cowboyverhalen! Die raadseltjes zijn nog steeds hip want zodra je ergens solliciteert kan je er een fles wijn op zetten dat je, alvorens echt in gesprek gaat, eerst even wat testjes op de computer moet afwerken.

Dat noemen ze ook wel je ‘cognitieve vaardigheden’.

Maar ik verslond ook de boeken van ‘Hoe en Waarom’, boeken die specifiek iets vertelden over bijvoorbeeld elektriciteit, vissen of belangrijke uitvindingen. Toen ik 16 werd kreeg ik nog meer kennis te verwerken middels het boek ‘Lannoo’s Jeugd Encyclopedie’. Leuk feitje is dat dit boek nu ingedeeld is in de categorie 0-12 jaar….

Een mooi bewijs dat de jeugd van tegenwoordig een stuk bijdehanter is dan wij op die leeftijd.

Ach ja. Het is ook wel logisch dat de jeugd niet meer leest. Want van alle boeken zijn inmiddels wel films gemaakt en soms zijn de films er misschien wel eerder dan het boek… Wij hadden vroeger ook wel films maar dat was hoogstens één keer per week dat er een film te zien was in de plaatselijke bioscoop. ‘Bud Spencer en Terence Hill’, ‘Porky’s Pretpark’…

Nou ja, dat niveau dus.

Tegenwoordig kun je 24/7 films kijken. In de bioscoop, thuis op de televisie of via Tablet of GSM. Elk uur van de dag, week in week uit. Logisch dat je dan niet meer tijd hebt om te lezen. Maar jammer is het wel. Want door alles maar te visualiseren raakt de fantasie op een zijspoor. De hoofdpersoon uit een boek krijg je op een presenteerblaadje, daar hoef je niet meer over na te denken. Je hoeft nergens meer over na te denken, wat je ziet is wat je krijgt.

Daar kan geen schrijver tegenop schrijven.

En zijn er toch dingen die je graag wilt uitdiepen dan is het internet er. Alles, maar dan ook alles is terug te vinden op het internet. Ik vind dat hartstikke mooi hoor, ik geniet er met volle teugen van en zou, als ik heel eerlijk ben, niet meer zonder kunnen. Maar het gevoel hè, het is zo anders….

De bibliotheek is er nog wel maar ook deze zal zich moeten overgeven aan het nieuwe tijdperk, aan veranderingen. Zoals alles is ook dit fenomeen aan verandering onderhevig. Gezinsleden lopen niet meer met boeken door het huis maar met tablet of GSM. Ervaringen zoals hierboven beschreven zullen langzaamaan verdwijnen uit onze herinneringen.

Dat is geen drama, dat hoort bij ons nieuwe geluk want het is mooi dat het allemaal maar kan. Maar soms bekruipt mij het gevoel, dan wordt ik er een beetje verdrietig van omdat ik er ooit wel heel veel geluk in vond. Van de week hoorde ik een mooie spreuk voorbij komen, in een filmpje van een paar ouwe TV persoonlijkheden en die spreuk mag je hieronder, mist je het niet allang opgegeven hebt, lezen!

‘Op zoek naar het geluk raken wij steeds verder verwijdert van de tevredenheid.’

 

Het chagrijn van de welvaart

Stress bij de Appie! Ze bedachten, zoals elk jaar, enkele kerstrecepten maar nu blijkt dat deze recepten niet de opgewonden staat van de keukenprinsen en prinsessen kunnen bevredigen.  Ze zouden ‘te vegetarisch’ zijn! De redactie van de Allerhande ging iets te snel in op de hype van deze tijd, het hebben van een dieet of het minder eten van vlees of vis. Maar veranderingen moet je voorzichtig brengen, niet door de strot duwen. Die moet je kneden, even laten rusten, weer kneden en pas serveren wanneer de tijd er rijp voor is. Op kousenvoeten. Heel zachtjes. Heel voorzichtig.

Net als de egeltjes.

Natuurlijk hebben ze gelijk bij Albert Heijn want we vreten ons obesitas aan alles waaraan een stukje vlees of vis zit. En we zijn al zo ongeduldig dat we het zelfs al niet eens meer koken, bakken of braden, dan gaat het gewoon rauw de stortpijp in!

Ja, het is soms bij de kannibalen af!

Het gaat natuurlijk om het milieu. Al die koetjes en kalfjes en hun soortgenoten verzuren de boel en Appie en Kornuiten zien daar weer iets in. Door bovenstaande actie. Zij bereiden zich voor op de toekomst van nep- vlees en vis (en wellicht nep- groenten?) zodat onze Aarde nog wat langer mee kan gaan.

Dat is geen fake-nieuws!

Maar we pikken niks meer en de klachtenlijn van de Appie raakte over bezet. Want reageren is nooit zo makkelijk geweest sinds de geboorte van het Internet, alleen raken we daardoor wel in een burgeroorlog. En die oorlog krijgt steeds meer zuurstof, zuurstof die ons door het internet aangereikt wordt. Dagelijks worden we gevoerd met informatie en meninkjes en die delen we ook weer massaal.

We delen, knippen en plakken er lustig op los, zonder na te denken over de inhoud, laat staan de gevolgen…

Er was een tijd dat de laatste maanden van het jaar gezellig en leuk waren. De aftrap werd ingezet door de herfst. Nou, dit jaar was er geen herfst, de korte broek of het jurkje kon gewoon aanblijven. Het chagrijn ontstond bij blad blazend Nederland want het blad viel maar niet. Daar sta je dan met je super bladblazer op het grasgroene gazon, met je ANWB laarzen en bijbehorend water-en winddicht windjack! Er viel hooguit een boom om vanwege een voorzichtig herfststormpje, niks geen bergen met goudkleurig blad.

En de egeltjes raakten ook allemaal van slag!

Dan hadden we het gesteggel om Sint- Maarten. Had deze heilige al geduchte concurrentie met het op angst gebaseerde Halloween (over tradities gesproken..), nu kregen ze ook nog te maken met de vraag op welke dag het gevierd moest worden! Want 11 november is de dag dat mijn lichtje branden mag. Behalve als het op zondag is, dan gaan we weer massaal in de clinch met elkaar omdat zondag de Dag des Heren is, binnenkort wellicht de Dag des Mensen….

We leven in een 24 uurs maatschappij. Behalve met Sint- Maarten, dan gaan we ineens weer lekker hypocriet doen.

Vervolgens komt die Turk uit Spanje, maar ook daar was weer wat over te zeggen en in plaats van vrolijk werden we er ontzettend chagrijnig van. Met name de volwassenen. De kinderen zal het worst wezen, misschien hooguit dat het dan wel een vegetarische worst moet zijn. Maar het chagrijn zit hem in de aandacht die we er met zijn allen aan besteden. We pompen het ‘sociale’ media vol met plaatjes van Sylvana zodat zij publiekelijk aan de schandpaal genageld mag worden, roepen dat we geen racisten zijn maar de commentaren doen tóch echt anders vermoeden.  En we schreeuwen elkaar de les door elkaar geschiedenislesjes op te leggen, uit naam van de traditie. Niets meer en niets minder. Zelfs als dat ten koste gaat van een grondrecht…

Maar we zijn tegen pesten, dat moet wel even gezegd worden want pesten is zó vorige eeuw!

Gelukkig hebben we het Glazen Huis nog. Oh nee, dat mag ook niet meer want dat geld ging allemaal over de grenzen terwijl wij het hier in eigen land veel harder nodig hebben! Al jaren was dit de leukste week van het jaar en maakte het de donkere dagen een stuk lichter. Want muziek en verbondenheid kwamen op een ludieke manier samen, bedacht door mensen met de juiste intenties. Maar een groepje zure mensen in Nederland kwam in opstand en welnu, het Huis ligt in gruzelementen, doel bereikt.

Maar niet het goede doel!

En dan is het Kerst. Vrede op Aarde. Nou ja, bijna vrede, want we maken ruzie bij wie we aan de vegetarische dis moeten zitten op 1e of 2e kerstdag. Want er zijn mensen, dat is echt waar, die eisen dat je aan hun kerstontbijt, kerstbrunch of kerstdiner moet zitten. Daardoor zit het chagrijn weer aan tafel en wensen we dat het volgend jaar maar weer beter zal worden.

De wens is de vader van de gedachte.

Na de kerst hebben we nog een paar dagen om tot bezinning te komen. Maar daar krijgen we de kans niet voor want we moeten nog met elkaar op de vuist over het vuurwerkprobleem! Vooralsnog lijken de liefhebbers het voordeel van de twijfel te genieten, zie ik nog niet direct de blokkeerfriezen in actie komen. Maar de tegenstanders, onder andere de dierenliefhebbers en ikzelf vanwege mijn gehoor, zijn zich aan het wapenen. Dat wordt een enorme Facebook- en Talkshows- campagne met alles erop en eraan!

Dan gaan we knallen!

Het jaar is moe gestreden door ons zelf. Toch stappen we positief over want we voetballen weer op wereld niveau. Daardoor kunnen de hooligans zich weer gaan richten op de dingen waar ze ooit voor bedacht zijn, namelijk lopen schreeuwen in voetbalstadions in plaats van langs de kades van een of andere stad.

En in januari beginnen we weer opnieuw te klagen over alles en nog wat, over Anouk die zo nodig in het Nederlands moest gaan zingen, over het feit dat er elke avond darten op de televisie is, over wel of niet inentende ouders, over transgenderbenamingen, over hufters in het verkeer, over een te nat voorjaar, over te dure zorg, over de privacy wet, over het Songfestival, over de te hete zomer, over de bladblazer in de schuur…

Of over de kerstrecepten van de Appie….

Duurzaamheid en zo…

Elke dag opnieuw krijg ik berichtjes van haar en daarin vraagt zij mij het hemd van het lijf. Braaf geef ik haar dan die informatie, om de lieve vrede maar te bewaren.  En stiekem geniet ik ook wel weer van al die aandacht maar….

Het houdt niet op! Niet vanzelf…

Ze vraagt mij echt van alles. Hoe lang ik geslapen heb, wat ik gegeten heb, of ik gewandeld heb, of ik gefietst heb.. Soms vraagt ze zelfs of ik ook hardgelopen heb! Dat ze al die vragen ging stellen had ik niet begrepen toen ik de Samsung Health App installeerde. Ik wilde alleen maar weten of ik wel genoeg aan beweging deed want er waren wat kilootjes bijgekomen nadat ik niet meer fietsend naar mijn werk ging.

De App moet wel vrouwelijk zijn want soms komen al die vragen over als ‘zeuren’. Dan ben ik er wel even klaar mee en geef ik gewoon geen antwoord. Het mooie aan haar, ik noem haar liefkozend ‘Sammy’, is dat ze dan niet gepikeerd raakt als ik wat mopper of tegensputter op haar vragen.

Sammy houdt alle bewegingen bij zoals stappen, fietsritjes en andere sportieve bezigheden. Mits je de telefoon op je lichaam draagt natuurlijk. Dat stimuleert mij om steeds meer te bewegen. En als er geen reden is óm te bewegen dat verzin ik wel een reden. Als ik bijvoorbeeld brood moet halen dan kan ik dat zo om de hoek halen. Maar dat doe ik dan niet, dan fiets ik helemaal om Winschoten heen en haal het brood bij Meinardi.

Plus een paar krentenbollen voor op de terugweg, als beloning.

Of zoals afgelopen maandag, tijdens de Adrillen. We hadden een afspraak bij de diëtiste en zijn daar lopend heen gegaan. Want daar scoor je bij een diëtiste natuurlijk punten mee! De afspraak was overigens voor mijn vrouw hoor, en omdat ik meestal hier in huis kook mocht ik mee.

Herstel, moest ik mee!

Want ik ben nogal sceptisch als het om diëten gaat. Want je mag tegenwoordig niks meer als mens eten, dieren hebben het soms beter! Kijk maar eens om je heen, de ene hond is nog dikker dan de andere en de katten bij mij in de buurt trekken hun neus op voor een verse muis. Ik ben dus sceptisch en mijn vrouw weet dat en daarom moest ik mee. Het ijzer smeden als het heet is zeg maar. Natuurlijk was ik tot de tanden bewapend, had van alles geGoogled over koolhydraten, gluten en lactose’s want deze dame ging bij mij echt niet het belegen stukje kaas van het volkoren brood eten.

Want mijn stelling is dat we doorslaan. Is het niet een dieet dan is het wel een allergie waar we mee te maken hebben. Tegenwoordig ben je al niet meer normaal als je gewoon eten besteld in het restaurant. En dat is heel verwarrend voor het personeel, die moeten nu wel drie keer vragen of je niet tóch ergens allergisch voor bent. De koks staan trillend en bevend in de keuken en kijken regelmatig door de klapdeuren of de klanten nog wel leven…

Nee, ik overdrijf niet!

De diëtiste riep ons vrolijk binnen en we kregen zelfs koffie! Gewone koffie, dus niet van beukennootjes of  paardenbloemenwortels. Dat was een mooie binnenkomer en ik ging er relaxed bij zitten en liet, zoals we hadden afgesproken, de beide dames aan het woord want ik schijn nogal eens in gesprekken in te breken. Maar hoe verder het gesprek vorderde, hoe relaxter ik werd en soms mocht ik ook wat zeggen en kreeg ik van de dames de complimenten voor mijn inbreng. Maar het mooiste was toch de bevestiging, dat we het eigenlijk best wel goed deden thuis. We koken niet uit zakjes, lezen braaf de etiketten, snacken met mate en eten gezond en eerlijk brood.

Wat schrijf ik nou? Eerlijk brood?

Excuses, ik liet mij even meesleuren in moderne Nederlands grachtengordeltaal. Ik lag even op een ‘bedje van diverse slasoorten met knapperige selderij en malse met de draad mee gesneden stukjes vrije uitloop kippenborst, gevarieerd met gesauteerde pijnboompitjes uit de vrije natuur’. Daar wordt je nu eenmaal wat zweverig van.

Oké, onze smeerboter moest omgezet worden in halvarine, daar kon ik wel mee leven.

Na een klein uurtje liepen we vrolijk naar buiten en lazen het nieuws dat we weer een nieuwe burgemeester hebben. Een burgermoeder om precies te zijn, Cora- Yfke Sikkema. Ze is nu nog wethouder in Haarlem en heeft duurzaamheid, economie en mobiliteit in haar portefeuille.

“Dan zal ze vast wel blij met ons zijn, met onze duurzaamheden van de laatste tijd!” zei ik enthousiast tegen mijn vrouw terwijl wij richting de jaarmarkt liepen, want de Adrillen laat je als Oost Groningers niet links liggen. “En wellicht krijgen we het nu voor elkaar dat de fietspaden eens nader bekeken worden want op sommige plekken lijkt het wel op het wegennet van België!”

Mijn vrouw gaf mij een arm voor wat behaaglijkheid op deze herfstdag terwijl wij het lege en verlaten oude Lucas ziekenhuis voorbij liepen. Mijn gedachten gingen even naar de opening van het nieuwe OZG, hoe mooi dat toch wel was met de Koning erbij en zo. Plus een goede ranking in de Top 100 als toetje, genoeg redenen om trots op te zijn in deze roerige tijden voor ziekenhuizen.

“Kijk!” wees ik naar de overgang straat-fietspad:  “Hier zit een enorme gleuf en als je daar met je fiets overheen fietst dan zitten je nieren in je nek!” “Dat is een mooi klusje voor Cora-Yfke, opvullen die gleuven!”

Even later staan we op de markt te kletsen met een oom en tante van mijn vrouw. Er trilde wat in mijn broekzak. Het was Sammy weer. Met een tussenstand van stappen. Het was geen tussenstand qua snelheid maar het doel van de dag, 6500 stappen, was reeds bereikt. Mijn vrouw zag mij zuchten, dat Sammy mijn aandacht weer trok. “Waarom zet je haar dan niet gewoon uit, we bewegen toch wel.”

Tja. Daarvoor moet je de gebruikershandleiding lezen. En dat doe ik dan weer niet.

Ik ben immers een man.

 

 

 

Make love, not war

Regelmatig worden er bij mij thuis discussies gevoerd, mits we niet op onze telefoon zitten te loeren. Die gesprekken zijn de ene keer lollig, de andere keer wat serieuzer en een enkele keer vurig. Vooral die laatste zijn het leukst maar ze vreten energie. Meestal val ik in slaap na zo’n discussie.

Ja, dat doen mannen wel vaker. Dat wij in slaap vallen na de ‘actie’ zeg maar. Maar ik heb het hier over een pittige discussie, niet over pittig stoeiwerk in de echtelijk sponde en dan wil ik best nog wel even een discussie aangaan over eerder genoemd vooroordeel.

Maar praten is best vermoeiend. Praten is niet voor iedereen weggelegd maar ik kan er wel wat van, vooral als ik mijn gelijk wil. Want ik heb altijd gelijk, zo ga ik het gesprek aan. De dame hier in huis  kan ook praten. Dat is fijn want in gezelschap hoef ik dan niet steeds het woord te voeren, kan ik bijvoorbeeld het eten bereiden, de kaasblokjes snijden of gewoon suf op mijn telefoon loeren. Want zij houdt de gasten wel bezig.

Zij kan praten als Brugman zou je kunnen zeggen, althans, als de echtgenote van Brugman.

Daarnaast behoort zij tot de categorie vrouwen die details uit gesprekken kunnen halen die je ooit, soms al vele jaren terug, er een keer uitgekraamd hebt. En die worden dan voor je voeten geworpen, als een dooie kip bij de luipaardjes in Safaripark Beekse Bergen. Daar kan geen man tegenop maar ik ben eigenwijs genoeg om het zo nu en dan toch te proberen. En als ik daar dan mee bezig ben, ben ik ineens een ‘haantje’ of ‘betweter’.

Oh ja, en daarna komt de vraag waarom ik zo opstandig ben.

Ik snap die vraag ook wel  want ik ben over het algemeen best wel rustig. Waarom dan zo opstandig? Omdat je soms gewoon het debat aan moet gaan want anders is het evenwicht weg in de relatie. In de Tweede Kamer debatteren ze ook. Daar worden ze ook voor betaald en daarom is het krom dat er politici lopen die het vertikken om in debat te gaan. Die lezen liever een gedicht voor of roepen iets in het typische Nederlandse Latijn. En daar komt het weer, ‘Van onze belastingcenten!’

Wij kunnen in dit landje ook goed praten. Praten tot je het eens wordt. Of tot je een ons weegt. We noemen dat ook wel vergaderen en dat doen we overal. Bij de voetbalclub, op het werk, in het buurthuis, bij de schaatsvereniging of gewoon in familiekring. In die vergaderingen probeer je tot afspraken te komen waarin iedereen zich kan vinden.

Er zijn ook mensen die schreeuwen.

Die doen dat op het internet of, als ze heel erg gespannen zijn, gewoon op straat tegen de verkeersregelaar, of tegen het meisje achter de kassa of tegen de chauffeur van die vrachtwagen die te lang op de linker rijbaan blijft rijden of tegen de hulpverlener die een gewond iemand langs de kant van de weg wil verzorgen… Deze schreeuwers zijn de mensen met de korte lontjes. Naar mijn mening de pest voor onze samenleving. Deze mensen zouden heropgevoed moeten worden maar als je dat aan ze voorlegt dan krijg je direct een grote bek.

En door die grote bek ontstaat dan weer de zogenaamde ‘zwijgende meerderheid’.

Ja meerderheid, gelukkig zijn de meeste mensen in ons landje dat nog steeds dus vergeet dat asjeblieft niet! Houdt stand! Je maintiendrai! De brutalen hebben de halve wereld maar dan hebben wij nog steeds de andere helft!

Maar het kan nog erger. Want er zijn namelijk ook mensen die doorslaan in hun gedrag, in hun gelijk. Extremisten of radicalen, types die niet het gesprek aan willen gaan omdat alleen hún waarheid goed is en dan dingen uitvreten om aandacht te krijgen. Een podium zoeken. We kennen natuurlijk die lui van Islamitische Staat die her en der, onder de noemer van hun God, dood en verderf zaaien. Geweld wat elke God verafschuwt, schuwen zij juist niet. Zoals de christenen heel vroeger deden met hun kruistochten.

Dat vergeten we nog wel eens.

Maar er zijn er nog veel meer, veel dichter bij huis. Volkert van der G, de moordenaar van Pim Fortuin was er ook een. Hij had maar één ding voor ogen in zijn leven en dat was zijn zorgen over het milieu om te zetten in het procederen tegen de vervuiler. Dat mag, maar als je iemand voor zijn kop schiet heb je verloren, ben je gewoon een extremist. Dan heb je nog Karst T., die met zijn auto de Koningin en haar familie wilde aanrijden. Hij haatte het koningshuis en ook hier liep het fout af. Helaas. En dan was er nog de moord op Theo van Gogh, een man van het vrije woord, die in koele bloede doodgestoken werd door Mohamed B.

Allemaal diep trieste verhalen die ons land deed bibberen van de koorts. Koorts? Ja, koorts, want mensen die geweld niet schuwen zijn ziek. Zwaar ziek. Want ze zijn het gesprek niet aangegaan maar uit de weg gegaan.

Aan voorgaande moest ik denken toen ik het nieuws hoorde over de ontruiming van het provinciehuis in Flevoland. Er lag daar een verdacht pakje bij de ingang van het gebouw. Uiteraard werd er groot alarm geslagen en alle hulpdiensten stonden, excusez le mot, op scherp. Het bleek een schreeuw om aandacht te zijn van een groep mensen die tegen het beleid zijn in de Oostvaardersplassen, het gebied van de wilde paardjes en dergelijke. Deze dieren verhongeren omdat ze zich sneller voortplanten dan het gras groeit. Dat noemen we ook wel natuur, oftewel een natuurlijk verloop van de natuur.

Zo is dat ooit bedacht.

Het pakketje was loos alarm maar de boel was ‘lekker’ enkele uren ontregeld, zowel in het provinciehuis als in de nabij gelegen rechtbank en het station. En er werden spandoeken aangetroffen met daarop teksten die de Staatsbosbeheer medewerkers vergeleken met de SS, de Duitse zwarthemden die dood en verderf zaaiden in de 2e Wereldoorlog.  

Ja, onze ‘Ko de Boswachter’ werd door mensen die dieren beschermen, vergeleken met de SchutzStaffel uit het Deutsches Reich…

Daarom ben ik van de discussie, van het gesprek. Ook hier thuis. En mocht het gesprek dan eens een keer uitlopen op een ruzie dan kijk ik alweer uit naar wat er na die ruzie zal gaan plaatsvinden….

Het weer goedmaken!!

 

 

 

 

 

 

 

En dan nu het weer….

Terwijl de herfst zich toont door al het groen om ons heen goud te kleuren, bedenk ik mij dat de korte broek best wel weer gedragen kan worden.

Niet dat ik van plan ben om nog op vakantie te gaan, hoor. Ja, eerst hadden we nog wel plannen, om naar het Griekse Santorini te gaan, maar dan moet je eerst op de weegschaal. De dierenbescherming heeft daar ingegrepen naar aanleiding van de abominabele arbeidsomstandigheden van de ezels. Want de ezels die gebruikt werden om de toerist de vele steile hellingen en trapjes te laten trotseren, trokken dat niet meer en zakten door hun hoeven. De obesitastoerist van boven de 100 kilo moet voortaan maar gaan lopen, zo snijdt het mes aan twee kanten moeten ze gedacht hebben. Daarom is de kerstman nu ook op dieet want zijn rendieren Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donder, Blitzen en Rudolph lezen natuurlijk ook de krant en eisten nu ook aanpassing van hun arbeidsomstandigheden.

Met een crash dieet moet dat nét kunnen zo vlak voor de feestdagen.

En Sinterklaas dan? Die zat op de grens. De Sint is van acceptabel gewicht en zijn paard is een stuk sterker dan die negen rendiertjes van de kerstman. Kijk maar naar de trekkracht: die Finse middenstander heeft maar liefst negen RK nodig om zich voort te bewegen en onze Turkse vriend heeft maar één PK nodig.

En die kracht noemen we ook wel ‘Amerigo’s’.

Voor mij dus effe geen vakantie want ik zit net over de grens van die 100 kilo. Dat komt doordat ik anderhalf jaar geleden gestopt ben met roken en volgens mijn dokter ‘vreet’ je er dan zo maar 10 kilo aan. Maar wat zou het, ik hoef helemaal niet naar Griekenland want het is hier ook fantastisch! En ezels zijn hier niet nodig want ik woon in Noord-Nederland, mijn vlakke land! Niks trapjes en hellinkjes, enkel zo nu een dan een verkeersdrempeltje.

En over de nog te bouwen Pieter Smitbrug maak ik mij helemaal geen zorgen, daar fiets ik zo overheen omdat mijn conditie met sprongen vooruit gaat sinds ik niet meer rook!

Iedereen moet wel wennen aan de huidige weersomstandigheden. De seizoenen zijn anders dan anders en daar raken we van in de war. Bijvoorbeeld afgelopen weekend, toen ik mijn zondagse kleren aan mocht. Mijn gevoel zei: het is herfst dus we doen weer een t-shirt onder het overhemd. De actuele temperaturen lieten mij vervolgens zweten als een otter.

Maar ook al die mensen die naar verre oorden vlogen in de afgelopen maanden, op zoek naar de zon omdat ons landje nu eenmaal niet een stabiel, tropisch klimaat heeft. Die mensen keken vanuit het vliegtuig nog even achterom boven Schiphol en zagen een strakblauwe lucht, volle terrasjes en stranden met mannen in kekke korte broekjes en vrouwen in vrolijke, zomerse jurkjes en vrolijk spelende kindertjes in de autoloze straten omdat iedereen op vakantie was.

Ja, het blijft wennen.

Het is ook te zien aan mijn auto. Oktober is eigenlijk het seizoen voor egeltjes .. Maar door het huidige weer zit mijn auto nog steeds onder de muggenlijken. Daarom is er tegenwoordig ook op elke hoek van de straat wel een autowasstraat te vinden. Die schieten als paddenstoelen uit de grond (en dat heeft weer niets met de maand oktober te maken). De muggen blijven, door het warme weer, veel langer onder ons. Wanneer ik nu mijn auto door zo’n straat heen manoeuvreer en vervolgens de A7 oprij, zitten er geheid weer een miljoen of drie muggen op de grill uit te hijgen of hun laatste adem uit te blazen.

Die snappen het ook niet meer!

Want waar is de herfst? Waar is het gure weer? Waar is de regen die de pas gelapte ramen weer bevuild, waar zijn de windvlagen die het blad van de bomen doet afvallen en er daarna mee in gevecht gaat, voordat de mannen met de bladblazers er weer aankomen. En waar zijn de hoog gesloten kragen van de jas van de fietser, die met samengeknepen ogen en open mond zichzelf een weg baant op de fiets, tegen de wind…

Moet ik eigenlijk nog wel een nieuwe winterjas kopen? Of moet ik mijn zomerkledinggarderobe uitbreiden?

Zoveel vragen en dat allemaal omdat we de seizoenen aan het verliezen zijn. Aan de andere kant laat het maar weer zien dat alles, echt alles, toch echt aan verandering onderhevig is. Niets blijft hetzelfde. Of is dit gewoon een dipje in de atmosfeer. Dat kan natuurlijk ook. Misschien zitten we met kerst wel midden in een horror-winter en kunnen we de deur niet meer uit omdat de sneeuw ons parten speelt. Of vriest het zo erg dat we in december, januari én februari elke maand een Elfstedentocht of de Oldambtrit kunnen schaatsen. Die laatste was overigens in 1996 voor het laatst….

Voorlopig is het nog ‘gewoon’ zomer. De treinen rijden nog gewoon op tijd omdat er nagenoeg geen bladeren op de rails liggen. Over twee weken is het alweer november en kunnen we ons gaan voorbereiden op de eerste novemberstormen. Of waren die van vorig jaar november de laatste….

We weten het niet. Wat ik wel weet is dat mijn rug al jaren in het najaar in een soort van slot schiet. Dan loop ik zo krom als een hoepel. En geloof mij of niet, tijdens het schrijven van dit stukje schoot het mij in de rug!

Wat maar weer bevestigd dat de seizoenen dan wel misschien in de war zijn maar het menselijk lichaam nog steeds haar eigen koers vaart.

Weer of geen weer.

 

 

 

 

 

 

 

Tegenstrijdigheden

‘Gaat heen en vermenigvuldigt u.’ Nog niet zo lang geleden kreeg je als vrouw dit te horen van onze kerkelijke leiders. De vrouw van toen had enkel te zorgen voor het huishouden en haar hardwerkende echtgenoot. En voor nageslacht, door zich gewillig in de echtelijke sponde aan hem te onderwerpen.

Elk nieuw kind dat ter aarde kwam was natuurlijk dan ook direct lid van de kerk waardoor de grip op het gezin mooi bleef voortbestaan. En daarmee het voortbestaan van de kerk en van de wereldbevolking. Grote gezinnen waren dan ook heel normaal en na elke geboorte werd er alweer op aangedrongen opnieuw zwanger te worden en ja, voorbehoedsmiddelen was een vies woord in die tijd… Er waren wel wat ‘middeltjes’ zoals bijvoorbeeld citroensap of voor het zingen de kerk uit… De pil was toen nog een ‘Ver-van-mijn-bed’ show, laat staan ‘de pil voor de mannen’ die we heden ten dage bij ons moeten dragen volgens de trendsetters.  

Weer enkele decennia later noemden de politieke leiders met een christelijke achterban, het gezin ‘de hoeksteen van de samenleving.’ Een warm gezin zorgt voor een stabiele basis in de maatschappij, was de gedachte hierachter. Helaas dwong diezelfde maatschappij af dat er harder gewerkt moest worden om elke maand de vaste lasten te kunnen betalen waardoor ook de vrouw aan het werk moest.

En toen maakten we kennis met het zogenaamde ‘sleutelkind’.

Deze kinderen kregen van hun hard werkende ouders een sleutel van het huis en waren aan zichzelf overgeleverd gedurende de afwezigheid van de ouders. Het kinderkoor met de bekakte R,  ‘Kinderen voor Kinderen’, schreven er zelfs een liedje over:

“M’n ouders moeten werken
Er is nooit iemand thuis
Daarom kreeg ik een sleutel
De sleutel van ons huis
Nu zit ik elke middag ongestoord
Met chips voor de TV
Uren achter de PC
Met keihard mijn muziek
Er is toch niemand die het hoort”

Hierdoor raakten een deel van die kinderen het spoor bijster en bedachten we voor-tussen- en naschoolse opvang.

Nu moesten de ouders nóg harder werken om dat allemaal te kunnen betalen waardoor de kinderen op zondag dubbel  verrast werden.. ”Wie zijn toch die man en die vrouw die elke zondag het vlees snijden..”. Mits hier sprake is van ouders die nog bij elkaar zijn. Bij gescheiden ouders ligt het nog iets gecompliceerder.

Ik moest aan voorgaande denken nadat CDA Fractievoorzitter Sybrand Buma zich zorgen maakte over de bevolkingsgroei. Want het vermoeden bestaat dat ons landje zo rond 2060 uit haar voegen zal barsten door een geschat inwonersaantal van twintig miljoen. En de grootse aandrijver daarvan is de immigratie.

Ja, er zitten inderdaad weer verkiezingen aan te komen.

Twee tegenstrijdigheden in mijn ogen want we moesten ons aan de ene kant voortplanten al waren we konijnen en nu maken ze zich zorgen vanwege overbevolking. We doen niet meer aan grote gezinnen; een, twee kinderen per gezin is tegenwoordig redelijk normaal. En als het even kan ook op latere leeftijd, neem Eva Jinek maar als voorbeeld. Een carrière vrouw en nu een prachtige moeder van zoon Pax. Van wie? Van Pax.. Een Latijnse naam welke ‘vrede’ betekent. Ja, ook de namen veranderen; Pax, Xess, Jess, Lax, Nix of Uxs, het kan allemaal.

Maar dit even terzijde.

De populaire steden hebben nu al last van overbevolking, met name van alle toeristen die zich over de hele wereld verspreiden. Neem nou Venetië. Daar kan je een dikke bekeuring krijgen als je even op de stoep gaat liggen of op een monument gaat zitten…En is het niet ons eigen Amsterdam waar populaire toeristenwinkeltjes dicht moeten om zo de toerist te weren? Het is echt waar, er is zelfs sprake van een viswinkel die dicht moet, na 35 jaar daar vis verkocht te hebben.

De kibbeling en de haring zijn te toeristisch!

En even voor de duidelijkheid, die toeristische overloop komt niet door de immigratie. Nee, dat komt door de welvaart. Onder andere doordat we massaal zijn gaan reizen omdat we teveel geld en teveel vrije tijd hebben. En daar komt het weer; omdat we steeds bezig gehouden moeten worden.

Die welvaart begint ondertussen aardig te irriteren!

En nu hebben ze in Groningen bedacht dat er niet meer gerookt mag worden in de stad. Nou ja, enkel bij ziekenhuizen en scholen creëren ze rookvrije zones. Dat snap ik wel, maar waarom kan ik sigaretten en dergelijke nog steeds overal kopen? Waarom verkoopt de Appie Heijn in (!) het UMCG dan wel bier en energie dranken? Ook slecht voor de gezondheid toch? En waarom mag ik wel friet, frikandellen en kroketten eten in die ziekenhuizen?

Of een broodje bal met een kwak mayonaise..

Dan rook ik niet die peuk bij de ingang van het ziekenhuis maar kom uiteindelijk wél met een vet hart binnen via de ingang van de spoedeisende hulp… Allemaal tegenstrijdigheden waar we met zijn allen hoorndol van worden. Natuurlijk snap ik dat het om een gedragsverandering gaat. De laatste jaren van mijn rokerige leven voelde ik mij al steeds bekeken wanneer ik buiten bij een winkel stond te roken, wachtend op mijn vrouw die binnen een jurkje aan het kopen was. Ik kreeg dan genoeg verontwaardigde blikken toegeworpen dat men last had van de rook. Als een paria ging ik me steeds meer ging verschuilen, peuk diep in mijn handpalm zodat ik er niet direct op werd aangekeken.

Winkels met pilaren bij de ingang hadden mijn voorkeur of ik ging in de luwte van een leegstaand winkelpand staan, die gunde men toch geen blik waardig. Dat brengt mij meteen weer op de volgende tegenstrijdigheden, namelijk dat we geen leegstand willen wat winkels betreft maar wel als het effe kan online ons bevredigen met de aankoop van alles wat er maar te koop op de wereld is!

Want dat is net even goedkoper en ze komen het nog thuis brengen ook!

Ach, de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend. En grenzen vervagen, identiteiten vervagen en gewoontes vervagen. Dat komt omdat we steeds wijzer worden met zijn allen en omdat we met zijn allen willen werken aan de perfecte wereld. Zonder ziektes, oorlogen en andere zaken waar de meesten onder ons niets mee te maken willen hebben. Dat zijn de gevolgen van de welvaart.

Wen d’r maar aan.

Weekend!

Het is zaterdagmiddag en ik ben aan huis gekluisterd omdat ik moet oppassen op mijn grote vriend, Ruben. Zijn moeder is met mijn echtgenote op stap, naar een Fair hier ergens in het Groninger land. Het was oppassen of meegaan.

De keus was snel gemaakt.

Ik zie het maar als oefenen. Op een eventuele toekomstige taak, oppassen op de kleinkinderen. Mochten mijn nazaten dit lezen, ik schrijf ‘eventuele toekomstige taak’ dus niks moet, alles mag! Het oppassen komt mij wel goed uit want ik heb veel klusjes gedaan in de afgelopen week waardoor ik wel wat rust kan gebruiken.

Want er is wel effe een lijstje afgewerkt, hoor!

Het feest begon buiten. De schutting moest opnieuw in de verf. En het schuurtje moest dan natuurlijk ook want anders was het maar half werk. Mijn jongste zoon had dit enkele jaren geleden al gedaan maar eigenlijk was dat niet de goede verf. Die verf hadden we achter huis op de gevel gedaan maar er bleef verf over en ja, zonde, dus verfden we de schutting er ook mee. Tegen het advies van de bouwmarkt! Mijn zuinigheid leverde dus dubbel werk op want al gauw ontstond er een kaalslag op de schutting en voorzag ik al minachtige opmerkingen van deze en gene uit mijn omgeving. Want hoe kan je nou muurverf op de schutting kwakken? Heb je niet op school gezeten? Kijk je geen ‘Huis & Tuin’?

Het zweet brak mij uit want ik wist dat het niet even een kwestie was van een nieuwe verflaag. Er waren enkele planken verrot dus die moesten eerst vervangen worden. Allemaal extra werk waar ik niet op zat te wachten want ik ben niet zo van de klusjes.

Ik kan mijn tijd wel beter gebruiken!

“En schat, die kast in de schuur..die je ooit geprobeerd hebt te repareren…die valt van ellende uit elkaar dus euh….” voegde mijn bazin mij nog even toe, vlak voordat ze naar haar werk ging.

Afijn, de klussen zijn inmiddels geklaard en menigeen heeft mij gecomplimenteerd met het eindresultaat. Maar op mijn lauweren rusten was er niet bij want ik kreeg direct een nieuwe opdracht, omdat ik zo lekker bezig was. Er moest een andere kleur op de muren in de woonkamer. Dat was sneller geschreven dan gedaan en dan heb ik het over de keuze van de kleur. Wekenlang hingen er van die gekleurde papiertjes aan de muren en telkens moest ik mijn mening geven. Niet dat er naar die mening geluisterd werd hoor, neuh…. dat was meer voor de vorm.

Want Majesteit is het meestal alleen eens met haar eigen voorkeuren als het om de inrichting gaat. En ik ben het helemaal met haar eens, ik schik mij in haar wil, haar wil geschiedde…

Tot een bepaalde hoogte natuurlijk, laat ik dat hier even duidelijk duiden! Maar de kleur is nu eindelijk gekozen en sterker nog, ik heb al twee muurtjes in de verf gezet zodat ze rustig kan wennen aan de kleur. Tussendoor verfde ik in mijn enthousiasme ook nog even de voordeur, van binnen en buiten en op een paar kleinigheidjes na is dat best mooi geworden.

Al zeg ik het zelf…

Nu heb ik dan even tijd voor mezelf. Even geen klusjes. Klusjes? Waarom gebruik ik eigenlijk een verkleinwoord? Waarom heb ik het over een ‘lijstje’? Het zou gewoon lijst moeten zijn, met hoofdletters: De Lijst! Want het ‘lijstje’ is onuitputtelijk, er zit geen einde aan. Want zodra ik iets weggestreept heb, verzint de dame hier in huis wel weer een nieuwe klus. Of er ontstaat vanzelf een klus, zoals van de week toen het gootsteenkastje onder water stond. Een gil vanuit de keuken trok mij ruw van de bank en enkele tellen later lag ik op mijn knieën te dweilen en kwam ik erachter dat een van de rubberen ringen van de sifon de veroorzaker was.

Dat zijn de tussendoor klussen, de ‘daarzitikeigenlijknietoptewachten-klussen’.

Gelukkig kan ik het van mij afschrijven en mede dankzij Ruben heb ik daar nu tijd voor. We zitten aan de eettafel. Hij op zijn Tablet en naast hem een bakkie chips en ik achter mijn laptop met een bak koffie. Even mannen onder elkaar, de bril van de WC mag gewoon omhoog blijven staan, we luisteren muziek via YouTube en de speaker staat lekker hard en de nieuwe van Diggy Dex, ‘We dansen de zon op’, op repeat.

Een heerlijke zaterdagmiddag.

En een heerlijk weekend! Die begon gisteravond al met het kijken naar een Judo les van Ruben. En vanmorgen kon ik even naar de voetbalwedstrijd kijken van achterbuurjongen Lars. Ik had verwacht dat hij zou spelen als een krant omdat hij met zijn klas op kamp was geweest maar niets was minder waar. Hij maakte drie goals en gaf één assist, einduitslag 5-2 voor WVV.

En als klap op de vuurpijl mag ik morgen van mijn geliefde echtgenote en opdrachtgever live kijken naar de wedstrijd PSV-Ajax!

“Maar dan moet je wel eerst even de plekjes op de voordeur bijwerken, de plekjes die je niet goed geraakt hebt met verven.” fluisterde ze mij lieftallig toe.

Beste Johnny en Winston,

Nu ik de zoveelste brief van jullie heb mogen ontvangen heb ik maar eens besloten om jullie terug te schrijven. Dat lijkt mij wel zo fatsoenlijk en jullie krijgen gelijk; de aanhouder wint.

Want jullie sturen al jaren enveloppen naar mij alleen weet ik eigenlijk niet of ze wel echt voor mij bestemd zijn. In de aanheft staat namelijk:  Aan de bewoners van…. en dan volgt het adres. Dat is wel mijn adres maar ik heet geen ‘de bewoners van…’. Normaal gesproken mag je natuurlijk niet andermans post lezen, dat is niet netjes. Daarom legde ik de brieven altijd enkele weken apart om de geadresseerden, ‘de bewoners van’.. de kans te geven om hun post op te halen.

Helaas, tot op de dag van vandaag zijn ze nog niet langs geweest om hun post op te eisen.

Toen heb ik maar eens de stoute schoenen aangetrokken en heb zowel de brief van Winston als die  van Johnny geopend. Nou, dat was even schrikken! Want jullie beloven in die brieven gouden bergen, minimaal vijfentwintigduizend euro, uitlopend naar wel vijf miljoen euro! Johnny vroeg in de brief of de Gouden Kaart in de envelop zat. Snel ging ik op zoek en waarachtig, ik had ‘m! Ik voelde mij Sjakie in de Chocoladefabriek! Op de andere kaartjes stonden allerlei prijzen afgedrukt zoals een fiets, een reis, een TV en nog veel meer. Vervolgens moest ik naar een website waar ik enkele gegevens moest invullen waarna ik gegarandeerd één van de prijzen zou ontvangen.

Gegarandeerd.

Winston was wat directer in zijn brief. Het was volgens hem namelijk de laatste kans! Ook hier zat een Gouden Kaart en op die kaart stond een code. Niet zomaar een code, nee, een unieke code! Daarnaast schreef hij het volgende wat mij achter de oren deed krabbelen;

‘Komende zondag zit Nederland massaal voor de buis.’

Nou, dat kon niet in mijn geval want ik moest naar een verjaardag. En dan zal de televisie echt niet aanstaan mag ik hopen. Winston gaf geen garanties op een prijs maar moedigde wel aan om ook naar een website te gaan alwaar, na het invullen van enkele gegevens, de unieke code ingevuld kon worden. Was het niet de vijf miljoen dan waren en nog genoeg geldprijzen over die er gewonnen konden worden.

En ja, de verleiding werd steeds groter en groter want er stond op de Gouden Kaart toch echt een code, de unieke code!!!

Met het schaamrood op de kaken legde ik snel de brieven weer weg, het mijzelf kwalijk nemend dat ik zomaar andermans post open gemaakt had waarin staat dat de geadresseerde enorme prijzen gewonnen had!

Ik zag mij al staan in de rechtszaal…..

En dat in tijden waarin de privacy een flink podium gekregen heeft. Ik wilde er over Tweeten maar bedacht mij op het laatste moment. Want Tweetjes willen nog wel eens als een boemerang terugkomen. Daar kwam Thierry Aartsen, nieuw Kamerlid voor de VVD, van de week ook achter. Alvorens zijn beëdiging moest hij flink door het stof voor zijn Tweets. Ik heb ze ook gelezen en kwam tot de conclusie dat de nuance weer eens ver te zoeken was. Zou dit het zoveelste debacle worden voor een VVD lid?

Je zou zeggen dat de kiezer uiteindelijk beslist, het oordeel over deze partij zal vellen waarna deze partij uiteindelijk zal verdwijnen. Maar niets is minder waar. Want een onderzoek toonde aan dat deze stemmers trouw op hun partij blijven stemmen. Dat zit nu eenmaal in hun systeem. Zo worden ze geboren en opgevoed. Alles moet hetzelfde blijven. Ze spelen hockey en golf, dragen blauwe blazers en geruite broeken en roken graag een sigaartje in een Chesterfield fauteuil. En ze hebben ooit bij een studentenvereniging gezeten, herstel, de boel op stelten gezet. Veel drinken en dan later, als ze in de politiek zitten, ons gaan vertellen dat alcohol slecht is en daarom mag je tegenwoordig onder de 18 jaar niet meer een paar biertjes drinken.

Stelletje hypocrieten.

Natuurlijk is voorgaande gebaseerd op vooroordelen, een onderbuikgevoel waar we ons allemaal wel eens schuldig aan maken. Neem nou dat kersverse Kamerlid Thierry. Dat schijnt volgens de berichten van mensen die met hem gewerkt te hebben, ook zijn politieke tegenstanders, best wel een goede gast te zijn. Hij heeft zijn hart op de tong maar is ook bereidt te luisteren naar andere meningen.

Dat is tegenwoordig best wel bijzonder!

Want neem nou de Gemeente Brunssum. Tijdens de gemeenteraadsvergaderingen gaat het er zo stevig aan toe dat de burgemeester besloten heeft alle raadsleden op cursus te sturen. Een cursus omgangsvormen, om uiteindelijk weer waardig en fatsoenlijk met elkaar om te gaan. Zodat er weer naar elkaar geluisterd zal worden.

Na de uitzending van de Rijdende Rechter van afgelopen dinsdag lijkt het mij helemaal geen raar idee om deze cursus landelijk in te voeren. Het kost alleen wel een paar centen, alleen al in Brunssum tachtig duizend euro… Maar goed, als de wereld er wat gezelliger van zal worden lijkt het mij een goede investering. En aangezien de overheid volgend jaar bijna zestig miljard euro binnen gaat halen door de BTW te verhogen op onze boodschapjes, kapper bezoekjes en medicijnen, moet zo’n cursus toch wel in te voeren zijn.

En mocht dat geld al voor andere zaken gereserveerd zijn zoals bijvoorbeeld voor de politie, onderwijzers of de helpende handen in de zorg dan mag het van mijn part gesponsord worden door die hebzucht kwekende en agressief brieven spugende cluppie’s van jullie, beste Johnny en Winston, de Postcode- en Vriendenloterij.

Dat zou nog eens een prijs wezen, daar kan geen ijstaart of een doos met koekjes tegenop. En het mes snijdt aan twee kanten!

Bedankt voor jullie aandacht, het was fijn even wat duidelijkheid te scheppen.

Met welgemeende groet,

Een van de bewoners van dit huis!

Van God los…

Na vanavond weet ik het zeker: ons land is van God los!

Nederland was ooit een gezellig, kneuterig en een rechtvaardig land, een land met normen en waarden waar menig ander land een voorbeeld aan zou kunnen nemen. Voetbalfans van twee clubs stonden gebroederlijk naast elkaar in de vakken van het stadion hun ploegje aan te moedigen, men had respect voor de ouderen en de ouderen hadden respect voor de jongeren, de politie was je vriend, op de snelwegen waren we een heer, boeven sloegen mekaar op de neus en op zondag gingen we naar de kerk.

Dat hielden we aardig wat jaartjes vol totdat de arrogantie ons parten ging spelen, arrogantie die geboren werd nadat we aan de welvaart roken. Die arrogantie maakte plaats voor hele korte lontjes want we werden individuen en ja, ho eens even, ik mag zeggen wat ik denk.

Gadverdamme!

Terwijl ik dit schrijf komt de stoom uit mijn oren en neus en zullen ze later wel zeggen dat ik emotioneel niet helemaal toerekeningsvatbaar was maar ho eens even, ik mag zeggen wat ik denk!

Vanwaar deze agressie ineens?

Ik heb vanavond gekeken naar een aflevering van de Rijdende Rechter. Deze aflevering was de druppel, ik gooi de tv de deur uit en kijk nergens meer naar. Dan hoef ik ook niet meer ergens van op te kijken! De commerciële zender had ik al verbannen vanwege de vele riool programma’s maar nu komen daar ook nog de ‘Doe effe normaal’ tv zenders, NPO 1, 2 en 3 bij!

Dan maar alle dagen Netflix!

Normaal was dit programma een van mijn favoriete programma’s. De ene keer ging het om een overhangende boom, de andere keer over een schutting die op de verkeerde grond gepaald was en weer een andere keer ging het om overlast van geluid bij de buren. Kneuterigheid ten top doch zeer ontspannend om naar te kijken. Dan ging je voor jezelf een mening vormen en dan maar hopen dat deze mobiele rechter daar ook zo over dacht.

Ik was al jaren fan!

Maar na vanavond is het klaar. Het ging over… Ja, waar ging het eigenlijk over? Zelfs dat was niet te volgen, het was zó gênant dat er geen chocola van te maken was. Als ik bij dat programma zou werken dan had ik allang gezegd: “Hup, dit is niks, inpakken en wegwezen willen we de kijker nog serieus nemen. We pakken dat item wel over die overhangende dakgoot in Katwijk.

Deze aflevering was nog erger dan de riooljournalistiek die de heren Santegoeds of Verlinde bedrijven. Dit was martelen. Dit was geestelijke mishandeling van de deelnemers én van de kijkers. Hier waren de gedoetjes van VVD’ers, D66’ers en ING bankdirecteuren echt helemaal niets bij. Die zou je dan, in het licht wat de Rijdende Rechter allemaal liet zien, nog weg kunnen schrijven als kwajongensstreken. Politiek Den Haag had je wel aan kunnen rekenen dat zij hier geen vragen over gesteld hadden tijdens het wekelijks vragenuurtje. Vragen over hoe het nu eigenlijk zit bij de aanstichters, de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging (NCRV) en de Katholieke Radio Omroep (KRO) die betaald worden met belastinggeld. Voor de duidelijkheid (en ik heb er zo’n hekel aan om dit te zeggen maar doe het nu toch!), ONS BELASTINGGELD! Vragen hoe ze zo van God los zijn geraakt door de Rijdende Rechter naar mensen te sturen die eigenlijk tegen zichzelf beschermd zouden moeten worden. Op de website van de NCRV en de KRO  staat: Samen Leven, Samen doen, Samen Geven en Samen Zien. Allemaal heel christelijk opgeschreven maar het gaat vreselijk fout bij de uitvoering ervan!

God is ook boos en toonde dat al door orkaan Florence op ons af te sturen. En terecht!

De Rijdende Rechter, Meester John Reid, had ook in kunnen grijpen. Als medebedenker van de ontzettend leuke cartoon Fokke & Sukke schat ik hem toch hoog in en zal hij morgen de NCRV en KRO laten weten per direct te stoppen met zijn medewerking aan dit programma. Of was Meester Reid ooit als student verbonden met die studenten-gekkies van Vindicat uit Groningen?

Want dan zal het alleen maar erger worden, ben ik bang…

We kijken steeds minder televisie en dat begin ik ook steeds meer te begrijpen. Ik wil niet op mijn vrije avond, gezeteld op mijn Leen Bakker bank, op de hoogte gebracht worden van pornofilmpjes in Whatsappgroepen of van geile buurmannen die zoenen met de buurvrouw. Van mij mogen ze dat doen maar niet in mijn woonkamer. Dat is categorie leedvermaak. En daar hou ik niet van. Niemand houdt daar van want we houden ook niet van pesten. En we houden ook niet van kinderen die door een Staatsecretaris teruggestuurd worden naar hun oorspronkelijke land terwijl politieke partijen als de PVV en het Forum voor Democratie hoogtij vieren. Daar houden we niet van.

Nee, we smullen er van!

Want er is geen beter vermaak dan leedvermaak. Zodra er ook maar iets van ruzie in de straat is staan we direct klaar om te kijken. Met de mobiel in camera stand want dan kunnen ze die filmpjes weer door Appen naar anderen. Zelfs als wordt er iemand in elkaar geslagen dan kijken we, nog net niet kwijlend van sensatiezucht en als de hulpverlener in beeld komt vallen we die lastig omdat ze het feestje bederven…..

Sensatie is het nieuwe roken durf ik hier wel te beweren!

Overdrijf ik? Neen! Integendeel. Het bewijs zag ik tijdens de Hoorzitting, een onderdeel van het programma. Dan komen de kemphanen bij elkaar in een plaatselijke horeca-gelegenheid en gaat de rechter proberen te ontdekken waar de problemen liggen. Op de voorste rij zitten de hoofdpersonen maar dat is niet belangrijk, we weten immers al wat hun probleem is. Nee, het gaat om de mensen erachter, die gaan daar zitten om te kijken wat er allemaal staat te gebeuren. Oké, dat mag natuurlijk, we leven in een vrij land. Maar ik zag ook kinderen en toen ging bij mij het licht uit, toen knapte er iets en wist ik dat de normen en waarden die wij ooit met zijn allen bedacht hebben, voorgoed verdwenen zijn.

Geïnfecteerd door de kijkcijfers. En nee, het gevaar zit niet in de meningokokken Type W! Het gevaar zit in ons zelf zolang we accepteren dat de televisie dit soort bagger over ons heen mag gooien elke avond.

Gadverdamme!

Yin en Yang

Er zijn veel verschillen tussen man en vrouw. Fysiek, maar ook op mentaal gebied. Vrouwen begrijpen mannen niet en mannen begrijpen vrouwen niet. Een veel gehoorde geklaagzang aan beide zijden.

Als je er even over nadenkt is het eigenlijk wel raar. Want waarom voelen ze zich dan tóch over het algemeen aangetrokken tot elkaar? Het zijn immers tegenpolen, het is Ajax tegen Feyenoord, het is Geert tegen de Islam, het is Groningen tegen Friesland, het is Lothar Matthäus tegen Frank Rijkaard, het is Gordon tegen Gerard, het is Tilly tegen Conny en het is Johan Derksen tegen iedereen.

Het is eigenlijk Yin en Yang, want ze kunnen niet met elkaar en niet zonder elkaar.

Yin is hier het vrouwtje. Het symboliseert de donkere maan. En Yang is het mannetje, die staat weer voor de heldere zon. Nou ja zeg! Hoe treffend! Want hoe vaak horen mannen niet dat ze wat serieuzer moeten zijn en niet voor hun problemen weg moeten lopen? En hoe vaak horen we niet dat vrouwen vaak chagrijnig zijn en alleen maar blij worden van shoppen en chocolade?

Die Yin en Yang zijn zo gek nog niet! Eigenlijk is het is dan ook best logisch dat er mannen en vrouwen zijn die op hetzelfde geslacht vallen. En lopen de heteroseksuelen vreselijk achter de waarheid aan. Doen ze dat alleen maar omdat het toevallig ooit begon met een man en een vrouw? Want nogmaals, vrouwen en mannen kunnen nog wel eens van mening verschillen. Dus waarom zou je dan in vredesnaam met elkaar het leven willen delen?!

Dat stelletje wist natuurlijk niet beter!  Afgelopen week werd voorgaande maar weer bevestigd. Ik kwam plotseling een dagje thuis te zitten.  Dat kwam doordat ik de dag ervoor op een bankje gezeten had, onder een Overijsselse boom. Vervolgens kreeg ik jeuk. Na nader onderzoek bleek dat ik te pakken was genomen door de Jeukrups. Ja! De Jeukrups! Om precies te zijn, de Eikenprocessierups.

Daardoor kon ik natuurlijk niet meer werken, en ja, ik moest natuurlijk ook nog bellen met een advocaat om de eigenaar van de Overijsselse boom aansprakelijk te stellen. Want deze hadden mij moeten waarschuwen voor deze jeukerds.

Vandaar een dagje vrij!

Tot mijn grote vreugde was mijn vrouw die dag toevalligerwijs ook vrij. Dat zal ze wellicht eerder in ons samenzijn al verteld hebben, maar ja, die verschillen tussen de seksen hè… Mannen luisteren nooit!

Toen wij halverwege de ochtend gezellig en vrolijk een ontbijtje met een eitje genoten, begon mijn vrouw ineens wat te mopperen. Het weer sloeg om zeg maar…. Zoals een goed man betaamt luisterde ik er in eerste instantie dus niet naar, maar nadat ze mij tot de orde geroepen had, kreeg ze mijn volle aandacht: “Leg die telefoon nou eens weg als ik tegen je praat!”

Die telefoons vreten aandacht, dat zijn vrouwen in het kwadraat!

“Wat is er aan de hand, lieverd?” zei ik op een rustige toon om het vuurtje niet teveel op te stoken en trok  mijn meest aandachtige gezicht.  Want ik wist dat er nu geen plaats meer was voor een ondermaats grapje. Ze keek me aan met een blik die…(en zuchtte eens heel diep…) en toen kwam het:

“Doordat jij ook vrij bent, loopt mijn hele planning van de dag in de war!”

Die kwam binnen! Dit was de bal in mijn kruis;  gelijk het schot van Ronald Koeman in de Europacup- finale voor Barcelona (1992) tegen Sampdoria in het Wemblystadion te Londen. Barcelona won daardoor maar ik lag steunend en kreunend op de grond. Met een van pijn vertrokken gezicht had ze nu mijn volle aandacht. “Wat heb ik in vredesnaam met jouw planning te maken?” vroeg ik met een piepstem en wreef mijzelf ondertussen over mijn onderbuik. Naast de inentingen tegen mazelen en dergelijke,  zouden ze nog wat moeten toevoegen, namelijk spul tegen pijn in je ballen!

“Ik had vandaag van alles willen doen, maar daar komt nu niks meer van terecht, want jij bent ook thuis!” zei ze, zonder te lachen. “Waarom komt daar niks meer van terecht? Je kan toch gewoon ‘je ding’ doen.. Ik vermaak me wel hoor. En hoor eens even, ik woon hier ook hoor!” antwoordde ik haar. Maar dat wilde ze niet horen, ze is een vrouw. En die denken anders dan mannen.

Met lede ogen keek ze mij aan: “Nee, jij bent er nu en dat is anders dan wanneer ik alleen ben.”

Ik hield de rest van de dag last van dat klote gevoel en besloot mij wat af te zonderen zodat ik niet als een rode lap zou gaan werken. En zodra ze iets vroeg dan was ik direct een en al oor omdat ik de stemming niet wilde verpesten. Die was immers al verpest.

En ik begreep er niks van.

Afijn, uiteindelijk kwam de rust weer terug nadat ik de schutting opnieuw in de verf ging zetten. Op de een of andere manier vinden de dames dat fijn, dat je als man je klusjes in en om het huis uitvoert zonder tegen te spartelen.

Heel vroeger ging de man jagen en was moeder de vrouw blij als je dan thuis kwam met een stuk dinosaurus of mammoet. Nu doen ze klusjes…..

Enkele dagen later kwam de achterbuurvrouw weer even buurten,  en vol bewondering keek ze naar mijn geleverde klus. De superlatieven vlogen tussen de schuttingdelen heen en weer en ik begon te glimmen als een aap met zeven staarten. Toen de dame met een koppie thee geland was op een van onze tuinstoelen, zei ze dat haar vriend zo zou komen.  Ze had dus maar even tijd voor een praatje.

“Maar eigenlijk komt het mij helemaal niet uit!” zei ze ineens.

Ik kromp ineen. Mijn vrouw reageerde direct op de buuf: “Ojee, ja dat snap ik. Je hele planning is nu zeker in de war!” Hierop antwoordde de buuf instemmend. Natuurlijk was het verstandiger geweest dat ik nu mijn mond hield. Maar nee, ik moest hier weer zo nodig een opmerking over maken.

“Waarom komt het niet uit dat je vriend langs komt? Dat is toch leuk? Misschien neemt hij wel een bosje bloemen mee, of hij vraagt je ten huwelijk!?” riep ik, zwaar verontwaardigd en voelde ik me opnieuw behoorlijk in het kruis getast.

Ik was even helemaal klaar met dat geYin en geYang!

 

Verstand komt met de jaren…Toch?

Vanaf het moment dat de mens rondliep in slechts een berenvelletje zijn ze gaan nadenken over een perfecte wereld, de ideale samenleving om precies te zijn. Een wereld van vrolijkheid en mededogen.

Bij wijze van spreken.

Nobel, maar zo’n wereld creëren gaat natuurlijk niet zomaar. Om dat te bereiken moesten regeltjes bedacht worden! Regeltjes waar iedereen zich aan moest houden zodat alle neuzen de goede kant op gingen staan. Nu was de communicatie in den beginne nou niet bepaald een sterk punt van de mens. Men schreef wat teksten op rotswanden (vaak opgeleukt met een tekeningetje) of men liet zo nu en dan enkele rookpluimpjes de lucht ingaan. Of ze bazuinden het een en ander rond door van dorp naar dorp te reizen. Ja, en veel regels waren het natuurlijk nog niet in het vroegste vroeger. Op een gegeven moment was er iemand die wat orde in de chaos bracht. Hij bedacht een stuk of tien regels en gebood zijn aanhangers om die regels na te leven. Want dat was de sleutel voor een mooie, ideale wereld, het eeuwige leven zelfs, zonder haat en nijd. Een collega van Hem vond dat wel een goed idee en schotelde die tien geboden, na er wat aan versleuteld te hebben, voor aan zijn volgelingen.

Afijn, dat was vroeger.

Op school leerden wij dat die tien regeltjes er nou niet bepaald voor gezorgd hebben dat de wereld er beter van werd. Sterker nog, de ene oorlog volgde de andere op. En dan waren er nog een zooi individuen die elkaar het licht in de ogen niet gunden en ook voor de nodige ellende zorgden.

Gelukkig bedacht iemand het spreekwoord ‘Verstand komt met de jaren.’

Sinds de Tweede Wereldoorlog proberen we dat ook in de praktijk uit te voeren, verstandig met elkaar omgaan. We kiezen mensen die daarin voorop lopen maar zodra ze het niet goed doen of ineens dingen gaan roepen die tegendraads zijn met wat we hebben afgesproken, druipen ze af en krijgen ze later een baantje ergens in het bedrijfsleven of in de zorg. Om het daar, meestal, ook weer fout te doen.

Maar dit even terzijde.

Die verstandige mensen komen regelmatig bij elkaar en dan verzinnen ze regeltjes. Ooit waren dat verstandige regeltjes, neem bijvoorbeeld de verkeersregels of de regels die er afgesproken worden tussen werkgever en werknemer, het zogenaamde CAO. Zonder deze zaken zou het een puinhoop op de weg of op de werkvloeren zijn geweest.

Maar de laatste jaren slaan we door!

Neem bijvoorbeeld de regel dat je niet meer in het wild mag plassen. Ik heb het dan niet over kerkmuurtjes of door brievenbussen plassen, nee, ik bedoel écht in het wild je blaas legen, bijvoorbeeld tegen een boom. Vooral in deze tijden van enorme droogte zou dat eigenlijk gewoon moeten mogen. We deden het immers al toen we in die berenvelletjes liepen, dat was heel normaal en de bomen groeiden er wel bij. Maar het mag niet meer en als je nu naar de bomen kijkt lijkt het wel of de herfst al ingetreden is…

Tegenwoordig zeg je niet meer tegen je maat ‘Wacht effe, ik pak effe een boom’ maar ‘Wacht effe, ik pak effe een Dixie’

Of een Eco-urinoir, zoals ze onlangs langs de Seine in Parijs hebben geplaatst. Gelukkig hoeft onze Elfstedenzwemmer, Maarten van der Weijden, daar niet langs! Nee, die zwemt lekker in ons eigen poepbacterie water! Hij heeft er gewoon schijt aan en laat zich niet betuttelen door het negatief zwemadvies want je gaat er niet van dood, je raakt er hooguit wat aan de diarree van.

Bestaat er eigenlijk ook een negatief wérkadvies want onze toetsenborden zijn vaak smeriger dan de gemiddelde Dixie….

Betuttelen, dat woord is inherent verbonden aan al die regeltjes die men tegenwoordig verzint. We willen geen hobbeltjes in onze perfecte wereld en doen er alles aan om ze direct glad te strijken. Neem bijvoorbeeld het nieuwste verbod-bordje:

‘Hunebed niet beklimmen’

Hier was over nagedacht. Een oude Indiaan vond het maar raar dat onze kinderen bovenop de Hunebedden klommen. Niet omdat hij vond dat het veels te gevaarlijk was voor die kinderen, maar omdat het een graf betrof. Dit ging over respect. Dat vond ik wel mooi van iemand waarvan de verre voorouders ook niet met respect zijn behandeld. Het was een mening waar ik wel begrip voor kon opbrengen maar in dit geval… Het is al wat jaartjes terug, toen men nog nooit gehoord had van Monuta of Yarden…

Al een jaartje of vijf duizend.

Natuurlijk moet je respect tonen. Maar we moeten niet doorslaan. Leg je kinderen uit wat een Hunebed is en laat ze het mysterie van deze enorme keien ervaren door het aan te raken, erop te klimmen en er desnoods vanaf te vallen, zodat ze ook leren om te gaan met gevaren. Want zoals we weten worden kinderen te beschermend opgevoed. Maar vertel wél het verhaal!

En ja, dan is er nog de goudvis.

Een van de toppunten in regeltjesland. Goudvissen mogen niet meer in een kom want dan is het einde (!) zoek volgens de Dierenbescherming. Het dierenwelzijn drijft zichzelf inmiddels naar een hoogtepunt. Want dieren tonen immers altijd hun liefde en dat kan je van je medemens niet meer zeggen. Persoonlijk denk ik dat dit komt omdat dieren niet het denkvermogen hebben van de mens, alhoewel ik over het denkvermogen van de mens de laatste jaren steeds vaker mijn wenkbrauwen frons.

Voorbeeld?

Onlangs zijn er in Limburg vijftig demonstranten bij elkaar gekomen van het cluppie ‘Burning Souls’. Even voor de duidelijkheid, het had ook Groningen, Zuid-Holland of Zeeland kunnen zijn hoor, maar in dit geval was het een dorpje in Limburg. Ze hielden een wake op het plaatselijke plein. Was dat voor oud VN-baas Kofi Anan die ons ontvallen is of omdat het van de week alweer vijf jaar geleden was dat Prins Friso verongelukte?

Nee, het was vanwege een stalbrand, waarbij 23000 kippen zijn omgekomen….

Even was ik van slag. Heel even dacht ik aan de twee miljoen, ik herhaal, twee miljoen kilo kaas die in een Spaanse stal zijn omgekomen door een vlammenzee maar gelukkig kwam ik bijtijds weer bij zinnen en las het hele artikel uit:

Want naast de wake én de minuut stilte voor de gebraden kippetjes hadden ze ook spandoeken, met een tekst waar heel goed over nagedacht was:

‘Stop de stalbranden!’

Afijn, verstand komt met de jaren. Met horten en stoten denk ik dan maar. En kippetjes zijn best leuke dieren dus ik snap ze wel, die demonstranten. Dat ze dieren een stem geven. Maar hoe doen we het dan met de kazen?

Theoretisch schat ik in dat we hier onze schouders voor zullen ophalen.

Alhoewel…..

 

 

Alle hens aan dek!

Het kleine meisje met de blonde paardenstaart rende naar de reling van het dek en tilde al een voetje op om erover heen te klimmen, alwaar de diepte van de Waddenzee op haar lag te wachten. De mensen op de bankjes slaakten van schrik een ongeruste, ingehouden gil en stonden klaar om op tijd in te grijpen, voordat…. Enkele seconden later kwam de vader erbij staan, in relax tenue: hempie, short en op slippers. Nog relaxer dronk hij van zijn watertje en pas op het moment dat zijn dochtertje haar tweede beentje wilde bijzetten, pakte hij haar bij de schouder en checkte tegelijkertijd zijn Twitter account. Een zucht van verlichting ontsnapte bij de toeschouwers op de bankjes.

Ik moest direct denken aan het onderzoek van Veiligheid.nl en de Stichting Opvoeden.nl. Volgens dat onderzoek worden kinderen te beschermend opgevoed.

Nou, dit meiske dus niet!

Uit het onderzoek bleek dat de vaders het meest hun kroost beschermen. Dat was wel opmerkelijk. Want meestal zijn het de vaders die van stoer en avontuur houden, tenminste, als ik kijk naar mijzelf maar ook naar mijn collega leeftijdgenoten vaders. Wij lieten onze kinderen in bomen klimmen of slootje springen en met voetballen lieten wij ze echt niet van ons winnen! Nee, we glommen juist van trots als ze weer eens thuiskwamen en onder de modder zaten of als ze zich verkleden als soldaten met onze Militaire dienstkleding aan, gevonden op zolder, om de hele middag buiten diverse veldslagen te overleven.

Maar kennelijk zijn de huidige vaders wat voorzichtiger. Ze zien hun kinderen ook vaker vanwege de papa-dagen enzo en daar worden ze dan wat voorzichtiger van lijkt het wel. De huidige Papa generatie werkt niet om en nabij de 60 uur per week zoals onze vaders dat wel deden. Die vaders die dan op zondag aan tafel het vlees sneden, aangekeken door enkele verbaasde ogen…

Wie is toch die man……?

Tegenwoordig werken de moeders ook allemaal en die zijn gewoon te moe om zich dan nog druk te maken of hun kinderen wel veilig spelen. En daarnaast houden ze wel van een beetje spanning. En mocht  het dan een keertje misgaan met het kind dan kunnen ze hun liefde kwijt in het troosten.

Opmerkelijk was het bericht dat kinderen zich niet meer kunnen ‘vervelen’. Het gemiddelde kind wordt constant bezig gehouden omdat de opvoeders veel meer vrije tijd hebben dan voorheen. In mijn jeugd ben ik één keer naar Slagharen geweest en één keer naar de Dierentuin in Emmen. Het moderne kind zit bijna elk weekend wel in zo’n gelegenheid. En het heeft zo ontzettend veel speelgoed en digitale afleidingen waardoor het vervelen totaal uit hun beleving is verdwenen. Menig kinderhuishouden zou heel goed door kunnen gaan als dependance van Bart Smit of Intertoys. Kregen wij vroeger enkel cadeautjes met een verjaardag en met Sinterklaas, tegenwoordig krijgen ze al een cadeautje als ze zelfstandig een zebrapad oversteken of als ze hun veterstrikdiploma gehaald hebben.

En nee, ik ben niet jaloers.

Het meisje en haar vader lopen weer verder de boot op. We zijn op de terugweg van een weekje paradijs .. euh…Terschelling. Met de laatste boot, om de reis naar het vaste land maar zo lang als mogelijk uit te stellen. Na de kaartjescontrole renden we snel naar het dek want met het huidige weer móet je op het dek zitten! Moeten ja, want als je daar kan zitten kun je twee uur lang genieten van de Waddenzee, met al haar gezichten.

Een unieke belevenis!

Er stonden twee mensen op en wij namen snel hun plaats in. Mijn vrouw kwam naast een vrouw te zitten en deze drukte direct haar verrekijker onder de neus van mijn vrouw: “Kijk! Zeehonden!” en ze wees op enkele stipjes verderop op een zandbank. “Kijk maar!”

Uit fatsoen gaf mijn vrouw de verrekijker ook aan mij en ik deed net of ik ze ook zag. Dat was niet zo want mijn bril zat in de weg, maar aangezien ik die beesten wel eens vaker gezien had deed ik toch maar verrast.

Wij zijn fatsoenlijk opgevoed, toch?

En wij konden ons heel goed vervelen. En als we het niet zelf konden dan verveelden we onze broers of zussen wel. Of, als we echt de smoor in hadden omdat er geen flikker te doen was, verveelden we onze ouders. Ik heb wat zitten turen naar buiten, met slechts het geluid van een tikkende Friese klok op de achtergrond. Soms wel uren achtereen. Want het boek was gelezen, de strip kon ik zo uittekenen en op de televisie was niets te zien.

Ja, het testbeeld.

Naast mij kwam een stevige dame met halflang blond haar te zitten. Met een blauw gestipte haarband. Zo’n dame uit een verhaal van Annie M.G. Schmidt. Zij had ook een verrekijker bij zich en zette het op een turen. Ze tuurde niet onafgebroken, nee, ze brak het zeer regelmatig af en dan stopte ze snel een stuk chocola in haar mond en al kauwend ging ze dan weer zitten turen.

Ik werd er tureluurs van.

Ze moest wel snel eten met die warmte, anders smolt de chocola natuurlijk. Toen de chocola op was stond ze weer op en verdween uit mijn zicht. Wellicht terug naar haar man, die niet weten mag dat ze gesnoept had…

Na deze mooie afsluitende reis reden we weer terug over de A7 naar huis. Overwegend zwijgend. Er was niet veel te zeggen, ieder met zijn en haar eigen gedachten na een week van bijpraten met familie en vrienden, fietsen, wandelen, verbranden op het strand en genieten van mens en natuur.

Even niets. Enkel een snelweg onder ons die dit weekje vakantie achter ons liet.

Gelukkig hebben we de foto’s nog!

 

Nestgevoelens

Voor de meeste mensen is het gewoon. Even langs ’t ouderlijk huis voor een bakkie, even bijkletsen wat de week ons weer gebracht heeft. Of even je vader helpen met een klusje.

Hij hielp jou vroeger immers ook.

Wanneer de ketting van je fiets eraf lag of je had een lekke band. Dan hielp hij je en gaf meteen aanwijzingen want er komt een dag dat je het zelf doen moet. Of, we hebben het immers over het ouderlijk nest, het helpen bij je eerste vliegbewegingen. Dat noemen ze in mensentaal ‘op eigen benen staan.’

Of je helpt je moeder even omdat ze het zo warm heeft. Dan vul je een teiltje met water voor haar zodat ze daar lekker met de voeten in kan gaan zitten zodat ze zich iets lekkerder zal gaan voelen. En je geeft haar ook even een kopje kruidenbouillon, om het zoutgehalte op peil te houden.

Zij hielp jou vroeger immers ook.

Wanneer je ziek thuis bleef van school. Dan maakte zij dat kopje thee voor je en smeerde een beschuitje met suiker. Of ze pelde een sinaasappel en sneed dat in kleine stukjes zodat je er extra lang van kon genieten vanonder je dekentje op de bank. Later doe je dat bij je eigen kinderen omdat je geslaagd was voor het diploma ‘op eigen benen staan.’

Mijn bezoeken aan het ouderlijk huis zijn op één hand te tellen. Niet omdat ik het niet wil maar omdat simpelweg gewoon niet kan. Vierendertig jaar geleden besloot ik namelijk om het ouderlijk huis te verlaten en tweehonderd kilometer verderop te gaan wonen, van het rustige Terschelling naar het hectische Den Haag.

Da’s niet om de hoek.

Vandaag, wellicht de dag die straks de geschiedenisboeken ingaat als de warmste ooit, mag ik weer even terug. Terug naar Terschelling, een gevoel welke door Terschelling’s eigen Hessel ooit zo treffend bezongen werd. Want het is een gevoel, een gevoel van thuiskomen. Even terug naar de basis. Even terug naar waar het allemaal begon.

Even weer kind zijn.

Naast de afstand zijn het natuurlijk ook de kosten. Ik ga even terug naar de gemeente waar ik geboren en getogen ben maar moet wel net zoveel betalen als een toerist. Dat steekt wel eens. Vroeger kon je nog de toeristenbelasting terugkrijgen bij de gemeente maar dat is afgeschaft. Maar beste gemeente, de ‘kinderen’ komen nog steeds elk jaar weer even thuis hoor.

Maar ik wil niet zeuren nu.

Want er staan mij enkele dagen te wachten van bijpraten, fietsen, bijpraten, wandelen en genieten van het mooiste eiland van de wereld. En bijpraten. Ik verheug mij er nu al op dat ik vanavond ‘achter dijk’ op het bankje zit, starend over het Wad, genietend van kinderen die enthousiast en opgewonden krabben aan het vangen zijn en wellicht ontstaat er een leuk gesprek met een of andere eilander of toerist. En vanmiddag is de kans erg groot dat ik naast mijn vrouw op een handdoekje lig bij Midsland aan Zee op het strand, waar ik gewoon met het fietsje naar toe ben gereden zonder files en stress.

Nu ben ik niet echt een strandligger maar vandaag maak ik graag een uitzondering want het is bloedheet. Ik heb wel tegen mijn vrouw gezegd dat we van die beachball plankjes mee moeten nemen, zodat  ik niet steeds op mijn kleedje hoef te blijven liggen. Want slapen doen we s’nachts!

Behalve afgelopen nachten dan…

En als ik dan vanavond onder de douche sta zie ik het strandzand van mijn lijf verdwijnen in het doucheputje. Net als vroeger toen we met onze ouders na een hele dag op het strand onder de douche moesten om het zand uit alle naadjes en gaatjes weg te spoelen. Mijn vrouw, ooit een volbloed toerist, moest zich altijd in het Duinmeertje afspoelen.

Dat is eigenlijk veel leuker!

Door de ramen van de boot zie ik de Brandaris en weet ik dat ik bijna thuis ben. Op de Brandaris werken enkele oud klasgenoten van me, klasgenoten die niet kozen voor de hectische wereld aan de andere kant van het Wad. Zo ging dat.

Nu nog een klein uurtje en dan meert de boot aan. De boot waar ik vroeger als ‘schoolgaand kind in de kost’ elke week heen en weer ging. Tegen gereduceerde tarieven overigens! Ik ging meestal op zondag met de laatste boot weer naar de Wal en kwam dan vrijdagavond weer terug. En die vrijdagavonden waren feest! En dat begon al op de boot want je was niet de enige die een schoolweek achter de rug had. De tijd aan boord verdreef je met, laat ik het modern houden, chillen, kaarten en uitbundig doen. En daar werd een biertje niet bij geschuwd.

Ja, herinneringen. Weer even terug naar mijn roots. Het is niet zo dat op het eiland de tijd stilgestaan heeft hoor, absoluut niet. Maar er zijn wel allemaal plekjes die de herinneringen terugroepen en dan doet de geest vanzelf de rest.

Een weekje mag het duren. Laat het asjeblieft niet te snel gaan…

Overal waar Te voor staat….

Mijn vrouw moest van de week even de Langestraat in en ik mocht mee. Niet als bescherming voor haarzelf, dat ze zich bijvoorbeeld vergrijpt aan een impuls aankoop en dat ik haar dan moet tegenhouden of dat ik haar zo moet afleiden dat de neiging tot kopen vanzelf wegebt. Nee, ik mocht mee, gewoon voor de gezelligheid en dat kwam mij prima uit want ik was in een gat gevallen.

Niet letterlijk.

Het ging om een creatief gat. Mijn ouders hebben onlangs hun 60 jarige trouwdag mogen vieren en wij, de kinderen, hadden bedacht een mooi boek te geven met daarin hun leven beschreven in zowel tekst en beeld. Mijn broer was zo slim geweest om rond de jaarwisseling mijn vader te triggeren om ‘de boel’ eens op te schrijven, samen met ons Mams. En met ‘de boel’ bedoelde hij hoe het leven van onze ouders vorm kreeg en dergelijke. Nou, dat vond mijn vader wel wat want zijn oudste broer had ook net een boek geschreven over de familie en dat was toch wel erg leuk.

Hierdoor geïnspireerd kroop ook hij achter de computer en enkele dagen later vulden onze mailboxen zich met mail van hem, keurig en redelijk gedetailleerde verslagen van ruim 60 jaar lief en leed, inclusief geboorteverhalen van hun drie kinderen. Mijn broer, altijd al de slimste van de drie , belde mij toen op met de vraag of ik van al die informatie een verhaal kon maken, “Je bent altijd bezig met schrijven en zo…En dat doe je best wel goed en zo…”. Daar hoefde ik niet over na te denken!

Dat was best wel een eer om te doen!

Vanaf eind januari tot vorige week zat ik elk vrij moment boven op mijn kamertje te tikken, te zuchten, te onderzoeken en te checken. En soms te vloeken, wanneer er iets mis ging met een foto of dat er een tekst versprong. Of te verbazen, want de gedachtes, de lol, de dromen, de ideeën die mijn ouders hadden in hun jeugd had ik eigenlijk ook! En ja, het zijn een hoop Te’s waarmee de titel van dit verhaaltje waarschijnlijk anders doet denken.

Maar de rode draad in hun verhaal was toch het harde werken, de liefde voor het eiland en het enorme doorzettingsvermogen van die twee. Het deed mij beseffen hoe trots ik op ze mag zijn!

En ben!

Het boek is nu af en binnenkort gaan we naar het ouderlijk huis op Terschelling voor de overhandiging! Maar nadat het klaar was en de proefdruk geslaagd was kwam het gat. Het diepe, donkere gat waarin ergens de verklaring lag tegen de verveling die ineens bij mij optrad. Natuurlijk, televisie kijken of een stuk gaan fietsen of wandelen is een optie maar het gaf geen voldoening. En het warme weer speelde mij ook parten waardoor ik in de ‘ik –verveel-me’ modus bleef hangen.

Dan maar mee met de vrouw voor wat kleine boodschapjes!

Net halverwege de winkelstraat kwamen we een bekende tegen uit onze straat, een jongedame in zo’n Veerkamp-jurkje, want dat is in. Net op het moment dat ik wilde roepen dat mijn vrouw daar sloffen van had, van dat motiefje, begonnen de dames te praten en wist ik dat mij daarmee het zwijgen werd opgelegd.

Want mannen praten alleen maar onzin of over sport.

Nee, vrouwen gaan veel dieper, die zijn altijd veel inhoudelijker. Al gauw ging het dan ook over jurkjes, tasjes, winkeltjes, weekjes naar de zon en de kinderen.

En over geduld!

Mijn oren spitsen zich na het horen van het woordje ‘geduld’ en ik hoorde het haar, mijn vrouw, toch echt zeggen: “Ja, Arjen zegt wel vaker dat ik een Jantje Ongeduld ben en daarin heeft hij ook gelijk.” Trots ging ik rechtop staan en de jongedame in Veerkampjes-outfit keek mij vol bewondering aan en beaamde het, dat zei haar partner ook altijd tegen haar.

“Hoe komt dat toch? Dat jullie altijd verstandiger zijn en meer geduld hebben? ” vroeg ze aan mij waardoor ik er nog verstandiger bij ging staan. “Dat komt, meisje (!), doordat wij op onze leeftijd alles wel een keer gezien of meegemaakt hebben. Wij zijn middenklassers, oudere mannen met een buikje maar vol innerlijke rust en we zijn levensgenieters pur sang. We zijn trots op onze vrouwen omdat ze zich voor ons nóg mooier maken dan ze al zijn. En soms springen jullie even uit de band, dan kleden jullie je in Luipaardenmotiefjes omdat dat mode is volgens jonge, snelle kledingontwerpers die het niet hebben.”

“Geduld.” Ik herhaalde het nog maar eens.

De dames hingen nu aan mijn lippen en ook andere winkelende dames hielden even in… Of was dit verbeelding van mij? Ik ging maar gauw verder, terugtrekken was geen optie meer…

“Die mode-lui hebben geen geduld omdat ze steeds moeten scoren in de kledingindustrie. Daarom zijn ze toen Luipaard-knuffelpakjes en jurkjes gaan bedenken en hebben wat Franse toeristen gevraagd om in Dierenpark Beekse Bergen even uit te stappen ter hoogte van de Luipaarden, om met ze te knuffelen. Zo ontstond  de hype en daar zijn jullie, vrouwen, nu eenmaal gevoelig voor. Terwijl wij, oudere mannen, direct al zagen dat dit jatwerk was in de hoogste categorie. En we weten ook dat dit wel weer overwaait en dat jullie ons weer verliefd laten raken door in klassiekere kleding naast ons te gaan lopen zodat wij trots als pauwen met jullie mogen pronken.

Dat geduld hebben wij. En wellicht kennen deze modemannetjes en vrouwtjes de Veerkampjes wel helemaal niet omdat ze toen nog volop ‘Bassie & Adriaan’ keken. Dat mag. Zij én jullie mogen je ook wel eens vergissen.”

Twee paar ogen keken mij aan. Twee paar zéér verbaasde ogen keken mij aan en ik dacht er iets van medelijden in te zien. En ineens besefte ik het! Ik ben een ouwe lul aan het worden! Maar toen ik bij de HEMA mijn fiets pakte en er best wel lenig opsprong nam de innerlijke rust het weer over.

Oké, een ouwe lul: maar wel een Tevreden ouwe lul! 

 

Gewichtig

Het belangrijkste nieuws deze week was toch wel het nieuws dat we met zijn allen toch echt te zwaar aan het worden zijn. Vijftig procent van de bevolking is te zwaar. En veertien procent daarvan heeft obesitas, een sjiek woord voor te dik zijn. En laat ik maar direct uit de kast komen, ik ben ook te dik!! Sterker nog, ik behoor tot de op één na laatste categorie, ernstige obesitas.

Daar ben ik mooi klaar mee!

Ik ben nog niet ten dode opgeschreven want er is nog een categorie die nóg ernstiger is, extreme obesitas. Die categorie boezemt mij dusdanige angst in omdat extremisten behoorlijk gestoord zijn en omdat ik, wat obesitas betreft, absoluut niet het hoogste podium wil bereiken. Dan blijf ik liever op de 2e plaats, zeg maar de Joop Zoetemelk van Tour de Obesitas.

Natuurlijk heb ik het steeds ontkent, gaf ik regelmatig de schuld aan de stomerij wanneer er weer een overhemd onder spanning kwam te staan. Of ik riep, zwaar geïrriteerd, tegen mijn vrouw dat ze weer eens de boel te heet gewassen had. Dat slaat echt nergens op want ze is zó goed met de was dat mijn eigen jongens in Den Haag háár bellen hoe ze iets moeten wassen! Maar toch gaf ik haar de schuld alleen wist ik dat ik geen respons zou krijgen want we doen namelijk samen de was.

In theorie dan.

In de praktijk loopt het ietsepietsie anders. De wil is er wel hoor, die moet ergens in huis liggen alleen ik weet nog niet precies wáár. Natuurlijk wringt dat wel eens bij mijn hardwerkende echtgenote. Vijf dagen per week werkt ze zich het vuur uit de sloffen en dan moet ze ook nog eens de was doen! Daarom hadden we op een romantische avond afgesproken dat ik mij voortaan óók met de was bezig zou houden.

‘Wie het eerst bij de wasmachine is mag de was doen!’ riepen we schaterend naar elkaar. Voor de duidelijkheid, onze wasmachine staat op zolder.

Tot nog toe was zij steeds de eerste. Natuurlijk heb ik uit alle macht geprobeerd er eerder te zijn dan haar, maar het lukte gewoon niet. Meestal ging het halverwege de wenteltrap naar zolder al mis. Zij haalde mij dan in omdat ik vast kwam te zitten, zeg maar obstipatie tussen traphek en trapas.

Opnieuw de bevestiging van mijn overgewicht probleem.

Hier is sprake van onmacht. Natuurlijke onmacht. Het begon namelijk anderhalf jaar geleden. Op een mooie januari dag stopte ik met roken. En als je niet meer rookt gaan ineens andere zaken je interesseren, zoals het koekje bij de koffie. Of, in mijn geval, overheerlijke eigen baksels van mijn vrouw. En ik had ineens trek in méér eten. Dan maakte ik een pan verse pasta met eigengemaakte paprikasaus, zelf gemarineerde kipfilet in olijfolie, basilicum, oregano, knoflook, peper, zout en zelf gesneden groentes zoals paprika, courgette en een uitje. Om maar even iets lekkers op te noemen. En na mijn bordje keurig leeggegeten te hebben schepte ik nog maar eens op omdat, over opscheppen gesproken, het zo gruwelijk lekker was…

En ja, daar zit de fout want normaal stak ik dan een sigaret op!

‘Onze energie balans is verstoord!’ lees ik verderop in dezelfde krant.

Dat lees ik en tegelijkertijd is het ook wel logisch. We krijgen meer energie binnen via het dagelijks eten. Meer dan we verbranden kunnen. En dat is de reden dat we steeds dikker worden want we bewegen een stuk minder dan voorheen. Kijk maar eens hoe snel we de auto pakken tegenwoordig. En is er even geen eigen auto voorhanden, dan pakken we die van zoon of dochter wel even. Maar de voeding die wij tot ons nemen is wel een hoofddader hoor, daar zit van alles in wat we niet nodig hebben, zoals bijvoorbeeld suiker.

Daarom is het ook heel dapper van de Aldi en de Lidl om te stoppen met een product die barst van de suiker en andere stofjes die niet in ons lichaam horen, de energiedrankjes. Althans, de jeugd mag het niet meer kopen. Maar misschien is dit wel een goed signaal naar hun ouders, om het spul maar helemaal niet meer te kopen zodat hun kroost niet meer stuiterend door het leven hoeven te gaan.

Maar ja, zien ze die boodschap (noodkreet van de Voedsel en Warenwet!) wel, want de ouders zitten tegenwoordig ook allemaal op hun mobiel te koekeloeren. Dit probleem groeit net zo hard als mijn buik en dat werd van de week nog eens bevestigd door notabene de Reddingsbrigade! Ja, de Reddingsbrigade, die lui die ons uit het water halen als we te ver in zee gaan omdat we eigenwijs zijn. Want het schijnt dat ouders met hun kroost naar het strand of duinmeertje gaan en eenmaal genesteld in het zand of kuil komt de gsm tevoorschijn. Ja, en dan kan je erop wachten dat kleine Kayan, Manasse, Xess, Rowan, Zaya, Louane, Mateo, Jaxx en Bobby en de rest snel hun vrijheid pakken en er vandoor gaan! (voorgaande namen zijn vrij gepikt uit kindernamen top 10 2018).

En de Reddingsbrigade moet dan gaan zoeken. Dat eisen die ouders dan min of meer…Het kan dus voorkomen dat als je een keer aan het verzuipen bent, de mensen van de Reddingsbrigade je kinderen aan het zoeken zijn. Juist, en dan hebben ze even geen tijd voor jou, dat wordt dan watertrappelen!

Nu hept elk nadeel zijn voordeel, mijn overgewicht dus ook. Naast het eeuwenoude grapje van het afdakje en goed gereedschap is mijn vrouw niet getrouwd met een man van 90 kilo maar heeft ze er nu een van 110 kilo!

Dat is meer dan de prijs die ze ervoor betaald had!

Tot slot nog even het verhaal van ene Simone over dit onderwerp. Zij had morbide obesitas. Dat is die hoogste categorie, de Chris Froome van de Tour de Obesitas zeg maar. Ze ging het gevecht aan en nu loopt ze de marathon.

Kijk. Dat moeten we zien te voorkomen. Ik wil best afvallen maar ik vertik het om na het afvallen een marathon te moeten lopen!

Niet normaal!

Nee, het is niet normaal om een ziekenhuis te verhuizen.

Maar soms moet je.

Toen de beslissing enkele jaren geleden viel om de ziekenhuizen van de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) in Delfzijl en Winschoten, respectievelijk de locaties Delfzicht en Lucas, te gaan sluiten was het nog een ver-van-mijn-bed-show voor velen.

Ik ben geen medewerker van het ziekenhuis, slechts sporadisch een ‘klantje’ in de categorie kleine ingrepen die niet noemenswaardig zijn. Daar zal ik jullie niet mee vervelen. Maar ik ken wel een paar medewerksters, waaronder mijn vrouw, en daardoor maak ik het hele proces van beslissing om te verhuizen tot aan de verhuizing vanaf de zijlijn mee. Want nogmaals, het is niet normaal.

Wel bijzonder!

Vandaag, 30 juni 2018, is de verhuizing in volle gang. Gisteren, 29 juni, was de laatste dag in het oude ziekenhuis. Mijn vrouw was de avond ervoor aan het bakken geslagen want er moest op die laatste dag wel wat lekkers bij de koffie. Aardbeien kwark- cake.  En niet alleen voor haar eigen (KNO) cluppie maar voor iedereen die maar langs kwam. Daarom gebruikte ze dan ook de grootste ovenschaal die wij in huis hebben.

Het typeert de sfeer.

De medewerksters die ik daar ken werken er al heel wat jaartjes, 17, 36 en 37 jaar. Mijn vrouw was 17 jaar toen ze daar haar opleiding begon en is tot op de dag van vandaag nooit meer weggegaan en gaat elke dag met veel plezier naar haar werk. Deze dames hebben, zoals je ziet, daar een historie liggen van grote betekenis. Want hun werk in het ziekenhuis is een deel van hun leven geworden.

En van hun families.

Met het verstrijken van de tijd richting de verhuizing steeg het besef dat er een einde aan een tijdperk zou komen. Steeds vaker vertelde mijn vrouw als ze thuis kwam wat er allemaal op touw stond. En als haar vriendin langs kwam dan gingen de gesprekken al gauw over het werk, over de verhuizing en over de veranderingen die onlosmakelijk met deze verhuizing te maken kregen, flinke veranderingen. Want naast een splinternieuw gebouw moeten ook de procedures aangepast worden, naar ‘het nieuwe’ werken zeg maar. Want de techniek in dit nieuwe gebouw is het neusje van de zalm waardoor oudere technieken in dit nieuwe ziekenhuis tot het verleden zullen behoren. Neem bijvoorbeeld alleen al de luchtbehandeling van het gebouw, of de verlichting, of de operatiekamers…Allemaal van een hoogstaande kwaliteit waardoor er nog beter gewerkt kan worden. En wat te denken van de nieuwe ligging van het ziekenhuis. Het is nu niet meer 5 minuutjes fietsen naar het werk maar ruim een half uur.

Voor de moderne mensen onder ons, met de elektrische fiets is het 20 minuten fietsen vanaf Winschoten naar het ziekenhuis in Scheemda!

De laatste weken werd de druk groter en groter. Soms lag mijn vrouw in bed nog te vertellen wat er voor de verhuizing allemaal nog gedaan moest worden. Ze droomde er zelfs over! Maar een ding was heel helder, de sfeer er naar toe was eigenlijk heel goed en leuk. En gezellig, een niet geheel onbelangrijk deel voor de dames.

Is dat je werk mee naar huis nemen? Nee, ik noem het betrokkenheid. Want het is niet normaal om even een ziekenhuis leeg te trekken en elders iets nieuws op te zetten. Meestal verbouwen ze wat of er wordt een vleugeltje bijgebouwd. Maar helemaal nieuw is niet de normale gang van zaken.

Mijn vrouw haar moeder heeft er ook gewerkt. In de Linnenkamer. Wanneer ik in onze verkeringstijd bij hun was dan viel het mij op dat er tussen moeder en dochter veel over het werk in het ziekenhuis gepraat werd. Dan kwam alles voorbij, de leuke dingen, de minder leuke dingen en de vervelende dingen. En ja, er werd ook wel eens gemopperd, over het beleid, over collega’s. Maar dat hoort er ook bij. Maar de loyaliteit was vele malen groter, zo groot dat je het niet moest wagen kritisch te zijn op de gang van zaken daar. Het spreekwoord ‘Uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt’ is hier heel toepasbaar. En daar valt niets negatiefs van te maken, het personeel maakt het ziekenhuis en het ziekenhuis maakt het personeel.

Als Streekziekenhuis hebben ook de burgers een band met het OZG. Er zijn kinderen geboren, familieleden behandeld, geopereerd of ja, de keerzijde van het leven, gestorven. Lief en leed ligt in een ziekenhuis heel dicht bij elkaar. In november 2016 stierf mijn schoonmoeder in het ziekenhuis, na drie weken van zeer liefdevolle verpleging.

Extra bagage maar ook wel weer mooi.

Zoals ik al hierboven schreef, ik heb (gelukkig!) nooit zoveel te maken gehad met het ‘zaikenhoes’. Maar ik heb wel gezien met welke enorme gedrevenheid er gewerkt wordt. Wie je daar ook tegenkomt, artsen, verplegend personeel, baliemedewerkers, beveiligers, schoonmakers, mensen van de technische dienst enzovoorts, ze zijn allemaal betrokken en bevlogen dat ze deel mogen uitmaken van dit ziekenhuis.

Vanaf vandaag zullen er enkel nog de herinneringen zijn aan Delfzicht en het Lucas. Een tijdperk afgesloten, een nieuw tijdperk staat voor de deur. Het Lucas, de oudste van de twee, heeft het honderd jarig jubileum op acht jaar niet gehaald.

Net niet.

Ooit opgezet door Pastoor Holtel en dankzij onder andere de gulle gevers, de broers Mattheus en Lucas Fleerkamp, kreeg Winschoten haar ziekenhuis. Mattheus? Waarom werd het dan het Lucas ziekenhuis genoemd? Omdat Lucas net iets guller was dan zijn broer!

Eind 1925 kwamen De Nonnen. Olympia, Didaca, Eutichia en Praxedis om precies te zijn. Prachtige namen en prachtige mensen die hun goedheid en gedrevenheid doorgaven aan hen die hun opvolgden. En de grondleggers van het OZG!

Ik weet zeker dat de komende weken, maanden misschien wel, het kletsen hier thuis over het werk gewoon door zal blijven gaan. Van mij mag het.

Want het is, zoals Pastoor Holtel bij de opening op 12 januari 1926 al zei; Een schoone en nuttige inrichting!

 

 

 

 

De jeugd heeft de toekomst

Ruben, een jongen die regelmatig bij ons de ijs-voorraad test, is nog maar net 9 jaar maar weet nu al precies wat hij later wil worden. Hij wil namelijk dealer worden van Tesla’s. Voor die paar mensen die nog niet weten wat een Tesla is, dat is een elektrische auto.

En eerlijk gezegd, het is best wel een mooie auto om te zien dus ik begrijp Ruben wel.

Ik zie deze auto’s vaak rijden met een Taxibordje op het dak zodra ik in de buurt van Schiphol kom. Voorheen waren die taxi’s vaak van het merk Mercedes, Audi of BMW maar tegenwoordig wordt ik links (en rechts!) ingehaald door louter Tesla’s.

Elektra doet het momenteel goed. Alles moet elektrisch als het effe kan. Kijk maar eens in je schuur,  bij menigeen staat er voor kapitalen aan elektrisch gereedschap in. Bijvoorbeeld een boorhamer, accuboor, afkortzaag, vlakschuurmachine of een robotmaaier of een kantjesknipper. Voor een paar tientjes te koop bij de Lidl of de Aldi, wekelijks liggen de schappen er vol mee. En als het kapot is dan kopen we gewoon een nieuwe want het is ja niet duur. Oja, en voor het zaterdagmorgen-gevoel heeft ook elk huishouden wel een bladblazer en zo halverwege september mag deze van stal want dan vallen de eerste blaadjes al.

Wat zal het stil zijn als de stroom eens een keer uitvalt….

En dan hebben we nog de elektrische fietsen. Tegenwoordig wordt je ook door die dingen aan alle kanten ingehaald, zie ik op het Winschoter Oldambtplein de bestuurders de gekste capriolen uithalen die maar net goed gaan omdat ze de fiets niet onder controle kunnen houden. Nu is dit makkelijk schrijven want elke bestuurder van welk voertuig dan ook moet verdomd goed uitkijken om dit plein veilig te kunnen passeren. Als ik in de auto of op de fiets dit plein benader rij ik al zó rustig zodat ik op alles kan anticiperen. Dus ik steek ook mijn hand uit (ja, ze bestaan nog!), rij niet tegen de rotonde route in en als autobestuurder kijk ik zo vaak links, rechts en weer naar links dat wanneer ik de rotonde voorbij ben mijn nekspieren zo soepel zijn dat ik daarna mijn hoofd bijna 360 graden rond kan draaien…

Mijn jongens hadden nog nooit gehoord van Tesla’s toen ze 9 jaar waren. Ze speelden wel met autootjes. Die auto’s werden tijdens het spelen begeleid door zelf voortgebrachte motorgeluiden. De lippen werden stijf op elkaar geperst en dan hard blazen. Hoe harder je blies, hoe harder de motor klonk en hoe harder de auto reed. Want toen maakten de auto’s nog geluid, behoorlijk geluid en dat kwam niet alleen door de dikke uitlaten.

Tesla’s hoor je niet echt. Een Tesla zoeft.

Dat ‘bijgeluiden’ maken heb ik ze zelf geleerd omdat dit mij ook werd geleerd toen ik kind was. Oké, toen mijn kinderen de autootjes ontdekten had je ook al de eerste auto’s op batterijen maar die batterijen waren zó op en dan moesten de motoren weer op de ouderwetse manier aangedreven worden, zeg maar op ‘fossiele brandstoffen…’

Het laminaat kreeg best veel te verduren want ‘die fossiele brandstoffen’ lekten nogal!

Dat heb je niet met elektra. Dat is veel schoner en stiller. Soms zo stil dat we er geluiden aan moeten hangen om het weer veiliger te maken. Onze situatie in Groningen en de opwarming van de Aarde heeft dat alleen maar aangescherpt, een boost gegeven waardoor iedereen nu bestookt wordt dat we moeten omschakelen.

Helemaal mee eens! We moeten van het gas af!

Het lijkt erop dat Den Haag er nu ook niet meer om heen kan maar echt vlotten wil het nog niet. Want ook hier is het Grote Geld een belangrijke factor. En ja, het draagvlak is wel groter geworden maar nog niet groot genoeg voor de rest van de stemgerechtigden in ons landje. Nee, die houden zich er liever buiten want ach, ja Groningen…

Dat is ver weg.

En zolang de rest van de Nederlandse bevolking zich niet echt druk maakt over de situatie in Groningen zal de politiek haar eigen plan kunnen blijven uitvoeren, namelijk het plan van pappen en nathouden tot de echte opstand in het land uitbreekt. Of, God voorhoede het, de eerste doden zullen vallen…

En tot ze echt gaan beseffen dat er in Groningen geld gepompt moet worden (in plaats van het tegenovergestelde…) sturen ze de commercie op ons af. Snelle jongens die geld ruiken en die gaan dan ons, het volk, aanraden apparatuur te kopen waardoor we onafhankelijk van het gas kunnen geraken. Met subsidie! Bijvoorbeeld  door onze muren te isoleren, zonnepanelen op het dak te leggen en warmte uit de Aarde te halen.

Of ze dreigen met het opschroeven van de belasting op gas, met een procentje of 75!

Tesla’s zijn ontzettend mooie wagens, dat ben ik helemaal eens met Ruben. Zo’n auto zou ik heel graag willen hebben omdat hij mooi is maar ook omdat het de toekomst is. Dat snapt Ruben allang en daarom wil hij later Tesla’s verkopen. Daarom heb ik er al een gereserveerd bij deze toekomstvoorspeller. Dat wordt wel jaren en jaren sparen want duurzaam is niet goedkoop maar ach, Ruben is ook nog niet zover dus tegen de tijd dat hij zijn eigen Tesla zaak opent heb ik misschien al de helft bij elkaar gespaard.

En ja, ooit gaan we met zijn allen, in fases, van het gas af en bouwen we de boel om in huis zodat we lekker duurzaam verder kunnen leven. Ik heb dat geduld en ik heb geleerd dat geduld een schone zaak is.

Ik wel. En Ruben, dat jochie van 9 jaar ook.

Nu de Overheid nog.

 

Wandelkaart

Volgens een krantenbericht uit het jaar 1966 heb ik, toenmalig peuter van tweeëneenhalf jaar, meegelopen aan een wandeltocht. Geloof me, ik kan daar niks meer van herinneren maar het bewijs, dat krantenbericht, zit in een van onze fotoboeken waardoor het wel waar móet zijn! Mijn ouders waren altijd fanatieke deelnemers en dat was waarschijnlijk de reden dat ik zo vroeg al op pad moest. Op oudere leeftijd wierpen zij zich op als stempelaars en zaten zij achter een tafeltje stempeltjes uit te delen. En dropjes, mijn moeder had altijd een trommel met dropjes bij zich om uit te delen aan kinderen én volwassenen.

Het ging hier om de Brandaris Wandeltocht, een wandeltocht die altijd in de zomermaanden georganiseerd werd en inmiddels een begrip is op het eiland Terschelling. Want menig toerist én eilanders liepen hier aan mee. En nog! De routes, 10, 20 en de laatste van het seizoen 40 kilometer, werden regelmatig omgegooid zodat alle (mooie) plekjes van het eiland gezien werden. We liepen toen nog zonder GPS of telefoon, hoefden enkel de wit met blauwe (10 km) of rode (20 km) paaltjes te volgen die daags ervoor langs de route door vrijwilligers in de grond geslagen werden. Tegenwoordig benoemen we dat, hufterproof bestendig.

Even helder, ik liep dus 10 kilometer toen ik ongeveer tweeënhalf jaar was! Er mag geklapt worden!

In de jaren erna bleven wij meedoen aan deze tochten. En na elke tocht kreeg je een nummertje en uiteindelijk kreeg je dan de felbegeerde medaille; brons, zilver of goud. Medailles die ik nu nog wel eens tegenkom als ik een doos van ‘vroeger’ door aan het spitten ben.

Toen ik later als militair mijn dienstplicht vervulde moest er ook weer gewandeld worden, nu met volle bepakking op je rug waaronder een halve puptent. De jaren erna kwam ik erachter dat wandelen mij eigenlijk veel te langzaam ging. Via een collega kwam ik bij een hardloopclubje terecht, met de originele naam ‘De Roadrunners.’ Daar leerde ik hardlopen in groepsverband en ik leefde mij voornamelijk uit op de 10 kilometer.

Dat was ver genoeg om heelhuids de finish te halen en redelijk blessurevrij door te kunnen leven.

Maar toen ik de 50 jaar naderde en mijn gewicht wat toenam, bedacht ik mij dat hardlopen misschien toch niet zo ‘mijn ding’ was. Gelukkig was er dan nog mijn fiets die mij enigszins nog sportief op de benen hield.

Of beter gezegd, in het zadel hield.

Dagelijks fietste ik heen en weer tussen mijn werk, 16 kilometers in totaal. En dan fietste ik zo hard als ik maar kon, hield wedstrijdjes met bejaarden op elektrische fietsen en op een gegeven moment had ik zelfs zo’n broekje aan met zeem, een shirt met op de rug een uitsparing voor een bidon en op mijn hoofd een fietshelm.

Overdreven?

Nee hoor. Want mijn fiets was een snelle fiets waardoor ik er zelf natuurlijk ook ‘snel’ uit moest zien. Toen ik ‘m kocht zei ik tegen de fietsenmaker dat ik een fiets zocht met zo’n min mogelijk weerstand. Het werd een fiets met maar liefst 24 versnellingen!

Dat was wel overdreven!

Want al gauw kwam ik erachter dat ik in werkelijkheid maar enkele versnellingen gebruikte en ja, in Den Haag en omstreken zijn de Pyreneeën ver te zoeken, hooguit een verdwaald Schevenings duintje zou nog een reden kunnen zijn om een lichtere versnelling te activeren. Maar 12 waren ook genoeg geweest!

Maar sinds een jaar fietste ik ook niet meer omdat er privé wat zaken veranderden. Hierdoor zit ik alleen nog maar in de auto en als ik niet in de auto zit dan zit ik in een stoel op mijn werkplek(ken). Daarbij opgeteld besloot ik ook maar te stoppen met roken en vervolgens begon mijn lichaam kilo’s te vreten waar Holle Bolle Gijs jaloers op zou zijn geweest.

En toen kwam mijn vrouw met het idee om te gaan wandelen!

Tegen het einde van 2017 zijn we daarmee begonnen. Eerst stukjes door Winschoten, later halve rondjes Blauwe Stad, op een mooie maandag in maart een rondje Dwingeldervelden en in april van dit jaar kwam het tot een sportief hoogtepunt, de 25 kilometer van de Fjoertoer op.. Terschelling!

Dat was wel even wat anders dan 10 kilometertjes.

Ik moest aan voorgaande denken toen ik van de week langs de kant van de Beertserweg stond, te kijken naar alle deelnemers van de Avondvierdaagse. Ik viel van de ene in de andere verbazing. Zoveel enthousiasme bij elkaar had ik nog nooit gezien. Jaren geleden liep ik ook wel eens mee met de Avondvierdaagse in Leidschendam maar de hoeveelheid wandelaars die daar liepen waren een fractie van wat ik nu allemaal voorbij zag komen! En wat te denken van al die fanfares, drumbands en Majorettes die de boel zo knap opleukten, wat een gezelligheid allemaal!

Voetballers, volleyballers, korfballers, judoka’s, scholen, bedrijven maar ook andere clubjes die Oldambt rijk zijn waren vertegenwoordigd, luid hun ingestudeerde yells of liederen zingend om de aandacht te vragen voor waar zij voor staan.

Naast deze vrolijkheid viel mij nog wat op, namelijk de publieke belangstelling. De wandelaars waren ruim vertegenwoordigd, een paar duizend, maar het publiek was met nog meer! Overal stonden ze, in de Langestraat, bij het Oldambtplein, bij het Schönfeldplein, overal waar de wandelaars hun ereronde liepen. Of ze zaten, ik zag hele tuinsets langs de kant van de weg gestald zijn met enthousiast mensen erop.

Maar het aller-aller leukste was toch wel hoe de wandelaars door het publiek verrast werden. Telkens zag je weer iemand de weg op schieten met iets van een lint in de hand met daaraan geen medaille maar snoepgoed, cadeaubonnen of cadeautjes. Of droge worsten! Deze werden de wandelaar om de nek gehangen waarna de gulle gever of geefster zich weer aansloot bij het publiek. Sommige volwassenen kregen zelfs blikjes bier omgehangen en een enkeling zag ik zelfs lopen met een sixpack!

Maar bij een ruime meerderheid, de kinderen, betrof het snoepgoed in alle smaken, geurtjes en kleurtjes waardoor het een nog vrolijker aanblik gaf.

Even bedenk ik wat nadeeltjes aan deze happening. Door al dat omhangen van ‘van alles’ werden er wel een heleboel herniaatjes gekweekt….En wat zal het een aanslag zijn op de tandjes….De kinderen zullen wel stuiterend het weekend doorkomen van al dat suiker. Maar ach, wandelaars bewegen en beweging is goed tegen rugklachten en obesitas dus mijn bedenkingen raken kant nog wal.

En het allerbelangrijkste staat als een huis! Het doel, samenzijn en het leuk hebben, heiligt de middelen!

 

 

Toen was geluk….

Bijzondere herinneringen. Iedereen heeft ze wel. Zo sprak ik laatst Martin, een Scheveninger en woonachtig in de Terschellingsestraat(!) die vertelde over een Oud & Nieuw herinnering.
Het was een jaar of 55 geleden en hij was een knaapje van een jaar of 12. We spreken over eind jaren ’50, begin ’60. De tijd dat de winters nog winters waren. De tijd van Toen geluk nog heel gewoon was zeg maar..
Tussen kerst en de jaarwisseling was het voor de jeugd gewoongoed om kerstbomen ‘te rausen’. Martin deed daar ook aan mee en naast de lol was er ook de strijd tussen de wijken om maar zoveel mogelijk kerstbomen te verzamelen voor het Vreugdevuur. In zijn wijk werden de kerstbomen neergelegd op de T-splitsing van de straat waarin hij woonde en om het geheel een beetje ‘body’ te geven werden er ook autobanden opgegooid die vrijwillig afgestaan werd door het autobedrijf in die zelfde straat. Dat ruimde mooi op. Ja, het was in de tijd dat het woord ‘milieu’ nog niet het gewicht had van heden ten dage.
Het was niet specifiek voorgaande herinnering want tot op de dag van vandaag vieren ze in Den Haag en omgeving zo de jaarwisseling. Weliswaar zonder de autobanden en tegenwoordig ook zonder sneeuw… Maar goed, de reden van zijn herinnering was dat er ineens een man met een buikorgeltje verscheen. De man begon te spelen en er ontstond een sfeer van gezelligheid, saamhorigheid en ontroerend geluk. De dagen erna sprak iedereen erover maar niemand wist wie hij was en waar hij vandaan kwam. Eén man met een simpel buikorgeltje wist die nacht velen te raken met zijn vrolijke en ontroerende klanken.
Het jaar daarop werd er voorgaand aan de jaarwisseling al gespeculeerd of de man met het buikorgel er weer bij zal zijn. Vol spanning wachtte men de klok van 12 af maar helaas, het bleef bij de kerstbomen fik, vuurwerk en de autobanden… Ook de jaren erna kwam hij niet opdagen en was de herinnering geboren.
Het deed mij denken aan de Pinksterdagen op Terschelling. Deze weekenden waren op zichzelf al bijzonder door de vele motoren die ons eiland opzochten. En de berijders van die mannen-speeltjes vormden een bont gezelschap van ruwe bolsters met blanke pitten. En dan waren er natuurlijk ook de in leer gestoken stoere meisjes die daar omheen zwermden. Rijen dik stonden de motoren in de , toen nog, maagdelijke Oosterburen, de hoofdstraat van het dorpje Midsland. En de kroegen puilden uit. Wij, opgroeiende jochies in de jaren ’70, trotseerden dit ‘geweld van de vaste wal’ en liepen vol bewondering maar wel met een wijde boog om de motoren heen door de drukke dorpsstraat. Later, toen we zelf tot het motorisch geweld behoorden middels onze Zundapp’s en Kreidlers, werd de angst wat minder en toerden we langzaam rijdend (en zetten we ons stoerste smoel op) door dezelfde straat waarin onze gasten luidruchtig vertoefden.
Maar de echte herinnering zat in de 2e Pinksterdag, de dag dat het hele zooitje met de laatste boot vertrok richting de dagelijkse sleur van werken of sleutelen aan de motor bij gebrek aan werk. Want op één van die vol gepropte schepen van Rederij Doeksen verscheen op een gegeven moment ‘de Trompetter’! Vanaf het hoogst mogelijke punt van het schip zette hij de trompet aan zijn lippen en begon te spelen. En hoe! De prachtigste klanken klonken over het havenplein en de uit eilanders bestaande menigte plus de opvarenden van de schepen luisterden…muisstil.
De ontroering van zijn muziek deed de eilander gemeenschap de massale overlast van de motoren vergeten. En vele jaren daarna (in mijn herinnering althans) werd dit op de 2e Pinksterdag herhaald en werd het havenplein alsmaar voller en voller want iedereen op het eiland, van Oost tot West en van jong tot oud, wilde dit meemaken..
Het was de tijd van toen geluk nog heel gewoon was zeg maar.. Je zou er een film over kunnen maken!

Een Libelle maakt nog geen zomer..

Het was me het weekje wel. Sterker nog, het was de Libelle Zomerweek! Mijn vrouw en haar vriendin zijn dinsdag geweest. En vorig jaar zijn ze ook geweest. En dat jaar ervoor óók! Zij vertrokken afgelopen dinsdagmorgen toen ik om acht uur in de sportschool aan het knoeien was met allerlei fitness apparaten. Zij gingen naar Almere, om precies te zijn naar het Almere Strand.

Nooit geweten dat ze daar in de polder ook een strand hebben….

Door mijn fanatieke gesport kon ik de dames niet uitzwaaien. Nu snap ik dat je als lezer je nu afvraagt waarom er überhaupt uitgezwaaid moest worden? Ze gaan enkel naar Almere en geloof me, dat is echt niet de andere kant van de wereld! Sterker nog, ze zouden vroeg in de avond weer thuis kunnen zijn om aan te schuiven voor de avond maaltijd.

Waarom dan dat overdreven uitzwaai-gedoe?

Omdat de Libelle Zomerweek voor de dames een feestdag is. Niets meer en niets minder. Het was al een feest toen ze zich vorig jaar, gebogen over de laptop, inschreven. Dat werd beklonken met een roseetje. Daarna gingen ze aftellen en hoorde ik regelmatig hoelang het nog duurde. Maanden, weken en uiteindelijk dagen werden afgeteld (vandaar nu een tekort aan Rosé) en afgelopen maandag was het nog één nachtje!

Het werd dan ook een onrustige nacht.

“Hoe laat denken jullie weer thuis te zijn, ongeveer?” vroeg ik, want de ‘De doe- het-zelf kip’ stond op het menu en de bereiding zou nogal wat tijd in beslag nemen. Twee maanden terug hadden we de eieren gekregen en vervolgens uitgebroed. Resultaat? Twee kippen die om het huis lopen. Ja, om het huis, we laten ze lekker scharrelen zodat het korte leven wat ze hebben uiteindelijk wel in alle vrijheid mag plaatsvinden. Want alle katten uit de buurt lopen hier ook vrij rond te scharrelen en in onze tuin te schijten dus waarom onze kippetjes niet. Oh ja, en bijvoeren is niet nodig, ik heb ze flink vet gemest dus gaten in de afrastering knippen of Emile Ratelband, Hans Klok of Hanny mobiliseren is absoluut niet nodig.

De kippetjes zijn inmiddels slachtrijp en de dames vonden de Libelle-dag wel een zodanige feestelijke dag om de huiskippen op het menu te zetten. Om precies te zijn, getrancheerde kipfilet in een marinade van tym, rozemarijn en een teentje knoflook. Met bloemkool (helaas nog geen Hollandse) en een gekookt aardappeltje.

“Geen idee!” antwoordde mijn vrouw op mijn praktische vraag hoe laat ze thuis zouden zijn. “Daar willen we nog niet aan denken. We gaan eerst genieten van deze dag enneuh…je wacht maar met koken totdat wij je bellen vanuit de auto op de terugweg!”

Ja, daar sta je dan als man met een ‘Doe- het- zelf-kip’ en een Zelfstandige echtgenote. En een knuppel in mijn hand want daarmee moest ik de kip knock-out slaan volgens het bericht in het Algemeen Dagblad. Het artikel ging over je eigen kippen uitbroeden, voeden, doden en opeten.  Om bewustwording te kweken van het proces welke vooraf gaat aan het kipfileetje alvorens het in de pan bruin gebakken gaat worden. Na het knock-out slaan kwam het mes en daarmee… Nou ja, laat ik je de details maar besparen… Vroeger was kippen eigenhandig slachten wel heel normaal. En was het ook heel normaal om er als man zo bij te staan, met knuppel en mes. Maar toen had je ook nog geen Libelle Zomerweek. Toen waren de vrouwen nog dagelijks bezig met de was, het huishouden en de kinderen opvoeden. Die hadden geen tijd om naar een strandje in de Flevopolder te gaan, laat staan om zo’n vrouwenblad te lezen! Ja, de Bijbel. Daar mocht in gelezen worden.

Dat dan weer wel.

Tegen half acht die avond kwamen de dames thuis. Dit was ook een evenement op zich! De ene na de andere tas werd naar binnen gesjouwd en onderwijl kwam het gekakel mij tegemoet. Dat was niet van de arme kip die ik aan het ontleden was maar van de Libelle dames. Want het was zóóóóó leuk! En kijk eens wat ik gekocht heb! En hier, allemaal kleine verpakkingen van Van Peijnenburg koek! Oh, en ik heb zo’n leuk jurkje gekocht! En er waren alleen maar vrouwen, op een enkele man na maar die moest natuurlijk als pakezel dienen, de sukkel!

En vervolgens stonden ze bijna in hun jurkies te piesen van het lachen!

Dit zijn voor mij en vele mannen met mij, bekende momenten. Momenten om gewoon te zwijgen, zo nu en dan te knikken en ‘Ja’ of ‘Leuk!’ te roepen of door gewoon te glimlachen. In mijn geval was het nog iets makkelijker want ik ging de kip bakken en maakte  tegelijkertijd een sausje voor over de bloemkool. Multitasking noemen ze dat ook wel maar dit even terzijde. En de dames hadden daar toch geen oog voor, die waren druk met uitpakken en de kreetjes van geluk vulden weldra ons huis.

Tijdens het eten ging het gekakel gewoon in alle hevigheid door. En mijn vrouw liet nog doorschemeren dat ze helemaal vergeten was om mij het cadeautje te geven.

Eerst eten.

Na het toetje, een bakje zacht romige yoghurt met aardbeitjes van onze Boerenwinkel uit Winschoten, kwam het cadeautje op tafel. Het was een bidon. Een Bidon. Twee paar ogen keken mij blij aan en het kakelen viel even stil, in afwachting van mijn reactie. Een reactie op het krijgen van een Bidon, lichtblauw. “Het is van Mepal!” voegde mijn vrouw nog toe, doelend op het merk.  Daar zijn vrouwen gevoelig voor. Ik niet. Als iets van ‘iemand anders is’ voel ik mij schuldig en voelt het niet als ‘van mij’. En ik drink water uit een flesje waar eerst iets anders ingezeten heeft, vraag maar aan mijn fitness-coach.

Maar dat mag kennelijk niet en daarom kreeg ik nu deze Bidon.

Ik snap wel waarom mannen tegenwoordig zich steeds minder man voelen. Dat komt door de vrouwenbladen zoals de Libelle. Maar ook de Linda, de Viva en al die andere blaadjes. En ik snap nu ook het project van ‘De doe-het-zelf-kip’. Want mannen weten niet meer dat ze ooit op Aarde zijn neergezet als jagers. Jagen, slachten en opeten! En zodra het donker werd de Libelle vrouw bekoren en beminnen. Ik probeerde te reageren op mijn cadeautje maar dat was niet meer nodig.

De dames zaten alweer op hun telefoon uit te zoeken wanneer de volgende Libelle Zomerweek is. 

Over privacy gesproken….

Inmiddels ligt er een lijstje naast de vriezer op het aanrecht. Op dat lijstje staan enkele pennenstreken , onder andere traphekwerk vastzetten, buitenmuur en garagedeur verven. Met mijn naam erboven! Dat lijstje ligt er al even. Een maandje of vier schat ik zo in. Daarvoor werd het mij met enige regelmaat mondeling voorgelegd maar zoals wel vaker ging dat het ene oor in en het andere oor uit.

Volgens mijn vrouw dan.

Nu schrijft ze het dus op. Het begint al een behoorlijk epistel te worden want elke week komt er wel een opdrachtje bij. Als ik ZZP’er was kon ik hier een goede boterham verdienen. En ja, het zijn opdrachten, geen verzoekjes. Dat stadium is ze al voorbij. Natuurlijk heb ik geprotesteerd. Ik heb ook een leven en ze weet dat haar mannetje niet zo van de klusjes is, hij is meer van het koken om maar eens een voorbeeld te noemen. Daar is ze het wel mee eens maar dan wijst ze naar mijn pokkel en herinnert zij mij weer aan het feit(je) dat ik meer moet bewegen. Daar heeft ze gelijk in en dat irriteert mij want ze heeft wel vaker gelijk. En als de dames gelijk hebben dan gaan ze zich er ook naar gedragen en dat werkt voor mij net als een rode lap voor een stier.

Maar ik moet meer bewegen, nog niet zolang geleden werd mij dat ook al door mijn fysiotherapeut aangeraden. En wat ik jaren tegen heb kunnen houden is hem nu gelukt, ik sport in een sportschool! Tot nog toe ben ik twee keer geweest. De eerste keer zal mij nog lang heugen want ik flikkerde bijna van de loopband af. Ik vond het tempo wat te laag en dacht deze iets omhoog te schroeven door op het plusje voor mij op het dashboard te drukken. Maar ja, je beweegt wat instabiel door het lopen op een bewegende vloer en daardoor had ik niet in de gaten dat ik een sneltoets te pakken had…De band versnelde en ik moest nu rennen om de band bij te kunnen houden en niet achterwaarts eraf gegooid te worden!

En uiteindelijk op het internet terecht te komen van de een of andere blooper website…

Het liep gelukkig goed af. Ik kon tijdens het rennen het minnetje aandrukken waarna het tempo direct een stuk rustiger werd. Daarna mocht ik kennis maken met alle andere ‘werktuigen’, werktuigen die ik wel eens op tv gezien had. Met van die strakke en gespierde jongens en meisjes die daar dan moeiteloos mee om weten te gaan. Zij wel. Ik keek eens om mij heen en zag geen strakke en gespierde jongelui. Ik zag enkel vijftig plussers met buiken en enorme buiken.

Ik viel niet op!

Mijn fysiotherapeut vertelde mij na het eerste uurtje dat ik de dagen erna vast wel wat spierpijn zal krijgen. “Maar dat gaat vanzelf weer over, hoor!” zei hij met een brede glimlach, om mij natuurlijk gerust te stellen.

Toen ik even later thuiskwam en de auto weggezet had, voelde ik mij dom en dapper. Dom dat ik met de auto naar de sportschool was gegaan (2,6 kilometer) en dapper dat ik dan nu eindelijk mijn lichamelijke conditie eens goed ga aanpakken. Het eten stond al klaar, schnitzel met aardappelen en sla. Ik voelde me zó goed dat ik zelfs extra sla opschepte.

Na het eten viel ik in slaap op de bank…

Maar de volgende dag geen spierpijn. En de dagen erna ook niet. Dat gaf de burger moed. De week erop ging ik voor de tweede keer en trots vertelde ik aan mijn fysiotherapeut dat ik nergens last van gehad heb. “Dus laten we er vandaag maar een tandje bijdoen, ik wil pijn lijden!” Vervolgens liep ik enthousiast, met handdoek nonchalant over mijn schouders, naar het eerste onderdeel van mijn training, deze keer was dat de fiets. Ruim een uur later had ik alle onderdelen achter de rug en waarachtig, het deed een paar keer best wel pijn! Toch had ik de volgende dag geen spierpijn en mijn kapsones groeiden, ik ben toch niet zo stram als men mij wel eens heeft voorgespiegeld…

Mijn naam staat dus bovenaan het lijstje met klussen. Op het aanrecht, naast de vriezer. Van de week begon ze (mijn vrouw..) er weer over. In het bijzijn van haar vriendin. Die laatste bekeek daarop het lijstje en las het hardop voor. Mijn reactie was dat dit mijn pensioenlijstje was. Klusjes voor na mijn werkbare leven.

Voor de duidelijkheid, ik moet nog een jaartje of dertien.

Nu kreeg ik van twee kanten van alles naar mijn hoofd geslingerd. Ik werd in een hoek gedreven. En dan zoek ik een uitweg. “Ik ga een klacht indienen tegen jou!” riep ik tegen mijn vrouw. “Want dat lijstje is een inbreuk op mijn privacy! Want per 25 mei aanstaande geldt de Algemene Verordening Gegevensbescherming en die worden hier met voeten getreden!”

Twee paar zeer verbaasde ogen keken mij aan.

Ik vervolgde mijn verdediging. “Ja, privacy ja! Dat briefje ligt hier, open en bloot en voor iedereen te lezen. Je vader, je zoon, de achterbuurvrouw, de voorbuurvrouw en haar dochter, je vriendinnen en als mijn jongens hier zijn kunnen zij dat ook zien!”

Opnieuw keken twee paar ogen mij verbaasd aan, nu met stomheid geslagen….

Aandacht

De soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend. Dit prachtige spreekwoord blijft haar waarde houden. Ook in 2018. Want we leven in het ‘Waan van de Dag’ tijdperk. Zo zie ik de laatste dagen berichten op Facebook profielen verschijnen waarin men aangeeft aanstaande vrijdagavond om acht uur twee minuten stil te zijn.

Vrijdag is het 4 mei. Vrijdag is het Dodenherdenking, dat is het al een jaartje of drieënzeventig.

Daarom begreep ik die posts niet, althans, niet direct. Want je moet wel heel simpel van geest zijn als je niet weet dat we op 4 mei de doden herdenken; jongens, meisjes, mannen en vrouwen die ooit gevochten hebben voor onze vrijheid. We gedenken door er twee minuten bij stil te staan. Honderdtwintig seconden. Dat is niets op een heel uur, een hele dag, een week, een maand, een jaar of drieënzeventig jaren.

Het is niets op al die, te vroeg uit het leven weggerukte levens…

Wij weten dat. Allemaal. Nou.. bijna allemaal. Want zoals we de laatste jaren wel vaker meemaken zijn er altijd een paar mensen, ik herhaal, een páár mensen die zich gaan vervelen. Die weten niet meer hoe ze moeten omgaan met vrijheid en gaan dan dingen verzinnen. Ze vertellen dat aan hun naasten en die luisteren er naar want ze willen geen discussie, laat staan een ruzie. Want verder is het wel een aardige gozer of meissie, we hebben allemaal wel iets waar een ander zich aan ergert.

Toch?

We accepteren elkaar zoals we zijn. En wordt er eens eentje boos omdat de ander aan het doorslaan is dan trap je wel even op de rem, dat hoort een vriendschap te kunnen hebben. Toch gaat het de laatste jaren steeds vaker mis. En het gaat mis zodra we niet meer naar elkaar luisteren. En als je je niet gehoord voelt dan zoek je elders, dan zoek je een podium en kom je uiteindelijk tot de conclusie dat er maar één gelijk heeft.

En dat ben jij!

Vroeger moest je dan behoorlijk werk verrichten wilde je dat men naar je ging luisteren. Eerst met handgeschreven statements, later middels typemachines en nog veel later met computers. Maar nog was het flink aanpoten want al dat geschrevene moest wel gelezen worden natuurlijk.

En toen kwam het internet.

De wereld ligt ineens aan je voeten. Heb je een mening dan zet je het gewoon op het Wereldwijde Web. Natuurlijk blijft het altijd zoeken naar broeders en zusters die dezelfde mening delen. Voor de duidelijkheid: Jouw mening! En op een gegeven moment ga je roeptoeteren. Steeds harder en steeds gerichter. Want het gaat om jouw mening en die mening zou iedereen moeten delen, toch? Maar echte volgers krijg je nog niet waardoor de frustratie oploopt. Want je krijgt geen aandacht! En als je geen aandacht krijgt ga je zeuren, stampvoeten en dwars gedrag vertonen.

Dan ineens is er die ingeving!

Je bedenkt iets waarvan je weet: ik krijg dan aandacht! Als ik dit naar buiten breng dan heb ik het hele land tegen mij maar dat kan mij niet schelen, ik wil aandacht! En dan doe je een oproep op Facebook, en die oproep luidt: #Geen 4 mei voor mij! En vervolgens schrijf je er wat onzin bij en ja hoor, de media pakken het op en de rest gaat vanzelf.

Je hebt je aandacht!

Zo gaat het de laatste jaren steeds vaker. Bedenk maar iets totaal tegendraads en je krijgt de volle aandacht van alle media, van Hart van Nederland tot aan het NOS Journaal, het maakt niet uit. Zelfs als eenling krijg je tegenwoordig de aandacht! Je moet, uiteraard, wel alert zijn om op het juiste moment toe te slaan. En dan het liefst op een zo groot als mogelijk podium, kijk maar naar de Suzuki die zijn neus tegen de Naald in Apeldoorn zette. Of kleinere podia als we kijken naar een recenter voorbeeld, toen het licht op een vuurtoren het een nachtje begaf. Dag in dag uit vliegen de hashtags ons om de oren, allemaal op jacht naar aandacht. Allemaal verwarde mensen die kennelijk te weinig liefde hebben gehad, mensen die niet met vrijheid om kunnen gaan….

Vanzelfsprekend ben ik vrijdagavond om acht uur twee minuten stil! Dat heb ik meegekregen van mijn ouders, daar heb ik begrip voor dankzij de leraren waarvan ik onderwijs heb mogen genieten en dat voer ik uit omdat dat het minste is wat je kan doen voor de nabestaanden. Maar toch doe ik een oproep. Een oproep naar de media. Of ze gewoon weer over het ‘gewone’ nieuws willen berichten en niet over miezerige mannetjes of vrouwtjes met kronkels in de kop.

Die mensen horen wel aandacht te krijgen hoor. Van psychiaters.

Koninklijke bevestiging

Hoe zou de Koning het gehad hebben in het mooie Groningen? Wellicht moet het hem opgevallen zijn dat alle auto’s zo netjes gewassen waren, ze glommen het Hoge bezoek tegemoet! Daar gingen wel wat files aan vooraf, zoals bijvoorbeeld bij de Blauwe Roos. We zijn natuurlijk wel gewend aan files bij de Blauwe Roos maar deze week kwam het tot een hoogtepunt.
De reden? Een gratis wasbeurt voor de auto!
Dat is natuurlijk hartstikke leuk van deze autowasserette maar ik vertikte het om in de file aan te sluiten dus ik bleef thuis. Want ik ben net van al die files in het Westen verlost en dan ga ik er niet hier een beetje vrijwillig instaan omdat mijn auto gratis gewassen kan worden!
Eg nie..
Daarnaast ben ik trouw aan mijn eigen autowasserette. Toen ik daar voor het eerst kwam kreeg ik, na betaald te hebben, een zakje in mijn handen gedrukt. De inhoud voelende was mijn nieuwsgierigheid gewekt en trok ik het zakje open: een droge worst! Niet dat ik dat lekker vind, integendeel, maar puur omdat ik het leuk vind dat ik dat zomaar iets krijg.
Daar ben ik Hollander genoeg voor!
De worst lust ik niet maar ik heb genoeg liefhebbers in mijn omgeving. Met alle respect voor droge worst hoor, ik snap heus wel dat deze worsten gretig aftrek vinden. Maar ik krijg ’t spul niet weg, kauw me het apelazarus en dan nog krijg ik het niet weg. En daarna ben ik nog uren bezig met een tandenstokertje om de restjes tussen mijn tanden en kiezen weg te krijgen. Nee, geef mijn portie maar aan Fikkie. Of aan Fokke, Teup of Sijzo.
Of aan Willem!
Het was een mooi feest in de stad. Groningen liet zich op haar best zien, met alle ins en outs. Met veel interesse keek ik mee via de buis en weet je wat ik na de uitzending voelde? Trots. Enorme trots! Het was voor mij opnieuw een bevestiging dat mijn keus om hier te gaan wonen de juiste is geweest. Ik voel me hier als een vis in het water. Als eb wat hoort bij vloed. Als een slager in zijn slagerij of een als een boer op zijn land.
Het valt mij trouwens op dat veel Groningers heel trots zijn op hun afkomst. Wanneer ik bij collega’s enige tijd in de auto zit dan wijzen zij mij op al het moois in de provincie. Of ze rijden even een andere route om te laten zien hoe mooi het allemaal wel niet is. “Kijk dan! Wat een ruimte he!” roepen ze dan enthousiast, en ik gil dan even zo hard mee in mijn enthousiasme.
Dat komt ook doordat ik de taal, het Gronings, best wel goed verstaan kan. Mocht er een keer een woordje voorbij komen waar ik niks mee kan dan vraag ik altijd even terug te spoelen, waarna het kwartje uiteindelijk toch valt. Soms probeer ik het zelf ook wel eens maar meestal kijkt men mij dan bedenkelijk aan en weet ik weer even mijn plaats: een Terschellinger die ruim dertig jaar in Den Haag gewoond heeft en nu weer terug is in het Hoge Noorden.
Dat kun je zien als een beperking.
Toch rij ik in een schone auto. Mijn vrouw kon de aantrekkingskracht van het woord ‘gratis’ niet weerstaan en griste mij de sleutels uit mijn zak met de woorden: “Ruim jij de vaat even op, maak het fornuis schoon en ja ook met jiff! en droog het aanrechtblad goed!”
En weg was ze met mijn auto!
Op dat moment was ik even de Koning. Mijn Hofdame ging de auto even laten wassen. De echte Koning was maar een paar uur in Groningen en Ommelanden maar dankzij zijn feestje zag heel Nederland dat het goed toeven is in Groningen. En op de een of andere manier legde ik heel even de link tussen Noord – en Zuid Korea. Die bereikten op Koningsdag ook een hoogtepunt door elkaar eindelijk weer eens in de ogen te kijken (en te knuffelen!) en ze beloofden elkaar om zich weer te gaan verbinden. Net zoals onze Koning hoog in zijn vaandel heeft staan: verbinden!
Want zodra de verbinding goed is loopt alles soepeler en kunnen deze verbintenissen leiden naar grote successen. Dat zagen wij aan het optreden op de Vismarkt van Arnold Veeman, Izaline Calister en Diggie Dex, die samen het prachtige laid ‘Mien Grunneger Stad’ zongen, aan mijn vrouw die met liefde met mijn auto door de wasserette tufte, aan Prins Maurits en zijn vrouw die even weer in de armen vielen van vroegere collega’s van Café Soestdijk, aan de Groningers die bedacht hebben dat de naam Blauwe Loper omgedoopt moet worden in de naam van wijlen en zeer geliefde Burgemeester Pieter Smit, aan Ben Feringa met zijn medewerkers die trots vertelde dat het winnen van de Nobelprijs te danken was aan pure samenwerking en we zagen het aan het gesprekje tussen de Hoogheden en de gedupeerden van de aardbevingen, de roep om empathie met hun problematiek uit het hele Koninkrijk was meer dan terecht en welkom, het gaat elke Nederlander aan!
En onze Koning is het daar helemaal mee eens want hij sloot af met de woorden die we zelf ook, als trotse Noordelingen, altijd wel een paar keer per jaar tegen elkaar zeggen:
Er gaat niets, maar dan ook helemaal niets, boven Groningen!

 

Sportiviteiten

Eendracht Doet Overwinnen. Kort door de bocht ook wel EDO genoemd. Daar moest ik aan denken toen mijn Fysiotherapeut Jari het vonnis velde:
 
“U moet aan de fitness!”
 
EDO was lang geleden de gymnastiekvereniging waar ik lid van was. Iedereen was daar lid van. Volgens mij was je bij geboorte al automatisch lid.
 
Wij deden dus aan gym. Tegenwoordig heb je Peutergym, Kleutergym, meisjesgym, jongensgym en ouder&kindgym. In mijn tijd heette het gewoon gym. Wekelijks werd er van alles geoefend op de brug, op de bok of kast of je hing in de ringen vogelnestjes te maken. De gymkleding bestond uit witte gymschoentjes, een kort broekje en een shirt met daarop het embleem van EDO. De meiden hadden een turnpakje aan.
 
Die wekelijkse trainingen kwamen een keer per jaar tot een hoogtepunt, namelijk tijdens de jaarlijkse uitvoering. Die uitvoering werd gehouden in zalencomplex Actania waardoor iedereen kon komen kijken. En iedereen kwam ook kijken want het was een goede reden om elkaar weer eens te spreken, uiteraard onder het genot van een drankje, een sigaretje (!) en heel laat op de avond, een broodje kroket van meneer en mevrouw Tuil, de eigenaren van het etablissement.
 
Op de Radetsky-mars kwamen we dan binnen marcheren, met gestrekte armen die ritmisch meedansten op de muziek. De jonkies liepen voorop en de oudjes sloten de rij af. En dan de kleinste voorop, de grootsten als laatste. Vervolgens begon de uitvoering en liet iedereen zijn of haar kunstje zien.
Na al deze sportiviteiten werden alle stoelen gestapeld en naar andere ruimten gebracht. Want nu was het tijd om te dansen, voor iedereen.
 
Later hield ik de gym voor gezien en sprong over naar een andere tak van EDO, het volleyballen. Voor de duidelijkheid, ik voetbalde ook hoor, bij Quick’35, alwaar wij om de week óf tegen TVV speelde óf tegen AVV. Met volleybal ging dat eigenlijk op dezelfde manier. We woonden immers op een eiland en het begrip ‘uit of thuis’ was ons eigenlijk vreemd.
 
Eenmaal op mijzelf wonend in Den Haag werd het sporten steeds minder belangrijk. Eerst heb ik nog enkele jaren gevolleybald aan de Steenwijklaan en gevoetbald bij een Voorburgs clubje. Tot ik geopereerd werd aan een hernia, toen stopte mijn sportieve ‘carrière’ eigenlijk, ik was toen 27 jaar.
 
Enkele jaren daarna heb ik nog enkele sportieve prestaties neergelegd op softbalgebied in Kijkduin en later heb ik nog wat aan hardlopen gedaan, maar verder dan de 10 km in 53 minuten lopen kwam ik niet. Doordat het sporten op een zeer laag pitje kwam te staan begon mijn lijf tekenen te vertonen van euh.. wat zwaarder worden. En dat werd erger nadat ik anderhalf jaar geleden stopte met roken.
 
En dan lig je ineens met wat schouderklachten op de tafel bij de fysiotherapeut!
 
Jari heet mijn Fysiotherapeut. Hij is iets ouder dan mijn eigen jongens en hij heeft mij nu al drie keer even flink onder handen genomen. Tijdens het masseren praten we over van alles en nog wat mits ik er wat fatsoenlijks uit krijg want die massages zijn behoorlijk pijnlijk. Met grote regelmaat lig ik te happen naar lucht omdat hij dat laatste beetje lucht al uit mijn longen geperst had, net op het moment dat ik wat moest zeggen..
 
“U moet aan de fitness.” zei hij nogmaals, “Wat meer bewegen, wat krachttrainingen zal u goed doen.”
 
Ik moest direct denken aan Youri, mijn oudste zoon. Hij is ook van de fitness. Elke week ging hij naar zo’n sportschool en pijnigde hij zijn lichaam. Vervolgens ontblootte hij regelmatig zijn bovenlichaam zodat iedereen in zijn omgeving kon zien hoe gespierd hij wel niet was. Hij vond ook al dat ik naar de sportschool moest maar daar was ik het niet mee eens, ik werd al moe bij de gedachte. “Zet mij nou maar neer aan een tafeltje met een computer en laat mij lekker schrijven. Ieder zijn meug, jongen.”
 
Maar nu zegt mijn Fysiotherapeut het en weet ik dat ik er niet meer onderuit kan. Want wij, 50 plussers, behoren tot de categorie ‘het kan vriezen, het kan dooien’. Wij doen dingen niet op lichamelijke krachten maar gewoon op karakter, zo zijn we opgevoed. Maar daardoor is het mogelijk dat het lichaam wat achter raakt.
 
Voorzichtig probeerde ik hem nog te herinneren aan het feit, ja aan het feit, dat ik begin april nog 25 kilometer gewandeld heb! “Of was je dat alweer vergeten, mien jong?” Maar Jari kent zijn pappenheimers en rustig begon hij op mij in te praten. “Ja, dat was ook heel knap van u maar kijk eens hoelang het duurde voordat de pijntjes in het lichaam weer verdwenen waren. Als u hier nou elke week gaat trainen dan zult u zien dat u zich daarna een stuk beter gaat voelen, het herstel sneller zal gaan en wellicht valt u er ook wat bij af zodat uw kleding ook weer wat lekkerder gaat zitten.”
 
Met dat laatste had hij mij! Want over het algemeen draag ik XL maar ik vertik het om mij over te geven aan die C&A maten XXL of erger, XXXL!
 
Ik ga dus weer op gym! Modern gezegd, 50 Plus Gym! En geloof me, ik ga er honderd procent in want mijn karakter laat zich niet kennen. Morgenmiddag om vijf uur moet ik mij bij Jari melden in sportbroekje, t-shirt en gymschoenen.
 
Zet de Radetsky-mars maar aan!

Over ezels gesproken…

Sinds kort hebben wij een ezel in de tuin staan. De reden van aanschaf is dat ezels wolven uit de tuin houden. Want zodra ze een wolf zien beginnen ze met achteruit trappen of, erger, bijten ze van zich af. Ezels kunnen namelijk niet zo goed met wolven omgaan. Sterker nog, ezels hebben een bloedhekel aan wolven! Vraag maar eens aan de eerste de beste ezel die je tegenkomt wat hij of zij van wolven vindt. Geheid krijg je dan te horen dat ze er een pesthekel aan hebben. Als je vraagt waarom  dan krijg je helaas geen antwoord, tenminste, bij de ezels die ik gesproken heb..

Meestal staat de wolf er niet gekleurd op. Kijk naar Roodkapje of luister naar Sergej Prokofjev’ ‘Peter en de Wolf’.

Maar goed, wij hebben nu een ezel in de tuin en sindsdien is het rustig wat wolven betreft in de straat. Wel zag ik nog enkele buurtkatten die bij ons altijd een sanitaire stop houden maar daar reageert onze ezel nog niet op. Misschien moet hij daarvoor maar eens op cursus, er is vast wel ergens een ezelfluisteraar die dat voor elkaar kan krijgen.

Even voor de duidelijkheid, bovenstaande heb ik zelf niet verzonnen, het stond van de week gewoon in de kranten.

Net zoals het bericht over sociale dienstplicht welke ze willen invoeren voor de jongeren. Wij ‘oudere jongeren’ roepen wel eens dat militaire dienstplicht goed zou zijn voor onze jongeren. En vervolgens komen we met sterke verhalen uit onze eigen dienstplichttijd en strooien met termen als Uzi of Fal met ‘hondenlul’, Sergeant, schuttersputje, achter de wacht zitten, Leopardtank, Punt 50 en hoe we toegeschreeuwd werden, want dat was een van de vormen van communicatie binnen het leger.

Dat schreeuwen deden die officieren trouwens niet thuis, daar lagen de kaarten anders….

De reden dat we dit wel eens roepen is omdat de ‘jeugd van tegenwoordig’ nogal losgeslagen is. Het is ‘normaal’ om spullen van anderen te slopen lijkt het wel. Het respect voor andermans eigendom is nihil. En het ‘nieuwe’ vechten, kopschoppen, is nog nét niet opgenomen in de Dikke Van Dale maar je hoeft niemand uit te leggen wat er mee bedoelt wordt. En ja, daarnaast schijnt het onderwijs andermaal zó slecht te zijn waardoor we, als ze aan het werk gaan, er eigenlijk niks meer aan hebben.

Ze weten niet eens wat een ezelsbruggetje is!

En ze klagen al als ze nog ergens aan moeten beginnen. Want het is ‘zwaar’ of ‘saai’ terwijl wij leerden om pas te klagen ná gedane arbeid.  Toch is de kans klein dat de dienstplicht weer ingevoerd zal worden. En ik snap ook wel dat er bij de jeugd geen draagvlak is voor een andere dienstplicht die de huidige politiek verzonnen heeft, namelijk de maatschappelijke dienstplicht. Want dan moeten ze werkzaamheden doen die normaal door wegbezuinigde betaalde krachten gedaan werden en voor bewezen diensten krijgen ze een koekje bij de thee.

Daar kom ik ook mijn bed niet voor uit.

Nee, we lopen achter de feiten aan. Wij opvoeders hebben het zelf verknald. Wij gaan ‘een gesprek aan’ met zoon- of dochterlief waarin wij onze wensen uitspreken. Of ze genegen zijn iets te doen in de huishouding of even het gras willen maaien. Daarnaast brengen we het kroost overal naar toe waar ze maar heen willen zodat ze niet nat worden door de regen of omdat het zo hard waait. Dat komt ook door de overheid, zij maken ons bang. Zodra het KNMI begint te strooien met allerlei codes staan we al stijf van de spanning en daar maken die jongens en meisjes van tegenwoordig handig gebruik van.

Zo zijn we ook aan het woord ‘pamperen’ gekomen.

Ik was zelf ook van het ‘pamperen’. Toen ik zelf nog bij de jeugd was deed ik braaf (maar wel met een super chagrijnige kop) de klusjes die mij opgedragen werden, zoals bijvoorbeeld de tafel dekken, afwassen of afdrogen, hout hakken voor de open haard, de auto van mijn vader wassen of het gras maaien. Nadat ik zelf kinderen kreeg gaf ik die opdrachten om mee te helpen niet door. Nou ja, ik gaf ze wel door maar zodra er tegengesputterd werd draaide ik mij om en deed het maar zelf.

Daar hebben ze ook weer een term voor verzonnen. Conflict vermijdend gedrag!

Eigenlijk zijn wij, ouders, grote ezels. Want we hadden gewoon de opvoeding die wij zelf gehad hebben, moeten handhaven in de opvoeding van onze kinderen. Want laten we eerlijk zijn, zijn wij er slechter van geworden? Hebben we, uitzonderingen daargelaten, onze ouders massaal de rug toegekeerd, als straf voor al die jaren van ‘onderdrukking’? Hebben we er wat van overgehouden?

Nee, niks negatiefs.  Wel iets positiefs, namelijk doorzettingsvermogen en respect voor anderen (en hun spullen).

En nu zitten we met de gebakken peren. Althans, volgens de politiek. De jeugd heeft geen respect meer voor ons. En inmiddels weten we ook dat wanneer je supporter bent van Feyenoord die afwijking ..euh…(grapje!) niet in je genen zit maar gewoon komt omdat je dat zeer waarschijnlijk van je ouders hebt meegekregen.

Dat dan weer wel.

 

 

 

 

 

 

 

Over mijn toeren, een getuigenverslag van de Fjoertoer Terschelling

Het is dinsdagavond en ik ben nog aan het bijkomen  van het weekend. Ben kapot, mijn oren hangen er slapjes bij als een kamerplant die snakt naar water en praten lukt nog nauwelijks.

Zuipweekend gehad?

Nee, moest met twee vrouwen op stap. Vrijdagochtend tegen tienen begon de ellende al. Terwijl ik in alle rust mij aan het voorbereiden was op de reis werden deze voorbereidingen ruw onderbroken door de dames. De een was even het dorp in geweest om haar wandelschoenen op te halen bij de schoenmaker en de andere stond al vanaf 8 uur in de vroege morgen te springen of ze al naar ons toe mocht komen.

Met d’r koffertje.

Twee cappuccino’s en een koffie later zat ik bovenop een van de koffers zodat de rits verder dicht getrokken kon worden. Want er moest natuurlijk van alles mee. Het is dat mijn bescheiden bagage, twee onderbroeken, twee paar sokken, één broek en mijn tandenborstel  allang onderin de koffer lagen zodat de dames de rest konden opvullen.

Ik hoef niks uit te leggen toch?

Tegen 11 uur zaten we in de auto en werd ik bijgepraat over hun belevenissen van de afgelopen week. Niet dat ik daar om vroeg, dat ging gewoon vanzelf. Stiekum bediende ik de volumeknop van de radio op mijn stuur. Ze hadden niets in de gaten maar begonnen gewoon harder te praten!

Waarom deed ik dit mijzelf aan?

Omdat we ons hadden ingeschreven voor de Fjoertoer, een wandeltochtje op het mooiste eiland wat ons land kent, sterker, nog mooier dan die van iedereen, Terschelling. Op advies van mijn neef, een ‘lopert’ in hart en nieren, want dat was goed voor lijf en leden. Op dat lijf en leden kom ik later nog terug….

De Fjoertoer behelst 3 afstanden, 15, 20 en 25 kilometer en is een waar evenement. Want de lopers worden verrast met theater activiteiten en allerlei licht- en vuurshows waardoor deze tocht effe bijzonderder wordt dan een stukkie Pieterpad. Wij hadden ons ingeschreven voor de 25. Uiteraard. Altijd voor het hoogste gaan. Met minder geen genoegen nemen. Maar dat was een half jaar geleden, vorig jaar nog en toen leek 7 april nog heel ver weg. Stoer vertelde ik het de volgende dag op mijn werk waarop ik direct van repliek gediend werd: “Je kan dan niet want dan staan we op een beurs!”

Shit! Dat is waar ook! Nou, daar kom ik dan mooi van af, waarna ik direct mijn geliefde belde met de mededeling dat ik niet mee ging lopen. “Je gaat gewoon met je vriendin.” zei ik braaf, zoals het een goed echtgenoot betaamt.  En vervolgens voegde ik daar nog woorden aan toe als  “Gezellig!” en  “Samen lekker een heel weekend naar Terschelling!” Ze ging akkoord maar ik moest haar beloven dat ik dan wel mee ging met trainen. Dat wilde ik ook want ik ben op een leeftijd dat bewegen het verschil kan maken. Geen idee waarom ik dat nu hier schrijf maar het geeft mij een goed gevoel…

De trainingen speelden zich voornamelijk in het weekend af omdat we allemaal werken doordeweeks. Eerst 8 kilometer, toen een paar van 10, 12 kwam ook voorbij en een sportief hoogtepuntje was op een maandagmiddag toen we alle drie toevallig vrij waren, op het Nationaal park Dwingelderveld liepen we een rondje van 15 kilometer! Na deze wandeling voelden we alle drie pijntjes die van plekken afkwamen waarvan geen van drieën het bestaan wisten.  Dat had ook direct meer voeten in het veld want de discussie barstte los, lichamelijk waren de dames af maar verbaal lieten ze zich nog wel even horen….

Of 25 kilometer niet een beetje teveel was van het goede. Natuurlijk ging ik daarin mee. Zo ben ik ook wel weer. Ik stelde de dames gerust met de woorden dat ze gewoon straks van de 25 kilometer route op Terschelling af mochten wijken. “Zodra jullie de splitsing zien pakken jullie de route van de 15. En dat is ook een hele goede prestatie!” voegde ik vrolijk toe.

Ik hoefde toch niet mee.

Drie weken voor de Fjoertoer kwam het bericht dat de beurs dit jaar niet doorging. Naast de enorme teleurstelling voor mij en mijn collega’s barstte ik in huilen uit. Want ik wist wat mij te wachten stond. Toen ik thuiskwam van mijn werk keek mijn geliefde mij triomfantelijk aan: “Ook Gij, Brutus!” Ik moest nu ook mee. “En er worden genoeg tickets aangeboden op de Facebook site van de Fjoertoer dus je gaat maar even je best doen!”

Friese Ytje had nog een ticket voor mij en ik mocht toen toch die avond naast mijn geliefde slapen. En voor de duidelijkheid, het was een 25 km ticket want ik speelde het spel gewoon mee. Vrijdag namen we dus de middagboot waardoor ik letterlijk met twee dames opgescheept zat. Ze gingen ook gewoon verder met hun meiden-dingen, zoals het lezen van de Libelle en de Linda maar ook het lakken van elkaars nagels werd niet geschuwd. Om er maar een beetje bij te horen en omdat ik een metroman ben, mochten ze ook mijn rechter pink lakken. In mijn gedachten was die voor Tyn!

Die avond monsterden we aan bij mijn zus op Baaiduinen en s’avonds kwamen de andere lopers van ons groepje er nog bij, mijn nichtje en haar man en mijn neef, de hoofdschuldige zeg maar, met zijn vriendin. Het werd gelukkig toch een gezellige avond en iedereen wist van mijn zwakheden, een linker wijsvinger die soms in de kramp schiet, een gevoelig kruis en een grote teen die door omstandigheden klopt als een zwerende vinger. Om mijzelf wat in te dekken….

Zaterdag was dan de grote dag. Na een perfecte pasta maaltijd welke bereid was door mijn lieve zus, pakten wij de fiets en maakten we de eerste kilometers naar West. Daar lagen de rugzakjes met daarin een Fjoertoerpet mét verlichting, een boekje met de titel ‘Bestemming Terschelling’ van het VVV en een keycord voor het stempelboekje. Dat boekje hadden we al per post gehad en dat had ik natuurlijk al lang bestudeerd op sluipweggetjes of olifantenpaadjes want we gingen immers frauderen….25 kilometer ombuigen tot 15 kilometer…

Dit jaar was het thema ‘Water en vuur’, twee uitersten maar dat was de wandeling ook natuurlijk gezien de afstanden maar ook het parcours: niks asfaltwegen maar schelpenpad, karrenpad en strand stond op het programma. Dit was niet voor mietjes!

Rond kwart over zes die avond waren we in de Oosterburen alwaar het een gezellige boel was van wandelaars, eilanders en Horeca. Tegen kwart voor zeven werden we afgeschoten na een korte warming-up op een hip deuntje van een nogal actieve dame in een strakke broek. Nee, het was geen MAX versie van Nederland in Beweging met Olga en Duca, dit was iets vlotter.

Daar gingen we dan. En ik had er zin in! Dat kwam vast door dat powernapje op de bank bij zuslief. En natuurlijk door het gezelschap, ons eigen cluppie maar ook die andere 5000 mensen. Want die waren ook best gezellig en leuk.

In ganzenpas liepen we de Oosterburen uit, vervolgens linksaf langs de oude ijsbaan richting het Apenbosje. En de sfeer zat er goed in! Maar dat kwam natuurlijk ook door de omstandigheden; zon, windstil, een graadje of 12 en enthousiasme, oerol! Eenmaal bij het Apenbosje zagen wij de markering rechtdoor 15 km en rechtsaf 25 km.

Het moment van de waarheid zou je kunnen zeggen maar niet voor mij, de dames waren steeds heel duidelijk geweest (en dat voor vrouwen!) waardoor ik al zat te wachten op het moment dat ze rechtdoor zouden lopen. Ze gingen rechtsaf… Daar ik een man ben, vaak niet zo snel van begrip zegt men wel eens, hield ik eerst mijn mond. Maar na een metertje of honderd fluisterde ik de dames toe dat ze een afslag gemist hadden. Geen reactie. Stug doorlopen. Pas bij de molen van Formerum kreeg ik weer visueel contact en twee paar ogen keken mij aan met een blik van ‘smoel houden en doorlopen!’

Ik was allang blij! We gingen dus toch voor de 25! Want ja, dat kan ik nu wel zeggen, als man heb je altijd wat competitiefs in je. Maandag op mijn werk vertellen dat ik 25 km gelopen heb klinkt toch een stuk stoerder dan 15, toch. En ik voelde dat ik de benen had, mijn teen hield zich ook rustig maar de situatie in mijn kruis was nog wat onzeker. De route ging verder over het fietspad ‘onder duin’ naar Hoorn. Onderweg werden we nog getrakteerd op mooie gedichtjes van bekende eilanders welke ons op borden langs de weg verteld werden. En zo nu en dan lag er een fotograaf half op de grond plaatjes te schieten van ons zodat we vereeuwigd werden in de digitale wereld. En een leuke bijkomstigheid was dat het weer echt super lekker was en de jas niet eens aan hoefde!

Ergens bij Hoorn kregen we van hele aardige dames en heren een koppie thee en een stuk ontbijtkoek en de liefhebbers kregen de gelegenheid een bezoek te brengen aan de Dixies of men pakte gewoon een boom. Omdat het kan. We liepen Hoorn voorbij en toen begon ik ‘m toch wel te knijpen…Oosterend is best een end! Gelukkig, halverwege werden we de duinen in gejaagd waardoor ik wist dat we richting strand gingen. Nou, mijn vreugde damde wat in want we liepen met een flinke slinger weer terug richting strandovergang Kaap Hoorn onder erbarmelijke omstandigheden…Paden die vochtig waren, paden waar prut en modder lagen en paden waar dikke plassen water lagen!

Die schoenen van de ANWB hoef ik nu helemaal niet meer terug te brengen!

Eindelijk. Eindelijk kwamen we aan bij Kaap Hoorn alwaar frisse (ahum) Dixies ons weer opwachten en alwaar gestempeld diende te worden. Van Esther, een van de dames van de organisatie, kreeg ik een lekkere poffert! Ik kraaide het uit van plezier maar zag nog wel de verbaasde blikken achter de tafel. Pas na een bekertje vers koud water van het paviljoen en nadat we de strandovergang achter ons hadden, realiseerde ik mij dat het geen poffert was die ik gekregen had maar een Pofke! Poffer is Gronings en Pofke Terschellings.

Ach ja, al die talen ook in mijn leven, Terschellings, Haags en Gronings. Geen wonder dat het wel eens mis gaat, mien jong…euh..jonkje!

Over het strand lopen was niet onprettig. Nee, was best wel bijzonder. De schemer viel in, we volgden de lampionnetjes. Op de achtergrond, buiten ons zichtveld want Terschelling heeft nu eenmaal een enorm breed strand, hoorden we de golven van de Noordzee, beukend op het witte zand alsof ze ons wilden laten weten hoe goed we bezig waren. Maar dat wisten we wel en vrolijk vervolgden wij onze weg. Mijn kruisbroei begon nu toch wel wat ernstiger vormen aan te nemen maar door even enkele meters wijdbeens te lopen voelde ik wel wat verlichting.

Bij Formerum was het goed donker maar we zagen allemaal lichtjes vanuit de duinen het strand op lopen. Het waren de lampjes op de petjes van de 15 kilometer wandelaars. Gezamenlijk konden wij genieten van allerlei licht en fjoertaferelen die men voor ons bedacht had, indrukwekkend om te zien en wetend dat hier weer een hoop vrijwilligers mee bezig geweest zijn. Het is dat mijn rug inmiddels dusdanig pijn deed anders had ik heel diep willen buigen voor ze! Chapeau! (dat is Frans, ken ik ook een beetje..) Vanaf Formerum, paviljoen ZandZeeBar, waren we eigenlijk zó bij Midsland en haar vertrouwde paviljoen De Branding.  Hier werden we nóg meer verrast door van alles en nog wat om ons heen, onder andere de enorme boeien van de betonning en een verlicht silhouet van de Brandaris.

Toch liepen we door, de gang zat er in. We liepen gemiddeld 5.3 km per uur. Aldus mijn neef die ik langzaam begon te vervloeken omdat hij ons hier bedacht had. Op een gegeven moment riep ik hem toe hem te gaan ontneven! Hij ging daar niet op in maar liep wel even bij mij weg…Even voor Paal 8 passeerden we het 15 km punt, voor ons dan. “Nog 10 te gaan! Appeltje eitje! Wat is nou tien kilometer?!”schreeuwde ik nog vol bravoure.

Bij Paal 8, net voor strandpaviljoen WestAanZee, stond een heuse draak! Vuurspuwend ging hij tekeer en dat was een waar spektakel. We maakten even een korte stop nu want een dame van ons groepje ging even korte metten maken met een irriterende knieband. Hierna liepen we richting de strandovergang van de reddingboot. Nou, dat had nogal wat voeten in de aarde want hier was het niet een strak gazonnetje, nee, we moesten door mul zand waardoor alle, ik herhaal, alle spieren bijgezet moesten worden. En er leek geen einde aan te komen, links en rechts hoorde ik binnensmonds gevloek en nu wisten we hoe het ooit geweest moest zijn, 40 dagen in die woestijn…

Na deze kwelling van een helling liepen we onder kleurrijke bogen van water zo de reddingbootschuur van de KNRM in. En de vrolijkheid keerde direct weer terug want vrolijke meezingers kwamen ons tegemoet en dansen en zingend melden we ons bij de stempelposten. Na de stempel van een van de prinsesjes van de familie Kooijman, konden wij even in de armen vallen van onze fans, mijn zus en de man van mijn nicht. Deze herhaalden dat ze super trots op ons waren en zodoende gaven we niet op maar gingen ervoor.

‘Enkel de Longway nog!’ hoorde ik mezelf nog zeggen…

Maar waarom heet de Longway de Longway? Op de fiets vond ik het altijd al een pokke end maar nu moesten we lopen. En dat lopen ging ons allemaal steeds moeilijker af, behalve bij die neef van me natuurlijk, hij loopt niet voor niets de 4daagse. Ook nu was er onderweg veel te zien en te horen maar wij waren te moe om hier naar te kijken, laat staan om ervoor te stoppen. Want als we stopten wisten we dat de benen het zouden begeven.. Ik zocht op mijn gsm nog het nummer van Supertramp op, ‘Take the long way home’, maar niemand had er oor voor.

Het gat in onze groep viel ter hoogte van Dodemanskisten. Ik moest een sanitaire stop doen maar de rest, op mijn geliefde na natuurlijk, liep door. Wij liepen daarna hand in hand, elkaar ondersteunend om het zwalken zoveel als mogelijk te verdoezelen, door, maar inhalen zat er niet meer in. Maar dat gaf niet, het was goed zo en helemaal toen we net voorbij de krentenbroodjespost het nummer ‘Conquest of Paradise’ van Vangelis hoorden. Dit nummer wilde mijn geliefde haar moeder, super fanatiek Terschelling lover, afgespeeld hebben op haar crematie, twee jaar geleden.

Wij zagen soms sterretjes van alle lichtcapriolen om ons heen maar nu kwam het door onze tranen, ze was er gewoon weer even…

Na Dodemanskisten dachten we eindelijk de Finish te zien maar niets was minder waar, we moesten nog ‘een slag om’ maken en dat leidde ons helemaal langs De Walvis, zelfs er nog voorbij…Gelukkig hoefden we de rotonde niet te nemen en mochten we linksaf het dorp in, de laatste honderden meters lagen voor ons en we werden begeleid door kroeggangers en vrolijke lichtjes aan de huizen.

En ze wisten dat we kwamen want de rode loper lag er al.

Ons groepje stond ons op te wachten aan de Finish en we omhelsden elkaar en wisten dat we het echt gedaan hadden. We wisten ook dat we lijf en leden hadden, ik zou daar nog op terug komen. Alles, maar dan ook alles deed zeer, van kruin tot teen. We dronken nog wel een biertje en Erwin deed zijn best om ons met zijn accordeon muziek op te vrolijken maar onze lijven schreeuwden om rust.

Bed rust!

Tegen half twee die nacht lagen wij dan ook en het was direct stil in huis. De volgende dag zagen wij tegen half elf het daglicht weer. Ik sprong van mijn bed en gaf een schreeuw, viel direct terug en hapte naar adem. Wát een pijn! Wat een immense pijn! Het duurde wel een minuut of tien voordat we beneden waren en aan konden schuiven aan een verlaat ontbijt. Zelfs enkele uren later was er geen greintje verbetering en toen we s’middags nog even een stukje gingen fietsen heb ik de eerste paar honderd meter gillend op mijn fietszadel gezeten. Want de kruisbroei was op zijn hoogtepunt.

De half zes boot haalde ons weer uit onze droom. En nee, geen nachtmerrie, ik overdrijf graag en we hebben enorm genoten van alles! En van iedereen om ons heen! Er was geen plaats meer aan boord waardoor we verplicht waren buiten te zitten maar dat gaf niet. En terwijl ons geliefde eiland achter ons verdween en we de zon haar stralen zagen weerkaatsen op een rustige Waddenzee, werden onze pijnen omgezet in trots, trots op ons zelf en trots op de organisatie van de Fjoertoer!

Het was fantastisch!!

En hoe ging de terugreis in de auto? Geen centje pijn, de dames zwegen, stil in gedachten over hun prestatie en mijn radio vulde de auto met haar muziek.

Liefhebber

Het voorjaar zit in de lucht! Sterker nog, dit weekend mogen we er al van genieten! Ik heb de eerste krentenboom bloesem al gezien en drie weken terug al de eerste kieviten, druk bezig met hun onnavolgbare vliegbewegingen en zeer waarschijnlijk vol in de voorbereidingen voor de komende gezinsuitbreiding.

Het voorjaar is mijn favoriet, staat al jaren bovenaan mijn verlanglijstje. Ik krijg daar letterlijk energie van en ik weet dat ik daar niet de enige in ben. Alle seizoenen hebben hun charme maar de lente springt er toch net even uit. Zodra de krokussen en de sneeuwklokjes uit de grond komen voel ik mij net een koe die na een lange winter op stal weer de wei in mag. Het licht is net even helderder, de geuren zijn fris en fruitig en de talrijke, meest sprankelende kleuren zijn met geen kleurenpalet te beschrijven.

En de vogels zingen om het hardst en zijn, gelukkig, nog niet opgekocht door John de Mol omdat hij er een soort The Voice of Idols van wil maken. Nu zagen we wel enkele BN’ers zoals Hans Kazan en Emile Ratelband rondhangen bij het natuurgebied Oostvaardersplassen maar ik heb van intimi begrepen dat dit niet de geldbuidel van John was maar gewoon een eigen actie.  Om een beetje belangstelling te genereren want dat ontbrak er nogal eens aan de laatste tijd bij de heren.

Toch kregen ze aandacht, ik zag ze ineens voorbij komen in het Acht Uur Journaal. Annechien keek wat besmuikt, zo van moet ik dit aan de mensen thuis vertellen? Is er geen echt nieuws? Ja natuurlijk is er echt nieuws maar dat willen de mensen niet meer zien. Dat zeg ik niet, dat zegt de redactie van het Journaal. Er moet wat simpels inzitten. Wat grappigs. Wat gezelligs. En zoals in dit geval, iets zieligs.

Gelukkig waren er ook beelden van een kudde koeien die hun lentedans mochten uitvoeren waardoor mijn ergernis al snel verdween. Want zoals ik al zei, ik ben een liefhebber.

De behoefte aan mooi weer is ook groot. Ik denk zelfs groter dan de honger naar ijs, naar een schaatstochtje over het Oldambtmeer of zelfs een Elfstedentocht. We verlangen weer naar licht in de duisternis, dubbele cijfers in graden en groen blad aan de bomen.  Maar ook naar bootjes in het Winschoterdiep, uitpuilende terrasjes met parasolletjes en lange wandel- of fietstochten, bijvoorbeeld de Tocht om de Noord oftewel de Pronkjewail.

Om maar even een pronkstuk te noemen!

Doordat ik regelmatig heen en weer rij tussen Winschoten en Den Haag zie ik heel duidelijk in welk tempo het voorjaar zich aan het ontspruiten is. Wij lopen hier in het Noorden nog wat achter. In Den Haag stonden vorige week de narcissen al volop in bloei.  Stelletje wijsneuzen. Maar dat geeft niks, wat in ’t vat zit verzuurt niet en ze gaan bij ons ook wel uit de knoppen!

Toch is er wel een nadeel aan deze periode, namelijk de overgang naar de Zomertijd.  Elk jaar weer voel ik het, mentaal en fysiek, dat er iets niets klopt. Dat uurtje vooruit of dat uurtje korter weekend, nekt mijn gezondheid. Ik ben dan de hele week van slag en erger mij aan de kleinste dingen. Ik ben daar niet de enige in maar toch blijven we die flauwekul elk jaar weer opnieuw uitvoeren, ondanks de steeds groter wordende afkeer ertegen. En het kost je elk jaar weer nieuwe batterijen want zodra je de klok voor- of achteruit gezet hebt, begeeft de batterij het en moet je voor de tweede keer stunten op het keukentrapje.

Daar kun je de klok op gelijkzetten!

Toen ik afgelopen woensdag Oldambt weer uit reed om naar mijn werk te gaan in Den Haag, zag ik al een groene gloed over de omgeploegde akkers. Niet overal maar zo nu en dan, een voorzichtig begin van een nieuwe lente. Ons land is zichzelf weer aan het verversen, het maakt zich weer op om mooi te zijn waardoor wij daar weer verliefd op kunnen worden. We schudden het winterkleed van ons af als vogels het stof uit hun veren, en alles begint weer van voren af aan. De vogels nestelen zich weer in boom, waterkant of weiland, de padden gaan weer op zoek naar hun grote liefde, de bloemen en platen groeien zich trots naar het zonlicht.  Dat is de lente, een jaarlijks terugkerend hoogtepunt van het jaar, het mooiste liedje, het mooiste meisje van de klas… Wijlen Maarten van Roozendaal maakte er ooit een prachtig lied over:

‘Ach, zie de lammeren nou toch lurken

Aan hun vers geschoren moeders

En hoe de jonge zwanen

Donzen in de zachte sloot

En hoe de zwoele wind de wolken waait

Tot pas gewassen luchten

Ach, ik ben Goddank

Dus nog een keer

Een jonge lente waard!’

https://youtu.be/RwQq6y29YSA

 

Mijn pedicure en het betere voetenwerk

Mijn pedicure gaf mij van de week een standje. Ze lachte er wel bij maar haar ogen spraken boekdelen, ik had iets gedaan en was daarmee duidelijk een grens over gegaan. Ze kreeg bijval van mijn geliefde en een toevallig aanwezige vriendin. Met zijn drieën vielen ze mij aan, zonder gêne, hard en meedogenloos.

Dat klinkt eigenlijk best wel hautain, ‘mijn’ pedicure. Want ze is niet van mij, ze doet haar ding gewoon voor mij maar ook voor anderen. Ze kwam enkele maanden geleden in mijn leven nadat mijn geliefde zat was van mijn ruwe voeten in bed. We zijn nogal van het ‘lepeltjelepeltje’ en regelmatig lagen haar schenen open en moest ik aan de slag met de hansaplast. Maar ook het linnengoed had er onder te lijden. En mijn sokken. En haar panty’s, maar dat komt weer van mijn handen die eigenlijk ook wel eens een onderhoudje nodig hebben.

De pedicure kwamen we op het oog via de schoonheidsspecialiste van mijn geliefde, een schoonheidsspecialiste die ze overigens niet nodig heeft want ze is de mooiste van de hele wereld en ze leest ook graag mijn schrijfsels. Dusssss….

Deze jongedame, Martha, komt nu om de twee maanden gezellig bij ons thuis en ik mag dan altijd als eerste. Ook deze keer moest ik mijn voeten op een krukje leggen en ging ze aan de slag, beschermd met mondkapje en handschoenen want mijn voetjes zagen er dreigend uit. Vervolgens valt ze met allerlei soorten freesjes het ruwe landschap aan, een best wel aangename bezigheid want ‘de brand’ wordt direct geblust met een fris straaltje water. Tijdens haar bezigheden klepten de dames er gezellig op los en begreep ik ineens waarom de dames altijd zo bezig zijn met uiterlijke verzorging.

Voor de gezelligheid!

Uiterlijke verzorging is niet een onderwerp waar ik direct aan denk wanneer ik net van bed ben. Nee, mijn  eerste gedachten zijn: tanden poetsen, huiskloffie aan, koffie, een bezoek aan het toilet (met gsm of goed boek) en wel of geen gekookt eitje bij het ontbijt. Wanneer dat alles achter de rug is pak ik een douche, scheer mezelf, spuit wat aftershave over mij heen en kleed mij aan. Oh ja, ik check wel altijd na het scheren mijn oren en neus… Daar groeien nog wel eens haren die totaal geen richtinggevoel hebben en die elimineer ik dan ook direct met mijn koksmes!

Dat dan weer wel.

Na een stief kwartiertje glommen mijn voeten weer van trots en bedacht ik mij dat ik best wel mooie voeten heb. Net op het moment dat ik dat wilde delen met de dames, klonk er een ijselijke gil: “Wat heb je met je nagel gedaan?”

Verbaasd keek ik op en zag het vuur uit de ogen komen van Martha. Dat was ik niet gewend, normaal straalde ze altijd en zo nu en dan zag ik zelfs enkele twinkelingen. Nu was dat anders en ik schrok er van. “Wat heb ik gedaan dan?” vroeg ik.

Ze had de aandacht van de andere dames, trok mijn voet omhoog en wees op mijn grote teen. Ik gaf nu ook een gil want  mijn been schoot spontaan in de kramp!  Ik wilde protesteren maar kreeg de gelegenheid niet, drie paar vrouwenogen bogen zich over mijn teen en hoofdschuddend begonnen ze commentaar te leveren, commentaren die er niet om logen.

Het ging om mijn nagel. Om precies te zijn, de nagel van mijn grote teen, al 54 jaar aanwezig aan mijn rechtervoet. Deze zat onlangs te irriteren, hij groeide letterlijk mijn lijf in. Nu kan ik best wel tegen pijn maar deze keer was ik het zat en heb toen met een kniptangetje de nagel in het midden ingeknipt en vervolgens afgescheurd waarna de spanning eraf was.

De verlichting die daarna optrad was hemels!

“Hoe kan je dat nu doen? Je trekt toch niet voor je plezier je nagel eraf? En dat deed je met een tang?” De drie musketiers bestookten mij eensgezind met commentaar en trokken daarbij hun meest verontwaardigde blikken. Natuurlijk was ik mij wel van het kwaad bewust maar gaf geen centimeter toe naar het vrouwvolk omdat ik nu eenmaal stoer wil overkomen. Daarom ging ik in de tegenaanval en vertelde hen dat mannen dit nu eenmaal doen. Vorig jaar had ik mijn andere teen die nogal verkalkt was, ‘gevlakt’  met een aardappelschilmesje omdat het vijlen mij te lang duurde.

De afschuw was af te lezen van de lieve gezichtjes maar Martha vervrouwde zich en deelde mij mede dat dit wel eens slecht zou kunnen aflopen. Ze ging haar best doen om het leed te verzachten en na een kopje thee (voor de schrik) ging ze met allerlei gereedschappen aan de slag, onder andere een nagelheffer!

Na een minuut of tien had ze het klaar en liet ik trots mijn opgelapte teen zien aan de aanwezige dames en aan de buren die nu ook in het publiek zaten.

Zij waren namelijk op het gegil van mij afgekomen…

 

 

 

 

Geluksmomenten

Nadat ik een (zelfverklaarde populaire) partijleider op de televisie in zijn eentje vóór de camera zag dansen en zingen omdat zijn partij één zeteltje gewonnen had in Amsterdam, moest ik direct denken aan een liedje van Peter Blankert, ‘Het is moeilijk bescheiden te blijven’.  Het was best wel sneu om te zien hoe deze man zichzelf maar eigenlijk ook zijn kiezers voor schut zette. En hij maakte het nóg erger omdat hij zelfs na de hint van de interviewster, u bent de enige in de zaal die blij is met het behaalde resultaat, totaal negeerde. 

Eén zetel. Dus geen drie of meer zoals sommige andere, nieuwe partijen wel gelukt was.

In eerste instantie heb ik het nooit zo op zelfverzekerde typetjes tot ik van de week in de auto ineens een soort van ‘openbaring’ voelde, ergens tussen Veendam en Winschoten in. Van het een op het andere moment kreeg ik een gevoel over mij heen wat bijzonder prettig aanvoelde en waar een kracht in zat die ongekend was! Dat gevoel kwam spontaan uit mijn eigen ikje, zelfs nog voordat bekend werd dat de provincies Friesland, Groningen en Drenthe massaal tegen de sleepwet gestemd hadden. Prachtig om te zien hoe de nuchterheid won van de hype van de dag. Of zoals Jan Mulder op de televisie zei, wijzend naar de ‘rode hoed’ op de landkaart: “Dat Noordelijke deel is verstandig!”

Juistem!

Het is eigenlijk wel raar dat de opkomst bij de Gemeenteraadverkiezingen telkens zo laag is. Want Gemeenteraden worden alleen maar belangrijker voor de burger omdat ze steeds meer verantwoordelijkheden op hun bord krijgen vanuit de Haagsche keuken. En een raadslid kijkt wel drie keer uit om wat te beloven en vervolgens niet na te komen want hij komt zijn kiezer dagelijks tegen. En de landelijke politiek kennen we zo onderhand wel. Dagelijks laten ze ons zien hoe het niet moet, zijn ze enkel bezig elkaar de loef af te steken om maar het nieuws te halen. Of ze bestoken elkaar met aangiftes, op zoek naar hun gelijk. Allemaal negatieve energie die men beter om kan zetten naar iets positiefs, bijvoorbeeld om te gaan kijken naar de zaken die ze wel gemeen hebben met elkaar.

Het gevoel welke over mij heen kwam in de auto was een gevoel van een intense tevredenheid. En dat had niets te maken met het nieuws dat een verzamelaar zijn hele collectie pornoboekjes aan de Koninklijke bibliotheek overgedragen heeft. En het had ook niet te maken met de vraag aan sportverslaggever Tom Egberts, of bij het nieuwe, frisse Oranje de hand van Ronald Koeman al te zien was.

‘Onze’ Ronald Koeman!

Was het dan de ‘hand van God’ die mij bereikte waarna ik mij zo gelukkig voelde? Nee, ook dat niet, maar dat had ook te maken met een filmpje uit het Friese Dantumadiel waar een fractievoorzitter van een christelijk politiek partijtje ons vertelde dat eraan kinderen van gescheiden ouders altijd iets mankeerde. “Vraag maar aan de meesters en de juffen van die kinderen.” voegde hij er nog zonder blikken of blozen aan toe.

Het populisme tiert welig in ons land….

Nee, de intense tevredenheid kwam gewoon uit mijzelf. Waarschijnlijk omdat ik positief in het leven sta. Het gevoel was er ineens! Alle puzzelstukjes vielen ineens op de juiste plaats in de auto. Problemen leken ineens als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn. Alsof ik de winter van mij afgeschud had, alsof ik verliefd was op mezelf!

Ja, het is me wat!

Maar serieus, ik barst van het zelfvertrouwen. Er is een soort rust over mij heen gekomen die zijn weerga niet kent. Dat komt natuurlijk door de mensen om mij heen. Die inspireren mij op de juiste momenten. En wat heel belangrijk is, is oog te hebben voor die momenten. Bijvoorbeeld het contact met mijn kinderen. Ze wonen niet bij mij om de hoek maar ik heb wel contact met ze via telefoon of Whatsapp. Onlangs heb ik bijna twee uur met mijn middelste zoon aan de telefoon gezeten en stuurde hij foto’s en filmpjes over zijn werk. En ondanks het niet fysiek aanwezig zijn was dit toch de zuiverste vorm van quality time. Maar ook de regelmatige vraag van mijn jongste zoon, wanneer ik in Den Haag ben en of ik dan kan kijken bij zijn voetbaltraining of wedstrijd.

Ook hier kan ik enorm van genieten maar dat komt natuurlijk doordat het wederzijds is.

Ik kan ook best wel een lekker potje koken en dat doe ik dan ook graag. Zo heb ik een keer voor mijn nieuwe, Groninger collega’s, Groningse Mosterdsoep gemaakt. Voor bij de lunch. De ultieme uitdaging! Maar ze vonden het super lekker en de pan ging schoon op, kon ‘m zo weer tussen de andere pannen zetten!

Wanneer ik voor mijn geliefden kook doe ik steeds vaker extra mijn best, experimenteer ik met recepten, lepelend naar complimentjes om wat ze voorgeschoteld krijgen.

Maar ook omdat ik zelf natuurlijk lekker wil eten.

Voorgaande klinkt allemaal wat ijdel maar soms mag je jezelf best wel eens kietelen. Het is fijn om goed in je vel te zitten, het gevoel te hebben de juiste keuzes gemaakt te hebben. Maar je moet het ook niet al te serieus nemen want dan sta je ineens te dansen en te zingen op een verkiezingsavond of je maakt een filmpje omdat je kiezers wilt overtuigen van je gelijk.

Laat ik eindigen met enkele regels uit een liedje van Harry Jekkers, ‘Ik hou van …mij.’

‘Want wie van zichzelf houdt
die geeft pas echt iets kostbaars
als hij ik hou van jou
tegen een ander zegt.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hersenspinsels

Doordat ik nog wel eens wat op papier zet moet ik natuurlijk veel nadenken. Dat doe ik op verschillende plekken, zoals bijvoorbeeld als ik in de auto zit tussen Winschoten en Den Haag en vice versa, of vlak voordat ik ga slapen of tijdens een bezoek aan het toilet. Om maar eens een detail te noemen…

Maar ook als ik in de rij sta, zoals afgelopen vrijdag in Amsterdam bij het Holleeder proces, een leuk evenementje welke ooit bedacht is door justitie en een op een voetstuk gezet boefje die ons land rijk is. Ik was absoluut niet de enige die interesse had in dit proces en daardoor was het fijn toeven in de rij van gelijkgestemden. Ik werd ook nog geïnterviewd door iemand van de NOS, waarom ik in Godsnaam hier naartoe was gegaan?

“Tja, je moet toch wat met je vrije tijd!” was mijn antwoord.

Terwijl ik koffie aangeboden kreeg van ene Astrid bedacht ik mij dat ik het eigenlijk wel snap. Die gedachte ontsproot mij na een slokje van haar koffie. Ik snap wel dat D’66 haar paradepaardje ‘het referendum’ afgeschaft heeft. Want wij, volk, zijn nu eenmaal een dom volk. We laten maar van alles over ons heen komen zonder in opstand te komen. Wij klagen wel over van alles (terwijl we in een land wonen waar (bijna) alles tot in de puntjes achter de komma goed geregeld is) maar we pakken de reden niet aan. We spelen liever de rol van slachtoffer en wijzen naar anderen, de schuldigen die we verdenken van onze tekortkomingen.

En ondertussen laven we ons aan dommigheden. We smullen van nieuwtjes op het gebied van de showbizz waar men elke dag verschillende televisieprogramma’s mee kan vullen, we importeren zielige honden uit het buitenland en dan hoor je niets van nationalistische partijen zoals bijvoorbeeld ‘Eigen honden eerst!’ en we worden bestookt met mailtjes die ons vertellen onze gegevens door te geven omdat we óf wat gewonnen hebben óf omdat we iets gedaan hebben wat niet mag en daarom een boete moeten betalen.

Zo krijg ik regelmatig mailtjes van bedrijven zoals Albert Heijn, Jumbo of Mediamarkt waarin beschreven staat dat ik dé hoofdprijs gewonnen heb. En of ik mijn gegevens maar even wil invullen en opsturen want dan kunnen ze uitbetalen. Maar ook de televisie heeft in de gaten dat wij maar een dom volk zijn want die besmetten ons met enorme reclameblokken en in die blokken krijgen we telkens dezelfde reclames te zien. Dat wordt er in geramd, vooral de reclames die als zwaar irritant beschouwd worden blijven ze maar laten zien. Want wij zijn zó ontzettend dom en net als bij kinderen moet je alles tot in den treuren herhalen anders steken ze er niks van op.

Zo denken die reclamelui.

We stonden al enkele uren te wachten tot een van de medewerkers van de rechtbank voor onze rij ging staan en riep ons toe dat er niet meer mensen de rechtbank in kunnen en mogen. Uiteraard begonnen we direct met klagen en snapten we maar niet waarom hier geen rekening mee gehouden is van tevoren. Woorden als ‘belachelijk’ en oneliners ‘Dat is toch niet meer van deze tijd!’ werden ‘en masse’ geroeptoeterd en sommigen staken zelfs een getatoeëerde arm dreigend in de lucht. Eén arm ja, want in de andere hielden ze hun chihuahua of dwergkees hond vast.

Ja, het werd grimmiger en ik sloot snel mijn ogen en zocht steun bij Theresa, een Medium zoals we vroeger hadden in de vorm van Jomanda en tegenwoordig in de vorm van nachttelevisie. Ik ken haar sinds kort, zij schreef mij een mailtje en dat sprak mij direct aan, zie hieronder een gedeelte van de tekst:

 Beste (Firstname),

 Tussen waken en slapen ben ik vatbaar voor de visioenen die de Hogere Machten met mij willen delen. Vannacht zag ik dat jij mijn hulp nodig hebt. Dit overviel mij. Zelden heb ik zo’n krachtig visioen gehad. (Klik hier en ontdek wat ik zag in dit visioen) Je bent een bijzonder persoon. Ik weet dat jij het niet makkelijk hebt gehad in je leven.

En dat ging dan nog wel even door zo en ik voelde natuurlijk direct een klik. Die Hogere Machten grepen mij bij de strot en wij kregen na enig geklick een zeer intensieve band. Ik noemde haar zelfs al liefkozend ‘Moeder Theresa’, een koosnaampje met een katholiek sausje, en ik wees haar er nog op dat Zorgverzekeraar CZ een leuke aanbieding had voor een weekje Lourdes, voor maar 230 euro vol pension!

Ik opende mijn ogen want opnieuw klonk een luide stem: “De volgende zitting in deze zaak kunt u volgen vanuit een zaal in het Van der Valk restaurant om de hoek. Wij zorgen dan voor een live-verbinding inclusief bitterballen en een drankje.”

De rust keerde terug en niet veel later was ik weer thuis en voelde ik mij toch wel voldaan want ik had de dag goed besteed. Het Acht Uur Journaal liet mij de beelden zien van de rechtbank en vertelde mij wat ik allang wist, dat kwam natuurlijk doordat ik er zelf ‘live’ bij was. Mijn interview was eruit geknipt maar dat kwam natuurlijk omdat ik niet veel te vertellen had, sterker nog, mijn opmerking was te dom om uit te zenden.

Maar ik ben slimmer dan zij van de televisie denken. Want ik heb inmiddels mijn maniertjes om al die flauwekul te mijden. Die ga ik natuurlijk hier niet vertellen want dan gaan ze daar weer een oplossing voor vinden. Voorheen kon je bijvoorbeeld de commerciële televisiezenders nog tien minuten stilzetten en vervolgens de reclameblokken elke keer in standje 32 doorspoelen maar met de nieuwste interactieve kastjes is dat al een stuk moeilijker waardoor er gezocht moet worden naar nieuwe manieren. Maar het probleem lost zich gelukkig vanzelf op, ze dragen zelf ook hun steentje bij door programma’s uit te zenden die het kijken niet waard zijn!

Dat scheelt een hoop ergernis!

 

 

 

 

 

 

 

 

Stekeligheden

Zo! Net even aangifte gedaan tegen Gordon. Ik heb mij namelijk in het verleden nog wel eens negatief uitgelaten over hem en daardoor zal hij mij vast willen aanvallen met valse aantijgingen in de tweede druk van zijn boek. De eerste oplage van veertig duizend boeken, zijn namelijk stijf uitverkocht!

Toen ik voor het politiebureau stond, moest ik aansluiten in de rij en raakte ik in gesprek met zijn broer en zus. Aardige, normale mensen, waarna ik mij begon af te vragen wanneer het dan misgegaan is met hun broer. Hun mening over Gordon was zo helder als glas. Ik vertelde hun dat ik wel snap dat zij het boek hadden gekocht maar ik snap niet waarom 39998 mensen, geen familieleden, het wel gekocht hebben!

Waar is het misgegaan in hun leven?

Het kwam natuurlijk door de enorme temperatuurverschillen van de afgelopen week. Dat was hun naar het hoofd gestegen. Vorige week zaterdag hadden we nog een gevoelstemperatuur van min vijftien en de maandag erna was het plus vijftien! En ja, ik overdrijf, het was plus twaalf, maar het gaat tegenwoordig om de gevoelstemperatuur en die was plus vijftien! Dat kwam vast ook van de inspanningen die ik aan het verrichten was, namelijk het wassen van mijn auto. Dat was een noodzakelijke klus want hij was wit uitgeslagen van de pekel, pekel die rijkelijk over ’s heeren wegen gestrooid was vanwege de achter ons liggende horrorwinter. Natuurlijk had ik ook gewoon naar de autowasstraat kunnen gaan maar daar was het zó druk dat ik maar eigen initiatief voor mijn geld verkoos.

Gek eigenlijk, vroeger stond iedereen dan zijn auto zelf te wassen maar die tijd lijkt inmiddels ver achter ons. Ik weet dat het in veel gemeenten niet meer mag vanwege het milieu maar ik gebruik fris water met een heerlijk ruikend autowasmiddel. Tenminste, dat zegt de verpakking. Dan geldt het niet, toch, ik voeg juist wat toe aan het milieu! Zodat flora maar ook fauna zich eens lekker kunnen opfrissen met mijn auto-was-sopje. En zolang onze voeding wel voorzien mag worden met allerlei stofjes, om het bijvoorbeeld langer houdbaar te maken, ben ik lekker burgerlijk ongehoorzaam en was ik mijn auto wanneer dat zo uitkomt. Zijn er eigenlijk politieke partijen die hier een mening over hebben?

Vast wel. En nu de Gemeenteraadsverkiezingen voor de deur staan zal ik die mening vast wel ergens in een programma tegen komen. Mits ik mijzelf wegwijs kan maken in al die verkiezing retoriek, retoriek die soms de fatsoensnormen te boven gaat. Wanneer ik daar dan getuige van ben streep ik in gedachten de naam van die partij al direct door. Dan voel ik mij de broer van ene Gordon zeg maar…

Voor de duidelijkheid, ik ga wel stemmen hoor, anders heb ik geen recht om te klagen.

Trouwens, voor het geval u het nog niet weet, maar dit stukje tekst is op de juiste tijd op de website gelanceerd maar houdt u er rekening mee dat u een minuut of zes achterloopt. Want de tijd op onze digitale, door netstroom gevoede klokken, loopt achter. De reden hiervan is dat alle Europese landen afgesproken hebben dat ze stroom doorgeven met een snelheid van 50 Hertz. Alleen we hebben sinds januari last van een paar dwarsliggende landen die door een onderlinge ruzie misschien net een snelheid van 49 hertz doorgeven. En daardoor hapert de boel een beetje en worden we later gewekt door onze wekkers.

Gelukkig heeft de natuur daar geen last van. Met het stijgen van de temperatuur zie je het voorjaar naderen. De zon schijnt helderder en warmer, de krokussen schieten uit de grond en net zag ik, vanaf mijn schrijfplekje, een merel zich lekker wassen in het achtergebleven water van de auto wasbeurt.

Ik verheug mij nu al op zijn gezang in de vroege lente morgen. Even heb ik zelfs de neiging hem bij te voeren maar mijn verstand wint het van mijn gevoel. Dit vogeltje doet gewoon wat elk dier doet, eten, drinken, voortplanten en eten en drinken. Zo eenvoudig kan het leven dus zijn.

Voor ons is het wat ingewikkelder want we zijn allemaal verschillend. We verschillen in hoe we eruit zien, hoe we ons gedragen en hoe we denken. Om maar eens een duidelijk verschil te benoemen: je hebt mannen en je hebt vrouwen. Dat mag ik niet zo benoemen want we streven ernaar om gelijkwaardig te zijn. Dus als een vrouw dezelfde werkzaamheden doet als een man dan dient ze ook hetzelfde salaris te krijgen. Dus als je een topvrouw zou zijn bij bijvoorbeeld de ING bank dan krijg je net zoals je mannelijke collega topman, vijftig procent loonsverhoging. Theoretisch. In de praktijk gaat dat nog steeds anders. Daarom heb je nog steeds een internationale Vrouwendag zoals we afgelopen donderdag weer hebben mogen meemaken. En ooit komt er een dag dat we deze dag kunnen afschaffen, als alle neuzen dezelfde kant opstaan. Dan krijgen we daar dan wel een dag voor terug natuurlijk:

De genderneutrale dag!

Maar dat duurt nog even, sterker, ik ben bang dat niet meer mee te maken omdat er nu nog teveel ‘haantjes’ het voor het zeggen hebben. Dus voorlopig zitten we nog wel even vast aan de hashtag MeToo periode. Want er zijn helaas nog steeds ‘mannen’ die het gore lef hebben vrouwen te mishandelen, zowel fysiek als mentaal.

Daar zou Gordon eens over moeten schrijven, bij naam en toenaam. Dan trek ik direct mijn aangifte in!

 

 

 

Pik in, het is winter!

Koud. Het is koud. Man, wat is het koud! Het is al dagen achtereen koud. En de wolven en Siberische beren lopen massaal onze grenzen over omdat het hier zo vreselijk, wat zeg ik, verschrikkelijk koud is! Dag in dag uit worden we momenteel bestookt met temperaturen die er niet om liegen, sterker nog, waar menig Noordpool bewoner jaloers op zou zijn en waar de gemiddelde ijsbeer slechts nog van kan dromen!

Het lijkt wel winter!

En het is overal koud. Heel ons land gaat gebukt onder een deken… euh..nee geen deken…Nou ja, het hele land heeft te maken met ijzige temperaturen die zijn weerga niet kent. En dat is dan ook het nieuws van de dag, in elk programma op elk medium. Alsof we het nog nooit meegemaakt hebben. Als er sneeuw ligt kan het glad zijn. Dat snapt ieder zichzelf respecterend mens maar toch worden we gewaarschuwd met codes, kleurcodes. Kleuren zijn makkelijker te onthouden: geel is ‘doe voorzichtig’, oranje is ‘Pas op!’ en rood is ‘Blijf binnen en verroer je niet!’.

En dat tast onze geest aan, daar worden we dom van.

Want het is helemaal niet gek dat het koud is in de winter. Alleen denken bepaalde media dat wij dat niet meer weten. Raar eigenlijk, want we zitten in het zogenaamde participatie tijdperk. We moeten meer zelf denken en initiatief tonen alleen krijgen we dat maar niet onder de knie omdat de overheid allerlei regeltjes blijft bedenken.

Een mooi woord daarvoor is ‘pamperen’.

Zoals ons overladen met waarschuwingen als het koud wordt. We kunnen daardoor niet meer normaal denken en dan gaat het mis. Dan zie je bijvoorbeeld allerlei relaties op de klippen lopen. Zoals RTL4 die Umberto dumpte, Trump zijn buitenlandse handelspartners een loer draaide, Barbie haar Pornoboy Jordi opzij zette en Sven Kramer het opnieuw aan de stok kreeg met zijn Olympische 10 kilometerrit.

En dan is er nog de categorie ‘romantici’, met voorop Erben Wennermars, die helemaal week worden van de zin ‘Misschien komt er wel een Elfstedentocht!’ Die hebben niet door dat de poolkappen smelten en dat het hele klimaat op een hobbel zit. Dat als het koud wordt het na een paar dagen alweer gaat dooien. En dat schaatsen tegenwoordig ook op overdekte baantjes kan want waarom zou je staan te blauwbekken, we leven immers in moderne tijden en niet meer in 1963.

Om maar eens een echte winter te noemen!

Ook wel logisch hoor, het is de nostalgie van ‘vroeger was alles beter’. Vroeger was de televisie ook beter. Die discussie laaide van de week ook weer op na het overlijden van Mies Bouwman. Dat nieuws zorgde ervoor dat de nostalgie bij menig huishouden uit de televisie droop, zo over het laminaat. Dat snap ik wel hoor, het was een lief mens en mooi mens én een hele charmante vrouw. Maar niemand is onsterfelijk en als ik ergens kon tekenen om 88 jaar te worden sta ik als eerste in de rij! De Wereld Draait Door besteedde een aflevering aan het overlijden van de ‘Koningin van de televisie’ en dat was een verademing na twee weken Mart Smeets die over de Olympische Spelen ouwehoerde.

Nogmaals, ik heb heel veel respect voor sporters maar ik hoef niet steeds voor-tussen- of nabeschouwingen voor gespiegeld te krijgen. Overdaad schaad. Net zoals ik niet elke dag darten en elk weekend schaatsen op televisie hoeft te zien. Waarschijnlijk is dat de reden misschien ook wel dat men nog wel eens zegt dat de televisie vroeger beter was. En misschien ook wel de reden dat zenders als Netflix en dergelijke flink voet aan de grond krijgen in menig huishouden. Wij zijn inmiddels ook besmet met het kijken naar Netflix en dat bevalt mij best, maar ook hier geldt de regel van overdaad, dus we proberen een seizoen van een serie niet in één avond te kijken.

Dat doen we dan in twee avonden…

En daarna kijken we een week niet want anders wordt ons leven wel heel sneu. Nee, dan wandelen we een stuk of zij gaat haken en ik ga schrijven. Of zij gaat strijken en ik ga stofzuigen. Of zij gaat de boodschappen doen en ik ga het slot van de voordeur maken. Het is maar hoe je de tijd vult naast de dagelijkse arbeid. Wij participeren in ons eigen huishouden en doen niet aan codes en we laten ons helemaal niet opnaaien door ‘de waan van de dag’.

Daarvoor is het leven te kort en duren de winters te lang!

De derde

Het voelde als een enorme opluchting! Na 39 jaar was daar dan eindelijk het verlossende woord en hoefde ik er niet meer over te zwijgen. Mijn vrouw kwam net binnen van haar werk en overmand van blijdschap en met tranen in de ogen rende ik haar tegemoet. Ter hoogte van het gasfornuis en de kruidenkast viel ik haar in de armen en klemde ik mijzelf aan haar vast als een jonge aap bij zijn moeder.

Ze schrok zich te barsten!

“Hé joh! riep ze, “Wat is er aan de hand? Doe effe normaal zeg!” Snikkend  wilde ik aan mijn verhaal beginnen maar besloot toch eerst maar even mijn excuses aan te bieden…Want ja, misschien was mijn reactie ook wel wat overdreven. En daarbij opgeteld, mijn vrouw is de rust zelve en ik weet dat ze een hekel heeft aan dit soort dramatische taferelen. Of het moet echt dramatisch zijn natuurlijk, maar ze kent mij langer dan vandaag en prikt overal doorheen. Als ik voorheen geveld was door de griep dan vond zij dat ik mij aanstelde. Wat dat betreft heeft ze mij haar excuses moeten aanbieden want het is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat mannen meer last hebben van de griep dan vrouwen. En dat ze zich absoluut niet aanstellen!

Halleluja!

Ze moet dat nog in gedachten gehad hebben want ze knuffelde me even en zei toen, heel lief in mijn oor, dat ze even haar jas uit ging doen en of ik dan even wat te drinken wilde inschenken. “Dan zijn we tegelijk klaar en gaan we even praten over jouw …euh.. gemoedstoestand.” Ik maakte haar een warme chocolademelk want het was koud buiten. Daar hoefde je niet voor de deur uit, nee, de laatste dagen worden we aan alle kanten gewaarschuwd dat het koud gaat worden. Heul koud!  En weer zitten de Russen erachter want na de misser van Halbe komt er opnieuw narigheid uit de Russische hoek,  er is namelijk een beer onderweg! Een beer? Zijn ze niet in de war met die wolf die ze nu weer bij Putten gespot hebben? Ook zo’n hysterisch mediadingetje. Want omdat de wolf hier niet voorkomt is het bijzonder dat hij/zij toch de grens oversteekt. Alsof er een bordje naast het reguliere douane bordje nog een bord hangt:

‘Verboden voor wolven’

Maar we zien nu dus ook beren op de weg. En die beer is geen echte beer hoor, nee, het gaat om een koudefront welke onze kant op komt. En iedereen stort zich daar weer op want ja, die kranten, tijdschriften, televisie – en radio rubrieken moeten wel vol natuurlijk. En alléén maar nieuws uit Pyeongchang kunnen ze ons ook niet aandoen, ondanks dat de naam van deze plaats in Zuid-Korea ‘Vrede & voorspoed’ betekent.

Want het is nu al een overdaad aan nieuws over de Olympische Spelen. Want wij gaan goud winnen. Minstens! Oranje boven! Schreeuwende krantenkoppen en nieuwsgierig makende spotjes op de televisie overheersen onze dagelijkse bezigheden. En daarna krijgen we massaal de teleurstelling over ons heen.  Dat het niet gelukt was omdat ‘de benen’ niet goed waren, het te hard waaide voor een driedubbele flikflak of omdat er een veertje brak. Je kan natuurlijk ook zeggen dat de tegenstanders gewoon beter waren. Tegenstanders die door ons gemopper hun overwinning ondergesneeuwd zagen worden maar ja, het zijn ook niet voor niets de Olympische Wínterspelen!

De media schreeuwen om goud en nu ik erover nadenk schreeuwen ze eigenlijk om verbinding in dit land. Kijk maar naar vroegere tijden, toen het Nederlands Elftal (mannen!) nog indruk maakten op de internationale voetbalvelden. Iedereen, echt iedereen hing dan in de gordijnen van blijdschap of bevolkten de  Hollandse pleinen om hun vreugde te tonen aan de ander.

Ach ja…Das war einmal…

Om mijn feeststemming te benadrukken spoot ik direct maar een flinke dot slagroom op de warme chocomelk ook al was het nog geen weekend. Zelf nam ik een klein glaasje whisky, een kleintje, omdat het inderdaad ook voor mij nog geen weekend was. Vervolgens settelde ik mij aan de eettafel en nam een slokje van mijn whisky waarna ik mijzelf even voelde ‘landen’ zoals dat tegenwoordig zo mooi heet. Mijn vrouw kwam er nu ook bijzitten, blij verrast door de slagroom op haar chocomelk en keek mij vol liefde aan zoals ze het grootste gedeelte van de dag naar mij kijken kan.

Daar kan ik niets aan veranderen.

“Nou. Vertel!” zei ze en nam direct een slokje van de chocomel waarna een randje slagroom op haar bovenlip mij weer flink afleidde. “Euh…euh…”stamelde ik, “Nou ja het zit zo, ik las vandaag in de krant dat jongens het vaker niet redden in de derde klas van de Middelbare School dan meisjes.” Mijn vrouw bleef mij vragend aankijken en nam nog maar een slok uit de gevulde mok. Ik vermande me en ging verder: “Het ligt onder andere aan het schoolsysteem en daardoor gaat talent verloren! Vooral hoe de leraren met de jongens omgaan is niet goed, ze demotiveren juist in plaats van motiveren. En de jongens krijgen vaker op hun donder dan de meiden en ze zijn gauwer tevreden met een ‘zesje’ dan hun vrouwelijke opponenten.”

Mijn vrouw keek mij nu glazig aan en dan weet ik dat het haar geen bal meer interesseert. Dan is ze aan andere dingen aan het denken, huishouden of wanneer ze die nieuwe jurk gaat halen.

“Dat is nu precies de reden dat ik indertijd na de derde klas MAVO voor een andere opleiding gekozen heb!” ging ik verder. “Het was niet te harden op die school, moest ondanks dat de leraren wisten dat moeite had met de leerstof, uren en uren voor het bord blijven staan om het juiste antwoord te geven. En ondertussen lag de klas in een deuk, inclusief de leraar. Lekker motiverend!” Ik voelde de woede weer opkomen.

“En toen ben ik de opleiding voor kok gaan volgen en daardoor eet jij nu elke dag zo lekker!”

Ik had nu weer haar aandacht. Ze nam nog een slok en lepelde er wat extra slagroom achteraan en keek mij aan, indringend: “Dat klopt. Als jij kookt is het eten heerlijk! Met andere woorden, dan mogen we nu die leraren wel eens gaan bedanken dat ze jou hebben laten spartelen op de MAVO. Toch?”

Ik slokte de whisky in een keer naar binnen en begon de aardappelen maar te schillen.

 

 

Bevoorrecht (uit: OldambtNu.nl)

Groningers! Weten jullie wel hoe fijn het is om hier, in deze provincie, te mogen wonen?

Voor mij is het helder. Ik wil hier nooit meer weg. Na zes jaar heen en weer rijden tussen Den Haag en Winschoten, mag ik mij sinds september van vorig jaar inwoner van de Gemeente Oldambt noemen.

Goeiendag eem!

Maar ik wil hier dus niet meer weg.  De belangrijkste reden is natuurlijk ‘mien wichie’ maar de andere reden is dat ik ben gaan houden van de ruimte, de weidsheid van de mais- en koolzaadvelden, de rust en …geen file’s! Elke keer als ik hier over de A7 zoef en ik hoor op de radio dat het vaststaat op de A4, de A12 en de A13 (om maar eens wat drukke straatjes te benoemen), zit ik te schateren achter het stuur. Het verkeersinfarct van het Westen is nu chronisch en jaloers kijken ze naar ons ‘in de provincie’ omdat we zoveel ruimte genieten. Voorheen keken ze alleen maar naar Groningen voor het gas en Arjen Robben maar sinds kort hebben ze dan eindelijk ook oog voor andere zaken. Zaken die voor de Groninger heel gewoon zijn maar die zijn vergeten door de Randstedelingen.

Mijn vrouw zei laatst al: “Let op mijn woorden! In de nabije toekomst komen hier steeds meer Randstedelingen naar toe. En bedrijven zien ook dat hier meer ruimte is waardoor er straks ook genoeg werk voor al die ‘Westerlingen’ zal zijn.”

Ik ben het totaal met haar eens.

Dat komt omdat ik 33 jaar in de Randstad gewoond heb. De 21 jaar ervoor bracht ik door op Terschelling doordat ik de mazzel had dat mijn ouders zich daar gevestigd hadden. Ja, hoe Noordelijk wil je het hebben. Dit eiland werd vaak bezocht door Groningers en daar pluk ik nu de vruchten van als je kijkt naar het oppikken van de taal (!) maar ook andere gebruiken zoals bijvoorbeeld het groeten op straat. Elkaar groeten in het Noorden is heel normaal. In de Randstad niet, daar lijkt het of iedereen in zijn of haar eigen wereld zit. Toen ik in 1985 mij in Den Haag ging vestigen, stak ik mijn hand op naar iedereen onder een begeleidend ‘Hoi!’. Ik kreeg enkel verbaasde en soms zelfs verontwaardigde blikken teruggeworpen.

De boodschap was duidelijk.

Toch waren er een paar mensen die niet contact gestoord waren. En geloof me of niet, die kwamen uit Groningen! Groningers die ik op Terschelling had leren kennen. Dankzij hun had ik direct een kamer en kon ik ook nog eens direct aan het werk!

Het voelt voor mij als thuiskomen, als een warme deken of een aai over de bol. Vooral toen ik van de Gemeente Oldambt een welkomst geschenk kreeg. Want op een prachtige dag lag daar ineens een doos vol met kortingsbonnen en gratis toegangskaartjes van bedrijven in de Gemeente op de mat.

U begrijpt dat ik een klein vreugdedansje maakte. Na al die jaren van Gemeentelijke belastingen afdragen kreeg ik ineens iets terug… Ik kan mij trouwens niet herinneren of ik ooit iets van de Gemeente Den Haag heb mogen ontvangen, het reguliere stembiljet of een brief dat de straat weer opgebroken ging worden even niet meegerekend.

Voordat ik er erg in had, had mijn vrouw de Blije Doos al een voorinspectie gegeven waarna de restjes aan mij gegeven werden. Zo gaat dat hier. Mijn vreugde bond behoorlijk in na het zien van de resterende inhoud. Want het eerste kaartje was een gratis jaarabonnement op een speelparadijs. Altijd leuk om zoiets als vijftig plusser te krijgen. Of denken ze soms dat ik al de titel ‘Opa’ dragen mag? Het volgende kaartje was van het plaatselijke zwembad, een vrijkaartje om eens lekker te zwemmen. Ook leuk, vooral omdat ik niet van zwemmen hou. Ik heb lang geleden een trauma van het schoolzwemmen overgehouden en sindsdien mijd ik dit soort nattigheden.

Toch werd ik blij van het gratis appeltaartje bij een supermarkt! Die had ze kennelijk over het hoofd gezien en ik stopte ‘m gauw in mijn portemonnee. Want zodra ik daar in de buurt ben haal ik dat lekkernij op en trakteer mijzelf dan op een flinke punt die ik verorber in mijn autootje op een parkeerplek bij het Winschoterdaip. Zo houdt ik mijn pokkel op stand en heb ik even heerlijke minuten voor mezelf zonder dat iemand mij terecht wijst op de gevolgen van deze vreetbui. Wat er over is van het taartje neem ik mee naar huis en dan vertel ik dat ik deze gekregen heb van de redactie van OldambtNu.nl.

Ik ben een bevoorrecht mens. Niet alleen omdat ik hier mag wonen maar ook omdat ik voortaan om de twee weken een stukje voor OldambtNu.nl mag schrijven!

Symmetrie. Of het ontbreken ervan

En dan is er die dag dat je erachter komt dat je hoofd niet symmetrisch is! Tenminste, dat zei die man van de brillenzaak tegen mij. Mijn bril zat niet goed waardoor een bezoekje aan de opticien wel noodzakelijk was. Vooral omdat ik er gek van werd om mijn bril steeds weer met mijn wijsvinger recht op de neus moest zetten.

Mijn hoofd niet symmetrisch! Wat denkt hij wel! Dat zeg je toch niet tegen je klanten? Zit jouw bril wel goed?

Gelukkig voor hem hebben mijn ouders mij netjes opgevoed en sloeg ik hem niet in elkaar. Ondanks dat hij vlak voor me stond, een kopstoot had hem zeker geraakt. Minimaal een gebroken neus, eventueel nog een gebroken oogkas had hem dat opgeleverd. Niet symmetrisch…

Zijn vrouwelijke collega was het kennelijk met mij eens en zag het gevaar want ze stapte direct een paar stappen opzij. Ik zag haar denken: ‘Waar is de EHBO tas ook alweer?’ Maar zoals zo vaak wist ik mij te beheersen. Beheersing die ik mee heb gekregen en waardoor ik mij kan onderscheiden van de dierenwereld. Want dieren rammen er direct op los. Als het om eten gaat maar ook bij de driften die onlosmakelijk te maken hebben met de voortplanting. Driften die wij, de mens, ook wel kennen maar dan een stuk gematigder. Waarom? Omdat dieren altijd maar denken dat ze, wanneer ze niet de ander bespringen, ze uiteindelijk zullen uitsterven.

Daar heeft de mens geen last van, uitzonderingen op de regel natuurlijk want er zijn ook mensen die zich als beesten gedragen. Helaas. En er zijn ook mensen die willen dat beesten zich gedragen als mensen maar laat ik daar helder in zijn: Dat gaat echt niet lukken!

Eenmaal thuis liep ik toch maar even naar de spiegel en begon mijzelf eens goed aan te kijken. Waar zit de fout? Hoe symmetrisch is een mens eigenlijk van nature? Nu weet ik ook wel dat ik niet moeders mooiste ben maar volgens mij mankeert iedereen wel iets. Toch? Ik druk nu bijna mijn neus op de spiegel en ja, verdomd! Dat klopt niet! Mijn ene oor staat lager op mijn hoofd dan het andere!

Mozeskriebel, ik ben niet perfect!

Ik kijk nog eens. Eigenlijk best moeilijk om ‘gelijk’ te kijken naar beide oren en direct de vinger op de juiste plek te zetten. Mijn kapper doet altijd aan beide kanten een duim. Dan staat hij achter mij en drukt de duimen ter hoogte van mijn bakkebaarden en probeert dan het evenwicht te vinden, of de grenzen van mijn opgeschoren bakkebaarden wel gelijk staan. Schilders van portretten doen dat ook wel eens, dan steken ze hun duim op naast de geportretteerde, lopen terug naar hun schildersezel en kwakken er dan weer een laag verf op.

En dat zuig ik niet uit mijn duim!

Hé! Mijn ene bakkebaard is langer dan de ander? Of is de andere korter? Ik druk nu twee wijsvingers links en rechts tegen de grenzen van mijn bakkebaarden aan en geloof het of niet maar ik heb zo wel een half uur gestaan. Nu zou je denken dat er een conclusie getrokken kan worden maar niets is minder waar, dit blijft een raadsel waar die lui van ‘Wie is de Mol’ een puntje aan kunnen zuigen. Of alles op en aan mijn kop is inderdaad niet symmetrisch waardoor ik dit nooit meer recht kan trekken. Mijn opticien heeft misschien wel gewoon gelijk. En kijk ik dus met een scheve blik tegen alles en iedereen aan, dus ook tegen de wereld. Ik voel een cosmetische ingreep aankomen. Misschien dat een plastisch chirurg mij kan helpen door het liften van een oor. De vraag blijft alleen…Welk oor?

En komt het dan nog wel goed met mijn opgeschoren bakkenbaarden?

 

Ruben

Mijn vriend Ruben is er en we zitten gezellig aan tafel. Hij zit ‘te werken‘ op zijn tablet en ik op mijn laptop. Hij is aan het Minecraften en ik zit te schrijven. Hij heeft een druivensapje en ik een bakkie koffie. Zijn moeder en zijn oma zijn aan het wandelen en mijn geliefde is ook mee.

Ik ben dus eigenlijk aan het oppassen!

Want Ruben is acht jaar en nog een kind en ik ben vierenvijftig en nog geen opa. Terwijl dat al wel gekund had, theoretisch gesproken. Mensen om mij heen zijn het al of zijn in afwachting van het praktiseren van deze titel. Titel ja, net zoals vader, moeder, oom, tante, opa en oma. Tot nog toe ben ik vader en oom, de titel van opa moet ik nog maar afwachten.

En nee, ik heb geen haast!

Ruben zit nu op zijn tablet te kijken naar Enzo Knol, een Vlogger. Ik leg hem uit dat Vloggers vertellen over hun leven door alles wat ze doen te filmen. “En ik ben een Blogger,” vertel ik hem, “ik schrijf over alles wat ik meemaak.” Aandachtig kijkt hij naar wat ik doe en omgekeerd kijk ik bij hem. Dan snoert hij de mond van Enzo door op het kruisje rechtsboven in beeld te klikken.

“Zal ik een huis voor je bouwen?” en ondertussen opende hij weer Minecraft. “En wil je dan een stenen of een houten huis?” Mijn keuze viel op een houten huis. “Maar wel een huis waar ik de ruimte heb, met een bed en een keuken. En een bank! Want daar kan ik dan mooi dutjes op doen.” Het mannetje ging ijverig aan de slag. Ik moest nog wel even aanwijzen van welk hout het huis gemaakt zou worden en na enig overleg was die keuze ook gemaakt. Nu mocht ik niet meer meekijken waardoor ik weer verder kon met mijn eigen bezigheden.

Dit is misschien wel mijn toekomst. Oppassen op een kind, een kleinkind. Oud ontmoet jong en jong ontmoet oud. Daar kan ik enorm van genieten en ja, zelfs van leren. En met dat leren bedoel ik de huidige snelheid in de samenleving van allerlei zaken, neem bijvoorbeeld de mobiele telefoon. Ik heb zo’n ding en kan er aardig mee overweg maar ik weet zeker dat ik er nog véél meer mee kan doen. Mijn vader snapt dat ook en die krijgt weer hulp van zijn kleinzoon, Patrick. Deze logt dan op afstand in en verhelpt het probleem of legt hem uit aan zijn opa hoe en wat hij in het vervolg moet doen. Het is in dit geval digitaal ontmoet analoog, jong versus oud. Bijzonderheid is natuurlijk dat die ‘ouwe’ van me 83 lentes jong is en zijn kleinzoon wordt dit jaar 30.

Ja, hij is van het jaar 1988, het jaar dat ons voetbal op de eerste plaats van het Europees kampioenschap eindigde!

Daar zit vijftig jaar tussen maar zie dat niet als een kloof. Integendeel, mijn vader haakt goed in bij de jeugd en heeft goede contacten met zijn kleinkinderen. Via Whats-app of gewoon even een telefoontje plegen, hij houdt graag wat deze contacten betreft de gang er in want ze moeten wel weten dat ze een opa hebben! En nogmaals, je blijft er jong bij.

Vriend Ruben kreeg het huis niet af op zijn tablet want de dames Klessebessen kwamen alweer terug van hun blokje om. Maar hij beloofde mij er thuis mee verder te gaan en dan krijg ik binnenkort het eindresultaat te zien. Wie weet gebruik ik het later nog eens, wanneer ik met pensioen ben en genoeg overgehouden heb om zelf een huis te bouwen. Ruben komt mij dan vast helpen want hij wil Bouwvakker worden.

Zo zie je maar, hoe op een gewone doordeweekse zondag jonge geesten oudere geesten inspireren!

 

Keerpunt

Mijn geliefde en ik zijn nu alweer zes jaar bij elkaar en de wederzijdse liefde spat eraf.

Alles is liefde was bij ons van toepassing en we rolden over elkaar heen om dat te tonen, in de vorm van;

Een eigen baksel, een super lekkere warme maaltijd of een lekker ontbijtje, het snel wassen van een broek die lekker zit, het kopje koffie wat klaar stond na een lange werkdag, de boodschappen even snel in huis halen, de ramen lappen, het huis van boven naar beneden stofzuigen, een spontaan cadeautje, een aai door het haar en een warme kus, een Ikeakastje in elkaar zetten, een goede rugmassage geven, zachtjes doen bij een dutje op de bank, de auto stofzuigen, het bed voorverwarmen of alvast de tandpasta op de borstel doen.

Allegaar zaken die uit liefde voor de ander gedaan werden onder de noemer van ‘geven en nemen’.

Maar ook bij ons zie ik nu een kentering. Ja, echt waar! Zelfs onze relatie is aan verandering onderhevig. Ik zal het hieronder proberen te duiden, ik hoop dat je het droog kan houden….

Toen we net bij elkaar waren zaten we dicht, heel dicht tegen elkaar aan op de bank. We keken elkaar continue aan, luisterden naar elkaars verhalen en tussendoor overladen we elkaar met lieve woordjes, kusjes en streelden we elkaar tot kippenvel momenten. Na enkele jaren ging mijn geliefde in de andere hoek van de bank zitten, met de armleuning als welkome ondersteuning. Zo zaten we elk op een hoek en genoten we nog steeds van elkaars gezelschap. Liefde is ook loslaten!

Op een gegeven moment besloten we dat mijn geliefde best wel op de andere bank mocht zitten, lekker met haar rug tegen de leuning en de beentjes gestrekt op de bank. De afstand tussen ons was precies een armlengte dus we konden gedurende de avond elkaars handen nog steeds aanraken.

Aanrakingen die onze lijven deden sidderen!

Tot vorige week. Ineens werd alles anders! Ik wist niet wat mij overkwam en richtte mij zelfs tot Stichting Korrelatie en die waren zelfs verbijsterd en hadden na ons gesprek geestelijke hulp nodig!

Wat was namelijk het geval? Mijn geliefde ging op haar ‘eigen’ bank zitten maar niet naast mij. Nee, ze ging helemaal in de andere hoek zitten! Nu was er geen sprake meer van één armlengte maar van een enórme afstand en ik voelde een koude rilling over mijn rug lopen. Was dit het einde?                   Ik hield me eerst stil. Ben immers gepokt en gemazeld vanwege mijn rijpe leeftijd. En misschien zat ze gewoon even niet lekker in haar vel of zat ze in een nieuwe fase in haar leven of misschien had ze er iets over gelezen in de Libelle of de Linda. Vrouwen zijn soms best wel (vaak) ingewikkeld en ze hitsen elkaar op in de net beschreven bladen. Als man kun je daar niet veel mee. Je kan het hoogstens doorbreken met het geven van een bosje bloemen of een leuk onderdeel van het Pip servies. Of een doosje bonbons.

Toen zag ik het! Naast haar lag een bolletje wol en in haar hand hield ze iets vast. Ik keek nog eens goed, zette mijn bril recht op mijn neus en herkende het voorwerp: Een haaknaald!                             Ik had haar er wel eens over gehoord, zo zijdelings, dat ze wel eens wat wilde gaan haken maar ik sloeg daar geen acht op, stom als ik ben. We zeggen allemaal wel eens wat, toch? Op allerlei manieren betuigde ik mijn liefde voor haar zodat ze de kans niet kreeg om aan haken te denken. Dat kost best wel veel energie maar ach, je krijgt er zoveel voor terug. Toch?

Want als de vrouw gaat haken betekent het dat de liefde over is, of op zijn minst even bevroren is. Zo denk ik nu eenmaal en ik kan daar niks aan doen.

Natuurlijk hield ik mij in. Ik zweeg en deed net of er niks aan de hand was en zette de TV aan om De Wereld Draait Door te kijken. De onderwerpen en de gasten waren leuk en aandachtig luisterde ik naar wat er gezegd werd, ondertussen die vrouw verderop totaal negerend. Tot ik ineens nog wat hoorde… Een zachte vrouwenstem maar dat was niet de stem van mijn geliefde die daar verderop in onze huiskamer aan het freubelen was…

“Aan deze kant heb je een bol met garen en in de andere hand de haaknaald. Die heb je zo vast, als een pen. Je gebruikt naald nummer 5 en we gaan een super snelle omslagdoek maken..”

Ik zette de TV harder en deed opnieuw of er niks aan de hand was. Nico Dijkshoorn was nu aan de beurt en ik luisterde aandachtig. Tot ik weer die stem, die zacht sprekende stem, hoorde: “Voor de basis beginnen we met zes losse…Een..twee..drie…”                                                                                         

Nu was ik het zat! Ik zette de TV op pauze (lang leve de interactieve televisie!) en vroeg mijn geliefde waar ze wel niet mee bezig was. “Ik probeer iets op TV te volgen maar uit jouw hoek komt een nogal hijgerige stem en die irriteert behoorlijk! Wat ben je in Godsnaam aan het doen?” 

Ze schoot in de lach en begon enthousiast te vertellen dat ze begonnen is met haken, om precies te zijn met het haken van een omslagdoek. En die stem is van een filmpje op YouTube. Daar vertellen ze precies hoe je het moet doen en zo leer ik het mezelf. Handig toch!

En ik moest dat toch leuk vinden en het was gezellig en ik heb dit al altijd willen doen.

Mijn wereld stortte in. Mijn vrouw is aan het haken geslagen en nu is mijn leven voorbij. Ik sputterde nog waarom dit zich nu ineens openbaarde en haalde er zelfs een 80 jarige bij: “Je tante is van de week 80 geworden en die krijgt een Tablet en ik heb een relatie met een 30 jaar jongere vrouw en die koopt zichzelf een haaknaald en begint met haken! Zonder overleg en gewoon tijdens mijn favoriete programma.” Ik ging er nu bij staan: “Waar is het mis gegaan? Ben ik niet meer woest aantrekkelijk voor je? Krijg je geen kriebels meer in je buik van me? Kook ik niet goed meer? Haak je me? Euhhh…Haat je me?”

Inmiddels zijn we een week en honderdduizend haakbewegingen verder. Ik ben inmiddels in therapie en de omslagdoek is bijna klaar. We zijn tot een compromis gekomen. Ze haakt alleen wanneer ik er niet ben en om toch de spanning in onze relatie te behouden gaat ze na dit project een ander, erotisch project beginnen:

Het haken van een boxershort voor mij!

Metamorfose

Onlangs was ik in de culturele hoofdstad van Europa, Leeuwarden. Ik was daar met mijn collega vanwege werkzaamheden, serieuze zaken dus. Tegen het middaguur en twee klanten verder besloten we even aandacht te besteden aan de inwendige mens. Mijn volkoren broodjes met belegen kaas lagen geduldig te wachten in mijn werktas, gebroederlijk naast een appel en een banaan.

“Zullen we bij de Mac even een Mac kroket halen?” vroeg mijn collega ineens.

Ik verstijfde want hij zette mij voor een dilemma. Ik ben namelijk totaal geen liefhebber van dit fast-food gebeuren en elke kans om dat te verkondigen pak ik met beide handen aan. De mensen om mij heen weten dat. Mijn kinderen ook. Zij hebben mijn afkeer van deze keten, mijn preken over hoe slecht die broodjes wel niet waren en dat de frietjes veel te dun waren om over de zoete saus maar te zwijgen, al zo vaak moeten aanhoren dat ze het wel hebben moeten ervaren als traumatisch.

“Een wat? Een Mekka-kroket?” vroeg ik in gespeelde verbazing omdat ik donders goed weet wat het is, dat is de kracht van reclame immers. “Ja, een Mac kroket,” zei mijn collega, “hartstikke lekker hoor!” Ik besloot mijn principes even overboord te gooien onder de noemer van dat je pas ergens over mag oordelen na het ondervonden te hebben en enkele fast seconden later zaten wij in de auto deze zogenaamde delicatesse, op te vreten!

Gadverdamme! Wat een goor, klef broodje! Maar de kroket zelf was wel te eten, alhoewel ik de sausjes erop moeilijk kon definiëren waardoor ik het nou niet echt kroketwaardig vond. Enkel mosterd had ik meer dan voldoende gevonden maar ik ben wat eten betreft best wel traditioneel ingesteld. Voor boerenkool met rozijntjes  of spinazie met ananasstukjes schuif ik mijn bord opzij.

Nee, ik ben van het echte koken. Zelf koken, maar ook een goed restaurant kan mijn waardering krijgen. Zo werd ik van de week uitgenodigd voor een diner ter ere van de 80ste verjaardag van een tante van mijn geliefde. Het diner was in het plaatselijke Balkan restaurant en naast het prettige gezelschap werden we verwend met allerlei lekkers, van voorgerecht tot en met het nagerecht, waarvan het ijs met Baklava voor mij een klein, zoet hoogtepuntje was. Maar ook de bediening was vriendelijk, attent en gaf ons alle tijd om van de dis te genieten en dat maakt dan zo’n avond, in mijn beleving, helemaal af.

‘Dat zie je niet bij de Mac Donald!’ Dat noemen ze ook wel appels met peren vergelijken maar toch gebruikte ik dat altijd tijdens mijn betoog tegen de fast-food terreur.

Afijn, voorlopig was het een feit dat ik een broodje kroket van de Mac in mijn mik heb lopen douwen. Via de autoroute van het bedrijf, de Mac Drive. Deze route had ik één keer eerder gereden omdat geliefde en kroost een Mac Fleuri wilden en ik daar anoniem mee instemde omdat het zo …lekker is. Ik besloot toen om enthousiast te zijn, net zoals in de reclames op de televisie. Je weet wel, allemaal vrolijke mensen omdat ze mogen eten bij de Mac Donalds. Maar uiteindelijk was ik zó enthousiast dat het kroost en mijn geliefde het schaamrood op de wangen hadden vanwege mijn overdreven, best wel irritante gedrag: “Jaaaa, u bent dat meisje uit de reclame! Wat leuk!” riep ik het meisje achter het loket toe. Of “Dit is mijn eerste keer dat ik wat koop bij de Mac Donalds! Normaal ging ik alleen maar bij jullie naar binnen om te plassen..”

Het werkte wel. Het kroost wil niet meer met mij naar de Mac.

We besloten toch nog maar even naar binnen te gaan want ja, het is goed piesen bij deze Amerikaan. Eenmaal binnen liepen we langs digitale zuilen waar je je bestelling al kon plaatsen. Maar dat wist ik niet en liep dus door, richting de toiletten. Voorbij de zuilen doemde het bekende kassa buffet op met daarachter de meisjes en jongens van de Mac. Rechts ervan waren de toiletten en niet veel later stond ik weer zonder druk op de blaas te wachten op mijn collega, bij de koffiehoek. Dat zag er appetijtelijk uit, verse bonen-koffie! En een boel zoetigheden in de vorm van Brownies en donuts keken mij lachend toe vanuit hun vitrine. Dat zoete sloeg ik maar over maar de koffie leek mij wel lekker, al was het alleen maar om de kroket-smaak weg te spoelen. Ineens werd ik aangesproken door een dame, veertiger schatte ik in, op hoge benen en idem hakken. Of ik al besteld had en zo ja, of ik niet wilde gaan zitten. Ik legde haar uit dat ik even op mijn collega moest wachten alvorens ik een keuze ging maken in de koffiehoek. Ze gaf mij haar allerliefste glimlach en liep weer verder. Nog geen tel later kwam er weer een dame voor mij te staan, het tegenovergestelde van het vorige typje maar met dezelfde vraag. Ook deze dame moest ik teleurstellen en ook zij vervolgde haar weg.

Daar was mijn collega. Al gauw maakten we onze bestelling bekend bij de koffiehoek dame, twee ‘gewone’ koffie. Direct kregen we een wedervraag: “Is er iemand van u 65Plus?”

Ik hapte naar adem! Wat een brutaliteit eigenlijk! Komt er dan alleen maar jeugd hier? Zien wij er zó oud uit? Heb ik een John de Wolf blouse aan? Zie ik eruit als Henk Krol? Woon ik in een aanleunwoning? Of bevind ik mij in een aflevering van Hendrik Groen?

Mijn collega antwoordde snel dat wij nog niet tot die categorie behoorden en de dame ging aan de slag met de koffie. “Gaat u maar zitten hoor, we brengen het zo aan tafel.” En ja, enkele minuten later werd er een dienblaadje voor ons gezet met daarop twee kopjes koffie, twee houten roerstaafjes verticaal ernaast, het suikerzakje horizontaal en het melkcupje speels ertussen. Oh ja, en een verpakt stukje noga ernaast! Met de smaak van nougat!

Wat een feest!

Toen we opstonden om weg te gaan pakte ik keurig het dienblaadje op om het op de afruimkar te plaatsen. Opnieuw stond ‘die lange’ ineens weer voor me en ze pakte het dienblad over; “Zal ik het even voor u opruimen?”

Mijn mond viel open en ik liet het maar gebeuren. Even later, in de auto was ik er nog stil van. De Mac Donalds waar ik altijd zo op afgegeven had, heeft sterallures!

 

 

 

Duck

 

Er zijn van die dagen dat het leven ineens stil staat. Iedereen maakt zo’n dag wel eens mee. Zo’n dag met een rauwe rand…

Vandaag is zo’n dag. Vandaag kreeg ik te horen dat een oude jeugdvriend, Ronald, gestorven is. Een bijzondere jeugdvriend. Een bijzonder mens met een bijzondere kijk op het leven. We waren klasgenoten op de Lagere School. In de vijfde klas bleek dat hij nog een jaartje over moest doen maar hij bleef onze vriend, onze klasgenoot. Dat sprak vanzelf omdat hij goed was met de hele klas. Vrolijk en gek doen was zijn credo en hij hield van ons allemaal. Dat laatste bleek wanneer hij jarig was, dan nodigde hij niet een paar vriendjes uit zoals gebruikelijk was maar gewoon de hele klas. Dan hoefde hij niemand teleur te stellen.

Ja, zo’n mens was hij.

Ik kwam graag bij hem thuis. Zijn (bonus) vader was een rustige, aardige man en zijn moeder was een leuk, gek en vrolijk maar vooral een lief mens. Hij had duidelijk de genen van zijn moeder. Met verbazing keek ik altijd toe hoe Ronald met zijn ouders omging, hoeveel liefde daar eigenlijk in zat en hoeveel vrolijkheid. Misschien was ik hier wel getuige van het vrije opvoeden maar, zoals altijd is er een maar, wel met respect naar elkaar toe. Achter hun woonhuis was een lange, smalle tuin en helemaal achterin stond een schuurtje waar wij speelden. Samen met nog een paar vrienden vormden wij een soort ‘bende van de Zwarte Hand’ zeg maar, en speelden we cowboytje of soldaatje. Er zijn in dat straatje achter dat schuurtje complete oorlogen gevoerd. Dat kon ook prima daar want even verderop was het hotel van Ronald zijn ouders waardoor we genoeg terrein hadden om ons uit te leven. Of we verzamelden ons daar met de verworven buit die we gejat hadden uit de tuintjes in ons dorp.  Tussendoor was er dan een pauze, dan kregen we wat te drinken met een koekje of iets dergelijks.

Op een mooie avond kregen wij thuis bezoek. Ronald kwam langs met zijn moeder en ze vroeg aan mijn ouders of ik met haar en met Ronald mee mocht naar Leeuwarden om daar naar een theatervoorstelling te gaan. Natuurlijk mocht dat en een periode later zaten we op de Koegelwieck, de nieuwe, snelle boot tussen het eiland en Harlingen. Ik kan mij nog herinneren dat ik zeeziek werd want de Waddenzee was behoorlijk driftig, maar goed, dat duurde maar drie kwartier. We sliepen bij Ronald zijn oma in Leeuwarden, in de bedstee. Het theater was geweldig en het stuk, een sprookje volgens mijn herinnering, inspireerde mij alleen wist ik dat toen nog niet.

Later viel dat kwartje pas.

Wij mochten in de zesde klas zelf een soort van toneelstuk bedenken en opschrijven. Het beste stuk wat geschreven werd zou dan uitgevoerd worden op de jaarlijkse ‘schoolavond’. Mijn inzending won het, ‘De Prinses die niet lachen kon’. Vele jaren later kwam ik erachter dat het stuk in Leeuwarden, waar ik met Ronald heen mocht, eigenlijk dezelfde strekking had en toen besefte ik dat het de reinste plagiaat was!

Het was ook de tijd van de bijnamen. Jan Yellow, Rooie, Bram Schram, Pillie waren zo maar wat namen en mij noemden ze Muis. En Ronald noemden we Duck, naar onze stripheld Donald Duck. Nu gaat het verhaal dat ik die naam bedacht heb maar dat kan ik mij niet echt meer herinneren maar ik voel mij wel vereerd. Ik kan mij wel herinneren dat de naam Ronald vervaagde en dat Duck een algemeen gebruik werd. Sterker nog, Duck werd een begrip op zowel het eiland als ver daar buiten. Want Duck hield van gezelligheid, van vrolijkheid en niet teveel van ‘gedoetjes’. Militaire Dienst was een aanslag op zijn leven en gelukkig begrepen ze dat uiteindelijk in Den Haag ook. Duck was Duck en die hoorde bij Terschelling, net zoals het vanzelfsprekend was Eb overgaat in Vloed en omgekeerd.

Het was een mooie tijd en we groeiden op tot volwassenen. Onze wegen scheiden toen ik naar ‘de wal’ vertrok voor wonen en werken maar elk jaar als ik even terug was op het eiland kwam ik hem wel tegen. Dan stonden we gauw een uurtje effe lekker bij te kletsen, vertelde hij over zijn ongelukken en verbaasde ik mij altijd dat hij het er weer levend had afgebracht. Volgens mij heeft hij ook alles gebroken wat je maar kan breken in het menselijke lijf. En dan was er altijd die interesse naar hoe het met mij ging,  en die lach, dat gekkigheidje of weer een bijzonder verhaal die enkel hij mee kon maken. Hij maakte altijd wel wat mee en dat kon hij je dan ook zó vertellen dat het voelde of je erbij was geweest.

Zoals de vader van Dik Trom altijd zei: ‘Het is een bijzonder kind. En dat is tie!’ Duck was een bijzonder mens met een hart van honderdtachtig klompen goud. Hij was onderdeel van mijn leven, of beter gezegd, hij was een belangrijke schakel in ménig leven en wist ons te raken met zijn innemende manier van omgaan met mensen. Het bericht van zijn overlijden sloeg in als een bom. De hele dag al heb ik contacten via allerlei social media met oud klasgenoten over dit vreselijke bericht. En niet alleen bij zijn leeftijdgenoten sloeg dit in als een bom maar ook bij de oudere generaties die hem kenden. En ik weet zeker dat de huidige jeugd hetzelfde ervaart…

En dan lazen we de teksten van zijn zoon en dochter, zó mooi en zó herkenbaar hoe hij hun opgevoed heeft: op zijn Duck’s!

Het dorp Midsland heeft averij opgelopen. Flinke averij want als je even een ‘slag om’ gaat maken in het dorp dan mist er iets en knal je met je kop tegen de muur van stilte. Mijn goede vriend Jan zei mij vandaag tijdens een telefoongesprek over dit grote verlies het volgende:

“Duckie, de Nachtburgemeester van Midsland en omstreken, is niet meer..”

Rust zacht Ronald.

2017, een terugblik

‘Wat een drukte nog!’ bedacht ik me toen ik net na het middaguur de supermarkt van Winschoten binnenliep. Zelfs op Oudjaardag 2017 blijven we maar consumeren, inslaan alsof het de laatste dag is van ons leven of voor het geval er weer een horrorwinter (van twee dagen) voor de deur staat…

Nou ja, oké, het is de laatste dag maar enkel van het jaar, niet van ons leven. En wat die horrorwinter betreft, buiten is 11 graden en binnen staat de kachel op 20 graden. Dat overleven we dan ook wel weer.

Met mijn mandje in de hand laveerde ik tussen het winkelend publiek. Hele gezinnen passeerde ik, die waren druk aan het vergaderen wat er die avond gegeten moest worden.. Ondertussen rende ik bijna maar dat komt omdat ik boodschappen doen een noodzakelijk kwaad vind. En ik ben zo’n autist die enkel koopt wat er op het boodschappenbriefje staat, heb ik van mijn moeder geleerd. Nu was dat briefje kort: 1 x poedersuiker en 1 x pakje roomboter.

Net voorbij het chips ‘pad’ passeerde ik de koffiehoek. Ook zo’n fenomeen van de moderne tijd. Komt aardig in de buurt van ontbijten bij de Zweed. Nu moet ik Ikea niet helemaal afvallen want zij en wij hebben dit jaar goede zaken gedaan en nu ik een beetje begin te snappen hoe dat meubilair in elkaar zit ben ik best wel tevreden. Vooral wat de prijs aangaat. Alleen die rubberen matjes die zij pannenlappen noemen gaat mij te ver, veels te ver!

“Goeiedag eem!” klonk het keihard achter mij. Ik keek om en keek recht in de ogen van een zeer goede, oude vriend van mij. Hij is niet alleen bevriend met mij maar ook met de gehele familie van mijn vaders kant. Deze man kom ik, zoals mijn omgeving inmiddels wel weet, alleen maar tegen op Oudejaarsdag.

Ik kijk hem aan en groet hem hartelijk: “Goeiendag eem, sinds wanneer groet u in het Gronings? U woont hier toch niet, u komt toch van overal en nergens?”

“Ja, dat klopt mien jong, maar ik kom hier de laatste tijd wat vaker en ach, je pikt wel eens wat op toch? En ieder vogeltje zingt hoe ’t gebekt is en driemaal drie is negen en ieder zingt zijn eigen lied.”

Lachend geef ik hem een stevige hand en ik bekijk hem nog eens goed.Hij heeft inderdaad net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft!

“Maar wat doet u hier, midden in die drukke supermarkt. U bent toch meer een buitenmens?”

“Ja, ook dat klopt, maar normaal gesproken spreken wij elkaar altijd veel vroeger in de ochtend en meestal heb jij dan al koffie voor mij bij je. Vandaag duurde het maar en duurde het maar, vandaar dat ik even naar binnen geglipt ben in dit gekkenhuis.”

Hij had gelijk. Ik nam dan thermosflessen met koffie mee en vorig jaar had ik nog een stuk vergeten kerstbrood bij me. We spraken dan ergens af en tijdens het koffiedrinken namen we dan het jaar door. “Wilt u nog koffie of zullen we snel naar buiten gaan?” vroeg ik, want ik wilde wel weer met hem het gesprek aangaan want dat hoorde nu eenmaal bij deze dag. “Nee, ik moet geen koffie meer, ik heb al een paar bakkies op en sta nu stijf van de cafeïne.  En ik moet ook aan mijn gezondheid denken ook al gelooft niet iedereen in mij.” zei hij terwijl hij zijn rugzak oppakte.

Ik rekende af en even later liepen we richting Blauwe Stad, een mooi, rustig en waterrijk gebied waar je redelijk goedkoop een huis kan bouwen. Het zat door de crisis behoorlijk in het slop maar inmiddels wordt er weer volop gebouwd. Na een kwartiertje lopen gingen we zitten op een bankje.

“En? Hoe was uw jaar?”

Kreunend gooide de man zijn enorme rugzak af en zette deze voor zich. Een rugzak boordevol gebeurtenissen van het afgelopen jaar. “Zo! Dat ding is weer behoorlijk zwaar dit jaar. Dat komt vast door al die aanslagen. Turkije, Amerika, Engeland, Rusland, Zweden, Spanje…. Dat zal in 2018 echt niet minder worden ben ik bang.” Ik knikte instemmend en antwoordde. “Maar aan de andere kant moeten we ons ook niet gek laten maken hè, de kans dat je komt te overlijden door een bijensteek is groter dan door terrorisme. Alleen wilt een deel van ons land dat niet zien omdat ze zich op laten naaien door politici die alles de schuld geven behalve hun eigen ‘soort’. De een doet dat met het verspreiden van boze tweetjes en de andere gebruikt wollige, het liefst Latijnse woorden om zijn volgelingen angst aan te jagen. Die willen terug naar de jaren ’50, alsof het toen allemaal goed en veilig was! En weet u, het ergste is dat ze nog van de media een podium krijgen ook! Want daarmee trek je kijkers, lezers en luisteraars.”

De man knikte en stak een pijp op!

“Rookt u nu pijp? Dat wist ik helemaal niet..Twee jaar terug zat u nog aan de E-sigaret, toch? Ik ben trouwens al een jaar gestopt met roken en voel mij dan ook 365 dagen aangekomen. Ik heb me toch een pokkel!”

“Ja, klopt, ik rookte elektrisch maar ben toch maar begonnen met het echte werk. Want om even terug te komen op de gevaren in onze samenleving, fijnstof en stralingen zijn momenteel de grootste gevaren om aan dood te gaan. Daarom ben ik maar weer gaan roken, daar heb ik dan zelf nog plezier van in plaats van dood te gaan van de fijnstof die veroorzaakt wordt door anderen. En wist je trouwens dat vallen één van de vaakst voorkomende doosoorzaken is tegenwoordig? We worden steeds ouder maar we vallen ook vaker. En wat te denken van al die mensen met hun mobiele telefoontjes. Die lopen daar de hele dag op te koekeloeren en vergeten dat ze deelnemen aan het verkeer. Ik ben blij dat ik maar een man van één dag ben!” en hij inhaleerde eens extra diep.

“Aan de andere kant, “ vervolgde de man, “nu we het toch over bijen hebben. Nog een gevaar wat op de loer ligt is het feit, ik herhaal, het feit dat er enorme bijensterfte is. Als er straks geen bijen meer zijn zal het snel voor iedereen afgelopen zijn. Eigenlijk maakt de wereld zichzelf kapot alleen zijn we inmiddels zó egocentrisch dat het maar niet bij iedereen wil doordringen.”

Een diepe zucht ontsnapte me na al die narigheid. Mijn vriend hoorde dat en gaf mij een (flinke) klap op mijn schouder:

“Rustiggggg! Het is niet allemaal zo zwart -wit jongeman. Moet je eens kijken naar al die welvaart die er is. In dit land heeft iedereen recht van spreken, krijgen zelfs goudvissen in te kleine vissenkommen spreekrecht! En we hebben wéér meer geld uitgegeven aan Sinterklaas, Kerst en vuurwerk dit jaar, we zijn Europees Kampioen voetballen geworden, we hebben twee Pandaberen naar Nederland gehaald en daardoor kunnen we nu live kijken hoe ze de bamboe naar binnen werken, er hangt eindelijk een Nederlandse vlag in de Tweede Kamer en ieder zingt zijn eigen volkslied, Feyenoord is sinds jaren, sinds járen en járen weer eens kampioen geworden, er is nog steeds geen oorlog uitgebroken tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten van Amerika en Gordon neemt 2,2 miljoen mensen in de maling door niet te trouwen. En ja, ik verlies de nuance, we zijn Europees kampioen geworden met de dámes en niet met de mannen en in Rusland zijn WIJ er niet eens bij!”

Verdomme, dacht ik, dat is inderdaad zo! We hebben ons niet geplaatst voor het WK!

“Maar zie de zonnige kant van geen WK. Je hoeft geen oranje vlaggetjes op te hangen, onze Koning hoeft niet gezellig op de foto met die enge Poetin, je hoeft geen oranje tompoucen meer te halen, je hoeft geen oranje kleding aan te doen en je leeft een paar jaar langer omdat je hart minder te verduren gekregen heeft. Het enige nadeel ervan is dat Oranje, wanneer ze het goed doen, juist voor verbinding zorgt in ons land, verbinding waar we eigenlijk zo naar verlangen want daar schort het tegenwoordig nog wel eens aan. Maar beste jongen, jij hebt volgens mij ook wel wat positieve zaken meegemaakt in het afgelopen jaar, of niet?”

“Ja,zeker weten!” zei ik, “Want ik woon nu eindelijk officieel in Winschoten! Na zes jaar mocht dat ook wel eens. En ik ben minder gaan werken in Den Haag. En mijn jongste zoon zijn wens is in vervulling gegaan door een operatie te ondergaan om een lichamelijk ‘schoonheidsfoutje’ weg te laten halen. Na jaren van zoeken naar een oplossing is het dan toch gelukt en kan hij de hele wereld aan, dankzij het geduld van zijn huisarts en de artsen van het AMC!”

De oude man keek mij breed lachend aan en sloeg een arm om mij heen. “Zie je wel, dit is een mooi voorbeeld van nooit opgeven.”

“En ik ben nu volop bezig met mijn nieuwe baan,” ga ik enthousiast verder, “een baan met fijne collega’s én waardering voor je werk wat je verricht. En we hebben de badkamer kunnen verbouwen, mijn geliefde gaat fulltime werken op een andere afdeling, haar zoon is gaan samenwonen, mijn oudste zoon is gaan samenwonen, mijn middelste zoon heeft zijn rijbewijs gehaald, mijn schoonvader is het gevecht aangegaan tegen de kanker en vooralsnog staat het 3-0 voor hem en geniet hij nu van Spaanse temperaturen, mijn jongste zoon slaagde voor het VMBO en ik schrijf nu, op dit moment, mijn 200ste Muizenstaartje! Maar ik ben mij wel degelijk bewust van al dat geluk hoor. En daardoor ook wat emotioneler de laatste jaren. Ik kan al janken als ik hoor dat mijn schoonvader een bord met snijboontjes krijgt voorgeschoteld in het Spaanse van een bevriend Zeeuws echtpaar. Of de dag dat bekend werd dat nagellakker Tyn overleden was, u weet wel, dat jochie dat ineens voor het Glazen Huis stond met zijn vader en zichzelf wegcijferde voor mensen in den vreemde. Youp van ’t Hek noemde hem de Messias, ik sluit mij daar volledig bij aan!”

Opnieuw kreeg ik een bemoedigende klap op mijn schouders.

“Zo, dat zijn mooie berichten, knul” zei de man, “je hebt dat goed gezien. Dat is goed voor de weegschaal van het leven, het tegenwicht zeg maar. En de kunst is dat te blijven zien want dat geeft het leven juist een glans. En het helpt ons om de strijd aan te gaan met het kwaad, de vooroordelen en de afgunst die de laatste jaren een te groot podium kregen.”

“Volgens mij hoort dat emotionele ook bij het ouder worden.” vervolgde ik, mijn vader heeft laatst al zijn kleinkinderen en aanhang een mail gestuurd. Drieëntachtig jaar wijsheid las ik daar in, en liefde! Ik citeer: ‘Jullie Oma wordt wel wat meer een Vergeet-mij-nietje maar ze blijft een mooie bloem!”

“Brullen! Brullen beste vriend, dan kan je mij wegdragen, dan kun je mij uitwringen en zijn de zakdoeken niet meer aan te slepen. Maar het allermooiste is dat de geadresseerden, de lezers van die mail, die zin er ook uitpikken en de warmte ervan zien. Prachtig toch!”

“Helemaal mee eens!” zei de man. Hij snoot zijn neus en strekte zich daarna even flink uit. “Maar ik moet er weer vandoor, hoe gezellig het ook is vriend. Maar er zijn nog wat plekken waar ik mij vandaag moet melden, Den Haag, Bennebroek, Utrecht, Coevorden, Terschelling…enzovoorts. Want die familieleden van jou wonen overal in het land dus ik heb de tijd die mij vandaag nog rest volop nodig. En jij moet dit vandaag nog allemaal opschrijven want anders klopt het verhaal niet.”

Hij had gelijk. We stonden op en namen hartelijk afscheid. Hij ging Westwaarts, ik ging weer terug naar mijn geliefde. “Ze zal wel begonnen zijn met oliebollen bakken!” riep ik hem nog na maar de tegenwind blies mijn woorden retour.

Namens mijn geliefde Janet wensen wij jullie alle geluk, liefde en verbinding toe voor het Nieuwe Jaar!

Boodschap

O-ne-sie. “Wat is in Godsnaam een O-ne-sie?” bedenk ik mij terwijl ik door winkelstraat loop. Om de haverklap zie ik die dingen in de etalages hangen, zelfs bij de etalages met de niemendalletjes waar de gemiddelde man opgewonden van dient te raken.

Eenmaal thuis vroeg ik daarom wat dat was, zo’n O-ne-sie. Verbaasd kreeg ik een wedervraag: “Een wat? Een O-ne-sie?” “Ja”, zei ik lichtelijk verontwaardigd, “zo’n dierenpak zeg maar. Zo’n pak aan één stuk waar je jezelf in moet wurmen, eigenlijk een soort dikke pyjama.“ antwoordde ik ietsjes vertwijfeld..  Even was het stil en ineens kreeg ik een volle lading lach om mij heen: “Oooohh, je bedoelt een Onesie!”  

Ja sorry hoor, ik kan niet elke dag van alle nieuwe dingetjes op de hoogte zijn. Ik ben geen trendsetter en ik ben absoluut niet elke dag bezig met de mode. Ja, twee keer per jaar. Dan ga ik een winkel in en koop een nieuwe spiekerbroek en een overhemd. En tussendoor een paar nieuwe boxers bij de Hema. En elk jaar wel een vest. Ik ben gek op vesten maar dat voegt niks toe aan dit stukje schrijven dus vergeet dat maar direct.

Maar voorgaand gedoe deed mij denken aan Jay Lopez, alleenstaande vader van vijf kinderen. Dit rolmodel voor elke vader is te zien in het tv programma ‘Een huis vol’, NPO1 rond de klok van zeven uur. Vijf kinderen, 3 zonen en 2 dochters in de leeftijd van 3 jaar tot en met 12 jaar. Ik rolde er van de week in toen het dutje op de bank niet lukte. Ook aan deze informatie heb je niks en ik snap ook niet waarom ik dit nu weer opschrijf, vergeet ook dit maar snel.

Ik keek dus naar ‘Een huis vol’. Een programma over drie enorme gezinnen: een gezin met 10 kinderen, een gezin met 6 kinderen en het gezin van Jay Lopez. Naast het respect voor de andere gezinnen gaat mijn meeste respect naar Jay en zijn kroost. Ik weet zeker dat hij wel wist wat een Onesie was. Want hij lakt ook de nagels van zijn dochters, vraagt zijn moeder om informatie over ‘vrouwenproblematiek’ zodat hij zijn dochter van 12 kan bijstaan en hij doet zelfs hun haren. Dat laatste doet hij zó goed dat zelfs de vriendinnen van deze dame eigenlijk ook wel door haar vader gekapperd willen worden.

Want hij weet wel wat zijn meiden willen omdat hij zich daarvoor interesseert. En hij neemt de tijd voor ze. De kinderen voelen dat en laten dat op verschillende manieren aan hem weten. Door een simpele knuffel of een handgeschreven briefje op de koelkastdeur met de boodschap dat de vaatwasser uitgeruimd is zodat papa even wat extra tijd voor zichzelf heeft. Hij hoeft niet echt tijd voor zichzelf. Zijn tijd zit in zijn nakomelingen. Dus zet hij die tijd weer om in extra aandacht voor zijn kroost. Hij laat zijn kinderen stralen puur door er voor ze te zijn.

Op woensdag heeft hij vrij. Dan ruimt hij alle kamers op, verschoont het beddengoed en vouwt de kleding op van zijn jongste dochter omdat deze graag de hele kledingkast overhoop haalt om haar kledingkeuze te bepalen. Dan heeft hij nog een zus die hem helpt met het gezellig maken van het huis. Zij staat hem bij om de vrouwelijke ‘touch’ in het huis te brengen.

Naast dit ‘bedrijf’ heeft Jay nog een bedrijf. Hij is meubelmaker en hij legt vloeren. Ook hier hoor je hem niet klagen en doet hij wat hij moet doen. Alles, echt alles doet hij op zijn eigen, relaxte manier en klagen staat niet in zijn woordenboek. Zelfs als een van zijn zonen toch weer even naar beneden komt terwijl hij eigenlijk in bed hoort te liggen. Gierend van het lachen zegt hij tegen ons, de verbaasde kijker van deze prachtige documentaire, dat zijn zoon dit elke dag doet. Even naar beneden, even naar zijn vader die een kopje thee drinkt, even een momentje samen pikken. Lachend krijgt de jongen te horen dat hij geen thee krijgt en gewoon lekker naar zijn bed moet gaan. En de jongen lacht ook, geeft zijn vader een knuffel en loopt weer naar boven.

Maar het wordt nog mooier. Zijn oudste dochter kreeg een prachtige ring, in de vorm van een hartje. Jay gaf de ring omdat hij zo trots was op zijn dochter. Omdat zij aan het veranderen was van een jong meisje in een jonge vrouw.  Haar broertjes en zusje stonden erbij en waren net zo enthousiast als papa en hun grote zus, geen wanklank was er te horen.

Als ik dit zo teruglees is het eigenlijk een klein kerstverhaaltje. Maar kerstverhaaltjes zijn vaak verzonnen en dit verhaaltje is dat niet. Misschien is het een kerstboodschap! Dat alle vaders (en moeders) naar dit programma zouden moeten gaan kijken. Zet alle boeken over opvoeden bij het oud papier en leer én geniet van Jay Lopez, in Een huis vol!

Fijne Kerstdagen!

Gefreubel

Mijn geliefde is met drie andere dames ‘iets gezelligs aan het doen’.  Dat doen ze wel vaker, want ze houden van gezelligheid. Ze pakken de ene keer een filmpje, de andere keer gaan ze een stuk wandelen of ze schuiven aan bij een theekrans. En tussen de bedrijven door praten ze dan de hele tijd. Waarover? Euh… ik weet het natuurlijk niet zeker, maar het zal niet continue gaan over het laatste Achtuur Journaal.

Of misschien wel maar dan gaat het hoogstens over de jurk van Annechien of de lengte van het rokje van Dionne. Hiermee zeg ik niet dat dit clubje vrouwelijk schoon niet veel inhoud heeft, laat ik hier en nu daar héél duidelijk in zijn, maar ze kijken soms naar dingen waar ik als man niet direct een spraakwaterval voor zal openen.

Zij wel.

Deze keer zitten ze bij een van de dames in huis, bij de single van dit viertal. Want mannen mogen er niet bij. Dat zeggen ze niet zo direct, maar dat bedoelen ze wel. Want mannen verpesten dan de sfeer. Zo denken zij, maar wij mannen ook. Tijdens mijn jeugdjaren op Terschelling gingen mijn vrienden en ik ondergrondse hutten bouwen in het bos bij Midsland-Noord. Na enkele dagen van stevige arbeid zaten wij ondergronds en beloofden elkaar onder het roken van stiekeme sigaretten dat er geen meiden bij mochten.

Want zodra er meiden bij zouden komen, dan wist je als jongen dat de lol snel zou veranderen in gedoe. Toch kregen enkele meiden er lucht van en niet veel later struinden ze om ons heen en probeerden ze het ‘gezellig’ te maken. Kort daarna kwam Staatsbosbeheer en werden al onze hutten, inclusief het gangenstelsel, vernield en mochten wij daar niet meer komen.

Dat dus.

Ik zit dus alleen thuis, maar treur niet, want ik voel mij gesterkt door de andere twee mannen die ook alleen thuis zitten, op De Dag des Heren zoals men de zondag altijd zo mooi noemt. Het is ook best wel prettig om keihard Radio 1 aan te hebben staan, zodat ik lekker naar voetbal kan luisteren. Zonder afgeleid te worden. Ik voel mij er zo prettig bij dat dit stukje schrijfwerk mij totaal geen moeite kost. De woorden rollen achter elkaar uit mijn toetsenbord.

Elk nadeel heeft zijn voordeel!

De dames zijn vandaag aan het freubelen. Wat hebben vrouwen toch met freubelen? Wat is überhaupt freubelen? Freubelen komt van de Duitsers, ze zeggen daar Fröbelen en het betekent, let op: kleuters bezighouden. In dit geval is het ook een soort knutselen, namelijk kerststukjes maken. Dat is niet zomaar even wat plantjes aan elkaar breien en dan als kers op de taart een kaars in het midden, nee, er ging een heel ritueel aan vooraf.

Sinds een week of vier zijn ze al in een groepsApp met elkaar hierover aan het beppen. Hoe gaan we het doen, wat gaan we gebruiken en oh ja, niet geheel onbelangrijk, welke wijn drinken we erbij en wie zorgt voor wat lekkers bij de thee?

Op de Day Before werden nog enkele puntjes vermeld, gladgestreken en opgelost. Mijn geliefde begon alvast met haar bijdrage, een kerstkrans van schuim met vruchten, slagroom en yoghurt (jjjighh..). Ik heb eerst ruim een uur in de herrie gezeten van een keukenmachine die eiwit aan het opkloppen was en daarna nog eens vier uur het zeurende geluid van onze heteluchtoven aan moeten horen, want dat eiwit moest langzaam gebakken worden. Heel langzaam. Een collega man-in-het-zelfde-schuitje had enkele ringen geproduceerd en leverde zo zijn aandeel voor een middagje rust… euhhh… middagje gezelligheid!

Vanmorgen verzamelde de freubelclub zich bij Intratuin alwaar allerlei planten werden gekocht waarmee de dames het gevecht mochten aangaan. Tegen drie uur werd ik gebeld. Of ik even de telefoon van mijn geliefde wilde brengen, want ook wij, 50 plussers, zijn nu eenmaal verslaafd aan dat ding. En dat doe ik dan braaf, tandenknarsend, want ik moest weer in de benen en AZ-Ajax was best spannend.

Tegen vier uur kreeg ik via Whatsapp een foto van het gemaakte toegestuurd. Met als bijschrift of ik ‘even’ twee haakjes aan de buitendeur wil maken, zodat daar straks de kerstkrans aan opgehangen kan worden.

Soms denk ik wel eens: ik ben te goed voor deze wereld. Maar deze keer trapte ik er niet in en bleef gewoon mijn eigen ‘ding’ doen, morgen is er weer een dag! Dat is ook de man in mij, zo stoer, zo charmant en zo aardig, dat zie je in één ogenblik.

Het is nu vijf uur en zoals een goed huisman betaamt, heb ik het vlees voor het avondeten gemarineerd en de bijgerechten voorbereid. Onder het genot van een biertje, want ja, het is voor mij ook zondag, toch?

 

Rampen

Na het natuurgeweld van de afgelopen week likken we onze wonden en kunnen we de dagelijkse beslommeringen weer een plek geven. Wereldwijd is men begonnen met acties om ons de verschrikkingen van de afgelopen dagen te kunnen laten verwerken. De teller staat al op enkele miljoenen euro’s. Miljoenen die wij nodig zullen hebben om er weer bovenop te krabbelen want ook nu weer werden we verrast door Moeder Natuur. Natuurlijk, we weten dat we hier in een land wonen met strenge winterse dagen, ja dagen, maar telkens trappen we er weer opnieuw in en is het leed al geschied, is het hele land ontwricht en worden we overspoeld met codes, geel, oranje of nog erger, rood!

En wat was het erg! In twee dagen was alles wit!

De beelden die tot ons kwamen waren mensonterend: Lange files, auto’s die langs de weg gestrand waren, geschaarde vrachtwagens, kleumende kranten- en postbezorgers die naast de fiets liepen in plaats van erop, Erben Wennemars in alle talkshows op de televisie want stel dat het doorzet…., fietsers die kromgebogen over het stuur zich een weg baanden naar werk of school waar hen lof wachtte omdat ze de barre tocht overleefd hadden en Geert Wilders kwam met een Tweetje dat het allemaal de schuld van de Moslims was.

“De Elfstedentocht van 1963 is er niks bij.” vertelde Erben bij Eva en je zag zijn ogen vochtig worden.

Het was een barre tijd maar over het algemeen leven we nog. En dat hebben we te danken aan het KNMI. Sommige weermannen/vrouwen vertelden het ons op een rustige manier, dat we van code oranje overgingen naar code rood.  Anderen, zeg maar de paniekweermannen/vrouwen die rondlopen bij sommige televisieprogramma’s, gingen helemaal los en al het echte nieuws, de wereldse problemen, werden als ..euhh… sneeuw voor de zon weggeschoven. En niet alleen op de tv, ook op de radio deed men braaf mee aan dit circus.

Circus ja! Waar gaat dat toch heen in dit land? Ik loop al 53 jaar rond in dit landje en weet inmiddels heus wel dat als het winter is, de kans op sneeuw toeneemt. Daar hoef je niet voor geleerd te hebben, dat hoort nu eenmaal bij dit land. En als het dan sneeuwt of het heeft gesneeuwd, dan pas je je daarop aan. Dan loop je wat voorzichtiger zodat je niet uitglijd en je vermijd fiets of brommer vanwege het feit dat die maar twee wielen hebben. Want de auto alleen pas je wel je snelheid aan, ook al heb je winterbanden! Want je wilt niet je medeweggebruikers in penibele situaties brengen. Dat heet verantwoordelijk auto rijden. Dat doe je ook wanneer je in een wolkbreuk terecht komt. Dan houdt je wat in en ga je niet stoïcijns 130 km per uur door blijven rijden omdat het daar nu eenmaal staat aangegeven. Die lijpo’s die dat wel doen zijn hersenloze, onverantwoordelijke kloothommels met te weinig inlevingsvermogen en vaak ook te kleine piemels. En ja, er bestaan ook zulke vrouwen alleen die hebben helemaal geen piemels, die zijn waarschijnlijk zeer zo geworden door een tekort daaraan.

Nederland paniekland. Alles is geregeld hier en toch blijven we paniek schoppen. Voor elke scheet die er gelaten wordt bestaat wel een regeltje en de enige privacy die je nog hebt is op het toilet mits er niet een perverseling daar een cameraatje heeft opgehangen voor een of ander RTL of SBS6 programmaatje waar dan weer 2,2 miljoen mensen naar gaan zitten kijken… Geloof me, het kan slechter in de wereld. Echt slechter! Er zijn landen waar orkanen zo nu en dan even huishouden of landen waar door de enorme droogte het brandgevaar op de loer ligt. En dat was er ook al vóór de klimaatveranderingen.

Wanneer ik dat dan zie dan denk ik: Ik woon in Nederland en ben eigenlijk best een bofkont!

Kijk eens naar het mooie van sneeuw. Hoe sereen alles er dan uitziet en wat is het dan genieten tijdens een wandeling. Al het grauwe van de kaalheid van de winter, bedekt door een witte laag spul waar je sneeuwballen mee kan gooien, waarop je sleetje kan rijden of waarmee je sneeuwpoppen kan maken. Het kleurt de donkere dagen wat lichter, net zoals glazen huizen die neergezet worden om geld in te zamelen voor een goed doel in een land die het nóg slechter hebben dan wij. Want dit ludieke evenement, ooit bedacht door 3FM en het Rode Kruis voor mensen die echt hulp nodig hebben, ligt sinds enkele jaren onder vuur. Want wij hebben in ons land de voedselbanken, die zijn er niet voor niets. Doordat onze mega supermarkten elke dag propvol moeten liggen zodat wij ons kunnen laven aan voedsel en dranken, om onze magen te vullen en onze dort te lessen. Wat bijna over datum is (ook weer zo’n regeltje) of er niet zo mooi meer uitzag, werd zo in de container gegooid.

En dat zagen enkele slimmeriken en die richten toen de voedselbank op zodat de minder bedeelden onder ons wat extra’s hadden. Klopt allemaal, prachtig initiatief. Maar klaag dan niet over andere succesformules, begin desnoods zelf een actie. Want je kan er haast je klok op gelijk zetten dat het gezeik zo na de zomer weer begint: eerst de Pieten discussie, dan de discussie over Serious Request en dan de discussie over het vuurwerk. Jaarlijks geven we trouwens 60 á 70 miljoen euro uit aan legaal vuurwerk. Ik herhaal, LEGAAL vuurwerk.

Serious Request haalde vorige jaar een krappe 9 miljoen euro op.

Ik vind het een van de leukste weken van het jaar omdat ik naast de leuke muziek ook verbinding zie. Verbinding waar we, diep in ons hart, zo naar snakken in dit land. Want we weten donders goed dat we in een prachtig land leven. En we weten dat alles goed geregeld is en dat de natuurrampen hier eigenlijk best wel meevallen. En we snappen ook heus wel dat er mensen elders op de wereld andere zorgen hebben dan de voorraad van een voedselbank, of een Piet nou zwart of paars is, of de sneeuw een sneeuwstormpje is of een vlokje, of dat ene Gordon trouwt of wat Evert Santegoeds daarvan vindt.

Die mensen die ‘elders’ wonen maken zich zorgen of ze de volgende dag wel levend halen omdat er geen voedsel of water is. Rijst en water. Water en brood. Of zoals de leeuw in Burger’s Zoo te Arnhem gedacht moest hebben na het doodbijten van zijn soortgenoot:

Het leven is eten of gegeten worden….

Maten

“Hoe zwaar is uw man geschapen?”

“Dat vroeg de gynaecoloog aan mijn vrouw toen ze telefonisch een uitslag bespraken.” zei de man die al een tijdje naast mij zat op het bankje bij de Hema en net zoals ik, zat te wachten op zijn partner. Hij begon daarover, zó ineens uit het niets. “Ze heeft namelijk last van een verzakking en ze gaan haar opereren. De boel weer wat omhoog liften zeg maar.”

Voordat ik wat kon zeggen ging hij verder.

“Maar die dokter vroeg of ík zwaar geschapen ben! En het bleek nog een vent te zijn ook! Ik had dat vanaf de bank in eerste instantie natuurlijk niet in de gaten, zij was immers via de telefoon met hem in gesprek. En daarom begreep ik ook niet dat ze in een vreselijke lachbui uitbarstte. Man man, ze rolde bijna over de grond van het lachen.”

Hulpeloos keek ik snel even achterom, de winkel in, of mijn geliefde er alweer aankwam maar dat was valse hoop want zij heeft altijd heel lang nodig in een winkel. Het zinnetje ‘even een boodschapje doen’ is net zo waar als dat de NCRV/KRO deelnemers van de Rijdende Rechter tegen zichzelf beschermd worden en dat ze zeggen dat integriteit hoog in het vaandel staat. Want bijvoorbeeld het kopen van een Hema worst kan voor haar genoeg reden zijn om een uurtje weg te blijven. En waarom? Omdat het zo leuk is en als het dan een keertje niet zo leuk is komt ze wel weer iemand tegen voor een praatje.

Ik krijg daar maar geen vinger achter. Als ik die worst zou halen sta ik twee minuten later weer buiten. Mochten die twee minuten uitlopen dan had dat te maken met de drukte bij de kassa.

Nu bleef ze ook weer lang weg. Ik had beter mee naar binnen moeten gaan zodat ik de boel een beetje op kon jagen. Maar nee, ik moest zo nodig even zitten op dat klere bankje.  Met naast mij een gozer die een vrouw heeft met een verzakking. Hij ziet waarschijnlijk in mij een makker, een lotgenoot of ik zie eruit als een kerel dit in hetzelfde schuitje zit. Ik heb géén idee! En waar blijft ze nou? Ik wil hier weg, ik hoef niet te weten dat zijn vrouw een verzakking heeft en ik hoef helemaal niet te weten hoe zwaar hij geschapen is. Al vermoed ik wat dat laatste betreft dat het meer een lammetje is, gezien de vrolijke reactie van mevrouw Verzakking.

Hij ging verder: “Ik wilde de telefoon overnemen want ja, het is wel een dokter die je aan de lijn hebt en die hebben altijd maar zoveel minuten per patiënt, maar ze vermande zich en ging verder met het gesprek. Tenminste, dat probeerde ze maar veel succes had het niet. Telkens herhaalde ze de vraag en schaterde het daarna uit: Of mijn man zwaar geschapen is?”

Ik staarde inmiddels ongemakkelijk naar mijn schoenen want ik had het idee dat elke voorbijganger naar ons keek.

“En erger, ik hoorde die gast ook keihard lachen aan de andere kant, de lul! Vervolgde hij. “Alsof hij zwaar geschapen is. Alsof mannelijke gynaecologen per definitie zwaar geschapen zijn!” Hij stootte mij nu aan omdat hij kennelijk voelde dat ik afdwaalde. “Dat is toch niet zo?” en ik moest hem nu wel aankijken. En antwoord geven…

“Tja, geen idee eigenlijk. Volgens mij hoef je niet persé zwaar geschapen te zijn om gynaecoloog te worden.” Ik probeerde er nog een grapje in te gooien: “Kleine handen en slanke vingers zijn volgens mij wel een pre.”

“Precies!” zei de man, het grapje totaal negerend. “Maar wie geeft hem permissie dit soort vragen te stellen aan mijn vrouw? Want je weet dat je dit soort zaken niet moet vragen aan de dames want die gaan daar geheid grapjes over maken. Dat zit in hun genen. En hunnie zeggen dat wij weer een voorkeur hebben voor een flink bos hout voor de deur maar ik ken zat kerels die met minder ook zeer tevreden zijn! En weet je, ze snappen niet dat dit soort grappen slecht zijn voor ons libido en vervolgens gaan ze dan klagen als onze jongeheer zich wat minder snel de rug recht. Daar stranden huwelijken op man!”

Ik was het nu zat. Ik rechtte mijn rug om op te staan maar de poging om te gaan staan strandde omdat hij mij bij de arm pakte en verder ging met zijn verhaal. “Ze vroeg toen waarom de dokter dat moest weten en toen vertelde die grapjas dat het te maken had met de operatie. Ze gaan namelijk ‘van onder naar binnen’, of zeg maar via ‘de havenmond van de Maasvlakte.’ De kans is dan wel aanwezig dat het wat uitscheurt waardoor ze moeten hechten.”

Ik rukte mijzelf nu los van zijn armgreep en ging staan, in starthouding om hard weg te rennen maar dit roofdier liet niet los en stond ook direct op en pakte opnieuw mijn arm en ging daarna dreigend recht voor mij staan:

“Die mafkees die zich dokter noemde wilde dáárom weten hoe zwaar ík geschapen ben! Want als ik een roede heb van dik twintig centimeter dan moest hij daar rekening mee houden tijdens het hechten!”

Een golf van misselijkheid trok door mijn lijf en ik hapte even naar adem. Toch voelde ik ook medelijden naar voor deze man en ik zag de angst in zijn ogen. Hij trok mij dichter tegen hem aan en sputterde: “En weet je wat mijn vrouw zei, schaterend van het lachen? Dat de dokter er rustig een zooi hechtingen in kon punniken want ‘mijn man had toch achteraan gestaan bij het uitdelen’!”

Ineens stond mijn echtgenote naast mij, vrolijk lachend zei ze dat ze ook een Hema worst gekocht had. Want die zijn zo lekker bij de boerenkool.

 

 

 

Verbouwen is oorlog

Wij hebben een verbouwing achter de rug en mijn psychiater heeft mij opgedragen dat te delen met anderen. Dat is goed voor het verwerkingsproces.

De badkamer was aan vervanging toe. Mijn vriendin zei dat vijf jaar geleden al, maar ik kon het steeds tegenhouden door te zeggen dat het allemaal nog prima te doen was en ja, die lekkage onder de douchebak…

Ach.

Dat viel best mee. Gewoon even met een badhanddoek de boel opdweilen en het probleem was opgelost. Of opgeschort, het is maar hoe je het bekijkt. Maar daar was mijn meissie het niet mee eens, waardoor de irritaties zich per week opstapelden bij mijn vriendin. En dat werd, uiteraard, ook regelmatig naar mij geuit. Of naar de visite, zo halverwege de avond wanneer de tongen wat losser gingen zitten door wijn of andere alcohol houdende drankjes. Want dan zocht ze steun bij het gezelschap, waardoor ik als het ware met mijn rug tegen de muur kwam te staan. Nu kan ik daar tegen. En ik kan dat ook wel lang volhouden, maar nu – vijf jaar later – heb ik er toch maar mee ingestemd om de badkamer eens goed aan te pakken.

En die lekkage van verrotte verwarmingsbuizen twee maanden terug hielpen daar natuurlijk ook bij, maar dat heb ik haar maar niet gezegd. Of wel, maar dan was het in mijn gedachten en niet via de spreekbuis. Zij vindt dat een vervelende eigenschap van mij en ik snap dat niet. Ik denk meer na voordat ik met woorden ga strooien. ‘Bedachtzaam’ noemen ze dat ook wel. Maar over het algemeen denken leden van het andere geslacht daar anders over, zij gooien het liefst al hun gedachtes, zeer gedetailleerd, op straat of voor onze voeten. En dat noemen ze dan weer ‘praten’.

Ineens snap ik de link kippenhok en kakelen.

Maar dit even terzijde. Voordat de aannemer begon, had ik de eer om de oude badkamer te ontdoen van zijn huidige samenstelling: het plafond, het badmeubel, de tegels en nou ja zeg, er zit nog een tegellaag onder… Ook die weg, met behulp van mijn vriend en trouwe makker de pneumatische hamerboor, voor echte mannen. Al dat spul heb ik naar beneden lopen sjouwen en in de bouwcontainer gegooid. Na een weekje werken zat die container bijna vol, waren mijn handen ruwer dan het grofste schuurpapier (P80) en heb ik wel drie tubes klovenzalf er doorheen gejaagd.

Want ja, je wil ‘s nachts niet genegeerd worden door de bazin omdat je handen te ruw zijn… Toch?

Na al dat slopen moest er ook weer aan opbouwen gedacht worden. En opbouwen betekent dan dat je de deur uit moet om het één en ander uit te zoeken. Zoals tegels voor op de vloer en muren, maar ook badkamermeubels. Logisch. Alleen, er moet dan ook een keuze gemaakt worden en daar beginnen de irritaties. Want jij denkt makkelijk en zij denkt moeilijk. En jij denkt zo goedkoop mogelijk en zij hoort graag de verkoper vertellen hoe speciaal het is allemaal. En ja, daar zit een prijskaartje aan.

En zij wil dat je dan mee gaat, naar tegelbedrijven en badkamer-specialisten. Want we moeten samen beslissen en ja, het is toch ook…

Gezellig!

Als slaaf – euh – als partner in deze relatie ga je dan maar weer mee, want je weet dat ze gelijk heeft. En zo kan je op de juiste momenten de vinger op de knip houden en eventueel enthousiasme direct in de kiem smoren, zodat die gladde verkoper vanzelf de moed laat zakken. Op mijn vraag waarom die kastjes en dergelijke zo duur zijn, werd mij gretig verteld dat het om de afwerking van de naadjes ging. Als die niet goed zijn, dan neemt het meubel vocht op en zal deze zichzelf opblazen.

En dat willen we niet.

Maar hoe kan het dan dat het waaibomenmeubilair welke ik onlangs uit de badkamer gesloopt hebt, geen millimeter vochtproblemen vertoonde? Leg mij dat dan eens uit, meneer de verkoper! Dat zei ik niet echt hoor, dat dacht ik. Toen we later in de auto stapten, was het eerst ijzig stil. Totdat de bom naast mij explodeerde en ik van alles naar mijn hoofd geslingerd kreeg omdat ik absoluut niet meewerkte en meedacht. Na deze vloedgolf kwam ze tot rust en kwam ik met mijn verhaal over het oude meubilair. En ik voegde eraan toe dat die spullen van Ikea nog niet eens zo gek waren.

En toen zaten we weer op één lijn, want die Zweed kan bij haar wel een potje breken.

Natuurlijk, je moet ze dan nog in elkaar zetten, maar ik was door de jaren heen al zo getraind dat dit een appeltje-eitje klus zou worden, daar had ik alle vertrouwen in. Ikea en ik zijn twee handen op één buik. Ik snap na al die jaren van ergernis nu hoe en waarom bepaalde gaatjes er zitten en ik werk gewoon volgens de handleiding.

Want die is best wel duidelijk.

Vorige week was de opening van de badkamer. Ik mocht eerst en mijn partner keek toe vanaf de wc-pot. Dat lijkt porno, maar dat was het niet. Dit was puur genieten van onze nieuwe badkamer en we hebben de rest van de avond dan ook in de badkamer doorgebracht.

Tante Riet

Er zijn mensen die op de een of andere manier enorme indruk maken op andere mensenlevens. Die staan in het leven op een manier waarvan je denkt:

Dat zouden eens meer mensen moeten gaan doen.

Ook ik ben in de gelukkige omstandigheden zo’n mens te kennen. Of, helaas, gekend te hebben. Mijn Tante Riet, zusje van mijn vader, tante van mijn neven en nichten. Vandaag is het precies 10 jaar geleden dat ze op 61 jarige leeftijd kwam te overlijden. Zij was een bijzonder mens. Een mensenmens. Vol van wijsheid, liefde en humor. Heel veel humor.

Vandaag zou ze in haar 71ste levensjaar gezeten hebben, nog hartstikke jong en nog jaren voor de boeg. Maar het was haar niet gegund. Of speelden hogere machten haar parten, waardoor er in hogere sferen beslist werd dat ze eerder gehaald moest worden. Omdat ze daarboven ook wel zagen dat mijn tante, onze tante een bijzonder mens was. En de Almachtige Leider aldaar had kennelijk wat last van ongeduld en wilde niet langer wachten…

Daar zijn wij hier mooi klaar mee!

Maar begrijpen doe ik het wel. Zij was bovennatuurlijk. Zij was de tante die elk kind zich wenst. Bij haar kon je je verhaal kwijt, zij luisterde en keek nergens van op. En ze oordeelde niet of ze deed dat wel maar dan dacht je dat ze je adviseerde. En dat nam je dan ook gewoon aan, ze was immers je vriend, je vriendin, je vader, je moeder en je opa en oma tegelijk. Tante Riet had geen kinderen maar dat hoefde ook niet want wij waren dat voor haar. Zonder al onze opvoeders tekort te doen, er zijn immers periodes in het leven van een kind waarin ouders simpelweg in de weg lopen. Omdat er puber gedoetjes waren die niemand begreep.

Dan passeerden wij onze opvoeders en liepen linea recta naar Tante Riet!

In mijn geval was dat niet elke dag mogelijk, ik zag mijn tante hoogstens één á twee keer per jaar omdat we op Terschelling woonden. En zij woonde in Jutphaas.  Als wij ‘aan de wal’ waren en op familiebezoek gingen of wanneer zij met haar nicht Joke op Terschelling vakantie vierde. Zij zag mij dan in alledaagse gemoedstoestanden: lachend, klierend, dronken, chagrijnig en normaal. Zij kwam graag op Terschelling, haar geliefde eiland. En ook op het eiland raakte ze bekend en geliefd onder de bewoners. En mijn vrienden vonden haar en haar nicht Joke ook leuk en voelden zich op hun gemak bij haar.

Wanneer ik in haar omgeving was dan zag ik hoe mijn neven en nichten ook met haar wegliepen, als een gelijke van ons.

Onze grote zus!

Wanneer er een neven- en nichten reünie georganiseerd werd was Tante Riet er ook. Daar werd niet eens een discussie over gevoerd, dat was vanzelfsprekend. En ik geloof ook niet dat andere tantes of ooms daar problemen mee hadden, puur omdat ook zij het gevoeld moesten hebben hoe bijzonder ze was en hoeveel aantrekkingskracht zij had op ons, de jongere generatie Veldmuizen.

Mijn geliefde heeft haar ook gekend. Wij hadden immers eerder een relatie, zeg maar Fase 1 en dat speelde zich af in de jaren ’82 en ’83. Dat was een tijd dat samen slapen ‘not done’ was terwijl we toch al rond de 18 jaar waren. Of mijn ouders stonden te waken tussen onze slaapkamers of mijn geliefde haar ouders stonden te waken… Op een gegeven moment moest er kleding gekocht worden omdat mijn geliefde zuster ging trouwen en toen kregen wij de mogelijkheid om dat aan ‘de Wal’ te doen, om precies te zijn in Hoog Catharijne in Utrecht. En je raadt het al, we mochten slapen bij deze ruimdenkende Tante!

In één slaapkamer! In één bed!  

Mijn geliefde kreeg dat weekend nog een rondleiding in de huisartsenpraktijk waar Tante Riet werkte. Als doktersassistente, het beroep waar mijn geliefde net mee begonnen was. Mijn tante was daar het aanspreekpunt, ze was de agenda van de artsen en daardoor ook de spin in het web. Want alles moest goed en soepel verlopen.  Ze was de Zuster Klivia zeg maar. Na de rondleiding was ook mijn geliefde zeer onder de indruk van MIJN tante! En tot op de dag van vandaag probeert zij ook te werken zoals mijn tante haar werk deed; met twee benen op de grond, groot verantwoordelijkheidsgevoel en altijd tijd voor een gulle lach.

Lieve Tante Riet, ik ga er van uit dat je nog steeds over onze schouders meekijkt met wat wij doen en hoe wij het leven zonder jou opgepakt hebben. Je bent niet dood voor ons, je bent een belangrijk onderdeel van ons leven. Je naam komt altijd weer terug: gesproken, geschreven en gedacht. Nooit zal ik haar legendarische antwoord vergeten toen ik vroeg of ze niet bang was voor de dood, ze zei toen vol overgave en doodnuchter:

“Het zal er wel goed wezen want er is nog nooit iemand teruggekomen.”

En vervolgens een dikke knipoog!

 

 

 

Haantjes

Als geboren Fries (Harlingen) werd ik van de week wel even behoorlijk zenuwachtig na het kijken van de algemene beschouwingen. Het ging over de motie van wantrouwen waar Wilders mee op de proppen kwam. Hij wil geen dubbele nationaliteiten in de Kamer. Gaap.

Maar moet ik nu gaan oppassen?

Want eigenlijk heb ik ook twee nationaliteiten (als het aan de Friezen had gelegen). Nu werk ik niet in de 2e Kamer en heb ik een Friese gevoelswaarde van 10 dagen (zolang lag ik na mijn geboorte in het Harlinger ziekenhuis) maar ik voel mij wel aangesproken, ik voel mij in mijn eer aangetast en op mijn pik getrapt. Sterker, ik voel mij een minderheid. En als minderheid ben je tegenwoordig in dit land de pineut. Want je mag niks van de ‘massa’, behalve dan je aanpassen aan hun levenswijze en gedragingen.

Nou, daar ben je mooi klaar mee!

Ach ja, die Geert. Hij weet donders goed dat zijn populariteit tanende is. Vooral sinds FvD hem rechts aan het inhalen is. Die lui willen hetzelfde alleen proberen ze wat intellectueler over te komen. Door zo nu en dan met wat Latijnse namen te strooien, een baard te laten staan of een piano te bespelen.

C’est le ton qui fait la musique!

‘Verandering is de wet van het leven. En degenen die alleen kijken naar het verleden of het heden zullen zeker de toekomst missen’. Aldus J.F. Kennedy. Nou heeft de PVV, samen met de SGP, het toch nog voor elkaar gekregen dat de Nederlandse vlag in de Kamer opgehangen mag worden. Daarbij opgeteld het verplicht zingen van het Wilhelmus bij het ontbijt zijn dat toch wel rake klappen waar men nog lang over zal napraten.

De sleet zit er gewoon in. Net als bij het (Nederlands) mannenvoetbal. De koek is op, de peper is uit de zonnebank gebruinde reetjes en dat komt allemaal door haantjesgedrag. De voetballers van tegenwoordig verdienen zo ontzettend veel geld dat ze het niet meer kunnen opbrengen om er nog wat voor te doen. Ja, een onderbroekenlijn opzetten of ze krijgen regelmatig zendtijd bij bepaalde tv/radioprogramma’s om te vertellen over hun nieuwste tattoo of de geboorte van hun liefdesbaby. Zelfs bij het ‘RTL7, Meer voor mannen’ programma Voetbal Inside zit de sleet er in en lijkt het meer op dronkenlappen gekakel dan een inhoudelijk sportprogramma. En nee, klopt, ze zeggen ook dat het kantine gelul is maar ondertussen nemen ze het zelf wel heel erg serieus omdat ze er een goede boterham aan verdienen. Maar ik vind er niks meer aan, ze ondermijnen de intelligentie van de gemiddelde man en bevestigen elke uitzending alle clichés over de man.

Daar zijn wij, de moderne man, mooi klaar mee.

Ons haantjesgedrag is de ondergang van ons man-zijn als wij niet tijdig het tij keren. Want vrouwen doen niet aan haantjesgedrag en daarom doen ze het zo goed op de … voetbalvelden! Bij hun zitten de stadions wel vol en is de aanstelleritis- cultuur omdat er een tikkie uitgedeeld wordt ver te zoeken. Hier zie je een prachtig voorbeeld dat de tijd onderhevig is aan veranderingen. Jaren geleden, toen ik nog op de Lagere School zat, deed onze school elk jaar mee aan het schoolvoetbal toernooi. Dit was een jongens ding, de meisjes moedigden ons aan met al hun schoonheid en enthousiasme en kalverliefdes ontsproten zich in de bebossingen achter de doelen. Hier waren de rollen duidelijk en helder: wij de haantjes, zij de kippetjes.

Tot er op een kwade dag een nieuwe meester verscheen, Meester Tans.

Of eigenlijk kan ik, met de kennis van nu, beter zeggen: Tot er op een mooie dag een nieuwe meester verscheen, Meester Tans. Deze lange, hippe vogel die aan Doctor Who deed denken ging veranderingen brengen. Hij ging een steen verleggen in ons zo rustige, voortkabbelende beekje, of beter gezegd, hij gooide er een trottoirtegel in! Want bij de eerste oproep om op het sportveld bij elkaar te komen voor de selectietrainingen Schoolvoetbal deelde hij ons mede dat ook de meisjes mee mochten doen! Zo dan! Dat hakte er in! Meisjes mee laten doen met voetballen!

Zo zout hadden wij het nog niet gegeten en daarom vertelden wij dat ook allemaal, met rode konen, s’ avonds bij het avondeten. Nu brak de pleuris uit. Want onze ouders, met name de vaders natuurlijk, vielen van hun stoel af na het horen van dit verschrikkelijke nieuws. Als zoon was dat natuurlijk wel gaaf om te zien, voor het eerst was Pa niet boos op jou maar op een volwassene, een meester notabene!

Het werd een hele strijd maar uiteindelijk won Meester Tans. Want Mieke mocht meedoen en, als ik het mij nog goed herinner, Tamara, Ineke en Wilma ook. Eigenlijk waren zij (en Meester Tans) de grondleggers van het huidige niveau van het damesvoetbal. En zo zien we maar weer het gelijk van het feit dat we onderhevig zijn aan veranderingen. Dat blijft zich ontwikkelen.

Behalve….

Vorige week, na de storm, waren de ramen bij ons zo vies dat ik spontaan mijn geliefde aanbood ze te wassen. Ik vroeg waar mijn eigen, professionele ramenlap-set was bestaande uit een inwasser, een trekker, een spons en een emmer. Deze bleek nog bij haar vader te liggen maar dat was geen probleem want zij had ook een setje, van ene Hara, een schoonmaakhulp voor de moderne vrouw en ooit aangeschaft op zo’n party bij ons thuis. In plaats van een diepe zucht pakte ik dit aan en kreeg toen uitleg waarna na elk woord mij de moed in de schoenen zakte:

“Je maakt de inwasser nat, dan verdeel je drie (!) druppels uit dit blauwe flesje over de inwasser, wrijf er vervolgens even overheen en daarna kan je beginnen.”

Na tien minuten ramenlappen waren de ramen een brij van strepen en gooide ik de boel in de gootsteen, pakte de auto en reed naar mijn schoonvader, riep hem razend toe dat ik vrouwen niet begrijp en nam mijn eigen, vertrouwde setje mee. Eenmaal thuis vulde ik mijn emmertje, deed er een beetje dreft bij en vijf minuten later waren de ramen brandschoon!

Ramenlappen is dus niet aan veranderingen onderhevig! De rest van de dag liep ik als een trotse haan door het huis!

Echte Mannen

Onlangs heb ik, als een soort statement, een partij opgericht. Dat oprichten duurde om precies te zijn een minuut of vijf en ontstond spontaan.

De reden? Omdat we in een kwaad daglicht gezet werden door figuren als Harvey Weinstein waardoor ‘de gewone’ man in een verkeerde hoek gedrukt wordt. Let wel, de gewone man is niet hetzelfde als de gewone burger van onze minister-president, Rutte. Nee, daar bemoei ik mij niet mee om het simpele feit dat ik geen flauw idee heb over wie hij het heeft. Net als dat ik totaal niet begrijp waarom hij onze dagelijkse boodschappen duurder wil maken door de BTW te verhogen. Op álle boodschappen. Dus ook gezonde producten zoals groenten en fruit. Ik snap het dan niet meer, we leven immers in het Obesitas- tijdperk. We worden steeds dikker en dikker en ondertussen laten we toe dat er overal suiker en andere voedingssupplementen in onze voeding gestopt mag worden. Dat mag van Den Haag.

Of, met andere woorden, de fabrikanten mogen ons legaal vergiftigen…

Het is goedkoper om de zogenaamde ‘vette hap’ in huis te halen dan een aardappeltje, groenten en fruit. Daarnaast worden we wel aangespoord meer te bewegen, zitten is immers het nieuwe roken, maar komen we niet uit de stoel omdat we het té goed hebben. Een gemiddeld gezin heeft drie auto’s voor de deur staan waarmee we dagelijks stilstaan in de files op de A13 of in de straat bij de school. En als we niet een auto hebben dan is er wel een scooter of een elektrische fiets. Allemaal schijnbewegingen van de welvaart en ondertussen raken we geestelijk van het padje af en klagen we ons een hoge bloeddruk aan en hebben ‘anderen’ het altijd gedaan, zijn zij de oorzaak. En ja, ook ik ben te zwaar, zuchtend en steunend trek ik mijn schoenen aan om vervolgens vanaf de bank in de stoel van de auto te belanden. Ik maak amper nog meters met de benenwagen en het fietsen naar mijn werk is voorbij omdat ik nu te ver van mijn werk woon. En ik ben al ruim tien maanden geleden gestopt met roken waardoor ik meer begon te eten.

Mijn voordeel is wel dat ik redelijk kan koken dus bij mij komen er geen geprepareerde zakjes in huis om sausjes te maken of soepjes te maken. Natuurlijk is dat niet genoeg om van mijn ‘pokkel’ af te komen. Daarom probeer ik sinds enkele weken elke dag een stuk te lopen. Zonder skistokken maar wel in een rap tempo. Mijn Drentse neef Richard zette er nog wel even een andere stok voor achter de deur door mij te overtuigen van een inschrijving voor een wandelevenement, de Fjoertoer op Terschelling. De 25 kilometer, tja, direct maar hoog inzetten toch?

Maar dit soort zaken zijn niet uit te leggen. We zijn bezig ons zelf te vernietigen. Neem het nieuws wat afgelopen week naar buiten kwam. De insecten populatie neemt enorm af. Insecten die wij nodig hebben om te kunnen leven, hoe irritant ze soms ook zijn. De oorzaak is nog niet helemaal helder maar er moet wel iets aan gedaan worden.

Ook hier weer de vraag aan onze grote leiders in Den Haag: Waarom laten we het zover komen?

Maar goed, ik heb dus een partij opgericht. De Mannen Partij. Wij van de MP zijn echte mannen. Soms nog jongens maar meestal heren. Zelfstandige kerels die van wanten weten en met een geëmancipeerde blik op de wereld om hun heen kijken. Een blik die even verder gaat dan bier, chips en voetbal om maar een cliché over mannen te noemen. Wij van de MP zitten niet ongevraagd met onze klauwen aan de dames en doen niet aan oneerbare voorstellen. Oké, we laten soms wel een boer of een scheet maar dat moet van de dokter omdat je niks moet opkroppen. En we doen dat alleen als we bij onze geliefde zijn of bij onze beste vrienden. Uit liefde. En als we bij onze beste vrienden zijn dan laten we ons niet opnaaien door onze beste vrienden. Nee. Als een beste vriend een onbehoorlijke opmerking zou maken naar een meisje of vrouw dan spreken wij die beste vriend daar op aan. Want bij beste vrienden kun je dat doen anders kan je ze geen beste vrienden noemen.

Wij mannen moet heropgevoed worden wat dat betreft, meegaan met de tijd want de tijd van de oermens is al een tijdje voorbij….

Wij zijn echte mannen. Mannen die zichzelf kunnen redden en niet Mama’s kindjes blijven. Strijken, koken, ons eigen broodtrommeltje vullen en boodschappen doen is voor ons net zo normaal als even een dutje doen op de bank. Ook verzorgen we ons goed, trekken elke dag een schone onderbroek aan en vouwen de sokken uit alvorens ze in de wasmand verdwijnen. Ook zetten we zelf koffie en maken een cappuccino’tje voor de lady als zij dat behaagt, houden de deur voor haar open of dragen de zware tassen van de wekelijkse boodschappen. Wij zijn geëmancipeerd van kale kruin tot aan de tenen maar hebben ook beperkingen. Vraag ons niet mee te kijken met ‘Boer zoekt Vrouw’ of ‘Heel Holland Bakt’ of ‘RTL Boulevard’. Ook wij van de Mannen Partij hebben zo onze grenzen. Grenzen die heel belangrijk zijn want dat is goed voor het ego en libido.

Tot nog toe bestaat de partij uit twee leden, Voorzitter Johan en de titel Vice Voorzitter heb ik mijzelf maar toebedeeld. Bij gebrek aan kandidaten. Mocht je interesse hebben om lid te worden dan kan dat middels een reactie hieronder. Het kost niets, hooguit wat energie om je als echte man te gaan gedragen. Maar uiteindelijk zal je dan de vruchten ervan kunnen plukken en zal een prachtige toekomst in het verschiet liggen. En mocht je jezelf ook wat mannelijker willen kleden, ga dan eens langs bij de hoedenzaak ‘Trix’ in Emmen. Daar staan twee alleraardigste dames die jouw een echte mannelijke hoed of pet kunnen aanmeten waarna die vreselijke baseball- caps de vuilnisbak in kunnen! En mocht dat nog niet voldoen, koop jezelf dan een paar schoenen van Mascolori, Van Bommels of Pepe Milan!

Mannen! Verenigt u! De tijd is er rijp voor!

 

Marco

‘Ah bah, wat een misère, als Marco staat te blèren.’ Een bekende zin uit het liedje van Doe Maar, Doris Day. De Marco in dit liedje was operazanger Marco Bakker en wij, de tijdsgenoten van deze artiest, wisten direct om welke Marco het ging. Dat kwam natuurlijk doordat alles wat eenvoudiger was in die tijd. De afleidingen die wij hadden waren te overzien. Je had school, sporten en buitenspelen. Pas in de avond kon de tv aan en hadden we de keuze tussen twee en later drie zenders. En soms pakte je een Duitser mee, dat hing van het weer af of als een van de gezinsleden naar zolder ging om de antenne bij te draaien, dan pikte je nog wel eens een extra zendertje uit de lucht.

Hoe klein onze wereld toen nog was, hoe groot was de beleving die we hadden. En de tijd ging een stuk langzamer, de klok tikte traag de minuten weg en wanneer je je bewust werd van die klok noemden we dat ‘verveling.’ Het was de tijd dat showbizz nog niet bestond, dat we gewoon de krant lazen om het nieuws tot ons te nemen en op zondagavond kon je vanaf zeven uur pas al het voetbal zien op de tv. Oh ja, en iedereen luisterde naar de radio: Het Weeshuis van Hits, de Avondspits, Arbeidsvitaminen, 50 Pop of een Envelop, Muziek Mozaïek, de Soulshow, de Dik voor mekaar Show, Los Vast, de Top 40, de Stemband (voorheen Raden Maar) of Germaine sans Gêne. Dit laatste programma beluisterde ik als vroegpuber samen met mijn oudere, professioneelpuberende broer, op zijn zolderkamer. Rooie oren radio. En illegaal want de VPRO was not done in ons huishouden.

Tegenwoordig gaat het allemaal anders. Sneller. Razend snel. En is alles, ondanks de ontwikkelingen op allerlei gebieden, niet meer zo eenvoudig als we zouden willen. Want we weten veel meer. En we stellen aan het leven steeds hogere eisen.

Marco Bakker was dus niet zo geliefd volgens de tekst van Doe Maar. Wat mij betreft klopt dat ook wel. De enige keer dat ik hem wel ‘koel’ vond was die keer dat hij in de film van Theo & Thea meespeelde, Theo & Thea en het mysterie van het Tenenkaasimperium. Marco Bakker tikt tegenwoordig bijna de 80 jaar aan en dan ben je zo goed als afgeschreven om op tv of op de radio nog je kunsten te vertonen.

Daar zijn we vanaf!

Maar er huist al jaren nog een Marco op de radio en televisie, ene Marco Borsato. Mensen om mij heen weten dat ik op hem reageer. Heel heftig reageer. En dat bedoel ik dan negatief. Het is een soort allergische reactie en ja, dat kan gevaarlijke situaties opleveren. Zodra ik zijn stem hoor of de eerste tonen van de muziek weet ik niet hoe snel ik de ruimte verlaten moet. Of als ik in de auto zit en Marcootje zet in dan schiet mijn hand uit naar de autoradio en druk ik op een andere zender. Ja, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.

Het ergste is dat doordat ik hem zo mijd, ik toch op de een of andere manier altijd precies weet wanneer er een nummer van hem begint. Is hier dan sprake van een zogenaamde haat-liefde verhouding? Ben ik eigenlijk stapelgek op alles wat Marco doet maar haat ik hem tegelijk? Of komt het gewoon doordat zijn liedjes altijd hetzelfde zijn, traag en fluisterend begin en op het end knallen met veel bombarie en geschreeuw? Dat laatste is het natuurlijk, ik ben toch niet gek.

Nu reed ik vandaag in mijn auto en daar was hij ineens weer op de radio. Zoals gebruikelijk ‘tikte’ ik de radio op een andere zender en bedacht mij dat hoe traag ik ook opgegroeide, hoe prettig de techniek van tegenwoordig óók kan zijn. Maar ik bedacht mij ook dat mijn ‘afschuw’ voor deze man misschien wel een beetje ‘een ding’ van mij werd. En juist als je ergens een hekel aan hebt … dan ja, dat noemen ze dan karma…. Dan lig ik straks tussen zes plankjes en hoor ik vanaf mijn wolkje dat mijn geliefden voor een nummer van Borsato gekozen hebben in plaats van mijn eigen wensen, enkele nummers van Bram Vermeulen. Die hadden ze na familieberaad maar direct gecremeerd onder de noemer ‘Hij merkt er toch niks meer van.’

Bij deze daarom alvast een waarschuwing: mocht voorgaande werkelijkheid worden dan zal ik de rest van mijn dooie leven bij ieder van jullie blijven spoken!

Maar dit even terzijde. Ik zat dus in de auto en kreeg een verstandig moment. Het betrof immers een nieuw nummer van onze knuffel Italiaan en misschien was dit wel een goed liedje. Het voordeel van de twijfel zeg maar, en kom op Veldmuis, er zijn al boze mensen genoeg! Ik drukte weer op de zender en echt, na drie zinnen zat ik te gruwelen in mijn stoel, vond ik de bomen aan de kant van de weg ineens heel erg dicht bijstaan en moest ik stoppen voor mijn eigen veiligheid.

Enkele minuten later stond ik stil langs de weg, op zo’n pechstrook. Marco zong nog steeds:

“Oh wat is het fijn, om weer thuis te zijn” en “Ben nergens zo gelukkig als ik m’n eigen kleine stukje paradijs”

Ik heb het echt geprobeerd, het hele nummer afgeluisterd maar ik kon er niks mee. En de allergische reactie leek zelfs heviger dan ooit: mijn tenen verkrampten, mijn benen verzuurden, mijn maag begon zuur op te ripsen en mijn trommelvliezen scheurden millimeters na millimeters in tot ik centimeters ontsluiting had. Toen ik de presentator van de radio daarna hoorde zeggen hoe mooi hij het nummer wel niet vond, voelde ik spontaan een golf uit het diepste van mijn lichaam omhoog komen en spoog ik, na het autoraampje net op tijd geopend te hebben, over het Zoab van de N33.

Ah bah, wat een misère.

VOG seizoen

Het is officieel. Vanaf morgen mag het weer legaal en hoeven velen onder ons het niet meer stiekum te doen. Voor sommige liefhebbers duurde het te lang en vielen voor de verlokking, de drang om ‘het’ te doen was groter dan de wilskracht. Sommigen deden het in de vroege morgen maar er waren er ook bij die het midden in de nacht deden, tot grote ergernis van de buren want ja, het gaat absoluut niet geluidloos. Maar het aller-, allerergste was dat zelfs mensen met een VOG verklaring meededen aan deze burgerlijke ongehoorzaamheid!!

VOG????

VOG, oftewel de Verklaring Omtrent Gedrag is een papiertje waarmee je kan bewijzen dat je redelijk stabiel in de maatschappij staat, dat je zeg maar zonder ‘zonden’ bent of de ideale schoonzoon- of dochter, het is maar wat je belangrijk vindt. Dit is ooit verzonnen door een bange ambtenaar die in iedereen een crimineel zag of vader was van een prachtige dochter waar menig manspersoon wel een beschuitje mee zou willen eten.. Een nachtmerrie voor vele vaders van prachtige dochters.

De VOG dus. Ter voorkoming van wangedrag. Maar wat is de definitie van wangedrag? Gedrag dat tegen de regels van het fatsoen ingaat, maar wie bepaalt dat? Waar ligt de grens van het fatsoen? Ik zou zeggen dat elkaar met respect behandelen in dat lijstje hoort. En je houden aan normen en waarden. Zo ben ik opgevoed en dat hoop ik weer door te geven door het ook daadwerkelijk uit te voeren.

Wie goed doet..

Maar afgelopen week werd die norm even stevig bijgesteld en nogal behoorlijk ook. Dik over de rand van fatsoen heen. Want daar was ineens Camiel Eurlings. Camiel wie? Camiel Eurlings, ooit minister in het kabinet Balkenende Vier, Kroonprins van het CDA, president –directeur van de KLM en nu lid van het Internationaal Olympisch Comité.

Maar we kennen hem het beste van toen hij zijn ‘At your service’ speech hield op het CDA congres, om zijn steun uit te spreken naar Maxime Verhagen die een samenwerking met de PVV wel zag zitten. De liefdesverklaring van Camiel deed Maxime huilen en de rest van Nederland zat met het schaamrood op de kaken thuis op de bank te kijken hoe deze krolse katers om elkaar heen liepen en elkaar besproeiden met loftuitingen.

Ik vergat pardoes mijn eigen gedrag en gooide de tv uit het raam.

Vanwaar deze agressie? Dat komt omdat Camiel losse handjes heeft. Op zich kan dat, korte lontjes genoeg tegenwoordig in onze maatschappij en de uitdrukking ‘kopschoppen’ zal binnenkort opgenomen worden in de Dikke van Dale. Maar Camieltje sloeg zijn vriendin in elkaar, een meisje, een vrouw en ja, dan ga je te ver in mijn ogen en nu druk ik mij nog enigszins mild uit. In mijn ogen ben je dan een miezerig, klein, smerig mannetje en dien je direct ontheven te worden van al je functies, IOC lid, van je mannelijk lid en alles wat er in de toekomst nog voor je ligt.

Niets meer en niet minder.

Het IOC zat dus met hem in zijn maag en zette hem voor het blok: hou de eer aan jezelf, Camiel, treed af. Maar Camiel zou Camiel niet zijn en uitte dat door er toch weer een VOG uit te slepen! En kon dus aanblijven als IOC lid! Zoals ik van de week al las in een column hoeven we daarom geen waarde meer te hechten aan deze verklaring, de schrijver noemde het dan ook heel toepasselijk het VOGvodje.

En daarom snap ik nu ook dat er mensen waren mét een VOG in de binnenzak die het toch deden: burgerlijk ongehoorzaam zijn! Terwijl pas morgen het seizoen echt gaat beginnen lapten ze de regels aan hun laarzen. Oké, ze deden het stiekum. Eerst achter het tuinhuisje en de brutalen pakten er ook nog een stukje tuin bij maar ja, in hoeverre kun je bladblazen vergelijken met het in elkaar rammen van je vrouw?

Laat ons zingen

Na het opstaan heb ik, onder het genot van een vers bakje koffie, het Wilhelmus gezongen. Gewoon. Om mij in te kunnen leven in de geest van Sybrand van Haersma Buma. Want hij vindt dat als we voortaan op de scholen het Wilhelmus gaan zingen, alle problemen in dit land verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Het volkslied zingen is goed voor de verbinding zegt Sybrand. “Voor de eenheid in het land.”

Na het zingen voelde ik niks. Geen opluchting of iets dergelijks. Vervolgens hield ik mijn problemen, mijn zorgen en andere perikelen die we allemaal dragen, eens goed tegen het licht. Opnieuw zag ik geen verbetering. Dan maar de tv aan. Er kwam een blondje in beeld, een WNL presentatrice van het programma Goedemorgen Nederland. Met een i-Pad in de handen. En de gebruikelijke heupjes-scheef-houding zoals de meisjes van WNL dat moeten laten zien. Ze keek er ook intelligent bij want dat stond op de autocue: nu intelligent kijken, nu lachen, nu de lipjes tuiten, nu weer moeilijk kijken en nu met veel bravoure de autocue overgeven aan de andere presentatrice. Het hoofdnieuws was natuurlijk het gebakkelei tussen de Almachtige Grote Leiders van de Verenigde Staten en Noord-Korea. Landen waar het volkslied er nog wel ingeramd zit! Het liefst met de hand op de linkerborst, een traan in de ogen en met een blik van standvastigheid die elke vijand doet beven. En met veel vlagvertoon.

Misschien is immigreren naar een van deze landen een optie, Sybrand, mits die landen er straks nog wel zijn natuurlijk.

Ik besloot de straat op te gaan om te kijken of daar enige verlichting te vinden was opgetreden maar ook nu weer ving ik bot. Want doordat ik wat in gedachten verzonken was had ik die ene auto niet gezien. Een fractie van een seconde later werd er hard geclaxonneerd en als finale kreeg ik een opgestoken middelvinger. Geschrokken liep ik terug naar huis en stapte in mijn eigen auto. Hier ben ik veilig. Hier ben ik sterk. Hier ben ik heilig. Dit is mijn kerk. Dit is mijn haven. Hier leg ik aan….

Bang voor de grote boze wereld met al die boze mensen. Bij het eerste de beste stoplicht was het weer raak. Ik trok iets te laat op nadat het licht op groen gegaan was en dat werd mij duidelijk gemaakt door de persoon in de auto achter mij. Op een niet vriendelijke manier, dat zag ik wel aan haar gebaren toen ik in de achteruitkijkspiegel keek.…. Ze articuleerde wel heel goed want ik kon woord voor woord lezen wat ze er allemaal uitkraamde en nee, dat was niet voor herhaling vatbaar…Ik stapte uit en stelde haar voor samen het Wilhelmus te gaan zingen, om tot elkaar te komen, maar ik kreeg niet eens de gelegenheid want ze passeerde mij vol gas, zag nog net hoe de rook uit haar oren kwam.

Sybrand, het lijkt wel of iedereen boos is!

In complete verwarring parkeerde ik mijn auto bij een ijssalon en kocht mij een troostijsje: malaga, hazelnoot en ja, doe maar drie bolletjes, kokos. Snel stapte ik weer in de auto, drukte op de centrale deurvergrendeling en verloor mij in de drie smaken ijs, even weg uit de grote boze wereld. Ondertussen las ik een nieuwsbericht op mijn gsm. ‘Willem van Hanegem sluit zich aan bij de politieke partij Forum voor Democratie.’ Het verbaasde mij niet want Willem was altijd al met politiek bezig. In bijna elk interview wist hij de vragen over voetbal altijd al zo te draaien dat het uiteindelijk over politiek ging. Daarom is hij nu op de juiste plek want met zijn commentaren over voetballers of coaches sloeg hij meestal toch al de plank mis. Zijn rugnummer was voorheen 10 bij een clubje uit Rotterdam. Nu krijgt hij rugnummer bij 16.280…. De directeur van deze club,  Thierry, is zo blij als een kind want hij heeft een BN’er weten te strikken en dat schijnt goed te zijn voor de beeldvorming. Want alle fans van Van Hanegem gaan nu natuurlijk ook die overstap maken naar het FvD omdat ze geen eigen mening hebben. Net zoals al vele PVV’ ers gedaan hebben omdat ze inzien dat het met Wilders niet gaat lukken om al die verdraaide buitenlanders terug naar hun ‘eigen’ land te sturen. Geert zegt het immers te hard en te recht voor zijn raap, Thierry heeft ervoor gestudeerd en doet het met moeilijke woorden waardoor het minder hard klinkt.

Ja, Sybrand, zowel in de politiek als op het voetbalveld is de verbinding ver te zoeken, het Nederlandse voetbal staat op de 36ste plaats van de FIFA ranglijst. Ondanks het zingen van het Wilhelmus voor de wedstrijd…

Daarom mijn wat cynische reactie op je idee om het Wilhelmus te gaan zingen. Dat is iets van vroeger maar vroeger is dood, de wereld draait immers door. Misschien moeten we gewoon wat minder bang zijn voor elkaar en eens uit onze schaduw stappen. Zingen is zeker een bindende factor maar ga nou asjeblieft niet bepalen wat wij moeten zingen en kom ook niet met een zogenaamd ‘Koningslied’….

Laat dat lekker over aan de creatievelingen die dat kunnen, die muziek en zang met elkaar kunnen combineren waarna onze geesten vanzelf vervuld zullen worden met verbinding. Net zoals de één goed is in politiek is de andere weer goed in voetballen!

 

 

Pura Vida, een verslag.

Het Spaanse ‘Pura Vida’ vertaald zich letterlijk als ‘Pure Leven’. Maar het is ook een soort van groet, een levenswijze, zowel voor je geliefden als voor jezelf. Hoe je het beste uit het leven haalt, genieten van de mooie dingen die er al ‘gewoon’ zijn en die gecreëerd worden door de mens.

Je wenst elkaar Pura Vida.

Afgelopen zaterdag gingen wij weer naar Blauwe Stad om daar de elfde editie van Pura Vida mee te mogen maken, het evenement waar het Noord Nederlands Orkest ons al jaren in hogere sferen gebracht heeft. Thema’s als onder andere Abba, filmmuziek of het alom geliefde Groningse lied werden al goed ontvangen.

Vorig jaar waren wij getuige van de tiende editie en het thema was dan ook jubileumwaardig, een tribute to The Rolling Stones. Tim Akkerman, Erik Corton en Tim Knol waren hier speciaal voor uitgenodigd en geloof me, het werd een memorabele avond met een spectaculair slot in de vorm van een ruim vijf minuten durend vuurwerk waar ze in Scheveningen een puntje aan kunnen zuigen.

Het leuke van Pura Vida is dat het gratis is. Voor mij hoeft dat niet hoor, ik heb voor iets moois altijd wel geld over maar hiermee creëren ze dat het toegankelijk is voor iedereen. Het kost je slechts een knaak voor een klapstoeltje of helemaal niks want je kan ook zelf een stoel meenemen. Net zoals een hapje en een drankje, alles mag en je bent verplicht tot niets. Ja, enthousiast zijn over het wat er geboden wordt maar dat is niet zo moeilijk want het is een fantastisch, indrukwekkend schouwspel.

Pura Vida leeft. Overal om ons heen hoorden we dat men er ook naar toe ging. Ik werd er zenuwachtig van. “We eten om vijf uur hoor, dan kunnen we zes uur op de fiets zitten.” Mijn geliefde en haar vriendin zouden mee eten en de zus van die vriendin. Gezellig, hoe meer mensen aan tafel hoe gezelliger vinden wij.

Deze zaterdag stond dus op ‘tijd’. ‘s Morgens begon ik al achter die ‘tijd’ aan te lopen omdat ik dacht kwart over negen bij de kapper te moeten zijn. Tijdens mijn fietsritje kreeg ik al een appje van mijn geliefde of ik al onderweg was naar de kapper… Zij was namelijk gebeld met de vraag waar ik bleef omdat ik er kwart vóór negen al had moeten zijn. Ik vervloekte mijzelf om zoveel stommiteit!

Een slecht begin van de dag, vooral omdat ik een eerdere afspraak met de kapper pardoes vergeten was. Gelukkig was mijn kapster, Nirmen, niet boos op mij en schonk ze mij zelfs nog een bakje koffie in waardoor ik even kon landen. Een klein half uurtje later stond ik weer op straat met een keurig kort koppie waarna ik snel naar huis fietste want ja, we stonden immers op ‘tijd’.

Eenmaal thuis gekomen begon ik daarom direct met het marineren van de kip voor het avondeten: Pandang rijst met een mix van kip, courgette, paprika, sugarbeans ui, taugé en kastanjechampignons. De gesneden kip marineerde ik met kipkruiden, sherry, sojasaus en gember. Zóóó lekker! En een klein pepertje.

Het is immers Pura Vida time!

Hierna snel nog even naar de opticien voor het kiezen van het juiste montuur voor een nieuwe bril, vervolgens nog even wat wijn inslaan en tegen vier uur stond ik in de keuken om de maaltijd voor te bereiden. De dames waren inmiddels ook gearriveerd en binnen no time klonken er opgewonden stemmen aan mijn kookeiland over kleding, schoenen, de laatste roddels en over wat de avond ons brengen zou.

Om precies vijf uur stond het eten klaar maar ik moest het nog even in de wacht zetten… Nog niet alle nagels waren gelakt…

Om kwart voor zes zette ik de toetjes op tafel, een glaasje gevuld met geplette Bastogne koeken, mascarpone, aardbeienjam, verse aardbeien en half geslagen slagroom met sinaasappellikeur. Pure Vida!

Exact om zes uur zaten we op de fiets en om half zeven waren we ter plaatse en zagen we een prachtig decor aan het Oldambt meer: het inmiddels bekende, immense podium voor het Noord Nederlands Orkest cs., de tribunes voor de VIP’s, de mensen van de beveiliging, de koffie- en dranktentjes en de stoeltjesuitgifte punten. En een heleboel mensen! Even later zaten we op onze stoelen en kletsten we ons met allerlei bekenden naar half acht waarna het spektakel kon beginnen:

‘Echoes of Queen’

Het Noord Nederlands Orkest, onder leiding van dirigent Dirk Brossé en solisten Joseph Clark, Jennie Lena en Yollandi Nortjie namen ons aan de hand door het repertoire van good old Freddy Mercury en zijn mannen. Met deze band zijn heel wat generaties opgegroeid waardoor er veel herkenning was in de nummers. Terwijl wij ons tegoed deden aan onze picknick manden vol met koffie, wijn, worst en andere hartigheden trakteerden zij ons op een geweldige show.

Pura Vida liet ons genieten en de natuur genoot mee want we waren getuige van een prachtige zonsondergang en het leek of zelfs de vogels als decor dienden want zij vlogen boven het podium op de maat van de muziek mee.

Voor mij was het hoogtepunt van de avond de solo van The Voice of Holland finaliste Jennie Lena, die een schitterende vertolking gaf van Queen’s hit ‘Somebody to Love’. Het was een moment van kippenvel in de hoogste gradatie en dat had echt niet te maken met de kou die langzaam via onze benen aan het opklimmen was vanaf de koude nazomer grond. Nee, dit was een meesterlijk optreden en dat werd massaal gewaardeerd door het publiek die zelfs gingen staan om haar daar deelgenoot van te maken.

En het was nog niet eens de finale!

Die kwam even later. Deze bestond uit ‘Barcelona’ ‘We Will Rock You’ en ‘Bohemian Rhapsody’. Vooral ‘Barcelona’ was een voltreffer, misschien ook wel gezien de recente gebeurtenissen daar. Met het voetbalstadion nummer ‘ We are the Champignons’ werd en dan toch echt afgesloten en vervolgens konden de klapstoeltjes weer ingeklapt worden, de lege bekertjes en flessen opgeruimd en sloten we aan in de file op de fietspaden, een alleraardigst fenomeen die normaal voor het autoverkeer is weggelegd.

Opvallend was de sliert rode achterlichten die je enkel maar hoefde te volgen en zo nu en dan moest je even luid doorgeven dat er een obstakel gepasseerd moest worden:

“Paaltje!”

Na een half uurtje waren we weer thuis, werden de blazen geleegd en kon onder het genot van cappuccino’s, thee en koffie de social media geladen worden met onze ervaringen en werd er tussendoor gezellig nagepraat. Was er geen minpuntje te noemen dan, we zijn immers Nederlanders? Ja, er waren te weinig stoelen en ik hoop dat de organisatie daar volgens jaar toch wat mee gaat doen, al huur je een zooi van die bierbanken in die ze ook gebruiken tijdens de oktoberfeesten. En voor mij persoonlijk was het een minpunt dat ik het ‘Grönnens Laid’, wat bij aanvang gezongen werd, niet van tevoren geleerd had.

Nu stond ik als enige tussen die 12000 mensen niet mee te zingen…

 

Winterswijk versus Hollywood

Wat is het allerbeste recept voor een avondvullend, cultureel programma op een plek waar je het niet snel zal verwachten?

Men neme een Winterswijker steengroeve. Zet daar vervolgens een groepje creatieve breinen in en laat die dan even met rust zodat de verkregen inspiratie goed kan doordringen in deze geesten. Haal dit groepje er pas weer uit als de inspiratie goed ingetrokken is en zet ze vervolgens om een tafel, voorzien van eten en drinken want dat is goed voor de geest.

 

En geef ze pen en papier! En zet er een piano naast! En geef ze een gitaar!

 

Daarna opnieuw het hele zwikje even laten bezinken. Even laten rijpen. Na deze periode stel je een paar leiders aan. Daadkrachtige mannen en vrouwen die van doorpakken weten. Die goed kunnen luisteren naar de creatievelingen en tijdens dat luisteren van alles gaan regelen. En er zijn meer ingrediënten nodig. Zoals vrijwilligers. Dit ingrediënt is misschien wel een van de belangrijkste ingrediënten. Deze mensen moeten gemasseerd worden in een marinade van enthousiasme. Enthousiasme waar je de vingers bij aflikt.

 

Dat gevoel achteraf, dat je beseft dat je eigenlijk nog wel een portie lust omdat het zo lekker is…

Alles natuurlijk op smaak gebracht met de beste kruiden en specerijen.

 

Vlees, vis, groente en fruit zijn het lekkerst na goede verzorging. Restaurants dwepen met die informatie. Dan staat er niet gewoon een tournedos op de kaart maar een tournedos van het Lakenvelder, de Jersey of het Charolais rund. Of ze leggen iets op ‘een bedje van diverse lente sla’ en besprenkelen dat met een 18 jarige Italiaanse azijn met Aziatische pinda olie. Dit alles lijkt overdreven maar aan de andere kant… hebben ze gewoon gelijk! Want een koe die lekker kan grazen in de wei en kan genieten van het zonnetje, zit natuurlijk veel lekkerder in haar vel dan zeg maar de gestampte doorsnee koe. En daardoor smaakt ze extra goed.

 

En als de kropjes sla met liefdevolle handen uit de grond getrokken worden in plaats van aan de lopende band gekeeld te worden dan geloof ik oprecht dat deze sla blaadjes veel en veel lekkerder zullen smaken.

 

En dat hebben die hierboven genoemde creatievelingen goed begrepen in Winterswijk. Die weten mensen te raken, te enthousiasmeren en op een voetstuk te zetten waardoor ze boven zichzelf uitstijgen met hun talenten. Want dat hebben ze, talent.

 

Maandenlang wordt er gezocht naar de juiste smaken, de juiste geuren en kleuren en de juiste combinaties. En er moesten keuzes gemaakt worden, welk ingrediënt kan wel en welk ingrediënt zou af doen aan de smaak.

 

En dan zijn er natuurlijk nog de gasten die aan de dis verschijnen. Deze mensen zijn in de loop der jaren verwend tot op het bot geraakt. Zij zagen in de afgelopen jaren Jesus Christ Superstar via Symfonia en The Wall van Pink Floyd naar Shakespeare’s Midzomernacht. Verwend door prachtige creativiteit, vol muziek, dans, spektakel en prachtige teksten om de verhalen die men wilde vertellen te duiden. Wij, de gasten, vertellen dat weer met veel plezier door aan hen die er niet bij waren en zij hoorden ons met ongeloof aan..

 

”In een steengroeve?”

 

Inmiddels zijn wij doorgewinterde fans. Je weet als toeschouwer wat je verwachten kan maar toch weten ze ons elk jaar weer in die groeve te verrassen. Zoals het een goed kok betaamt. Alle zintuigen worden in het hart geraakt, smaakpapillen worden geprikkeld, ogen worden gestreeld en de oren draaien overuren. Waarna de volgende verrassingsaanval alweer ingezet is.

Haut cuisine. Niets meer en niets minder.

Wij mochten ook dit jaar weer getuige zijn van de kunsten in het Steengroevetheater te Winterswijk. Het thema was: ‘Cinema’. We werden meegenomen door een van de gebroeders Lumière, Louis, de ontdekkers van de cinematograph, de voorloper van de filmcamera zeg maar. . Met Achterhoeks accent, ere wie ere toekomt.

 

De zon brak door nadat het in de uren ervoor onafgebroken geregend had. De vele plassen waren daar stille getuigen van maar ze werden direct aangevallen door de crew met waterstofzuigers zodat de dansers zo min mogelijk gehinderd zouden worden. Wij, publiek of beter gezegd gasten van dit driesterren restaurant, zaten hoog en droog. En werden gewarmd door het enthousiasme om ons heen, in afwachting van wat komen zou.

De menukaart zag er in ieder geval uitdagend uit! De avond zou zich in 4 take’s afspelen en we zagen al vele bekende gerechten: Once Upon a Time in the West, Gotham City Revisted uit de film Batman, de speech uit The Great Dictator met Charlie Chaplin, mega indrukwekkend uitgevoerd door Sten Geerdink en Lovesong for a Vampire van Annie Lennox uit de film Dracula. Of, As If we Never Said Goodbeye uit Sunset Boulevard, vertolkt door Linda de Wit…briljant, wat een dijk van een stem!

We kregen niet een paar gerechtjes van de kaart, nee, we kregen alles! Ruim 33 gangen en we raakten vol van alles wat zich voor onze ogen afspeelde zonder overdaad.

 

En dan het dessert. Een taartbombardement, met een rijke garnering van de Pirates of the Caribbean. En als toefje op de taart was er de finale, Hooray for Hollywood, waar alle deelnemers van dit spektakel een applaussaus over zich heen kregen als dank voor deze overheerlijke gerechten.

 

Meester-koks in actie. Dansers en danseressen op bergschoenen, een super swingend koor, de top dirigent Gerben op laarzen voor zijn indrukwekkend orkest en de regisseur Jasper in actie om de mix van spel, dans, muziek, licht, video en effecten in goede banen te leiden. En alle anderen die dit fantastische spektakel tot stand gebracht hebben waardoor wij een superavond gehad hebben.

Bij deze, wederom vanachter mijn bescheiden schrijftafeltje: Dank jullie wel voor een schitterende avond!! We hebben genoten!

Voordat de bom valt

Laat ik nog maar even een stukkie schijven voordat de oorlog uitbreekt tussen Donald Trump en Kim Jong-un. Deze twee niet zo snuggere leiders zijn de boel lekker aan het opstoken en ik voel mij daar niet zo happy bij. De Almachtige Leider naar Noord-Koreaans voorbeeld, Donald Trump, zag van de week hoe zijn collega weer twee proefraketjes de lucht in schoot. Onder het genot van een Noord-Koreaans sigaretje. Dat sigaretje zat mij dwars want ik, ooit verwoed roker, ben er inmiddels van overtuigd dat roken slecht voor je is, dat roken een vorm is van zelfdestructie en dat je er beter aan kan gaan beginnen als je dood bent. In het Hiernamaals zeg maar. Maar ventje Kim Jong-un zat dus lekker te roken en dat maakte mij angstig omdat hij toch ook wel moet weten hoe slecht het is. Of hij is daar niet bang voor omdat hij weet dat straks toch de pleuris uitbreekt…. 

Voordat de bom valt.

Heb inmiddels al mijn nagels al afgekloven en straks begin ik aan mijn teennagels. Typen zonder nagels is geen pretje maar ik moet dit doen. Voor volk en vaderland. Als de bommen gaan vallen dan lost het niet alleen het wel/niet roken probleem op maar ook vele andere problemen.

Bijvoorbeeld dat de fipronil die wij inmiddels toch via een schijnbeweging (koekjes, kipfiletje of Cup a Soupje, mayonaise, Piet Piraat koekjes, kroketten etcetera, etcetera..) binnen hebben gekregen, geen kwaad meer kan doen. Of het file probleem, daar zijn we in één klap mee klaar!  Daarnaast hebben we de zekerheid dat Wilders nooit de Leider van dit land geworden is en niemand maakt zich meer druk over het vluchtelingen probleem waarna Baudetje en zijn opa Hiddema, ooit advocaat van de duivel…eeh… de weduwe van Rost van Tonningen, lekker zich kunnen laven aan hun lavendelzakjes.

En er is natuurlijk veel meer maar ik heb daar nu geen tijd voor om dat allemaal op te schrijven.

Voordat de bom valt.

Toch is er een dingetje die ik jullie niet onthouden wil. Ik kreeg namelijk een mailtje van ene Shannah. Daar stond het volgende in:

‘Hi Arjen,

Wil jij ook dat het iedere dag een feestje is om naar je werk te gaan? En ben jij dol op de Zweedse gehaktballetjes en simpele doe-het-zelf projectjes? Kom dan werken bij Ikea Groningen!’

Mijn eerste reactie? Ik dook onder de tafel en ben daar ruim een uur blijven zitten. Ineen gedoken en handen tegen de oren zoals kleine kinderen doen bij onweer, in afwachting van de klap. De reden van mijn schrikactie is het feit dat ik niet snap hoe Ikea aan mijn mailadres gekomen is. Alles wat wij van Ikea in huis hebben staat op naam van mijn geliefde. Dat was de afspraak tussen haar en mij en is opgenomen in het contract welke wij aangegaan zijn. Ik gedoog Ikea artikelen maar mijn naam mag er niet mee verbonden worden.

Maar nu hebben ze mij toch gevonden. Eerst dacht ik nog aan een Hoax, een nepbericht, maar niets was minder waar. Had Shannah het echt op mij voorzien of was het al fout gegaan tussen Donald en Kim en was de wereld op dit moment aan het vergaan en lag de digitale administratie door de ingeslagen raketten, op straat? Dan eindig ik dus mijn leven als een potentieel medewerker van Ikea…

Sneller schrijven! Ik moet nu wel. En in de verdediging want ik wil niet als Ikea liefhebber de geschiedenisboeken in. Voor het geval er toch nog mensen zijn die deze oorlog overleven. Ik heb niks met Ikea, krijg er jeuk en uitslag van. Gelukkig is er opvang voor mannen met het Ikea-syndroom en ben ik er nu voor in behandeling..

Maar ja, als die bom valt…

Dan ben ik te laat en daarom moet ik toch nog even die Zweedse toko afzeiken. Neem nou dat mailtje. Volgens de schrijfster is die baan bij Ikea extra leuk wanneer je van Zweedse Ballen houdt. Ik hou heus wel van ballen maar wel mijn eigen ballen. Al jaren maak ik die bij feestjes en partijtjes, Indisch georiënteerd en die hebben niks met die Zweedse beschuitstuiters te maken. Maar vervolgens heeft ze het over ‘simpele doe-het-zelf projectjes.’ Die zag ik niet aankomen. Ikea en simpel? Pak de bijgeleverde ‘bouw-tekening’ en je weet dat het woord ‘simpel’ totaal misplaatst is. Deze handleidingen zijn zo simpel dat menig relatie erop stuk gelopen is. Voordat Ikea zich in onze samenleving nestelde werd er 1 op 6 gescheiden. Volgens de laatste statistieken van het CBS is dat nu 1 op 2.

Dusssssss…..

En dan het woord ‘projectjes’! Volgens mij is het gewoon ‘project’ en valt er niks te verkleinen. Noem het dan een klusje. Ik snap dat verkleinen wel want het moet simpel overkomen terwijl de werkelijkheid kei- en keihard is. En dat komt door hun ‘simpele’ handleidingen. Het klopt nooit, je bent er uren en uren mee bezig en aan het eind van de rit hou je onderdelen over. En dat laatste geeft je het gevoel dat je gefaald hebt, dat het meubel elk moment in elkaar kan storten.

En ja, dan breekt de pleuris uit en slaap je een nachtje op de bank….Dat zijn van die momenten dat je hoopt, oprecht hoopt dat er ergens op de wereld twee randdebielen ruzie krijgen en elkaar gaan bestoken met enkele bommetjes. Die worden dan afgevuurd met behulp van de Hängsyren pannenlappen zodat ze hun vingers niet branden aan de raketjes… Wij hebben die dingen ook sinds kort. Tot mijn grote ergernis. Tot mijn hele grote ergernis! Het materiaal is van rubber en dat voelt aan alsof ik een sadomachistisch pakje betast. Al mijn rugharen steken de kop op zodra ik die dingen in mijn handen heb. Ik ben zelfs in staat om de pannen zo, met mijn blote klauwen, van de kachel te plukken! Alles liever dan die rubber matjes tussen mijn vingers. Maar dat is natuurlijk niet slim. Daarom had ik ze van de week, toen mijn geliefde nog niet thuis was, onderin een kast gegooid. Ver achterin zodat de kans extra klein was dat ze gevonden werden.

En ja, de kast is van Ikea. Nood breekt wetten.

Maar zoals ik al eerder geschreven ontgaat mijn geliefde niets. Ze kwam thuis, dronk een glaasje water en liep vervolgens naar de kast om iets te pakken.

“Waarom liggen die handige Ikea pannenlappen hier??”

Een flard van een tekst van Doe Maar schoot mij opnieuw door het hoofd: Laat maar vallen want het komt er toch wel van…..

Mocht de oorlog echt uitbreken dan was dit dus mijn laatste stukje. Ik wens jullie allen een plezierig een aangenaam verblijf in het Hiernamaals.

Gender neutraal stukkie

In het kader van de gender neutraal hype: Beste lezer,

nu de eieren in opspraak zijn stikt het van de journalisten in Kippenland. Het is natuurlijk sensationeel nieuws in deze tijden van komkommers en aanverwante groentes. En het werd nog smeuïger, of beter gezegd, ranziger toen ik vanmorgen in de krant las dat er een kippenboer achter de tralies zit. Niet vanwege zijn strijd tegen de bloedmijt maar vanwege ontucht met minderjarigen! Dus ook onder kippenboeren bevinden zich viezeriken, daar kan geen fipronil tegen op! Waarschijnlijk is dit nieuws al eerder gepubliceerd geweest maar toen ging het waarschijnlijk om een 25 jarige Barnevelder.

Punt.

Maar sinds eiergate is zijn beroep een stuk interessanter geworden voor het journaille en hebben we te maken met een pedofiele kippenboer. Als ik vanaf volgende week weer eens een gezond eitje tik, zal ik zeer waarschijnlijk moeten denken aan zijn of haar…euh…het baasje (ik schrijf gender neutraal) die ervoor heeft gezorgd dat ik dat eitje op kan eten…Ik denk dat ik nog maar even mijn ei boycot verleng met enkele weken….

Ruim twee miljoen kijkers zagen dat de dames van het Nederlands voetbal Elftal, tegen de Denen, in het muurtje niet hun handen voor hun kruis hielden bij een vrije trap. En men zag dat ze na een onfortuinlijk contact met een tegenspeler, hinkelend en met een pijnlijke grimas op het gezicht niet gillend gingen liggen maar gewoon bleven voetballen! Hier valt geen gender neutrale opmerking op te maken, slechts de opmerking dat de dames beter tegen de pijn kunnen dan de mannen. Maar ach, dat wisten de dames allang en die lopen dat ook altijd luid en duidelijk te verkondigen: mannen zijn mietjes wanneer ze een pijntje voelen.

Mijn niet zo vriendelijk gender antwoord hierop is dan ook: Stelletje bitches!

In de nacht die volgde op de overwinning op de Denen beefde de aarde op Kos. Al snel kwam het nieuws dat er ook Nederlandse vakantiegangers bij betrokken waren en ik schrok daar hevig van want die horen bij mijn ‘soort’. Maar het werd nog erger….

Er waren ook Bekende Nederlanders op het Griekse eiland!

Ik hapte naar adem en wist wat voor avond het zou worden: op de bank met een bak chips en dipsaus, twee dozen tissues, mijn neus tegen de tv en zappen tussen RTL Boulevard, Shownieuws, Hart van Nederland, Telegraaf TV en alle programma’s van WNL. In afwachting van interviews met deze BN’ers en bij gebrek aan, familieleden en collega’s van deze BN’ers.

Het werd de avond van mijn leven en ik moest uiteindelijk nog een derde doos tissues uit de voorraadkast halen want mijn verdriet uitte zich in een onuitputtelijk gesnotter over het leed wat mij ter oren kwam via de hijgerige een zwaar op sensatie bewuste lieden der presentatoren, zoals u wellicht weet is dat een gender neutrale benaming voor de samenvoeging van presentatoren en presentatrices.

Eva sloeg ik die avond maar over want die had voor mij afgedaan sinds ze een hele uitzending besteedde aan haar katten… en die van Bekende Nederlanders! Een uitzending over komkommers en alle aanverwante groentes was zeer zeker interessanter geweest.

Nu snap ik dat ik met die laatste zin alle katten liefhebbers tegen mij in het harnas jaag. En die gaan mij dan haatmails sturen. Want je mag niets meer zeggen en als je dat dan toch doet dan stromen alle internetsites vol met de meest vreselijke scheldwoorden, verwensingen en doodsbedreigingen. In plaats van de nuance is het juist de kunst om lekker hard uit te halen, zo grievend mogelijk en zo gender neutraal als mogelijk want zowel de mannen als de dames onder ons doen er aan mee.

Dat bleek maar weer toen een man via de media bekend maakte dat hij al dertig van die gewraakte eieren in zijn mik had zitten. Hij volgde een dieet en moest elke dag een zooitje eieren naar binnen werken. Hij was geschrokken en bedacht dat hij maar even alarm moest slaan, voor er nog meerdere dieet slachtoffers gaan vallen.. Normaal gesproken had dit geen nieuwswaarde maar nu wel natuurlijk want we moeten gevoed worden met nieuws, nieuws en nieuws. Nadat het bericht de wereld in was geholpen werd de man overstelpt met haatmails en werd hij belachelijk gemaakt op het wereld wijde web. Door mensen die een podium zoeken zodat ook zij waardering kregen voor hun mening.

En van de week was er oma die volop in de aandacht kwam, buiten haar schuld om. Ze liep met de kinderwagen en die belandde in de sloot. Schande werd er van gesproken en hoe is het mogelijk dat iemand niet eens een kinderwagen onder controle kan houden! De ware reden was dat de hond ineens ergens achterna ging en met de riem de kinderwagen mee nam….

Overmacht zou je denken, als normaal denkend mens. Maar niets was minder waar en ook deze vrouw werd vervolgens gevierendeeld en met doodsbedreigingen overladen in plaats van met steunbetuigingen….

Sneue gasten, die reaguurders, maar één ding doen ze dan wel weer goed en lopen ze al ver voor op de NS en de diverse gemeentes in ons land:

Of je nou een vrouw of een man bent, beide krijgen evenveel bagger over zich heen dus we spreken hier van gender neutrale reacties!

 

 

Multitask Woman

Multitasken is het uitvoeren van meerdere handelingen of processen op hetzelfde moment.

Voorgaande leer ik van Wikipedia maar natuurlijk wist ik dit wel. Het is bedacht in de computerwereld maar de gemiddelde vrouw is ervan overtuigd dat zij ook goed kan multitasken. Ik kom op dit onderwerp omdat ik met verbazing naar mijn geliefde zit te kijken. Ze zit op de bank, op haar gebruikelijke elegante wijze (de benen zijdelings onder de billen), te bellen met een vriendin en ondertussen bladert ze door de wekelijkse folders. En geloof me, er komen hele volzinnen uit haar mond dus de aandacht voor de personage aan de andere kant van de ‘lijn’ is honderd procent aanwezig. En vice versa. Want ik weet eigenlijk honderd procent zeker dat haar belgenote er ook zo bij zit.

Ik ken ze,mijn pappenheimers.

Het is dat ze de telefoon tegen haar oor moet houden anders keek ze ook nog even rustig enkele pagina’s Printerest of Facebook door tijdens het bellen. Onbegrijpelijk, ik zou na vijf minuten totaal het spoor bijster zijn en mijn toehoorder ongemerkt op de voordeeltjes van de Plus of Appie Heijn wijzen. Maar zij niet. Zij dwaalt niet af en alle onderwerpen die een vrouw bezig houdt passeren de revue en mijn verbazing stijgt naar een hoogtepunt waar menig man van dromen zou.

Nu is mijn geliefde natuurlijk de aller-leukste, de aller-liefste en de aller-knapste van de heeeeele wereld maar ze heeft nog iets waar ik best wel trots op ben.

Ze heeft een ingebouwde scanner!

En nee, ik overdrijf niet, het is echt zo. De Knight Rider valt bij haar in het niet. Of, nu we toch bezig zijn nóg meer aangedikt, de Bionic Woman oftewel Lindsay Wagner ( de Vrouw van Zes Miljoen, een serie waar wij 50 plussers vroeger altijd naar keken), is een Barbie als je haar vergelijkt met mijn geliefde partner.

Ik snap dat de vraag rijst of al deze superlatieven niet een beetje overdreven zijn en daar kan ik volmondig met ‘Nee’ op antwoorden want zij is een Super Woman.

Laat ik het uitleggen.

Onlangs zat ze wederom op de bank te multitasken en wees ze mij op een van de planken van ons, naar Zweeds voorbeeld, TV meubel. Deze zat verkeerd om. Zoals het een goed man betaamt zat ik direct op mijn knieën voor het meubel en moest ik, tot mijn grote verdriet en intense woede omdat ik dat over het hoofd gezien had, toegeven dat ze gelijk had.

En geloof me, je vrouw gelijk geven is een opgave wanneer ze ook daadwerkelijk gelijk heeft!

Ik kon haar alleen maar gelijk geven. En zoals mannen dan altijd zeggen: “Ik ga daar van de week effe naar kijken, schat.” En vervolgens gaan daar enkele weken overheen. Op een mooie dag kreeg ik toch ineens de geest: zij was naar haar werk en ik pakte mijn gereedschap! Nu wist ik dat ik slechts één schroevendraaier nodig had omdat ik inmiddels al diverse Zweedse meubels in elkaar gezet had. Mij krijgen ze niet meer gek!

Ik haalde de TV en de boxen van het meubel, trok het meubel iets van de kant, schroefde wat bevestigingen los van het deksel en legde deze vervolgens voorzichtig op de bank,haalde de laden leeg, verlegde nog enkele snoeren en uiteindelijk kwam ik bij de boosdoener, de plank die van de verkeerde kant was. Even snel wisselde ik de plank van positie, vulde de laden weer, schroefde enkele bevestigingen weer vast en legde het deksel weer terug op het meubel. Nu restte mij nog het terugplaatsen van de TV en de boxen en, haast vergeten, het meubel duwde ik in haar totaliteit weer terug tegen de wand.

Triomfantelijk zat ik even later op de bank, deed en dutje en bedacht mijzelf een grapje: ik zeg niks tegen haar en wacht rustig op het moment wanneer ze het gaat ontdekken. Als ze het überhaupt wel gaat ontdekken!

Man, man, wat had ik een pret!

Aan het einde van die prachtige middag kwam ze thuis, vrolijk en goedgemutst als altijd en ik zat onschuldig te zitten op de bank. Ze had de jas nog aan,ik kreeg een kus en een, twee, drie, vier, vijf, zes seconden erna kwam het:

“Wat is er met dat kastje gebeurd?”

Na nog een blik zag ze het: “Oooooh, je hebt de plank omgedraaid! Wat goed van je! Hij staat alleen te ver van de wand af…”

Ik zat in opperste verbazing dit tafereel te bekijken en was al mijn tekst kwijt. Dit is niet normaal. De pret duurde slechts zes seconden! Dit zijn bovennatuurlijke krachten. Op de een of andere manier scant zij, voordat ze s’morgens de deur uitloopt om naar haar werk te gaan, het huis. Kamer voor kamer, hoek voor hoek, kier op kier. Dat slaat ze vervolgens allemaal op, ergens in haar grijze massa onder haar geverfde haar. Wanneer ze dan thuis komt activeert zij haar scanner en scant ze opnieuw de kamer, de hoekjes en de kiertjes en vergelijkt ze die met de situatie van die ochtend.

Zoek de verschillen. En zij vindt ze. Mijn Multitask Woman!

Hoofdstukken

Het leven leest zich als een boek. Zo zie ik dat. Het ene boek zal wat saaier zijn dan de andere, het andere boek laat zich lezen als een thriller, roman, comedy of als drama.

Of als fictie. Dat zijn de fantasten onder ons, mensen die van alles een eigen werkelijkheid maken die mooier is dan de werkelijkheid. Maar dit even terzijde.

Hoofdstuk na hoofdstuk passeren en de rode draad ben je zelf. Zoals de meeste 50 plussers heb ik al aardig wat hoofdstukken achter de rug. Zo begon het eerste hoofdstuk op Terschelling, daarna volgden respectievelijk de hoofdstukken Den Haag, Stompwijk, Den Haag, Leidschendam en nu sinds begin juni ben ik begonnen aan het hoofdstuk Winschoten, Groningen.

Die hoofdstukken zijn natuurlijk allemaal met elkaar verbonden. Zo is het eerste hoofdstuk, de periode Terschelling, onlosmakelijk verbonden met het huidige hoofdstuk: de stap om te gaan samenwonen met mijn geliefde. Want in hoofdstuk één leerden wij elkaar op Terschelling kennen, zij als ‘badgast’ en ik als eilander. We werden verliefd en hadden twee jaar ‘verkering’. We reisden die jaren heen en weer tussen Terschelling en Scheemda en genoten van die spaarzame momenten samen. Tussendoor belden we eens per week (vanwege de kosten..) en schreven we elkaar brieven waarin we onze belevenissen vertelden en deelden we het verdriet van het missen…

Facetime, Skype, WhatsApp of een eigen mobiel was nog een ver –van- ons- bed –show.

En toen schreven we drama. Het ging ‘uit’. Het sprookje was uit tussen Romeo en Julia, de harde werkelijkheid van het leven haalde ons in en ieder ging zijn eigen weg. Kapot was ik er van en alleen met mijn verdriet liep ik langs de vloedlijn van het Noordzee strand, boos op alles en iedereen want ik wist dat dit niet zomaar kalverliefde was…

Maar het leven ging door en ook dit kreeg een ‘plekje’, maar het bleef sluimeren.

Ruim dertig jaar en vele hoofdstukken later beginnen we aan een nieuw hoofdstuk. We vonden elkaar weer. Het was geen jeugdliefde, nee, het was echte liefde en dat sterkte ons. Natuurlijk waren de opvolgende jaren heftig maar ze waren ook weer mooi omdat we elkaar kracht gaven om door te zetten. En wij niet alleen aan elkaar, ook de mensen om ons heen braken door hun plafond en steunden ons waar nodig. En dan onze kinderen. Verschillende karakters die dankzij wederzijds begrip, praten en nog meer praten, uiteindelijk onze situatie accepteerden waarna de rust de tijd kreeg en zich kon nestelen in ons verhaal, ons boek.

Nu, halverwege het jaar 2017, werk ik nog twee dagen in Den Haag en de overige dagen in Groningen. Mijn nieuwe werkgever gunt mij, een 50 plusser die maar steeds afgewezen werd, een nieuwe kans en die pak ik met beide handen aan. Zijn enthousiasme voor zijn bedrijf heeft mij doen ontwaken, mijn gespreide bedje in Den Haag zal ik langzamerhand achterlaten want soms moet je uit je comfortzone stappen.

En geloof me, dat werkt verdomd verfrissend!

Mijn flat staat te koop en zodra deze verkocht is mag ik gebruik maken van de gastvrijheid van een goede vriend in Stompwijk. En zodra mijn werkzaamheden in Groningen echt op gang komen zal de toekomst zich helemaal gaan richten op het Noorden. En dat zijn weer allemaal nieuwe hoofdstukken voor mijn boek! Hoofdstukken welke wij als samengesteld gezin de komende dagen, weken, maanden en jaren zo goed als mogelijk proberen in te kleuren. Door samen te genieten, te gunnen en te plezieren.  

Want daar draait het immers om in het leven.

 

 

 

 

Klus bezigheden

Dit weekend was er voor mij geen strand of verkoeling op een lekker terrasje langs het water. Nee, er moest geklust worden! Om precies te zijn in mijn Leidschendams flat. Heel slim om dat te plannen in het tot nu toe warmste weekend van het jaar…Eerder die week was ik ook al de klos want ik moest aan de slag in Winschoten, om precies te zijn in de voor- en achtertuin. Dat is het nadeel van twee woningen, je bent nooit klaar. Een gedeelte van de achtertuin moest bouwrijp gemaakt worden voor een brandhout-opslag. We hadden namelijk een partijtje hout op de kop getikt maar dat moest natuurlijk wel een droog plekje krijgen. En ondergetekende wist dat wel te bouwen. Tenminste, in mijn hoofd wist ik het wel maar de praktijk bleef beperkt tot het verwijderen van twee coniferen en een vierkante meter grind.

Ja, dat is al best veel!

Dan de voortuin. Daar kon ik niet onderuit want mijn geliefde had een afspraak gemaakt met de overbuurman en zijn dochter. Zij hadden namelijk aangeboden ons te helpen met, daar zijn ze weer, de coniferen uit de voortuin te trekken. Deze groene afscheiding was al jaren een sta in de weg van onze tuin en naar ik begrepen heb waren er al Kamervragen over gesteld. Er zat niks anders op dan de schep in de grond te zetten alleen was een schep niet genoeg omdat de boompjes behoorlijk geworteld waren.

Daarom namen we de hulp van ‘de annerkaant’ van harte aan!

Dinsdagmorgen kwam Sandra, de dochter, op haar Shibaura ST 320 trekker mét maxi loader. Dat is geen kattenpis maar het serieuzere werk en geloof me, ik was diep onder de indruk toen dit stoere wichie de straat in kwam rijden. De trekker werd in positie gezet en vervolgens stapte ze op het kraantje wat achterop de trekker gemonteerd zat. Ze bespeelde de joysticks van de kraan alsof het een piano betrof, ondertussen geconcentreerd luisterend naar de aanwijzingen van haar vader. Een uur later lagen de coniferen op straat en reed ze weer huiswaarts. Haar vader gooide nu een bladblazer op zijn rug en blies al het verloren zand van de wortels weer keurig de tuin in.

Toch wel handig, die dingen…

Vervolgens gingen we een aanhanger halen om het groen af te voeren en tegen de middag was de operatie Voortuin achter de rug. Ik was dus mooi op tijd voor mijn middagdutje. Mijn geliefde appte nog hoe ver we waren waarop ik terug appte dat we goed op weg waren… En legde mijn vermoeide lichaam ter ruste op de bank en droomde ik weg met alle indrukken van die dag (ochtend..).

Afgelopen weekend moest ik dus aan de bak in mijn flat. De klus bestond voornamelijk uit verfwerk. Vrijdag was ik al begonnen met schuren en daarna kon ik eerst gaan schoonmaken want alles was wit geworden van de stof. Zaterdag nam ik eerst de voordeur onder handen en zondag was voor het grovere werk, de muren witten. Op een gegeven moment had ik zo de smaak te pakken dat ik ook nog even de helft van de woonkamer meenam in mijn strijd, van bruin naar wit.

Het zag er ineens een stuk frisser uit!

Klaar is het nog niet. Er wachten nog enkele deuren die nu blauw zijn. Volgens mij was dat een populaire kleur in de jaren ’80… Tijdens het schuren kwam de kleur oranje tevoorschijn. Dat was volgens mij een populaire kleur in de jaren ’70…

Ja, tijdens het verven van een huis kan je een behoorlijke geschiedenis tegenkomen. Maar ook tijdens het tuinieren want die Groningse coniferen zijn er ooit ingezet omdat ze toen in de mode waren. Tijdsbeelden die onze levens doorkruisen, tijdsbeelden die ons klussers altijd bezig zullen blijven houden. Want voordat je het weet is de klus die je met bloed, zweet en tranen uitgevoerd alweer zijn tijd voorbij en moet je weer aan de slag. Het is de onrust van heden ten dage en die onrust moet gestild worden. Die kleur op de muur, dat behangetje of het schuurtje in de tuin. Alles is aan verandering onderhevig en dat is het lot van de klusser. Ben je handig of zelfs een beetje handig dan hoef je je nooit te vervelen, dat heb je direct een hobby. Dat is ook de reden van het bestaan van al die klusprogramma’s. En het bestaan van al die bouwmarkten. Een walhalla voor sommigen. Daarom worden we overspoelt met klusprogramma’s en worden de meeste bouwmarkten heilig verklaard. Vroeger ging je naar de kerk in het weekend, nu naar de bouwmarkt.

Klussen is niet zo mijn ding maar ook ik ontkom er niet aan. Toch was ik gisterenavond zo trots als een aap met zeven staarten na het klaren van de klus. Toen ik aan het begin van de avond, na een langdurige koude douche weer fris en fruitig achter mijn computer ging zitten, beloonde ik mijzelf met het schrijven van dit stukje.

Zo heeft iedereen zijn eigen hobby!

 

 

 

 

Ode aan mijn moeder

Bevrijdingsdag is voor mij onlosmakelijk verbonden met de verjaardag van mijn moeder. Vandaag is ze 88 jaar geworden, een leeftijd om trots én zuinig op te zijn en dat ben ik dan ook. Helaas kunnen we haar niet persoonlijk feliciteren en daarom schrijf ik nu deze ‘ode aan mijn moeder’, om haar nogmaals duidelijk te maken dat ik zo blij ben dat zij mijn moeder is.

Vanmorgen hebben wij haar via de telefoon toegezongen. Halverwege zong zij al in volle borst mee, de schat.

Oké, fysiek is ze in topconditie maar geestelijk is ze soms wat in de war. “Vergeten gaat steeds beter!” roept ze dan lachend. Humor is nu eenmaal een rode draad in haar leven. Maar voor haar is het ook een daad van verzet, verzet tegen het vergeten want het is zonde om alles wat achter je ligt niet meer te kunnen herinneren. En als 88 jarige heb je veel herinneringen, leuke en minder leuke herinneringen die het leven zoveel kleur geeft en gegeven heeft.

Geertruida Smit, geboren 5 mei 1929 te Zaandam als dochter van Piet Smit, een bekende Zaanse beurtschipper en Maria Jansen. In de volksmond gewoon Truus. Of Trui, zo noemt mijn vader haar met regelmaat. Ze was zus van Tiny, Riet, Wim en Arie, inmiddels allen ons ontvallen. Ze was 11 jaar toen de 2e Wereldoorlog begon en heeft die tijd bewust mee moeten maken. Tot haar grote spijt. Ik weet nog goed dat ze elk jaar rond deze tijd alles verafschuwde wat te maken had met de dood en verderf die die oorlog ons heeft nagelaten.

Ze ziet liever de zon schijnen en heeft een hekel aan regen en storm.

Na de Lagere School doorliep ze de MULO en daarna werkte ze als administratief medewerkster en loketbediende op De Lichter, het (drijvende) kantoor van haar vader. Haar moeder, mijn oma, deed het huishouden en in mijn herinneringen was het een hele lieve, zachtaardige oma. Mijn moeder leerde mijn vader kennen toen ze met vriendinnen in de bus op vakantie naar Duitsland ging en enkele jaren later vestigden ze zich op Terschelling alwaar mijn vader ging werken bij zijn Oom, Regnerus van der Zee, eigenaar van Aannemingsbedrijf Van der Zee. Mijn moeder voedde ons op en werkte zo nu en dan bij Ben de Jong, de voorloper van de Blokker in Midsland.

Fietsen is haar hobby. Elke dag weer een ‘slag om West’. Even naar de keurslager en de Hema en daarna ergens een espressootje met een glaasje water. Zes dagen per week. 72 kilometertjes per week, ruim 3700 kilometerjes per jaar. Behalve als het ‘klote weer’ is. Daar wordt ze dan flink chagrijnig en onrustig van.

Toen ik aan de wal ging wonen belden we wekelijks. Zoiets als het wekelijkse gesprek met de minister president maar dan anders. Want zij wilde op de hoogte blijven. En ik ook.  We belden dan op maandagavond want dan was mijn vader naar de zangclub. We zaten dan zo een uur weg te lullen en hadden het over het van alles en nog wat. Bijvoorbeeld over de nieuwste plaat van Boudewijn de Groot of ze vertelde dat ze s’nachts, als ze niet slapen kon, op de dijk ging liggen om naar de (volle) maan te kijken. Want ze was gek op de maan en gek op het eiland waar ze op mocht wonen sinds ze met mijn vader ‘ging’. Inmiddels gaan ze al bijna 59 jaren met elkaar. Ze begonnen op Striep, toen naar ’t Achterom en de Westerdam te Midsland en nu op Kinnum. Ze is moeder van 3 kinderen en Oma van 8 kleinkinderen en één Bonus-kleinkind.

Een gevuld leven van hard werken, opvoeden, een huishouden runnen en mijn vader bijstaan als echtgenote van een ondernemer. Zij was de gastvrouw als er iets te vieren was op de zaak en mengde zich moeiteloos tussen de medewerkers waarmee ze altijd veel lol kon trappen. Doordeweeks stond stipt om 12 uur het warme eten op tafel want dan kon mijn vader daarna nog even een dutje doen. Tussendoor wandelde ze vele Brandaris wandeltochten met haar kroost en later, toen ze te oud werd om zelf te lopen, ging ze op post staan om te stempelen. Met een trommeltje dropjes voor de jeugd. Thuis had ze ook altijd zoetigheid liggen en als de kinderen dan weer eens op het nest kwamen werd menig snoeppotje gezocht, gevonden en leeg gevreten. Gebleken is dat dit niet slim was want ik ben nu te zwaar. Mijn moeder niet want die fietste dan gewoon een extra ‘slag om’. Bewegen is minder wegen, het zou een motto van haar kunnen zijn.  En ze was altijd te vinden in de gymzaal in haar zwarte gympak, bij Eendracht Doet Overwinnen. Op latere leeftijd, als eind zeventiger begin tachtiger, gaf ze gymles aan de bejaarden….

En toen bleek ineens dat ze een sporthart had en kreeg ze een pacemaker. Inmiddels alweer tien jaar geleden. De artsen snapten er niets van wanneer ze mijn moeder voor het eerst in de wachtkamer kregen: “Mevrouw, u geboortedatum…klopt dat wel? Dat was dus voor haar een bevestiging en tevens de kers op de taart na al haar inspanningen.

Achtentachtig jaar mamsie. Wat een prachtige leeftijd. Vandaag vier je het met je geliefden en wij nemen er vanavond een borrel op. We proosten dan op jouw leven en hopen dat je nog vele jaren onder ons mag zijn in goede gezondheid. En ja, het vergeten gaat steeds beter maar wij helpen je wel de herinneringen te bewaren. Dit is een klein eerbetoon aan jou, van je zoon die je het langst bij je gedragen hebt zoals je dat laatst wist te herinneren.

En ja, ik was soms een dwarsligger maar ik kan het niet vaak genoeg zeggen, je bent een moeder waar wij, je kinderen, ontzettend trots op zijn!

Normen en waarden?

‘Rachel Hazes op psychiatrische afdeling ziekenhuis.’ Schreeuwde een kop in het Algemeen Dagblad mij toe. Ik scrolde snel verder omdat ik totaal geen behoefte voelde om de geestesgesteldheid van deze zonnebank geroosterde dame te volgen.

Er zijn wel belangrijke zaken op de wereld. Oké, waarom lees ik dan het AD, moet ik mij dan niet alleen beperken tot de Volkskrant, Trouw of het NRC? Ach, die doen er ook aan mee want anders leest niemand de krant meer. Daardoor weten we alles van BN’ers. We weten wanneer ze het gedaan hebben, wanneer ze hét gaan doen, met wíe ze het doen, met wie ze het gaan doen en vervolgens krijgen we ze s’ avonds ook weer te zien bij DWDD, RTL Late Night en Pauw. 

Daarom dit stukje, voor het geval je het gemist hebt. Verderop lees ik dat ene Bram Bakker, psychiater van beroep en regelmatig te zien op de TV, vermoedt (!) dat mevrouw Hazes er ernstig aan toe is. Ik check direct al mijn media apps of Gerard Joling zijn menig al geventileerd had maar die was druk, zat te lunchen bij onze koning en werd bediend door maar liefst vier lakeien!

De wereld staat ondertussen zo’n beetje in brand maar acht, Christus moest ook aan het kruis genageld worden dus een beetje ellende zijn we onderhand wel gewend,toch? Daar moeten we maar mee dealen.

Ik vraag mij wel steeds af waarom die BN’ ers steeds in het nieuws komen en na enig onderzoek weet ik hoe. Er zijn namelijk mensen die, zodra ze een BN’ er zien, fotograferen of gaan volgen tot er iets onoorbaars gebeurt en dán fotograferen. Of filmen, dat is nog geiler natuurlijk. Die mensen noemen zich journalisten of het zijn gewoon mensen zoals jij en ik. Die laatste groep wordt ook aangemoedigd foto’s en filmpjes op te sturen naar obscure krantjes of televisieprogramma’s en die beloningen zijn niet mis.

Net als bij ongelukken op straat of bij branden. Zo leuk!

Dankzij al die filmpjes en foto’s weten we nu dat Humberto en Dionne iets hebben met elkaar. En we zijn dan weer verontwaardigd waarom RTL Boulevard daar eerst niets over zei. Vervolgens gaat de gierput open en stapelen de meninkjes zich per tweet op. In dat straatgevecht gaat het erom wie van de twee het slechts is: Humberto omdat hij getrouwd is of Dionne want van getrouwde mannen (en vrouwen) blijf je af. Dat laatste snap ik niet want hoe kan iedereen dan scheiden? Je moet eerst trouwen om te kunnen scheiden toch? Dus per definitie gaat de vlieger van ‘je blijft van getrouwde mannen/vrouwen af’ niet op.

Maar kennelijk willen we dit alles. Want nadat de eerste roddelratten het privé leven van deze twee mensen openbaar maakten zagen we ook de kijkcijfers van RTL Late Night omhoog schieten. De reden? Misschien gaat Humberto er wel iets over zeggen in zijn eigen talkshow! En dan de teleurstelling als hij er niks over zegt. Dan gaan ze hem weer afbranden en zorgen oogkleppen ervoor dat mededogen, naar de kinderen bijvoorbeeld, ver te zoeken zijn. Jij, Humberto, bent van ons omdat we jouw kop elke dag op TV zien en wij jouw hebberige reclame gespuis voorzien van kijkcijfers die juichend hun zakken vullen.

Sterker nog, het is een complot tegen de menselijkheid! Met John de Mol als hoofd van al die Farizeeërs. Die heeft nu ook SMS 6 erbij gekocht dus het wordt één grote orgie van televisieprogramma’s waarin het aller slechtste in de mens naar boven komt. En de publieke omroepen raken er ook al mee besmet want daar zag ik van de week een programma waarin je moest raden of een vrouw, kennelijk voor veel geld omgekocht om mee te werken, zwanger of gewoon super dik was. Ze was niet zwanger… Dat was grappig zeiden de verantwoordelijken van de zender, KRO/NCRV geloof ik. En zo maak je het bespreekbaar… De emancipatie van de vrouw, obesitas en niet zwanger kunnen worden omdat steeds meer mannen lui zaad hebben omdat ze te weinig bewegen.

Het wachten is nog op de beelden van live onthoofdingen door IS op een van onze zenders. Of van kinderen die schuimbekkend door saringas naar adem happen. Och ja, dat laatste konden we van de week al zien in de Journaals, weliswaar werd men gewaarschuwd maar dat maakt juist nieuwsgierig. En dat weet John!

En toch maken we ons allemaal zorgen over de teloorgang van onze normen en waarden. Ruim 85 % van onze bevolking deelt die mening. Daar zitten dan ook onze nieuwe Medelanders tussen. Dat snap ik want zij zien de haat groeien. Haat die door enkelen steeds weer opnieuw gevoed worden. Neem die twee mannen die hand in hand in Arnhem liepen en vervolgens in elkaar geslagen werden. Direct wordt er weer gewezen naar onze ‘kut-Marokkaantjes’ omdat het bepaalde mensen errug goed uitkomt. Toen ik in eind jaren ’80 in Den Haag kwam wonen hoorde ik ineens over ‘poten rammen’. Bleu als ik was, ik kwam immers van een eilandje, vroeg ik wat dat was. Lachend vertelde men (blanke, ruwe bolsters, ruim ouder dan de 14 jarige daders in Arnhem) dat ze na het stappen met zijn allen het Haagse Bos ingingen om mannen in elkaar te slaan die in elkaars broeken zaten te friemelen.

Want dat was grappig.

Later heb ik in menig voetbalstadion gezeten waar iedereen uitgescholden werd voor homo en weer wat later, voor kanker homo. Ja, we zijn zó ontzettend tolerant voor mannen en vrouwen die een andere voorkeur hebben dan de onze…..

Helaas moet ik de conclusie trekken dat we dat niet zijn. Natuurlijk, uitzonderingen zijn er altijd op de regel maar laten we niet hypocriet gaan doen omdat het ons nu effe goed uitkomt. Dus geloof een Thierry Baudet niet als hij zijn strijdmakker Theo Hiddema op straat kust ter ondersteuning van de homo’s onder ons want die Thierry schrijft via een achterdeur heel erg slecht over vrouwen. Maar die kus kwam hem nu goed uit. de Judas!

Normen en waarden krijg je pas als je ze zelf uitdraagt.

Dus als je Rachel Hazes op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis ziet dan neem je dat ter kennisneming aan. Bedenk desnoods dat ze vermoedelijk de verkeerde gang ingelopen is. En als je zo graag foto’s en filmpjes wilt maken, maak ze dan van je eigen omgeving. Van je kinderen, van de vogeltjes die druk doende zijn de lente te laten ontluiken of van je geliefde!

Delicate kwestie…

Daags na de verkiezingen sprak ik een oude kennis van mij. Ik kwam hem tegen in de drogisterij waar ik net allerlei aanbiedingen gehaald had om mijn voorraadkast te vullen en mijn portemonnee te sparen. Drie halen/ twee betalen, je kent het vast wel. Toen ik hem zag viel het mij op dat hij wat moeilijk liep, een beetje gammel. Net als kinderen doen als ze in hun broek gescheten hebben. Bij mij rees de vraag wat er aan de hand was met hem want we zijn immers even oud en ik loop er toch wat parmantiger bij dan hem. En ja, niet iedereen is hetzelfde maar als 53 jarige behoor je volgens mij nog niet tot de categorie ‘oud & gebrekkig’.

Ik sprak hem aan en legde mijn boodschappen, tandpasta, gel en douche-gel in het vak met leesbrilletjes zodat ik hem de hand kon schudden. Hij legde de zijn boodschappen ernaast, een pakje maandverband. Er was even een feest van herkenning maar zijn gezicht betrok met dezelfde snelheid in een pijnlijke grimas. Na het uitwisselen van allerlei koetjes en kalfjes durfde ik het dan toch te vragen:

“Waarom loop je zo raar?”

Hij zuchtte. “Tja…Wil ik dat wel vertellen..Het ligt nogal gevoelig namelijk.” Ik schrok me rot, begon hem direct te overladen met excuses want ik wilde hem niet voor schut zetten hier tussen de leesbrilletjes en de snoephoek. Toen grijnsde hij even en sprak geruststellend toe dat het nou ook weer niet zó erg was. Hij vervolgde: “Ik ben geholpen aan mijn… euh… euh…Knikkerzak!” Mijn grijze massa vertaalde het direct, wij mannen weten dan gewoon direct waar het over gaat. Bij vrouwen noemen ze die zone ook wel kippenhok, hoef ik niet uit te leggen toch?

Een tsunami van medelijden voelde ik over mij heen komen. Dit was een gevoelig onderwerp in de categorie Code Rood, dit gun je geen enkele man toe, zelf Thierry Baudet niet. Ik wilde hem eigenlijk direct aan de borst drukken maar kon mij op het laatste moment nog nét beheersen. “Kom”, zei ik, “we gaan even een bakkie doen aan de overkant…Of beter, we pakken effe een biertje!”

Nadat we beide afgerekend hadden, het meisje aan de kassa deed heel discreet dus zonder te vragen zijn boodschap direct in een tasje terwijl ik het zonder tasje moest doen,  liepen we naar het café aan de overkant. Aan zijn gezicht te zien was hij opgelucht, opgelucht omdat er iemand naar hem luisterde en van kruin tot teen begrip toonde. We gingen achterin het etablissement zitten aan een twee persoons tafeltje zodat we geen last hadden van mee-luisteraars. Na geproost te hebben op het weerzien van elkaar stak hij van wal.

“Ja man, ik kreeg steeds last met fietsen, net alsof er een naald in mijn zakie gestoken werd. En op een gegeven moment begon het steeds dikker te worden en dat voel je hoor! Maar goed, na maanden van uitstel en smoesjes dan toch maar eens naar de Uroloog. Dat was ook weer een rare gewaarwording, een vent die aan je zaakje zit met rubber handschoenen…”

Het zweet brak mij uit, deze man heeft het echt niet makkelijk gehad.. Ik bestelde een portie bitterballen plus nog twee lekkere Belgische biertjes. Dat had hij wel verdiend.

“Ik moest geopereerd worden. Niet even onder plaatselijke verdoving maar compleet zeg maar. De ontsteking moest er in het geheel uitgesneden worden, uit de wand, en dat was geen probleem want we spraken hierover een ‘rekbaar’ gebied. Pfff…hoe komen ze er op! Afgelopen woensdag was het dan zo ver, toen iedereen wat te kiezen had. Nou, ik had niks te kiezen, ik moest met de billen bloot en kreeg een blauw schort voor! En dan natuurlijk allemaal zusters aan mijn bed die, fluisterend, mijn situatie uitlegden aan hun collega’s. Dan denk ik weer dat ze dat later, in een van hun zeldzame pauzes, nog even lachend nabespreken. Toch verscheen er tussen al dat vrouwengeweld toch nog een man aan mijn bed, de anesthesie-verpleegkundige . Hij hing mij aan het infuus en ik voelde dat hij met mij meevoelde. Hij bracht mij vervolgens naar de OK en ondertussen bespraken we wat voetbalzaken en de verkiezingen. In de operatiekamer werd ik niet warm ontvangen, het was er ontzettend koud maar dat hoorde erbij zei mijn broeder. Toch maakte ik mij zorgen want elke man weet dat kou en mannelijkheid niet echte vrienden zijn van elkaar…Straks moeten ze het daaronder warm föhnen omdat ie in zijn schulp gekropen is!”

Ik hoorde hem ademloos aan. Wist niks te zeggen en voelde mijn hart kloppen in mijn keel. Deze man heeft het niet makkelijk gehad, man man, hij is door een hel gegaan!

De onfortuinlijke ging verder met zijn relaas: “De anesthesist gaf mij een ruggeprik en korte tijd later voelde ik het warm worden. Ik schrok want ik dacht eerst dat ik spontaan incontinent geworden was maar het was, gelukkig, enkel de verdoving. Vanaf mijn navel tot aan mijn tenen voelde ik niks meer. Ik vroeg mijn maat die achter mij stond of hij mijn knieën even plat wilde leggen want die waren nog opgetrokken en dat was een vermoeiend standje. Hij begon te lachen en legde mij uit dat ik gefopt werd.” “Toen wij je prikten moest je toch voorover bukken en daardoor trok je ook je knieën op. En dat plaatje blijf je onthouden.”

Na een korte plaspauze vervolgde hij weer zijn verhaal. “Op een gegeven moment kwam de Uroloog binnen en hij gaf mij een hand. Ik keek op en keek in een paar schitterde ogen!”

“Hè?” was mijn reactie…

Hij lachte. “Het was niet die kerel die mij onderzocht had, het was zijn vrouwelijke collega.” “Maar het interesseerde me ook niet meer, ik was kennelijk onder invloed van de narcose of zoiets. En zo’n operatie, ach, dat was best te doen. Na een half uurtje lag ik op de uitslaapkamer en kreeg ik een raket. En daarna een katheterisatie. Dan gaan ze met een slangetje in je..”

“Stop!” zei ik. “Ik hoef niet alles te weten! Man, ik heb echt met je te doen. Zit iedereen zich druk te maken over de verkiezingen, over dat Dion Stax zo voor schut stond tijdens de verkiezingsavond en zijn er alweer complottheorieën over stembusfraude…. Dat is toch niets met wat jij allemaal door moet maken?!”  

“Ja, ach, het is achter de rug. Fysiek heb ik het nu wel onder controle maar geestelijk kreeg ik het te verduren. Dat ik nu met maandverbandjes in mijn onderbroek rondloop maakt mij al niet meer zoveel uit, dat zie je toch niet, maar het zijn de vrouwen om mij heen. Mijn eigen vrouw noemde mij een ‘zeurzak’ en haar vriendin rolde tuimelend ons huis binnen nadat ze bedacht had mij voortaan meneer Wijdbeens te noemen…Niks empathie. En ze vertellen het ook gewoon aan iedereen, zonder schaamte maar wel met een dikke laag leedvermaak. Tenminste. Zo voelt het.”

Hij stond ineens op en gaf mij een klap op mijn schouder. “Fijn dat je mijn verhaal even wilde aanhoren. Maar ik moet nu echt weg want ik ben bang dat ik aan het lekken ben…alcohol verdunt het bloed hé…Groetjes en tot gauw, hopelijk in betere tijden!”

Ik keek hem na en voelde me zwaar klote….

Zint eer ge begint

Er komt weer een nieuw koningslied. Toen ik dat las dacht ik eerst aan een goede grap van een hele slechte cabaretier maar niets was minder waar. Het was echt. Ik snap het ook wel weer. We zijn in dit landje zo enorm heftig op zoek naar onze eigen identiteit dat we dit soort fratsen bedenken om ons zelf en de omgeving te overtuigen dat wij een eigen identiteit hebben. Dat viel mij al eerder op want alle televisieprogramma’s begonnen ineens het woord ‘Holland’ of ‘Nederland’ in de titel te gebruiken. En onlangs, als kers op de taart… toen onze minister-president al co-presentator van het tv programma Goedemorgen Nederland opende met: “Goede morgen landgenoten!”

Uiteraard met een glimlach want dat doen optimisten namelijk altijd, zo leerden we dat in de afgelopen weken willen we de spotjes en debatten geloven. Maar nog niet zo lang geleden was het een beladen woord want was het niet drs. Hans Janmaat, fractievoorzitter der Centrum Democraten, die zo zijn zendtijd voor Politieke Partijen startte? De man die door menigeen verfoeid werd vanwege zijn uitermate heftige en racistische uitspraken, die man die doodgezwegen werd want zo zat ons gedachtegoed niet in elkaar. Want wij, Nederlanders, waren immers tolerant en een voorbeeld hoe je op deze wereld met elkaar om moet gaan!

Ik voelde mij daarom niet aangesproken. Ik wilde alleen even het journaal zien en stuitte toen op dit super irritante stompzinnige programma. Ja, de presentatrices zien er mooi en gelikt uit maar die alsmaar terugkerende cliffhangers brengen mijn geestelijk gestel onnodig schade toe. En ik wil voorkomen om straks beticht te worden als ‘die verwarde man’, want daar lopen er al genoeg van rond en het neemt alleen maar toe omdat de wereld gek aan het worden is.

Waarom worden we gek? Omdat we verdrinken in meninkjes en het allemaal beter weten. Dat mag, dat heet vrijheid van meningsuiting, maar, zoals ik al zo vaak gezegd heb, gaat het om de toon van de boodschapper. We zijn wat het brengen van die meninkjes bepaald niet allemaal even muzikaal.. Zou dat de reden zijn dat sommige politici terug in de tijd willen? Neem bijvoorbeeld Thierry Baudet van de Forum voor Democratie. Hij zat bij de EO zijn wens uit te spreken dat op alle scholen het Christendom weer onderwezen moet worden. Godsdienst les noemden we dat. Kennelijk denkt hij een afgezant van God te zijn die in de vorm van een bekakte politicus naar onze Aarde gestuurd is. Want Onze Lieve Heer maakt zich zorgen want onze kerken lopen leeg en de Islam wint steeds meer terrein. Misschien wel omdat moslims nog niet zo welvarend zijn als wij en wel tijd vrij maken om hun geloof te belijden. Sommige politici of leiders van splinter partijtjes pakten dit op en gingen er mee aan de haal. Maar de grondlegger, Onze Lieve Heer, dacht daar er toch echt heel anders over maar het is maar net hoe je Zijn woorden interpreteert: voor eigen gewin in dit geval, net zoals de heer Wilders de Koran negatief uitlegt waardoor er nog meer zieltjes doelloos als zombies achter hem aanlopen.

Want het is zo lekker om je eigen ontevredenheid op anderen af te reageren!

Dik dertig jaar geleden kreeg ik nog net het laatste staartje van Godsdienstles mee. Het was toen al een uitstervend vak want men was bezig met de beschaving en de daarbij horende welvaart. Er was geen ruimte meer voor en we kregen het steeds drukker. De tol van de welvaart. Geen tijd meer voor boswandelingen maar lekker shoppen in het winkelcentrum. Je raakt het spoor dan inderdaad bijster als je het allemaal niet meer bijhouden kan. Plus daarbij opgeteld de vele schandalen die onder de kerkbanken vandaan kwamen, de ontzuiling ging niet meer gepaard met een zachte hand maar met een sloopkogel.

Toch hoort dit erbij. Ons hele leven is aan veranderingen onderhevig. Daar kun je niet onderuit, je wordt meegezogen want je wilt de voordeeltjes ervan niet missen. Toch? Neem bijvoorbeeld het Sinterklaasfeest. Dat is nu populair (zachtjes uitgedrukt…) omdat het door populisten omarmd werd maar in de jaren ’90 werd het feest uitgespuugd, het was oubollig en zwaar ouderwets. En vervolgens werd de Kerstman omarmd. Gewoon cadeautjes onder de (kunst)kerstboom, het liefst zo duur mogelijk en daarna vreten tot uiteindelijk de hele familie onderuit gezakt zat op de bank. Om gezamenlijk naar Scrooge te kijken. Of naar Home Alone 8.

Wat nou Nederlandse identiteit!

Maar ik vond het wel dapper hoor, dat lavendelsnuiver Baudet bij de EO zieltjes aan het winnen was. Hij is een stuk stoerder dan Wilders. Want die wilde campagne voeren in het dierenasiel. Daar wachtte hem immers geen tegenspraak, hooguit een klagelijk gemiauw of een woeste blaf. Wat ik ook vreemd vond was dat dit al daags ervoor aangekondigd werd terwijl er toch wat herrie was met een van zijn lijfwachten. Je zou dan toch aanraden om de agenda niet teveel openbaar te maken. Of was dit bewust gelekt, om zieltjes te winnen bij alle dierenliefhebbers? Die smelten immers bij het zien van elk zielig dier. Hij ging uiteindelijk niet omdat het asiel het toch niet zo’n goed idee vond en er waren al mensen die ‘114, red een dier’ gebeld hadden vanwege zijn komst….Dus zelfs geen debat in het asiel.

Hoe dan Geert???

Jules Paradijs, ja die ooit de Telegraaf bestierde, zat bij een WNL programma te klagen over de nieuwe minister van Justitie, Stef Blok. Had deze man dan iets niet goed gedaan, vroeg ik mij af, begint het gelazer opnieuw? Nee, er was gewoon niks te melden maar Paradijs had wel wat te melden: “Die man is onzichtbaar, je hoort of ziet niets van hem!”

Misschien omdat hij gewoon zijn werk goed doet Jules!

Eigenlijk zijn wij allemaal verwarde mensen. Dit is niet meer uit te leggen aan de rest van de wereld en dat is ook de reden dat Nederland volop in de schijnwerpers staat. Ik snap dat mensen met hun gevoel gaan stemmen woensdag maar ik raad ze toch aan het met hun volle verstand te doen. Doe het desnoods zingend, en zing dan voor mijn part onder de noemer het doel heiligt de middelen de eerste strofe van Het Lied voor de Koning (mits hij niet huilend asiel aangevraagd heeft in een Koningsliedvrij buitenland….)

‘Lang zal hij leven, gelukkig en goed

Dan doen wij ook met wat durf en wat moed

Hoe we ook onderling allen verschillen

Ieder kan helpen bij wat wij graag willen

Dan is er niemand meer werk’lijk alleen

Eén voor ons allen en allen voor één’

Prestatie

Het zat er aan te komen. Al maanden waren we aan het sparen en op een gegeven moment komt dan die dag. Want dan is het doel bereikt. De gedachte alleen al, dat die dag zou komen, deed mij het dun uit de broek lopen….
Natuurlijk was het sparen leuk en het gaf ook enorm veel voldoening om bij de kassa het zo effe in een split second af te tikken, (of teleurstelling omdat je het gespaarde bedrag ineens ingeleverd moet worden…) maar in mijn geval had het doel een staartje en in dat staartje zat nu juist het probleem.
Want we moesten ervoor naar de Groninger vestiging van die Zweed, Ingvar Kamprad Elmtaryd Agunnaryd, kort door de bocht ook wel Ikea genoemd…
Mijn geliefde had namelijk bedacht dat wij een wandmeubel nodig hadden. En haar oog was gevallen op een Zweeds model, Billy of Birk of Thore of Hasse…whatever..Ik hield mij gedeisd als ze weer op de Ikea- website zat te koekeloeren om uit te vogelen hoe de kast eruit zal komen te zien. Mijn mening was van minimale waarde want mijn geliefde had allang de keuze gemaakt, dat vormt zich in haar hoofd en over het algemeen ben ik het daar gewoon mee eens. Niet omdat ik een volgzaam type ben hoor, maar meer omdat mijn interesses elders liggen dan hoe de bank moet staan en welke kleur vaas er voor de ramen moet.
Op een mooie vrijdag kwam het onderwerp ‘kast’ weer ter sprake. Er was voldoende gespaard zei mijn geliefde en voordat ik er erg in had stemde ik ermee in om dan maar direct naar de Ikea te gaan. Niet om direct te kopen maar meer om het meubel wat te verkennen zeg maar. Tenminste, dat was mijn idee omdat ik mij voorgenomen had de zaterdag en de zondag wat schrijfwerk te verrichten. Een stief half uurtje later waren we er en ik dirigeerde mijn geliefde direct, met lichte dwang naar de kasten afdeling. Dus we lieten de leuke Sommar vaasjes, de handige (niet!) Bevara zakklemmen (Zakklemmen? Ja, zakklemmen!) en de Kvistbro bijzettafeltjes links liggen.
Geloof me, dat scheelde een hoop tijd!
Binnen vijf minuten hadden we onze kast gevonden en moesten we alleen nog kleur bekennen. Het werd zwartbruin. Vervolgens konden we op een computer de kast samenstellen want dan weet je hoe duur het wordt en welke onderdelen je nodig hebt. Van poten tot en met deurbeslag, alles moest jezelf samenstellen zodat jouw wensen ten optimale benut zouden worden. Pffffff…Ik werd al moe als ik eraan dacht. Kennelijk had mijn geliefde mij door toen ze achter de computer zat want ik gaf niet veel sjoege om haar mee te helpen. En dat bevestigde ze door ineens op te staan en even verderop een medewerker aan te spreken of hij ons kon helpen. Nou dat kon hij, mij totaal negerend omdat hij allang gezien had dat er bij mij niets te halen was, en even daarna klikte hij er op los en zag ik hoe er op het scherm een wandmeubel verscheen. Mijn geliefde was zeer onder de indruk van deze bebaarde, stoere Zweedse Handyman en ik stond er wat verloren bij, probeerde zo nu en dan ook wat te zeggen maar voelde aan alle haren op mijn hoofd dat er totaal niet naar mij geluisterd werd.
Verdomme, waarom heb ik nou niet de genen van mijn vader meegekregen. Die heeft twee rechterhanden en bouwde daar huizen mee alsof het Lego was. Maar ik heb daar niks van meegekregen, zelfs geen pink! En ik had ook geen Lego als kind…
“En alles is op voorraad!” wist de Zweed te vertellen en mijn geliefde kon zich nog net inhouden en een omhelzing te voorkomen. “Daar gaat mijn vrije weekend..” verzuchtte ik maar er was toch niemand die luisterde. Niet veel later werden de benodigdheden ook nog even geprint en hoefden we alleen nog maar het magazijn in om alles bij elkaar te zoeken. Zó handig, achter elk voorwerp stond het stelling en vaknummer dus binnen no time stond het spul op de kar. Even later lag alles in de auto en reden we terug naar huis. Ik was mentaal nu zo ver dat ik ervoor zou gaan. Als een echte man zei ik haar dat we de volgende dag op tijd uit bed zouden gaan en dat we samen, ja samen, de aanval zouden openen op de handleiding van BESTÅ, dat was de naam van de kast. “En als ik wat fout doe dan doe ik dat niet expres en dan noemen we het gewoon een vergissing!” dekte ik mij in. “En als we elkaar aanspreken dan doen we dat zo rustig als mogelijk en niet met een bepaalde toon..”
Mij geliefde ging direct met alle voorwaarden akkoord en ik begon vol zelfvertrouwen de auto uit te pakken en zette direct alles gesorteerd op een plek in de huiskamer waar het niet in de weg zou staan.
De volgende dag begonnen we stipt om 9 uur en we werkten geduldig de plaatjes van de handleiding af. Ook gooiden we direct al het karton naar buiten zodat dit niet in de weg zou gaan liggen tijdens onze werkzaamheden. Mijn geliefde wilde eerst het ‘beslag’ nog keurig natellen en sorteren maar daar stak ik een stokje voor: “Het klopt toch nooit en je houdt altijd beslag over!” zei ik terwijl ik terugdacht aan de door mij in elkaar gezette meubeltjes in de afgelopen jaren. Want ons huis is onderhand behoorlijk Zweeds ingericht dus ik ben een ‘kenner’. Of ik een ‘kunner’ ben bestaan er in mijn omgeving nog best wel wat twijfels.
De dag verliep verbazingwekkend goed. Zo nu en dan een kleine oprisping maar die werd snel weggelachen of weggekust. Ik kreeg er zelfs lol in en mijn geliefde ook. Een dikke twaalf uur later stond de kast en ja, Vader Veldhuizen, de kast stond als een huis! Trots als een aap met zeven staarten vierden wij onze inzet van die dag tot diep in de nacht. En in de week erna herstelde ik nog even het Ikea TV meubeltje waar een plank verkeerd om in zat en ik zette nog even een ladekast in elkaar, helemaal alleen (!) en nagenoeg zonder handleiding.
Maar het aller, aller mooiste was toch wel de wetenschap dat ik nu voorlopig even niets meer hoef te bouwen. Waarom niet?
Omdat het spaarpotje leeg is!

Neem een parkiet!

Nadat ik de pan op het vuur gezet had om een restje zuurkool op te bakken, flikkerden buiten de een na de andere groene parkiet uit de lucht. Mijn eerste gedachte was dat ik nu op moest gaan letten want er dreigde gevaar! Dat wist ik nog van mijn geschiedenislessen op de Lagere School, daar leerde ik dat mijnwerkers altijd parkieten in een kooitje in de buurt hadden staan. Want die parkieten vielen spontaan dood neer als er levensgevaarlijke gassen vrijkwamen waarna de mijnwerker wist: Wegwezen!

Onderschat ik de parkiet? Of, met andere woorden, onderschat ik de natuur? Onderschatten wij de natuur? Ja, dat doen we. We proberen wel iets aan het milieu te doen, bijvoorbeeld door het afval een beetje te scheiden en schonere auto’s aan te schaffen. Later blijkt dan dat het afval uiteindelijk weer op één hoop ligt en dat die schonere auto’s gemanipuleerd worden, met andere woorden, we worden in de maling genomen. Niks rustig slapen, laat staan gezond weer op. Wij willen wel maar die lui die de (financiële) touwtjes in handen hebben willen niet. We moeten ook minder suiker naar binnen werken en ondertussen stoppen ze het zelf overal in, echt overal in. Zelfs in de potjes van Hak! Je moet dus niet de groenten van Hak hebben…. De sperzieboontjes kijken mij sindsdien treurig aan vanachter hun glazen wand, je ziet dat ze al die zoetigheid ook niet lekker vinden en zo waren we ook nooit opgevoed door sperziePapa en sperzieMama.

En dat in een tijd dat ‘zitten’ het nieuwe roken wordt. Was ik net gestopt met roken, loop (of beter gezegd ‘zit’) ik weer tegen een nieuw probleem aan. Want ik beweeg te weinig, sleep mij van stoel naar bank en van bank naar stoel. Natuurlijk vecht ik ertegen door zoveel als mogelijk de fiets te pakken of te gaan lopen maar of het helpt…merk er weinig van. Het is natuurlijk ook de tijd van het jaar. Januari. Februari…Depressieve maanden, ik heb er niks mee. Daarbij opgeteld de ontwikkelingen in de wereld, bijvoorbeeld in de ‘Verenigde’ Staten maar ook de ontwikkelingen in ons eigen landje maken alles nóg zwaarder. Want we weten inmiddels dat zelfs de aller slechtste scenario’s werkelijkheid kunnen worden, zie het Oekraïne referendum, zie de Brexit, zie de nieuwe president van de VS….Die persvoorlichter van Trump, Sean Spicer, doet mij trouwens aan iemand denken, namelijk aan Al Sahaf, die persvoorlichter van Irak tijdens de Golfoorlog. Die ontkende ook alles…

En zie onze eigen verkiezingen straks in maart…. We hebben de keuze uit maar liefst 28 politieke partijen waardoor het nóg moeilijker zal worden de juiste keuze te maken. Het waren er in eerste instantie 81 maar die hebben het, gelukkig, niet allemaal gered. Als dat wel zo was geweest had ik ook een partij opgericht: De Partij Tegen de Splinter-en Populistische Partijen! Trouwens, in de crisisjaren ’30 waren er 54 partijen aangemeld bij de Kiesraad. Toen waren er 100 zetels te verdelen (nu 150). Toen werden er groepen weggezet en nu weer. Toen brak er oorlog uit…Nee, ik ga nu te kort door de bocht, we zijn veel wijzer toch?

Over wijzer gesproken, ik heb de stemwijzer geraadpleegd maar het beantwoorden van de (slechts) 30 stellingen hebben mij nog niet kunnen overtuigen. Voor mij blijft het spannend tot in het stemhokje. En na de keuze zal een onzekere tijd aanbreken. Onzeker ja, want heb ik dan wel de goede keuze gemaakt? Komen door mijn stem andere partijen waar ik absoluut niet op zou stemmen, niet aan de macht? Ik heb wel eens eerder ‘strategisch’ gestemd en kwam daarna bedrogen uit.

Zal ik een parkiet meenemen in het stemhokje?

De Hema rookworst ziet er lekker uit en ik zet mijn nieuwe koksmes, bij elkaar gelikt met Appie Heijn zegeltjes, in de worst. Eigenlijk direct erna voel ik een enorme pijnscheut in mijn vinger, die vinger die ik vergeten was weg te halen om de worst op zijn plaats te houden. De snijplank kreeg er spontaan een rode blos van…

Zo zie je maar weer. Het gevaar in de wereld is dichterbij dan we denken/of wat ons voorgehouden wordt door een paar grote schreeuwers: het zit in ons eten, in onze pannen en onze messen. Dus ook maar voortaan een parkiet op het aanrecht!

En dan noem ik hem/haar Geert of Greet!

Detail

Mijn vaders vader, mijn opa dus, zou vandaag 116 jaar geworden zijn. Je begrijpt dat ik in de verleden tijd schrijf want hij is al jaren niet meer onder ons. Gisteren ben ik, herstel, mócht ik weer een jaartje ouder worden.

Er staan nu maar liefst 53 jaren op mijne teller!

Het leven moet je vieren zeggen ze wel eens maar ik had mijn geliefde al medegedeeld geen drukte van mijn verjaardag te willen maken. We hebben een behoorlijk heftige periode achter de rug en mijn schoonvader zit ook behoorlijk in de lappenmand en daarom zouden we mijn verjaardag sober vieren, het jaar is nog lang genoeg om leuke dingen te doen. En we waren weer lekker samen na twee weken gescheiden zijn van bed, bad en brood.

Toch wilde ze persé een taart bakken en ik mocht kiezen. Het werd de ouderwetse appeltaart (dus niet die van Rudolf of van de winnaar van Heel Holland Bakt!), ik vond dat het jaar maar eens gezond beginnen moest! Zaterdag ging ze die maken en ik ging aan de slag om het een en ander aan salades te maken voor de Nieuwjaarsborrel die we die avond bij mijn nieuwe werkgever hadden. Dat had ik aangeboden aangezien ik in een ver verleden het mooie vak van kok mocht uitoefenen. Maar ook omdat dit bedrijf groot gebleven is door hart voor de klanten te hebben en klein gebleven doordat we niet de pretentie hebben kapsones te krijgen. Niks geen gedoe met managers die na een zoveelste workshop of rollenspel de mensen op de werkvloer de les willen lezen…

Een heerlijk vooruitzicht!

Op mijn verjaardag schrokken wij om 10 uur wakker. Nou ja, dat viel ook wel weer mee, er zouden hooguit wat telefoontjes komen van familie en vrienden dus de schrik was onterecht. Ik trok rustig mijn joggingbroek, t-shirt en vest aan, poetste mijn tanden en startte vervolgens de beneden etage op: gordijnen open, koffieapparaat aanzetten, laptop aanzetten, koffiekopje onder het koffieapparaat zetten waarna het gekrijs van de koffiebonen mij wisten te vertellen dat ik zo aan een heerlijk vers bakkie kon lebberen en tot slot haalde ik een paar boterhammen uit de vriezer voor het ontbijt. Het verjaardag ontbijt! Nou, daar mocht ook wel een eitje bij. Ondertussen was mijn geliefde begonnen met haar ochtendritueel, douchen en aankleden en zette ik alvast het theewater op zodat we gelijk aan konden vallen aan het ontbijt.

Een dag zoals alle andere dagen.

Toch voelde ik regelmatig mijn gsm trillen: Facebook had kennelijk de wereld om mij heen kenbaar gemaakt dat ik vandaag jarig ben. Wijs als ik ben, hoe ouder je wordt hoe wijzer, liet ik het trillen links liggen en ging gewoon door met mijn bezigheden.

Totdat ik ineens getik op de ramen hoorde…

Nu was ik wel nieuwsgierig. Was het de Staatsloterij die ons de gewonnen Mini kwam brengen? Dat kon eigenlijk niet want ons Oudejaars lot, volgens traditie gekregen van mijn schoonvader, was nét niet het winnende volgens de lotchecker van deze oplichters…euh…van deze loterij. Driekwart van de deelnemers was daarover zwaar gepikeerd, sterker, ontzettend boos over geworden las ik in diverse media.

Het jaar begon dus weer goed! Iedereen was weer boos. Nadat we even samen gekomen waren dankzij Tijn kreeg Turkije alweer een aanslag te verwerken, werd Wendy boos op Youp en waren een heleboel mensen pissed-off omdat ze niet zeker wisten of ze nu wel of niet een prijs gewonnen hadden (kans om wat te winnen is 1 op 4,4 miljoen..)

Nu was ik zelf ook boos maar dat was vanwege de berichten over hoe jong en oud(!) brandweer, politie en ambulancepersoneel aanvielen. In mijn boosheid hierover bedacht ik ook direct de oplossing: de namen noteren en doorgeven aan al deze instanties. Zodra zij  zich in de komende jaren over een slachtoffer buigen van een ongeluk of andersoortig netelige situatie en vragen naar haar of zijn naam, eerst effe die naam checken in de ‘ik-viel-hulpverleners-aan’ checker. Bij een positieve uitslag de patiënt gewoon laten liggen, de spullen weer inpakken, opstaan en terugrijden naar de kazerne.

Ik keek recht in de ogen van mijn vader! Ik wreef mijzelf nog eens in de ogen want ja, mijn vader woont hier dik 4 uur reizen vandaan, een prima reden om een verjaardag even te vieren via een telefoontje of een Appje. Hij tikte nog eens op het raam en toen drong het pas echt tot mij door. Terwijl ik naar de voordeur rende riep ik nog gauw even naar boven: “Wist jij hiervan af?”

Toen ik de voordeur wijd open gezet had keek ik recht in drie lachende, zingende gezichten: Pa, Ma en Zus!

‘Lang zal hij leven, lang zal hij leven in de gloria!’ klonk het driestemmig. Dit was toch wel erg leuk! Naast de spontaniteit om zo’n lange reis te maken om hun jongste zoon te verrassen genoot ik uiteraard ook van het gezang want dat kunnen ze wel, zingen. Na binnenkomst stormde ik naar boven om mijzelf toch maar even wat feestelijker aan te kleden en niet veel later voegde ik mij toe aan het gezelschap, inmiddels uitgebreid met mijn schoonvader, mijn geliefde haar beste vriendin met zoonlief en mijn jonge oude vriend Jan uit Akkrum. Deze laatste is nog maar 52 jaar, vandaar dat ik hem nog categoriseer als ‘jong’.

Even later zaten we gezellig aan de koffie met een overheerlijk stuk appeltaart. Met verse slagroom, je wordt maar een keer in je leven 53 nietwaar. En natuurlijk werden er herinneringen opgehaald van 53 jaar geleden. Dat mijn moeder drie dagen voor mijn geboorte met mijn vader nog even het Arjen’s duin beklom en daarna een standje kreeg van de Baakster (kraamverpleegster) ‘Tante’ Rim. En dat de vliezen braken maar ik er maar niet uit wilde komen. “Ja Mam, ik heb het langst bij je gezeten hè, en daarom hou je het meest van mij!”

Voorgaande anekdote komt bij ons in de familie steeds weer terug, in de trant van: ‘Opa, vertel nog eens van vroeger, van die goeie ouwe tijd..’ Maar er kwamen nu nog wat details bij, of beter gezegd, een zeer belangrijk, groot detail:

“Ja,” zei mijn vader, “en het duurde toen nog drie dagen. Dokter Mathijssen raadpleegde nog even zijn collega dokter Smit want volgens Mathijssen lag de baby behoorlijk dwars en hij dacht aan een keizersnede. De andere dokter onderzocht mijn moeder ook want die had kleinere handen en ook hij kwam tot dezelfde conclusie: Met spoed naar de Wal!”

We woonden immers op een eiland. Na overleg bleek dat de helikopter niet mocht vliegen want het was te mistig. De reddingboot mocht ook niet uitvaren want ze hadden nog geen radar aan boord. Mijn vader heeft toen Rederij Doeksen gebeld en die zeiden direct dat sleepboot De Holland (wel met radar) deze klus wel klaren kon en niet veel later zaten mijn moeder, mijn vader, dokter Mathijssen en Tante Rim aan boord.

Enkele uren later kwam ik ter wereld. Een nonnetje, ik ben geboren in het Katholieke Sint Joseph ziekenhuis te Harlingen, kwam even later met mij op haar arm mijn vader vertellen dat hij er een zoon bij gekregen had. Waarop mijn vader droog antwoordde dat hij allang wist dat het een zoon zou zijn. Dat was natuurlijk raar. Want in 1964 werden er nog geen echo’s gemaakt, laat staan pret-echo’s! “Hoe weet u dat dan?” vroeg de gelovige non ongelovig.

“Omdat in de afgelopen week twee dokters tijdens hun onderzoeken bij mijn vrouw heel duidelijk het scrotum voelde zitten!”

Jullie begrijpen dat mijn ego gestreeld was en dat ik, een dag na mijn 53ste verjaardag, mijzelf nog nooit zo mannelijk gevoeld heb in al die 53 jaren!  

P.S. Dank jullie wel voor alle felicitaties , goede wensen en mooie foto’s die ik gisteren via Smoeltjesbouk (Facebook), telefoon en via de mail heb mogen ontvangen.

2016, een terugblik

Het was te merken vandaag. Ik stapte uit bed en deze keer ging het niet zo vlotjes als andere dagen. Met een schuin oog keek ik nog even naar mijn bed maar ook daar was niets bijzonders aan te zien. Ja, de boel lag wat omgewoeld en het tweede kussen lag ook niet meer op zijn plek. Maar ook dat was niet raar, ik kruip daar altijd tegen aan wanneer mijn geliefde en ik weer gescheiden van tafel en bed zijn, oftewel, zij is dan in Groningen en ik in Leidschendam. Ter compensatie, ik vergelijkbaar haar dus absoluut niet met een kussen.

Laat dat even duidelijk zijn!

Wat was de reden van mijn stramheid, mijn stijve rug en gammele benen? Ik hoorde een knal en zag verderop in de straat een rookwolkje opstijgen. Nu wist ik het weer, klaar wakker! Het is vandaag Oudejaarsdag en nu begrijp ik ook alle bovenstaande klachten want er zit weer een heel jaar op mijn rug! Maar liefst 366 dagen (Schrikkeljaar) zitten er weer op, 366 dagen die we mee moesten sjouwen, soms als ballast, soms als lichte bagage, soms zonder iets te hoeven sjouwen omdat alles even meezit.
Ik zeg expliciet ‘we’ want daar bedoel ik ook jullie, lezers, mee. Iedereen heeft zijn of haar bagage, bij de een is die zwaarder dan bij de andere en anderen gaat het misschien dan eventjes wat meer voor de wind. Maar de last blijft, dat is nu eenmaal zo en hoort bij het leven. Er is wel wat aan te doen natuurlijk, je moet soms niet alles willen dragen….
Die gedachte verlicht mijn klachten enigszins en daarom ga ik maar weer verder met mijn bezigheden, opstaan en aankleden en dan een kopje koffie. Buiten is het allang licht maar dat komt omdat ik al een flink deel van de dag geslapen heb, heb net de eerste nachtdienst van de vijf erop zitten.

Soms zit het mee, soms zit het tegen. Maar elk nadeel ‘heb’ zijn voordeel, nogmaals dank wijlen Johan Cruijff, het blijft een mooie lijfspreuk.

Want zodra het vuurwerk vannacht los zal barsten, zit ik lekker binnen en kijken we wel via de camera’s naar alle miljoenen die de lucht invliegen. Het Nieuwe Jaar staat immers voor de deur.
Voor velen is dat een reden om even terug te kijken. Voor mij ook. Daarom ben ik vanmorgen, toen ik klaar was met werken, direct naar mijn afspraak gegaan.
Een afspraak met een goede, oude wijze vriend van mij. En dat kon alleen vandaag. Dat kan eigenlijk altijd alleen maar vandaag. Deze vriend is een markant persoon, hij heeft namelijk net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft.

Al zolang ik leef loopt hij op deze dag rond en staat hij voor het afgelopen, oude jaar. Vorig jaar heb ik hem, tot mijn grote vreugde, eindelijk eens kunnen spreken en dat was een goed gesprek. Ik kwam hem toen tegen bij de Kloosterbrug van het Winschoterdiep, eenzaam en alleen zoals altijd en kouwelijk omdat het weer te wensen over liet. Maar dat is de ‘tied van het joar.’
We hebben toen afgesproken het dit jaar weer te doen, maar dan wel in Den Haag want ik had een plicht te vervullen, namelijk werken. Dat klinkt heel zwaar, heb bijna de neiging te zeggen: ‘In naam der Koning!’ maar dat is het absoluut niet hoor.

Op de fiets met in mijn fietstassen twee thermoskannen met koffie en nog een restant kerstbrood fietste ik naar de afgesproken plek, naar de nieuwe windmolen op de grens Den Haag-Voorburg. Dat ding ‘dat er ineens stond’ nabij het verkeersknooppunt Prins Clausplein volgens enkele boze, ontevreden omwonenden. Een uitermate goede en duurzame plek voor een goed gesprek.
Ik zag hem staan, in de schemer van de vroege morgen, in zijn lange jas, de armen heen en weer bewegend voor een beetje warmte en die eeuwige grote tas bij zich, vol met gebeurtenissen die er in het afgelopen jaar ons gepasseerd zijn. We groeten elkaar hartelijk en hij deed, waarachtig, ook nog even de Dab. “Als de Koning dat kan dan moet ik het toch ook kunnen he!” zei hij met zijn breedste glimlach. Zijn haar en baard zagen er verzorgd uit en dat verbaasde mij enigszins.

“Hebt u nu u haar geblondeerd?” vroeg ik, verbaasd. “Ja, dat klopt,” zei hij, “ik ga met de mode mee en ook een beetje met de trend. We zagen het in Amerika, die man is straks president en tja, we weten eigenlijk ook wel wie het hier gaat worden straks in 2017…”.

“Nou, leuk is anders,” antwoordde ik. “Ik hoop niet dat onze relatie hierdoor verstoord raakt. Ik heb u altijd gezien als een zeer verstandig man maar die voorbeelden van deze nieuwe ‘Leiders’ spreken mij totaal niet aan, zij zijn juist eerder bezig haat te zaaien dan verbinding. En verbonden zijn wij allang niet meer!”

Ondertussen schonk ik een grote mok met koffie voor hem in, afgelopen jaar gekregen voor Vaderdag van mijn kroost, met de tekst: Voor de allerliefste papa!
Dankbaar pakte hij de mok aan. “Je hebt helemaal gelijk jongen, maar gisteren kuierde ik nog even door de stad en toen bood een kapster mij een knipbeurt aan. In het kader van ‘zullen we wat liever voor elkaar zijn in het Nieuwe Jaar’. Maar het moest dan wel geblondeerd worden want ze had een hoop van dat spul alvast ingekocht, voor het geval als het straks écht een trend gaat worden en nu kon ze dan op mij mooi oefenen. En tja, wie ben ik om daar dan wat van te zeggen, kleren maken de man, niet het haar! En over echte mannen gesproken. Trump is dan wel gekozen tot ‘Man van het Jaar’ en Wilders is gekozen tot ‘Politicus van het Jaar’, er was maar eentje die daar echt voor in aanmerking zou moeten komen en dat is Tijn, dat jochie die met zijn vader Nederland binnen een kwartiertje weer wist te verbinden door zijn verhaal, zijn zeer zware lasten, met ons te delen. En dan toch nog de kracht vinden om aan anderen te denken! Want het kan altijd minder…Youp van ’t Hek noemde hem, terecht, de nieuwe Messias!”

We waren beiden ineens minuten stil, staarden wat om ons heen en ik voelde mijn ogen weer vochtig worden.

“Lekker bakkie, pik!” zei de man. “Schenk maar weer bij, ik krijg het al wat warmer van binnen.”. “Mooie mok trouwens, heb je ze thuis allemaal weer op een rijtje? Ik bedoel, sta je weer op één lijn met je kinderen?” Ik droogde mijn ogen en reageerde enthousiast: “Jaaa, ze komen alle drie weer over de vloer en ze accepteren alle drie mijn geliefde! We hebben onlangs nog met zijn allen samen gegeten, uit de braadpan die mijn geliefde ooit van haar Opa kreeg met de woorden: ‘Ooit zal je deze braadpan moeten gebruiken omdat je een groot gezin krijgt.’

“Dat was een wijs man!” zei de oude man en ik zag aan zijn ogen dat hij echt blij was met dit nieuws, hij gunde het ons diep vanuit zijn hart. “En nu op naar een harmonieuze, liefdevolle toekomst, vervolgde hij, een nieuw hoofdstuk beginnen en genieten van jullie samengestelde gezin.”

“En van mijn nieuwe baan!” schreeuwde ik hem haast toe, het verkeer op de kruising A12, A13 en de A4 werd steeds luidruchtiger. Hij reageerde enthousiast en keek mij vragend aan. “Ja, ik heb werk gevonden. Ik word adviseur in alarmsystemen voor particulieren bij een bedrijf in Groningen…euh…Grunn! De bedoeling is dat ik in Den Haag minder ga werken en dan ondertussen de boel in Grunn ga opbouwen. Het sluit prachtig aan bij mijn huidige werk en ik kom in een warm nest, een klein bedrijfje zonder kapsones maar wel met serviceverlening die je tegenwoordig nog maar weinig vinden kan!”
“En weet u, vervolgde ik voordat de man reageren kon, ik voel mij weer eens gewaardeerd na al die afwijzingen op sollicitaties in de afgelopen jaren.”

Hij sloeg de armen om mij heen en slingerde mij al dansend rond. Hij was sterker dan ik dacht maar dat zie je wel vaker met die generatie, die hebben altijd echt hard moeten werken en hoefden niet naar de sportschool om spieren te kweken.

“Maar hoe gaat het eigenlijk met u? Wat vond u van het afgelopen jaar?”

“Tja,” antwoordde de oude man, “die vraag kan ik beter aan jou stellen want jij, of beter gezegd je vader, hebben mij ooit verzonnen. Maar ik weet waar je naar toe wilt en ik ben het met je eens. Het was het jaar van een daadwerkelijke tweedeling. Een jaar met terreur overal ter wereld, vrachtwagens die als wapen werden gebruikt, Lone Wolf’s die zich buiten de maatschappij plaatsten en podia zochten…en kregen, politici die steeds populistischer gedrag gingen vertonen, politici die angst zaaiden en, helaas daarna vele stemmen oogsten, burgers die steeds agressiever reageerden op mede burgers die er een andere mening op na houden.. Geen jaar om over naar huis te schrijven. En ‘we’ mochten niet meedoen met het EK voetbal in Frankrijk!”

Ik schoot in de lach. “Ja, dat klopt, ‘we’ stonden aan de zijlijn van de (kunst) grasvelden. Achteraf gezien misschien wel goed voor onze gezondheid…. En het scheelde alle kassières in de supermarkten heel wat braaf opgedragen vragen aan de klanten: ‘Wilt u er Wuppies bij’ of ‘Spaart u nog voor de EK voetbal’? En onze straten bleven verschoond van oranje en rood-wit-blauwe vlaggetjes.”
De man antwoordde nu ook lachend: “Ja, elk nadeel ‘heb’ zijn voordeel’!” en hij knipoogde naar iets in de lucht en voegde daaraan toe: “Het leven is een sprankje licht tussen twee oneindigheden van duisternis.”

“Pffff…die heeft u niet van uzelf!” “Nee, dat klopt” zei hij, die heb ik gejat van die andere goede vriend van je, die komt regelmatig met mooie spreuken op de proppen, volgens eigen zeggen uit ‘de spelonken van zijn geest’.

De eerste thermoskan was nu leeg. We aten gezamenlijk een stuk kerstbrood en keken al kauwend wat voor ons uit. Met halfvolle mond zei ik het fijn te vinden hem weer te zien en hij gaf mij instemmend een dreun op mijn schouder.
“Er is een hoop muziek bijgekomen in de hemel of hoe je het hiernamaals ook maar noemen wilt.” , zei de oude man. “David Bowie, Prince, Leonard Cohen, Otis Clay, Rick Parrit, Mieke Telkamp, Toots Thielemans, Corrie Brokken, George Michael…om er maar een paar te noemen. Joop Braakhekke krijgt er hoop celebraties bij! En ja, kijk eens naar je eigen Arjen, je lieve schoonmoeder heeft jullie ook moeten verlaten maar ik weet zeker dat ze het daar naar haar zin heeft. Het was immers je eigen Tante Riet die, vlak voor haar veel te vroege overlijden, iedereen positief benaderde door te zeggen: “Het zal wel goed zijn daarboven want er is nog nooit iemand teruggekomen!”

Ik knikte instemmend. “Ja, maar er was er wel ooit eentje teruggekomen maar die was ook zo weer vertrokken, die tellen we dan maar niet mee.” zei ik een tikkeltje aangebrand omdat ik, zoals velen onder ons, het niet snap dat mensen té jong moeten overlijden. Maar ja, van het concert des levens krijgt niemand een program….”

“Goed zo”, zei de oude man, “relativeren is een manier om dingen te verwerken. Minder groot te maken dan ze zijn, effe de boel laten bezinken voordat je een oordeel vormt. Dat is wat er de laatste tijd aan scheelt. We nemen uitspraken klakkeloos over en oordelen ons een slag in de rondte, vooral op social media. Wat dat betreft is er niks meer sociaals aan. Op TV kijken we in groten getale naar afzeik programma’s en als we iemand massaal aan de schandpaal kunnen nagelen (Daar moet een piemel in!) voelen we ons pas een eenheid. Het liefst zo hard, grof en grievend mogelijk. En het liefst zo anoniem mogelijk. Want de donkere kant in de mens wordt gevoed. We scanderen ‘minder, minder, minder’ en kijken elkaar er dan lachend bij aan, trots op onze zogenaamde ‘eenheid’ maar ondertussen weten we verdomd goed dat wij eigenlijk zo niet willen leven, dat onze ouders ons zo eigenlijk niet opgevoed hebben. We hebben het zo goed in dit land maar we willen meer en meer en we willen vooral niet dat delen met anderen. En dan de verharding in diverse landen. Frankrijk heeft haar Le Pen, de Filipijnen kregen Duterte, een moordenaar in de hoogste orde, de Britten hebben zichzelf uit de EU gegooid met een krappe, ik herhaal, krappe meerderheid, wij geven 30 miljoen euro uit aan een zinloze en ondoordacht referendum en onze aankomende minister-president noemt ons parlement knettergek en ook alle rechters deugen niet. Die gaat Erdogan achterna, ik hoop dat we elkaar volgend jaar nog zullen treffen want ik ben bang dat emigreren de beste oplossing is.. ”

De oude man keek diep treurig uit zijn ogen en leek ineens een stuk ouder dan hij werkelijk is.

“En wat te denken van al die splinterpartijtjes in de politiek! Zo kunnen ze nooit meer eensluidende beslissingen nemen en blijven grote problemen onaangeroerd en worden ze alleen maar groter en groter. Totdat het kalf verdronken is…Leren ze dan niet van Syrië? Of van al die andere brandhaarden in de wereld? Daar is zoveel verdeeldheid en de ellende blijft maar door etteren.”

“Alleen vergeten we dat steeds vaker. We vergeten onze afkomst en dat we het met elkaar moeten doen.” verzuchtte hij. “En dat de wereld aan verandering onderhevig is en dat vroeger niet alles beter was. Misschien was men alleen wat gelukkiger omdat we toen niet alles wisten wat er op de wereld gebeurde..”

Ik sloeg mijn arm om hem heen en zweeg. Om de boel wat op te beuren zei ik: “We zwijgen best wel veel hè, dit jaar. Zullen we de leuke dingen van het jaar nog even doornemen?”

De man keek in zijn tas en daar was de glimlach weer. “Wat dacht je van die meid op die evenwichtsbalk, kom, hoe heet ze ook alweer? Oh ja, Sanne Wevers! En Sepp Blatter hebben ze eindelijk met een rode kaart definitief van de velden gestuurd. En ze zijn begonnen met doellijntechnologie tijdens voetbalwedstrijden en het gebruik maken van een ‘videoref’ laat ook niet lang meer op zich wachten. En een nog prachtiger verhaal, 2e Kamer Voorzitter Anouchka van Miltenburg moest wijken voor Khadija Arib. Anouchka is een mooie meid hoor, maar als voorzitter was ze niet zo handig. Geert werd gek maar is daar inmiddels van teruggekomen, ze doet het hartstikke goed!”

“En Feyenoord won de KNVB beker en PSV werd, dankzij laksheid van de Godenzonen uit Amsterdam, kampioen van Nederland!”

Een flauw glimlachje trok om mijn mond. Ja, Ajax speelde gelijk tegen De Graafschap. Ik had het eigenlijk verdrongen…. “En wat dacht je van onze Groninger Hoogleraar Ben Feringa. Die won de Nobelprijs! Daar stonden ze in de Randstad wel even van te kijken! Ja, het was wat voetballen betreft een treurig jaar maar daar was dan ineens die Max Verstappen. Die jongen deed menig mannen – en vrouwenhart sneller kloppen wanneer hij zijn rondjes om de kerk reed. En de jeugd, ook daar was goed nieuws over. Die gingen massaal buiten spelen, de straat op om Pokemon Gó’s te zoeken. Dan zag je meisjes en jongens met hun gsm voor hun neus door stad en land zwerven, op zoek naar figuurtjes waarvan ik de namen nog steeds niet kan uitspreken. Helaas leidde dat ook weer tot opstoppingen in het verkeer want ook volwassenen deden mee, volwassenen die thuis waarschijnlijk uitgespeeld waren met hun vrouw en de dagelijkse sleur wilden doorbreken. Soms denk ik wel eens dat de wereld steeds zotter aan het worden is…”

Ik moest hard lachen. Vooral omdat ik ook een keer met mijn jongste zoon ‘op jacht’ ging. Vroeger ging je vissen met je vader, zo zie ik het maar.

“Wil je nog meer goed nieuws?” vroeg de man. “Ja, graag, laten we het jaar positief afsluiten!” zei ik en schonk de laatste koffie in zijn mok. Ik hoefde geen cafeïne meer, moest nog slapen en had geen zin om de hele dag rechtop in mijn bed te zitten.
“Nou, we zijn uit de crisis en de huizenprijzen schieten weer omhoog.” vervolgde mijn gesprekspartner. “De arbeidsmarkt stijgt in alle provincies en het dolfinarium in Harderwijk moest stoppen met het aftrekken van de dolfijnen… En je zoon Sven heeft de aanrijding met een auto zonder al teveel schade overleeft, hij kan zijn vingers weer goed bewegen en de veroorzaker van de aanrijding heeft zich van zijn beste kant laten zien. En de opbrengst van Serious Request was toch nog een flink bedrag. Zo zie je maar weer, er zijn nog genoeg goede mensen over! We hebben het in eigen hand maar het komt nooit vanzelf. Vijftig procent van de bevolking kan dan wel het hele jaar boos zijn, dan blijven er toch nog altijd vijftig procent mensen over die positiever in het leven staan. Het glas is halfvol of half leeg”

Mijn ogen vielen haast dicht. Niet omdat het gesprek saai was, integendeel, maar gewoon omdat ik zo ontzettend moe was. Mijn wijze, goede oude vriend met net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft zag het aan mij en grinnikend gaf hij mij weer een klap op de schouder en zei: “Het is klaar, de tas is nagenoeg leeg, de last is een stuk minder geworden en wij gaan elk ons weegs. Zoals we dat elk jaar doen. Ik ga er van uit dat we elkaar voortaan in Groningen gaan treffen maar laten we dan ergens binnen gaan zitten. Dat is beter voor mijn oude botten. En neem dan oliebollen mee, dat kerstbrood was niet te nassen”

Nadat we elkaar hartelijk de handen geschud hadden en ik beloofd had hem volgend jaar weer op te zoeken, fietste ik weer naar huis. Even later lag ik weer in mijn bed, fitter dan ooit tevoren en weldra droomde ik van het Nieuwe Jaar, het jaar waarin we weer wat gelukkiger mogen worden en wat toleranter tegen elkaar zullen zijn.

Namens mijn geliefde Janet wens ik jullie allemaal een gelukkig, gezond, verstandig en een verbindend 2017!

Eerste Kerstdag

Eerste Kerstdag, 2016. Voor mij een rustdag want ik hoef niet te koken omdat mijn schoonvader ons uitgenodigd had bij de plaatselijke Chinees te gaan eten. Want ook Chinezen doen aan kerstdiners. Mijn beperkte grijze massa wist dat niet en ik was dan ook lichtelijk verrast. Ik zou wel zien wat er op mijn bord verschijnt. Belangrijker is dat mijn schoonvader zelf met dit idee kwam na een zeer zware periode voor hem. Hij moet sinds enkele weken alleen verder en tot nog toe doet hij dat bijzonder goed. Zijn huis is netjes, hij kookt voor zichzelf of hij haalt een (verantwoorde) maaktijd op bij de plaatselijke slager of groenteboer en zijn kledingkeuze is prima, netjes zelfs. Ik ben half alleenstaand, zodra ik in mijn flat ben neem ik het niet zo nauw met hoe ik eruit zie en loop grotendeels erbij als een ‘slobber’,  zoals mijn geliefde dat zo lief kan zeggen via Skype. Maar zodra ik bij haar ben scheer ik mij netjes, kleed ik mij netjes, trek ik elke dag een schone onderbroek aan (en sokken!) en kook ik de sterren van de hemel want ja, de liefde gaat immers door de maag!

We werden warm onthaald door de Chinezen. Ook door de niet-Chinezen, dat waren ‘Ollander’s’ in dienst van. Ze hadden wel Chinese kleding aan maar dat was dan ook echt het enige kenmerk dat ze ook bij deze club hoorden. We zaten een beetje op ons eigen, een ruimte in het restaurant maar wel vlakbij de ‘afhaalhoek’.  Daar zaten mensen op hun kerstbest geduldig te wachten op nummertje 12, 20 of 33. Met kroepoek en sambalbij. Het vliegt door de Chinees en het zoemt? Een Sambalbij!

Gadverdamme Veldmuis, je maakt het nou wel heel voorspelbaar!

Een van de niet-Chinezen, een jongedame, bracht ons het aperitief en zoals gebruikelijk, zo ben ik nu eenmaal, liet ik duidelijk mijn dankbaarheid horen want zij werkt immers tijdens de Kerstdagen om mij te plezieren!  “Dankjewel, heerlijk hoor!” Ze keek mij argwanend aan en antwoordde: “Nou, het is mijn eerste dag en het zal ook wel mijn laatste dag zijn…”.

Oké, de toon was gezet. Maar ik laat mij  niet zo snel van slag brengen en mijn enthousiasme was dan ook voor geen millimeter aangetast. We proosten om op onze Oma, moeder, schoonmoeder en echtgenote en even later werd de soep opgediend, tomaten of kippensoep maar wel op zijn Chinees en dat kunnen ze goed. Na de soep mochten we het buffet aanvallen. Oké, het was wat klein opgezet, maar de smaak van de vele gerechten streelden onze papillen en we hadden tijd genoeg, we mochten tweeënhalf uur gebruik maken van hun onderdak, hun gastvrijheid en de door hun bereidde gerechten.

Halverwege de avond kwam hun nieuwe Spits weer even aan de tafel en ik probeerde haar op d’r gemak te stellen door te zeggen dat het allemaal lekker liep. Want ik zag haar overal heen en weer rennen, met ogen in de stand serieus maar wel zo nu en dan met een glimlach naar de klant. En als ze achter de bar bezig was wist ze haar vier collega’s zo te mijden dat ze niet in de weg liep, in mijn ogen was ze alleen daarom al geslaagd voor deze missie, haar nieuwe carrière misschien wel. Want het restaurant zat inmiddels vol en de ‘afhaalhoek’ ook maar die kregen een drankje voor het lange wachten.

Mooi kerstgebaar.

Maar opnieuw werkte mijn opmerking niet erg bij het meiske want ze haakte er direct op in, op een best wel sombere toon, haast doordrenkt met een opkomende depressie: “Ik weet niet of ik het goed doe en ik heb ook al een glas laten vallen..”

Mijn tafel antwoordde haar bemoedigend: “Kom op meid, je doet het prima en scherven brengen geluk!” En waarachtig, haar mondhoeken gingen nu toch echt opzij en voor het eerst die avond zagen we haar tanden. Het deed mij denken aan het verhaal van het Lelijke Eendje…..

Het nagerecht bestond uit vers fruit. Goed fruit, smaakvol en zoet en ja, Chinezen weten heus wel wat ze kopen om de klant tevreden te stellen. Maar wij ‘Ollander’s ‘ willen daar dan wel wat ijs bij. Met slagroom natuurlijk, om de ‘pokkel’ en het cholerasterol …euh…cholesterol gehalte op peil te houden.

Ook een mooie kerst traditie.

Een Chinese dame uit de keuken had even wat tijd over en kwam buurten of het allemaal gesmaakt had. Loftuitingen vlogen haar om de oren maar zeikerds als wij ‘Ollander’s’ kunnen zijn kreeg ze ook de boodschap mee om wat ijs te leveren. Het liefst de smaken aardbei, walnoot, After-Eight, stragiatella,  smurfenijs, Boerenjongens (die kwam van mijn geliefde af) en chocolade-ijs.

Met haar breedste glimlach kalmeerde ze ons direct en zette ons ook weer met alle benen op de grond: “Natuurlijk kan dat geregeld worden, maar we hebben alleen maar vanille –ijs! Het komt eraan!”

En weg was ze.

Niet veel later werden vrolijke vierkante bordjes op onze tafel gezet door …. onze leerling Chinees. Opnieuw strooiden we met superlatieven en nu leek ze wat meer relaxed , dacht ik zelfs een flink stuk zelfvertrouwen in haar ogen te zien en ze durfde nu ook wat meer de tafel rond te lopen om de bestellingen voor elk van ons neer te zetten.

Ze vertelde nu uit zichzelf dat het beter ging, goed zelfs had haar nieuwe werkgever gezegd en beter zelfs dan ‘die andere nieuwe’ want die was naar de keuken gestuurd. Dusssssss! Het was mooi om te zien. Ze veranderde van een meisje zonder zelfvertrouwen in een jonge, zelfstandige vrouw, van een lelijk eendje in een mooie zwaan en van een Nanny McPhee in een prachtige vrouw waarvoor je wel drie keer per dag je mooiste kleding aan zou willen doen!

En een schone onderbroek..

Tevreden keerden wij huiswaarts waarna ik met mijn geliefde vanaf de bank een kerstfilm meepikten. Het was een mooie, dankbare Eerste kerstdag.

Bedankt Kerstman…euh…Pa!

Verontwaardiging

De verontwaardiging tiert welig in ons landje. Velen onder ons voelen zich niet meer begrepen en uiten dat massaal. Hier vliegen wij elkaar in de haren vanwege kadasterovertredingen (zie De Rijdende Rechter), dierenleed, scheidsrechters (vrijwilligers) die niet goed fluiten, grensrechters (vrijwilligers) die niet goed vlaggen, hangjongeren, hangouderen op opgevoerde scootmobiels, winkels die sluiten omdat de klandizie afneemt doordat we massaal online bestellen, te lang in de rij staan in de supermarkt, bekeuringen voor te hard rijden, te lang stil blijven staan bij een stoplicht wat een fractie van een seconde eerder op groen is gesprongen en het lawaai van bladblazers. Wat dat laatste betreft: daar ben ik ook verontwaardigd over!

 

Zucht. Diepe zucht. Hele diepe zucht…

 

Van de week zat ik te zappen en bleef hangen bij Hart van Nederland, de nieuwssite van SBS6. Dit programma wil dicht bij de kijker staan en dat zetten ze vaak kracht bij door aan te schuiven bij diezelfde kijker aan de keukentafel wanneer die wat te vermelden heeft. Zij zijn het verlengstuk van de Gewone Man, momenteel ook een hot item want de politiek zoekt ook de Gewone Man omdat de Gewone Man zegt niet gehoord te worden in Den Haag behalve door Geert Wilders, de Baudetjes, de Jan Roosjes en de Jan Dijkgraafjes.

 

Een voice-over dikt de boel wat aan en de geïnterviewde mag dan voordoen wat hij of zij beleefd heeft. Voorbeeld? Laatst heeft een oudere heer iemand uit de auto gehaald die van een dijkje in de sloot beland was. HvN zocht de oudere heer op en vervolgens zagen we hoe hij opnieuw het dijkje af moest lopen, met gevaar voor eigen leven, en daarna mocht hij wijzen naar de plek in de sloot waar de auto gelegen had. Na dit spectaculaire televisiemoment mocht hij weer omhoog klimmen alwaar men hem een warme deken omdeed, net zoals dat eerder gedaan door een omstander na zijn heldendaad.

 

Ik kreeg ineens trek in een goed glas whisky en ik had behoefte aan een goed gesprek met die lieve mensen van Korrelatie. Deze mensen helpen mensen in geestelijke nood en ik kan je verzekeren, ik was in geestelijke nood! De man aan de andere zijde van de telefoon luisterde naar mijn verhaal en moedigde mij ook steeds aan om echt alles te vertellen. Want dat hielp om alle voorgaande informatie te verwerken zei hij.

 

Zijn advies was om toch te blijven kijken naar dit soort programma’s ‘want dan wen je er straks aan en hoef je je ook niet meer te verbazen.’

 

Ik zou liegen dat ik er nooit eerder naar gekeken had. Soms is er gewoon geen ontkomen aan. Als ik er dan aan bloot gesteld word probeer ik mij er van af te sluiten maar dat lukt niet altijd. Dan hoor ik de voice-over vertellen dat een buurman zijn huis met gezin in de brand gezet had omdat hij in de war was. HvN gaat dan aanbellen (soms komen ze gelijk aan met de hulpdiensten!)  bij de buren en vragen ze naar hun mening. De antwoorden zijn variërend doch voorspelbaar: “Hij was eigenlijk een hele gewone man.” of “Je hoort wel eens van die verhalen maar nu komt het wel heel dichtbij!” of “Nou, wij hebben nooit wat gemerkt dat daar iets aan de hand was.” of “Ik heb hem gisteren nog gegroet maar ik heb niets aan hem gemerkt?”

 

SBS6 is ook de zender die Astro TV uitzend. Via hunnie kan je dan contact leggen met mensen die je ontvallen zijn. Ik houd het bij een waxinelichtje aansteken voor de foto van onze zo gemiste geliefden.  Maar goed, ieder zijn meug.

 

Maar van de week bleef ik dus weer hangen (en geloof mij, het blijft een wurging!) en het nieuws kwam uit Leidschendam- Voorburg, voorheen aparte voorstadjes van Den Haag maar sinds een aantal jaren samen gevoegd.

Het gedeelte Voorburg was boos. Heel boos. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik ging er eens goed voor zitten. Ging het nu weer over asielzoekers die opgevangen moesten worden? Of was het trottoir nog niet opnieuw bestraat vanwege dwarsliggende tegels waarover je (bijna) je nek kon breken? Of ging het over de vele pleziervaartuigjes die elke dag maar weer de Vliet bevaren waardoor de bruggen aan dezelfde Vliet zo vaak open moeten en daardoor er weer een verkeersinfarct ontstaat?

 

Nee, niets van dit alles. Het ging om een windmolen die er ‘ineens stond’! Oké, het was geen molentje, het was een joekel van een molen, zo een die je steeds vaker in ons landschap ziet verschijnen. Ze zetten die dingen neer omdat ze energie opwekken. Energie die we nodig zullen blijven hebben, steeds meer en meer want de fossiele brandstoffen raken namelijk op. En zoals we weten zijn fossiele brandstoffen nou ook weer niet bepaald goed voor het milieu.

 

En ach, wat te denken van al die KPN zendmasten die uit de grond getrokken worden zodat we overal, echt overal elkaar kunnen bereiken met al onze communicatiemiddelen. Nu zat daar, volgens de geïnterviewden, juist het probleem. De Gemeente Den Haag heeft namelijk dan ding ‘ er zomaar ineens neergezet.’ Zonder dit gecommuniceerd te hebben naar de bevolking. Nu trek ik dat laatste ernstig in twijfel want toen ik onlangs over de A13 richting de A4 in de auto zat kon ik niet om de omvang van de bouw heen: een enorme kraan en een enorme mast waren toegevoegd aan de Leidschendamse-Voorburgse horizon. Dus al was er geen communicatie, die mast stond er als een paal boven water waardoor je kon weten dat de Gemeente Den Haag iets van plan was…

 

Op datzelfde moment keek ik naar links en zag de Skyline van Den Haag: de Tieten van Den Haag, de Hoftoren, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Nieuwe Babylon. Net na het passeren van het Prins Clausplein zag ik rechts van mij de piste van SnowWorld, Zoetermeer. Deze laatste komt eng dichtbij als je over de Stompwijkseweg richting Stompwijk rijdt maar ik geloof niet dat de Stompwijkers zich ook gaan melden bij HvN.

 

De verontwaardiging was desondanks in Voorburg hevig en heftig. Hun hele uitzicht was bedorven, vervuilt en om het maar even in gewoon Nederlands te zeggen: Naar de klote. Elke morgen werden ze nu wakker en moesten ze de confrontatie aan met hun nieuwe uitzicht: de bootjes op de Vliet, de autoweg, de weilanden met paardjes en schaapjes en… die enorme molen. De Voorburgers waren hevig verontwaardigd over deze horizonvervuiling.

 

Verdrietig besloot ik een blokje om te lopen. Bij mij om de hoek heeft een jaar of veertig een kroeg gezeten maar de eigenaar is ermee gestopt. Sinds vorige week zat er ‘ineens’ een chinees restaurant in! Elke dag wordt ik nu geconfronteerd met af- en aan rijden van auto’s die hun bestellingen komen ophalen. En tijdens topdrukte hoor ik het afzuigsysteem zoemen omdat de koks het systeem op de hoogste stand gezet hebben. Het is dat we daar al (lekker) gegeten hebben anders had ik HvN gebeld. Wanneer ik de hoek omloop van de flat kijk ik tegen de nieuwe aanbouw aan van het ziekenhuis Antoniushove. Ik heb dat zien opbouwen vanuit mijn keuken. Voorheen was het laagbouw, nu zijn ze wat hoger gegaan. Het betreft een oncologisch instituut en ik hoop van harte dat vele patiënten hier goed geholpen gaan worden.

 

Eenmaal thuis gekomen pikte ik nog even het late NOS journaal mee.  Ze lieten mij beelden zien van vluchtende mensen uit Aleppo, Syrië. Daar stonden ooit enorme gebouwen.

 

Nu staat er niets meer.

Joop!

Nu ik er eens goed over nadenk is Braakhekke nou niet bepaald een goede naam voor een kok. Een niet uitnodigende naam om eens lekker een lekkere en goede maaltijd te gebruiken. Toch vergat ik dat volkomen wanneer Joop zijn kunsten op de televisie liet zien.

Hij was naar mijn weten de tweede televisiekok, de eerste was Ria van Eindhoven. Deze Ria mocht op televisie laten zien hoe je bijvoorbeeld de spruitjes ook kort kon koken in plaatst van een ochtendje op een laag pitje laten ‘sudderen’. Dat deed ze in het programma ‘Avro’s servicesalon’.  Nu hebben we ‘Koffietijd’ en ‘Tijd voor Max’, programma’s die onze ouderen plezieren moeten omdat ze overdag zich anders gaan vervelen. Meestal gaan die programma’s over ziektes, vergeten zangers en zangeressen of dieren. En Bekende Nederlanders natuurlijk, de rode draad van bijna elk televisieprogramma….

En tijdens die programma’s staat er dan een kok, meestal een dame, te koken. Het liefst zo alternatief mogelijk en vaak zie ik aan de snelheid van de techniek van snijden dat we hier te maken hebben met een stelletje amateurs op sandalen die hun mannen niet meer kunnen plezieren en zich daarom vol op het koken storten. En in het voorjaar zetten ze zich in voor de Paddentrek.  Gezellig. En dat het gezellig wordt is wel duidelijk want er moet wel bij gedronken worden, we weten immers dat de 50 plus generatie een behoorlijk drankprobleem heeft. Ik behoor inmiddels ook tot die groep maar weet mij nog te beheersen, ik drink met maten.  

De informatie over Ria heb ik zojuist opgezocht want ik had echt helemaal niks met Ria. Ik had haar ergens verstopt in de spelonken van mijn geest. Ik ergerde mij dood aan haar. Kijk dan niet is gauw gezegd maar ik ben ook van die generatie die opgroeide met twee tv zenders. Dus don’t blame the messenger!  Maar ik moet Ria erbij halen zodat ik Joop kan bewieroken. Want Ria was misschien wel de eerste TV kok maar haar humor smoorde in de gerechten die ze maakte. Natuurlijk was het een andere tijd, het was de tijd die onze knettergekke Geert Wilders nu zo graag terug wil zien: blank en tien kilo aardappelen in de kofferbak als we op vakantie gingen naar de buitenlanden.  

Joop had wel humor. En Joop gebruikte zijn hele lichaam om te koken. En om zijn boodschap aan je over te brengen: koken is leuk en koken is goed om de vriendschap met je familie en vrienden te onderhouden. Hij was leuk gek. Met en gek petje op en binnen handbereik grote glazen wijn om zijn stembanden te smeren. Alles gelardeerd met humor. Maar ook geen geneuzel over gezondheid, nee, juist roomboter gebruiken en dan pakte hij met zijn mannenklauwen een stuk boter om deze vervolgens bij de aardappelen te gooien. Niks lepel of deeghaak!

Joop is uitgekookt. Rest ons de herinneringen. Maar Joop was ook uitgekookt in het opzetten van mooie bedrijven alhoewel ik ook wel wist dat het voor vele BN’ ers trendy was om daar te gaan eten. Met de paparazzi onder de tafels zodat de diarree blaadjes elke week weer gevuld konden worden. Maar los van dat alles was hij de eerste, echte kok die menigeen stimuleerde dit mooie vak uit te gaan oefenen. Ook mannen. Dacht ik (op jonge leeftijd) altijd dat alleen vrouwen konden koken bleek dat dit helemaal niet zo was.

Mannen kunnen juist heel goed koken.

Ik ken een gozer uit Stompwijk, eigenaar van een transportbedrijf en type bouwvakker met tattoo’s die enige tijd geleden een kookcursus ging volgen. Nu kookt hij de sterren van de hemel. Of mijn eigen broer, die belde mij jaar in jaar uit, meestal met kerst, met vragen over recepten en welke kruiden/ specerijen goed met elkaar matchen. En tussendoor las hij uit het opengeslagen Jamie Oliver boek op het aanrecht, gretig op zoek naar lekkere, gezonde gerechten in plaats van de snelle, over geproduceerde kant-en klaargerechten uit de supermarkt waar de kleine lettertjes op het etiket boekdelen sprak.    

Joop hield van koken maar ook van het product.  Met respect voor het dier, dieren die goed behandeld werden alvorens ze geslacht werden. Want mensen eten nu eenmaal dieren, de slager slacht deze dieren en verteld met passie over zijn producten. Tegenwoordig weten ze zelfs waar het dier gegraasd heeft of heeft liggen rollenbollen in de modder.

Joop Braakhekke mocht niet oud worden. Slechts 75 jaar. Maar ik weet zeker dat het een reden heeft, Onze Lieve Heer dronk ook graag een wijntje en nu heeft hij er ook nog een echte Chef bij!

Splinters

Splinters kunnen behoorlijk irritant zijn. Ze kruipen onderhuids en als je te laat bent dringen ze je lijf binnen waarna het begint te etteren en te zweren.

En dat willen we niet!

Ik moest hieraan denken na het aanhoren van Jan Terlouw (85 jaar) die bij de Wereld Draait Door ruim zeven minuten zijn visie op de huidige wereld mocht verkondigen. Jan Terlouw, voormalig politicus voor D66 én schrijver, onder andere van de (jeugd) boeken ‘Oorlogswinter’ en ‘Koning van Katoren’. Beide boeken heb ik als kind gelezen, verslonden en uiteindelijk versleten.

In zijn betoog had hij het over vertrouwen. En hij gebruikte daarvoor het metafoor van een touwtje uit de brievenbus laten hangen zodat er in- en uitgelopen kon worden. Dat deed men in vertrouwen en over het algemeen werd daar geen misbruik van gemaakt. Inmiddels weten we dat dit niet meer kan, maar de heer Terlouw gebruikte het als een metafoor en was zich terdege bewust dat het beter is geen touwtjes meer uit de brievenbus te hangen. Nee, hij doelde op vertrouwen. Vertrouwen wat we niet meer hebben in elkaar. De patiënt vertrouwd de dokter niet meer. De werknemer vertrouwd de werkgever niet meer. De burger vertrouwd de klusjesman niet meer. De ouders vertrouwen de leider van het jeugdvoetbalteam niet meer. Het electoraat vertrouwd de politiek niet meer.

En zo zijn er tal van voorbeelden te noemen.

Dat komt doordat we wijzer zijn geworden. Van alle kanten worden we bestookt en we worden overladen met nieuws via het internet. Dit laatste geeft ons vanaf de bank ingang tot alles wat er in de wereld om ons heen gebeurd. De kunst is om dan de waarheid van de leugen te kunnen onderscheiden maar dat is helaas, niet voor iedereen weggelegd. En sommigen onder ons nemen eerder de ‘waarheid’ van Facebook  aan dan van de serieuzere nieuws rubrieken. Of stoppen ze de koppen in het zand door enkel de roddelpers in al haar hoedanigheden te volgen, opvallend is dat men wel weet wie onder ‘bekend  volk’ zwanger is, gaat scheiden of last heeft van een poliepje in de anus dan wie de Minister van Onderwijs is of hoe er gestemd wordt in de 2e Kamer over een belangrijk onderwerp… Ja, er is wel een mening natuurlijk maar die is gebaseerd op oproerkraaiers die enkel allerlei Tweets de wereld in helpen met hun ongenoegen. Enkel hun ongenoegen, nooit eens een goed idee om een probleem op te lossen.

En dan heb ik het over een uitvoerbare oplossing! Dus geen nietszeggende kreten als grenzen dicht, muren bouwen of iedereen die tegen het zwarte is van Zwarte Piet Linéa recta het land uitsturen! Dat doen we niet in een beschaving. En mochten we dat na de komende verkiezingen wel gaan doen dan zijn we geen haar beter dan al die landen die nog ver achter lopen in de fase naar beschaving, landen waar we nu met zijn allen zo’n grote bek over hebben!

En over beschaving gesproken…

Is het beschaving om iemand allerlei ziektes toe te wensen, of iemand een kogel te sturen, of een grote bek te hebben aan iedereen die er een andere mening op na houdt dan de jouwe? Oh ja, en dan onder de noemer van ‘vrijheid van meningsuiting’, terwijl beschaving juist de nuance hoog heeft staan in het vaandel. Is al dat tonen van onderbuikgevoelens goed voor de samenleving waarin wij leven? Ik blijf erbij dat het juist onze ondergang kan gaan betekenen.

En ja, meneer Terlouw wil dat we weer vertrouwen in de politiek krijgen. Ben het helemaal met hem eens! Ik heb altijd gestemd maar ben het ook niet altijd eens met beslissingen die ze daar in Den Haag nemen. Maar dat hoort nu eenmaal bij onze democratie. Geen één partij kan grote problemen met een vingerknip oplossen. Want je moet samenwerken met al die andere gekozenen en die hebben allemaal verschillende meningen over de verschillende onderwerpen. Meninkjes die soms gehoord worden en soms niet en daar moet je je dan leren bij neer te leggen. Of je radicaliseert en begint een eigen partij. En daar zit veel gevaar in, al die splinterpartijtjes, al die afscheidingen van grotere partijen zorgen voor verwarring in de samenleving. We krijgen er steeds meer: de Piratenpartij, de SGP, 50 Plus, VNL, DENK, de Vrijzinnige Partij, de Libertarische Partij en het Forum voor Democratie…

Zakkenvullers. In plaats van om de tafel te gaan zitten met de grotere jongens om tot een goede samenwerking te komen bijten ze zich vast op eigen winst. En uiteindelijk pakken ze één of twee zeteltjes in de Kamer. Sneu. Zonde van de energie. En laat ik ‘m er ook eens ingooien: Zonde van ons belastinggeld!

Meneer Terlouw had het niet over  dat we ‘terug moeten naar vroeger’ maar hij had het juist over de toekomst! Over hoe wij met onze wereld om zouden moeten gaan. Hoe we het vernietigen ervan, ooit zijn we daar mee begonnen, weer teniet kunnen maken door nu te investeren. Toen we bezig waren met dat vernietigen stonden we er niet zo bij stil maar het is net als met roken (of teveel drankgebruik): ooit was roken (en drinken) een gemeen goed en wisten we nog niet dat we bezig waren met het afbreken van ons lichaam. Nu weten we beter, dankzij de wetenschap en het nuchter vermogen om daar ook iets mee te doen.

En let wel, aan vroegere tijden denken is helemaal niet erg, je kan er van leren en je kan vele, mooie herinneringen daaraan terughalen als je je kinderen met de haartjes nog even laat opblijven. Dat mag, maar geloof me, elke ‘vroeger’ heeft naast haar hoogtepunten ook genoeg dieptepunten.

Toen meneer Terlouw klaar was kreeg hij, terecht een langdurig en gemeend applaus. En in de rest van de week werd zijn speech regelmatig besproken, zowel door tegenstander (die het in mijn ogen toch niet helemaal begrepen hebben) en door voorstanders. Het raakte mij. En ja, ook ik weet dat politici die niet meer politieke verantwoordelijkheden hebben vaak veel fraaier spreken dan ten tijde dat ze op het pluche zaten. Maar dat klopte ook wel want ze hadden immers een gezamenlijk politiek belang en daar bleven ze ook achter staan. Ze scheidden zich niet af maar gingen, achter gesloten deuren weliswaar, het debat erover aan. En soms kwam daar dan weer een prachtig compromis uit en steeg hun zelfvertrouwen waarmee ze de landelijke problemen schouder aan schouder konden gaan aanpakken. En durfden ze beslissingen te nemen die niet altijd leuk waren voor de burger. Er is nog nooit een kok gevonden, die koken kan naar alle monden. Maar dat is nu eenmaal de democratie.

En natuurlijk kun je splinterpartijtjes ook een democratisch recht noemen maar zoals iedereen weet, splinters irriteren alleen maar en zijn totaal nutteloos!  

 

Geen kind meer

Ziekenhuizen. Gelukkig heb ik er nog niet zo vaak in hoeven liggen. Een keer moest ik er 10 dagen doorbrengen vanwege een hernia-operatie en een keer een nachtje vanwege een neuscorrectie. Ze vielen mij toen al op, de dames en heren van de verpleging. Of beter gezegd, iedereen die aan mijn bed stond om het mij zo comfortabel mogelijk te maken terwijl ik er toch behoorlijk oncomfortabel bij lag.

Zij zien dat niet meer. Ze zijn door de wol geverfd en het maakt ze echt niet uit of er allerlei draadjes uit verschillende gaten van je lichaam komen of dat je in je broek gescheten hebt omdat je even de controle kwijt was. En als je door een ongecontroleerde beweging het infuus lostrekt staan ze even later de boel weer rustig aan te sluiten zonder je te veroordelen.

Ik zie ze als engelen. Of als de Goede Feeën in die andere sprookjes. Of als de moeders van alle Bambi’s ….

In de afgelopen weken was ik vaak in het ziekenhuis omdat, helaas, mijn geliefde schoonmoeder daar lag. Telkens werd ik weer verrast hoe de verpleging met haar omging. Telkens raakte ik ontroerd hoe liefdevol zij mams benaderden en telkens voelde ik de genegenheid van het verplegend personeel en van de artsen. Diepe, respectvolle genegenheid voor mijn prachtige, liefdevolle schoonmoeder die zo zwaar getroffen was door het leven wat ze zo liefhad…

Het waren vaak kleine dingen. Kleine dingen die, als je er zo bijzit als naasten, zo groot kunnen zijn voor de patiënt. Ik zag hoe de verpleging haar arm voorzichtig op een kussen legde, hoe ze haar even verlegden zodat ze weer net even lekkerder lag dan ervoor. Maar ik zag ook hoe ze even met de hand door d’r haar streelden, of even langs d’r wang en dan haar liefdevolle woorden toesprekend. Of even met een vochtig washandje de lippen beroerden zodat ze niet zo’n droge mond kreeg.

En als we dan de volgende morgen haar weer bezochten lag ze er altijd heerlijk gewassen bij, haar haren keurig geborsteld, schone kleren aan en een schoon bed. Als we dan s’ avonds naar huis gingen stelde de verpleging ons ook altijd wel even gerust; ‘Ga maar lekker slapen, wij houden haar in de gaten en zorgdragen dat ze rustig de nacht doorkomt. Want de nacht maakte haar bang en eenzaam, maar ook daar wisten de dames en de heren goed rekening mee te houden.

Alles werd in het werk gesteld om haar zo min mogelijk te laten lijden.

En uiteraard was er veel bezoek. En dat bezoek werd ook weer opgevangen door het personeel zoals jezelf thuis ook bezoek zou willen ontvangen. Hoe vaak ik de voedingsassistente wel niet de kamer binnen zag lopen om te kijken of we nog wel genoeg koffie, thee of frisdrank hadden. Zo lief! Zo zorgzaam! Zo hartverwarmend naar ons toe!

En dan kwam dan toch die dag, de dag dat je geen kind meer zult zijn. Ik citeer uit het prachtige lied ‘Geen kind meer’ van Karin Bloemen:

‘De dag waarop je moeder sterft, de dag die al je dagen

Van dan af aan wat grijzer verft, al hou je niks te klagen…’

Praatles

Mijn moeder bakt pannekoeken in de koekepan. Voorgaande klopt niet want ten eerste is het pannenkoeken en koekenpan volgens de nieuwe spelling en ten tweede heeft mijn moeder ze al heel lang niet gebakken, althans, voor mij dan.

In de tijd dat wij nog nooit van de nieuwe spelling gehoord hadden bakte ze de pannenkoeken nog wel bruin, maar toen woonde ik nog in haar nest en viel ik nog onder haar bewind. Oei, dat klinkt streng, bewind, maar kloppen doet het wel een beetje want in die tijd had je gewoon te luisteren naar je ouders en was er nauwelijks sprake van overleg. Ja, jeugdigen onder ons, dat kunnen jullie je natuurlijk niet voorstellen.

Maar het was ook geen schrikbewind hoor! Laat ik daar wel even helder over zijn. Want we mochten best veel alleen was dat anders dan nu. Toen mochten onze kleren wel vies worden van het buitenspelen. Klom je in een boom om een appel te gappen (ja, appels groeien in bomen en niet in de Jumbo of Albert Heijn) dan kwam je er even later groen uit. En mocht je broek tijdens die klim een flinke winkelhaak oplopen dan werd deze diezelfde avond nog even genaaid, tijdens de Wie Kent Kwis of de Andre van Duin Show. En was het niet meer te naaien dan werd er gewoon een knielap aan genaaid om de scheur te verdoezelen.

Ik zag er soms net uit als een lapjeskat!

Maar mijn moeder bakt pannekoeken in de koekepan. Deze zin schoot mij van de week weer binnen toen ik, door omstandigheden, s’nachts in het Universitair Medisch Centrum Groningen moest zijn. Want daar ben ik ook wel eens geweest als kind. Met mijn moeder want ik had een spraakgebrek. En mijn ene been was langer dan de andere maar dat heeft hier niets maar dan ook niets mee te maken.

Ik kreeg een gehoor test en nog wat onderzoeken en uiteindelijk kwam ik in Leeuwarden terecht bij een Logopediste, een niet tot de verbeelding sprekende dame op leeftijd . Ik moest op praatles! In Leeuwarden.En we woonden op Terschelling. Tegenwoordig zit er in elk gehucht, dorp of om elke hoek in de straat van een zichzelf respecterende stad en op elke school wel een Logopediste. Er zijn meer Logopedistes dan groenteboeren of warme bakkers durf ik hier wel te beweren!

Die Logopediste leerde mij woorden goed uit te spreken. Dus ‘zeep’ in plaats van ‘teep’ en ‘skelter’ in plaats van ‘shelter’. Die woorden werden in een schriftje gezet en eronder was dan ruimte voor een bijpassend plaatje welke ikzelf erbij mocht plakken. We waren snel tevreden. Mijn jongste zoon heeft enkele jaren bij een Logopediste gelopen. Een wel tot de verbeelding sprekende jongedame. Hij (en ik) gingen altijd met plezier bij haar op bezoek. Na vier jaar intensief woordjes leren uitspreken én stickers plakken, trouwde hij haar en ze leefden nog lang en gelukkig…

Het waren dagjes uit. Gezellig met moeder de stad in en later weer terug met de trein en boot. De volgende dag ging ik dan naar mevrouw van der Meulen, een oudere weduwe die jeugdig bleef doordat alle kinderen van het dorp daar in en uit liepen. Dan kregen ze een dropje en speelden vervolgens weer verder. De oudere jeugd legden bij haar hun puber probleempjes neer of de gedoetjes op school of met hun ouders. Mijn privilege was vertellen over mijn bezoek aan de Logopediste en het avontuur eromheen. Ook daar ging ze dan op in en ze leerde mij onder andere onderstaande zin:

‘Mijn moeder bakt pannekoeken in de koekepan.’

En als ik de zin dan zonder haperen kon voorlezen dan bestond de beloning uit een dropje!

Herfsttaferelen

Ze doen het weer. Eigenlijk deden ze het al ergens in augustus maar toen was het meer voor spek en bonen. Of ze waren aan het oefenen. Of ze waren begonnen aan een warming-up. Maar nu begint het echte werk:

Het bladblaas-seizoen is begonnen!

De bladblazers van de gemeente waar ik woon begonnen al in augustus. Dan bliezen ze snoeppapiertjes, takjes van bomen en een enkel te vroeg gesneuveld blaadje naar één kant van de straat of trottoir. Natuurlijk is dat mooi, de straat ziet er opgeruimd uit (je zou bij mij in de straat van de grond kunnen eten!)en schone straten nodigen niet uit om rotzooi achter je neer te gooien. Althans, voor de gemiddelde mens met een gemiddeld verstand.

Persoonlijk heb ik niks tegen bladblazers maar waarom maken ze zoveel herrie! Is er nou niemand die zo’n ding stiller kan maken? We kunnen uit zout- en zoet water energie opwekken en we hebben de (Groninger) kennis om moleculaire motoren te bouwen die ooit in ons lichaam medische klachten kunnen oplossen. Om maar eens twee briljante, sorry, geniale uitvindingen te noemen. Maar een bladblazer stiller te krijgen lijkt nog ver weg, een utopie.

Vanmorgen zag ik een bladblazer niet lopen te blazen maar zittend te blazen. Op een klein trekkertje reed hij rustig over het trottoir en ondertussen werd vanaf de zijkant ‘geblazen’.  Kennelijk mag lopen niet meer, zijn die dingen te zwaar voor op de rug en heeft de Arbo er korte metten mee gemaakt. Dit apparaat maakt trouwens net zo veel herrie. Vandaar natuurlijk dat de bestuurder oorkleppen droeg.  Tijdens deze werkzaamheden zat hij ondertussen op zijn gsm te Feesboeken of te Tinderen, dat kon ik nu net niet zien vanaf mijn balkonnetje.

Maar er zat een zwaailicht achter op het karretje!

Mag je eigenlijk met je gsm klooien terwijl je aan het bladblazen bent? Of heeft hij aan zijn stuur ook zo’n slimme fietsbel die gaat trillen, oplichten en bellen als je een gevaarlijke kruising nadert of dat er een tegenligger aan komt?

Tegenwoordig is het zo dat voordat  een herfstblaadje de grond raakt na een prachtig lente- en zomerseizoen zijn werk gedaan te hebben, wordt het al op een hoop geblazen door hun vijanden, de bladblazers. Misschien is dat wel prettig voor mensen die gevoelig zijn voor vallende blaadjes maar ik vind het zo sneu. Sneu omdat ook het herfst seizoen erbij hoort, jaar in jaar uit, eeuw in eeuw uit. En nu kan het nog, straks is de aarde zo opgewarmd dat de seizoenen tot het verleden gaan horen en we óf het hele jaar in korte broek kunnen lopen óf het hele jaar in regenpak.

Voordeel daarvan is dat je niet meer seizoensgebonden kleding hoeft aan te schaffen. Zoals bijvoorbeeld een voorjaars-jas. Of een ‘tussen-de-seizoenen-in-jas’. Of een gezellige, warme en behaaglijke winterjas. Die benamingen heb ik geleerd van mijn geliefde. Ik had altijd twee jassen, een winter- en een zomerjas. Dat was makkelijk te onthouden en ik hoefde mij haast nooit te vergissen. Als de zomerjas niet meer warm genoeg aanvoelde wist ik dat de winterjas aan moest. En omgekeerd.

Mannen logica.

Vorige week ben ik met haar naar de stad geweest want ze moest een winterjas. Aangezien wij elkaar niet zo vaak zien ging ik gezellig met haar mee, elke minuut bij elkaar is meegenomen  nietwaar en ze had beloofd dat we niet de afslag naar de Ikea zouden nemen. Eenmaal in de stad was het winkel in,winkel uit en dat ging nog wel even zo door. Telkenmale werd door haar, wanneer er weer een jas aangetrokken werd, mijn mening gevraagd en ook dat ging best goed.. Want beste lezer, onze mening wordt dan wel gevraagd maar negen van de tien meningen worden in de wind geslagen, op bladblazer sterkte zal ik maar zeggen om nog even terug te komen op voorgaand onderwerp.

Mijn mening werd dan in de groep gegooid en die groep bestond uit een welwillende verkoopster en de spiegel. Zo nu en dan trad ik op als een echte man. Dat was wanneer ik de jas totaal niet mooi vond en dat riep ik dan (te) luid of ik trok een ‘wat een vreselijke jas!’ smoel. Dan hing ze ‘m snel terug en volgde ze mij naar de uitgang van het etablissement.

Na een uurtje of twee begon ik de hoop op te geven. Zij niet. Ik volgde haar een nieuwe winkel in en na enkele blikken in de jassenhoek verdween ze in de hoek waar sjaals hingen. Nu raakte ik even het spoor bijster. Misschien was dit even een schijnbeweging dus ik bleef staan waar ik stond, in de jassenhoek. Even later kwam ze naar me toe en toonde mij een sjaal. Voor bij haar nieuwe jas. 

Mijn mond zakte open en ik hapte naar lucht. Ben ik seniel aan het worden? Heb ik iets gemist in de afgelopen uren?  Zit ik in een programma van SBS6?

Ze begon te lachen en zei de raadselachtige woorden: “Vrouwen denken altijd verder…”

Ja, dacht ik, mannen ook maar dan gaat het meestal om iets vunzigs. Maar goed, de sjaal werd afgerekend en vervolgens moesten we weer terug naar een eerder bezochte winkel. Ze liep daar naar binnen, pakte een jas en trok die aan. En de sjaal werd tevoorschijn gehaald en die sloeg ze om haar poezelige nekje, schikte de boel wat en ze was klaar voor de winter!

Ik was met stomheid geslagen.

Spiegeltje, spiegeltje….

Afgelopen vrijdag was het weer zo ver. Grote schoonmaak in Huize Veldmuis! De reden daarvan was niet omdat ik zo’n enorme schoonmaak freak ben of leidt aan ernstige smetvrees, nee, het moest even omdat mijn geliefde onderweg was uit Groningen en dan wil ik dat ze in een schoon huis terecht komt. Dan wil ik niet dat ze een toilet betreedt waaraan je kan zien dat er de hele week twee mannen gebruik van gemaakt hebben. Om maar even een voorbeeldje te noemen..

Mannen wc’s zijn trouwens altijd goed te herkennen. Dan heb ik het niet over de gebruikelijke bril-problematiek (omhoog/omlaag) of over de vloer die er steeds ranziger uit gaat zien na een paar dagen. Nee, je ziet het ook aan de verzameling lege toiletrollen en, het meest herkenbare, het leesvoer wat ruim vertegenwoordigd is in de kleinste ruimte van menig huis. Mannen houden ervan om tijdens het ledigen van hun darmen leesvoer te nuttigen. Het ene eruit, het andere erin zeg maar. Dat noemen we ook wel pragmatisch denken. Of je tijd nuttig besteden. Daarom zitten mannen ook vaak langer op de plee dan de dames.

Nu las ik laatst dat we met zijn allen in de verkeerde houding zitten. De wc, zowel de hoge als de lage zit, zorgdraagt ervoor dat je niet in de goede houding zit. Je sluit de boel af in plaats van dat je de sluizen wijd open zet. Daar zijn ze dus nu achter gekomen las ik tijdens een van mijn toiletbezoeken. Hoe moet het dan?

Gehurkt!  

Dat gaat natuurlijk niet zomaar, we zijn immers niet allemaal een Youri van Gelder of Sanne Wevers. Toch is er een oplossing: een klein krukje. Je gaat zitten op de pot en dan zet je je voeten op het krukje en voilà, de hurkhouding is een feit. Die krukjes zijn te krijgen bij onder andere IkeNee, Intertoys en de Hema. Zo handig! En, om maar even in de stemming te blijven, ze kosten geen drol!

Ik besloot eerst te gaan stoffen. Daar had ik ooit speciale doekjes voor gehaald, die pruts je aan een speciaal blauw stokje en dan kan je aan de slag. Het werd een veldslag. Weldra vulde de stof mijn huiskamer. En er bleef ook wat hangen aan het doekje, geweldig! Na een uurtje lag het overtollige stof op de grond en kon ik gaan stofzuigen. Tussendoor stortte ik mij op het schoonmaken van toilet en douche en regelmatig realiseerde ik mij dat er plekjes waren waarvan ik het bestaan vergeten was..

Oh ja, de spiegel die aan mijn kledingkast hangt kan ook wel een spray’tje gebruiken!

De keuken was een apart hoofdstuk. Mijn geliefde wist mij later ook te vertellen dat ik de keuken dagelijks aan moest pakken nadat ik haar vertelde dat ik plekken tegen was gekomen die zó vettig waren dat ik er wel een fles of zes mee had kunnen vullen. Ik wist dat wel maar zoals ik al zei, het is een mannen huishouden en die kijken niet zo nauw.

Voor de douche maakte ik gebruik van een goedje wat je gewoon op de tegels kon sprayen. Daarna moest je maken dat je weg kwam anders ging je knock-out van de lucht. Na een minuut of twintig ging ik de ruimte weer in, met zuurstofmasker waarna ik gewapend met de douchekop het goedje van de muren en vloer het afvoerputje in kon jagen. En waarachtig, alles zag er weer bling bling uit en het rook naar bloemetjes. De beestjes, onder andere de zilvervisjes, lagen bewegingloos in het roostertje van het afvoerputje. Missie volbracht.

Tijdens het stofzuigen viel het mij op dat het stonk. Terwijl ik de zak vorig jaar nog geleegd had. Toen schoot het mij binnen dat men daar ook weer iets op gevonden had, namelijk geurstaafjes die je opzuigt waarna je huis, tijdens het stofzuigen, in het geheel naar limoen of lavendel gaat ruiken. Briljant als je ze in huis hebt, irritant als dat niet het geval is.

Weet je wat trouwens ook irritant is? Ik had laatst schoonmaakmiddelen voor het (mannelijk) lichaam gehaald. Twee halen/ een betalen. Het was van het merk Dove, Men + Care. Na een tijdje begon het mij op te vallen dat mijn haar geen gel meer nodig had: ik hoefde mijn hand er maar door te halen en het zat in ‘model’. Na bestudering van het gekochte materiaal kwam ik tot de ontdekking dat het alleen maar voor het lichaam bestemd was en niet voor de haren. De kolere lijers! Ik moest dus weer terug naar die winkel van twee halen/een betalen om schoonmaakmiddel voor de haren te halen.

Waarom doen ze het niet standaard in één fles? Het bestaat! Wij mannen zijn immers praktisch, twee flessen zijn onlogisch dus beste Kruidvat, Etos, DA en Trekpleister, leidt je caissières zodanig op zodat zij bij de kassa op tijd in kunnen grijpen en je de juiste flessen mee kunnen geven! Of verkoop alleen nog maar die twee in een zooi in plaats van aparte flessen!

s’Avonds om tien voor acht was het huis schoon en zat ik gedoucht en geschoren op de bank. Mijn maat belde mij nog even maar ik moest het kort houden want tijdens het scheren was er een bloedbad ontstaan doordat ik kennelijk uitgeput was van alle schoonmaak werkzaamheden. Gelukkig had ik nog wat aluin en smeerde daarmee alle wonden in waarna ik eruit zag als een pierrot en begon ik spontaan Bonny te zingen;

‘Droog je tranen Pierrot, oh Pierrot
Geef toch een glimlach cadeau, oh Pierrot’

Nadat ik uitgezongen was kwam mijn geliefde binnen en toen ik later aan de spiegel in mijn slaapkamer vroeg wie de schoonste flat van Leidschendam had, antwoordde zij: uw huis is het schoonste, van het hele land!

Maandag

Maandagmorgen. Zeven minuten over half acht. Mijn geliefde en ik werden ruw gewekt door de wekker radio: de Amerikaanse band Nirvana schreeuwde ons wakker met het nummer ‘Smells like teeen spirit’.

Goed bandje, maar zo willen we de maandag niet beginnen!

Het waren al enerverende dagen. Dat zijn ze eigenlijk altijd al want wij moeten onze liefde van ’twee weken niet bij elkaar zijn’ in één weekend stoppen. Zo gaan we al vier jaar met elkaar om. Dat is onze realiteit. Ondertussen zoeken we naar een oplossing en vertrouwen we op de liefde die alles overwint.

Er stond weer veel op het programma. Een zakelijk gesprek, een afspraak met de kapper, tussendoor op ziekenbezoek bij schoonmoederlief, een bruiloft en nog wat kluswerk in huis. En dan tussendoor de enorme schrik dat een van de kinderen aangereden werd op zijn fiets door een auto. Mijn jongste zoon Sil bracht ons telefonisch op de hoogte. “Pap, niet schrikken hoor…het is niet super ernstig maar Sven is aangereden. Hij heeft verwondingen aan zijn hand en aan zijn benen en ze brengen hem nu naar het ziekenhuis. Ik houd je de rest van de avond wel op de hoogte…”

Dit zijn van die berichten die je nooit wilt horen als ouder. Dat zijn nachtmerries van de hoogste categorie. Er spookt direct van alles door je heen en je vervloekt jezelf omdat je die gasten er altijd al op wijst voorzichtig te zijn in het verkeer, dus goede verlichting en niet teveel met die telefoon lopen klooien. En dan hoor je ze zuchten, klagen en mopperen…Wat een zeikerd die ouweheer! Waar bemoeit hij zich mee, ik kan de hele wereld aan!

Dat dacht ik ook altijd op die leeftijd wanneer mijn ouders zaten te ‘zeuren.’ Dus begrijpen doe ik die gasten wel. En dit ongeluk was niet zijn schuld. De automobilist haalde een scooter in en zag de tegemoetkomende fietser niet. Wat maar weer bewijst dat jij wel kan opletten in het verkeer maar dat het voor anderen niet vanzelfsprekend is, een feit die ik ook vaak aan mijn omgeving probeer uit te leggen.

Diep in de nacht kreeg ik zoonlief zelf aan de telefoon. Hij was weer thuis en het ging goed met hem. Wel was hij tig hechtingen rijker maar de boel was goed ingepakt. Hij was ook vol lof over het politie- en ambulancepersoneel, die hebben zich goed over hem ontfermt. Zo hoort het ook en dat kan nooit te vaak gezegd worden in deze grote boze wereld. En over de onfortuinlijke chauffeur had hij ook geen kwaad woord, die was erg aardig geweest en is de hele tijd bij hem gebleven voordat hij afgevoerd werd naar het ziekenhuis.

Zoals ik al zei, de wereld is nog niet bedorven zoals sommigen nog wel eens suggereren.

Mijn geliefde wist de mannen van Nirvana de monden te snoeren en opnieuw haalden wij aan dat Gerard Ekdom nooit naar Radio 2 had moeten gaan. In het begin vond mijn geliefde het fantastisch nieuws want hij was zo leuk en dan die stem! Dat was zooooo heerlijk om mee wakker te worden!

Ik dacht daar anders over. Die Ekdom is nog steeds te wild en had gewoon bij 3FM moeten blijven. Daar was hij nog steeds op zijn plaats, ondanks zijn leeftijd. En het is radio hè, dan zie je de DJ’s toch niet. Al gauw begon het ergeren. Zijn muziekkeus was anders dan we gewend waren. Tjesus, wat is die gozer druk op de vroege morgen! Of zijn we nu ook al te oud geworden voor Radio 2? Dat kan natuurlijk ook…

Dit was dus geen goed begin van de dag. Ruw gewekt worden op de dag dat we weer afscheid moeten nemen van elkaar en de opmerking of we ook al te oud worden voor Radio 2. Maar ook deze hobbel werd glad gestreken door de liefde en even later kuste zij mij een goede reis.

En ze beloofde dat de wekkerradio van zender gewisseld zou worden: Radio 5 met Henk Mouwe en Manuela Kemp….

Van omroep Max…

Kakker

Ojee! Twee kakkers van middelbare leeftijd in de trein van Den Haag naar Groningen. Inclusief de bekende aardappel- in- de- strot stem, zeg maar de Lullo’s van Jiskefet maar dan wat jaartjes ouder..en grijzer. Ik gokte dat ze in Leiden uitstapten maar de heren bleven zitten. Moet ik nog langer naar hun gewauwel luisteren. Ze hebben het over tv series en een van de kakkers kijkt veel. Heel veel. Hij had laatst effe een hele reeks van House of Cards gekeken. Met zijn kakvrouw waarschijnlijk of zijn kakvriendin, beide weten nog niet van elkaars bestaan en dat moet ook maar even zo blijven dus die informatie geef ik nu niet. Gis maar. Goed voor de fantasie.

Maar de serie was ‘meesterlijk’, ‘top serie’ en ‘fantastisch’. Tijdens het opnoemen van al die superlatieven dacht ik, achter in zijn keel tussen huig en tong, een stukje van een aardappel te zien. Het is dus echt waar…

Zijn medekakker stapte uit in Amsterdam-Zuid. Ik zag opluchting op zijn gezicht: Pfff…van die ouwehoer ben ik af! De ouwehoer resette zich even en begon daarna met andere treinreizigers te praten. En vooral met de dametjes die vlakbij zaten. Want ja, zijn kakvriendin begon de laatste tijd toch steeds meer negatieve aandacht op te eisen en het woord ‘kiezen’ was al een paar keer gevallen. “Wat nou kiezen!” moet hij gedacht hebben, “het leven is veuls te kort dus geniet er nou maar van!” “En als we samen zijn hebben we het toch goed? Kom je iets tekort?”

Nauwlettend hield ik ze in de gaten en voelde de inspiratie opkomen. Werden er al telefoonnummers uitgewisseld? Zag ik slinkse en steelse blikken die over en weer geworpen werden, op zoek naar een teken van verstandhouding, een teken van contact of een teken van herkenning? Of moet ik het gewoon geiligheid noemen? De kakker was aan het jagen, hij voelde aan zijn water (en wellicht ook aan zijn aardappel) dat er wat te jagen viel. En als mannen dat voelen dan worden ze een soort van charmant, gaan ze zich uitsloven en voelen ze zich weer even de trotse haan in een kippenhok.

Tot de vos binnenkomt en dat was in dit geval de conducteur die ons mededeelde dat station Duivendrecht bereikt was…

Als een zeepbel spatte mijn inspiratie uiteen. Waar moest ik nou over schrijven? Over de Algemene Beschouwingen? Over de rechtse, linkse en er tussenin politiek? Dat het allemaal niet eerlijk was en is? Over het feit dat ik de Algemene Beschouwingen persoonlijk wel leuk vind omdat ik naast het inhoudelijke wat er best wel te horen is, altijd het idee heb dat politici enkel tijdens deze dagen echt aan het werk zijn . De rest van het jaar zijn ze of onderweg, of op werk(!)bezoek of op reces. Nee, we worden al overladen met nieuws uit Den Haag, ik zal mijn fantasie maar eens aanspreken.

De kakker werd vast opgehaald door zijn kakvrouw die net bij haar kakvriendje geweest was. Hij wist dat natuurlijk niet en was ook blind voor de signalen die zij uitzond. Nee, dit ging al jaren zo en het enige signaal wat hij oppikte was het Netflix signaal. En dat zag zij ook, vrouwen hebben daar een soort sensor voor en daarom stapte ze uit de vicieuze cirkel. Ze zocht wat intimiteit, wat warmte omdat haar man afgelopen weekend geen tijd voor haar had vanwege een serie die hij binnen 48 uur bekijken wilde. Hij haalde het net niet, het ging om 52 afleveringen.

Haar kakvriendje een paar jaartjes jonger was deerde haar niet, zij voelde zich weer even de koningin van de slaapkamer. En van de woonkamer. En van het dressoir in de hal. En van de werkbank in de schuur.

Oja, en van de badkamer.

Beste Mark

Weledelgestrenge Heer Rutte. Geachte minister-president. Excellentie.

Beste Mark.

Uit respect voor u als minister –president  ga ik niet jij’en of jouw’en. Zo ben ik namelijk opgevoed.

Van de week ging u voor ons, volk, door de knieën en door het stof omdat u spijt had van eerdere beloften. Het woord ‘sorry’ was dan ook Het Woord van de Week en iedereen had het erover!

Van mij had het niet gehoeven hoor, sorry zeggen. Toen u die 1000 euro beloofde snapte ik direct dat u dat niet kon waar maken. Ik heb niet zo’n hoog IQ als de gemiddelde kiezer van uw cluppie maar ik wist wel dat het gewoon een lokkertje was om nog meer kiezers te winnen. Daar hoefde je niet voor gestudeerd te hebben en de meeste mensen die het recht hebben om te kiezen wéten dat ze politici niet serieus moeten nemen. Waarom niet? Omdat ze altijd maar weer moeten polderen en compromissen sluiten want er zijn net zoveel meninkjes als deelnemers aan het electoraat.

En we weten dat ‘sorry’ zeggen iets van deze tijd is. Daarvoor vertikte men het en was het leve de arrogantie, maar enige jaren geleden kwam er een omslag: Gewoon toegeven dat je iets fouts gedaan hebt, excuses aanbieden en vervolgens weer verder gaan met je praktijken.

Want ja Mark, u zal ook weer door het stof moeten vanwege MH17. ..Na deze diep trieste ramp (aanslag!) gaf u strijdvaardig aan dat de onderste steen boven moest komen. En dat de verantwoordelijken gestraft moeten worden. Echt, ik voelde uw kwaadheid en wilde u ook geloven maar zo zit de wereld, helaas, niet in elkaar.

En over een aantal jaren zult u ook weer sorry moeten zeggen en toe moeten geven dat die 130 km per uur eigenlijk ook niet zo zaligmakend was als u en uw vrindjes steeds dachten. Want dan blijkt dat de natuur er toch wel door belast werd. En dat medische klachten zich opstapelden omdat de lucht toch niet zo schoon was als jullie ons steeds voorhielden. Of erger, dat Veilig Verkeer Nederland met cijfers naar buiten komt waaruit blijkt dat er een toename is van verkeersslachtoffers. Dodelijke slachtoffers, omdat er zo hard gereden wordt dat zelfs airbags het niet meer kunnen opvangen…

Voorbeelden in overvloed maar dat hoort nu eenmaal bij regeren. En als je verantwoordelijkheid neemt moet je natuurlijk ook die verantwoordelijkheid nemen als het mis gegaan is. Persoonlijk heb ik diep respect voor mensen die dát doen want er is ook een categorie azijnpissers die vanaf de bank alleen maar commentaar leveren en hun ‘mening’ uiten zonder eerst effe het een en ander uit te zoeken.

En beste Mark, dat je ook nog een paar uurtjes in de week lesgeeft aan een vmbo klas is ook te prijzen, dat zie ik liever dan een Jan Peter Balkenende op een skateboard…..

Maar. Ja, nu komt de maar. Want u heeft, wat mij betreft, onlangs een grens overschreden. Een grens die door al uw voorgangers gerespecteerd werd heeft u met voeten getreden. Een schandalige vertoning waarvan ik vind dat u eigenlijk direct moet aftreden. En zelfs 1000 excuses maken verlicht geenszins mijn woede want dit past een premier niet, dit is een premier onwaardig, dit is ons land onwaardig, dit is Europa onwaardig en eigenlijk zouden ze u moeten verbannen naar een ver oord hier vandaan. Als straf. Zonder behoud van wachtgeld. Met een partner want aangezien u die nu nog steeds niet heeft maakt dat de straf waarschijnlijk erger…

Sorry! Nu ga ik te ver. Dat gezeik over wel of niet een partner of wel of niet hetero of homo zou mij eigenlijk totaal niet boeien. Dat willen ze bij WNL (Wakker Nederland…) wel weten maar ik absoluut niet, echt niet! Maar ik ben zo kwaad…Zo ontzettend kwaad en dan wordt ik vals!

Het NOS Journaal bracht mij namelijk op de hoogte (die krijgen ook nog een brief!) dat u, minister president van Nederland, gebeld heeft met Albert Verlinde (verder in dit verhaal geduid als ‘deze persoon’) in de uitzending van RTL Boulevard! Omdat deze persoon ging stoppen als presentator van dit..euh…tv programma.

Hoe haalt u het in uw Haagsche grijze massa deze persoon te bellen! En het allerergste, hoe haalt u het in uw botte…excusez le mot, hersens om deze persoon veren in den reet te stoppen vanwege zijn dienstjaren bij hierboven genoemd ‘tv programma’ namens ALLE NEDERLANDSE BURGERS!

Kijk, dat u Gordon gedoogd en een liefhebber bent van de Toppers, dat gedoog ik nog, dat is uw vrije tijd en daar heb en wil ik niks mee te maken hebben. Maar dat u op de televisie deze riooljournalist toespreekt namens ALLE NEDERLANDSE BURGERS en hem op een voetstuk zet al ware deze persoon een persoon die in de historieken der Nederlandse geschiedenis bijgeschreven zou moeten worden, is niet één brug te ver maar alle bruggen te ver! U tast mijn Nederlands Burgerschap aan, van kruin tot mijn kleine teen!

Schandalig! Rioolpolitiek! De muur tussen roddel en serieuze journalistiek is geslecht. Tot en met de fundering! Dit komt nooit meer goed en ons land zal ik chaos veranderen en uiteindelijk naar de verdoemenis gaan….

Daarom deze brief, in de hoop dat u toch nog wijs genoeg bent om uw fout toe te geven en vervolgens af te treden. Het is niet anders. Vervroeg de verkiezingen en met kerst zit u in ballingschap ergens ver weg onder de kerstboom, uw zonden te overzien en uw wonden te likken.

Ja en niks voorwaardelijk! We schepen u op met een partner!

Goed advies!

“Je moet ook meer zoenen!”

Ik stootte wat klanken uit, meer kon ook niet want er zat van alles in mijn mond plus, ja plus, een blauw, gehandschoende vinger. Maar als je die klanken zou vertalen naar Algemeen Beschaafd Nederlands dan hoorde je: “Nog meer zoenen?” Hoe dat zo? Wij leven volgens het principe -Een uur niet gezoend is een uur niet geleefd!-‘’

“Oké, dat is best veel maar het mag best meer, daar krijg je hele mooie witte tanden van!” zei de mondhygiëniste, waarna ze weer verder ging met de aanval op, haar eigen woorden, enorme muren van tandsteen.

Nu is het bij ons thuis wel een item hoor, de kus. Ik hoef het niet te wagen om s’morgens uit bed te stappen zonder eerst mijn prinsesje een goedemorgen kus te geven. En omgekeerd natuurlijk, ook een kusje vóór het slapen gaan. Maar ook een kusje als ik even een boodschapje ga doen, zelfs al is het bij de Super om de hoek. En in de dagen dat we van elkaar gescheiden zijn doen we het telefonisch. Zowel ‘live’ als via de App. Wat dat laatste betreft, hoe meer de geschreven ‘kus’ uitgerekt wordt hoe meer de kus gemeend is. Het kan namelijk kort en bondig: Kuss. Of die hele sensuele, licht erotische met de pikante S: Kusssssssssss.

Ja, je hebt ook die emoticon van twee gelippenstifte lipjes… (voor de oudere garde onder ons, dit zijn symbooltjes die emoties uitdrukken. Een zo’n symbooltje drukt vaak een heleboel uit waardoor je minder hoeft te schrijven. Voor luie mensen is dat dus wel handig maar er komt een tijd dat we alleen nog maar met die symbooltjes met elkaar communiceren want het gaat super snel en als je een beetje bij wilt blijven of in ieder geval contact wil houden met de mensen om je heen moet je er wat mee doen dus ….. Wen d’r maar an!).

Vooralsnog blijft het geschreven woord in mijn geval toch krachtiger. Daarom overschrijf ik haar graag met liefdevolle woorden en zij zet die woorden dan weer om in zoete zoenen en heerlijke likkebaardende kussen waardoor mijn tandjes meer stralen dan die van het gemiddelde Mclean’s model.   

Tenminste, als ik de theorie van de mondhygiëniste geloven moet.

Sinds ik gestopt ben met roken is het ook een stuk lekkerder. Mijn geliefdej heeft niet meer het idee een asbak uit te likken wanneer ze mij kust en ik heb niet meer het idee dat ik naar een volle asbak ruik. Dus we zoenden daardoor al vaker, zelfs tijdens de Olympische Spelen op TV gaf ik eraan toe ondanks de wetenschap bekeken te worden door, o.a., Henry Schut, Daphne Schippers, Dionne de Graaf, de advocaat van Yuri, het hele dames-en heren hockey team, het hele dames volleybal team, het hele dames handbal team, Erben Erben Wennemars Wennemars, Churandy Martina en Annechien Steenhuizen want tussendoor was er ook nog gewoon nieuws.

Wanneer Chef de Mission Maurits Hendriks in beeld kwam hielden we even in want ja, de angst dat hij een van ons naar huis zou sturen zat er inmiddels goed in! Maar we konden niet anders dan tijdens de sportieve hoogstandjes van onze afgevaardigden door te gaan met zoenen want er was zo veel, zo verschrikkelijk veel sport op TV dat we soms gewoon even naar adem moesten happen.  

Overdaad schaadt. Toch heb ik mensen gesproken die alles keken. En als ik dan zei dat een beetje overdreven te vinden dan kaatsten ze de bal terug, of teveel zoenen ook niet een beetje overdreven was.. Kaatsen is geen Olympische sport maar was wel in 1928 (Amsterdam) een demonstratiesport tijdens de Olympische Spelen. Maar dit even terzijde.

We hebben inmiddels de slotceremonie al een paar dagen achter de rug, de lintjes zijn uitgedeeld, de 450.000 condooms zijn gebruikt, de Bobo’s hebben elkaar weer van alles in de bips gestopt en alle sporters zitten weer gezellig thuis bij familie en vrienden, na te praten. En er zal vast wel weer flink gezoend worden.

Daar zouden ze nou eens een Olympische sport van moeten maken!

Een Midzomernachtdroom in Winterswijk

De kalk aan mijn schoenen en op de traptreden van het trappenhuis van mijn flat verraden dat het geen droom geweest is…

Of was het wel een droom….

Zodra de laatste fluit klonk in de Steen- en kalkgroeve van Winterwijk voor de medewerkers van Sibelco, om aan hun welverdiende vakantie te beginnen, werd dit woest geologische oord betreden door een groep creatievelingen die voor de zesde keer iets unieks op poten gingen zetten.

Een openlucht theater met alles erop en eraan: Een midzomernacht in Winterswijk….

Maanden lang hebben ruim 300 mensen hieraan gewerkt. Hun vrije tijd opgeofferd om ons te plezieren. Vrijwilligers die een pluim verdienen, vrijwilligers die hun Winterswijk op de kaart zetten! Want we hebben het hier over een theater voor vier dagen! En in die vier dagen mogen 12000 mensen er van genieten. Je moet dan wel dertig meter de diepte in, om getuige te zijn van deze groep geweldenaars die ons even uit ons dagelijks leven willen optillen. Om vervolgens, na ruim drie uur, ons weer zachtjes neer te zetten. Nog nét iets los van de grond, ontwakend uit een diepe slaap vol dromen. Even los van de realiteit, even weggetrokken uit het dagelijkse moeten en licht van hoofd en leden geworden door wat wij te zien en te horen kregen…

Een midzomernachtdroom in Winterswijk…

Ja, ooit was het een droom van William Shakespeare. Maar nu was de droom weer tot leven gewekt door eerder genoemde enthousiastelingen, enthousiastelingen die het verhaal zo mooi vonden dat ze het vertaalden naar 2016 en ons, simpele zielen der mensdom, er deelgenoot van te maken.

Natuurlijk had ik wel eens van Shakespeare gehoord. Er zijn of niet te zijn, dat is de kwestie. En op school heb ik ‘hem’ gelezen, The Merchant of Venice en dezelfde titel ook nog gezien in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag, met onder andere Bram van der Vlugt. In eerste instantie vond ik het maar saai. Ouwe meuk van honderden jaren geleden en ze praten zo raar… Maar de deskundigheid van de leraar wist mij te raken en ik begon het een beetje te begrijpen. Het woordje ‘saai’ vervaagde en ik was trots op mijzelf, trots om ook voor dit soort ‘entertainment’ open te staan.

Een midzomernachtdroom in Winterswijk, met als hoogtepunt een allesomvattende bruiloft. Een droom over de liefde. Een droom waarin alles kan en mag, zelfs tovenarij. Gedragen op prachtige, uitgekiende muziek, belicht vanuit allerlei hoeken op de juiste momenten en doorspekt met scherpe, humorvolle zinnen die de geest masseerde en het lichaam deed ontspannen. Met mensen van vlees en bloed, met prachtige namen zoals Hertog Theseus en Hertogin Hippolyta, Philostrata en Egeus. Of Demitrius, Helena, Lisander en Hermia. Maar ook mevrouw Rutjes, Mutti Tutti, Botte Nick en Carla Kruk. We schrijven immers 2016 en het ging om een vrije bewerking van deze beroemde komedie.

Het werd nog dromeriger. We werden meegenomen naar het elfenrijk. Het Rijk van Zijne Koninklijke Hoogheid Koning Oberon, begeleidt door zijn stoere en stinkende motorbende ‘WoudBoys’ en zijn prachtige Koningin Titania. En haar volgelingen, ook weer met namen die tot de verbeelding spreken zoals Lazarus, Motje, Prada, Zaad, Spinrag, Viktor, Rolf, Coco, Chanel en Elfje 13. En onze favoriet: Puck!

Ik wilde niet meer wakker worden!

En dan de dansers en danseressen. Op onnavolgbare wijze wisten ze ons vanuit alle hoeken en gaten hun kunsten te laten zien. En het klopte: elke stap, elke pas, elke beweging kwam overeen met het verhaal. Ik herkende de donkerte die een nacht brengen kan en zoals je ze alleen in dromen beleven maar ook het licht van vrolijkheid, vreugde, euforie en …van de liefde!

Ontroerend zo mooi, om te janken zo mooi…

We keken naar een machtig schouwspel maar halverwege de avond brak het wolkendek en werden we getrakteerd op regen. Maar het deerde de spelers niet en wie zijn wij dan om te jammeren? Hun enthousiasme werkte als een poncho en het genieten ging gewoon verder.

Naast alle dans, de fantasierijke beelden en het verhaal was er natuurlijk ook de schitterende muziek en zang. Muziek en vertalingen onder bezielende leiding van Gerben Kruisselbrink en, zoals ik al zei, uitgekiend tot in de puntjes. Want het geheel was doorspekt met muzikale grappen en wederom hoorde ik weer hoe twee nummers tegen elkaar in gezongen werden, kunststukjes op zich als je het mij vraagt. Uiteraard ontbrak ‘Ein Sommernachtstraum’ van Mendelssohn niet maar we werden ook verder heen en weer geslingerd in de muziekgetijden, bijvoorbeeld van ‘With or without You’ van U2 tot aan ‘Als de dag van Toen’ van Reinhard Mey en van ‘Kiss’ van Tom Jones tot aan ‘Sweet dreams’ van de Eurythmics maakten deze droom intens, magisch, sfeervol en… romantisch. En wat werd er goed gezongen, zowel door de acteurs/actrices als door het Projectkoor! Het kippenvel op de armen tierde welig en de oren lieten zich gewillig strelen! De Steengroeve mag trots zijn op zoveel talenten!

Natuurlijk was er bij ons ook verwarring. Dromen zijn nu eenmaal verwarrend. En het verhaal leende zich daar ook uitermate goed voor. Maar om het zo nu en dan even te duiden (mooi woord blijft dat toch) verscheen de man met misschien wel de mooiste (spreek)stem van ons land in de Arena, Bram van der Vlugt. Ik realiseerde mij dat ik dus twee keer in mijn leven een stuk van Shakespeare gezien heb waarin twee keer deze ras- acteur zijn opwachting maakte.

Hij deed dat zoals we hem kennen: rustig, duidelijk, helder, imponerend en met veel humor. Wie is er niet mee groot geworden… Als een herder tussen zijn schapen praatte hij ons bij, volkomen in zijn element en wij hingen aan zijn lippen. En natuurlijk zorgde hij ervoor dat deze midzomernacht op alle fronten goed afliep en wij rustig uit onze diepe slaap konden ontwaken. ‘Alles komt goed, als je er maar in gelooft!’

We kregen gelukkig nog de gelegenheid na te praten met de regisseur van deze avond, Jasper Korving. Natuurlijk, we kenden hem al een aantal jaren en hij is goed, heel erg goed want hij let op elk detail, weet zijn mensen op een fantastische manier te motiveren én te inspireren en is de creativiteit zelf, met een grote C.

Wij kwamen ergens midden in deze midzomernacht thuis.

Moe. Gelukkig. Voldaan. Verliefd. De stille getuigen waren wat kalkresten op kleding en schoenen maar dat deerde niet. We kusten elkaar en proefden de avond, een midzomernacht zoals William Shakespeare het ooit bedoeld had…

Genotsmomenten

In de trein van Groningen naar Den Haag. Deze keer reis ik 1e klas want de NS had een actie: voor 9 eurootjes maar! Dat is ook de prijs van een pakje shag maar ik ben gestopt met roken dus nu hou ik over. Nou ja, gestopt….ik heb nog wat sigaartjes en die bewaar ik voor feestelijke gelegenheden. Mits ik er zin in heb want dankzij een paars pilletje (nee, niet die waar je dan de hele dag vrolijk in het gelid van gaat staan) taal ik niet meer naar een rokertje. Dat komt omdat deze pilletjes zorgdragen dat er geen dopamine aangemaakt kan worden. Dat is een stofje wat je aanmaakt wanneer je iets lekkers of prettigs doet. Het fraaie van dit pilletje is dat het bij mij precies werkt want ik ervaar nog steeds blijdschap, momenten van genot en zit lekker in mijn vel. Behalve als ik een sigaret opstak, dan voelde ik niets, hooguit schuldgevoel omdat ik het toch weer probeerde.

Stoppen dus.

Toen de eerste nieuwe etiketten op de pakjes sigaretten en shag verschenen was voor mij de maat vol. Gruwelijke foto’s! Daar wil ik niet mee gezien worden en bij deze feliciteer ik de anti-rook club met dit succesje. Daar moet een borrel op gedronken worden! Oh nee, toch niet, want van alcohol kun je, onder andere, slokdarmkanker krijgen. Ik herhaal, onder andere! Daarom vraag ik het toch maar even nu ik zo bezig ben met het onderwerp: wanneer komen er op de flessen drank van dit soort foto’s? En hoe zit het met de drank-en voedsel industrie? Die gebruiken immers teveel suikers in hun producten waardoor we te zwaar worden en, uiteindelijk, er ook weer kanker van kunnen krijgen….

Pfffff….ik krijg ineens zin in een peuk!

Gelukkig mag je in de 1e klas van de trein niet roken. In de 2e klasse trouwens ook niet. Ik vraag mij af wat nu het verschil is tussen de 2 klassen want ik zie alleen maar gelijkenissen: men belt hier ook luid en duidelijk, het geschommel is net zo erg als in de 2e (en daardoor slaat regelmatig mijn cursor op hol..), het stinkt, het is te warm, de stoelen zijn vies en ik hoor al anderhalf uur lang gepiep en geklaag van een tochtdeur die snakt naar een likje olie in haar/zijn scharniertjes.

Aha,ik weet het verschil! Je hebt meer beenruimte en je betaald er meer voor!

Ik hoor nu ook muziek. Van een gozer die schuin tegenover mij zit. Of beter gezegd, ligt half op zijn rug in de stoel. Net zat hij nog te bellen in zijn beste Engels en verdomd, ik corrigeerde hem zo nu en dan dus mijn Engels is nog best in orde. Hij slaapt nu en heeft ‘oortjes’ in maar toch kunnen we meegenieten. De gehoor industrie vaart er wel bij. De laatste jaren hoorde ik vaak van mijn kinderen dat ze vonden dat ik moest stoppen met roken. Terecht, teveel mensen om ons heen zijn ons te vroeg ontvallen dus ik begrijp hun argumentatie en na ruim 35 jaar roken is het ook wel het verstandigst. Alhoewel ik het buiten staan met andere rokers best wel zou gaan missen… Maar nu ik gestopt ben kan ik hun aanspreken op hun ‘oortjes’ gedrag, dat die altijd veel te hard staan waardoor ze later aan een gehoorapparaat moeten. Heerlijk, ik verheug me nu al op de hoeveelheid dopamine die hierdoor in mijn grijze massa aangemaakt zal worden!

Dat wordt een genot’s explosie!

Komkommertijd

Nieuwsjunks noemen de zomermaanden ‘komkommertijd’ maar, op een paar komkommertjes na, hoeven we daar deze zomerperiode niet van te spreken. Want de heren Trump en Erdogan blijven ons bezig houden en daarnaast kregen we weer te maken met intrieste gebeurtenissen die de wereld deed huilen zoals bijvoorbeeld, de Pokémon-Go rage. In eerste instantie reageerde ik enthousiast want de jeugd kwam door dit spel weer eens buiten maar al snel sloeg dat om toen ik volwassenen langs de weg zag staan, gebogen over hun androidje/i-phoontje en op zoek naar een virtueel gedrochtje. Sommigen doen het lopend of op de fiets, anderen pakken de auto. Die laatste groep is snel te herkennen; zodra er iemand voor je ineens op de rem gaat staan of plotseling de auto in de berm parkeert, weet je dat je met een Pokémon- jager te maken hebt. En ja, mannen zijn jagers en daarom is het ook wel weer te begrijpen. Hun vrouwen kijken het tafereel met lede ogen toe en vragen zich af wanneer hij eindelijk weer eens op haar gaat jagen maar helaas, daar is nog geen App voor gemaakt…

De jeugd loopt dus weer lekker buiten te struinen en dat maakt het straatbeeld weer een stuk gezelliger. Mijn jongste zoon vroeg laatst ook ineens aan mij of ik zin had in ‘een straatje om’ te gaan. Het was net weer droog na urenlange regenbuien waardoor ik wel zin had in een wandeling. Terwijl ik hem wees op de kikkertjes die over de paden sprongen had hij alleen maar aandacht voor zijn telefoon en maakte hij mij deelgenoot van Pokémon’s die her en der op straat liepen.

Wij visten vroeger.

En de vangst aten we die avond direct op waardoor we ons echte jagers voelden. Maar ja, tijden veranderen en de verveling overheerst in deze moderne tijden. En allerlei regeltjes houden onze kinderen thuis: ze kunnen niet meer voetballen op straat, als ze teveel gillen tijdens een spelletje Verstoppertje beginnen de buren te klagen en als ze vakken willen vullen om wat bij te verdienen moeten ze zich eerst identificeren en minimaal 15 jaar zijn. Maar op hun 13e of 14e met het eerste de beste vriend(innetje) direct het bed delen (soms zelfs nog in een Ferrari- of Prinsessebed) gelden geen regels, dat is een taak voor de ouders. Maar ja, die ouders willen vriendjes zijn met hun kroost en laten het maar gedwee toe zodat er geen conflict ontstaat tussen beide generaties. Zo wordt ons kroost een zorgeloze jeugd onthouden en leren ze niet omgaan met een afwijzing…

Of je laat je kind turnen. Dan wordt je ook een zorgeloze jeugd onthouden. Maar ja, hij of zij heeft talent en in Naam der Koning en voor Volk en Vaderland zullen deze talenten benut moeten worden zodat zij later Het Land eeuwige roem kunnen geven. Opoffering van het hoogste niveau. Dag in dag uit moet er getraind worden en voor feestjes, Pokémonspelletjes of andere gezelligheid was geen tijd. Zoals te zien in de documentaire ‘Langs de oevers van de Yangtze’, waarin fotograaf Ruben Terlou je meeneemt naar een gymzaaltje waar kinderen klaar gestoomd werden om later onuitvoerbare acrobatische toeren te kunnen maken. Tot ons aller vermaak. Nee, voor deze kinderen gelden regels, zoals het niet eten van junkfood of drinken van tientallen blikjes energiedrank, allemaal ten strengste verboden en allemaal voor de glorie. Of, op latere leeftijd, een biertje drinken, een biertje welke dezelfde naam draagt als van de sponsor….

Soms kan je het dan niet meer aan en grijp je naar middelen die, zogenaamd, de geest verruimen. Want ja, dat poederen was je al gewend maar je wist niet dat wanneer je je neus poederde, je in nóg hogere sferen kwam dan enkel een paar ringen aan een touwtje…

Gelukkig kwam de bezinning en je onderging je straf. Een straf van hoon en gelach want dat gaat prima vanaf de bank met een zak chips en een krat bier binnen handbereik, ondertussen zappend tussen de afzeik- en roddeltelevisie programma’s die debiel Nederland met veel plezier elke dag bekijkt.

Je ging daarna toch weer trainen. Trainen en trainen en waarachtig, je bleef goed en begon weer te winnen. Iedereen sloot je weer in de armen want ja, The winner takes its all.

Tot ze weer een reden vonden. Na een avondje stappen werd je naar huis gestuurd. Tien uur vliegen. Want je had een grote mond en je had gedronken. En weer kreeg je hoon en gelach over je heen, die kwalificatie voor de finale waren we alweer vergeten…

Afgelopen vrijdag was de Grote Finale. Het Nederlands Olympisch Management won ‘glansrijk’ van de Lord of the Rings. Zij hebben die verhalen van grote sporters die eens uit de band sprongen kennelijk niet meegekregen. Want zij zijn altijd braaf geweest in hun leven en zijn nooit hun boekje te buiten gegaan. Het ergste wat ze gedaan hebben is pissen in de plantenbak van het clubhuis of iets te geil gekeken naar het serveerstertje die rond ging met de ‘bitterballs’.

Eigenzinnigheid is in hun ogen een vies woord en past in hun ogen al helemaal niet bij een sporter.

Waarom moest Yuri eigenlijk mee naar Brazilië? Wisten ze niet dat deze topsporter anders was dan de gemiddelde sporter? Konden ze hem, met al hun bestuurlijke kennis en levenswijsheid, niet aan?

Nee, van komkommertijd was geen sprake. Helaas….

Even een vlekje wegwerken..

Mijn geliefde is een doorzetter. Een positief ingesteld. Ze liep gisteren maar liefst vier keer gillend naar buiten om de was aan het wasrek te redden van de regen en maar liefst vier keer zei ze dat het nu droog zou blijven. Ik ben geduldig en keek het allemaal van een afstandje aan. Dat is het verstandigste om als man te doen. Eigenlijk zijn wij mannen heel erg verstandig maar dit even terzijde.

De helft van de was behelsde kleding van ondergetekende. Ik ben nogal van de vlekken. Dat neemt ziekelijke vormen aan. Schone kleding blijft bij mij gemiddeld een half dagje schoon. Meestal zijn het mijn shirts. Die bevlek ik het snelst. De laatste jaren lukt het mij al wanneer ik mijn tanden poets. Dan draai ik het dopje van de tandpasta en doe wat tandpasta op de tandenborstel en voilà…het kwaad is dan al reeds geschied. Tandpasta spettertjes op mijn shirt. Ik geef de schuld aan de hedendaagse tandpasta. Die is dunner dan jaren terug toen het in die knijptubes zat, je weet wel, die tubes die je van onderen af op moest rollen. Wat er in zat haalde je er ook uit.

Maar het blijft niet bij tandpasta. Als ik iets eet gaat het meestal ook mis. Soms kun je aan mijn kleding zien wat ik gegeten heb. Zelfs als ik helemaal over mijn bord hang kan het al mis gaan en vervloek ik mijzelf over mijn klungeligheid en vraag ik mij af waar ik dit in Godsnaam aan verdiend heb. En dan heb ik nog niet eens het ergste benoemd. Want wanneer ik aan het koken ben gaat het helemaal mis en moet ik later van mijn geliefde horen dat ze sommige kledingstukken wel drie keer moest ‘behandelen’ om de vlekken eruit te krijgen.

Mijn weerwoord is dan standaard: “Maar we hebben wel lekker gegeten!”

Toch wilde ik dit chronische probleem elimineren en na enkele goede gesprekken kwamen we op twee opties;

De eerste: naakt tanden poetsen, eten en drinken en koken.

De tweede: met een slab voor tanden poetsen, eten en drinken en wanneer er gekookt moet worden een schort voor.

Beide hadden wel iets alleen naakt koken vond ik te gevaarlijk. Arbo technisch gezien zou dat onverantwoordelijk zijn. Ja, oké, je zou een emmer koud water naast het fornuis kunnen zetten maar dan is er nog een probleem want wij hebben de messenset van de Albert Heijn en die zijn scherp..vlijmscherp! Het is dus optie twee geworden en na een weekje van oefenen kan ik nu wel zeggen dat mijn kleding en ik dat goed doorstaan hebben. Soms was ik nog wat in de war, stond ik naakt in de keuken met enkel een schort voor maar gelukkig was er dan wel de visite of mijn geliefde die mij wezen op de vergissing..

Toch was er gisteren ineens genoeg was te verwerken maar dat kwam doordat we, op twee zonen en twee schoondochters na, een vol huis hadden. En die moesten natuurlijk ook allemaal mee eten. Daarbij opgeteld kwam dan ook nog even de vriendin van mijn geliefde langs met haar zoon en donderdag schoven mijn schoonouders ook nog even aan.

Gezellig! Alleen werkte het weer niet mee en was het even code rood op was-gebied afgelopen vrijdag  want er moesten ook nog even koffers ingepakt worden… voor een paar daagjes Terschelling.

We zitten nu op de boot en we voelen de drukte weer van ons af glijden. Oké, het was vanmorgen wel vroeg opstaan maar ruim een kwartier voordat we echt in de auto moesten zitten stonden we beiden klaar voor vertrek. We zijn een echt team! Zelfs de zon werkt mee want die straalt ons tegemoet en tevreden nippen we aan onze koffie en cappuccino.

Tussen het schrijven door kijk ik even op Facebook en wat schertst mijn verbazing? Er staat: ‘Goedemorgen Arjen! Laat je vandaag niet natregenen in Midsland. Er is regen voorspeld..’

Maar zoals ik al aan het begin zei, mijn geliefde is positief ingesteld en reageerde op mijn door tranen bevlekte (!) gezicht: “Ach joh, dan gaan we vanmiddag gewoon even naar West!”

Déjà vu

Het was gisteren, zaterdag 25 juni, precies 28 jaar geleden dat het Nederlands Elftal Europees Kampioen voetbal werd. Tussen de verloren wedstrijd tegen de Russen (0-1) op 12 juni en de gewonnen wedstrijd tegen de Engelsen (1-3) werd mijn neef Patrick geboren. Mijn eerste ‘Oom-zegger’ om precies te zijn. Mijn humeur kon niet meer stuk. Ik liep met een grote grijns van oor tot oor rond en werd elke dag wakker met diezelfde grijns op mijn porem. Na de 18e juni, na de bloedstollend spannende nipte overwinning tegen Ierland, voelde ik dat ik zo nu en dan zelfs los kwam van de grond en mijn collega’s begonnen zich af te vragen of het wel goed met mij ging…

“Prima! Het gaat prima met Ome Muis en we gaan winnen van de Duitsers! Dat voel ik, ik zit in een flow!”

‘We’ wonnen van de Duitsers met 1-2 en nu zweefde ik want er was immers een traumaatje verwerkt. Ondertussen werd ik telefonisch op de hoogte gehouden van het wel en wee van mijn kleine neef en kon ik vol vertrouwen de finale tegemoet zien. De finale van 25 juni 1988 waarin wij enkel nog even de Russen moesten verslaan…

De rest is geschiedenis maar afgelopen zaterdag beleefde ik ‘m deels opnieuw omdat wij de avond doorbrachten bij …. mijn kleine neef die de verjaardag van zijn vriendin vierde (ja, zij is dus echt jarig op deze historische datum!) en met terugwerkende kracht zijn verjaardag. Dat mag best bijzonder genoemd te worden want we wonen nu niet echt bij elkaar om de hoek waardoor jaarlijkse verjaardagsbezoekjes er grotendeels bij inschoten. Maar nu kon het wel en het werd een gezellige avond, een avond waar ik wel met de neus op de feiten gedrukt werd want neeflief vond dat ik wel steeds meer op zijn opa, mijn vader dus, begon te lijken. Vooral toen ik een lekker borreltje van hem kreeg, Zuidam oude jenever, en ik over mijn bril kijkend hem vertelde dat het een lekker borreltje was werd de gelijkenis alleen maar bevestigd. Maar daar bleef het niet bij. Er waren drie andere feestvierders die tijdens de kennismaking zeiden dat wij elkaar al eerder ontmoet hadden. Maar dat was echt niet zo. Na enig denkwerk wisten we het; ze hadden vorig jaar kennis gemaakt met mijn vader….

Werd ik nu blootgesteld aan een nieuw trauma? Absoluut niet, ik ben trots op mijn vader en voel mij vereerd op hem te lijken. Dat kan nooit genoeg gezegd worden! Ik citeer Stef Bos maar weer even: ‘Ik heb dezelfde ogen, en ik krijg jouw trekken om mijn mond’.

Maar nu nog even over het EK in Frankrijk. Massaal moesten ‘we’ voor de Belgen zijn maar dat lukte bij mij niet want ik zag ook de Ieren. Of beter gezegd, ik zag passie, ik zag inzet en ik zag teamspirit. Maar dat niet alleen. Ik zag ook hun fans, fans die zongen en feesten zonder ook maar iemand tot last te zijn. Ze waren enkel onder invloed van bier en de enige pillen die ze misschien slikten waren wat aspirientjes tegen mogelijke Franse katers maar ook dat betwijfel ik terwijl ik het opschrijf want die lui drinken 24/7. Maar wat een prettig volk, wat een lol en wat een beschaving! Ja, beschaving, ze waren onder invloed maar ze bleven netjes, charmant en misschien mag ik ze zelfs wel lief noemen nadat ik ze een slaapliedje voor een klein baby’tje zag zingen in de metro. En sportief niet te vergeten, ze feestten met iedereen mee, zelfs na een verliezende pot.

De wereld is toch niet zo verrot als sommigen ons willen laten denken.

Daarom. Daarom wil ik in een volgend leven geboren worden als Ier. Maar dan wel weer met dezelfde vader waar ik dan in de loop der jaren steeds meer op ga lijken.

En met dezelfde neef natuurlijk!

Beterschap!

De afgelopen week was voor mij een verloren week want het was een week van slapen, slapen en tussendoor slikte ik mijzelf vol met paracetamolletjes, dronk meerdere malen warme citroendrankjes en stopte zo nu en dan een Vick’s stick in mijn neus: een griep had mij dit gedoe opgelegd en er was geen ontkomen meer aan. De reden dat ik zo nu en dan het bed uit ging was omdat ik er letterlijk uit dreef door stevige koortsaanvallen. En terwijl buiten de vogeltjes uitbundig het leven be-tjilpten en iedereen geniet van het weer, zat ik binnen te chagrijnen en zielig te zijn. En ja dames, ik was héél zielig dus het vooroordeel wat jullie hebben over mannen klopt als een bus!  

Vrijdag krabbelde ik langzaam op, de zakdoeken bleven onaangeroerd en de code rood wat betreft mijn lichaamstemperatuurschommelingen kon ik tot mijn grote vreugde intrekken naar code geel maar dan moest ik mijzelf wel rustig houden. Ik had dat opgemeten met mijn oorthermometer dus niet de originele thermometer die ik vroeger in mijn… euhh… in een zekere ingang van mijn lichaam ontvangen moest. Als ik daar nog aan denk dan breekt het zweet mij direct weer uit, code zwart!!

Mijn moeder benaderde mij dan eerst met mijn viewmaster zodat mijn aandacht op mijn samengespannen billen weer naar mijn hoofd verhuisde. En zodra ik mij bewoog in een driedimensionale wereld van Sjakie en de Bonenstaak sloeg zij toe….

De viewmaster. Dat was toch wel een uitvinding hoor. Hij doet mij denken aan de huidige actie van Appie (Heijn voor intimi) waarin we nu weer kunnen sparen voor Dinosaurus plaatjes. Aangespoord door Eva’s ex, Freek Vonk. Maar we hebben het hier niet over zomaar wat plaatjes, nee, je kan met na het downloaden van een Dino-app (!) de dino’s tot leven wekken! Je doet je GSM in een soort van virtual reality bril en vervolgens bevindt je je in de wereld van deze uitgestorven dieren, zo nu en dan springt Freek wel even in beeld maar dat is dan puur om uitleg te geven. Mijn 6 jarige vriend Ruben heeft zo’n bril en spaart zich het dinosauruslazarus aan plaatjes. Dus wij sparen mee want daar zijn vrienden voor. Als dank mocht ik ook een paar filmpjes zien en met samengeknepen billen liet ik mij gidsen door Freek in de wonderlijke wereld van de meest vreselijke en bloeddorstige dinosaurussen.

Prachtig! Sublieme actie! Hier zitten mensen achter die snappen hoe ze klanten aan zich kunnen binden. Ik zeg dat zo expliciet omdat er ook mensen zijn die dat namelijk niet kunnen. Daar kwam ik van de week achter nadat ik las hoe ze het winkelcentrum in Leidschendam na de verbouwing gaan noemen. Al ruim 40 jaar heet het Leidsenhage maar nu hebben ze wat nieuws bedacht: MALL OF THE NETHERLANDS! Ja, dat is geen kattenpis. Daar is over nagedacht…..waarschijnlijk door iemand die sexloos door het leven gaat want het heeft totaal maar dan ook totaal geen sexappeal!

Een idee ontsproot tegelijkertijd in mijn hoofd. Hadden ze voor alle Nederlanders ook niet zo’n soort actie kunnen bedenken met voetbalplaatjes van alle Oranje elftallen van de afgelopen 50 jaar? Een gelijkenis met de Dinosaurussen is natuurlijk snel gemaakt: de successen van Oranje zijn immers ook uitgestorven…

En wat doet het pijn dat we er nu niet bijzitten daar in Frankrijk. Hoe vaak hebben we de zin ‘Oranje is er niet bij..’ al moeten aanhoren…Uiteraard ga ik regelmatig een wedstrijdje kijken en zien hoe Messi de teckel voor de zoveelste keer een hondenkoekje krijgt. De mannen die de wedstrijd bespreken zitten er verveeld bij en proberen elkaar enthousiast te maken maar op de een of andere manier lukt het niet. Het is als een griepje. Veel willen maar er de lust niet voor hebben…

Mijn hierboven benoemde idee is echt zo gek nog niet. Want dan kunnen we met zijn allen die plaatjes gaan scannen en daarna middels de virtual reality bril alle successen uit het verleden nog een keer beleven.  

En er is genoeg materiaal om de komende vier weken door te komen en de aller leukste bijwerking van dit idee is dat we weer even kunnen genieten van saamhorigheid, iets waar het in dit land de laatste jaren nog wel eens aan ontbreekt…

Beterschap allemaal!

Ssssssst….zachtjes…

Ssssst…Zachtjes…Niemand mag het horen want dan breekt de pleuris uit! Je mag het best lezen hoor maar stop daarna dit schrijven door de dichtstbijzijnde shredder of wis je internetgeschiedenis. Of steek er desnoods je open haard ermee aan!

Want sinds ik weet dat de reisgids Lonely Planet het eiland Texel in de top 10 van reisbestemmingen heeft gezet loop ik op kousenvoeten en typ ik dit stukje met gehandschoende vingers. Fluisterend denk ik erover na in mijn hoofd en stop mijn vingers in mijn oren, neus en mond zodat er geen flarden met tekst op de verkeerde plekken terecht komen.

Texel, de eerste T van TVTAS (Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog). Texel, het verlengstuk van Noord-Holland waar slechts een sloot (je) als scheiding fungeert tussen wal en eiland. Texel, waar de boot sneller aan de overkant is dan dat jij je warme chocolademelk met slagroom kan opdrinken.

Maar dit even terzijde. Ik wil Texel niet afkraken. En ook de mening van een reisgids niet. Ik kijk wel uit. Ze hebben gelijk. Het is een grandioze plek. De overtocht is geen aanslag op je portemonnee, zelfs niet als je de auto meeneemt. Ga er vooral naar toe! Maar de reden dat ik dit stukje fluisterend schrijf is omdat het wel erg dichtbij komt.

Dichtbij mijn eiland, Terschelling!

En dat willen we natuurlijk niet! Want dan komme ze allemaal! Ook die lui die nu naar Texel gaan. Want Terschelling is het mooiste eiland van de vijf eilanden. Daar kun je korte nachten maken in de vele uitgaansgelegenheden want stel je moet de volgende dag met de eerste boot mee dan kun je gemakkelijk even bijslapen. Twee uur lang want zolang duurt de bootreis. Daar passen heel wat warme chocolademelkjes in. Met slagroom. Of je leest dat nog te lezen boek of je speelt een spelletje Monopoly, de Terschellinger editie uiteraard want, wat Texel niet heeft, er is immers tijd genoeg! Eenmaal op het eiland tikt de tijd in hetzelfde rustige tempo door. Kuierend langs de vloedlijn van het breedste strand van Nederland verdwijnen achter je de voetsporen in het vochtige zand, net als de zorgen op je schouders..  

Loslaten en mooi laten liggen, de zee neemt ze met elke golf beetje bij beetje over. Er is geen mooiere plek waar je dat kan doen.

En waar je ook loopt, fietst of wandelt overheersen de vogels. Die trekken zich nergens wat van aan. Je hoort ze overal om je heen, in alle soorten en maten; kwetterend en fluitend en naarmate je te dicht bij hun nest komt steeds luider en luider. En dan als toegift het gezang van een leeuwerik, die hoog boven je zijn gezang over je heen strooit. Gratis. Maar het is geen herrie. Het zijn de geluiden in de enorme stilte. Geluiden uit het verleden, die je als kind hoorde wanneer je met je vrienden en vriendinnen in de weilanden aan het spelen was. Liggend in het hoge gras, tussen de boterbloemen, paardenbloemen en ‘zuurstengels’, turend naar een strakblauwe lucht met zo nu en dan een spierwit wolkenpakket waarin je dan vormen zocht die ergens op leken.

Op Terschelling zijn die weilanden er nog steeds. Net zoals de blauwe luchten en die machtige wolkenpartijen. De jeugd zie ik niet meer in die weilanden. Te druk met andere dingen, moderniteiten die hen de hele wereld overbrengt maar waardoor ze blind raken voor de simpele dingen in het leven. Ze liggen niet meer in het gras maar op de bank, turend naar een schermpje waarmee ze de ene indruk na de andere verslinden. Bijvoorbeeld de informatie van de reisgids Lonely Planet. Alleen op de wereld. Zoekend naar tips waar je allemaal naar toe kan gaan en nu staat Texel in de top 10.

Ik sluit mijn ogen en maak een rondje Terschelling in mijn hoofd. Ik ruik de talrijke bloemen, het gemaaide gras, de zilte lucht en hoor achtereenvolgens de grutto, de koekoek, de kieviet, de kluut en de scholekster. En als finale de leeuwerik natuurlijk! Heel voorzichtig maak ik nu dit schrijfseltje af want we moeten ons bescheiden opstellen. Sssssst…zachtjes doen…

 

Beste PSV fans en voetbal liefhebbers….

Beste PSV fans en voetbal liefhebbers, gefeliciteerd!

Jullie zijn terecht kampioen geworden omdat mijn cluppie, Ajax, het niet voor elkaar kreeg om te winnen van De Graafschap, de nummer 17 in de ranglijst. Jullie club deed gewoon wat ze moesten doen, winnen, en Ajax deed dat niet. De wil om te winnen was er zeer waarschijnlijk wel maar de hoogmoed won het uiteindelijk..en toen kwam de val. Daarnaast is PSV de terechte winnaar want als je kijkt naar het hele seizoen hebben ze wel wat neergezet,vooral op internationaal gebied. Dat waren wedstrijden waar ik enorm van genoten heb omdat alles er in zat; strijdlust, werklust en enthousiasme. Met uiteindelijk een prachtig resultaat, nipt uitgeschakeld worden door een Grote Jongen welke nu in de finale staat, Atlético Madrid.

Het slot van de Nederlandse competitie was dramatiek van het hoogste niveau. Daar had menig regisseur van tevoren voor willen tekenen en menig schrijver zich het bloed onder de nagels willen schrijven. Ondergetekende had ook last van de hoogmoed. Maar dat was ook wel logisch want elk realistisch denkend mens snapt dat als de nummer 1 moet voetballen tegen de nummer 17, de nummer 1 gaat winnen. En mét de wetenschap dat als je dan ook daadwerkelijk wint je kampioen van Nederland wordt.

Maar het liep anders. Nota bene de nummer 14 van De Graafschap scoorde de gelijkmaker met een weergaloos mooi doelpunt. Natuurlijk kan ik de keeper de schuld geven, of beter gezegd zijn masker, maar dat is tekort door de bocht. Net zoals het tekort door de bocht was toen ‘men’ suggereerde dat Ajax onterecht een penalty kreeg tegen FC Utrecht. Want scheidsrechter zijn is nog steeds mensenwerk zolang we geen gebruik maken van de moderne technologie. Deze scheidsrechter, Danny Makkelie, had misschien een zware nacht achter de rug, had zijn vrouw hoofdpijn, kwam zijn tienerdochter maar niet thuis met haar eerste date of had hij een dikke kater van een avondje doorzakken. En wat te denken van alle penalty’s die Ajax niet gekregen heeft! Het is al uitgezocht. Ajax is vier keer benadeeld door een scheidsrechter en PSV drie keer.

Dus.

Maar dat is voetbal. Dat is sport.

Alle analisten waren er ook van overtuigd dat Ajax kampioen zou worden. Ook de heer Johan Derksen. Nu viel hij natuurlijk, wederom(!) grandioos door de mand doordat hij zo ontzettend overtuigd van zichzelf was dat Ajax kampioen zou worden en doordat hij PSV te kakken zette met gezeur over de breedste selectie van de Nederlandse competitie en dat ze vier weken geleden al kampioen hadden moeten worden. Moeten zijn!

Maar beste Johan, als je alle neuzen niet dezelfde kant op krijgt dan kom je er ook niet.

Gisteravond zag ik Theo Maassen, PSV supporter van het eerste uur, bij De Wereld Draait Door. Hij was blij en net als velen verrast over de ontknoping. En hij werd met de minuut blijer, het besef van het kampioenschap zag hij als een positief traumatische ervaring en hij wilde er zolang als mogelijk van gaan genieten. Mooi toch! Hij haalde ook Johan Derksen er bij en gaf een interessant advies: Geef Johan een publieksprijs en ga dan lekker achter de geraniums zitten. Het is klaar. “Je hebt het begrip ‘karaktermoord’ maar in dit geval kun je spreken van het begrip ‘karakter-zelfmoord!”

Ik herinner mij nog de voorspelling van Johan over Oranje, onder Van Gaal. Die zouden niet ver komen. Het liep anders en Johan moest met de billen bloot.  

Maar het allermooiste vond ik toch hoe Theo met respect over Frank de Boer praatte. Geen wanklank over de tegenstander. Zo hoort het ook. Natuurlijk mag er geplaagd worden, doe ik ook regelmatig en zo valt er ook nog wat te lachen in het leven. Ik heb Philips gebeld toen PSV met 10-0 van Feyenoord won. Ik belde met de vraag of mijn TV soms een upate nodig had…

In vele stadions werd er hard gejuicht toen De Graafschap de 1-1 maakte. En dat snap ik wel maar ik begrijp de haat tegen een mooie club als Ajax niet.

Denk aan alle mooie doelpunten, de flair van sommige spelers die bijna dansend over het veld hun kunsten vertonen en vele verdedigers dol speelden. Om maar even wat namen te noemen: Johan Cruijff, Piet Keizer, Zlatan Ibrahimovic, Frank en Ronald de Boer, Finidi George, Dennis Bergkamp, Jari Litmanen, Patrick Kluivert, Ruud Geels, Arie Haan, Sjaak Swart, Jan van Halst, Piet Schrijvers, Wim Jansen, Wim Kieft, Clarence Seedorf, Robbie de Wit, Jan Wouters, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg en zo kan ik nog wel een paar pagina’s vullen. Met andere woorden, allemaal mooie voetballers die van waarde waren voor het Nederlandse voetbal. En hoe raar, zodra Ajax het land in moet voor een wedstrijd zijn die wedstrijden uitverkocht omdat het natuurlijk een prachtige affiche is en blijft en, niet geheel onbelangrijk, goed voor de clubkas! Of kijk eens naar de Ajax-agenda’s die elk jaar aangeboden worden in de schoolcampussen. Stijf uitverkocht elk jaar, omdat jongetjes (en wellicht ook meisjes) voetbaldromen hebben.

PSV is kampioen. Punt. Nogmaals van harte gefeliciteerd. Voorgaande schreef ik niet om te slijmen, sterker nog, het kostte mij ook totaal geen moeite om op te schrijven. Waarom niet? Omdat ik liefhebber ben van het spelletje. Helemaal niets in Amsterdam? Klopt, maar we hebben wel met zijn ALLEN een geweldige ontknoping van de competitie achter de rug!  

Kak!

De vrouw hing half over de balie van de apotheek en pakte het papieren zakje met de medicijnen aan. “Kan ik u verder nog ergens mee helpen?” vroeg de apothekersassistente. De vrouw kwam iets overeind uit haar hangende houding. Alsof ze hierop gewacht had. Ik schatte haar op een jaartje of 70 maar haar stem, ze sprak heel langzaam en een beetje zeurderig, maakte haar veel ouder. Ondertussen lees ik de regels van het huis. Dat men waarde hecht aan elkaars privacy en dat je dus achter de rode streep moet blijven als je nog niet aan de beurt bent.

Nou, ik stond daar ruim achter maar hoorde alles wat er gezegd werd.

“Euh ja, ik heb nog wel iets. Mijn kleinkinderen gaan volgende week op vakantie, naar Duitsland…Een fiets vakantie, ze zitten dus de hele dag op de fiets en nu vroeg ik mij af of er ook pilletjes zijn tegen diarree..” Zowel de apothekersassistente als ik snapten het verband niet tussen Duitsland, fietsen en diarree maar ik bleef dat denken en de apothekersassistente vroeg er in haar verbazing wel naar: “Maar mevrouw, Duitsland staat niet echt bekent als land om een virusje op te lopen..” Ze bracht het netjes. En ik was het met haar eens, leek die ik ben. Duitsland is immers te vergelijken met ons landje, alles keurig geregeld enzo.. we hebben dezelfde wetjes enzo…wij hebben een wetje over Majesteitsschennis, zij hebben een wetje over het niet mogen beledigen van bevriende staatshoofden…

“Maar stel dat ze tóch last van diarree krijgen dan zijn pilletjes toch wel handig om bij de hand te hebben..” zei de vrouw waarop de apothekersassistente knikte en uit het schap achter haar drie doosjes pakte. “Drie doosjes is wat teveel van het goede hoor!” zei de vrouw ietsjes verbolgen en duwde direct twee doosjes retour over de balie. De apothekersassistente knikte opnieuw en ik zag aan haar blik dat het haar ook niet meer boeien kon. En mij ook niet want dit begon een beetje te lang te duren.

“Hoeveel daags moet je dan zo’n pilletje innemen?” vervolgde het zeurpruimpje. De apothekersassistente zuchtte en bekeek de gebruiksaanwijzing op de verpakking; “6 tot 8 pilletjes per dag, afhankelijk van leeftijd..”

“Wat? Maar dan is zo’n doosje zo leeg!” antwoordde mevrouw de hypochonder en ze pakte snel de weggeschoven doosjes weer terug, kennelijk bang dat ze ineens uitverkocht zouden raken want ja, een virusje heb je zo te pakken.. “En mijn man krijgt medicijnen voor zijn prostaat en hoeveel pillen mag hij dan eigenlijk hebben?” Beide hoofdrolspelers keken elkaar nu aan. De spanning was te snijden en de rij met wachtende en steeds ongeduldig wordende klanten wilden de twijfel bij de mevrouw wel wegschreeuwen: Koop die rommel en begin alvast maar direct met slikken van die pillen zodat zij en haar familieleden de eerst twee maanden niet meer naar de wc hoeven!

Want stel je voor dat ze ook nog over iets anders gaat beginnen wat je kan oplopen in het buitenland….Knokkelkoorts, malaria, het zika virus, West Nijl koorts, de Gele koorts…

Onze blikken, ja, ‘onze’, want de andere klanten, de apothekersassistente en ik stonden als één blok tegenover dit mens die kennelijk thuis te weinig aandacht kreeg en daardoor zo geworden is. Ooit. Misschien was ze lang, heel lang geleden wel gewoon een vrolijke dame die met twee benen in het leven stond maar door de jaren heen zuurder en zeikeriger geworden is door allerlei websites en televisieprogramma’s over ziektes of vanwege enge verhalen over opgelopen virusjes van mensen in haar directe omgeving.

Het is net als kijken naar die programma’s over criminele activiteiten. Als je alleen maar naar dit soort programma’s kijkt krijg je een beeld van de wereld die boos en verdorven is en verlies je oog voor de rest van de mooie en leuke dingen in het leven en het vertrouwen in de mens.

Terwijl je nooit ver hoeft te zoeken naar een beetje vrolijkheid.

Ik was enkele weken geleden met mijn geliefde mee naar een kledingwinkel voor dames. Een hele stap maar ach, geven en nemen is een ongeschreven wetje dat wel handig is als je om elkaar geeft en inmiddels wist ik dat er altijd wel een ‘zitje’ in zo’n winkel zit met een koffieapparaat waaruit verse koffie getapt kan worden. Van deze winkel wist ik al door een eerder bezoek dat er ook scheutig gedaan werd met koekjes of andere lekkere zoetigheden dus mij hoorde je niet klagen.

Al gauw zat ik aan de koffie van vers gemalen bonen en ik liet mij het eerste (!) mergpijpje goed smaken. Ondertussen kreeg ik mijn geliefde in verschillende creaties te zien en dan mocht ik mijn mening geven, over het algemeen is dat een algemene mening want als man moet je voorzichtig zijn. Eén keer was mijn mening heel duidelijk! Dat was toen er een broek getoond werd waarvan het kruis op de knieën lag.

Verschrikkelijk. Volgens mij heeft die vrouw aan de balie ook wel zo’n broek in haar kast hangen!

Na een uurtje of twee verlieten we blij en opgetogen de winkel. Ik was een beetje misselijk van de mergpijpjes maar het was te dragen. Direct pal ernaast was een kledingwinkel voor mannen en de aantrekkelijke (aanprijzingen) aan de rekken buiten nodigde ons uit om toch maar even binnen te kijken. En ik had immers een nieuwe jas nodig. Mijn geliefde had al een keus gemaakt en zij overhandigde mij twee jassen die ik moest passen. Natuurlijk keek ik eerst naar de prijs en warempel, dat was een koopje! Ik stond nu recht tegenover mijn partner en keek haar aan. Zij keek niet naar mij maar om haar heen en door mij heen. Ik voelde mij ineens heel erg wanhopig en afhankelijk want als zij er niet haar aandacht bij heeft dan komen die dames en heren of die jongens en meisjes die daar werkzaam zijn mij vragen: “Kan ik u ergens mee helpen?” of “Lukt het allemaal?”

Waar is hier de nooduitgang?

“Lieverd,” zei ik net iets te hard toen ik mijn jas aan haar wilde geven zodat ik kon gaan passen, “zou je asjeblieft mij nu even aandacht willen geven? Ik heb jou net twee uur lang aandacht gegeven!”

Het drong niet direct tot haar door, pas toen een medewerkster die achter mij stond zich er ook mee ging ‘bemoeien’ plus een echtgenote van een ander ‘slachtoffer’, schrok ze wakker uit haar trance en begon mij overdadig aandacht te geven. Nadat ik de twee jassen gepast had kreeg ik van de dames (waar ik niet om gevraagd had) en mijn geliefde de uitslag welke het beste stond en ik was het daar ook wel mee eens.

Mooi! Ik liep direct naar de kassa, rekende af en liep de winkel uit. Nee, ik hoef geen koffie en ook geen wijntje! Zo doen wij dat.

De vrouw die achter elke boom beren zag rekende nu haar anti-diarree pillen af. Toen ze mij passeerde keek ze even op en knikte mij toe, bijna verontschuldigend kwam er een goedemorgen uit haar mond.

Het lange lontje in mij zei goedemorgen terug. Mijn korte lontje dacht: Krijg de schijt!”

De Ambassadeur

We hebben er weer een nieuwe ambassadeur bij! Deze ambassadeur vertegenwoordigd mijn leeftijdscategorie, 50 plus, om ouderen (?) werkloosheid tegen te gaan.

Wat is oud? Ik ben dan wel 52 maar voel mij geestelijk 25! En ja, ik loop fysiek wel eens achter de feiten aan maar kom op zeg, ik heb een zittend beroep en krijg betaald om fysiek achter de feiten aan te lopen…

Toch kreeg voorgaand nieuws mijn aandacht want het lukt mij maar niet om een baan te vinden in Groningen, de provincie waar ik mijn laatste werkbare jaren slijten wil. De ene afwijzing na de andere vult mijn mailbox en mijn zelfvertrouwen zakt steeds meer in de schoenen. Bestaat hier eigenlijk geen hulplijntje voor? De werklozentelefoon? Dat men je weer een beetje moed in praat, wat veren in je kont steekt of je figuurlijk een aai over je bol geeft? Of is juist daarvoor die ambassadeur in het leven geroepen?

Ik lees het artikel verder en val helemaal stil na de volgende zin: ‘Minister Asscher heeft oud-voetballer John de Wolf benoemd tot ambassadeur ouderenwerkloosheid.’

Mijn adem stokte, een zenuw in mijn linkerbeen begon spontaan te verzuren en Johan Cruijff besloot nog even te wachten met zijn wederopstanding.

John de Wolf. Dat was die verdediger van Feyenoord. Die ‘bikkel’ waar je niet zomaar voorbij kwam maar die wel een eigen kledinglijn had…Ik kan mij nog goed herinneren dat er mannen waren die blousen (géén overhemden!) van hem gingen dragen, blousen met veel kleur en heel druk en de bovenste vier knoopjes moesten los zodat iedereen je zonnebankbruine borst kon zien..inclusief gouden ketting. John de Wolf, die gozer met die lange blonde coupe soleil haren en ongeschoren kop welke ooit door een fan vastgelegd is door zich een tattoo op de rug op de rug te laten zetten…

Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een wanhoopsdaad van onze minister. Ze hebben ooit bedacht dat je tot je 67ste moet blijven werken en dat de werkgever niet aan leeftijddiscriminatie mag doen maar de realiteit is, helaas, anders: als 50 plusser kom je gewoon niet meer aan de bak want je bent te duur. En dat weten ze heus wel in Den Haag en in blinde paniek denken ze dan dat een Bekende Nederlander, bijvoorbeeld een oud voetballer van Feyenoord, de boel wel weer kan oplossen…Zet hem op die voetbalvelden waar, volgens Johan Derksen, Nederlandse (!) Marokkaanse jongens de boel verstieren. Dat hij die gasten waarschuwt en zegt “Kappen met dat stoere gedrag anders moeten jullie voortaan in mijn blouses lopen!” Of nog erger: “Als jullie je niet beter gaan gedragen blondeer ik jullie haren en mogen jullie de eerste tien jaar niet meer naar de kapper!”

Maar het is duidelijk dat de minister het ook niet meer weet, het is niets meer dan een teken van onmacht. Meer kan ik er niet van maken met mijn eenvoudige doch logisch nadenkende geest.

Nou ja, we overleven dit wel weer en John de Wolf, ook een 50 plusser, heeft er toch mooi weer wat werk van dus die kan uitgeschreven worden bij het UWV.

Ik citeer maar weer de man die wel wat in onze maatschappij te brokkelen heeft… had:

‘Elk nadeel hep zijn voordeel!’

14

‘Het draait altijd om de bal’ zong een van mijn favoriete liedjeszanger ooit, Jaap Fischer. Zo dacht ik er ook over als opgroeiend jochie. Er waren zat balsporten maar ik koos voor het voetballen; ik kon het redelijk en je kon dit spelletje overal uitoefenen.

Als je maar een bal had.

Mijn vriendjes deelden die liefde ook dus je kon elke dag wel voetballen, van maandag tot en met zondag en het verveelde geen moment. We speelden paaltjesvoetbal of drie tegen drie op straat, of we speelden bij een vriendje in de tuin want zij hadden ‘echte’ doeltjes. Mijn broer en zijn vrienden hadden zelf doelen gemaakt. Die zetten we dan bij ons voor het huis op straat en, mocht er een auto langs moeten dan werden ze zó opgepakt en opzij gezet. Ik praat over begin ’70 jaren dus over het algemeen kon je ze grotendeels op straat laten staan, immers, auto’s waren toen een ‘minderheid’. Soms vergaten we de doelen als we even achter huis wat gingen drinken maar dan was het ook geen probleem want dan zette de bestuurder van de auto de doelen even opzij. Tijd genoeg en de lontjes waren nog lang genoeg.

We voetbalden ook op de schoolpleinen. Dan was het een wirwar van klompen, laarzen, sandalen en schoenen en mochten ‘de meiden’ ook meedoen. Hier werden de voetbalwetten niet zo nageleefd en flirten mocht. Na schooltijd werd vaak het voetbalveld opgezocht en werden er ‘echte’ partijtjes gespeeld op het groene gras. De doelen waren net-loos maar dat was niet erg, soms speelden we zelfs op veldjes waar geen doelen waren, daar werden de palen gemarkeerd door er simpel een jas neer te leggen of een schoen. Op zaterdag voetbalden we voor onze club in korte, opkruiende  broekjes en hadden we post elastieken om de voetbalkousen op te houden.

‘Hou het simpel!’ Deze kreet hoor je regelmatig coaches roepen tegen hun puppillen op de voetbalvelden. Toegeschreeuwd, om teveel gepingel de kop in te drukken.

Hebben ze dat zelf bedacht? Niet echt, het komt van ‘onze’ nummer 14, Johan Cruijff die we vandaag verloren hebben. Ik ben er behoorlijk stuk van kan ik wel zeggen. En wellicht heeft het ook te maken met de aanslagen in Brussel en in andere delen van de wereld. ‘Kennen’ zij Cruijff niet? Dat ‘ken’ niet anders want als je Cruijff zag voetballen dan behoor je toch de schoonheid van het spel te zien, gecreëerd door de mens?

Poten. We pootten om wie er bij wie in het team zat. Voet voor voet en als je goed uitkwam mocht je als eerste kiezen wie jij in je team wilde. De beste natuurlijk. Daarna de op-een-na beste enzovoorts. Diegene die als laatste gekozen werd was meestal niet zo goed maar hij mocht meedoen voor het evenwicht in aantal van de twee teams. Wanneer deze dan scoorde was hij even de held van het moment en kreeg hij de welverdiende felicitaties die hij toch een beetje aarzelend in ontvangst nam. Als hij s’ avonds thuis kwam zou hij zijn ouders hierover vertellen, in geuren en kleuren en in alle details. Hierdoor waren zijn ouders weer trots en was het leven gelukkig. Zo ging dat.

Zo simpel was het.

Wij keken ook naar voetbalwedstrijden op de televisie maar we speelden het spelletje het liefst zelf. Maar bij grote toernooien zaten ook wij aan de buis gekluisterd en tierden en vloekten mee als het even tegen zat. En ja, wij groeiden op met Johan Cruijff, bij Ajax, in het Nederlands Elftal, bij Feyenoord en Barcelona. Zodra de scheidsrechter de wedstrijd affloot wisten we niet hoe snel naar buiten te komen om daar, op straat of op een trapveldje, de wedstrijd na te spelen. En dan speelden we niet onszelf maar we speelden de voetballers: Van Hanegem, Haan, Geels, Krol, Neeskens, Rep, Van de Kerkhof, van de Kerkhof, Israël…Cruijff! Geloof me, we stegen boven ons zelf uit!

Wij zagen hem als de dirigent, we zagen hem paassen geven met buitenkantje voet, we zagen hem omhoog springen met een vuist gebald in de lucht als hij gescoord had, we zagen hem zaniken tegen de scheidsrechters en we zagen dat hij niet mee ging naar Argentinië. Ook wisten we van zijn eigen merk kleding en schoenen en we wisten dat zijn vrouw Danny heette en we wisten dat dat allemaal heel logisch was. Later, na het verlaten van onze jeugd, groeide hij met ons mee en zagen we hem als analyticus op de teevee of hij opende weer een voetbalveldje in een achterstandswijk zodat er weer gevoetbald kon worden. ‘Buitenspelen zou een vak op school moeten zijn.’ is een uitspraak van Cruijff waar ik volledig achter sta want anders zullen al mijn voorgaande herinneringen niet meer meegemaakt kunnen worden… En dat zou echt zonde zijn!

Daarom kocht ik ook een bal toen mijn kinderen ‘balrijp’ waren zodat ook zij het spelletje leuk gingen vinden. Natuurlijk moest ik ze daarin begeleiden en na veel tijd geïnvesteerd te hebben door met ze te voetballen werden ze lid van de voetbalclub. Dan ging ik met ze mee naar de trainingen en naar de wedstrijden en moedigde ze zo positief als mogelijk aan. Na de wedstrijden droogde ik hun voetbalschoenen en poetste ze met ledervet  zodat ze in top conditie bleven. In het begin moest ik ze nog wel eens wakker schreeuwen als ik zag dat ze een beetje stonden te dromen. Dan keken ze de wormen uit het gras! Maar oefening baart kunst en weldra werden het echte voetballers en groeide ik van trots na een goede actie of een prachtig doelpunt.

Voetballen is dus een belangrijk onderdeel van mijn leven geweest, mede doordat voetballers zoals Cruijff met mij mee opgroeiden. Nu hij overleden is voelt dat als een verloren wedstrijd om het kampioenschap en zal ik, en velen met mij, zonder hem verder moeten…   

Waterpret

Het was eigenlijk niet de bedoeling dat ik meeging. Ze vroegen het uit beleefdheid, vermoed ik, maar ik was eigenlijk direct enthousiast want ik hou wel van vernieuwing.

Mijn geliefde en haar vriendin hadden namelijk bedacht een bezoek te brengen aan een kuuroord in Bad-Nieuweschans alleen zaten ze nog met mij in de maag: ‘Wat doen we met Arjen?’ Ze besloten de gok te wagen door mij mee te vragen want ‘dat vindt hij toch niks’.

Maar ze kwamen dus bedrogen uit. “Wat is dat eigenlijk..een terminaal bad?” vroeg ik in mijn onschuld want ik kon mij niet herinneren of naar zoiets geweest ben. Ja, ooit, tijdens mijn militaire dienstplicht in Seedorf heb ik wel eens in een sauna gezeten maar toen was ik zwaar onder invloed van Duits bier en had ik geen idee waar ik mee bezig was.

“Het is een thermaal bad!” klonk het uit twee kelen..”Niet terminaal..” en ze zuchtten van verontwaardiging. Hoe kunnen mannen toch zo dom zijn lees ik van hun gezichten…

Maar ik mocht toch mee en gisterenavond was het dan zo ver. Aan het eind van de middag had ik mijzelf al omgekleed en droeg ik enkel een zwembroek en slippers onder mijn badjas zodat ik zo de auto in kon.

20160321_173614

Dat bleek een verkeerde inschatting want het was de bedoeling dat je daar ter plekke je ging omkleden dus ik kon (moest!) mij weer omkleden. Toen we even later parkeerden op de parkeerplaats viel het mij op dat wij niet de enige waren waaruit ik de conclusie kon maken dat zwemmen in een thermaal bad heel gewoon is.

Een hele geruststelling.

Na het omdoen van een soort plastic horloge stuurden de meiden mij een hokje in waarin ik mij moest omkleden. Het ‘horloge’ diende als toegang voor een locker waarin ik mijn kleren leggen kon. En voor de tweede keer die dag stond ik in mijn badjas, met daaronder slechts een zwembroek en slippers. Even daarna kwamen mijn begeleidsters naar buiten en ook zij waren nu gekleed in badjassen. Enthousiast als ik kan zijn rende ik naar het bad maar in plaats van duikplanken of supersonische glijbanen te zien zag ik enkel mensen die rustig in het water zaten.. Dat was een tegenvaller en ik keek de dames vragend aan waarop zij mij uitlegden dat dit speciaal water was, uit een bron van ergens onder de grond en dat het lekker warm was en vol zat met allerlei zaken die goed waren voor het lichaam en de interne boel.

Saai. Maar ik stapte over mijn teleurstelling heen en stapte het trapje af het water in.

Zo! Dat was inderdaad lekker warm! Mijn aversie tegen zwembaden welke ik nog wist te herinneren uit mijn jeugd en, later, wanneer ik met mijn kinderen ging zwemmen, verdween met elke stap dieper het water in. Herstel, thermaal water, vol met mineralen zoals zout, magnesium, jodium en bromide. Mijn lichaam reageerde het eerst bij mijn linker middelvinger want ik had mij even ervoor gesneden toen ik een stokbroodje aanviel. Normaal snij ik mij niet zo gauw, heb ervaring met echte koksmessen en sinds kort ook met die van de Albert Heijn, maar kennelijk waren het de zenuwen omdat ik mij die avond zou storten in een warm bad met twee lieve dames.

“Arjen! Niet doen!” gilden de dames mij toe toen ik met ferme slagen als een wilde begon te zwemmen. Ze legden mij de spelregels uit en één daarvan was NIET ZWEMMEN. “Ook geen bommetje.” vroeg ik, maar ik wist het antwoord eigenlijk al. Ik deed pas op de plaats en volgde gedwee de dames en om mijzelf niet helemaal voor gek te zetten besloot ik maar hetzelfde te doen wat zij deden. We begonnen met een waterstraal die van boven kwam. Daar ging je gewoon onder zitten waarna de ‘massage’ begon. Na een halve minuut had ik het wel gezien en probeerde mijn Goddelijke lichaam te laten drijven…en warempel, dat lukte! Dat kwam waarschijnlijk door het hoge zoutgehalte en ik kreeg er weer wat lol in. Even later gingen de meiden met hun rug tegen een muurtje zitten en we praatten wat over koetjes en kalfjes en lammetjes. Het was immers lente! Ik legde mijn hand liefdevol op de schouders van mijn geliefde maar de volgende regel werd mij even haarfijn uitgelegd, waarschijnlijk om testosteron mannen in toom te houden:  GEEN LICHAMELIJK CONTACT! Na twee minuten had ik het wel weer gezien en vroeg aan ze of ze zo bleven zitten of dat we nog iets leuks zouden gaan doen: “Kunnen we niet gaan volleyballen of zo?” vroeg ik.

Opnieuw werd ik uitgelachen. Want ze waren met iets bezig, namelijk met een kuitmassage die onder water plaats vond. Ze legden mij uit dat dit een soort van massagestraat was. Je begon met je kuiten, dan je knieën, dan je ..euh…billen en edele delen, dan je onderrug en je bovenrug. Elk onderdeel duurde één minuut en dan moest je naar het volgende onderdeel. Tot slot moest je daarna in een soort bubbelbad en kreeg je een algehele watermassage. Een autowasstraat was er niets bij!

Het moet niet gekker worden!

Na een klein uurtje besloten we een koffietje te gaan doen. Toen ik het trappetje weer gevonden had en boven water kwam, voelde ik bij elke stap mijn eigen lichaamsgewicht welke zwaarder en zwaarder werd. Man, man, ik moet echt afvallen. Het duurde minstens een minuut of vijf voordat ik de boel weer in evenwicht had.

Even later zaten we aan de koffie. In badjas, met onze nattigheid op de stoelen. Maar die stoelen waren daarop berekend dus het kon geen kwaad. Hierna gingen we naar het bad-en stoomhuis alwaar we een ruimte binnen gingen die, zachtjes uitgedrukt, behoorlijk warm was. Sjongejonge, dit was een aanslag op mijn longen en besefte dat stoppen met roken toch eens echt serieus overwogen zou moeten worden… Ook hier was ik snel weer klaar en wachtte buiten op de dames. Buiten ja, de kou van de donkere avond sloeg mij om de oren en niet veel later kroop ze onder mijn badjas… Gelukkig kwamen ze op dat moment naar buiten en deden we nog één rondje in het thermale bad.

Nu was het een rondje van een kwartiertje want de dames waren nu toch wel heel relaxed geworden of het kwam doordat ik mijzelf steeds liet drijven en daarbij zeehondengeluiden liet horen. Ik zag ze kijken en denken: Waarom zijn mannen toch altijd zo kinderachtig…

Ik werd weer in een hokje geduwd en na inspectie bleek het om een douche te gaan. Ik hing mijn badjas aan een haakje, deed mijn zwembroek uit en …hé, geen haakje voor de zwembroek? Gelukkig denken mannen praktisch en ik hing mijn zwembroek over de rand van de deur. Opgelost.

Enkele tellen later hoorde ik twee dames gieren van het lachen… Ik vroeg, terwijl ik mij afdroogde, wat er voor lolligs te beleven viel. Het bleek dus te gaan over die zwembroek! Dat was raar zeiden ze.

Echt, soms begrijp ik vrouwen echt niet!

Nadat we allemaal weer aangekleed waren dronken we nog wat in het restaurant. Zij een cappuccino, ik een biertje want dat zoute water had mij behoorlijk dorstig gemaakt. In de auto terug werd mij gevraagd wat ik er nou echt van vond en ja, ik moet bekennen dat het toch wel lekker geweest was.

Wordt vervolgd wellicht?

Heimwee

“Heeft u een moestuin?” Deze vraag stelde een jongetje van een jaar of 10 toen ik uit de Albert Heijn liep met enkele potjes Indische kruiden. “Nee, ik heb geen moestuin. Ik woon op een flat en bij mijn andere huis heb ik wel een tuin maar geen moes..” antwoordde ik. Hij bleef mij serieus aankijken, de grap was kennelijk niet doorgedrongen of té flauw om erop te reageren. Hij lichtte zijn vraag toe en mijn mond viel open toen ik zijn schoeisel zag, klompen!

“Ik bedoel de moestuintjes van de Albert Heijn..” vervolgde hij en onderwijl pakte hij er eentje uit een plastic tas die achter hem lag en hield het omhoog. “Aha, dat bedoel je. Nee, die heb ik niet gekregen. Sorry.” Dat laatste zei ik omdat ik geen zin had in een schop tegen mijn schenen met die klompen maar de jongen werd helemaal niet boos en richtte alweer zijn pijlen op de volgende klant.

Bij de Plus, die hebben een actie met voetbalplaatjes, was ik die week ervoor al vergast op jongetjes bij de uitgang van de winkel. Ook hier probeerde ik grappig te zijn door, voordat ze in de gelegenheid waren toe te slaan, aan hun te vragen of ze ook voetbalplaatjes hadden. Deze grap slaagde best wel want even stonden ze naar adem te happen maar al gauw herwonnen ze zich en stelden dan toch de vraag waar ik ook negatief op moest antwoorden. Kennelijk haal ik de limiet niet met mijn boodschappen om zo’n plaatje of tuintje te bemachtigen. Een goede vriend van mij, Ruben (6 jaar) heeft mij later uitgelegd hoe het met deze plaatjes zit en gaf mij inzage in zijn verzameling, inclusief het receptenboek van de moeders van de voetballers die op de plaatjes staan.

Ja, ze verzinnen wat tegenwoordig!

Zo gaan we vrolijk het voorjaar in. Mijn favoriete journaalpresentator, Annechien, had kennelijk van de week ook het voorjaar in het hoofd want ze verscheen in een paars ‘blijfvanmijnlijf’ pak. Op Social Media werd ze al vergeleken met Tinky Winky en ik vermoed dat dit niet erg complimenteus bedoeld was…De Hema lag ook weer onder vuur want in hun reclames hebben ze het niet over ‘Vrolijk Pasen’ maar over ‘Vrolijk Voorjaar’. Simpel als ik ben snapte ik de consternatie niet zo maar later begreep ik dat het ging om het woord Pasen, oftewel het ontbreken van dit woord. In een tijd dat kerken alleen maar leeglopen en Het Geloof op allerlei manieren met voeten getreden wordt, zijn er dus mensen die zich druk maken over de nieuwe, moderne interpretatie die de Hema aan Pasen geeft. Zwaaiend met de Nederlandse vlag en met varkensmutsen op het hoofd is het Zwartepieten weer begonnen. En wordt er een taal uitgeslagen waar menig geloof zich vanaf keert en voetbalfans…maken arme sloebers gek door eurootjes op straat te gooien waarna deze mensen, ja, het zijn ook gewoon mensen, zich op de straat werpen om het geld te bemachtigen.

Trots op Nederland? Ik schaam mij steeds vaker om Nederlander te zijn.

Heimwee krijg ik er van. Heimwee naar mijn jeugd. Dan wil ik weer het jongetje zijn in mijn rode trainingspak en draag ik weer groene kaplaarzen waarmee ik de straten, de polders, de duinen en het strand afstruinde. En als ik dan iets respectloos zei over andere mensen dan kreeg ik van mijn ouders op mijn flikker, wetende dat ze gelijk hadden want zo werd ik opgevoed. In alle vrijheid, zonder ergens bang voor te hoeven zijn. En als ik dan voor straf op mijn kamer zat dook ik in mijn verzamelingen: knikkers, voetbalplaatjes, sleutelhangers, astronautmunten, en de speldjes, allemaal gekregen bij de boodschappen die mijn moeder deed.

Dat was in de tijd dat God nog elk jaar geboren werd, overleed en weer opstond. Dat was de tijd dat je met Pasen je zondagse kleding mocht aandoen waardoor je op je Paasbest verscheen aan het Paasontbijt.

Sinds enkele jaren staat God niet meer op, verschuilt Hij zich achter de grote steen voor zijn grafkelder en huilt Hij dikke tranen. Ik begin hem steeds meer te begrijpen….

Vluchten kan nog wél!

We hebben er een nieuwe feestdag bij: de Gekozenendag. Wat een prachtige, haast Bijbelse naam voor een nieuwe feestdag!

Mooi nieuws wat het treurige nieuws van de dood van Denise iets verdraagzamer maakte. Denise? Ja, Denise. Dit nieuws kreeg ik van de week binnen dankzij Hart van Nederland, een programma waar dagelijks ruim één miljoen mensen naar kijken voor de duidelijkheid. Denise is een egeltje en was gevonden met een gebroken pootje. Dit pootje is door een aardige dierendokter in het gips gezet omdat heel Nederland geschokt was maar helaas, ze overleefde de ingreep niet. Vreselijk nieuws en het gaf mij een gevoel dat het leven soms heel oneerlijk kan zijn…

De Gekozenendag dus. Nader onderzoek leerde mij dat deze dag in het leven is geroepen door niemand minder dan de Grote Leider van de PVV naar Noord-Koreaans voorbeeld, Geert Wilders. Omdat ze 10 jaar bestaan.

Het werd onder andere gevierd met een interview bij de NOS, die linkse kliek waar Wilders niets mee te maken wil hebben maar nu even wel. Het werd in plaats van een kritisch interview een 20 minuten lange reclame voor zijn gedachtegang. Prima, want het was voor mij weer een bevestiging dat deze man last heeft van grootheidswaanzin en zijn principes net zo makkelijk overboord gooit als Mars hun repen uit de winkels.

Ik had net een zak mini-marsjes gekocht en in blinde paniek heb ik de mars hulplijn gebeld. Een aardige meneer sprak mij rustig toe en vertelde dat zolang ik ze niet at er ook niets gebeuren kon. Dat was makkelijke gezegd dan gedaan. Want het was volle maan en dan heb ik altijd extra trek in chocola. De mars meneer begreep het en zei toen dat ik de zak maar zo snel mogelijk weg moest gooien. Dat was een optie maar dan was het nog niet weg…

De shredder bood uitkomst en na wat geklieder waren de mini- marsjes mini mini en wist ik mijn chocolade-trek te verzadigen door mijn vingers af te likken. En daarna kwam de spijt want ik ben geen enkel stukje plastic tegen gekomen…

De Gekozenendag is niet het enige dat bedacht is door de Partij Voor de Vrijheid. Ze willen ook elke maand uit eten met tien volgelingen. Zijn apostelen zeg maar. Aangezien ze van de Hollandse waarden zijn vermoed ik dat het menu bestaat uit stamppot boerenkol, stamppot zuurkool of stamppot peen en uien. Dat de volgeling telkens vraagt wat er gegeten wordt en dat Geert dan steeds antwoord met: “Stamppot!” Het laatste Avondmaal zal er bij verbleken…

Dion Graus zou vast ook mee eten maar dan de vegetarische versie. Dion is van de egeltjes zeg maar. Van de week zat hij bij Jeroen Pauw en vertelde dat hij niet had mee geschreeuwd met de fans van Geert toen er ‘Minder, minder, minder’ gescandeerd werd op de verkiezingsavond van de Gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Hij hield niet zo van dat massale hysterische gedoe. Opvallende uitspraak, ben benieuwd of hij de volgende dag zonder stamppot naar bed moest…

Donald Trump is meer van de steaks. Nu hij Super Tuesday gewonnen heeft moeten we er echt rekening mee gaan houden dat hij de toekomstige president van Amerika wordt. Vluchten kan dan niet meer want hij gaat een muurtje bouwen heb ik begrepen. Nu heb ik het niet over vluchtelingen die naar Amerika willen vluchten maar ik heb het over Amerikanen die willen vluchten. Naar Canada bijvoorbeeld, zodat ze zich niet hoeven te schamen voor Trump met zijn idiote ideeën. Gebleken is namelijk dat, nadat bekend werd dat Trump gewonnen had, heel veel mensen ‘emigratie’ gegoogled hadden. En als populairste land kwam Canada tevoorschijn.

Bij ons staan er ook verkiezingen voor de deur. Over een jaartje of eerder als het kabinet valt. De PVV staat er goed voor en we moeten er rekening mee gaan houden dat Geert straks onze minister-president zal worden. De astronauten Scott Kelly en Michail Kornijenko zijn twee dagen geleden teruggekeerd vanuit de ruimte na een jaar daar vertoefd te hebben. Ze hebben getest hoe het menselijk lichaam zich houdt tijdens langdurig afzondering en gewichtloosheid ter voorbereiding van een reis naar Mars.

‘Is er een plaats tussen de sterren waar ik heen kan gaan?’ vroegen de mannen van het Goede Doel ooit.

Vluchten kan nog wel, er is voor de Gekozenen toch nog hoop!

Zuinigheid…wie is er niet groot mee geworden.

Kleding werd vroeger bij ons thuis steeds doorgeschoven. Dat was zeg maar nog in het Primark-loze tijdperk, toen sokken nog gestopt werden en knielappen versleten plekken van de broek bedekten. Ik kreeg de kleding van mijn oudere broer en daarmee de taak om het gewoon helemaal af te dragen. Dat lukte prima want wij leefden voornamelijk buiten en dat ging niet zonder slag of stoot. We sprongen over sloten (en soms er in), klommen in bomen, zaten op onze knieën te knikkeren, groeven ondergrondse hutten en bekommerden ons nooit over hoe we er daarna uitzagen. Je was wie je was, zonder uiterlijk vertoon.

Nu heb ik nog steeds een oudere broer en hij geeft nog steeds kleding aan mij door. Vorige week was het weer zo ver, hij belde mij op en vertelde dat hij zijn kledingkast weer had uitgemest en of ik belangstelling had want het een en ander was te groot geworden. Ja, je leest het goed, te groot. Je zou eerder zeggen te klein en dan kunnen ze mooi doorgegeven worden aan jongere broer maar de tand des tijds heeft bruut toegeslagen: ik ben wat zwaarder dan hem…. Nou kan ik hier wel uitleggen hoe dat zo gekomen is maar dat hou ik lekker voor mijzelf en nee, ik ben niet de eerste man die bezwangerd is.

Mijn broer is dus wat afgevallen en de grapjas zei ook nog dat zijn kogelwerend vest gemoderniseerd is en daardoor neemt het wat minder ruimte in beslag. Waar haalt hij het vandaan!

Toch ging ik akkoord om zijn te grote kledingstukken eens nader te bekijken want uit ervaring wist ik dat er altijd wel wat tussen zat en, dat weet mijn broer dan weer niet, ik doorzoek dan ook altijd meteen even de zakken van colbertjes en broeken omdat hij er nog wel eens wat vergeten geld achterlaat.

Een dubbele winstpakker zou een vlotte reclamejongen dat noemen.

Ik vond geen geld maar wel enkele paaseitjes. Die had hij, vrolijkerd als hij altijd is, kennelijk expres verstopt om mij te verblijden. Over verstoppen gesproken, zuur Nederland heeft weer wat gevonden om over te zeiken. De ‘verstop’ chocolade eieren van de Hema. Ik moest het eerst tig keer lezen voordat ik de nieuwe consternatie, zeg maar niveau Zwarte Pieten kwestie, door kreeg. Maar begrijpen deed ik het niet. Het probleem zit ‘m in de naam. Er staat geen ‘paas’ voor, dus paas-verstop-eieren had er op het etiket moeten staan. En nu verdenken ze de Hema dat deze de Paastraditie aan het ondermijnen. Ons culturele tradities gaan daardoor naar de klote en dat is de schuld van ….jaaaa,daar zijn ze weer, de nieuwe Nederlanders.

Van oorsprong is Pasen een christelijk feest, de opstanding van Jezus uit de dood en daar kwam geen paasei of verstop-ei aan te pas. Het was hoogstens een mooi staaltje mindfuck, meer niet. Later kwamen de eieren want volgens de bedenkers zijn eieren het symbool van vruchtbaarheid en van een nieuw begin. En nu niet de flauwe vraag stellen wie er het eerst was, de haas of het ei. Wij kregen als kind geen chocolade eieren maar hard gekookte eieren die we zelf mochten beschilderen. Wanneer je ze dan gepeld had hadden ze nog steeds alle kleuren van de regenboog want de verf drong zich dwars door de schil. Maar dat deerde niet en het was niet te vergelijken met alle kleurstoffen die we heden ten dage binnen krijgen via allerlei etenswaren dus niets aan het handje.

De Hema snapt alle ophef niet,vooral omdat ze deze soort eieren al jaren in de winkel hebben liggen. Maar de laatste jaren is er altijd wel iemand die iets aanwakkert en dan gaan alle sluizen open en begint het gezeik. Misschien moeten ze deze eieren volgend jaar maar verstoppen zodat de zure zeikerds geen kans meer hebben om te zeiken en te klagen en te jammeren. Jezus was lang geleden al ‘opstandig’ tegen dit soort lui maar ik word daar nu opstandig van!

Het waren 3 chocolade eitjes die broerlief verstopt had: puur, melk en wit. Het witte eitje ontdekte is pas toen ik wat nattigs voelde in de achterzak van de broek die ik aangehouden had na het passen. De broek kon direct in de was. Twee colbertjes kregen mijn voorkeur maar een daarvan kwam niet door de ballotagecommissie, bestaande uit mijn geliefde en mijn lieve schoondochter, dus die kreeg hij terug. Terug? Ja, terug, de kleding die ik niet wilde moest retour afzender want hij gaf dat dan weer door aan iemand anders.

Zo zijn wij opgevoed: ‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’ riepen onze ouders altijd inde tijd dat ‘verstelnaaister’ nog een gewaardeerd beroep was.

En dat roepen ze nog.

Scherp!!

Het is best moeilijk. Schrijven zonder vingertopjes.

Ja, ik heb ook de messenset van Albert Heijn. Naast een gortdroge tong van het likken aan de zegeltjes die ik telkens ontvangen mocht van de lieftallige caissières heb ik ook last van een zogenaamde ‘plak’vinger. Man, man, ik heb mij suf geplakt! Vorige week heb ik ze opgehaald en omdat we meer dan genoeg zegels hadden, namen we ook maar direct het messenblok en de snijplank mee onder de arm.

Het mes snijdt immers aan twee kanten.

Dat moet onze premier ook gedacht hebben toen hij akkoord ging met deelname aan het Correspondents dineetje. Ten eerste omdat hij altijd lacht wanneer wij, klootjesvolk, dat juist niet willen en ten tweede kon hij wel iets gebruiken om zichzelf ietsjes populairder te maken.

Persoonlijk vond ik het een leuk idee. Vooral omdat ik de wetenschap had dat hij zijn grappen niet zelf zou schrijven maar dat over zou laten aan deskundige schrijvers. Cabareteske ambtenaren wellicht, de leukste lolbroeken van onze ministeries, aangestuurd door een van de Meesters der Cabaretiers, Dolf Jansen. Ja, ik noem hem een meester want ik hoor hem graag. Elke zaterdag hang ik aan zijn lippen tijdens het radioprogramma ‘Spijkers met Koppen’ en verbaas ik mij steeds weer opnieuw over de snelheid waarmee hij reageert op de actualiteiten.

Die wetenschap was dus voor mij voldoende reden om maar eens te gaan kijken.

Het was leuk. Soms wat gênant omdat ernstige zaken (bijvoorbeeld de misstappen van minister Van der Steur, die van Veiligheid en Justitie) met een grap weggelachen werden maar het over het algemeen kon ik een glimlach niet onderdrukken. Wel viel het mij op dat Dolf, die na dit voorprogramma (!) zijn mening gaf, inhoudelijker was dan onze minister-president…

Ik hoop dat Mark goed geluisterd heeft.

Meters pleisters heb ik er al doorgejaagd. De schaar is er bot van geworden… Toch lukte het mij nog om via social media erover te klagen en geloof het of niet, het was een item in het Grote Mensen Journaal! .. In de winkelpaden ving ik op dat de volgende spaaractie van AH om een strijkijzer gaat. Dat wordt dus op de blaren zitten ben ik bang…

Toen ik het van de scherpe messen hoorde was ik net bezig een wortel een paar kopjes kleiner te maken voor de peen & uien en prompt sloeg het noodlot weer toe; het topje van mijn pink, inclusief nagel, verdween in de stamppot.

Ietsje langer koken dus…..

Wonderdoekjesvrouw

De vrouw waar ik zoveel van houd loopt sinds vrijdag te spinnen als een poes. Zij is normaal altijd al een vrolijke, positief ingestelde dame maar nu lijkt zij helemaal los te gaan. Zingend en fluitend loopt ze door het huis en wanneer ik in haar loopje zit voel ik een aai over mijn bol, wang of rug.

In eerste instantie dacht ik dat het aan mijn aanwezigheid lag. Ik mocht immers weer drie dagen bij haar vertoeven en daar worden wij allebei altijd al erg vrolijk van. Het is altijd genieten met hoofdletters, het is de hemel op Aarde, het is de kers op de slagroomtaart, het is Yin Yang en het is het pannetje stoofvlees op de kachel: liefde, warmte, genegenheid en vertrouwd.

Wat is er dan nu anders?

Het is het doekje. Ze heeft een doekje aangeschaft van een bepaald merk, iets met Hari. Ik noemde het al gauw het Harikiri-doekje of het duizenddingendoekje.

Ooit had ik ook zo’n doekje te pakken, die kreeg ik bij het kopen van een fles schoonmaakmiddel en werd aangeprezen als een wonderdoekje. Maar dat doekje was in niets te vergelijken met dit doekje, verzekerde zij mij en vervolgde haar weg door het huishouden. En telkens moest ik kijken als er weer een project’je op zat: “Moet je kijken Ar, hoe dit kastje glanst nu en je kan er zelfs het RVS van het fornuis mee doen!”

“En ik hoef het doekje alleen maar nat te maken met water!!”

Ik liet het maar over mij heen komen. Waarom zou ik hier tegen in gaan? Zij is blij, de kastjes en het aanrecht zijn blij en ik hoef niet een wandeling te maken omdat het zondag is. sterker nog, ik kon rustig naar de radio luisteren, Ajax-Feyenoord. Tijdens het luisteren werd ik op de hoogte gebracht over het trieste feit dat Kenneth Vermeer verbaal werd uitgejouwd door een deel van de Ajax aanhang. Aanhang ja, of appendix (wormvormig aanhangsel) is misschien nog een betere omschrijving want supporters kun je dit soortlieden niet noemen. Dom volk. En daarbij opgeteld die debielen die een pop ophangen maakt ze rijp voor een gedwongen opname in een gesloten inrichting. En dan heropvoeden. Omdat iedereen een tweede kans verdiend. Dat noemen ze dan weer beschaving en beschaving heb je weer nodig om een leuk leven te leiden.

De PVV wil heel graag een hoofddoekjesverbod maar daar zet ik iets anders tegenover, iets waar echt wat aan gedaan zou moeten worden: een capuchon- of petjesverbod! Die dingen worden niet gebruikt omdat het regent of hard waait, nee, die gebruiken ze omdat ze zich willen verschuilen, omdat ze dingen doen die het daglicht niet verdragen kan. En ze weten dat ze wat te verbergen hebben en te laf zijn om zich aan de gewone wereld te vertonen! Ratten zijn het!

“Als er een doekje was om dit soort lui weg te poetsen…..” mopperde ik hardop, waarop mijn geliefde direct antwoordde dat zij dat wel even regelen kon, al zwaaiend met haar nieuwe liefde…

Ze gaf mij een kus en begon te lezen in een stapel vrouwenbladen. In die bladen hebben ze het vast ook over doekjes waar je vrolijk van kan worden. En andere zaken natuurlijk die vrouwen interesseren zoals kleding, make-up en goede sex. Ja, daar winden ze geen doekjes om tegenwoordig!

Het doekje en de kus hadden mijn boosheid wat weggepoetst en na het zien van het doelpunt van Riechedly Bazoer via mijn gsm, werd ik alweer wat vrolijker en dacht ik even terug aan de wedstrijd ADO-Ajax. Sportief terugslaan noemen ze dat.

Ineens stond ze weer naast mij. Ze had net zitten Appen met de dame die haar het doekje had aanbevolen en er was nog iets wat dit doekje van 12 euro 50 kon. Namelijk het schoonmaken van een bril! Mijn bril om precies te zijn. Onder protest, ik ben erg zuinig op mijn bril, werd de bril van mijn hoofd gehaald en trokken zij en het doekje zich terug om de glazen weer te laten glanzen. Als een wees keek ik om mij heen en kon ik niet anders dan mij vastklampen aan de eettafel waar ik aan zat….radeloos…en vol vragen…Krijg ik mijn bril wel heel terug? Kan ik straks nog wel door de glazen kijken of zie ik enkel een dikke mist en kan ik nooit meer met een heldere kijk op de wereld mijn meninkjes uiten?

Enkele minuten later werd mij de bril weer opgezet. Ik opende mijn ogen en …..

Wat heb ik toch een prachtige, mooie, charmante en lieve vrouw!

Carnaval

Het Carnaval is begonnen zie ik op het Nieuws en opnieuw verbaas ik mij erover. Mijn Noordelijke nuchterheid kan er geen polonaise van maken. Het Nieuws heeft beelden uit een bejaardenhuis. We zien de oudjes zitten zoals oudjes kunnen zitten achter hun tafeltje in een bejaardenhuis: beetje treurig voor hun uit starend. Al deze mensen die meer dan genoeg hebben meegemaakt; oorlogen, overstromingen, crisissen, de overgang van handmatig iets maken naar industriële productie, de overgang van tolerantie naar intolerantie, de afbreuk van allerlei (ooit zwaar bevochten) rechten, de afbreuk van fatsoen, de omslag van gemeenschapszin naar individualisme en de teloorgang van familiebedrijven (bijvoorbeeld Vroom & Dreesman) doordat externe partijen en hun aandeelhouders snel en veel, véél geld willen verdienen.

Tussen al deze nog nauwelijks verplaatsende geschiedenisencyclopedieën lopen lieden in vrolijk gekleurde kleding met vrolijk gekleurde pruiken irritant vrolijk te doen.

Irritant?

Ja, zo komt dat op mij over hè. En als ik die bejaarde hoofdjes zie, denk ik dat zij er net zo over denken. Ze willen liever rust om zich heen. Of gewoon bezocht worden door kinderen of kleinkinderen. En dan kunnen vertellen over vroeger zonder steeds dat geloer op die telefoons. Of samen in fotoalbums kijken (na uitgelegd te hebben wat fotoalbums zijn..) En vragen stellen over hoe het gaat op het werk of op school. En hoe het toch kan dat men zo klaagt over van alles en nog wat terwijl het toch best wel goed gaat in dit landje. Jullie hebben toch alles wat je hartje begeert?

En waarom moet de Kinderombudsman, Marc Dulleart, nou precies weg? Zelfs de reporter van Het Jeugdjournaal kreeg geen antwoord van de Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen. Deze VVD’er wist niet hoe gauw hij zijn auto (een dikke Mercedessssss) moest kruipen toen het Jeugdjournaal hem wilde vragen waarom Dulleart moet wijken.

Mooi voorbeeld van eerder genoemde afbreuk van fatsoen, in de wandelgangen ook wel normen en waarden genoemd.

En er was iets met de maan. Dat hoorde ik op de radio… “Mam, dat is niet dé maan maar Maan, de winnares van The Voice..” “Zij voelde zich wat achtergesteld door de reactie van Jurylid Anouk… die had haar niet gefeliciteerd of zo…En dan wordt er weer zo’n dingetje van gemaakt bij die ‘nieuwsrubrieken’ van SBS en RTL enzo…Want die leven van dit soort geneuzel….En half Nederland verslind dit soort onzin…”

“Wie noemt zijn dochter nu Maan?” antwoord de in de war geraakte bejaarde…

De Carnavaleske creaturen pakken de broze armen van de bejaarden en trekken ze, ongevraagd, omhoog, heen en weer op de maat van de muziek die hun hoorapparaten overuren laten draaien. De titels duiden een hoog niveau: ‘Snollebollekes’, ‘Ik wil met jou een selfie’, ‘Feesten voor het Vaderland’, ‘Broek uit op je hoofd’, ‘Wie heeft mij vannacht naar huis gebracht’, ‘Zij is bi,bi,bi’, ‘Lalala enzo’ en tot slot ‘Ik koester je oester’.

Medelijden. De oude generatie laat met zich sollen en je ziet ze denken: euthanasie is zo gek nog niet… Onlangs las ik over een oudere dame van 89 jaar dat het van haar niet meer hoeft. Als ze gaat lezen krijgt ze last van d’r ogen, pianospelen (ooit haar lust en haar leven) kan ze niet meer vanwege de artrose in haar vingers, net zoals breien of haken.

Natuurlijk bedoelen de Carnavalsvierders het goed, een beetje vrolijkheid brengen bij de oudjes en ondertussen zelf ook even aan de sleur van het dagelijkse leven ontsnappen. Dat doen ze omdat ze dat zo hebben meegekregen van hun voorvaderen en de leuke herinneringen neem je de rest van je leven mee. Totdat je het gaat vergeten, door ouderdom bijvoorbeeld en krijg je situaties zoals hierboven geschetst.

Maar ja, zoals ik al zei, ik sta daar wat nuchterder in.

Fijne Carnaval!

Plaspauze

Hoe zou het met de autoplasser in Dordrecht gaan? De plasser is boos omdat hij zijn auto niet kan parkeren in de straat waarin hij woont. Zij parkeren daar omdat ze verder reizen met de trein, het station namelijk even verderop. Hij plast over de voorruit zodat het goudgele goedje zo via de luchtroosters de auto in kan lopen. Met alle gevolgen van dien.

Het moet een man zijn want hij plast over de voorruiten van die forenzen heen. Dat zie ik de vrouwelijke variant, de plaster, nog niet zo gauw doen.

Ja,bovenstaande is best wel opmerkelijk te noemen. Het laat maar zien dat normen en waarden steeds verder te zoeken zijn in onze maatschappij. Je zou zeggen dat de grens toch wel eens bereikt is maar het kan, helaas, nog erger. Want momenteel zijn er mensen (..) die delen van varkens op hekken spietsen of op transformatorhuisjes (?) leggen. Om een statement te maken is het vermoeden. Transformator-statement.

Middeleeuwse toestanden.

Maar het kan nóg erger. We zien de Almachtige Leider van de PVV (naar Noord-Koreaans voorbeeld) neerstrijken in Spijkenisse. Hij is daar om pepperspray uit te delen aan het volk, met name voor de behoeftige Spijkenister dames. En als ik ze zo aanhoor is het woord ‘dames’ iets teveel eer. Want er kwam zoveel vuiligheid uit hun kelen dat ik de eerste 24 uur niets meer binnen kon houden. Ze waren boos omdat ze niet dichter bij ‘hun’ Geert mochten komen vanwege de beveiliging. Persoonlijk denk ik dat Geert zelf niet wilde dat ze dichterbij kwamen. Uit angst voor deze manwijven met hun slabekken. Terwijl hij toch genoeg pepperspray bij zich had…

Opvallend is het wel dat voornamelijk vrouwen zich openlijk lyrisch uitlieten richting Geertje. Hebben we hier soms te maken met een nieuwe ‘Geile Geert’? Of is het de lust naar macht, mannen met macht doen het immers altijd wel goed in het gedachtegoed van de vrouwen. Kijk maar naar Donald Trump. Ook zo’n ster aan het (rechts)radicale front. Deze mafkees beledigd alles en iedereen, inclusief dames die hem teveel het vuur aan de schenen.

Maar toch blijven er genoeg dames over die met hem wel een beschuitje willen eten…

Het doet denken aan Pim Fortuin. Die had ook de dames aan zijn zijde terwijl hij toch meer liefhebber was van het andere geslacht. Zelfs van jongens met dubbele paspoorten…Maar Pim had wel fatsoen, dat kan ik hier niet ontkennen.

Maar ik snap het niet. Hebben de volgers van bovenstaande mannetjes nooit onderwijs gevolgd? Hebben ze dan niets van hun ouders meegekregen dat men elkaar hoort te respecteren? En hebben ze dan nooit begrepen dat wij in een land leven waarin absolute heerschappij onmogelijk is, dat we hier te maken hebben met een democratie en ja, dat er altijd water bij de wijn moet en dat de wijn dan wel eens wat zuurder kan gaan smaken?

Want wat is erger? Iemand die uit frustratie over auto’s heen piest omdat hij zijn eigen auto nooit kwijt kan of een man met een kindje op zijn arm die tegen enkele vrouwelijke tegenstanders van Geert Wilders schreeuwt “Daar moet een piemel in!” of “Jullie zijn vies.”

Het jochie op de arm zal zo opgevoed gaan worden en de ouders denken dat ze het zo goed doen. De generatie ervoor zou het wellicht ook niet zo nauw genomen hebben met normen en waarden en de zwijgende meerderheid die nog wel enigszins redelijk de boel op een rijtje hebben, zitten met de gebakken peren. Ons lot. Wen er maar aan maar zwijg er niet over.

De autoplasser is niet de eerste. In 2010 was er een autoplasser in Assen gesignaleerd. Nou was dat signaleren niet zo moeilijk want het werd gefilmd en staat gewoon op Youtube… Stoer (of ontzettend dom!) was het wel want het betrof de motorkap van een politieauto….

Hessel

Het doodknuppelen van zeehondjes om het bont te gebruiken voor kledingstukken was, toen ik nog aan het opgroeien was, een vak. In de jaren erna kwam er steeds meer weerstand tegen en heden ten dage overheerst het besef dat de jacht niets toevoegt aan onze samenleving. Verandering heeft tijd nodig, dat geldt immers voor alles.

Het gevolg is natuurlijk dat er nu zeehondjes in overvloed zijn. Niks mis mee, de natuur regelt dat wel zoals zij dat altijd al regelde. Alleen de jonkies raken hun moeder wel eens kwijt en raken dan het spoor bijster, raken ondervoed, zitten verstrikt in netten of worden ziek. ‘Huilers’ worden ze ook wel genoemd. En die huilers spoelen dan aan op de internationale kusten maar ook op de Wadden eilanden.

En soms moeten wij, de mens, de helpende hand bieden en even bijspringen.

Die zeehondjes worden dus niet aan hun lot overgelaten maar van de stranden opgepikt en vervolgens overgebracht naar de zeehondenopvang van Lenie ’t Hart in Pieterburen of naar Ecomare op Texel. Daar komen ze in de ziekenboeg en nadat ze weer opgeknapt zijn, worden ze weer uitgezet in de Waddenzee en kunnen ze het leven als zeehond weer voortzetten.

Een van die mensen die zich bekommerde om deze dieren was, is Hessel Wiegman van Terschelling. Hessel, een grote, robuuste man met wapperende lange haren, meterslange bakkenbaarden en een ongeschoren markante kop met daarop altijd die muts of pet, is een begrip op het eiland maar ook ver daar buiten. Menig televisie- of radioprogramma heeft aandacht aan hem besteed omdat het onderwerp ons nu eenmaal aansprak. Ik woon nu ruim 30 jaar aan ‘de Wal’ en als ik het met mensen hier over Terschelling had wist men toch vaak de naam Hessel te noemen, “die van die zeehonden!” (Of de zingende kroegbaas, Hessel van kroeg ‘de Groene Weide’, maar dit even terzijde.)

Hessel doet dit al ruim 40 jaar, werd vorig jaar nog gelauwerd als Dierenredder van het jaar en we kunnen dus rustig zeggen dat hij in al die jaren genoeg expertise heeft opgebouwd hoe je deze beestjes behandelen moet. In mijn ogen bestaat daar geen twijfel over. En het waren niet alleen de zeehondjes die hij na zijn dagelijkse tochten over de Terschellinger stranden oppikte, nee, ook de door olie besmeurde (nog levende) vogels of de visachtigen zoals de Bruinvis werden meegenomen in zijn Landrover of welk voertuig hij op dat moment om handen had. Hij was daardoor geliefd bij mens maar ook dier. Bij de dieren ook? Ja, er is een filmpje dat Hessel met zijn Landrover de haven van West-Terschelling nadert en dan zien we hoe een aalscholver al helemaal klaar gaat staan op een van de meerpalen omdat hij/zij weet dat Hessel hem/haar vis komt voeren. Even later zien we hoe de aalscholver uit de handen van Hessel eet…. Natuur en mens komt samen zoals het hoort. Helaas heb ik dat filmpje niet meer terug kunnen vinden maar de reden dat ik het niet vergeten ben zegt genoeg; Hessel heeft ook op mij indruk gemaakt!Hij is dierenliefhebber zonder opsmuk. Hij weet het verschil tussen dier en mens en houdt zich daaraan. Geen flauwekul, gewoon puur bezig zijn en praktisch ingrijpen. Maar een dier uit zijn lijden verlossen laat hij liever over aan de dierenarts, dat kan hij niet over zijn hart verkrijgen leer ik van een tv fragment ‘Lopen over water’ deel 1 van Bas Westerweel: https://www.youtube.com/watch?v=7bITJeRE9Xw

Helaas is Hessel in diskrediet gebracht. Afgelopen week heeft de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit een inval gedaan bij Hessel. De reden was dat Hessel zeehonden ondergebracht had in een eigen ruimte en daar waren klachten over binnen gekomen. Waarom werden deze zeehonden opgevangen en verzorgt door Hessel en waren ze niet naar de reguliere opvang gebracht? Omdat die er tegenwoordig andere methoden op na houden waardoor het vertouwen geschaad is. Methoden die in Hessel’s ogen, maar ook door diverse deskundigen, niet de juiste zijn. De Meester laat de kaas niet van zijn brood eten dus Hessel creëerde zijn eigen opvang. En wanneer de tijd rijp zou zijn werden ze weer losgelaten in de natuur, die ligt immers om de hoek.

Die opvang ruimte zal er vast niet zo gelikt bijliggen als de professionele opvangcentra’s maar het doel heiligt de middelen. En Hessel en zijn mensen krijgen er geen cent voor, het is puur liefde en genegenheid voor het dierenrijk. Waarom dan in vredesnaam toch die inval?

Ondertussen stroomt de sociale media vol met berichten over deze treurnis en komen er van alle kanten steunbetuigingen voor Hessel. En dat is terecht. Als je kijkt wat er allemaal in Pieterburen gaande is, bijvoorbeeld dat elke nieuw aangestelde directeur in de afgelopen 10 jaar na een jaar al opstapte, lijkt het mij duidelijk dat het vertrouwen in deze opvang terecht opgezegd is.

Dit soort geouweneel is nergens voor nodig, NVWA kan zich beter bezighouden met echt belangrijke zaken zoals mishandeling van paarden en dergelijke.

Hier lusten zelfs de (zee)honden geen brood van!

Bowie

David Bowie is niet meer onder ons…Het nieuws kwam behoorlijk bij mij binnen want ik dit is de 2e bekende dode die op dezelfde dag als mij jarig was: Elvis ging hem voor, die zou 81 jaar geworden zijn en nu Bowie, slechts 69 jaar.

Bowie was een deel van mijn leven, ik ben met hem opgegroeid en liet mij ook wegvoeren op zijn prachtige, mystieke muziek. De optredens bij TopPop staan mij nog helder bij en altijd was er de verwondering en verbazing hoe hij erbij liep, hoe hij zich kleedde en hoe hij zijn gezicht en haar opkleurde. Eerlijk gezegd vond ik dat altijd in eerste instantie raar en vreemd en later zag ik pas in hoe bijzonder het was, bijzonder want hij was gewoon een kleurrijk, extravagant persoon die niet met de massa mee liep.

En met het ouder worden kwam de bewondering. Logisch dat het even duurde. Wie was ik nu eigenlijk? Een puber, met alle streken van een puber en die bezig was de wereld te ontdekken. Dat ontdekken deed je met je vrienden, zo nu en dan door je ouders(als je tenminste luisterde…) en door de muziek die tot je kwam via eerder genoemd TV programma, TopPop, de radio en de top 40. Of lekker live wanneer er een plaatselijk bandje optrad in een van de kroegen in mijn omgeving. Of bekend onbekend, Herman Brood and his Wild Romance in bar-dancing Wyb!

Ik kocht mijn platen bij de winkel Expert op West-Terschelling en later bij Plato in Leeuwarden. Mijn eerste ceedee’s kocht ik in Seedorf tijdens mijn invulling van de Militaire Dienstplicht, in de jaren 1984-1985 toen ze populair werden en het vinyl op een zijspoor zetten. Ook kocht ik ze daar voor de eigenaar van ‘de Dammesaan’, een kroeg waar mijn (wijlen) neef Kees ook werkte en ik stamgast was, vanwege het belastingvoordeel welke wij mochten genieten op kazerne (zo ook goedkope dure ‘luchies’, bijna iedereen daar gebruikte bijvoorbeeld de aftershave van Chanel no5).

Muziek was belangrijk voor een puber. Dat is eigenlijk altijd al zo geweest, pubers van alle jaargetijden delen de liefde voor muziek. Natuurlijk is ook muziek onderhevig aan veranderingen maar sommige muziek is tijdloos en worden weer opgepikt door de huidige generaties pubers. En de ouderen pikken weer muziek op van de jeugd waardoor er als het ware een muzikale uitwisseling ontstaat. Dat is mooi. Verbroedering door de creativiteit van sommige mensen onder ons. Sommige ja, want niet iedereen is in de wieg gelegd om muziek te maken. Zo zat ik ooit bij de fanfare en bespeelde de trombone en de tuba. Tenminste, dat dacht ik. De werkelijkheid was anders en daardoor kreeg ik niet de flow om er echt goed in te worden. Ik kon wel de hele tijd naar een leuk meisje kijken én haar na de repetitie naar huis brengen maar dat was dan ook het hoogtepunt.  En het zit kennelijk in de familie van mijn broer zit al sinds mensenheugenis op pianoles maar ik heb hem nog nooit een uitvoering zien geven. Waarschijnlijk is hier sprake van een leuke piano-juf…

Terwijl onze opa 60 jaar lang organist was in de kerk! Helaas niks van meegekregen.. Helaas ja, want ik ben ontzettend jaloers op mensen die wel een muziekinstrument kunnen bespelen. Jaloers ja, maar ook hier wint de bewondering en geniet ik van hun spel. En ja, dan fungeer ik maar als publiek, die heb je ook nodig, toch?

Wanneer ik op de fiets zit luister ik naar mijn MP3 spelertje. Zo’n oud ding op een AAAbatterijtje en daar staat ook Bowie op. Ik weet precies wanneer hij mij weer toezingt maar het verveeld nooit. Vanavond, als ik op de fiets naar mijn werk ga en mijn MP3 speler aanzet, krijgt alles een extra lading: ‘Ground control for Major Tom’…

‘This is Major Tom to Ground Control…I’m stepping through the door…And I’m floating in the most of peculiar way….And the stars looks different..today..’

Daar moet een piemel in

Op de dag dat mijn 53ste levensjaar startte en ik via allerlei kanalen gefeliciteerd werd door jullie, kreeg ik het nieuws mee dat de boefjes in ons land iets nieuws bedacht hebben om zich te verrijken, namelijk door het stelen van kaas. Veel kaas. Zeer waarschijnlijk doen ze dat voor de Russen want die mogen al een tijdje geen kaas meer importeren omdat hun baas ruzie heeft met onze Mark en consorten.

Volgens de getroffen kaasboeren werden de kazen ‘liefdevol’ van de planken gehaald en met zorg ingeladen. Dat was namelijk te zien op de camerabeelden. Op andere camerabeelden, ergens in Duitsland, was te zien hoe een zootje lieden de vrouwtjes in de billen knepen..of nog erger. Dat deden ze niet liefdevol maar met veel agressie. Was de reden hier ook een boycot? Nee, er was geen reden. Was het toeval dat er vanuit verschillende plaatsen in Duitsland ineens allemaal meldingen hierover binnen kwamen?

Nee, toeval bestaat niet. Dit was bewust ongewenst aan de dames friemelen (plus de daarbij behorende(?) verbale beledigingen) onder aanvoering van een groepje addergebroed die zich IS noemen. Want deze ziekelijke geesten varen er wel bij als er in Europa onenigheid ontstaat zodat zij ook daar terrein gaan winnen. Want vluchtelingen die met open armen ontvangen worden zijn voor hun een doorn in het oog en daarom moet er onrust gekweekt worden en weten ze andere, gevluchte eencelligen, op te dragen zich te misdragen in de Westerse samenleving.

De ultra rechterzijde van de Europese politiek haakte precies op het door de IS uitgeschreven scenario in: ‘Zie je wel, die vluchtelingen verkrachten onze vrouwen!’ Ultra rechts zijn dus de marionetten van de IS. Of ze dat weten betwijfel ik, ze hebben waarschijnlijk wel de nieuwe versie van ‘Mein Kampf’ in de boekenkast (?) staan maar of ze het boek ooit hebben gelezen..? Het is zo makkelijk om ergens tegen aan te schoppen, vooral als je eigen leven een grote mislukking is. Trouwens, over verkrachtingen gesproken, het best wel overtuigd gezongen “Daar moet een piemel in” van enkele tegenstanders van asielopvang blijven nagalmen sinds we weten wat er in Duitsland gebeurd is. Kennelijk hebben de tegenstanders van vluchtelingen en enkele vluchtelingen die voor door IS beïnvloed zijn, dezelfde behoefte…

Mijn mening als kersverse 52 jarige over die gasten die zich op de meest walgelijke manier misdroegen in Duitsland moge duidelijk zijn: oppakken en teruggeven aan Assad. Ik ga weer mevrouw Merkel citeren: ‘Wir schaffen das!’ want zij opperde dit ook al want ze is boos, héél boos! Want haar duidelijkheid en standvastigheid in de vluchtelingen problematiek, waar overigens menig politiek Leider een voorbeeld aan mag geven, werden met voeten getreden.

Ondertussen kijken de Russen toe, wellicht onder het genot van een stukje kaas. Ze zien misschien wel dat er voor de laatste keer 10 kilometer geschaatst wordt en vragen zich ook af of Sabia nu wel of niet zwanger was. En ze zien dat Gordon zich wat genuanceerder uit over allerlei zaken omdat DJ Erik de Zwart hem via de rechter tot de orde wilde roepen en dat Wesly een tattoo zet van de naam van zijn dochter, ik hoop niet de afkorting: XXS…

De hierboven beschreven luchtigheden worden door sommigen gezien als echt nieuws, terwijl het echte nieuws al 60 jaar door het NOS Journaal gebracht wordt. Ze vierden dat onder andere door oud nieuwslezers het actuele nieuws voor te laten lezen. Noraly, Eef, Maartje, Joop en Pia lazen als vanouds, alsof ze niet weggeweest waren en ik herleefde mijn 52 jaren op Aarde wederom. Want al die jaren kijk ik al naar ze omdat ik simpelweg op de hoogte wil zijn van de wereld om mij heen. En die wereld gaat verder dan een gekantelde vrachtwagen of een door brand verwoeste brommer-auto. En ik wil al helemaal niets weten over Bekende Nederlanders, bijvoorbeeld dat Dreetje Hazes op vakantie gaat met zijn moeder…euh..nee, met zijn vriendin waardoor de vraag ontstaat of hij haar nu eindelijk ten huwelijk gaat vragen.

Levensverspilling noem ik dat. Want als ik ooit voor de poorten van Petrus kom te staan en hij vraagt aan mij of mijn leven nog een beetje inhoud gehad heeft, wil ik die vraag met een overtuigend ‘Ja’ beantwoorden!

Hoe kijken de Russen eigenlijk tegen Code Rood aan, de code die het Noorden van ons land enkele dagen in haar greep had? Want de Russen weten wel wat kou is en begeven zich regelmatig op glad ijs. Mij werd afgelopen donderdag afgeraden de reis naar Groningen te maken maar aangezien ik 52 jaar geleden als ‘dwarsligger’ ter wereld kwam, stapte ik toch in de auto en arriveerde een kleine 3 uur later zonder problemen onderweg in het winterse Groningen waar ik een warm welkom kreeg in de armen van mijn geliefde.

Ach ja, rood is niet alleen de kleur van gevaar, het is ook de kleur van de liefde.

(Bij deze bedank ik iedereen voor de felicitaties die ik gisteren heb mogen ontvangen!)

De oude man

Toen ik vanmorgen brood ging halen voor het laatste ontbijt van het jaar, zag ik hem weer staan bij de brug van het Winschoterdiep, de oude man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen…Normaal staat hij altijd bij het Gemeentehuis maar dit jaar besloot hij anders.

Hij trotseert, zoals elk jaar, de kilte van de 31ste december en kijkt terug op het jaar met zijn gebruikelijke, fronsende blik. Dit jaar waren de fronzen dieper, stonden zijn ogen droeviger dan ooit en het schaamrood op zijn wangen was duidelijk te zien op zijn grijs bebaarde gezicht. Want 2015 heeft geen einde gemaakt aan oorlogen, terroristische daden of welke ellende dan ook en de schaamte kwam door hoe er in dit land tegen vreemdelingen aangekeken wordt. Raar, want terwijl de reden van discussie over Zwarte Piet eindelijk een beetje begint door te dringen zingen we nog steeds om het hardst: “Het is een vreemdeling zeker die verdwaald is zeker, ‘k zal eens vragen naar zijn naam..”

Dat laatste doen we dus niet meer want we zijn individuen geworden in plaats van een gemeenschap. Mijn bazin zei ooit: ‘De leugen regeert!’ maar zo aan het einde van het jaar 2015 kan je beter zeggen dat de angst regeert!

Ik kijk de oude man nog eens goed in zijn ogen en vroeg hem of er ook nog iets positiefs te melden was voor het Nieuwe Jaar wat voor ons ligt. “En krijgen we nu wel een mooie zomer?” “En daar achteraan een lekkere koude winter zodat we niet zoals dit jaar in korte broek aan de kerstdis hoeven te verschijnen?” Hij lachte mij toe en verwees mij naar een gek filmpje op het internet van weerman Gerrit Hiemstra. Deze legde in dat filmpje uit dat ze amper vooruit kunnen kijken dus niemand weet wanneer de winter in gaat vallen of wanneer we dagen lang achter elkaar in de zon kunnen zitten.

Een kraai, gezeten op het stoplicht van de brug, lachte mee met de man, hoe dom ik wel niet was om dat te vragen. Ik verontschuldigde mij voor zoveel domheid en vroeg hem nogmaals of er nog iets positiefs in het verschiet lag want ik had totaal geen zin om dit jaar af te sluiten met een zware depressie. Hij keek mij aan en ineens was daar een twinkeling in zijn ogen!

“Gordon stopt met zingen!” zei hij.

“Ja, oké”, zei ik, “maar dat is eigenlijk niet echt belangrijk nieuws. Dat is roddelnieuws en Gordon heeft laats bij Jeroen Pauw ook al het een en ander aan bagger uitgescheten over zijn ex-maatje Froger en weet u, ik wil dat allemaal helemaal niet weten! Ik bedoel meer de positieve zaken, zaken die ertoe doen en waardoor we de mensen om ons heen een beetje vrolijkheid mee kunnen geven…”

De oude man zuchtte en leunde licht tegen een hekje die hem scheidde van het droge van vaste grond en de natte diepte van het Winschoterdiep. Hij nam een diepe haal van zijn E-sigaret welke aan een touwtje om zijn nek hing en stak van wal:

“Tja, het goede nieuws kwam toch wel uit het plaatsje Oranje. Of beter gezegd, uit Den Haag. Want staatssecretaris Dijkhoff heeft het weer bijgelegd met die mevrouw die haar hele lichaam (en dat was best veel lichaam) voor zijn auto gooide en ons, kijkbuiskinderen, erop wees dat het een ‘dikke BMW’ betrof. Ze kreeg een kerststol en dat heeft ze geaccepteerd waardoor we dat hoofdstuk vredig af kunnen sluiten.”

“En”, vervolgde hij, “de Grieken zijn uiteindelijk toch met de rest van Europa tot een oplossing gekomen waardoor we gewoon met euro’s kunnen blijven betalen in plaats van die ellendige drachme als we daar op vakantie zijn en wielrenner Tom Dumoulin deed ons toch echt aan de buis kluisteren en de kans is groot dat hij ons komend jaar toch een beetje het ‘Oranje gevoel in Frankrijk’ gaat geven!” “En wat te denken van FC Groningen, winnaar van de KNVB beker! Daar wordt ik heel vrolijk van en ik sprak net de brugwachter en die noemde dat ook nog hét hoogtepunt van het jaar!”

“Ja”, antwoordde ik, dat ben ik wel met u eens maar wat is er toch aan de hand met de Grote Drie, Feyenoord, Ajax en PSV? En van de zogenaamde Nederlandse School?” De oude man nam een slok van mijn koffie die ik meegebracht had in een Douwe Egberts thermobeker, gekocht net voordat de laatste DE winkel zijn deuren voorgoed sluiten moest.

Hij ging er niet op in en vervolgde, warm gelopen door de koffie, zijn terugblik versus vooruitblik.

“Jesse Klaver. Die gaat hoge ogen gooien in de politiek. Veel hoger dan Trijntje Oosterhuis met een van haar jurken ooit zal scoren. En wat te denken van het op non-actief stellen van de voetbalboeven Platini en Blatter. Dat is ook positief voor het Nieuwe Jaar, alleen ontbreekt het er nog aan dat ze de WK in Quatar en Rusland niet door laten gaan. Alhoewel, er zijn al zoveel doden gevallen tijdens het bouwen van de stadions dat je het alleen al voor de nabestaanden door zou moeten laten gaan…”

Ik voelde een rilling over mijn rug gaan want ik dacht aan de mensen die ons ontgaan zijn: Thé Lau, Joost Zwagerman, René Gude, Hugo Walker, BB King, drs. P. en vele anderen, minder bekende maar o zo geliefde naasten….

“Wir schaffen das!” De oude man riep het zo hard dat verderop een man met een hondje zich rot schrok en snel doorwandelde naar huis, trekkend aan de riem want de hond wilde net gaan zitten.. “Ja, die Merkel, dat is tenminste een Leider die duidelijk is. Daar kan onze Mark nog wat van leren. Net zoals de gemiddelde voetballer wat kan leren van de mannen, de echte mannen, die we tijdens het WK rugby bezig zagen: geen geklaag tegen de leiding, geen gekloot op de tribunes tussen de supporters en geen smerige tackles of ellebogen richting tegenstander(s)”.

“Dat is het wel zo ongeveer. Heb je nog meer koffie bij je?” Ik schudde mijn hoofd en ik vertelde hem dat dat niet kon omdat hij eigenlijk niet bestaat. “Nou ja, u bestaat wel maar u bent een verzinsel, ooit bedacht door mijn vader die elke 31ste december tegen zijn kinderen zei dat u bij het Gemeentehuis stond…met net zoveel neuzen als het jaar nog dagen heeft. En mijn vader zal het weer van zijn vader hebben, zo gaat dat in families.” “En ik vertelde het elk jaar weer aan mijn kinderen want eigenlijk beleef ik best wel veel lol aan u, dus waarom er dan niet mee doorgaan. Toch?”

Net toen ik mij wilde omkeren om naar huis te lopen riep hij mij toch nog iets toe: “Maar heb jij nog iets positiefs meegemaakt of heb je nog iets om naar uit te kijken?”

“Pfff, ja, daar zegt u wat.” Want waarom kijk ik zo ver om mij heen terwijl er dichtbij ook genoeg te beleven valt. Het vinden van een baan in Groningen wil maar niet lukken en dat is best wel pijnlijk want ik wil zo graag…Ik wil zo graag de rust vinden van één huishouden en niet uit een koffer leven. “Maar voorgaande is niet positief dus ik zal dan maar snel vertellen waar ik zo van genoten heb in het afgelopen jaar, mits u nog even heeft?” “Ja hoor, zolang jij mij blijft verzinnen heb ik wel even voor je!” zei de man.

“Nou, ik ben heel gelukkig met mijn geliefde, we worden alleen maar gekker op elkaar en ze maakt het in haar huis zó gezellig dat het steeds moeilijker wordt om telkens maar weer afscheid te nemen… En ik geniet weer van het feit dat ik alle drie mijn zonen weer zie, inclusief hun lieve vriendinnen! En wij hopen zo dat we ergens in 2016 met zijn allen aan één tafel zitten en tijdens het eten van allerlei heerlijkheden plannen maken om samen voor een mooie toekomst te kunnen gaan.”

Ik veegde even de regen uit mijn ogen of kwam het door de gevoeligheid van het onderwerp..

“Meer hoef ik eigenlijk niet,” vervolgde ik mijn relaas, “nou ja, er is nog wel iets…dat we met zijn allen wat aardiger worden en eerst leren tot 10 te tellen voordat we oordelen. Maar ja, dat kan ik hier nu wel schrijven maar wie doet er wat mee?”

“Ik!” zei de oude man, “maar dan wil ik nog wel dat je even verse koffie haalt want door dat gekletst met jou trekt de kou nu in mijn oude botten.” Vijf minuten later was ik terug, met een dubbele espresso en een restant van de eigen gebakken kerstcake.

“Kom,” zei de man, laten we zingend afsluiten met het lied wat zoveel zegt.”
‘Iedereen is van de wereld
En de wereld is van iedereen’
(Wij wensen iedereen alle goeds voor 2016! Groetjes Janet & Arjen)

Stel je eens voor

Kiespijn. Sinds een week loop ik ermee rond en onderga heftige pijnen. Desondanks houd ik mij staande (dus niet: houd ik mè staande) en onderga mijn lot zonder geklaag. Nou ja, een beetje zo nu en dan, om wat aandacht te krijgen van mijn geliefde… dan mag ik mijn hoofd op haar schoot leggen waarna zij zachtjes mijn getergde wang streelt en lieve woordjes fluistert.

Uiteraard ben ik al bij de tandarts geweest. Zij zette de boel op de foto en even later werd mijn vonnis medegedeeld: terugtrekkend tandvlees waardoor wortels en zenuwen bloot komen te liggen. Oorzaak: het eten van zure producten zijn zoals mandarijnen of yoghurt.

Daar sta je dan met je mond vol tanden…

De Gemeenteraad van Geldermalsen, provincie Gelderland, stond ook met de mond vol tanden nadat, ondanks de voorzorgsmaatregelen, een hondertal debielen zich met veel geweld toegang tot de Raadzaal wilden verschaffen. Geldermalserse debielen, vast beïnvloed door de debieltjes die in Steenbergen een platform kregen en onder invloed van drank, drugs, angst en tweetjes van meneer Wilders want zonder dat zijn het hele, normale gasten….hoor je dan later.

Het gros van de tegenstanders van het AZG deden het op een normale, democratische manier. Zij voorzagen de afgelopen dagen het dorp van spandoeken met allerlei fraaie teksten maar waar ook niet iedereen het mee eens was maar het mag wel. Ook wel logisch want in datzelfde Geldermalsen zit een bedrijf dat spandoeken maakt en dan kun je spreken van een mes welke aan twee kanten snijdt, het brengen van een boodschap en gratis reclame.

Toevallig las ik van de week ook een ingezonden brief in een krantje uit Stompwijk, provincie Zuid-Holland, waarin de schrijver van de brief ook tegen de komst was van vluchtelingen in zijn gemeente. Deze meneer opperde dat het in zijn omgeving te vol was, een rustiek gelegen dorpje onder de rook van Leidschendam en Den Haag, en zijn oplossing was om ze allemaal maar op te vangen aan de randen van ons land, te weten ‘leegloop gebieden’ zoals Zeeland, Drenthe en Groningen want daar was ruimte genoeg. Ik noem dat het zogenaamde ‘eigen straatje schoonhouden’.

De brief deed mij walgen en ik gunde hem de pijnen die ik nu zelf aan het dragen ben. Wat een egoïstische, zelfingenomen en arrogante hypocriet!

En er was werk genoeg in het Oosten, schreef hij. Ik ga met hem mee dat er ruimte genoeg is maar begin te steigeren als hij zegt dat er werk genoeg is. Want ik ben al anderhalf jaar aan het zoeken maar vele honderden werkzoekenden doen dat met mij waardoor het haast bijna onmogelijk is werk te vinden. Hij heeft het ook over laaggeletterdheid van de vluchtelingen terwijl de gemiddelde Syriër beter geschoold is dan bijvoorbeeld de gemiddelde Nederlander als je kijkt naar de geschreven reacties op de vluchtelingen op de diverse sociale media. Daar lusten de honden geen brood van zal ik nu dan maar genuanceerd zeggen.

Nee, deze meneer is gewoon bezig met zijn eigen belang. Ik snap steeds meer waarom ‘Imagine’ van John Lennon op nummer 1 staat in de Top 2000;
Imagine there’s no countries
It isn’t hard to do
Nothing to kill or die for
No religion too
Imagine all the people
Living live in peace…

Ooit heeft de schrijver uit Stompwijk dit lied keihard meegezongen, in de tijd dat hij nog idealen had en geloofde in de mens. Maar in de loop der jaren verloor hij deze idealen uit het oog, hij bezwangerde zich met het luxe leven, raakte daarvan wat in de war en verloor de betekenis van ‘leven in vrijheid’ totaal uit het oog. Het steeg hem naar het hoofd en nu wil hij de regels veranderen in zijn eigen voordeel en begint het wijzen naar anderen.

Al die reacties rondom vluchtende mensen doen mij pijn. Pijnlijker dan de pijnen van terugtrekkend tandvlees. Maar ook de trend om alles wat goed bedoeld is te betrekken op eigen tekortkomingen doet pijn. Neem het initiatief van 3 FM, Serious Request, om het werk van het Rode Kruis te ondersteunen. Regelmatig krijg ik het (dringende) verzoek via Facebook dit niet te steunen want we hebben al genoeg armoe in eigen land. Klopt, de voedselbanken tieren welig, maar Serious Request is ooit bedacht voor de armoe, tekortkomingen en mensonterende praktijken in den vreemde, landen waar geen vangnet is voor armoede in de vorm van uitkeringen of andere financiële hulpmiddelen. Ook hier weer wijst men bezwerend met het vingertje, wellicht jaloers op de aandacht en op de eendrachtigheid in de samenleving die in de week van Serious Request al jaren getoond wordt. (Verzin zelf maar kaap niets weg bij een ander!)

Imagine dat we eens uit onze ‘ik-jes’ stappen en ons belangeloos interesseren in de medemens, van welke afkomst dan ook. Een mooie kerstgedachte.

Eigenlijk zouden we elke dag van het jaar de kerstgedachte moeten uitvoeren. Dat scheelt een hoop gedoe, een hoop spandoeken, een hoop ergernissen, een hoop angst, een hoop agressie en een hoop pijn.

Ik voel mij ineens een stuk beter!

Trots!

Mijn ouders waren gisteren 57 jaar getrouwd. Zij van oorsprong uit Zaandam en hij van oorsprong uit Jutphaas, tegenwoordig Nieuwegein geheten, ruim 57 jaar geleden ‘aangespoeld’ op het mooiste eiland van ons land, Terschelling.

Zevenenvijftig jaar. Dat zijn een hoop jaren en tegenwoordig kan je gerust zeggen dat het bijzonder is want scheidingen zijn schering en inslag. Eén op de drie huwelijken red het niet dus zij zitten aan de goede kant van de streep.

Een diepe buiging waard.

Was er dan nooit eens wat tussen die twee? Zal vast wel. Weinig van gemerkt. Mijn ouders waren in die tijd ouders die problemen niet met het kroost, dochter en twee zonen, bespraken. Wij leefden als het ware op een roze wolk. We speelden buiten, voetbalden op straat en hielpen in de groentetuin wanneer onze ouders zeiden dat te doen. Want hun wil was wet, dat hoorde gewoon bij het takenpakket en we accepteerden dat. Geen van ons drieën dacht eraan om eens een flinke discussie hierover te beginnen want het hoorde er gewoon bij. Net zoals hout hakken voor de open haard. Of de Ford Taunus wassen. Of brood halen bij Bakkerij Hamstra. Of gebak halen (bij speciale gelegenheden) bij Bakker Bos. Of even een snelle boodschap doen bij de Spar, de Vegé of de Enkabé. Waar de aanbiedingen waren zeg maar want in die tijd werd er echt op de kleintjes gelet.

Sinterklaas werd elk jaar gevierd met gedichten, veel gedichten en heel veel cadeautjes. Ik heb het nu over de beleving hè, want onder die vele cadeautjes zaten dus ook mandarijntjes, een chocoladeletter of een potlood. Of een pyjama. Praktische zaken werden als cadeau gepresenteerd en je was er super blij mee. Ook vierden we kerst maar dan zonder cadeautjes. Wel met lekker eten, een klein kerststalletje, her en der brandende kaarsjes en uiteraard verschillende kerkgangen. En je mocht je zondagse kleding aan. Dat laatste was niet altijd een feestje want het bestond vaak uit een gebreide trui of vest en daar zaten kriebelbeestjes in. Kriebelbeestjes die ooit in de vacht van de wol leverancier gekropen waren. Beeh, niks aan… In de zomer was er ook altijd ruimte voor een vakantie. Meestal in de provincie Drenthe en elke keer moesten we dan op de fiets naar de ‘Ja’- knikkers. Mijn vader kennende zal hij dit wel tegenspreken maar zoals ik al zei, het was de beleving en daar voeg ik dan ook nog wat schrijvers vrijheid aan toe.

Tussen al deze bijzondere dagen door werd er hard gewerkt door beiden. Mijn vader in de bouw en mijn moeder tussen het opvoeden door in de handigste winkel van het dorp, tegenwoordig ‘Blokker’ geheten. En ze was altijd bezig met de plaatselijke gymvereniging, EDO. Eigenlijk waren zij hun tijd al ver vooruit, tweeverdieners en midden in de maatschappij. Zaterdag werd het werken wat afgebouwd en de zaterdagavond begon met de kerk en erna was er dan tijd voor ontspanning. Dat was of een partijtje tafelbiljart of een avondje televisie. De zondag was de dag van ontspanning. Klassieke klanken vanuit de pick-up vulden de huiskamer en iets later in de ochtend werd er cabaret gedraaid. Half lezend in hun boeken of weekbladen zag je de tevredenheid op hun gezichten en de Friese staartklok tikte langzaam de dag.

De middag was er om ons moe te maken. Met het hele gezin naar bos of strand, op de fiets. Bal mee, limonade mee en lekker in makkelijke kleding zodat er flink in de bomen geklommen kon worden of bosslootjes springen. Eens per jaar kwamen hun beide ouders over, onze Opa’s en Oma’s. Zij logeerden dan een paar dagen bij ons en dat waren bijzondere dagen. Dan stonden wij eerst in het gelid, haartjes gekamd en braaf zijn, dan kreeg je vast een dubbeltje voor een ijsje of een paar nieuwe gebreide sokken. Het was toch telkens weer even wennen en voordat je weer een beetje gewend was stond je ze alweer uit te wuiven op de haven. Maar het was goed, je wist niet beter.

Tussendoor waren zij getuige van wereldse gebeurtenissen zoals de moord op President Kennedy, de bokswedstrijd tussen Mohamed Ali en Joe Frazier (wij werden uit bed gehaald om ook te kijken), de treinkaping bij De Punt (nu om 6 uur s’morgens gewekt want de mariniers vielen de trein aan), de oliecrisis, de Koude Oorlog, de verliezende finale van Oranje, de opkomst van drugs, de populariteit van Radio Veronica en twee keer per jaar had je schaatsen waar we dan met het hele gezin naar keken (met de gordijnen dicht en pen en papier binnen handbereik..).

Op latere leeftijd konden we de opleiding volgen die we wilden. Dat gaf ze veel zorgen maar zoals ik al zei, we kregen daar niets van mee. Trots waren ze als er weer een diploma behaald werd en nog trotser waren ze als we een echte baan te pakken kregen. Ook het uitvliegen ging als vanzelf. Zus bleef op het eiland en ik volgde mijn broer door aan ‘de wal’ te gaan wonen en werken.

Vlak voordat mijn vader stopte met werken bouwde hij nog een huis. Onder aan de dijk, een paradijselijk plekje. Ze hadden nog jaren te gaan en genoten samen van kleine vakanties. Maar het echte vakantiegevoel voelen ze gewoon op hun eiland maar ze hielden wel een bepaald ritme aan. Dat waren ze immers al die voorgaande jaren ook gewend en daar voelen ze zich goed bij. Doordeweeks fietsen ze na het warme middagmaal elk een kant op en op zondag gaan ze er samen op uit. Want er blijft nog zoveel moois te zien. En mijn moeder, 86 lentes jong, geeft gymles aan de ‘oudjes’ in het bejaardentehuis…

Enorm dankbaar ben ik dat ik ze al zoveel jaar mag meemaken. Dat is helaas niet voor iedereen weggelegd, dat realiseer ik mij telkens weer als ik ze zie.

Het zijn ouders die een (rechtvaardige) mening hebben maar die ook open staan voor andere meningen, nieuwe dingen of veranderingen. Daarom schrijf ik dit. En het zal wel met sentimenten te maken hebben als ik er al eerder over schreef of als ik er volgend jaar weer over schrijf.

Over je afkomst blijf je schrijven want je afkomst is eigenlijk hoe je je eigen toekomst het liefst wilt zien…

Met de vinger wijzen

En niemand heeft het meer over onze, ik citeer een ex-politicus, ‘Kut-Marokkanen’!
Sinds de eerste vluchtelingen hun leven waagden om een veilig onderkomen te vinden lijkt het erop dat men een nieuwe groep de schuld kan geven van hun eigen, (kennelijk) ongelukkige leven.

In de jaren ’50 emigreerden vele Nederlanders naar elders omdat Nederland in puin lag door de verschrikkingen van de 2e Wereldoorlog. Daardoor kwamen we hier handen te kort want er was het nodige om op te bouwen. Werk in overvloed, mijn vader vertelde mij laatst nog dat arbeiders als het ware van de steigers afgekocht werden.

Maar dat was vroeger. Vroeger was alles beter. Vroeger wist men ook niet wat er zich kilometers verderop afspeelde en leefde men gewoon het leven, maakte men zich hooguit druk over een kwajongen die appeltjes uit de tuin jatte of dat een stoep niet geveegd was. Toen was geluk nog heel gewoon….

Maar tijden veranderen. We staan niet stil en om ons heen duikelen de veranderingen over ons heen. We weten precies wat er besproken wordt in politiek Den Haag en we weten precies wie er botox gebruikt of wie er verslaafd is geweest aan cocaïne… Daarnaast Appen en Tweeten we ons een slag in de rondte want een dag niet geappt of getweet is niet geleefd. En wat Appen we of Tweeten we? Meninkjes, heel veel meninkjes. En, zoals ik dat al eerder beschreven heb, dat moet zo hard mogelijk want dan hoor je erbij.

Begin jaren ’60 kwamen de eerste buitenlanders naar ons land. Italianen, Marokkanen, Turken, Surinamer’s en Antilianen. De Chinezen waren er al. Langzaamaan leerden we elkaars cultuur kennen en zoals dat te verwachten was ging dat niet zonder slag of stoot. Zij keken raar naar onze eigenaardigheden en wij weer naar die van hun. Een normale reactie volgens mij. Natuurlijk hadden ze het voordeel dat er werk genoeg was en daardoor verliep de integratie des te sneller. En wij kregen ineens ‘nasi’ en ‘macaroni’ voorgeschoteld (met zilveruitjes en augurkjes) in plaats van het gebruikelijke bloemkooltje en aardappels. Heerlijk!
Halverwege de jaren ’80 kwamen de eerste asielzoekers, voornamelijk uit de Afrikaanse en Aziatische landen. Maar Nederland was een tolerant land en schikte zich in haar rol; ‘Opdat wij niet vergeten’. Ondertussen bouwden we aan de welvaart en het ene na het andere product werd uitgevonden om het leven makkelijker te maken én gelukkiger. Zo nu en dan kwam er een oprisping van ene Janmaat, Centrum Democraten, maar die kreeg niet echt grip op de situatie, hooguit op een paar ‘Landgenoten!’

Inmiddels zijn we een flink aantal jaren verder. Van een tolerant landje zijn wij teruggevallen naar een bekrompen, egoïstisch en horkig land. We maken statements door onze problemen te vergelijken met de problemen van de vluchtelingen. Want onze cultuur is in gevaar! De ‘discussie’ rond Zwarte Piet is hier een mooi voorbeeld van. Terwijl er ook, nog niet eens zo lang geleden, men vond dat het Sinterklaasfeest ‘uit’ was en met veel bravoure werd de Kerstman binnen gehaald. Ook moest het kinderfeest Sint Maarten wijken voor Halloween want ja, Sint Maarten…ach… dat was niet meer van deze tijd. Dus over welke cultuur hebben we het? De jongste jeugd zal het boeien welke kleur Piet heeft (vooral na het zien van vloekende, agressieve volwassenen die elkaar bijna in de haren vliegen om maar hun gelijk te krijgen). Het gaat om de magie, het mysterieuze, de gezelligheid, het strooigoed en uiteraard de pakjes! Elke cultuur is aan verandering onderhevig.

Maar na de Marokkanen spugen we nu massaal op de vluchtelingen. En Geert Wilders spint er garen bij en de tsunami van zijn volgers, over testosteron gesproken…, uiten hun ongenoegen steeds harder. Gedreven door angst en afgunst houden ze huis bij opvangcentra’s en vuren hun haat naar alles en iedereen. Ik zou zeggen: stap eens in een trein met voetbalsupporters want dan leer je wat angst is. Mijn vriendin overkwam dat in de trein tussen Groningen en Den Haag toen er enkele Ajax-supporters instapten. Ajax had die avond gelijk gespeeld tegen Celtic dus dan verwacht je redelijk rustige supporters. Niets was minder waar, ze schreeuwden de kankers door de coupé en vereerden nog luider het bestaan van Geert Wilders. Intimidatie. Als ik vluchteling was zou ik denken: “Waar ben ik in vredesnaam terecht gekomen?”

We moeten groter denken. Over de berg heen willen kijken. Boeddha, die dankzij enkele grote interieurwinkels in menig huiskamer te vinden is, zei het al: Het is voor ons belangrijk om goede gedachten te hebben, want wij worden wat wij denken. En ja, er zullen tussen de vluchtelingen individuen zijn die met andere bedoelingen hierheen komen. En ja, er zullen tussen de vluchtelingen individuen zijn die het met normen en waarden niet zo nauw nemen. Maar geloof me, in elke bevolkingsgroep heb je raddraaiers, klootzakken en eencelligen.

Terwijl vele professionals en vrijwilligers zich bezig houden met de vluchtelingen schrijf ik dit vanuit mijn warme onderkomen, bakje koffie bij de hand en een lekker muziekje op de achtergrond. Zonder angst. Al ruim 51 jaar. Heb ik dan helemaal geen angst? Uiteraard. Ik heb angst voor al die grote schreeuwers. Dat zij de overhand krijgen in dit land. Ze zeggen niet voor niets: De brutalen hebben de halve wereld!

Laten we er alsjeblieft voor zorgen dat wij die andere helft houden!

De Eetclub

Waarom staan er zoveel bankjes in de provincie Groningen? Dit vroeg ik mij af toen ik boodschappen aan het doen was voor het avondeten. Op elke hoek en in elke straat zijn ze te vinden realiseerde ik mij terwijl ik de winkel in liep en mijn boodschappenbriefje erbij pakte.

Maar de gedachte zette ik snel van mij af want ik moest mijn hoofd er even goed bijhouden want mijn geliefde had drie dames uitgenodigd voor het eten.
In totaal dus vier vrouwen over de vloer! Hier was een goede, gedegen voorbereiding gewenst realiseerde ik mij.

In eerste instantie was het de bedoeling dat ze naar de bioscoop gingen en dat ze dan vooraf hier zouden eten. Maar de film die ze wilden zien werd niet meer gedraaid en toen besloten ze, via de groeps-WhatsApp ‘Filmpje’, het dan alleen bij eten te houden. En ja, mijn plaats werd vervolgens de keuken want men zegt dat ik wel aardig kan koken…

Maar ik mocht wel aan tafel mee-eten, dat knuffelde mijn geliefde mij toe, en ze toonde haar liefste glimlach.

Het boodschappen doen verliep voorspoedig. Dat komt doordat ik natuurlijk vanaf een boodschappenlijstje werk. Ben altijd zo klaar en heb alleen maar oog voor wat er op het briefje staat. Enkele uren ervoor had ik die samengesteld, bedacht mij bij een kop koffie en een sigaret in onze tuin wat er gegeten ging worden en nam de wensen die de gemiddelde vrouw altijd wel heeft (niet te zwaar, niet te vet en veel fruit) mee.
Het werd verse pasta, Tagliatelle, met pepersaus (light), kip medaillons, sugar snaps en rucola. Als nagerecht tropicana saus, vanille ijs, frambozen, aardbeien, meloen en stiekem echte slagroom. Oh ja, en een chocolaatje want daar hebben meisjes altijd al een zwak voor gehad.
Eenmaal thuis begon ik direct met de voorbereidingen en rond zes uur zat het hele spul lekker aan een wijntje in de tuin, onder de roze parasol. Een kakofonie volgde maar ik had de mazzel (en het excuus) om mij steeds even terug te trekken in de keuken. Tijdens het eten dacht ik dat het wel wat rustiger zou worden maar niets was minder waar, vrouwen kunnen echt twee dingen tegelijk.. praten en eten maar ook omgekeerd! Vol bewondering hoorde ik aan wat er langs kwam. Mannen die zonder sokken hun schoenen dragen waren…euh…zijn sexy. Direct steeg bij mij de vraag waarom ze dan altijd sokken voor je kopen…

Het volgende moment kwam ter sprake dat twee van de dames binnenkort naar New York gaan en één van de twee had voor haar verjaardag een koffer gevraagd. Een koffer? Ja, niet zomaar een koffer, nee, een hele grote en natuurlijk ook van dat ene merk en hij woog maar twee kilo. Ik nam maar effe een flinke slok van mijn bier en hoorde trouw als een puppie het vervolg aan. Want die koffer moest nog gevuld worden. Niet met kleding en dergelijke om in New York goed voor de dag te komen maar om alles in te doen wat ze gingen kopen in New York. Ze gaan er dus gewoon heen om te winkelen!

Hierna werd een lijstje opgesomd van allerlei gebruiksvoorwerpen die op diverse verlanglijstjes stonden van vrienden en familieleden van de Amerika gangers: Uggs pantoffels voor Tante Corry, maat 39, M&M’s bij dé M&M winkel voor nicht Emmy, Comverse All Stars gymschoenen of ‘sneakers’ en oh ja, Uggs laarzen voor vriendin Daphne, ja, Daphne die twee kinderen en deeltijd werkt. Details.

Daarna volgde direct de vraag of Uggs nog wel ‘in’ waren maar kennelijk was dat zo. Dat ik zei dat ik die Uggs maar lelijk vond staan bij vrouwen, dat het van die hompen zijn aan je benen, werd misschien wel gehoord maar ze gingen gewoon verder met hun gekwek…euh…sorry, gepraat.
Het werd me teveel en voordat ik het wist had ik de puinhoop in de keuken opgeruimd en de vaatwasser gevuld. In de tuin klonk gelach, dan werd er weer geanimeerd gepraat (geroddeld?) en vervolgens weer veel gelachen.

Na het eten sloeg het weer zo om dat we toch naar binnen moesten en even later zaten we aan de cappuccino’s, koffie en bonbons. Een van de dames vertelde dat er in een bepaalde plaats een Tommy winkel was. “Tommy winkel?” vroeg ik. “Wat is een Tommy winkel? Men keek mij aan of ik van een andere planeet kwam maar gelukkig snapten ze mij wel, ik ben immers een man. Het ging om een Tommy Hilfinger winkel, een winkel die alleen maar kleding en schoenen van Tommy Hilfinger verkoopt. Pffffffff….Wat voelde ik mij dom. Niet hoor, ik ben een man en lach er om.

Daarna gingen ze verder met het analyseren van kleding die vrouwen dragen, wat wel kan maar ook vooral wat absoluut niet kan. En toen kwamen de bekende Nederlandse vrouwen aan de beurt en ik durfde het aan om de, in mijn ogen mooie dames, Dion Stax en Annechien Steenhuizen in de groep te gooien. En waarachtig, men was het met mij eens.

De televisie moest nu aan want Linda kwam er op. Linda de Mol om precies te zijn, presentatrice en naamgenoot van het vrouwenblad Linda, een blad wat de seks en schandalen niet schuwt, daar krijg ik zelfs een blos van op de wangen. Porna heet dat geloof ik?

De familie Sneijder werden geïnterviewd door Linda, oftewel Yolanthe en Wesly.

Het was ineens stil in de kamer! Maar dat duurde niet lang en al gauw kwamen de eerste analyses binnen: wat heeft ze toch gedaan met die lippen en ja, ook Linda gebruikt botox en ze is altijd zo tuttig gekleed. Maar Yolanthe heeft wel een leuk setje aan…maar oh, wat is ze toch een aanstellerige trut!

Na de uitzending was het tijd om naar huis te gaan en na veel ‘gezellig’ en ‘leuk’ en ‘hier maken we een traditie van’ werd er hartelijk afscheid van elkaar genomen. En de groeps- App moest maar omgedoopt worden van ‘Filmpje’ naar ‘de Eetclub’!

Vermoeid van de avond douchte ik mij af en de vraag over de vele bankjes schoot mij weer door het hoofd. En nu wist ik het antwoord: omdat men hier nog gewoon de tijd neemt om met elkaar te praten. Dat is fijn en prettig en goed voor de onthaasting. Deze avond is er ook heel veel gepraat maar dat kwam omdat het vrouwen zijn. Dat zit in hun genen. En dat zorgde ook voor dit erg lange stukje tekst….

Zachtjes opende ik onze slaapkamerdeur want mijn geliefde zou vast allang slapen, vermoeid van een drukke dag werken en een gezellige (!) avond met drie vriendinnen. Uitgeput moest ze wel zijn.

Niets was minder waar…. Daar lag ze, als een Godin languit over de breedte van het bed, en rondom haar heen….Reclame folders!!
Daar zou ik ook zo weer zo’n lang stuk over kunnen schrijven….

Geschiedschrijvers

Geschiedenis schrijven. Dat is voor de meesten onder ons niet weggelegd. Ja, je eigen geschiedenis, die schrijft ieder voor zich maar het echte geschiedschrijven doen maar enkelen onder ons. Zo is het en zo hoort het. Zij hebben, zij krijgen een podium door hun functie, actie of omdat ze er op dat moment zijn.

Of ze creëren een podium en daardoor een plaats in de geschiedenis!

Zo waren wij afgelopen vrijdag, we schrijven 14 augustus in het jaar 2015, in Winterswijk. Voor de tweede keer, vorig jaar mochten we hier de uitvoering van Pink Floyd’s The Wall bekijken…beleven!
De dag was warm, drukkend warm en de plaats waar geschiedenis geschreven zou worden was de steengroeve. Deze (kalksteen) groeve ligt in de zomermaanden enkele weken stil en sinds 2010 mag hier dan theater gemaakt worden. In de open lucht, onder de meteorenzwerm Perseïden en tussen de ruim 30 meter hoge rotsen: kaal aan de ene zijde en wild begroeid aan de andere zijde waardoor je je in een andere wereld waande.

Hier werkte men aan de geschiedschrijving van de Gemeente Winterswijk en ver buiten haar grenzen. In de afgelopen week kregen ruim elf duizend mensen de gelegenheid om getuige te zijn van het muzikale dansspektakel Symfonia II, neergezet door ruim 450 amateurs/ vrijwilligers en zo’n 15 ‘profs’. Mensen zoals jij en ik, zonder realityshows en onbekend bij lieden als Albert van der Linden of Evert Santegoeds…Een verademing!

Al vanaf de parkeerplaats merkten wij dat we welkom waren en dat gevoel werd met elke meter die we moesten lopen naar de groeve alleen maar sterker. We werden gedragen door vriendelijkheid! Tijdens de afdaling ontmoetten we ‘de Mannetjes’. Vijf vrolijke creaturen die onze reis een magisch tintje begonnen te geven, we waren onderweg naar een andere wereld, de wereld van muziek, dans, theater….naar Symfonia II, van Bach tot Van Buuren, onder regie van Jasper Korving en onder muzikale begeleiding van het Eerst Achterhoeks Metropool Orkest (200 regionale muzikanten, percussionisten en zangers!), onder bezielende leiding van Gerben Kruisselbrink.

Ons enthousiasme steeg met elke meter die we dalen moesten.
De sfeer was goed. Het weer was goed. Alles was perfect. Het publiek had er zin in, gevoerd door het enthousiasme van de mensen die het allemaal bewerkstelligd hadden. Enthousiasme, achter de bar, achter de balie van de snacktent, achter het loket van de muntverkoop, kortom, overal om ons heen. Zelfs een bezoekje aan het toilet was een feestje want ook daar stonden vrolijke mensen die je de weg wezen én je attendeerden op opstapjes of andersoortige oneffenheden (“Grote plas of kleine plas?” die zo’n ruig terrein nu eenmaal met zich meebrengt.

Voor aanvang van het grote spektakel zagen en hoorden wij prachtige pianoklanken van Eline Smit. Zij speelde stukken uit o.a. Satie, Rachmaninoff en Chopin. Over geschiedschrijvers gesproken!

De avond was in drie delen opgesplitst; dag, schemer en nacht. We vlogen door muziekstijlen. Rustig met ‘Air’ van Johan Sebastian Bach tot Thalys-achtige snelheden van de muziek van Van Buuren en Tiësto. Of ‘Whiter shade of Pale’ van Annie Lennox, ‘Take me to Church’ van Hozier, ‘Russians’ van Sting, ‘Skyfall’ van Adèle en de klassieke stukken zoals ´La Mamma Morta´ van Maria Callas, ´Nessun Dorma´ uit de opera Turandot, ´Dance Macabre´ van Camille Saint Saens of de vrolijke klanken van de ‘Lambada’ van Kaoma of ‘Conga’ van Gloria Estafan.

En nog zoveel meer. De creativiteit in muziek, dans, zang, licht en rookshow was overweldigend. De dans, galante mannen die charmante dames deden zweven in de lucht, zwieren, zwaaien, op elkaar ingespeeld alsof ze al jaren samen dansten. We kwamen ogen en oren tekort.

Maar ook de vertellingen tussen de bedrijven door voedde onze geest. We werden bijvoorbeeld gewezen op ons rusteloos zijn. Waarom zijn we zo rusteloos? De verteller leerde ons een nieuw woord: rustvol. Vol overgave genieten van al het moois wat om ons heen te zien is. Leren kijken, opmerken, er oog voor hebben.. voor wonderen! Verwondering.

En we genoten. Vol overgave. We gaven ons over aan wat men ons voorschotelde. Er waren momenten van bezinning, soms tot tranen geroerd. Maar ook de lach werd niet vermeden, kolderieke situaties die heel slim ingepland waren deden ons met regelmaat bulderen. En dan waren er nog de kippenvel momenten. De een na de andere volgden elkaar in rap tempo op. We zagen hier creatieve mensen en dat kwam tot uiting doordat anderen die creativiteit eruit wisten te halen. Gewoon meegenomen in een auto, fiets, vrachtwagen of heftruck naar een 240 miljoen jaar oude steengroeve en getoond aan ons waardoor wij even onze zorgen konden vergeten, even niks, even echt mens te zijn zoals het eigenlijk hoort…

Ik ben net de 50 jaar gepasseerd, ben nuchter en heb best wel veel meegemaakt. Maar toch werd ik hier telkens weer enorm verrast en a- ritmisch als ik ben drong het ritme van de muziek mijn lichaam binnen. Ik dacht aan mensen die klagend door het leven gaan, iets wat ik verafschuw. Maar nu, geïnspireerd door het enthousiasme om mij heen wist ik het ineens: Klagen doe je maar als je dood bent!

Na de finale dronken we nog wat en werd er nagepraat. Veel nagepraat want er was zoveel te bespreken, zoveel indrukken moesten immers verwerkt worden. Toen we terugliepen in de donkere nacht, omhoog vanuit de groeve richting de ‘gewone’ wereld werden we opnieuw verrast door de medewerkers van de avond. We werden bij geschenen met lampjes om niet te struikelen op het woeste pad wat ons naar boven leidde, toegesproken met de woorden “Bedankt voor uw komst en wel thuis!” Boven in de groeve werden we alweer gewezen op het evenement voor volgend jaar: Midzomernachtdroom van William Shakespeare. Ik kan niet wachten!

Dik twee uur later waren we weer thuis. We waren getuige van geschiedschrijving pur sang! Moe maar tevreden vielen we in een diepe slaap maar in de sluimerstand moest ik nog even denken wat de regisseur van dit spektakel, Jasper Korving, mij toevertrouwde tijdens het napraten toen ik hem complimenteerde met alles wat wij gezien, gehoord en meegemaakt hadden:

“Tja, je moet er van houden..”.

Je gaat er van houden!!
Alle medewerkers hartelijk, hartelijk bedankt voor deze fantastische avond!

Mannetje staan

Nauwlettend hou ik de was in de gaten. Ik heb het wasrek over het balkon gehangen want daar is nog wat zon. Maar door het gewicht (en kennelijk de slechte staat van het rek) zie ik het rek vervaarlijk doorhangen. Voor de zekerheid maak ik de boel met wat touw nog wat extra vast, heb geen zin om de was straks van het grasveldje beneden de flat op te rapen.

Vroeger, als kleine jongen, hing de was bij ons altijd buiten. Maar daar hadden we ook de ruimte. De tuin was namelijk zo groot dat je er én een groentetuin had én een speeltuin. Speeltuin? Ja, er was een schommel (palen kwamen uit Zaandam), een draaiend rad (van een kaasbrik uit Nieuwegein), een bankje (gemaakt van een oud schoolbankje) en een wip (van strandhout en op het onderstel van een slijpsteen gemonteerd). En alles in elkaar gezet door mijn vader natuurlijk. De grens tussen beide gebieden was een haag van riet, riet welke wij gebruikten voor de pijl en boog wanneer dit kinderspel in de populaire fase zat. Ja, fase. We hadden ook nog de knikkerfase, de rolschaatsfase, de cowboyfase en de punnikfase. Dat punniken was toch wel een ding. Want ook de jongens mochten dit legaal uitoefenen zonder dus de bekende grappen. Kilometers heb ik gepunnikt dus ik was daarin wel door de wol geverfd.

Maar er was ook de indianenfase en dan had je een pijl en boog nodig. De veren vonden we wel om ons heen, gewoon in de natuur. De boog maakten we zelf want van Bart Smit hadden we nog nooit gehoord. Gewoon van een (buigbare) tak en het touw lag gewoon in de schuur. Er bestond geen wet die je verbood een tak van een boom te snijden met je zakmes. In die tijd had elke jongen een zakmes want die had je immers nodig om een pijl te maken, een touw door te snijden of om de gevangen vis te ontdoen van kop en ingewanden. En niemand had er wat op tegen maar je stak er ook niemand mee over hoop.

Spanning. Het gevaar opzoeken, dat zit in ons,mannen. Zelfs van een wasrek aan een balkon kan je wat spannends maken mits je daar oog voor hebt natuurlijk. Je kan ook op safari gaan en vragen aan enkele Afrikanen of ze effe een leeuwtje jouw richting willen opsturen. Dan zit je in je Eurokamp tentje (van alle gemakken voorzien) te wachten op wat komen gaat. Om je mannelijke ego wat op te punniken. Oké, het kost een paar centen maar ach, de inkomsten zijn er in overdaad dus wat zou het. Een echte lefgozer! En dan ook nog met een prehistorisch oorlogstuig, de pijl en boog. Een man die maar niet volwassen wil worden. Of beter gezegd, een ventje wat maar geen man kan worden. Daar heeft hij zijn geld voor nodig, om zichzelf te bewijzen of zo iets.

Kijk, ik ben geen vegetariër en tattoo mannen die met een Chihuahua of een Chih Tzu stoer rondlopen bezorgen mij altijd een weldadige lachbui, maar om nou een leeuw met pijl en boog om te leggen onder de noemer van ‘hobby’ gaat zelfs mij te ver. Oefen desnoods op een poster van je ex of probeer net zoals Robin Hood een pijl te splitsen, maar blijf van deze bijzondere dieren af want we hebben al genoeg kapot gemaakt op deze wereld.

Of…. ga een tuin afgraven als je actie wilt! Heel goed voor je mannelijkheid want al je spieren komen aan bod. Hoe ik dat weet? Ik heb onlangs zo’n projectje mogen doen, onze tuin in Winschoten had namelijk een border en die moest eruit. Eerst 10 cm witte siersteentjes en daarna nog een 2, 5 kuub zwarte aarde. Ik begon om half 9 s’morgens en tegen schemer was ik klaar. Mijn lieve schat verzorgde mij de hele dag door met lemon water, koffie en een omgekeerde eierkoek met verse aardbeien. En liefde, och man, ik werd er door overstelpt! Elk uur kreeg ik te horen hoe goed ik wel niet bezig was en om mijzelf nog stoerder te voelen gooide ik mijn shirt uit en liet de hele buurt genieten van mijn tattoo-loze body, waar het zweet van af sijpelde waardoor een onwelriekende lucht onder de oksels zich verspreide over het slagveld. De lof werd nog groter toen ik een vervelend boompje, vervelend in die zin dat er dikke wortels aanzaten, uiteindelijk uit de grond wist te rukken! Na een klein uurtje uitgraafwerk dus hier was wel wat aan de hand. Met de trofee onder mijn voeten werd dit vereeuwigd door een Samsung S4 en tevreden dronk ik weer een glas lemon water want het zweet gutste nu gelijk de Niagara waterval van mijn lijf.

Hoe mannelijk wil je je wel niet voelen! Hier hoefde geen sportschool aan te pas te komen. En na het douchen stond er een lekker Black Label met ijsklontjes klaar en we voelden ons gelukkig…

De was is droog. Met veel kunst en vliegwerk, de was bestond uit een dekbedovertrek, vouw ik de boel op zodat het zo in de kast kan. Het touw snij ik los met mijn zakmes, een tastbare herinnering uit de tijd dat ik nog militair was. Ach ja, wanneer ben je een man… Maar je moet er wel oog voor hebben!

Toe aan vakantie

 

Vakantietijd. Te vergelijken met de stilte voor een flinke juli storm. Lege kantoren, kinderen de hele dag om het huis, geen rijen in de supermarkt en even voel je je heer en meester op de lege snelwegen… En zeer waarschijnlijk schrijf ik dit stukje voor niks want iedereen heeft wel wat beters te doen. De mensen die nog niet op vakantie zijn herken je aan hun vermoeide gezichten. Chagrijnig omdat ze weer een jaar van werken op de rug meedragen en in hun ogen zie je het verlangen naar vakantie. Want via diverse media komen de eerste vakantiekiekjes al binnen, foto’s van azuurblauwe wateren , dames en kreeftrode heren welke samengeperst in badkleding vrolijk lachend het zoveelste ijsje of exotisch drankje naar binnen werken, barbecues die vrolijk rokend de gasten erom heen vergassen en vervolgens zien we hoe een kippenpoot verorbert wordt door Ome Henk, op het bot nog rauw weliswaar maar ach, het is vakantie dus tijd genoeg om de hele dag op de wc te zitten.. en tot slot zien we ver- en dichtbij gezichten van prachtige hotels, landschappen en stranden.

Ik krijg er een depressie van.

Waarom? Omdat ik nog geen vakantie heb. ‘Zij’ hebben wel vakantie en ik moet nog gewoon naar mijn werk, gewoon elke dag mijn boterhammetje smeren en gewoon zelf bedenken wat ik vanavond ga eten. Saai. Heel saai. Al 351 dagen lang.

Zoals ik al schreef, die vakantiekiekjes komen binnen via Social Media, zoals op Facebook. Natuurlijk kijk je er naar en met elke foto stijgt het depressie gehalte. En daarbij komt een extra depressie want te lang staren naar je GSM scherm veroorzaakt weer een extra depressie. Zo lees ik weer in een van de komkommerbladen. Door steeds maar op schermpjes te kijken breek je je melatonine (euh..is zeg maar een slaap-appje) af waardoor je slechter in slaap kan komen. Gsm, tablet, tv of andere schermpjes kun je dus beter uit de slaapkamer weren.

Hardlopen daarentegen is goed voor de geest. Tenminste, dat dacht ik tot ik in een komkommerkrant las dat er in IJmuiden een rennende ‘rukker’ is gesignaleerd… Ik snap dat je als lezer van dit stukje nu liever even wilt wegrennen want ondergetekende komt weer met vulgaire praatjes maar niets is minder waar. En trouwens, ik volg gewoon een trend want we kijken ook naar ene Barbie en Michael uit Scheveningen en die vertellen ons met grote regelmaat wanneer ze gaan poepen of piesen dus dit kan en dit mag.

Ik heb het uitgezocht, heb de hardloper gevonden en gevraagd waarom hij tijdens het lopen met zijn geslachtsdeel loopt te zwaaien of te swaffelen. Volgens hem kwam het door het broekje. Dat zijn van die strakke broekjes waardoor je beter beschermd bent tegen slijtage van de binnen-benen, bij de lies. Vooral als er haren zitten kan dat lelijk gaan schuren en zelfs tot brandwonden leiden. En die broekjes zitten zó strak om je lijf om zoveel mogelijk weerstand te geven. Weerstand tegen wind en andere narigheid. Aerodynamisch noemen ze het ook wel.

Maar goed. Tijdens het hardlopen de hand aan jezelf slaan is niet echt aerodynamisch dus ik vroeg hem waarom hij dat dan wel deed. “Nou”, zei hij, “omdat dit broekje zo verrekte strak zit!” “Mijn grote vriend moet ik zo nu en dan even uit zijn benarde positie bevrijden anders ben ik bang dat hij afsterft…”

Hoog tijd dat deze hardloper op vakantie gaat!

Wildgroei

Mijn wenkbrauwen groeien harder dan ik hebben kan. De grijze haren zijn voornamelijk de boosdoeners, die kennen geen grenzen en groeien alle kanten op. Als brildrager kan dat behoorlijk irritant zijn want door die wildgroei sta (of zit) je constant de brillenglazen te ontdoen van een vetlaag. Want je wil niet de wereld in een dikke mist zien, daar kan je somber van worden met alle gevolgen van dien.

Een hulpmiddel zijn de brillen-poetsdoekjes. Handig van formaat en makkelijk bij je te steken. Dat ze meestal al uitgedroogd zijn wanneer je ze nodig hebt is een vervelende bijzaak, dan poets je je het apelazarus totdat de wereld om je heen er weer wat helderder uit gaat zien. Dat is een. Een andere manier is wildgroei voorkomen, kort houden dus. In eerste instantie houden de kapper en mijn vriendin het bij maar onlangs waren beiden niet binnen bereik en besloot ik het zelf te doen, met behulp van de tondeuse op mijn scheerapparaat. En de spiegel. Nadeel is dat de bril af moet waardoor ik weer in het schimmenrijk liep. Toch had ik inmiddels genoeg moed verzameld om, gewapend met zakkammetje en tondeuse, het kortwieken te beginnen. Eerst links. Dat ging goed en mijn zelfvertrouwen groeide harder dan mijn wenkbrauwen. Toen rechts… en ook dat ging goed. Tot ik mijn bril weer opzette! Want alles werd nu weer scherp en ik zag dat mijn rechter wenkbrauw nagenoeg weg was….

Ik besloot even een momentje rust te nemen, even mijzelf bij elkaar rapen om de teleurstelling te verwerken. Dat doe ik ook altijd als een klus niet lekker loopt en als ik er dan weer aan begin gaat het mij ineens beter af. Hierna had ik toch de moed om ook maar even de bakkenbaarden mee te nemen en mijn poezelige nekharen. Dat ging beter totdat ik een dag later door mijn oudste zoon aangesproken werd dat het aan de achterkant niet helemaal goed gegaan was. Gelukkig corrigeerde hij het direct en was ik weer het mannetje!

Tenminste, dat hoopte ik dan maar.

Mijn verbazing steeg harder dan ik hebben kan toen ik hoorde dat de organisatie van de Vierdaagse de urine die tijdens die dagen ‘geproduceerd’ wordt, op te vangen en her te gebruiken. Als mest voor de boeren. Kennelijk is het mestoverschot verleden tijd omdat men nu wandelaars vraagt lekker te gaan zeiken. Deze urine, zoals iedereen weet bestaande uit onder andere aminozuur, creatine, chloriden, fosfor, zwavel, natrium, calcium, kalium en magnesium, krijgt een extra dimensie doordat er ook alcohol aan toegevoegd is. Heel veel alcohol! En nu schijnt die toevoeging van alcohol weer goed te zijn voor de groei van gewassen op het land…

Je zou er wild van gaan plassen!

Maar wildplassen mag niet. Als je door teveel bier drinken je blaas wilt ledigen mag dat alleen in de daarvoor bestemde etablissementen. Dus niet tegen een boom, lantaarnpaal of muurtje zoals we dat vroeger deden. Daar staat een bekeuring op van 140 euro. Of je een emmer urine leeg gooit! Maar in Nijmegen mag het nu min of meer dus wel, alleen dan met een omweg.

Ik denk dat ik voortaan de groenten uit die omgeving een extra wasbeurt ga geven want het gevaar zit ‘m nu in het eten van een Nijmeegse aardappel of portie spinazie. Weggespoeld met een frisje want je moet nog rijden. De eerste boete voor een te hoog alcohol promillage in je lijf is.. 360 euro!

Mierenziften

Terwijl de mieren kop aan kont ons huis binnen stormen zoek ik mijn heil in de tuin want onze Lieve Heer heeft de airco aangezet. Verderop hoor ik het gedonder van naderend onweer maar volgens de ‘buien-app’ zal het onze locatie passeren waardoor ik de kans greep om na 14 dagen weer eens in een tuin te zitten. Want voorgaande periode moest ik het doen met een flat en een balkon en daardoor was mijn zomergevoel ver te zoeken, vervloekte ik de warmte en ontstonden er geen verhalen ‘in de spelonken van mijn geest’ zoals mijn goede vriend Jan Leendert dat altijd zo mooi zegt.

Bam!!!!

Oei, dat was dichtbij! Ik kijk naar mijn geliefde en vraag haar mijn hand vast te houden. Vragend kijkt zei mij aan. “Mocht de bliksem nu via onze (roze) parasol inslaan dan sterven we hand in hand… Hoe mooi wil je het hebben!” antwoordde ik. Op datzelfde moment weer een enorme klap en wij lagen al onder de tuintafel! Na inspectie van lijf en leden op een niet erotische manier bleek alles nog heel en ontdekten we wat die 2e klap was: de hordeur van de keuken was spontaan teruggeschoten in zijn behuizing! Was dit een teken van hogerhand? Dat ik niet mag spotten met het lot?
Maar de Groningse nuchterheid leerde ons dat de hordeur de laatste tijd wel vaker spontaan dichtklapte dus het is gewoon een technisch dingetje, magneetje vervangen of zo…

De lucht wordt lichter en ik zet nog wat extra mieren lokdoosjes neer. Mieren lokdoosjes? Eigenlijk een raar woord. Je wilt van dat gespuis af maar je zet doosjes neer om ze te lokken… Zo hoorde ik van de week ook het woord ‘tussendoor-schap’. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, wat betekende dit woord nu weer? Het is supermarkt-jargon want we hebben het hier over een schap waar enkel tussendoortjes in te vinden zijn. Zoals bijvoorbeeld van die mueslirepen of ontbijtkoekjes met noten en rozijnen. Voor de tussendoor trek. Want ja, we eten immers de hele dag door en dwalen steeds verder af van een stevig ontbijt, een lichte lunch en een Bourgondisch diner. Om nog even iets toe te voegen aan voorgaande onzin, het balkje wat bij de kassa door de caissière (vaak vinnig of verveeld) doorgeschoven wordt naar de eerstvolgende klant heet een beurt-balkje.

Het is maar even dat je het weet.

Zo is er ook nog het woord/ begrip ‘etnisch profileren’. De betekenis hiervan is dat mensen met een kleurtje vaker dan blanke mensen staande gehouden worden door de politie. Met andere woorden, ben je geboren met een kleurtje dan ben je op voorhand crimineel. Heb je een grote neus en ben je een echte crimineel door bijvoorbeeld lastige gasten om je heen om te laten leggen, dan wordt je pas rond je 56ste aangehouden. Nu weet ik al dat veel mensen dat ook echt vinden want we mogen immers, sorry, we moeten immers alles kunnen zeggen in deze maatschappij en het is altijd prettig om naar anderen te wijzen. Let wel, ik heb heel veel respect voor de politie, roep altijd wanneer men op ze moppert omdat ze bekeurd zijn dat diezelfde agent je reanimeert na een ongeluk of hartaanval, maar etnisch profileren is een feit.

Hoe weet ik dat dan? Dat weet ik omdat mijn collega’s met een kleurtje haast wekelijks aangehouden worden! En ze worden niet boos, laten het gelaten over zich heen komen en vervolgen daarna rustig weer hun weg.
Diepe buiging! Maar zó jammer dat we dit in 2015 nog mee moeten maken. Het werkt niet mee aan de eenheid, nutteloos is het ook.

Mieren in je keuken zijn wel nuttig. Dat lees ik net op het internet nadat ik 6 mieren van de broodplank heb weg moeten sturen. Ze ruimen namelijk zaken op die wij met het blote oog niet zien. Ineens is de ergernis van de mieren weg. Puur omdat ik mij even verdiept hebt in de materie.
Dat zouden we allemaal eens wat meer moeten doen voordat we beginnen met wijzen.

Excuses

Excuses maken lijkt de nieuwe trend. En hier doel ik op excuses maken aan het publiek, het volk. Voorheen was dit vloeken in de kerk maar de ‘spindokters’ hebben kennelijk de laatste tijd naar de werkvloer geluisterd, hun arrogantie van zich afgegooid en adviseren om ‘met de billen bloot te gaan’. Het lijkt een hype want de NS bood ons excuses aan voor het Fyra-debacle, de voetballer Arturo Vidal (Juventus) bood excuses aan voor het ongeluk welke hij veroorzaakt had met zijn Ferrari, Bert van Leeuwen van de EO bood excuses aan omdat een vrouw in het programma ‘Hufterproof’ onterecht als racist bejegend werd en tot slot, de Staatsloterij. Die zeggen ook geluisterd te hebben naar ‘ons’ en overdrijven nu met excuses te maken door deze in bijna elk STERblok te laten horen…Het wachten is op het moment dat ze excuses gaan maken voor het steeds maar herhalen van die excuses….

“Ik hoop vurig ooit in rook op te gaan”. Hier doelde Drs. P. op toen hij bedacht begraven of gecremeerd te worden. Het werd cremeren zoals we inmiddels weten, hij overleed vorige week zondag op de respectabele leeftijd van 95 jaar.

Drs. P. hoorde ik graag. Vanwege zijn keurige Nederlandse zinnen wellicht. Kennelijk valt dat op doordat we in een tijd leven dat het Nederlands langzaamaan aan het verbasteren is. Straattaal en het Engels winnen steeds meer terrein.

Drs. P. hoefde niet ondertiteld te worden zoals we tegenwoordig wel iedereen ondertitelen die buiten de Randstad wonen.

Alsof Het Westen netjes Nederlands spreekt! Daar hoor ik toch te vaak namen van ziektes in zinnen gebezigd worden waarvan elk persoon die eraan doodgegaan is zichzelf zou omdraaien in het graf of de urn. Naast dit gesproken ‘woord’ is er nog het geschreven woord. En dan heb ik het over reageren op iets wat iemand zegt of gedaan heeft. In ‘Tweetjes’ of ‘Chatjes’ of ‘weetikveelhoezedattegenwoordigdoen’. Wat ik wel weet is dat je het daar behoorlijk anoniem kan deponeren en dat is vergelijkbaar met het feit dat mensen, wanneer het donker is en men denkt dat niemand het ziet, zich ineens anders gaan gedragen. Als beesten wil ik zeggen maar ik herstel dat direct tijdens het schrijven want de mens kan zich nog érger gedragen; geen vergelijking te vinden.

Het is verloedering, een mooi woord trouwens voor wat algehele achteruitgang betekent. Als je die mensen zou confronteren met hun eigen meninkjes hoop ik dat ze het inzien en over de brug zullen komen met excuses. Zint eer gij begint! Al was het alleen maar tegen hun naasten, ouders, broers, zussen of, God behoedde het, hun eigen kinderen. Want we weten, jong geleerd is oud gedaan.

De kunst om iemand op een nette manier tot de orde te roepen of, waarom ook niet, te beledigen, lijkt steeds verder van ons af te drijven. Maar ze zijn er nog wel! Zo zag ik van de week een jongen in een aflevering van ‘Man bijt hond’. Dit was een oude aflevering maar zoals we weten stikt het momenteel van de herhalingen want eigenlijk horen we buiten te zomeren en niet voor de TV te hangen. Maar goed, dit even terzijde. Die jongen hield een heel verhaal over kunst en ijdelheid, dat ijdelheid er altijd al geweest is. Leuk. Best wel leerzaam en weer de bevestiging dat we veel kunnen halen uit de geschiedenis. Hij had het onder andere over beelden van beroemde figuren die ver van de werkelijkheid stonden. Die beelden laten vaak vele spiermassa’s en strakke kaaklijnen zien terwijl de werkelijkheid toch echt anders was. De jongen maakte zijn verhaal nog duidelijker door iets privés te vertellen. Ooit vroeg hij eens aan zijn moeder of hij ook naar de sportschool mocht om zijn lichaam wat ‘op te spieren’ aangezien hij niet zo breed geschouderd was. Zijn moeder antwoordde:

“Ach. Lieverd, jou lichaam is niet om te trainen..maar om te denken..”

Mooi! Helder. Duidelijke taal.

Ik snap dat bovenstaand stukje sommige in de wieken zou kunnen schieten doordat ze het niet met mij eens zijn. Daarom bij voorbaat mijn oprechte excuses!

Bijtanken

Mijn hoofd is leeg. Enkele dagen Terschelling is voldoende om dat voor elkaar te krijgen. Alsof de (bijna) altijd aanwezige wind alle stress er met een flink windkrachtje uit je kop blaast. En daarna weer de ruimte biedt om ontvankelijk te zijn voor al het moois wat dit Waddeneiland ons te bieden heeft.

Want er is veel moois te zien. Zowel fietsend als wandelend kwamen we weer dingen tegen die eigenlijk zo gewoon zijn dat we het geen ruimte meer bieden. Bij het huis waar we bivakkeerden was er druk vogelverkeer. Het kwetteren van de jongsten wanneer vader of moeder spreeuw, mus of koolmees met voedsel terugkeren op het nest. Maar ook de eerste vlieglessen kregen we mee. Gratis en voor niks. De natuur in volle glorie.

Tijdens de fietstochten die we maakten zagen we de mooiste kleuren groen aan struiken en bomen zich ontluiken en de gele Brem stond in volle bloei. Opvallend waren de konijnen die we zagen ‘achter de dijk’ maar ook de zilvermeeuwen die hun prooi, meestal dikke vette krabben, stukgooiden op het asfalt van het fietspad waarna ze ongestoord aan hun maal konden beginnen.

De hoeveelheid gasten op het eiland viel wel mee. Het lukte mij zelfs een foto te maken in de Oosterburen van Midsland zonder dat er mensen op te zien waren. Hier was duidelijk sprake van het voorseizoen. De middenstand was rustig bezig op gang te komen en de eerste terrassen van de horeca stonden alweer fraai uitgestald. Het deed mij denken aan de tijd dat ik er zelf nog woonde. Dan kon je een kogel afschieten in dit jaargetijde. Maar je wist wanneer je door de lege winkelstraat fietste dat het maar voor korte duur zou zijn. Dat de toeristen vanzelf weer kwamen en dat we dan weer vele nieuwe contacten zouden maken. Zo kwamen wij in die tijd de winters wel door.

Toen we een slag door West-Terschelling maakten zagen we een horeca-pand op het Brandaris-plein leeg staan. Eens floreerde hier hotel De Lutine en nu staat het leeg, is het in vervallen staat en is de geest totaal uit de fles. En waarom? Tja, gedoe tussen gemeente en eigenaar hoorden we in de wandelgangen.

Koppigheid kan je het ook noemen en de Brandaris kijkt somber op haar neer, dat hij dat nog moet meemaken.

Snel doorlopen dus. Weer genieten en deze wond in het dorp zo snel mogelijk achterlaten. We beklimmen het (opgeknapte) Seinpaalduin en kijken om ons heen; we zien het Groene strand, we zien buureiland Vlieland, we zien de grote loodsen van Harlingen maar kijken snel door over het eiland. Bossen, duinen, polders, het strand, het Wad en de daken van de huisjes, meestal rood zoals de kleuren van de Terschellinger vlag ons altijd geleerd hebben. Wat een schoonheid. Hierna maken we een doorsteek naar Dodemanskisten. Ook hier zijn ze aan het opknappen geweest. Ik doe mijn ogen dicht en zie om naar strenge winters en zag mijzelf weer schaatsen…. Prachtig!

Later in de week wandelden we ook nog door het Hoornse bos. Paadje in, duintje op en olifantenpaadje weer af. En dan een lekker bak koffie bij strandpaviljoen Kaap Hoorn. Als beloning voor twee uur wandelen in goed gezelschap. Een mens heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn. Alleen vergeten we dat nog wel eens…

Tussendoor fietsten we regelmatig langs het Duinmeertje want we waren in verwarring geraakt doordat ook daar flink de snoeischaar aan het werk gezet was. En, eerlijk is eerlijk, het ziet er weer gelikt uit: “Wat een verfje al niet doen kan!” zou je kunnen zeggen.

We konden het ons ook permitteren om eens lekker uit eten te gaan. En deze keer trakteerden we mijn zus en zwager op een heerlijk dineetje bij ‘de Heksenketel’ (met o.a. zeer gastvrije Cor als ober). Omdat zus en zwager altijd klaar staan voor mijn ouders. Want daarin sta ik aan de zijkant, woon immers ‘aan de wal’ en niet om de hoek en kijk meestal van een afstand toe.

Zondag was de laatste dag. We hielden het die dag niet droog want het regende onafgebroken, de lente liet zich even verdringen door de herfst. Een voordeel, heel het land zat in deze depressie en menigeen vervloekte de weermannen/vrouwen die voorspeld hadden dat het zondag prachtig weer zou worden.

Toch had het een voordeel, die regen. Want daardoor zag je de tranen niet op onze wangen, de tranen omdat we weer afscheid moesten nemen van familie en van het mooiste eiland van ons land…

De Dijk

Ruim 30 km lang had ik een haat-liefde verhouding met ‘De Dijk’. Niet de Dijk van Huub en ook niet de Amsterdamse Zeedijk waar De Dijk van Huub weer naar vernoemd is, nee, de Afsluitdijk.

Haat-liefde. Als jonkje vond ik het maar niks. Ja, wel spannend maar het duurde zo lang en daardoor ebde zich de spanning gelijkerwijze weg met de gereden kilometers en dat is een goede basis voor verveling. Ondanks dat wij fanatiek nummerborden aan het opschrijven waren! Met het hele gezin in de Fiat 660T van ‘de zaak’ van mijn vader. Onderweg naar de familie aan de wal, een jaarlijkse traditie in combinatie met de bouwvakvakantie. Tijdens een van die reizen werd mijn aandacht getrokken door het portier die mij deed scheiden van het asfalt van de Afsluitdijk. Nieuwsgierig als ik was op die leeftijd besloot ik maar eens het portier te openen waarna een zuigende kracht mij aantrok om naar buiten te vallen, ware het niet dat mijn geliefde grote zus in een split second mij weer naar binnen trok en het portier afsloot. Een spectaculair begin van de vakantie kun je wel zeggen.

Sindsdien moet ik daar altijd aan denken als ik De Dijk passeer. Een jeugdtraumaatje wellicht.

Tegenwoordig bestaat mijn gevoel over deze ‘dijk der dijken’ uit een en al liefde. Dat zal wellicht te maken hebben met mijn verleden, oftewel de historie van mijn familie. Het begon aan het einde van de 1e Wereldoorlog (’1914-’18). Jan Brugman uit Jutphaas (tegenwoordig Nieuwegein) vervulde zijn dienstplicht ten tijde van de 1e WO op de Kop van de Afsluitdijk. De Afsluitdijk was er toen nog niet maar de plannen waren er al wel (men begon uiteindelijk in 1920 met bouwen). Maar Jan had natuurlijk ook vrije tijd en dook het avondleven in van Harlingen. En daar kwam hij Geesje van der Zee tegen waarna de liefde de rest deed. Na zijn diensttijd nam hij Geesje mee naar Jutphaas en trouwde haar geliefde. Mijn opa, Ben Veldhuizen, was bevriend met Jo Brugman, broer van eerder genoemde Jan. Toen mijn opa hoorde dat Geesje nog vijf zussen had, besloot hij een keer met Jan af te reizen naar Harlingen en leerde daar toen Acce van der Zee kennen, dochter van Hylke van der Zee die in Harlingen een timmerbedrijfje runde.

En het klikte!

Enige tijd later kreeg Acce werk in Soest waardoor ze dichter bij elkaar kwamen te wonen en in 1929 trouwden ze en stichtten ze een (groot) gezin: vier zonen en vier dochters.

Aan de Afsluitdijk werd inmiddels volop gewerkt. En in 1933 was het klaar en nu is men bezig met nieuwe plannen, een renovatie. Men wil onder andere het fietspad aan de Noordkant aan gaan leggen zodat men tussen dijk en Wad de kilometers kan vreten. Net als op Terschelling. Afsluitdijk 2.0 zeg maar. Morgen mag ik er weer overheen. En zal ik mijn vriendin weer wijzen op de Stevinsluizen, het bord Welkom in Friesland, het beeld van Lely, Het Monument en de Lorentzsluizen. En weer zal ik met weemoed terugdenken aan vervlogen tijden. Maar het allerbelangrijkste is dat ik mij steeds meer zal realiseren dat ik een halve Harlinger ben. Geboren in het St. Jozef ziekenhuis te Harlingen en kleinkind van een volbloed Harlingse, Acce van der Zee.

En daar ben ik best wel trots op!

Dat denk ik dan..als man zijnde

Mijn vriendin appte mij vanmiddag dat ze vanavond met twee dames naar een kledingzaak in Gorredijk gingen, een kilometertje of 90 van verwijdert van hun standplaats… Ik schrok even van die afstand want dat doe je niet ‘zo maar’ even…denk ik dan, als man. Ze zouden om 17.00 uur vertrekken maar dat werd 17.30 uur. Een half uur later dan gepland maar ach, het bevestigde maar weer dat het vrouwelijk geslacht het niet zo nauw neemt met de tijd. Denk ik dan weer, als man zijnde….

Het moet wel een bijzondere winkel zijn. Want dichterbij zijn er genoeg winkels waar de dames aan hun gerief…euh…honger naar mooie kleedjes en lapjes kunnen komen. Honger ja, een niet te stillen honger… zo denk ik dan weer, als man.

Mannen houden ook wel van mooie kleren maar het moet in eerste instantie praktisch zijn (en ook wel een beetje stoer..). En het moet, in mijn geval, ook verhullend zijn aangaande zwakkere plekken van mijn lichaam. Zodra ik de term ‘slim-fit’ op een overhemd of t-shirt zie zakt mijn enthousiasme direct naar nul en wil ik eigenlijk al direct de winkel verlaten! Daarnaast moet de aanschaftijd niet te lang duren. Bij mannen is dat eigenlijk net als bij sex: erin en eruit. Dat geldt trouwens dan weer niet voor mij maar hier bedoel ik de gemiddelde man. Laat ik hier even heel duidelijk zijn!

Zo stond ik onlangs ineens in de Bijenkorf. De Haagse versie. Op Terschelling hadden we ook een Bijenkorf maar dat had weinig met de Haagse versie te maken. Want de Terschellinger versie bestond voornamelijk uit vliegers, frisbee’s en een heleboel Terschellinger ‘hebbedingetjes’ zoals sleutelhangers, badhanddoeken, washandjes, sjalen, petjes en miniatuur ‘Brandaris’jes’, het meeste in de Terschellinger kleuren. En theelepeltjes natuurlijk.

Eenmaal door de draaideuren van de Haagse Bijenkorf kwam er een lucht op mij af welke mijn neus flink deed overwerken om alles een plaatsje te geven. Ik bleek op de parfumafdeling van deze toko beland te zijn. De roltrap naar de herenafdeling gaf enige verlichting en weldra neusde ik, de neus was immers toch al volop aan het werk, tussen allerlei soorten en merken herenkleding. Opvallend waren de medewerkers. Strak in het pak of mantelpakje en geurend naar de parfumerie die ik net achter mij gelaten had. Het leken wel etalage poppen! Na een kwartiertje had ik het eigenlijk wel gezien, vooral omdat dat kwartiertje aanvoelde als een uur. Maar zo denk ik dan weer, als man. Maar mijn vriendin liet zich niet kisten en begon een gesprek met zo’n etalage-pop, de mannelijke variant. Jop geheten, dat stond op zijn naamplaatje. Of hij een overhemd had voor mij. En ja, die zijn buik een beetje kon herbergen….

Ik had hier weinig vertrouwen in maar ineens stond die gozer achter mij en legde een centimeter om mijn gespierde buik. Hij zuchtte maar bleef beleefd. Ik stotterde nog dat ik bezig was om af te vallen en dat het ook te maken heeft met mijn slaapstoornis maar daar had hij geen boodschap aan. Hij dook in een bak met overhemden en gleed als een waardig pianist langs de boorden. En ja, ineens pakte hij er eentje uit en die moest ik maar even passen. Nadat alle knoopjes en spelden verwijderd waren en ik óók nog de waarschuwing meekreeg alvorens ik de paskamer betrad, er kon namelijk nog best een naaldje over het hoofd gezien zijn, deed ik het stuk stof aan en bleek het nog te passen ook!

“Dat viel eigenlijk best wel mee..” dacht ik dan weer, als man.

Na uitgebreid de verkoper bedankt te hebben verwees hij mij naar de kassier, Pepijn genaamd. Pepijn nam mijn overhemd over alsof het heel breekbaar was. Vervolgens ging hij al die (verdomde) knoopjes weer dichtdoen en ik stond al te zwaaien met mijn bankpas. Te vroeg, want eerst moest het hemd nog opgevouwen worden waarna ik weer mijn bankpas opzichtig voor zijn neus hield. Te vroeg, want nu pakte hij een soort van inpakpapier en begon de boel in te pakken. “Het is geen cadeautje hoor,” riep ik, “het is voor eigen gebruik.” Pepijn keek mij aan, of beter gezegd, hij keek dwars door mij heen en ging onverschrokken voort. Na het laatste, zorgvuldig aangebrachte plakbandje, duwde ik brutaal mijn pas in de gleuf van het pinapparaat maar wederom was ik te vroeg. Het pakketje moest nog in een tasje…. Ik had inmiddels vreselijke zin om deze poppenkast ten einde te brengen door hem over de toonbank te trekken maar ik wilde mij niet verlagen tot lieden als ene Ben Saunders en dergelijke.

Ik mocht afrekenen! Na het akkoord van de bank hield ik mijn hand op voor de bon maar ik stond weer in het luchtledige te slaan want hij pakte een kartonnen mapje en daar werd de bon zorgvuldig in opgeborgen waarna hij het aan mij aanreikte…En of ik nog lid wilde worden van de Bijenkorf?

Mijn vriendin appte net weer. Het was ‘gezellig’ en ik kreeg er een foto bij van drie dames aan een tafeltje met koffie. Koffie? Jullie waren toch in een kledingzaak? Voor koffie ga je toch naar de koffietent? Of een café, kroeg of desnoods naar een ijssalon?

Tenminste, dat denk ik dan. Als man.

Ik geloof in mij

Bram Moszkowicz gaat het land in om zieltjes te winnen voor zijn politieke partij. Zo belangrijk vindt hij zichzelf.

“Want ik geloof in mij…”

En als het misgaat dan staat er in ieder geval een portie wachtgeld op hem te wachten, mits hij natuurlijk in de Kamer komt. Ik werk al vanaf mijn 18e jaar (aaneengesloten) en zoek nu werk in de provincie Groningen. De reden? Om daar te gaan samenwonen met mijn vriendin, na vier jaar heen en weer rijden. En in de tussentijd voornamelijk alleen zijn en inzien dat eenzaamheid toch wel heel erg vervelend kan zijn. En dan druk ik mij nu nog zachtjes uit. Daar willen we nu vanaf, we willen gewoon bij elkaar zijn en werken aan een nieuwe toekomst. Maar omdat ik nog in de bloei van mijn leven zit wil ik daar ook gewoon aan het werk. Maar dat ‘gewoon’ blijkt niet zo gewoon te zijn want de ene afwijzing na de andere komt binnen. En ik begin steeds meer te geloven dat mijn leeftijd, 51 lentes, daar de oorzaak van is…

Maar dat zal men absoluut niet toegeven want dan komt leeftijdsdiscriminatie om de hoek kijken, een volslagen politiek misbaksel in mijn ogen want de jonkies zijn nu eenmaal goedkoper dan de oudjes dus we gaan gewoon door met de discriminatie.

Kan ik dan niet gewoon die kant op verhuizen en op ‘wachtgeld’ teren? Nee, want ik neem zelf ontslag en heb dan geen recht op een uitkering. Ook niet na een werkbaar leven van 33 jaar. Voor de duidelijkheid, het liefst wil ik ook geen uitkering want je kunt beter vanuit een werkbaar leven solliciteren dan vanaf ‘de bank’. En daarom blijf ik toch maar solliciteren en reizen mijn partner en ik voorlopig maar weer heen en weer.

Maar als ik dan die Bram Moszkowicz en Hero Brinkman zie denk ik er steeds harder over om ook een politieke partij op te gaan richten. Dan wil ik heus wel een keer per week even terug naar Den Haag gaan om mijn neus te laten zien en mij, desnoods, even af te laten zeiken door de grote bekjes van Powned. Mijn politieke standpunten zijn natuurlijk onhaalbaar maar ik zorg dat ze lekker ‘bekken’ en ze zullen onderhevig zijn aan een flink onderbuikgevoel. Daar scoor je tegenwoordig mee, bijvoorbeeld door onze ex-advocaat: Geen ontwikkelingshulp meer. Dat snap ik ook wel weer want door zijn escapades was hij bijna in de goot beland. Eerst het mooiste blondje van Nederland kwijt aan een slangenbezweerder, toen zijn baan en tenslotte zijn eer…. Gelukkig mag hij nog roddelen bij de meisjes en jongens van RTL Boulevard, mits Peter R. de Vries hem niet voor is.

Ik geloof ook in mijzelf en ik blijf positief. Ik ga er niet mee het land in, hoogstens naar Groningen en blijf zoeken en solliciteren. Ergens zal er een werkgever zijn die mij nodig heeft, die snapt dat ik nog 17 jaar werken moet (ook zo’n politiek misbaksel) en wil! Want doordat ik steeds naar mijn werk moest heb ik menig eenzaam uurtje achter mij kunnen laten en bleef ik met beide benen op de grond.

En ik ben niet te oud, werk houdt immers de geest jong!

Een beter leven

Terwijl de (dode) vluchtelingen uit het redelijke rustige Middellandse zee water werden gevist, ontstond er een tsunami aan reacties op Facebook. Deelnemende reacties zou je verwachten maar dat was niet helemaal het geval….

Ik ga ze hier niet herhalen. Teveel eer voor deze lui. Maar dat het hier om zieke geesten gaat is een feit. Om je dood te schamen. Bij mij spookt de hele tijd de vraag door mijn hoofd: Waarom? Waarom gun je een ander mens de dood? Het zal wel weer met angst te maken hebben. Angst dat ze tekort komen. Het misgunnen van een beter leven voor een ander, ook al is de kans op een beter leven klein.

Wij leven in een gespreid bedje. Huisje, boompje en beestjes. Tegenwoordig valt het mij op dat de beestjes beter behandelt worden dan de mens. Dat omaatje om de hoek die langzaam sterft van eenzaamheid of die arme sloeber die door allerlei problemen op straat rond moet zwerven. Ondertussen halen we op elk moment van de dag water uit de kraan en winkelen we in winkels die uitpuilen van de overvloed. En als je honger hebt pak je gewoon iets te eten en als de auto teveel kilometers gemaakt heeft ruilen we hem gewoon in.

Zou dat de verklaring zijn? Doordat we alles hebben en kunnen gaan we ons vervelen en reageren we via tablet of gsm op de wereld. Als de prinses op de erwt. Vanaf de veilige bank torpederen we onze meninkjes, het liefst zo hard en zo gruwelijk mogelijk want anders wordt je niet gelezen. Die mensen op die boten stappen daar echt niet voor niets in. Die zoeken een beter leven.

Ruim 30 jaar terug liet ik mijn vertrouwde omgeving achter, Terschelling. Na 20 prachtige jeugdjaren besloot ik mijn heil te zoeken in het Westen. Waarom? Omdat ik op zoek ging naar huisje, boompje en beestje want er was niet voor iedereen werk op het eiland. Zo waren mijn ouders ooit naar Terschelling gegaan, ook op zoek naar voorgaande. Uitvliegen heet dat. Je familie achterlaten (maar niet uit het hart) en samen iets opbouwen. Om het beste uit je leven te halen.

Menselijkerwijs een heel normaal gegeven. Een recht. Een recht welke we hebben meegekregen van onze voorouders. Zo ook de mensen in Syrië, Somalië en Eritrea. Om maar een paar landen te noemen.
Maar nee, we horen liever dat onze cultuur de beste is en al het andere is niks, het is lucht en onder ons niveau. Ik prijs mij rijk ooit hier geboren te zijn. En ben mij verdomd bewust dat ik daar heel veel mazzel mee heb.

Respect voor de ander is mij ooit meegegeven maar dat kan ik niet meer opbrengen voor lieden die over lijken gaan. Nou kan ik ze heel makkelijk ook een bootreisje gunnen maar dat meen ik natuurlijk niet.
Maar een schop onder hun ontevreden kont zou mij wel veel genoegdoening geven!

Maskerade

Na het zien van René Froger bij Humberto, vrolijk zingend met zijn Toppers, kon ik eindelijk weer rustig slapen. Want dat had ik, sinds hij vlak voor de paasdagen een optreden moest staken, niet meer gedaan en dat werd allemaal nog eens versterkt toen hij later in een reactie daarover zei dat het voelde “alsof hij langzaam terugkwam uit de dood.”

Waar heb ik dat eerder gehoord…

Hij kreeg een staande ovatie. En zijn zoon vond het een emotionele avond. En zijn vrouw voegde er nog aan toe dat zelfs een halve medicijnkast het virus niet kon verhelpen.

Pasen zal nooit meer hetzelfde zijn…

Na deze wederopstanding brak dan toch eindelijk de lente aan. Nu Martin Bril al enige tijd niet meer onder ons is, besloten anderen Rokjesdag aan te kondigen. En dat deed men massaal. En men zat er massaal naast want de vroege ochtend van die bewuste dag was nog veel te koud. Zo koud dat de dragers van de rokjes geheid thuis zouden komen met een blaasontsteking. Martin zou zich omgedraaid hebben in zijn graf.

Ik ben liefhebber van de lente. We schudden de winter van ons af en alles begint weer van voor af aan. Maarten van Roozendaal zong daar ooit een prachtig lied over: Mooi!

‘Ach zie de lammeren nou toch lurken

Aan hun vers geschoren moeders

En hoe de jonge zwanen

Donzen in de zachte sloot’

Mooie woorden, een ode aan de lente. Met sigaret in de mondhoek en een goed glas op de piano zong hij ontroerende, vrolijke en prachtige liedjes. Zonder te stoppen.

Maar goed, de lente. Een nieuw begin. Altijd goed voor nieuwe energie en voor veranderingen. Zo deed ik nooit zoveel aan mijn lijf. Nu heb ik het over uiterlijke verzorging. Dat was nooit een ‘mannen-ding’. Ja, wij scheren ons en spuiten daarna met wat aftershave. En op mooie dagen spuiten we ook nog wat spul onder de okseltjes of een pufje in de boxershort… Wij mannen lieten de rest over aan de dames want die houden nu eenmaal van smeren.

Maar tijden veranderen. Er verschijnen steeds meer smeersels, geurtjes, kleurtjes voor de haren en zelfs make-up artikelen voor mannen. Aangemoedigd door de vrouwen wat weer verbazingwekkend is want aan de andere kant willen de meisjes dat we ons weer meer mannelijker gaan gedragen, uitgezonderd natuurlijk het scheten en boeren laten welke ons niet vreemd zijn… Afijn, enige tijd geleden kreeg ik een cadeautje van mijn oudste zoon en zijn vriendin en daarin zat een zakje met spul. Het bleek om een zogenaamd ‘masker’ te gaan. Dat was lekker en goed voor je huid. Ik legde het opzij en lachte mee met de rest.

Vorige week sommeerde mijn vriendin mij op de bank te gaan liggen. Als echte man heb ik daar geen moeite mee(!), dat strenge. Wel moest mijn T-shirt uit en ook nu weer toonde ik mij een echte man en gooide het textiel in de verre hoek van de kamer. Hierna kreeg ik een plaid over mij heen en een kussen onder mijn hoofd. Tevreden liet ik een boer en voelde mij als een kat voor de kachel. Ineens werd mij het zakje met spul voor mijn neus gehouden en ik schoot overeind…maar een lichte druk en de wetenschap dat ik er wel lekker bij lag was genoeg om weer terug te zakken.

 

Ik kreeg een masker! Eerst werd de boel gereinigd en daarna kreeg ik warme doeken op mijn gezicht. Toen begon ze te pielen maar dat bleek niet pielen te zijn maar ‘peelen’… de huid schuren met zout. Het volgende was een massage met lotion van gezicht, nek, schouders (en knie en teen herinnerde ik mij van een liedje..) en hierna werd het masker opgesmeerd. Twee wattenschijfjes bedekten mijn ogen en ik viel in een diepe, ontspannen slaap…Tot het masker er weer afgehaald moest worden, een marteling kun je wel zeggen want ja, ook wij mannen hebben gevoel!

Daarna was het lente. Ik voelde mij weer het ventje van 18 jaar, het jonge leeuwerikje in het warme nest en zong de rest van de avond het hoogste lied.

Zonder te stoppen!

God is boos

Dat het ging stormen snap ik achteraf wel! God liet ons even voelen erg boos te zijn. Of misschien was Hij wel eerder beledigd, want er gebeurden in de afgelopen week weer dingen die hem deed omdraaien in zijn grot. Of op zijn wolk.

De storm heeft mij ook flink op mijn flikker gegeven. Terwijl ik het juist eens was met Onze Lieve Heer. Want het was allemaal weer te ranzig voor woorden wat wij mee moesten maken.

Het begon zaterdagavond. Dat het Nederlands Elftal slecht speelde was het probleem niet maar wat er in die laatste (extra!) minuten gebeurde was de Goden verzoeken. Dus ook God. En de (meeste, hoop ik) voetballiefhebbers. We zagen namelijk Wesly Sneijder na zijn doelpunt (niet heus, het was een Huntelaartje) de bal direct opeisen nadat de bal achter de Turkse doelman Mert Gunok gevallen was. Elk normaal denkende voetballiefhebber wist waarom hij dit deed: er resteerden nog 4 minuten om alsnog de winst te pakken en daardoor was er een grotere kans op EK kwalificatie! En Wesly Sneijder, een van de betere Oranje spelers, moest dat natuurlijk ook weten want hij loopt al een tijdje rond als professioneel (!) voetballer.

Maar wat hij deed tartte alle verwachtingen! De bal ging onder zijn shirt en… de duim ging in zijn mond. Waarom deed hij dit? vroeg ik mij af. Duimen is ontzettend slecht voor je tanden, daar krijg je een overbite van!

Het bleef bij 1-1 maar dat boeide mij niet meer. Wat bezielde Wesly!Dat was het enige waar ik nog aan kon denken. Daar was dan eindelijk het antwoord, opgevraagd door Onze Jack die het kennelijk ook niet snapte: Wesly en zijn partner waren zwanger!

Schorsen! Voor vier wedstrijden schorsen! En voetbalclubs moeten hun spelers behoeden zich met showbizz lieden zoals Albert Verlinden en Evert Santegoeds in te laten want die naaien die gasten helemaal op waardoor ze vergeten zijn waarom zij ooit op de wereld gezet zijn! Namelijk om goed te voetballen!! Sjongejonge, woest ben ik! Wie denkt Wesly wel niet dat hij is!

De storm joeg mij de lucht uit mijn longen en snakkend naar adem vroeg ik Hem of het misschien iets minder kon. Maar daar wilde Hij niets van weten. Hij had ook naar Pauw (& Jinek) gekeken en zag daar bijna ex-burgemeester Onno Hoes. Deze man heeft veel goeds gedaan met Maastricht (echt waar!) maar kreeg een storm over zich heen omdat hij zijn lul achterna liep. Of beter gezegd, die van een lokboy. De lokboy was ingehuurd door Castricum en cs. en dat kostte Onno zijn kop. En Onno maakte er een slechte versie ‘Doet ie ’t of doet ie ’t niet’ van, want hij liet zich toch uit zijn broek lokken. Nu is dit spelprogramma wat ooit de Nederlandse televisie ‘sierde’ niet echt goed gebruikt in dit verhaaltje want de presentator daarvan in die tijd was Peter Jan Rens. Je weet wel, die zijn kleindochter onlangs bezwangerd heeft.

Het stormt harder dan ik hebben kan. En bij mij niet alleen want steeds meer mensen raken in de war van alles. En dat zag RTL 5 ook want die hebben weer een nieuwe evangelist te pakken die ons op het rechte pad moet houden. We hadden Joyce Meijer al (de vrouwelijke versie van The Joker) bij SBS6 maar kennelijk is er veel geld aan te verdienen waardoor RTL5 ook ineens de Zegen van Boven zoekt. De EO kan het kennelijk niet meer alleen en de KRO is te druk met zo ranzig mogelijk monteren van BZV zodat Goeiige Geert ineens Geile Geert werd. En ja, ook ik ben er ingetrapt!
s’Nachts zien we dan bij RTL5 en SBS6 de blote meisjes met hun geile nummertjes en als we dan wakker worden door een natte droom krijgen we de toorn van God over ons heen.

En die toorn duurt nu al vier dagen…

Zalig Pasen!

De democratie tiert welig

Nu de verkiezingscampagne achter de rug is kunnen we weer verder met ons leven. Pffff…het was weer afzien! Politici in rare, gekleurde jasjes op de markt, ineens heel geïnteresseerd in de gewone man. En daarna zie je ze nooit meer terug.

Maar ja, gelukkig mogen we stemmen en wonen we in een democratie. We hoeven niet gewapend de straat op om onze belangen te beschermen. Om maar eens wat te noemen. Want we leven in een vrij land en de enige oorlog die er woedt is die tussen de supermarkten Jumbo en Albert Heijn.

En van die oorlog worden we wél beter!

Nee, we hebben het goed. Alleen vergeten we dat nog wel eens. Dan komt het chagrijn naar boven. En afgunst. En wijzen we met de vinger naar anderen. Omdat het nooit aan jezelf ligt.

Gelukkig is er afleiding genoeg om ons heen. Bijvoorbeeld de televisie. Elke avond GTST of op zondag BZV. Of Superfans! Door al die schitterende programma’s draait de gemiddelde tv overuren en spenderen we veel tijd aan het kijken. Zoveel tijd dat we er chagrijnig van worden. Dan zit je op de bank te geeuwen en als je dan naar bed gaat vraag je jezelf af of je je tijd niet beter had kunnen besteden. En dan komt de spijt. En die spijt begint te knagen en te knagen en dan besluit je het morgen allemaal anders te gaan doen.
Alleen blijven dat soort besluiten vaak liggen onder het dekbed of kussen zodat je de volgende nacht opnieuw wakker ligt van de spijt.

En John de Mol maar lachen met zijn familie!

Politici doen gekke dingen als ze je nodig hebben. Naast het zieltjes winnen op de markt of in de winkelstraat verschijnen ze ook ineens bij Geer (of Goor, of andersom, of bij beide), bij de roddelkoning Albert Verlinde, op de radio bij Giel of bij Tijd voor Max met die vreselijke Sybrand Niessen. En dan nog in al die programma’s waarvan ik het niet weet omdat de heren mij dat niet even verteld hebben van tevoren. Zo jammer…
Voorgaande doen ze om zo een groter publiek te bereiken (niet omdat ze het leuk vinden!) Want het gros kijkt niet naar politiek georiënteerde programma’s maar naar voorgaand genoemde programma’s. Ook wel ‘entertainment’ genoemd. We moeten immers vermaakt worden: Panem et circenses of in gewoon Zuid-Hollands Geef het volk brood en spelen!

Of ze zoeken de aandacht door familieleden websites te laten maken…

De jeugd heeft ook weer gestemd en de koppen in het nieuws schreeuwden dat de PVV het hoogst scoorde. Met 19 %. Verontrustend in eerste instantie maar aan de andere kant heeft 81 % niet op deze angst aanwakkerende partij gestemd. Dat had een veel leukere, positievere kijk geweest op deze uitslag: 81 % van de schooljeugd stemt niet op de PVV!

Maar ja,wie ben ik. Slechts een burger in een gewone jas op de markt…

Rambo

Vorige week had ik oppasdienst. Niet op een (klein) kind maar op een…. hamster! Mijn oudste zoon, inmiddels 20 jaar jong dus oud genoeg om eigenaar te zijn van een hamster, is sinds een tijdje de trotse bezitter van dit bolletje wol. Met toestemming van het cluppie van Dion Graus, de Dierenpolitie en die lieverds van de Dierenambulance. Die laatste zijn momenteel weer druk bezig de paddentrek te begeleiden en dat is maar goed ook want toen ik gisterenavond naar mijn werk fietste, moest ik zigzaggend fietsen omdat het fietspad overbevolkt werd met overstekende, geile padden. En overstekende, naar de grond turende paddenredsters…

Elk jaar weer hetzelfde gelazer!

Zoonlief kwam samen met zijn vriendin het beest brengen, inclusief kooi, eten (gehamsterd) en … speeltjes. Want ook hamsters kunnen zich vervelen en moeten daarom bezig gehouden worden. Want anders is het zielig. De brutale wolf die van de week ons land binnen getrokken is wordt door sommige mensen ook al zielig bevonden. Want hij is alleen, zoekende naar zijn maatjes en compleet de weg kwijt. Via de sociale media worden we precies op de hoogte gehouden waar dit prachtbeest zich bevindt. Onder andere dook hij op in een woonwijk, kennelijk op zoek naar het huisje van de Grootmoeder van Roodkapje. We zagen beelden van een redelijk, schichtig en gehaast dier. En beducht natuurlijk, dat hij niet ineens de oprit op zou lopen van de Jager… Maar beste wolf, je moet daarvoor in het bos zijn. Dus niet in een woonwijk in Hoogezand! Want daardoor worden sommige mensen nerveus en willen ze je ‘verdoven’ en ‘chippen’. Dat doen wij namelijk in onze beschaving. Zodra iets niet in een bepaald hokje past wordt er opgetreden.

Weet die wolf veel!

Mijn zoon, student bedrijfsadministratie, vertelde mij vrolijk wat hij van mij verwacht betreffende Rambo. Zo heet deze hamster namelijk en persoonlijk vond ik die naam wat overdreven. Maar ja, dat zeg je natuurlijk niet over de naam van je eerste kleinkind.

Had Roodkapje eigenlijk ook een Grootvader? Het altijd maar weer Grootmoeder voor, Grootmoeder na, maar nooit een zin waar Grootvader in genoemd wordt. De VVD heeft wel een Grootvader. Hans Wiegel voor intimi. Natuurlijk mocht hij vandaag zijn zegje doen over de toestanden binnen zijn partij. Naast de vele duistere praktijkjes die sommige liberalen erop na houden zagen wij gisterenavond Ivo en Fred via een achterdeurtje verdwijnen. Alsof ze achterna gezeten werden door eerder genoemde wolf. Maar dit zit in Groningen en zal liever achter minister Kamp aangaan. Grootvader Wiegel lachte de problemen weg en toen ik de eerste peiling van Maurice de Hond zag, bleek hij weer gelijk te krijgen want ze hadden geen zetelverlies. Nee, de liberalen vinden hun portemonnee belangrijker dan wanbeleid.

Ik hoefde niks te doen. “De hamster doet zeg maar alles zelf” zei mijn zoon. “Hij komt s’nachts tevoorschijn en vreet zijn wangen dan vol, loopt een paar rondjes in het rad en daarna kruipt hij weer onder het stro.”
Verbaasd keek ik hem aan maar zweeg wat ik dacht: Je hebt dus eigenlijk helemaal niks aan dit dier. In welke toestand bevond Onze Lieve Heer zich toen hij de hamster uitvond? Maar toen ik vanavond naar De Wereld Draait Door keek, een speciale uitzending ter ere van Herman van Veen’s 70ste verjaardag, wist ik het ineens toen hij zong:

‘Alles doet ertoe! Alles, alles doet ertoe. Ook wat er niet toe doet dat doet ertoe!’

Klusser van de maand

Mijn kluspraktijken zijn afgelopen weekend uitgebreid met het volbrengen van een klus waarvan ik niet wist dat ik het kon, namelijk het monteren van een nieuwe stortbak. Iets verven, een lamp ophangen, een Ikea kastje in elkaar zetten of iets zagen is voor mij geen probleem maar alle klussen die niet in deze groep thuis horen schuif ik liever van mij af. Maar helaas moest ik dit weekend met de billen bloot want de stortbak van de wc in de badkamer was naar zijn grootje.

Naar de stortbakkenhemel zeg maar.

Mijn lieve vriendin bleef wijselijk beneden en wist ook precies wat ze niet moest zeggen, namelijk of ik dit wel kon. Of dat ik de gebruiksaanwijzing wel goed zou lezen. En ik kreeg van haar eerst een lekker ontbijt want dat werkt beter. Heerlijk, zo’n verstandige vrouw, weer een reden om nog meer van haar te houden.

Even later lag ik op mijn knieën voor de pot en kreeg een deja vu: hoe vaak heb ik in het verleden niet over de pot gehangen, niet om te klussen maar om mijn maaginhoud te ledigen vanwege drankmisbruik. Dat was nog in mijn jeugdjaren hoor, als volwassene weet je je toch meer te beheersen en drink je met maten… Op de doos stonden vier tekeningen hoe de stortbak gemonteerd moest worden. Natuurlijk paste de oude bevestigingen niet en moest ik twee nieuwe gaten boren. Dat is allemaal commercieel uitgedacht. Want zo blijven wij nieuwe pluggen en boortjes kopen. En na een aantal decennia zit je muur vol met gaten en moet je opnieuw tegelen.
Al snel kwam ik erachter dat de tekeningen niet geheel klopten met de werkelijkheid. Want nergens zag ik staan dat er in de afvoerpijp gezaagd moest worden. Flauw. Want daardoor duurde de klus langer omdat ik dat niet direct door had. Dat technische weetje zit bij mij nogal weggestopt in mijn grijze massa. Of men gaat er gewoon van uit dat je dat je weet als klusser.

Alsof het bij je opvoeding hoort.

Uiteindelijk was de klus na twee krappe uurtjes met veel spannende zweet-momenten geklaard. Trots riep ik mijn geliefde erbij en onder veel ‘Aaaaaah’s en Ooooooh’s ‘ spoelde zij mijn angstplasjes weg.

En natuurlijk werd ik vervolgens gelauwerd en geprezen, bleef ze bij herhaling maar zeggen hoe goed ik wel niet was. Ook kreeg ik daarna een kuitmassage want mijn kuiten waren verkrampt geraakt door het op de knieën zitten voor de pot en toen wij s’middags op een verjaardagsfeestje zaten kregen alle feestgangers van mijn prestatie te horen. De aanwezige mannen, inmiddels jaloers op mijn staaltje kluswerk, benaderden mij voorzichtig omdat ze precies wilden weten hoe ik te werk was gegaan, waar ik de stortbak gekocht had (en voor hoeveel) en welk gereedschap er gebruikt is.

Mijn zondag kon niet meer stuk. Zelfs het keuzemoment van Boer Geert boeide mij niet meer en dat Ajax maar nipt won van Excelsior was ook ineens geen drama meer. Nee, zondag 8 maart 2015 zal op mijn tijdlijn als een hele bijzondere, mooie dag ingeschreven worden!

Praatjes

Praten tegen de auto schijnt toch niet zo raar te zijn. Ondergetekende, altijd driftig pratend tegen mijn auto, dacht altijd hierdoor rijp te zijn voor een inrichting waardoor ik het niet kon delen met anderen. Voorkomen is beter dan genezen!

“Ja, lief autootje, jij gaat je best weer doen hè… Dan krijg je, als je goed je best doet, straks lekker verse olie en tank ik super benzine!” Gestoord zou je kunnen zeggen maar doordat de auto’s waar ik in reed nogal op leeftijd waren praatte ik met ze als een vorm van zelfbehoud. Gaan we het wel redden vandaag? Haal ik de eindstreep?

Zat het wel eens tegen dan? Of beter gezegd, heeft het ook wel eens niet geholpen? Ja, maar liefst drie keer in mijn auto-bezittende-leven stond ik stil en was het einde auto.

Gelukkig heb ik geen auto meer dus hoef ik ook er niet meer tegen te praten of een aai over het dashboard geven. De NS vervoerd mij nu met regelmaat en ja, ook dat blijft een gok. Maar ik ga niet tegen treinen praten hoor, nu laat ik alle ongemakken over mij heen komen en geniet of erger ik mij aan het gedrag van mijn mede passagiers. En daarnaast kan ik op mijn gemakje het nieuws lezen en in mij opnemen zonder op te hoeven letten bij het inhalen, invoegen of rijdt ik niet te snel.

Zo heeft grieperige Geert Wilders een nieuwe man in zijn gelederen. ‘Het’ heet Marjolein Faber en is lid van de Provinciale Staten in Gelderland. Het? Ik had nog nooit van haar/hem gehoord en na het zien van ‘de beelden’ heb ik menig slapeloze nacht achter de rug. Aan haar voorkomen denken tijdens het liefdesspel zal menig vroegtijdige zaadlozing direct kunnen stoppen! Ik kon werkelijk niets maar dan ook niets vrouwelijks aan haar ontdekken. Ze deed mij denken aan Nanny McPhee en dan dus vóór de gedaanteverwisseling naar een prachtige vrouw. Daarom bij deze een oproep aan alle stylisten van Nederland: Kom in opstand en doe er wat aan!
‘Het’ is hot omdat ze een beetje aan belangverstrengeling deed. Iets met een website bedrijfje waar zoonlief ook werkt. Nu is het altijd handig om een kruiwagen te hebben om aan werk te komen maar dan moet je niet zelf belangenverstrengelingen van anderen veroordelen. Dat heet meten met twee maten.

De bedenker van de koffiecups meet ook met twee maten. Hij is er welvarend door geworden maar heeft spijt van deze kleurige cupjes met inhoud omdat ze niet te recyclen zijn. Als je al die lege cupjes achter elkaar zou leggen dan kun je elf keer de Aarde rond. Kennelijk had hij daar van tevoren geen rekening mee gehouden. En hij vindt ze, komt hij nou mee, te duur. De hypocriet.

Hier zit ik dan, auto- en koffiecupjesloos in de trein. Met naast mij op het tafeltje een thermoskan van Douwe gevuld met koffie. Ik zet nog steeds gewoon koffie met een filter en doe daar gewoon koffiemelk in. Daar is niets van opgeklopt of opgeschuimd. Buiten is het zonnig en de lente ploegt zich voort.

De batterij van mijn laptopje is nog halfvol. “Ja, goed zo laptopje, wees maar zuinig op jezelf, dan treinen we de hele wereld rond!”

De aandeelhouders

Nu de Haagse politiek eindelijk het licht ziet (lees: verkiezingen in aantocht..) wat de gaswinning in Groningen betreft, hebben ze bedacht bij Terschelling te gaan boren. En op Terschelling. Dat levert een miljardje op en dan zijn de dames en heren van het grote geld er als de kippen bij. En de plaatselijke politiek verblind zich zelf door de 40 miljoen compensatiegelden. Alsof het eiland zichzelf niet bedruipen kan…

De wereld op z’n kop: Men doet zich voor als ‘volksvertegenwoordiger’ maar men gaat altijd akkoord met zaken die het volk eigenlijk helemaal niet wil. Dat noemen ze dan politiek maar ik noem het gewoon arrogantie. En dan maar niet snappen dat politici en volk steeds meer uit elkaar gedreven worden.

Zo is er de rekentoets. Het overgrote deel van de leraren vindt deze te moeilijk. Je zou ook kunnen zeggen: de deskundigen vinden het té moeilijk. Maar de politiek denkt daar anders over. Tot ze zelf de toets moesten maken, allemaal gezakt! ´Wat heb ik nu aan algebra…nu ik voor géén keuze sta’….Want alles moet flexibel, ook bij de Blokker weten we sinds maandag. En bij de V&D gaat ook de boel over de kop want de investeerders zien er geen heil meer in. In gewoon Nederlands: ze verdienen er te weinig aan.

Geld is belangrijk. Geld is heel belangrijk. We maker er thuis ruzie over, er ontstaan vechtscheidingen om, we jatten het van anderen, we onderhandelen erover met onze bazen, we proberen onze kinderen te leren hoe ermee om te gaan: Sparen voordat je iets koopt. Dat leerde mijn generatie van onze ouders en dat probeer je door te geven want ja, daar is geen vinger tussen te krijgen. Helaas is de werkelijkheid anders want onze kinderen worden geacht rond hun 18e jaar al te gaan lenen…. En daar begint de ellende van lenen, lenen, betalen, betalen…En ontstaan de ruzies, stress, moet er weer onderhandeld worden met de baas of men gaat het dievenpad op.

Geld moet ook rollen zeggen de politici. Dus gaan we naar de Blokker of de V&D en zoeken wat we willen hebben, passen het desnoods. En dan bestellen we het uiteindelijk via internet. Bij de goedkoopste aanbieder natuurlijk.

De aandeelhouder wint. De aandeelhouders winnen in de meeste gevallen. Zij bepalen of duur personeel eruit mag worden gegooid. Terwijl we weer van de politici te horen hebben gekregen dat we langer moeten doorwerken. Schiet mij maar lek. Ajax is de rijkste club van Nederland en wordt tegenwoordig gesponsord door Ziggo. Ook zo’n grote jongen. Dat Ajax momenteel, sinds ze Ziggo op het rood-witte shirt hebben staan, speelt als een oude krant boeit de aandeelhouders niet. Maar wij, simpele volgelingen van deze club, zitten met een bord vol gebakken peren op schoot ons dood te ergeren.

Terschelling wordt ook wel de Parel der Wadden genoemd. Een slogan die klopt als een zwerende vinger want naast de variatie van natuur is daar ook nog het werelderfgoed (!) reservaat De Boschplaat te bewonderen. Te bewonderen ja, zag van de week nog een verkorte versie van de film De Vogelwachter. Zij zorgdragen dat de talrijke soorten vogels tijdens het broedseizoen niet verstoord worden door ons, de mens.

We doen dan als mens een stapje terug omdat we nederig moeten zijn aangaande de natuur. We zijn immers maar te GASt op deze Aarde!

Man in zwart

Daar sta je dan ineens, oog in oog met een man die een pistool in zijn hand heeft. Of je maar even wilt doen wat de man je zegt te doen.

De dader was meer een jongen maar door het pak welke hij aan had trachtte hij zich ouder voor te doen. Of hij was geïnspireerd geraakt door de film ‘Men in Black’ (met Tommy Lee Jones en Will Smith). Dat was een sciencefiction film maar op zich is het best een goede vergelijking want waar wij gisterenavond getuige van waren leek ook wel op sciencefiction. Want we waren het immers al een jaartje of 60 niet gewend dat het 8 uur journaal, Het Grote Journaal op zwart ging…

Na de eerste schrik begon al snel het mopperen want ‘Wie is de Mol’ werd niet uitgezonden! Zo doen we dat in Nederland! Ondanks dat het op zaterdagavond herhaald wordt. Ondanks dat we tegenwoordig alles via internet terug kunnen zien..

Ik was in slaap gevallen nadat ‘Even geduld a.u.b.’ in beeld was gekomen. Op de bank. Murw geslagen door de plotselinge stilte die mijn kamer binnen geslopen was. Al gauw was ik in dromenland en zag enorme bergen sneeuw die ons voorspeld waren. Ik zag mijzelf ploeterend door de sneeuw naast mijn fiets lopen, bang om te vallen maar ik moest wel naar mijn werk want de baas zijn centen benne niet van blik. Ja, de weermannen- en vrouwen waren het unaniem met elkaar eens dat er veel sneeuw op komst was… Al gauw ging mijn droom over op een ander onderwerp. Dat ik zeer waarschijnlijk een prijsje ben misgelopen bij de Staatsloterij en dat men mij thuis opzocht met een grote envelop in de hand! Maar zoals het altijd gaat in dromen weet ik nog steeds niet wat er in die envelop zat omdat de droom overruled werd door een andere droom…Dat de Martinitoren instortte na een enorme aardbeving! Alle politici in Den Haag stapten vervolgens op want ja, men was gewaarschuwd maar het grote geld was aantrekkelijker dan een paar huisjes in het verre Groningen en ach, dan houden we nog genoeg provincies over. Toch? Stuurloos sliep ik door, was compleet de tel kwijt en wist ineens niet meer hoe ik moest rekenen want ik kon immers niet meer rekenen op de knappe koppen in Den Haag. Duidelijk, verklaring voor deze droom, faalangst voor de rekentoets!

De droom nam weer een zijweg en ik zag een afgehakt hoofd in een voetbalstadion. Op een spandoek. Het doek was een examenstuk voor het nieuwe TV programma ‘Door het oog van de naald’ met onder andere fashion-en lifestyledeskundige (!) Maik de Boer als jurylid. Brrrrrr…er ging een rilling over mijn rug want ik heb totaal niks met die valse nicht met zijn gemillimeterde en getrimde baardje. Van mijn part valt hij eens een keer echt goed van zijn scooter af, bah! En wat dat spandoek betreft, je hoeft daar geen ‘fashion-en lifestyledeskundige’ (wat een kut-naam voor een beroep!) voor te zijn om zoiets walgelijk te vinden.

Even ontwaakte ik. Ik zag een jongeman in de NOS studio staan en hij praatte wat met iemand die ik niet zag. Op een rustige manier, rustig genoeg om weer weg te zakken voor mijn na-droom. Daar was ik weer snel uit want een Amerikaanse actrice, voorstander van gezonde zaakjes, raadde mij aan om eens gebruik te maken van de vagina stoomreiniger. Dit ding combineert infrarood licht met stoom en reinigt je baarmoeder…. Google het maar, het bestaat!!

“Laat je pistool vallen!” schreeuwde de TV ineens en toen zag ik dat de bestwelkeurige en bestwelzielige jongen in de boeien werd geslagen.

Het wachten was nu op Peter R. de Vries en consorten.

Wonderdoekje

Bij de vloerreiniger die ik van de week kocht zat een cadeautje, een groen doekje. Ze hadden ook een blauw doekje of zelfs een gele… identiek aan de kleur van de substantie in de fles, maar ik ging voor de groene. Was hier sprake van een gewoon doekje? Nee, het was een wonderdoekje! Althans, dat las ik op de verpakking en ja, dan gaat er wel wat door je heen, ik besefte ineens donders goed in welke bijzondere positie ik mij bevond….

Nu ben ik niet zo van de wonderen maar die goochelaars die je tegenwoordig op de televisie ziet, o.a. bij Zapp en het programma ‘Mindfuck’ met Victor Mids, hebben wel mijn bewondering gekregen. Maar ook mijn frustratie gevoed want eigenlijk kan ik het niet hebben hoe die gasten mij in de mailing nemen.

Het wonderdoekje dus. Ik blijf mij hierover verbazen want wie bepaalt dat het een wonderdoekje betreft? Kan je er iets mee wegpoetsen wat met een gewoon doekje niet kan? Hebben ze met zo’n doekje soms ook de veelvuldig veroordeelde crimineel Lutz Bachmann, de leider van Pegida, weggepoetst omdat hij het leuk vond te poseren als Hitler? Goed doekie dan! Of gaan we het doekje inzetten in Valkenburg, in het hotel waar ruim 80 man (in één week!) zich vergrepen aan een 16 jarig meisje? Niet om het DNA weg te poetsen van deze ‘echte kerels’ maar om het meisje zowel lichamelijk als geestelijk schoon te poetsen.. Ik ben benieuwd hoe die gasten opkijken als de politie voor de deur staat met de mededeling dat hun DNA gevonden is. En vervolgens zou ik er heel wat voor over hebben om te zien hoe de echtgenote van de DNA eigenaar hierop reageert… En de eventuele dochter(s)….

Misschien is het doekje ook te gebruiken om dingen op een wonderlijke manier te laten glimmen. Zoals bijvoorbeeld het programma ‘Rot op naar je eigen land!’ met presentator Dennis van der Geest. Naast de persoonlijke bewondering die ik heb voor de ex-judoka kreeg ik ook bewondering voor deze vierdelige serie. Want daarin zagen we zes personen die allemaal een eigen mening hadden over asielzoekers. Een dame (met tattoo van de PVV meeuw) kreeg het gaandeweg de serie steeds moeilijker en haakte uiteindelijk af omdat zij haar mening niet meer verdedigen kon. Dat kwam natuurlijk om wat ze zag, mensonterende zaken, en dat strookte niet met haar gedachtegang. Of beter gezegd, met het partijprogramma van de PVV. Het was niet voor niets de PVV die Kamervragen ging stellen over dit programma, nog voordat het programma uitgezonden werd. Ze voelden de bui al hangen natuurlijk…

Wonderlijk eigenlijk, hoe een doekje met mijn gedachten aan de haal zijn gegaan. Zou het dan echt een wonderdoekje zijn? Of zal ik het maar gewoon gaan gebruiken als waarvoor het daadwerkelijk bestemd is, namelijk schoonmaken. Want ik weet heus wel dat de werkelijkheid anders is, helaas. De persoon die het bedacht heeft verkeerde kennelijk in andere sferen en hoopt zo meer van dit schoonmaakmiddel te verkopen.

Gelukkig sta ik met twee benen op de grond en weet dat hoe je het ook bekijkt, het blijft een simpel, ordinair groen schoonmaak doekje!

Hemelse taferelen

Het is dat ik mij nog onder de levenden bevind maar ik zou er heel wat voor over hebben gehad om de gezichten van de daders te zien die in Frankrijk dood en verderf zaaiden wanneer ze oog in oog kwamen te staan met de baas van hun ‘beloofde land’.  Dan zag ik hoe ze in plaats van 72 maagden 72 zweepslagen kregen van hun almachtige en vervolgens een week met Boer Geert opgesloten werden. Dan kan Geert ze lekker betasten en aan ze ruiken want ja, dat vindt Geert lekker. Na die week, als ze dat overleven, smeken ze Allah om naar de hel te mogen maar deze is nog niet klaar met ze. Nee, ze worden voor een televisie neergezet (vastgebonden) en krijgen een week lang, 24 uur per dag, alleen maar de Allsecure reclames met de broertjes Tim en Tom Coronel te zien. Met het geluid op hard en de afstandsbediening niet binnen bereik!

Bovenstaande is niet door mij verzonnen, het is echt waar! Dat is mijn waarheid en daar geloof ik in. Zo geef ik terreur in deze wereld een plaatsje en ben ik het kwijt. Dan hoef ik er ook niet wakker van te liggen en hoef ik niet argwanend te zijn jegens mijn medelanders die ooit in een ander land geboren zijn. En houd ik meer tijd over om van het leven tegen genieten.

Zoals van de week in de tram. Er kwam een jongedame binnen en voor ze ging zitten, bukte ze een beetje voorover. Ik keek regelrecht in haar ondergoedhuishouding. Een rode slip om precies te zijn, ver boven haar spijkerbroek omhoog getrokken. Ik kreeg de neiging het randje te pakken om deze vervolgens hard omhoog te trekken maar kon mij gelukkig beheersen. Ik weet niet wat Boer Geert gedaan zou hebben…. De reden van het bukken was omdat ze een tas naast haar neer zette. En waartegen ze begon te praten..”Ja, rustig maar, mama is bij je..Rustig maar..”. Nieuwsgierig als ik ben probeerde ik een blik te werpen maar zag enkel een tas, niet eens zo groot dus er kon in mijn ogen enkel iets kleins inzitten… Gezien haar praten zou je zeggen een baby maar tegenwoordig is het heel normaal om tegen dieren te praten dus het zou ook een kat kunnen zijn. Of een Chihuahua? Of de teddybeer van die Arke-reclame? Ik hoorde niet de klanken van Queen’s ‘Bohemian Rhapsody’ (gezongen door William Shatner, Captain Kirk voor intimi) wat dat laatste betreft, enkel de stem van de HTM dame die zegt dat we vooral niet vergeten moeten uit te checken. Of was het iets denkbeeldigs?

We zullen het nooit weten. Zij stapte niet gelijk met mij uit…

“Geert had graag ook bij mij in de tram gezeten.” zei hij tegen mij en likte zijn mondhoeken schoon. Ondanks dat hij maar vijf maagden tot zijn beschikking heeft, blijft hij grijnzend de wereld in kijken. Genietend van allerlei smerige gedachten over wat hij wel niet allemaal met zijn boerinnetjes zou willen doen. Of zoals hij zelf tegen mij zei: “Wat denk je waar Geert nu aan denkt?”
Je zou kunnen denken dat ik een fan ben van Boer zoekt Vrouw maar dat is niet helemaal zo, ik ben fan voor de helft. Want na een half uurtje begint op een ander net ‘Divorce’ en dat vind ik net effe wat leuker. Natuurlijk is het onderwerp niet leuk maar door de humor in deze serie kan ik het onderwerp op een andere manier benaderen en er beter mee omgaan. En doordat tegenwoordig bijna iedereen gescheiden is, kent deze serie een ongekende populariteit omdat het zo lekker relativerend is.

Ja, de tast- en reukzin van Boer Geert en de perikelen van gescheiden mensen is net effe wat populairder dan terroristische acties! Gelukkig maar. We zien liever geflirt van enkele boeren  of wat gekift van gescheiden mensen dan kalasjnikovs in handen van losgeslagen idioten die hun geloof opdringen.  Want met het opdringen van het geloof hadden wij al enige ervaring gezien de kruistochten lang geleden, dat soort nonsens hebben wij al ver achter ons liggen. En we hebben al genoeg spanning door de vraag die ons allen momenteel wekelijks bezig houdt:
Wanneer bespringt Boer Geert zijn vrouw(en)?!

Overzicht 2014

De laatste dag van het jaar 2014 is aangebroken, de dag, ik herhaal het maar weer even, dat die man er weer staat, bij het Gemeentehuis, die man die net zoveel neuzen heeft als ’t jaar nog dagen…
Terwijl op de dijken van Terschelling de schapen plaats hebben moeten maken voor overmoedige zeehonden en hun kroost worden wij overspoeld met Jaaroverzichten. Ik lees of kijk ze graag. Want we vergeten zo snel. Daarom ben ik mijn schrijverijen eens terug gaan lezen om ook een jaaroverzichtje aan de Jaaroverzichten toe te voegen…

Het was mijn eerste autoloze jaar sinds lange tijd. Daardoor werd ik gedwongen met het openbaar vervoer te gaan en achteraf gezien is mij dat best wel goed bevallen. Ook moest er meer gefietst worden en meer fietsen is meer bewegen en meer bewegen is een hogere potentie…. Dat laatste bleek uit het zoveelste (!) onderzoekje hoe de mannen er op seksueel ‘actief’ gebied voor staan.
Alcohol was nog wel aan mij besteed want ik werd 50 en dat is ver voorbij de nieuwe magische grens van 18 jaar. Mijn jongste zoon van 14 was daar wel wat sip onder want hij had nog maar ‘2 jaar’ te gaan voordat hij van een biertje proeven mocht. Helaas voor hem bedacht een of andere volgeling van Staatssecretaris Van Rijn de ‘NIX’ wet en moet hij nog eens 2 jaar wachten.

Het Terschellinger shantykoor ‘De West Aleta Singers’ begonnen met niks en vierden afgelopen jaar hun 40 jarig bestaan. Ik heb wat met dit cluppie omdat mijn vader een trots lid is. Hij hield al van zingen (hij zong tijdens menig kerkdienst Jezus bijna van het kruis!) en besloot tijdens zijn laatste jaren van een druk werkbaar leven toe te treden bij dit koor. Inmiddels heeft hij er al ruim 25 jaar opzitten. Wij, zijn drie kinderen en echtgenote, werden vanaf toen meegezogen in zijn enthousiasme voor het Shanty lied en eerlijk gezegd is dat geen straf. Mijn moeder, nog steeds dagelijks ‘om de West’ op haar vijftigduizend kilometer fiets, zingt dan heimelijk de liedjes want die kent ze inmiddels uit haar hoofd! Dat mag ze van mij want dankzij haar heb ik de liefde voor het schrijven mogen ontdekken.

Maar dit even terzijde.

Het was ook het jaar van de nominaties. Of je moest een flesje bier achterover slaan of je kreeg een bak water over je heen. Menig Facebooklid werd regisseur van zichzelf en ik zag dat er nog genoeg creativiteit in de mens zit. Daarnaast kwamen de mijlpalen. Mijn beste vrienden, mijn lieve vriendin en ondergetekende werden 50 jaar, mijn vader werd 80 en mijn moeder 85! In principe brengt dat niet enorme veranderingen met zich mee maar toch bleef het om mij heen hangen. Want waar blijft de tijd. Ik zie mijzelf nog mijn jeugd vieren (ja, vieren, ik woonde immers op het mooiste eiland van Nederland!) en ineens ben je dan 50 jaar, gezegend met drie prachtige zonen (inclusief een schoondochter) en een bonuszoon, heb ik de liefde van mijn leven opnieuw gevonden en ben ik gezond van lijf en geest…op een paar kleine mankementjes na.

Heb ik dan nog wat te wensen? Jazeker, een nieuwe baan in Groningen! En dan is er nog de wens om een keer al mijn geliefden aan één tafel te zien zitten, genietend van een heerlijk diner waarna alle onrust glad gestreken kan worden en er weer positief naar de toekomst gekeken kan worden…
Misschien was het 50 jaar worden ook wel de reden dat ik met een aantal andere 50 plussers naar de film ‘Toen was geluk heel gewoon’ geweest ben. Dit clubje genoot van de film waarin de jaren ’70 weer opnieuw beleefd kon worden, de jaren dat wij nog kind mochten zijn, de zomerdagen langer waren dan tegenwoordig en de winters nog winters waren… Ja, ik overdrijf graag maar laat mij asjeblieft dat gevoel behouden.

Herinneringen. Mooie herinneringen aan hen die ons ontvallen zijn werden ook dit jaar weer besproken. Zoals het hoort. Een zin van zanger Bram Vermeulen uit het liedje ‘Testament’ zegt genoeg: ‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten…’

Terwijl de Tjiftjaf alweer ruim het Voorjaar had aangekondigd kregen wij te maken met de eerste Koningsdag. En omstreeks half mei, de 16e om precies te zijn, was het officieel Rokjesdag! Een maandje later had ik een persoonlijk feestje, het 100ste stukje schrijverij sinds mijn besluit het op Facebook te zetten. Dacht ik eerst nog dat de hele straat dat ook met mij wilde vieren want overal verschenen oranje vlaggetjes aan de gevels, bleek het om het WK voetbal te gaan! En net zoals de driehoekige tompoezen (punt naar voren of naar achteren..) die een bekende supermarkt introduceerde speelde Oranje een totaal ander systeem… en wonnen we de ene na de andere wedstrijd! Het allerleukste van dit toernooi vond ik dat die lui van Voetbal International, met name de heren Derksen en van der Gijp, flink op hun bek gingen na alle op de man gerichte rioolwaardige meningen die zij hadden over de Bondscoach, Louis van Gaal. En het allermooiste moment was toch die wissel, Cillesen eruit en Krul er in! Heel Nederland keek en genoot en even was ons landje eensgezind.

Heel Nederland? Nee, op een persoon na, mijn neef Peter van Dijk, maar dat is een verhaal apart en zal ik jullie niet mee lastig vallen…hij is al lastig genoeg..

Nominaties, herinneringen, mijlpalen…en dieptepunten kenmerkten 2014. Het neerschieten van de vlucht MH17 maakte ons leven grauw, asgrauw. Diep respect kreeg ik voor de mensen die de slachtoffers ‘binnen haalden’ op vliegbasis Eindhoven. Met tranen in de ogen en een enorme brok in mijn keel keek ik naar de rouwstoet, keek ik toe hoe familieleden ons via de televisie vertelden hoe het nu verder ging, hoe het verder moest en hoe ze worstelden met de vraag ‘waarom?’ De verantwoordelijke politici deden hun best, we zagen een prachtige uitschieter in de speech van Minister Timmermans, maar eigenlijk wisten ze dat hun gebalde vuisten slechts plaagstootjes waren voor de verantwoordelijken van deze ramp…

Hoogtepunten waren er voor mij ook. Eén zal ik er noemen en dat is de uitvoering van Roger Waters’ The Wall, onder regie (en vormgeving) van onze gemeenschappelijke vriend/soulmate Jasper Korving. Wat een avond beleefden wij! En dat alles onder de sterrenhemel en midden in de steengroeve van Winterswijk. Komend jaar hopen wij er weer heen te gaan voor een ander spektakel, Symfonia II van Bach tot van Buuren: http://www.theaterdestorm.nl/Het-Steengroevetheater-Symfonia-II-Van-Bach-tot-Van-Buuren.aspx?NL-13-0-1363

Tot slot nog een klein dingetje. Echt een klein dingetje hoor dus als je geen zin meer hebt om te lezen dan heb je mijn zegen. Het slaat ook eigenlijk nergens op maar voor mij persoonlijk is het toch wel belangrijk het te noemen. Ik heb eindelijk een kapper gevonden waar ik tevreden over ben! Hij heet Emo, knipt prima en doordat wij een soort van lotgenoten zijn delen wij onze smart tijdens het knippen. En hij is vandaag nog jarig ook dus bij deze van harte proficiat!

Dit was dan mijn jaaroverzichtje. Het brandschone Nieuwe Jaar staat voor de deur en ook in dat jaar zullen we weer nomineren, herinneringen ophalen, mijlpalen beleven, diepte- en hoogtepunten moeten en mogen ervaren. Ik wens jullie, mede namens mijn geliefde Janet, heel veel gezondheid en goeds en het liefst zo weinig mogelijk tegenslagen. En iets meer verdraagzaamheid, minder snel wijzen naar minderheden want we wonen in een mooi land waar we nagenoeg geen reden hebben tot klagen… Nou ja, over één ding mag er wat mij betreft geklaagd worden:
Over die verschrikkelijke bladblazers!!!!

Ontknapen

Dat hadden wij vroeger niet. Een ontknaap-service. Deze service behelst het wegwijs maken van de man in het liefdesspel. De man die zeg maar nog niet precies weet hoe een vrouw te behagen. De man die van alles probeert maar een vrouw uiteindelijk ontevreden achter laat.

Een Tovenaarsleerling zou je dan wel kunnen zeggen want het is best wel een kunstje wat geflikt moet worden. De hulplijn hier is niet door de Weg Wijs Piet in te schakelen maar gewoon een dame van lichte zeden. Oftewel een hoer, lichte kooi, prostituee of meisje van plezier.

Zij ‘ontknaapt’ dan de man zodat deze zijn verdere leven trots en fier de liefde kan bedrijven zonder dat de partner gapend onder hem ligt en ondertussen op haar horloge kijkt. Om maar eens een dooddoener te noemen.

Deze wijsheden heb ik uit de krant, een artikel over een Madam die onder andere voorgaande informatie regelde. In diezelfde krant stond ook een artikel van een man uit Apeldoorn, midden 40, die jongedames ontmaagde als zijnde een hobby als zijnde een roeping als zijnde een tantra-dingetje. En zijn vrouw vond het prima. Hij was op het idee gekomen toen een 24 jarige vrouw het hem vroeg tijdens een vakantie. Hij was in haar ogen de ‘uitverkorene’ en, na overleg met zijn echtgenote, is hij er op ingegaan. Nou was dat niet een 1,2,3 dingetje, nee, hij was dik drie uur met haar bezig en zij waande zich in een lang, doordringend orgasme waar de meeste vrouwen jaloers om zouden kunnen worden.

Daar kon geen pilletje of Nespresso acteur tegenop! Hoe weet ik dat? Dat is heel eenvoudig want dat kun je lezen in een review die zij op zijn website heeft gezet. Net zoals we een review plaatsen op de stofzuiger website of de krultang website: vertellen hoe goed of hoe slecht de stofzuiger of krultang of man zijn werk gedaan heeft…

Is dit weer zo’n typisch geval van totale gekte? Ja, want inmiddels heeft hij al sinds de zomer vier klanten …euh….(hoe zeg je dat bij een vrouw…ook ‘afgewerkt’?) verwend en liegen de reviews er qua kwaliteit niet om.

Twee bijzondere verhalen is mijn bescheiden mening. Maar wel twee verhalen die enorme catastrofale gevolgen kunnen krijgen. Want die ene man uit Apeldoorn is bezig een trend te zetten. Als meer mannen deze hobby erbij gaan doen, het zou mij namelijk niks verbazen met de huidige werkloosheid, dan krijg je vrouwen die aan ons, de gemiddelde man, hoge eisen gaan stellen.

Dan moeten we aan de bak, zullen we op zoek moeten gaan naar literatuur in de Bieb, bezoeken moeten brengen aan de Kamasutra-beurs of, in het uiterste geval (natuurlijk!), in de leer moeten gaan bij de Juffen in de ontknapings-klasjes…

 

Daarom voor alle mannelijke lezers van dit stukje: Sterkte!

Zwartepieten

Over zwartepieten (betekenis= elkaar de schuld geven) gesproken. Het meisje achter de kassa is moe. Ze doet haar best om het niet te laten zien aan mij maar nadat ik het te betalen bedrag aangehoord had, ging ze op de automatische piloot: “Wilt u er koopzegels bij?” “Nee hoor..” antwoordde ik. “Wilt u er pannenzegels bij?” Ze verraadde nu een klein zuchtje. “Euh..pannenkoekzegels?” vroeg ik, inmiddels ook een zuchtje ontvallend. “Nee, zegels voor de pannenset..” en ze wees op een foldertje waarop afgebeeld een pannenset. “Ah! Ja doe maar!” Maar in plaats de zegels te geven kwam ze weer met een vraag: “Zegels voor de sieraden set?” Nu kon ze het niet meer onderdrukken en een diepe zucht volgde, het huilen stond haar nader dan het lachen. Mijn vaderlijk gevoel kwam nu boven en ik zei haar dat ze het maar zwaar had. Dat het eigenlijk maar belachelijk was dat die supermarkt managers maar van alles verzinnen om je aan het sparen te krijgen. Het zwartepieten was begonnen want de dame achter mij was het helemaal met mij eens.

Met ons eens, want de caissière begon te vertellen dat ze het al ‘mee naar huis neemt’. Het was haar al een paar keer overkomen. Wanneer ze aan haar vriend vroeg of hij koffie wil glipte het riedeltje er als vanzelf uit: “Wilt u er koopzegels bij? En ook de zegels voor de pannenset? En de sieraden set zegels?”
“Bonnetje?” was haar toegift waarop ik lachend zei dat dat niet nodig was.

Was dit een opdringkassa? Laat ik eerst even uitleggen wat een ‘opdringkassa’ überhaupt is. Het is verzonnen door het Voedingscentrum. Zij zwartepieten de pompstations omdat deze snoep en ander ongezond spul voor heel weinig aan te bieden bij de kassa voordat je af wil rekenen. Nadat je “Pomp 4” gezegd heb wijzen ze je op snickers, tumtummetjes of andere lekkernijen waarvan we weten dat ze eigenlijk niet zo goed zijn. Maar wel lekker! De deskundigen van het centrum zijn al langer aan het zwartepieten want ze hadden ook al de oorlog verklaard aan de hagelslag. Ja, hagelslag, wie is er niet groot mee geworden?! Ik wil bij deze de zwartepiet geven aan het Voedingscentrum want ze slaan, in mijn ogen, volledig de plank mis. Want willen ze van ongezond eten af dan moeten ze het groter aanpakken. Sluit bijvoorbeeld alle Mac’s, Burger’s en KFC’s. Want na het eten van deze slappe hap komt meestal de teleurstelling…de spijt.

En verbied alle smaakversterkers in producten, versterkers die door hun samenstelling de zucht naar méér alleen maar doen toenemen. En maak de diepvries snacks in de supermarkt duurder dan verse producten. En tot slot, begin met kooklessen op de Basisscholen zodat ze weer weten hoe iets gemaakt wordt en waar het vandaan komt.

Genoeg stof voor het Voedingscentrum om echt te zwartepieten!
Dan nog een zwartepiet naar mijzelf. Onlangs heb ik gesolliciteerd naar een, in mijn ogen, droombaan. Helaas kwam ik niet verder dan ‘bij de beste 30’ (van de 140) te zitten. Een enorme teleurstelling. En even flink de weg kwijt. Ik gaf mijzelf de schuld, had er misschien niet genoeg aan gedaan. Na hoogmoed komt de val. Gelukkig heb ik wél een droomvrouw en die tilde mij weer op waardoor ik weer wat licht aan de horizon zie.

Elkaar de zwartepiet toeschuiven is momenteel hot. Ik hou mij op de achtergrond want de discussie is door de enorme agressie totaal de weg kwijt. Met de onschuld. En daardoor krijgt het zoveel aandacht(!) en daardoor tieren de onderbuik-gevoelens welig. Zowel voor- als tegenstanders vliegen elkaar fysiek en verbaal in de haren en slimme politici, media en foute websites maken hier handig gebruik van. Want het vuurtje moet hoger en hoger. Ik zwijg, schrijf het rustig van mij af want ik weet dat alles aan verandering onderhevig is. Geschiedenis was namelijk mijn lievelings- vak.

Terreur!

Elk najaar weet ik dat ze weer komen… Met angst. En ergernis! Ze komen meestal vroeg in de ochtend en eindigen ergens in de middag. Op een hele slechte dag zijn ze niet alleen, dan vult de straat zich met een kakofonie van geluiden waaraan ik mij enorm kan ergeren, vooral na een nachtdienst en ik van een goede ‘dagrust’ wil genieten. Soms is het zó erg dat ik oordopjes in doe. Maar die vallen er wel eens uit door een onrustige slaap, onrustig omdat de onrust van buiten mij min of meer gewaarschuwd had…

De bladblazers. Elk jaar komen ze weer. Mannen in oranje hesjes (met helm en oorkleppen op!) beheersen de straten zodra het eerste blaadje valt. Het geluid lijkt op een föhn maar dan tig keer erger. Maar de gemiddelde man is er gek op en daarom hebben bladblazers kennelijk stoere namen, zoals de Mc Culloch Mac, de Skill 0791 of de PowerPlus POW 2934. De reclameblaadjes reclameren nog net niet dat zo’n bladblazer het verlengstuk van elke man zou moeten zijn…
De mannen in de oranje hesjes blazen bij mij in de straat in opdracht van de Gemeentelijke reinigingsdienst. Want die houden niet van blad in de straten. Het lijkt wel of de Gemeente zo een herfstdip wil voorkomen: Snel dat blad van de weg, dan is het ook geen herfst!

De ergernis zal vast wel aangesterkt worden doordat ik nog uit de bladblazer-loze tijd stam. Toen werden de straten ook bladvrij gemaakt maar dat deden ze geruisloos, namelijk met een bladhark. En als ze wat vierkante meters bij elkaar geharkt hadden was het tijd voor een shagje en een praatje met de collega. Of een leuke bewoonster van de straat. En als dan om half vier de kinderen uit de school kwamen werd menig berg herfstblad belaagd, ontstonden er spontane ‘met herfstblad naar elkaar gooien’ gevechten of ze doken er midden in. Lol voor tien en de bladvegers begonnen de volgende dag gewoon weer opnieuw.

Maar tegenwoordig mag dat niet meer. We willen alles netjes hebben en door de ARBO wetjes moet dat zo makkelijk als mogelijk gaan en grijpen we naar apparaten. Dat die veel lawaai maken is een vervelende bijkomstigheid, het doel heiligt immers de middelen…bedacht iemand ooit…

Helaas blijft het niet alleen bij de bladblazers die herrie maken. Want de glazenwasser komt met een hoogwerker en de vuilnisman leegt de enorme ondergrondse afvalcontainers met veel kabaal. En in het slechtste geval komt de man op de grasmaaier ook nog even langs…

Persoonlijke ergernissen dus ik hield me stil. Want ik dacht dat ik daar alleen in stond en dan ben je een minderheid. Dan kijk je zwijgend toe terwijl je van binnen woest en teleurgesteld bent omdat niemand anders je ergernis deelt.

Maar sinds gisteren is dat anders! Het TV programma ‘Een Vandaag’ berichtte erover dat bladblazers een en al ergernis zijn voor hun omgeving. Er is een opstand gaande tegen de bladblazer-terreur! En gooi je bladblazer de deur uit en ga het weekend de tuin in met een bladhark, gezellig samen met je partner en geniet van de vogeltjes (die dan niet meer wegvluchten) en begin, na gedane arbeid, een bladeren gevecht met je kinderen! Of met je partner!!!

Najaars overpeinzingen

Langzaam rollen we de herfst in. Sinds zondag draag ik ineens weer een t-shirt onder mijn overhemd en ik twijfel nog tussen het dragen van zomer- of winterjas. De slakken in de tuin en de spinnen die telkens precies op gezichtshoogte in de weg zitten hadden de herfst al aangekondigd maar de temperaturen weerspraken het.

Maar vanuit de trein in het echt goed te zien: verkleurd blad aan de bomen is bezig zich los te maken van de boom. Zolang de trein rijdt betekent dat het blad nog niet op de rails ligt…Want herfstblad en treinen mogen elkaar niet zo. Om de een of andere onverklaarbare reden..

Bij ‘Heel Holland Bakt’ waren ze ook al in herfstsferen want er moest een herfsttaart gemaakt worden. Kijk ik daar naar? Ja, vanwege Martine Bijl. Zij is zeer geestig en vilein. En omdat mijn lieve vriendin van al die baksels weer inspiratie krijgt waardoor ik met regelmaat wat te smullen heb bij de koffie. Bakken is aan mij niet besteed. Ik kwam niet verder dan de ‘zelfgemaakte’ tompoucen die ik onder toeziend oog van mijn moeder maakte op zaterdagavond, vlak voordat de ‘André van Duin-show’ begon. Het snijden van die dingen ging mij wel weer goed af. Mijn stuk was altijd groter dan die van mijn ouders, broer of zus..

Peinzend vraag ik mij af waarom er in de trein eigenlijk geen leuk achtergrondmuziekje draait. In de NS reclame’s hoor je wel muziek, onder ander The Pianoman van Billy Joel. Het lijkt mij heerlijk hoor, een relaxed muziekje terwijl de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland onder mij wegglijden. Romantiek ten top, tot je even naar het toilet moet want de toiletten van de treinen zijn ronduit varkenskotten. En dat is een belediging voor de varkens!

Nu denken jullie dat ik in een soort van ontspannen houding in de trein zit maar dat is niet helemaal waar. Want de IS strijders liggen op de loer nu onze F-16’s over Irak vliegen. Daardoor is de kans aanwezig dat wij hier, in Nederland, op ons donder gaan krijgen van een van hun volgelingen. En daar ik in een trein zit en wij een verleden hebben wat betreft gekaapte treinen, zit ik er daardoor toch redelijk gespannen bij. Misschien wel met net zoveel spanning als de deelnemers van ‘Heel Holland Bakt’ wanneer zij hun technische opdracht krijgen! Want ojee, owee…dat gaat zo vaak mis bij deze huis bakkers.

Daarom loop ik zo nu en dan even door de hele trein en observeer de reizigers. En hun bagage! Stel dat iemand bij het uitstappen zijn rugtas vergeet dan ben ik zodanig voorbereid om deze na te gooien..”Je bent wat vergeten!” Dat is mijn burgerplicht.

Tussendoor zie ik dat de aardappelvelden nagenoeg leeg zijn, de suikerbietenvelden staan op de schop en de maïsvelden kleuren geler en geler met de dag. Herfst in Nederland, de nationale vogel-teldag ligt al achter ons en de ganzen vliegen bij bosjes richting het Zuiden. Je kan daar een enorme dip van krijgen of doorpakken en ook de voordelen er van inzien…. Zo kunnen de dames onder ons hun zomerkleding inruilen voor hun (nieuwe) winterkleding en ze kunnen weer vol aan de slag met het ‘gezellig’ maken van het huis. Met kaarsjes en kussentjes vermoed ik.

En welk voordeel hebben de heren onder ons? Die mogen weer met hun bladblazers aan de slag!!

Bianca

Op dag af is het vandaag 24 jaar geleden dat mijn (eerste) nichtje geboren werd. Bianca. Ik werd voor de derde keer ‘Oom’ en was daar enorm trots op als 26 jarige. Daarbij kon ik haar ook nog eens bijschrijven bij de door mijzelf opgerichte OZS.

OZS? De Oom Zegger-schap Stichting om precies te zijn. Als Voorzitter van deze stichting had ik het behoorlijk druk want er kwamen steeds meer leden bij. Druk omdat vrienden en kennissen om mij heen ook de leeftijd bereikt hadden om deze titel, deze ere- titel, te mogen dragen. Want zowel links- als rechtsom werd het kroost geboren en mijn boekje waarin ik het allemaal bijhield werd steeds voller en voller.

Als lid had je wel verplichtingen. Bijvoorbeeld dat je altijd kleingeld bij je moest hebben voor het geval er een ijsje gekocht moest worden of de regel dat je regelmatig een sigaartje moest roken want Ooms ‘ruiken nu eenmaal naar sigaren’ (dat was eigen ervaring).

Maar dit even terzijde. Of als inleiding, het is maar hoe je het bekijkt. Toch moest dat even want ‘als Oom van’ moet ik natuurlijk iets van mij laten horen. Want vandaag is mijn nichtje jarig, dochter van mijn geliefde zus Marian en zwager Vincent. Bianca werd  geboren op 3 oktober 1990 en groot was de verrassing dat het een meisje was. Daar had ik als Oom nog geen ervaring mee. Als baby was het wellicht een schatje, sorry hoor maar wij mannen zijn niet zo van het kleine grut. Nee, wij willen met ze schommelen, stoeien, gekke liedjes met ze zingen of hoog optillen waarna het gillen kon beginnen. Dus dat eerste jaartje, misschien zelfs twee jaartjes, slaan we maar over.

Toen Bianca begon te praten werd het allemaal leuker en leuker. Vooral haar hese stem triggerde mij en als ze haar naam zei verstond ik meestal ‘Bianta’ in plaats van Biancá. Weer wat later, net na de peutertijd, zag ik iets van een eigen willetje ontwikkelen in haar en persoonlijk vond ik dat altijd wel heel grappig. Ik kan mij nog herinneren dat wanneer ze een dwarse bui had gewoon letterlijk op haar rug ging liggen en het op een schreeuwen zette. Op zich normaal gedrag en het is te dragen, alleen niet midden in een winkel! Je moest van goede huize komen om haar dan weer in de benen te krijgen. Maar als Oom sta je er altijd net effe wat verder van af en zag je er de lol wel van in (en kreeg ik een kwaaie blik van mijn geliefde zus toegeworpen..).

In de volgende fase zit ze ineens op school en zie je haar groeien. Met haar mooie lach, haar prachtige donkerbruine ogen en haar zwarte lange haren doorliep ze de Basisschool met veel plezier en als ik haar dan sprak bespraken we onze favoriete meesters en juffen. Na de Basisschool kwam de MAVO en bespraken we weer de leraren en kwamen wij, Oom en nicht, tot de conclusie dat we dezelfde leraren leuk vonden. En dat we dezelfde leraren niet leuk vonden!

De jaren erna verkaste ze van haar geboorte eiland Terschelling naar de grote stad, Leeuwarden. Dat is het moment van uitvliegen waardoor het contact wat minder werd. Maar dat contact werd weer wat hechter toen Hyves en Facebook door mij ontdekt werden…

En Bianca was weer te volgen! En hoe! Want als er iemand gebruik maakt van de sociale media dan is het mijn nicht(je) Bianca wel.

Mijn nichtje Bianca is jarig, 24 lentes jong. Soms een hittepetitje, soms wat dwars maar het meest een mooie jonge vrouw die weet wat ze wil. En daarnaast een vrouw die rechtop in de maatschappij staat met een open mind, die het vreemde niet weert maar er dan juist op af stapt. Kleintjes worden groot en ik, een Oom van middelbare leeftijd, kijk met trots naar haar en geniet van haar capriolen.

Lieve Bianca, van harte gefeliciteerd met je 24ste verjaardag. We kunnen het niet bij je vieren want we zitten in het Hoge Noorden maar hopelijk maakt dit eerbetoon aan jou dat een beetje goed.

En o ja, er was nog een regel bij de OZS, een regel die je als Oom ooit een keer aan de Oomzegger moest zeggen als het tijdstip daar was:

Blijf jezelf, volg je hart, geniet van het leven want dat gaat al zo hard!

Scheppers

God schiep hemel en aarde en zag dat het goed was. Hij was, zeg maar, de Opper Schepper. In de jaren erna hebben velen onder ons Zijn voorbeeld gevolgd door ook dingen te scheppen. Creëren. Dingen bedenken, maken, uitvoeren. Creatief bezig zijn. Dat zit in de mens. Niet in elk mens, hoor. Nee, je hebt ook publiek nodig. Want elk creatief mens wil gezien worden, al was het alleen maar om de daardoor verkregen inspiratie je in staat te stellen om nóg creatiever te worden.

En na het creëren zien dat het goed is, mede door enthousiaste reacties van het publiek.

Zo is er bij Winterswijk een steengroeve. Sinds 1932 wordt daar kalksteen gewonnen maar tijdens de bouwvak wordt het gebied vrijgegeven. Dan rest slechts de kalkrotsen en één stopcontact. En dat biedt creatievelingen een vrijplaats om iets te bedenken. Tot ons aller vermaak!

Zo kregen mijn vriendin, een collega en ik, vandaag precies een week geleden, de gelegenheid om getuige te zijn van een prachtige uitvoering van Roger Waters’ The Wall, onder regie (en vormgeving) van onze gemeenschappelijke vriend/soulmate Jasper Korving. Het was mijn eerste kennismaking met de steengroeve. Of je in een andere wereld terecht gekomen was. De enorme kalkrotsen ommuurden een prachtig podium met er tegenover twee tribunes. En boven ons slechts de sterrenhemel als dak. Achter de tribunes waren standjes ingericht voor warme of koude dranken en versnaperingen. En daar weer achter de toiletgebouwen waar vrolijke ‘verpleegsters’ de scepter zwaaiden. Het was daar fijn plassen! Bandjes uit de regio vertoonden hun kunsten op kleinere podia en begeleidden ons bij de koffie. Iets na acht uur, de zon was bijna verdwenen achter de kalkrotsen, begon het spektakel. Het voorprogramma behelsde The Wall of Fame, begeleid door een enorm koor, het Eerste Achterhoeks Metropool Orkest en The Wall of Fame Band (na de pauze The Wall Band): de Logical Song van Supertramp, Worn Down Piano van de Mark & Clark Band en Cosmik Debris van Frank Zappa werden onder andere op een meesterlijke manier ons voorgeschoteld. En als slotstuk Child in Time van Deep Purple! Of mijn pick-up voor mij tot leven kwam!

Na deze fantastische warming up van de avond begon de uitvoering van The Wall. Vers in mijn geheugen zaten nog resten van de indrukwekkende uitvoering van Pink Floyd in Berlijn, 1990, net na de val van De Muur in 1989…”Tear down this Wall!”
De vraag voor mij was dan ook of deze avond mij die resten van herinneringen aan Berlijn zou doen vergeten…

Wat wij zagen is eigenlijk niet te beschrijven, ondanks dat ik middels dit stukje tekst toch een poging doe. Ben al de hele week aan het nadenken hoe het te beschrijven. Hoe beschrijf je zóveel enthousiasme en creativiteit?
Godverrr…wat was het goed! Ik zat te springen op mijn zitplaats, moest regelmatig tranen wegpinken van ontroering en kwam ogen tekort voor alles wat er voor mij zich afspeelde. De entourage, het licht, de videobeelden op de muren van kalk, de zang en de muziek, maar ook de dansuitvoeringen vlak voor ons podium. Je zag de inspanningen van de dansers en danseressen er letterlijk afspatten. Allen amateurs maar zo ontzettend professioneel! Natuurlijk was er wel eens een toontje wat niet helemaal lekker liep maar dat is voor muggenzifters. Het was live en je werd als toeschouwer totaal meegezogen in het verhaal. Je werd onderdeel van het leven van Roger Waters…

Warme kleding werd geadviseerd maar eigenlijk was dat overbodig want we kregen het al warm van de uitvoering én van het enthousiasme van de 400 medewerkers! Vanaf de parkeerplaats tot aan het einde van de avond werden we op de meest hartelijke manier ontvangen, namelijk gemeende hartelijkheid! Dit was de Achterhoek op haar best, een plek die ons deed denken of we aan het einde van de wereld terechtgekomen waren. Niets is minder waar natuurlijk, dat is de arrogantie van ons Westerlingen. Wij overschreeuwen ons zelf soms als we het over mensen hebben ‘uit de provincie’.

Mooie dingen die het leven wat kleuren. Het hoeft niet elke dag, een beetje is genoeg. Deze voorstelling heeft daar voor mij, voor ons, weer aan bijgedragen. God schiep hemel en aarde en zag dat het goed was. Vierhonderd mensen in de Steengroeve schiepen een onvergetelijk spektakel en zij en wij zagen dat het goed was. Ik stelde mijzelf de vraag of deze uitvoering van The Wall de uitvoering in Berlijn zal doen vergeten.

Daar kan ik volmondig met ‘Ja!’ op antwoorden.

Met dank aan
http://www.steengroevetheater.nl/
http://www.omnipodium.nl

Zo mooi

Op de boot van Terschelling, terug naar de Wal. Een ervaring waar ik (en velen met mij) een behoorlijke depressie van kunnen krijgen. De Wal, of in Nederlandse begrippen, het vaste land, is het samenvattende woord voor het gewone leven, werken, files, school, vroeg opstaan, stress, zorgen en de wekelijkse boodschappen. En de mensen op de boot zie je allemaal denken: “Waarom gaan we weer naar huis?”

En zijn natuurlijk ook een heleboel leuke dingen aan de Wal maar dat past nu niet in mijn verhaal.

We hebben een week Terschelling achter de rug en van elke minuut enorm genoten. Ja, dat zijn een hoop minuten maar het is wel zo.
Honderden meters spierwit zand, grenzend aan de eindeloze Noordzee met haar witte koppen op de woeste golven, vormen het strand. Woeste golven maar toch ook niet want het nodigt je uit om een frisse duik te nemen. De enorme ruimte verdeelt de vele strandgangers waardoor er absoluut geen sprake is van drukte.

Na een minuut of tien lopen liggen we op onze stranddoeken en voelen we de warmte van de zon. Meeuwen vliegen klagend over ons heen, op zoek naar iets eetbaars. En zodra ze iets vinden vechten ze om de buit alsof het hongerige wolven zijn. En dan zijn er de kinderen, met of zonder luier of gewoon in de blote kont, druk bezig met schepnetjes, schepjes en emmertjes. Of de wat oudere jongetjes in zwembroek, de zakken binnenstebuiten omdat het nog kan want het woord ‘stoer’ houdt ze nog niet echt bezig: “Papa kijk dan!” roepen ze wanneer het zandkasteel steeds grotere vormen krijgt. Papa kijkt met een glimlach toe en ontspant tot in zijn tenen. Het kroost zit van kop tot kont onder het zand en zullen daags erna nog zand tegenkomen in de oren of neus maar niemand neemt daar notie van.

De opgeschoten jongens lopen wel stoer rond. Nog suf van het uitgaansleven in zwembroek en daaronder een boxer waarvan de naam duidelijk te zien is. Een modegril welke ik maar niet begrijpen kan. Maar dit terzijde, het schouwspel is te leuk om zuur over te schrijven. Verderop komen een groep meiden met een rubberen boot terug uit het water na een uurtje roeien onder begeleiding. Giechelend. Klagend. En ‘zit mijn haar wel goed’. De stoere jongens rechten hun rug en tonen hun spieren. Haantjesgedrag in volle glorie. Ze maken, uiteraard, opmerkingen richting de meiden. Dan komen de charmes in het spel want de meiden willen niet die boot helemaal terug sjouwen onder het eerste duin. Maar de jongens trappen er niet in en laten verder de meiden de meiden.

De vele vrolijk gekleurde vliegers dartelen tegen een lichtblauwe hemel en kijken van verschillende hoogtes neer op dit tafereel. En ze zien dat het goed is.

Overal stemmen. Stemmen, gedragen door de wind. De flarden van gesprekken van vrolijke mensen voelen aan als een warme deken en je wilt dat het nooit voorbij gaat. Het is nog niet voorbij, die mooie zomer… Aan het einde van de middag is er nog tijd voor een ijsje of een rosétje bij het strandpaviljoen. De bediening is net zo vriendelijk als het weer en voor de hond staat een bak water klaar. Kinderen rennen tussen de tafeltjes door of laten zich toezingen door de Mannen van Hee.

En dan naar de camping, huisje of hotel. Waar een avond wacht van spelletjes doen, volleyballen of een potje voetbal. Of lezen in dat nog steeds niet uitgelezen boek. Of een mooie wandeling maken over de dijk, onder muzikale begeleiding van de vele vogels die het Wad telt, op zoek naar voedsel. Of krabben vangen. Of toch nog even een stukje fietsen door het Hoornse Bos of Take the ‘Long Way’ home. Het kan allemaal. Het mag allemaal.

Op de camping is het goed toeven. De jongste jeugd geniet van de klimrekken en de opvoeders zitten naast de caravan of tent bij te komen van een jaar werken. Verderop wordt de WK finale opnieuw gespeeld… Argentinië- Duitsland… “Ik ben Muller!” “En ik ben Messi!” Ook nu is de uitslag 0-1 en gaan die Duitsers er weer vandoor met de titel. De ouderen op de camping komen al jaren achter elkaar op Terschelling. En hun kinderen op hun beurt ook weer. Ze hebben allemaal die mooie vakantieherinneringen gemeen en zoeken het daarom elk jaar weer op.

Herinneringen die ontstaan zijn onder het licht van de imposante vuurtoren Brandaris. En dan de eilanders zelf. Weten ze wel dat ze op een uniek stukje land wonen? Ja, dat weten ze. En doordat ze dat willen delen met ons ontstaat er een alles omvattende liefde voor Terschelling.

Daarom gaan we elk jaar weer opnieuw naar Terschelling. En pijnigen we onszelf omdat we weten dat het bootkaartje een retourtje is. Maar de pijn wordt verzacht door de energie die je krijgt van het eiland. Een energie die je weer klaar maakt voor een jaartje werken…met frisse tegenzin weliswaar.

Voetbalglorie

Na het WK geweld is het nu weer tijd om op adem te komen. Dat zou kunnen door te gaan kijken naar de Tour. Als ik de tv aanzet en kijk naar die iele gasten op de fiets…en luister naar het commentaar van de heren Ducrot en Dijkstra…en kijk naar de prachtige beelden van Frankrijk, dan heb ik niet veel nodig om in slaap te vallen.

Tot een aantal kilometers voor de finish! Dan kan ik het wel weer waarderen en geniet ik van de acties die men maakt.

Maar toch ben ik meer van het voetbal. In de betere, fysieke jaren heb ik dat spelletje ook met veel liefde gespeeld. In mijn herinnering was ik ook heel goed maar de werkelijkheid zou vast anders geweest zijn. Ik kwam niet verder dan het 3e senioren elftal van sc Terschelling maar dat deed niets af aan de beleving. Want die was er over het algemeen altijd. Mijn kinderen waren er toen niet bij en hebben mij altijd op een voetstuk gezet omdat papa een hele goede voetballer was. Dat ontdekten ze zelf doordat ik vaak een balletje met ze trapte en doordat ik (bijna) altijd met ze mee ging naar de trainingen en wedstrijden. In weer en wind en vaak met trainingen als enige vader aan de kant. Ik was hun Messi. Nee, ik was hun Robben!

Ik heb ze zien staan op het veld in hun te grote shirt en met het snot op de mouwen. Dan zag ik ze het gras bestuderen hoe snel het groeide of ze maakten pirouetten om de tijd door te komen wanneer ze geen balbezit hadden. Maar ik maakte ook de glorie mee: het eerste doelpunt, de eerste prachtige sliding á la Ron Vlaar, de eerste onnavolgbare schijnbeweging en het eerste kampioenschap. Sommige doelpunten van de mannen staan op mijn netvlies gebrand en hebben mij aan de zijlijn opgetild van trots.
Maar dat heb ik ook bij andere vaders gezien. Eén keer werd het een vader teveel en barstte hij in tranen uit, zo’n mooi doelpunt maakte zijn zoon.

Dat zijn gewoon momenten die je nooit vergeten zal. Daarom moeten vaders altijd kijken bij hun zoon (of dochter). Ik citeer uit het mooiste liedje van Bram Vermeulen, De Wedstrijd, over het jongetje die zo graag zijn vader wil imponeren alleen keek zijn vader altijd te laat:
Zie je die kringen daar in ’t water
Verreweg het verst van iedereen
Zeker honderd meter ver gooit hij
En met de zwaarste steen
Tien keer achter elkaar kan hij het al
Deze jongen kan alles met een bal
Zeker weten dat ‘ie tot de honderd komt
Die bal komt nooit meer op de grond

Kijk maar, kijk maar, kijk maar …Papa, kijk dan…
Gisteren heb ik weer eens, na lange tijd, een balletje getrapt met de jongens. We speelden ‘lummelen’ en meestal was ik de lummel. Hun jeugdigheid won het van mijn stramheid maar soms, heel soms, was mijn jeugdigheid even terug en kreeg ik drie-stemmig bewondering over mij heen. Maar na een half uurtje was de conditie op, voelde ik overal pijntjes en liep het zweet van mijn kop.

Er is een kentering in mij leven gekomen. Van een held op voetbalschoenen ben ik nu een held op sloffen geworden. Inclusief de opmerkingen natuurlijk, galgenhumor noemen ze dat ook wel.
“Nou Pa, gelukkig woon je dichtbij het ziekenhuis..!”

Puntjes

Normaliter is maandag niet echt een dag om er eens vrolijk tegen aan te gaan. De meesten onder ons slepen zich weer naar het werk en de jeugd zich naar de scholen. En eenmaal op werk of school zijn er weer genoeg redenen om nóg chagrijniger te worden, bijvoorbeeld door gelazer met je baas of door een leraar die plotseling een proefwerkje afneemt. Natuurlijk hebben die baas of die leraar alle recht, waarom mogen zij op maandag niet chagrijnig zijn, maar de maandag blijft een irritante dag.

Toch lijkt het deze dag anders. En dat heeft natuurlijk te maken met de 2-1 overwinning van Oranje. Een voetbalwedstrijdje kan dus behoorlijk meewerken aan een lekkere start. Mijn vriendin en ik keken gezellig met zijn tweetjes. En alle twee hadden we een oranje shirt aan. Dat blijft wel een rare gewoonte, Oranje kleding aan doen als het Nederlands Elftal moet spelen. Alsof je daarmee wilt zeggen dat als Louis het even niet meer weet, wij wel willen invallen. Kunnen we ze meteen een beetje achter de vodden zitten als de paas niet goed aankomt of als de bal niet goed aangenomen wordt. Want de supporter thuis op bank loopt over van frustraties. Dat komt omdat die supporter álles ziet. Want de herhalingen zijn genadeloos voor schwalbes, verkeerde beslissingen van het arbitrale trio en overtredingen waar niemand zijn tanden in wilt zetten. Wij zijn dus als bankkijker almachtig maar totaal gefrustreerd omdat we er niks aan kunnen doen!

Daarom dan maar dat oranje shirt aan, de oranje tompouce, het koude pilsje en de tv op zijn hardst alsof we zelf in het stadion zitten. Toch was het anders dan voorgaande WK/EK edities. We keken naar een ander systeem. Of beter gezegd, we aten een ander systeem. De tompouce was namelijk niet in de gebruikelijke opstelling, een rechthoekige koek onder, dan de vulling en weer een rechthoekig koekje erboven op met de oranje glazuur. Nee, dit keer was het anders, speelden we een totaal on-Hollands systeem want de tompouce was namelijk in een driehoek gesneden! Met de punt naar voren, dat dan weer wel. Zodra je een ander systeem wilde spelen dan was het een kwestie van het schoteltje zó draaien dat er met de punt naar achteren gespeeld kon worden.

Nu weet ik wel dat vroeger alles beter was en dat WIJ, de Nederlanders, het totaalvoetbal hebben bedacht (en uitgevoerd), maar we zijn een aantal decennia verder…en wijzer geworden. Ik zie nog wel eens beelden terug van voetbal in de jaren ’70 en wat mij opvalt, is dat het zo…. enooooorm traag is allemaal. Met alle respect voor de Johannen, de Wimmen en de Jannen uit die tijd, maar laten we eerlijk zijn, het gaat nu echt allemaal een stuk sneller. Neem bijvoorbeeld het sprintje Robben tegen Spanje…Of het tikkie takkie voetbal van Barcelona. Echt, je hebt tegenwoordig de tijd niet meer om even fatsoenlijk en rustig te gaan plassen want het gaat allemaal razend snel.

Daarom heb ik er wel vrede mee. Met die ongebruikelijke speelwijze van Oranje. En als we er ook nog eens Wereldkampioen mee kunnen worden dan is dat een leuke bijkomstigheid. Voorlopig varen we de goede koers en staat Costa Rica op het menu. Bij deze alvast: Eet smakelijk!

We gaan goed

‘Louis van Geniaal’ kopte de Duitse krant Bild hedenmorgen. Ik hoop dat ze deze gedachte vasthouden tot na de finale, Duitsland-Nederland. Want dat betekent dan dat ik voor het eerst van mijn leven ‘Wereld-kampioen’ ben. Ja, ik. En jullie. Wij dus. Het ‘wij’ gevoel tiert welig en voelt verdomd aangenaam aan. WhatsApp en Facebook sloegen nadat Tim Krul de 2e penalty tegen hield op tilt. Zelfs mijn FB- en WhatsApp loze vader moest zijn ei kwijt en deed dit door vannacht mij een mail te sturen. En hij nam nog een borrel op de overwinning schreef hij.

En het ging al zo goed met ons landje. Want het begon immers met de 2e plaats van Waylon & Ilse op het Songfestival, de Nederlandse hockey meisjes die Wereld kampioen werden en de Nederlandse hockey jongetjes die 2e werden tijdens datzelfde toernooi…
We zitten in een flow om mij zogezegd maar eens hip uit te drukken.
Natuurlijk was er even dat dipje toen een VN delegatie begon te zwarte pieten naar ons maar ze kregen hun zin, de discussie verbleekte(!) na de geweldige prestaties van ‘onze jongens’.

De nabeschouwingen na de wedstrijd en die van hedenmorgen vreet ik op als een drie sterren menu. Mijn honger naar superlatieven over ‘ons’ oranje gaat zelfs grenzen over: wat zeggen de kranten in het buitenland over de geliante (=combinatie van geniaal en briljant) wissel van Louis van Gaal. En daarnaast stil ik mijn vreetzucht door tweets en Facebook telkens opnieuw af te struinen.

Er mag niets gemist worden. Op een enkeling na (mijn neef Peter en vast nog wel ergens een enkeling) lijkt iedereen nu echt aan de koorts te lijden. Jongetjes spelen op straat en op veldjes de wedstrijden na en wanen zich Van Persie, Robben of Kuijt (en sinds gisteren misschien ook wel Krul) en de dames die normaal gesproken liever gaan winkelen of naar een High Tea gaan doen volop mee in Oranje kleding en lakken hun nagels oranje of in het rood-wit-blauw..(en dragen misschien wel oranje lingerie voor in de 3e helft..).

We overstijgen ons zelf, vergeten even de dagelijkse beslommeringen en we doen allemaal vriendelijk tegen elkaar. Van hoog tot laag en van laag naar hoog, iedereen is begaan met het team van Louis. Zoals er eenheid is in dit team is er ook eenheid op straat, plein, kroeg en in de huiskamers. Het voelt aan als Koningsdag maar dan vier weken lang. Toen ik vanmorgen op de fiets een hardloper tegen kwam, groette ik hem zelfs. En hij mij!

Argentinië staat nu op het menu. Maxima versus Willem. Robin van Persie zit al twee wedstrijden niet lekker in zijn vel. Ik gun hem het beste en hoop dat hij het van zich af kan schudden. En dan tegen de Argentijnen er ineens wel weer staan.

Het was een kort nachtje maar ik ben niet moe, de adrenaline giert met een gangetje van 130 slagen per minuut door mijn aderen.
Wat is het een leuk WK!

Kappert

Naar de kapper gaan is voor mij een noodzakelijk kwaad. Ik heb ook geen vaste kapper dus zwerf maar wat rond in Kappersland. Zo kwam ik ooit terecht bij een kapsalon aan het Koningsplein in Den Haag. De eigenaresse, van Surinaamse afkomst, was hartelijk en gezellig zodat ik besloot bij een volgende ronde weer bij haar te gaan. Enkele weken later kwam ik weer binnen en opnieuw werd ik hartelijk welkom geheten en kon ik meteen plaatsnemen in de stoel. Herstel, in de kappersstoel (nog niet zo’n supersonische maar wel een kappersstoel).

“Wilt u het net zoals de vorige keer, meneer?” Ik zei, behoorlijk verrast want hoe onthoud je al die kapsels in hemelsnaam…”Euh…ja, is goed. Geweldig!”

Ze pakte de tondeuse en binnen no time had ik een strakke, niet meer dan 2mm dikke snelweg midden op mijn hoofd! Dat was een perfecte lengte voor een spelletje golf maar niet voor mijn haar. Zo kort door de bocht was niet mijn bedoeling…

Maar ach, ik zag er de humor wel van in en vertelde haar voorzichtig dat dit niet helemaal de bedoeling was. Ze schrok zich wild! Daarna werd ik overladen met excuses maar ik wuifde ze allemaal weg: “Geeft helemaal niks, het is zomer en ik heb nu ook 3 weken vakantie. En het groeit vanzelf weer aan!”

Ik heb ondertussen een kapper of tien versleten. De laatste zit in het winkelcentrum vlakbij mijn huis. Daar ging ik naar binnen en 10 minuten later stond ik weer op straat. Model? Geen. Maar wel makkelijk en het personeel was aardig. Toch besloot ik maar eens ergens anders te gaan kijken. Onder hetzelfde dak van de winkel die ons steeds ‘ikbenruig’- pakken probeert aan te smeren, zit ook een kapsalon. Ik liep naar binnen en viel in drukke gesprekken van de dames, een stuk of zeven. Na een minuutje van observeren, er kwam namelijk niemand op mij af, kon ik de kapsters onderscheiden van de klanten: de kapsters liepen rond in het rood en de klanten hadden of aluminiumfolie in het haar of een dikke wittige of blauwe pasta in het haar. Geen gezicht! En iedereen kon naar binnen kijken dus de dames stonden echt te kijk. Maar dat deerde kennelijk niet. Wie mooi wil zijn moet blijkbaar eerst in de etalage zitten.

“Prima!” dacht ik en draaide mij om richting uitgang. “Kan ik u helpen?” vroeg een aardige jongedame. Ik verexcuseerde mij en mompelde iets van ‘ik zit hier niet goed’. “Maar we knippen ook heren, hoor.” Zei ze, heel lief en vriendelijk. En ja, dan weet ik dat er geen weg terug is. Mijn zwakte.

Ik mocht plaatsnemen naast een door langdurig zonnebanken gebruinde vrouw en achter mij kwam het aardige meisje te staan. Nadat ik haar verteld had hoe ik het wilde, begon ze direct. Een andere kapster ging in de aanval met mijn door zonnebanken gebruinde buurvrouw. En met praten over het WK voetbal!!
Leuk! Prima. Dat had ik hier niet verwacht dus ik luister wel even mee, dat is beter dan steeds maar naar mijn eigen kop kijken in de spiegel.
“Kuyt was niet goed! En Sneijder ook niet!” En over Sneijder gesproken, ik zag laatst zijn look a like!” Hierop kwam een reactie vanuit de andere hoek van de salon: “In de Efteling zeker!” De spreekster hoorde het niet. “Hij was van dezelfde grootte en had ook dezelfde tattoos..” Vervolgens vroeg ze ineens aan mij tegen wie Oranje moest als ze zouden verliezen van Mexico. “Tegen niemand.” antwoordde ik maar daar nam ze natuurlijk geen genoegen mee. Mijn kapster probeerde mijn bezoek nog te redden door te vragen of ik lekker vrij was vandaag en of ik nog iets leuks ging doen. En ze voegde er zelf aan toe dat ze eigenlijk niet zo van de voetbal was en dat ze tijdens Nederland- Chili lekker in de zon gelegen had. Waarvan akte.

De sirene naast mij ging verder: “En die van Peeeeeersieeeeeee…wat een lekker ding is dat!” Dit was het moment om af te haken. Toch maar eens verder kijken (naar een kapper) dan mijn haar lang is…

Blauw

Oké. Ik geef het toe. Ik heb ze ook….
De oranje Wuppies. Oh nee, hamsters! Ze liggen weliswaar nog in de keukenla maar ik heb ze dus wel. Ben er zelfs speciaal voor omgelopen want de winkel waar ik normaal kom had alleen maar de ‘ikbenruig’ pakken, daar had ik niks mee, was mij te schreeuwerig.
Nee, die hamsters zijn een stuk rustiger. Nu was er nog een alternatief, de Monky’s of veren van een andere supermarkt, maar ik wilde het overzichtelijk houden. En ik heb maar één keukenla waar ik al die onzin in kan leggen. Tot vrijdag 13 juni had ik nikx met al die oranje bedenksels!

Maar deze keer verliep vrijdag de 13e anders.

Voorheen moest je oppassen voor overstekende zwarte katten, is er in de meeste hoge gebouwen geen 13e etage te vinden net zoals in het ziekenhuis geen operatiekamer 13 en was het uit den boze om onder een ladder door te lopen. Pfffff…In Italië hebben ze zelfs nr. 13 uit de Lotto gehaald!

Zoals ik al zei, deze keer verliep het allemaal anders. Ik heb het natuurlijk over het Nederlands Elftal. Niemand had er vertrouwen in. Alle analisten plus de vele coaches die ons land rijk zijn (een stuk of 16 miljoen) hadden nul verwachting in dit elftal. En daarbij opgeteld, het was op vrijdag de 13e, tegen de Wereldkampioen én de Europees Kampioen én de Champignon league kampioen (Real Madrid) Spanje. Was het wel verstandig om überhaupt aan deze wedstrijd te beginnen? Was het niet slimmer om onze darters te sturen, Raymond van Barneveld en Michael van Gerwen. Of onze schaatsers?

Maar het verliep allemaal anders. Na een slechte eerste helft (of een hele goede helft van de Spanjaarden, het is maar hoe je ’t bekijkt), zagen we hoe Robin van Persie na de 1-0 ons op een weergaloze manier op gelijke hoogte bracht. En we zagen hoe Arjen Robben op een weergaloze manier de finale van vier jaar geleden goed maakte. En we zagen hoe het hele team ‘de geest’ kreeg en boven zichzelf uitsteeg qua hun reguliere niveau. En we zagen dat Bondscoach Louis van Gaal vanuit een Korporaals-streepje ineens tot Generaal werd gebombardeerd.

Ons werd de mond gesnoerd door de mannen in het blauw. En enkele dagen later opnieuw na een spannende strijd tegen Australië. En over bijgeloof gesproken, ze speelden die wedstrijd weer in het blauw… En maandag spelen ze in het oranje…

Eigenlijk wilde ik afrekenen in dit stukje met het bijgeloof voor vrijdag de 13e. Helaas is het niet gelukt, ik krijg dat blauwe shirt niet uit mijn hoofd.

Want stel dat mijn theorie klopt dan zal de toekomst er voor ons land anders uit gaan zien want alles moet dan voortaan in het blauw:
Dan is het niet meer De Prins van Oranje maar van de Blauwe en erger, alle Wuppies, ‘ikbenruig’pakken, veren, hamsters of Monky’s zullen omgebouwd moeten worden van oranje naar blauw… En kunnen we dan nog wel aan het bier of moeten we ons neerleggen bij de regels van de ‘Blauwe Knoop”?

Het voelt aan alsof ik nu een blauwtje loop…

Pinksterstol

Hij is er! Nooit verwacht maar dan toch gekomen: de Pinksterstol! Het luxe brood met rozijnen en amandelspijs kunnen we nu ook met Pinksteren eten. Met erop natuurlijk een dikke laag roomboter en aan de buitenkant een laag poedersuiker. Mmmmmmm. Het water loopt mij al in de mond.

Jaren heb ik er naar uitgekeken maar telkens kwam ik van een koude kermis thuis: het was nog niet bedacht.
Tot vandaag! De kans was natuurlijk zeer groot dat er ook een Pinksterstol geproduceerd zou worden. Want alles wordt tegenwoordig gekopieerd en tot de laatste druppel uitgemolken. Op alle gebieden zie je dat terug. Seizoenen worden teruggebracht tot één seizoen..dat noemen we dan een jaar. Vaste tradities worden om zeep geholpen want we willen meer, meer, meer en het moet sneller en sneller. Tot we verzadigt en boerend onderuit op de bank langzaamaan afsterven.

Met een dikke plak Pinksterstol voor mijn neus schrijf ik dit en buiten beginnen de eerste mussen van het dak te vallen. Braziliaanse temperaturen zijn na het vertrek van ‘onze jongens’ van Oranje ons land binnen gevoerd. Het WK circus gaat bijna beginnen. Boeiende vagen bij het hotel: “Heb je er zin in?” of “Gaan jullie ervoor?”
Nee, journalisten en andere nieuwsbrengers, we hebben er eigenlijk helemaal geen zin in en nee, meer dan onze best kunnen we niet doen. Gelukkig zien we nog wel even de heer Sneijder met een cap op het hoofd (net zo een als de politie straks krijgt!) en zijn gezin. Alle aandacht gaat direct naar zijn voetbalvrouw want dat is ‘onze Yolanthe’ immers. Misschien wel de mooiste voetbalvrouw van dit moment is mijn bescheiden mening. Of moet ik nu oppassen om dit op te schrijven want zagen we niet bij het WK hockey dat een cameraman vuil aangekeken werd door Naomi van As tijdens het behandelen van een blessure omdat hij dat aan het filmen was?

Tja. In mijn ogen was de cameraman gewoon met zijn werk bezig. Maar we leven in een tijd dat niets meer gewoon is en overal krijgen mensen gore gedachten bij. Dat noemt men dan seksuele intimidatie.

En zo kijven de beide geslachten nog decennia door. Ook tijdens het voetbal kijken. Want de dames mogen best meekijken tijdens de wedstrijd maar ‘ze moeten wel hun mond houden.’ En dat pikken de meeste vrouwen ook nog omdat ze allang blij zijn dat het ‘gezellig’ is. En bij verlies is er ook nog geen man over boord want ja, dan gaan mannen zielig en verdrietig doen en ja dan smelten de vrouwenharten en heeft de avond toch nog een ‘happy end’….
Ik hou het nu nog maar even bij de Pinksterstol. Over happy end gesproken!

Honderd

Na het schrijven van dit stukje mag bij mij thuis de vlag uit.
Sommigen in mijn straat hadden de vlag al uitgestoken. Of beter gezegd, vlaggetjes. Heel veel vlaggetjes. Heeeeeel veeeeeeel vlaggetjes! En de kroeg om de hoek is in het geheel bedekt met oranje dekzeil en tussen de lantaarnpalen er tegenover hangen ook weer vlaggetjes.

Maar al dat vlagvertoon is niet voor mij bestemd. Het is voor het Nederlands voetbalelftal. En misschien ook wel een beetje voor de hockeyers in het ADO stadion. Er is geen verschil tussen de vlaggetjes, je kan niet zien welke voor voetbal of hockey bedoelt zijn maar het ‘we zijn met z’n allen voor Oranje’ dus ook voor het hockey.

Dus ik zal zelf de vlag moeten ophangen. Dan doe ik maar de Terschellinger vlag want anders denkt de buurt misschien dat ik al die vlaggetjes van hun leuk vind en dat ik graag mee doe. Niets is minder waar, ik ga pas vlaggen als ze een beetje in de buurt van het podium komen. Laat ze eerst maar eens werken voor hun geld. En ook al die programma’s die al aan het voorbeschouwen zijn op de voorbeschouwing van het WK sla ik over. Ik hoef dat geouwehoer niet aan te horen. Elk woord van de Bondscoach wordt door de ‘kenners’ op een weegschaaltje gelegd en honderd keer besproken. Daarbij heb je dan nog ene Johan Derksen die de Bondscoach ook graag op de persoon afzeikt zonder dat iemand hem daar eens op aanspreekt. Zelfs de Christelijke en Keurige Knevel en Van den Brink lachen hard mee met hem, zonder tegenspraak. God is dan kennelijk even weg …Een ADV’tje of een Papa-dag. Maar zodra de Bondscoach in hun programma zit dan kruipen ze in zijn hol. Diep in zijn hol…

Mijn mede flatbewoners kijken mij al steeds aan als ik ze tegenkom in de hal van de flat: “Kijk, dat is die man die nog niks heeft hangen!” “En hij heeft ook geen Roy Donders’ pak!”
Volgens de Jumbo zijn die pakken uitverkocht. Dat klinkt indrukwekkend en sensationeel maar de waarheid is anders. Ze raken ze aan de straatstenen niet kwijt! Waarom niet? Omdat wij toch nog wel iets meer herseninhoud hebben dan de bedenkers van het pak dachten en er helemaal niet in willen lopen, zitten (of in begraven worden). En de Jumbo constateerde een achteruitgang van klandizie dus die hebben aan de noodrem getrokken (“We willen wel voor vol aangezien worden, ja, vooral nu we al zo lekker bezig waren het (supermarkt) land over te nemen.”)

Nee, ik kijk liever naar iets moois op voetbalgebied. Zo zag ik Wim Kieft, de man die ons naar de finale EK’88 kopte, bij DWDD. Hij deed even een boekje open over zijn verslaving aan cocaïne en witte wijn. Twintig jaar lang. Zelfs Prem Radhakishun was stil van wat Wim ons vertelde. Ontroerend mooi om te zien, afschuwelijk dat een mens zo diep kan vallen. Maar gelukkig stond hij weer op.
Het Oranje moet nog aan de bak. Uiteraard ga ik kijken want ik houd van het spelletje. Nu ga ik ook aan de bak want dit stukje is klaar dus de vlag moet uit. Waarom?

Omdat dit mijn 100ste stukje op Facebook is!

Topper

Het nadeel van wonen in een flat is het feit dat er nagenoeg geen tuin is. Bij mij kan je het woordje ‘nagenoeg’ wel helemaal weglaten want het balkon is zo groot (of klein) dat je er nét met drie personen kan zitten. En als er dan één van die drie even naar binnen moet dan moet er altijd even geschoven worden om hem of haar die vrijheid te geven.

Het zou moeten wennen ware het niet dat ik zo om de twee weken verkas naar het huis van mijn geliefde, 275 km verderop, alwaar ik kan genieten van een tuin met de bekende bloemetjes, bijtjes en parasol met tuinset. En als ik daar dan weer een paar dagen van genieten mag, kan ik gerust zeggen dat het telkens weer een flinke tegenvaller is als ik mijn balkonnetje weer zie, met dat lullige toch-wel-best-handige plastic balkontafeltje van de Blokker.

En daarbij opgeteld de vervelende gedachte weer twee weken alleen te moeten eten en slapen maakt mij rijp voor een depressie in de categorie Code Rood. Gelukkig is de liefde sterker en drijft deze de donkere wolken boven mijn flatje weg.

Want het was weer genieten de afgelopen dagen in de tuin. Terwijl een aantal mussen continue bezig waren met het leeg vreten van een voerpot, stortte ik mij op een lekker tuinklusje: het snoeien van de conifeer en buxus planten. Dat is geen straf. Daar kan ik enorm plezier aan hebben. Ik hanteer de techniek van de kapper, denk ik: eerst de zij- en moeilijke kantjes en daarna de bovenkant. En oh ja, dat snoeien doe ik met een gewone heggenschaar want daarmee kan ik het beste ‘met gevoel’ het groen in de juiste vorm krijgen. Tussendoor stap ik even achteruit en kijk vanaf een afstandje hoe ik vorder. Zoals Rembrandt en Picasso dat deden tijdens het schilderen van hun meesterwerken. Van die afstand zie ik dan oneffenheden die ik dan direct elimineer met de heggenschaar. Soms is het weghalen eigenlijk iets toevoegen, hoe raar dat ook mag klinken. Ja, ik ben best wel artistiek.

De buren keken nieuwsgierig toe vanachter de vitrage. Misschien hoopten ze wel op een misser van me waarna leedvermaak de kop op zou steken. Sommige mensen leven in zo’n kleine wereld dat leedvermaak in hun wereld de boventoon voert. Dag in. Dag uit.
Mijn vriendin kwam zo nu en dan even kijken en overlaadde mij met complimenten. Hierdoor steeg mijn zelfvertrouwen met de minuut en als een echte Hendrik-Jan de Tuinman ga ik tekeer.

Mensen zouden elkaar eens wat vaker complimentjes moeten geven, bedenk ik mij terwijl ik een dikke tak van de conifeer te lijf ga. Die tak is de oorzaak dat het boompje stelselmatig scheef geknipt werd. Het geven van een compliment is een kleine moeite maar kan grote, positieve gevolgen hebben. Even dat schouderklopje, even dat zetje in de rug waardoor de dagelijkse problemen wat meer te vatten zijn. Of sterker nog, opgelost kunnen worden.

Het weekend ligt weer achter mij. Het was weer genieten. Genieten van elkaars liefde. Genieten van een (bijna) normaal gezin te zijn zonder grote afstanden.
Nu was het weer afscheid nemen. En over twee weekjes vallen we elkaar in de armen. Om vervolgens weer afscheid te nemen. Et cetera..et cetera.. Daarom sluit ik af met een enorm compliment voor mijn vriendin en om maar even in de sfeer van de afgelopen week te blijven (half Nederland verbleef namelijk in de Arena..):

Janet, jij bent mijn Topper!

Lente voor de deur

Voorzichtig durf ik het te zeggen: het is rokjesdag! Een van de mooiste en leukste dagen in het jaar en ooit prachtig opgetekend door wijlen Martin Bril. Ik word daar vrolijk van en volgens mij ben ik daar niet de enige in. Ik had vanmorgen toen ik opstond al een vermoeden want toen ik naar buiten keek zag ik een strakblauwe hemel met hier en daar vervagende witte condenssporen van voorbij gevlogen vliegtuigen. Vliegtuigen die onderweg zijn met mensen waarbij de winterdip nog haar nasleep kent en op zoek zijn naar warmere streken.
Wat zullen ze zuur kijken als ze, net na het opstijgen van Schiphol, door het vliegtuigraampje naar beneden kijken…

Vrolijke Ilse had een jurk aan toen ze met Waylon haar ’ding’ deed. Ik vond het direct al een goed liedje toen ik het voor het eerst hoorde bij DWDD. Of beter gezegd: een mooi liedje. Oké, die hoed had wel wat minder gekund maar aan de andere kant hebben we in het verleden al erger meegemaakt: ik noem bijvoorbeeld de pakken van de heren Jeroen, René en Gordon. Sinds Anouk heeft het Songfestival mijn aandacht weer en dat was een grote verrassing van mezelf vond ik zo. Het resultaat was terecht en de tranen van Ilse bij Humberto waren echt.

Van de Dodenherdenking wordt niemand vrolijk. Ik was aanwezig bij de herdenking op Terschelling. (In mijn ogen misschien wel de mooiste plek om te gedenken.) Toen het Wilhelmus gezongen werd luisterde ik zwijgzaam doch aandachtig; om mij heen werd flink meegezongen en ik wilde dat niet verpesten met mijn stem. Ieder zijn, daar is tie weer, ‘ding’. We gedenken opdat wij niet vergeten en dat is mooi en goed. In gepaste stemming. Toch moest ik even lachen toen ik de dame naast mij ineens hoorde afwijken van de gebruikelijke tekst van ons volkslied: “De Koning van Hispanje die ik niet altijd heb geëerd.’ Een klein protest. Mooi, moet kunnen. ‘Drie maal drie is negen en ieder zingt zijn eigen lied zongen wij als kind’: Mede dankzij degene die we massaal herdachten mag iedereen zijn eigen lied zingen.

Dan de vrolijkheden van Generaal van Gaal. Daar kunnen we nu weer dagelijks van genieten want het WK staat voor de deur. Het is altijd weer spannend wat hij zeggen gaat en oh wee, stel geen domme vragen! Eigenlijk is het gewoon cabaret wat hij doet.
De media begon van de week te piepen want er was nog niet echt sprake van de zogenaamde ‘Oranje-koorts’. Een handjevol mensen stonden de Oranje sterren op te wachten maar meer dan een dikke auto zagen ze niet. Dat de koorts er nog niet is snappen de echte voetbalkenners wel. Want de twijfel is groot of we 1e ronde wel doorkomen. Maar ja, men twijfelde ook aan ‘Calm after the storm’….

Rokjesdag dus. In de trein heb ik er al drie gezien. In de schone trein! Helaas werd mijn vrolijke bui teniet gedaan doordat iemand deze dag verkoos om nooit meer een rokjesdag mee te maken. Sneu. Tragisch voor alle betrokkenen. Waarschijnlijk zag hij/zij de zon niet meer schijnen.. De trein stopte in Leiden en ging niet verder. Ik kom nu een uur later aan in Groningen en zou daarvan flink kunnen balen maar dat doe ik niet.

Wat is dat ene uurtje op een heel leven? Prettig weekend!

De Parel

Achter ons ligt de onrust. De onrust welke elke dag opnieuw getrotseerd moet worden. Dat klinkt heel dramatisch maar als je eenmaal op de boot naar Terschelling zit klopt het wel. Zodra ms Friesland wereldkundig maakt te vertrekken via twee korte stoten met de scheepshoorn valt de onrust van mij af. Want je weet, nu rest alleen maar rust. Nu kan het alledaagse afgeworpen worden en zal de komende tijd slechts inspanning kennen tijdens de fietstochten op het eiland, met name het ‘tegen de wind in fietsen’ richting West, Sud wester windkracht 5 á 6.

Heerlijk! Kop leeg en bijkomen in een van de vele kroegen of strandtenten. Het liefst met een Jutterbitter of, bij warm weer, een ijskoud biertje.
Maar eerst twee uurtjes varen. De Waddenzee schuimbekt mij toe, de meeuwen krijsen en zeilbootjes met Duitse vlaggen hellen vervaarlijk over. Ja, zodra je in Harlingen of verder gaat dan weet je dat er wind staat. Op de boot louter vrolijke mensen. Kinderen met laarzen aan, druk bezig de boot te verkennen en met grote regelmaat de zee afspeurend naar zeehonden of andere inwoners van het Wad. Met rode konen. Er is zóveel en er is te weinig tijd. Dat denken ze maar dat is niet zo. Later op de dag zal de slaap toeslaan. De zware, frisse lucht van het eiland heeft al menig kind in slaap doen vallen. Niet op de boot, nee, later pas op de dag in het kinderzitje bij vader of moeder op de fiets. Een overmaat aan zuurstof welke niet doorspekt is met uitlaatgassen of andere stinkluchtjes.

Bij de ouders zie je de stress van het inpakken die ochtend en een veels te korte nacht, van zich afglijden. Ze zijn even uit het ritme van de regelmaat. Verliefde stelletjes snakken naar romantische wandelingen op het strand of vrijpartijtjes in een duinpan. En als de Brandaris daar dan ook nog eens haar licht over schijnt is de romantiek op haar top.

Terschelling. Niet voor niets de Parel der Wadden genoemd. Het natuurschoon krijgt zelfs de grootste schreeuwers stil. Eerst niet. Eerst gaan deze schreeuwers zomers de campings onveilig maken en zien ze slechts het gebied tussen tent en kroeg. Later romantiseren ze de gewonnen herinneringen en gaan ze terug naar Terschelling, nu met partner en kroost. En als dat kroost wat ouder wordt gaan ze hun vertellen hoe leuk ze het in die tent van Appelhof of Terpstra gevonden hebben.

Op het eiland verspreidt iedereen zich en is de drukte op de boot al snel vergeten. Je kunt allerlei kanten op want overal is er op je gerekend. De een zit wat luxer dan de andere maar dat doet er niet meer toe. Hier heb je maar één status: De Genieter.

Anderen, waaronder ondergetekende, komen gewoon ‘even thuis’. Ooit woonde ik er en nu is het tijd voor bezoek aan ouders en zus. Even bijpraten in een omgeving die je gevormd heeft. Onder het genot van koffie met Pondkoek of Potjekoek. Daar kan geen telefoon of social media tegenop. Ook daarom voelt het altijd weer bijzonder omdat deze plek zo uniek is.
Ze noemen het ook wel ‘het eiland-gevoel’!

Armlastig

Net nu ik een positief stukje wilde schrijven over hoe kleine dingen mij vrolijk doen worden, kreeg ik het deksel op de neus na het lezen van een artikel in de Telegraaf. De Telegraaf, de krant van Wakker Nederland om precies te zijn.

Maar laat ik toch maar eerst over het positieve beginnen want anders komt er niks goeds meer uit mijn toetsenbord en ik wil de Koningsdag-flow die we net achter de rug hebben, niet bederven.

PEC Zwolle! Moet ik hier nog wat aan toevoegen? Eigenlijk niet maar ik doe het toch want wát heb ik genoten van deze strijd om de KNVB beker! Nadat de rust teruggekeerd was door de chaos die enkele hersenloze debielen gecreëerd hadden, begon de PEC machine te lopen en werd de trots van Amsterdam onder de voet gelopen. De mannen van Jans wilden maar één ding: de Beker. De Amsterdammers dáchten dat ze dat wilden…

Dan het zwemdiploma. Dat moest anders. Het wordt één diploma. Dus het A, B, C diploma en alle aanverwanten mogen het archief in. Positief aan dit verhaal is dat je als kind maar één keer een examenstress hebt en dus niet 3 keer of meer. Dat scheelt opvoeders, opa’s en oma’s en aanverwanten twee keer zweten in een té warm zwembad met je fototoestel of camera in gevechtspositie. En na onderzoek bleek ook dat de schoolzwemmers-slag tegen de natuurlijke houding is en begin je dus als kind met het leren van de borstcrawl.

Dan mijn oudste zoon. Die had een lekke band en vroeg mij deze te plakken (ja, ik weet het, een gebrek aan zijn opvoeding, maar als ik ze het wilde leren keken ze altijd een andere kant op of ze smeerden ‘m met een smoes…). Dat doe je dan graag maar hij moest dan wel lopend met de fiets aan de hand naar mijn nederige stulpje toekomen. En nu komt het positieve: hem werd maar liefst door wildvreemden tot twee keer toe aangeboden de band te plakken! Gewoon op een doordeweekse dag!

Nog meer goed nieuws? Ja! De uitslag van een De Hond enquête. Een meerderheid in ons land heeft geen bezwaar tegen onze Marokkaanse medelanders. Dat deed mij goed na al dat beangstigde gebral van ene G.W. en zijn volgelingen. En vervolgens hoorde ik ook nog dat Pownews gaat stoppen en ik vind dat een juiste beslissing van de mannen met de roze microfoons. De druppel was kennelijk die verslaggever die in boerka gehuld de Scheveningse wijk Duindorp probeerde onveilig te maken. Ik ben het niet eens hoe sommige Duindorpers omgaan met onze medelanders maar hoe ze deze ‘verslaggever’ en andere media op hun flikker gaven deed mij toch wel deugd.

Dan even terug naar het begin van dit stukje. Over dat item in de Telegraaf. Want er heerst armoe in ons land! “Ja..duuuuh..kom eens met iets nieuws Veldmuis!” hoor ik je al zeggen maar niets is minder waar.

Er heerst namelijk armoede in het Gooi!!! Hadden we jaren terug nog gewoon een tweedeling in het land, was er duidelijk wie arm was en wie rijk en keken de armen s’ avonds op de TV naar programma’s hoe de rijken met hun geld smeten, lijkt er nu een inhaalrace te zijn van de mannen en vrouwen in polo’s en benzine slurpende auto’s die het energielabel Z hebben.
De auto’s op de oprijlaan staan zonder benzine, kinderen worden ziek gemeld op hun verjaardag omdat ze geen geld hebben om uit te delen en men kan niet meer op hockey, voetbal en tennis tegelijk zitten maar nog maar op één sportvereniging.
En dat allemaal door de crisis!

Koningsdag

Het is Koningsdag! Vandaag even geen gezeur aan onze hoofden maar lekker samenzijn op de pleinen en in de straten.
Kledingkleuradvies: oranje. Drinkadvies: veel. Niveau van geestelijke gesteldheid: prettig gestoord. Lied van de dag: Het Wilhelmus of, bij gebrek aan, Olé, olé,olé.

Als kleine jongen heb ik heel wat Koninginnedagen meegemaakt. De heren van de feestcommissie waren te herkennen aan hun donkerblauwe colbert en op hun hoofd droegen ze een bolhoed. En de dag zelf was elk jaar hetzelfde. s ’Morgens waren er hardloopwedstrijden, s ’middags kinderspelen in de Dorpsstraat en s ’avonds stoelendans voor de deur bij Karin V. en het huis van de Dominee. Tegenover de Midsland’er kerk. En tussen al die feestelijkheden door waren alle kroegen open en zaten de terrassen vol maar eigenlijk ging dat langs mij heen want ik was nog niet gerechtmatigd daar deel van uit te maken. Ik was nog maar een jonkje en nog lang geen 16 jaar.

Iedereen was, in mijn beleving, vrolijk. En mijn vader kwam ook kijken. Dat was bijzonder omdat hij normaal maar een vrije dag in de week inroosterde: de zondag. Het was altijd handig een vader in de buurt te hebben want een kwartje of, nog leuker, een gulden was zo gegeven…
Hij zag mij dan meedoen met de kinderspelen. Hoe ik voortstrompelde op twee houten plankjes die je handmatig bestuurde met een touwtje. Wie kwam er als eerste over de finish. Of dat je met een ei op een lepel zo snel als je kon een parcourtje moest lopen, gadegeslagen door de mannen met de bolhoeden.

Aan het einde van de middag ging je met tegenzin naar huis, wist je niet hoe snel je je met verhit gezicht enkele boterhammen naar binnen moest werken want de finale zat er nog aan te komen: de stoelendans! In mijn herinnering was daar altijd de plaatselijke fanfare bij maar het kan ook gewoon een cassettebandje geweest zijn. Maar voor het mooie was het natuurlijk de fanfare. Wanneer stopten ze precies? Want dat was het sein om zo snel als je kon een stoel te vinden. De dirigent wist het. En op zijn teken wisten ook de Bugels, de Trombones en de Trompetten het. Vrolijke deuntjes op een vrolijke dag. Eerst mochten de kinderen. Wij dus. En dan hoopte je te eindigen met dat ene meisje waar je heimelijk al een oogje op had. Als alles volgens plan verliep voelde je je de Koning van de dag. En zij was je Koningin…

Naar de stoelendans voor de ouderen keken wij altijd met iets van schaamte. Want je zag ineens volwassen zich enorm uitsloven. Mannen en vrouwen waar je het niet van verwachtte. De rest van het jaar weer stijf in het gareel of chagrijnig van de dagelijkse beslommeringen..

Koningsdag 2014. Het is zo ver. De nacht hebben we al achter de rug en velen zullen getuige zijn geweest van lekkere bandjes die sfeer en gezelligheid brengen. En saamhorigheid. Met morgen Jumbobollen. Of nee, Jumbollen! Het bedrijf dat gisteren voor vele kindertjes die meededen aan De Koningsspelen het ontbijt verzorgde, heeft een variant op de oranje tompouce bedacht: een soes gevuld met Zwitserse room en erboven op een laagje oranje chocolade. En een kroontje natuurlijk.
Ik ga ze kopen. Voor de gezelligheid. Voor de saamhorigheid. Voor de vrolijkheid.
Iedereen een hele leuke Koningsdag!

Op stap

‘Zit m’n dasje goed. Zit m’n jasje goed. Vader gaat op stap. Is m’n pochetje d’r, M’n sigaretje d’r,
Vader gaat op stap. Vader heeft vandaag dat fieve, Niet meer zo dat primitieve
Want vader is vandaag de bon vivant, de bon vivant, de bon vivant, Vive le vive le vive le vive le bon vivant; Vader gaat op stap.’

Dat gevoel. Dat gevoel heb ik al de hele dag.

Ik stond er vanmorgen al mee op. Dat is anders opstaan dan anders kan ik nu wel zeggen. Toon Hermans heeft dat gevoel dus ook ooit een keer gehad want anders had hij er geen liedje over gezongen. Dan was hij misschien wel weer gewoon zijn bed in gedoken en was deze tekst nooit ontsproten in zijn fantasierijke brein. Daarom bij deze: “Dankjewel Toon!”

Vanavond ga ik dus op stap. Met nog vijf mannen. Vijf mannen die zachtjes aan schuren tegen de MAX televisiekijker-leeftijd. Ik zal ze vragen of ze voorgaand besproken gevoel ook hadden toen ze vanmorgen opstonden.

Wat is de oorzaak van deze commotie?

Wij gaan naar de film ‘Toen was geluk heel gewoon.’

Wellicht ben ik nu de aandacht kwijt want jeugdigen onder ons hebben waarschijnlijk niets met de avonturen van Jaap Kooiman en zijn ‘vriendje Stokvis’. Wat geweest is, is geweest. De tijdsbeelden in de serie die opnieuw leven ingeblazen werden, zien sommigen als oubollig of ouderwets. Té langzame televisie. Té lief. Té weinig actie. Dat past niet meer in het huidige tijdsbeeld waarin alles snel moet, het liefst in hap klare brokken zodat er ook niet teveel nagedacht hoeft te worden. We kijken liever naar een bij elkaar geraapt zooitje mensen welke bouwen aan een Utopia of naar een dikke, getatoeëerde ex-crimineel die van een duikplank duikt. Of naar een show met allemaal cabaretiers die de ene dubbelzinnigheid na de andere eruit gooien, tot grote vreugde van het publiek welke gelokt worden door cadeautjes die door de sponsor van het programma uitgedeeld worden. Want hebzucht moet gestild worden, ook al moet je daarvoor naar een TV studio in Aalsmeer…

Maar wij gaan dus naar de film en duiken vanavond terug in de tijd, 1974 om precies te zijn. Let wel, wij zijn geen dwaze oude mannen die altijd zeggen dat vroeger beter was. Integendeel. Wij Whatsappen, wij mailen, wij chatten en wij Googlen. En als we moeten strijken of een luier moeten verversen doen we dat ook. Niets moderns is ons vreemd. Maar wij gaan omdat we het gewoon een leuke serie vonden en zien deze film als de kers op de taart.

Ten tijde dat de serie nog op de televisie was, de zoveelste herhaling van de herhaling van de herhaling om precies te zijn, bespraken we het de volgende dag. Zoals alle 50 plussers vroeger, tijdens de koffie, het programma bespraken wat er die avond ervoor op TV was. De kans dat alle aanwezigen dat gezien had was aanzienlijk want ik spreek nu over de tijd dat er maar twee netten waren. Er was simpelweg niets anders.

En bij ‘Toen was geluk’ worden hele teksten telkens herhaald waarna je al gauw de lol er van gaat inzien.

Vader gaat op stap. Maar eerst een uitgebreide douche. Dan lekker scheren en een lekker luchie op en welja, ik doe mijn zondagse overhemd aan!

Kippetjes

Volgens mij is het een automatisme. Zodra je oog in oog staat begin je gewoon, een groet, een liefkozend woordje, een aai over de bol… Of een terechtwijzing vanwege ongehoorzaamheid, dat kan natuurlijk ook. Je weet één ding zeker: je zal er nooit mondeling op afgerekend worden!

Want dieren kunnen niet praten. Ja ja, er zijn altijd mensen die het tegendeel beweren maar dat mag, het is een vrij land. Dat zijn die fluisteraars. Die zweverige slimmeriken die menigeen financieel een poot uitdraaien doordat ze tegen het baasje zeggen dat hondlief toch niet zo gelukkig is met die mand of krabpaal, of zoals de gecastreerde hond bij de Rijdende Rechter…Bij deze hond werden per ongeluk de ballen verwijderd en nu vroeg een hondenfluisteraar aan de hond hoe erg hij dat vond… Godzijdank vond Rakker dit niet zo erg en haalden baas en bazin opgelucht adem.

Maar zoals ik al zei, zodra je oog in oog staat begint het geouwehoer direct en krijgt de hond, de kat, de kanarie of de goudvis het volgende naar zich toe geslingerd: “Ja, het baasje is weer thuis..” Of “Zal ik jou eens lekker uitlaten…Gaan we (!) effe een grote plas doen?”
Het dier,ruw wakker geschrokken door voorgaand enthousiasme, kijkt met samengeknepen blaas (na 8 uur ophouden) in stomme verbazing naar het figuur voor zich en besluit maar enthousiast te doen door wat te gaan kwispelen, kopjes te geven of door van vreugde in het badje van de kooi te duiken…

We weten het. We weten dat we zo kunnen doen tegen dieren. Als ik een spin uit de kamer van de jongens weg moest halen dan speelde is het zo: “Krijg nou wat! Harry! Ben je weer terug van weggeweest? Laatst zag ik je nog buiten toen ik met mijn gezicht dwars door je web fietste!!”

Geintje, moet kunnen toch. Maar laatst hoorde ik in de tuin naast mij een ‘gesprek’ die mij sterk deed twijfelen aan de geestelijke gezondheid van de mevrouw die daar woonde. Ze is eigenaar van drie kinderen, pubers, en daarnaast heeft ze de verantwoordelijkheid voor twee honden. Haar man is er vandoor gegaan en dat begreep ik eerst niet want op het eerste gezicht stond daar een redelijke aantrekkelijke dame van om en nabij de 40 jaar. Niks mis mee.

Totdat ik, alleen gezeteld in de tuin en om mij heen geen geluid die de rust van dat moment kon verstoren, haar hoorde praten met een hoge, allervriendelijkst en allerliefste stem die ik ooit gehoord had:
“Hallo lieverdjes! Kom eens bij mama. Jaaaaaaaaaa….Kijk eens wat ik voor verrassing voor jullie heb…..Kippetjes! Oooooo dat is een verrassing hè van mamma. Omdat mama zich schuldig voelde omdat ze gisteren in de zon heeft gelegen…en jullie niet uitgelaten heb…Dat was stout van mama hè…Maar nu maak ik het goed hoor…Jullie zijn mama’s lieverdjes hè.. …..Lief hè van mama…”

Het water liep mij uit de mond! Gebraden kippetjes! En dan met zoveel liefde gegeven, dan vreet je toch je vingers erbij op en vraagt haar daarna ten huwelijk!?
Het ging verder: “Ooh, wat is dit nou? Koop ik een verrassing voor jullie en kijken jullie er niet eens naar…Nou ja zeg! Nou is mama verdrietig hoor… Mama dacht dat jullie vast blij….met de kippetjes zouden…zijn….(Sniff, ze kreeg er een waterige neus van..). Dat is toch niet lief…..Mama houdt toch van jullie..Kijk nu eens naar jullie kippetjes die mama voor jullie heeft gekocht… “

Ondankbare kinderen! Dacht ik nog, tot ik in de gaten kreeg dat het om haar honden ging en dat de kippetjes niet meer waren dan speeltjes uit de dierenwinkel…

Lente

De tjiftjaf is weer in het land, pasgeboren lammetjes rennen dartelend rond moeder schaap en het eerste kievietsei is ook al gevonden: lente! De mooiste tijd van het jaar is mijn persoonlijke mening. En de meest erotische tijd van het jaar en dat is ook mijn persoonlijke mening. Even voor de duidelijkheid, ik heb geen nesteldrang hoor!

Verslappend is het feit dat we van de week weer moeten stemmen. Daar kan ik maar niet opgewonden van geraken. Tuurlijk, politiek is belangrijk en mijn stem zal ik zeker inzetten maar dat slappe gelul over en weer doet mij braken. En dan heb ik het nog niet eens over de ranzigheid die sommige politici eruit gooien om effe lekker te scoren in de onderbuik van Nederland. Nou ja, ze creëren een zekerheidje: die krijgen mijn stem niet!

Maar het lentegevoel overheerst gelukkig. We hebben al een weekje mogen proeven van zonnig, warm voorjaarsweer maar kregen afgelopen weekend wel het deksel op de neus omdat het ineens 10 graden (gevoelstemperatuur) kouder was. Dat willen we niet. Want iedereen smacht naar de eerste ‘rokjesdag’ of naar een mooie namiddag op een gezellig terras. Of naar lange voorjaarsavonden in de tuin zitten. Of naar heerlijke fietstochten door bos en duin. Of naar een ijsje eten van de Italiaan. Of ronddobberen in een bootje onder het genot van een ijskoud biertje of wit wijntje. Of roseetje.

Ondanks dat we geen winter hadden willen we wel die winterse deken zo gauw als het kan afgooien. Terecht, want winters kunnen een behoorlijke aanslag zijn op je geestelijke staat. Behalve de echte winters hoor, ik heb het hier over die kwakkelende, viezige, natte, koude, sombere winters waardoor je eerder geneigd bent over van alles en nog wat te klagen dan in elk nadeel ook een voordeel te zien. Nee, een echte winter, met sneeuw, ijs en veel zon, mag van mij elk jaar terugkomen.

Helaas was de winter 2013-2014 er eentje om snel te vergeten.

In de lente zie je mensen ook vrolijker worden. We kunnen wat meer van elkaar hebben, geven gauwer een glimlach cadeau of zijn wat galanter in het verkeer. Wanneer het gaat zomeren, binden we iets in van deze leuke lente-bijkomstigheden want als het effe té warm is, is er weer reden om chagrijnig te worden. Daar beken ik ook schuld, mijn gesteldheid is niet echt ingesteld op tropische temperaturen. Ik ben dan meer van de siësta of schaduwrijke plekjes en fleur in de avonduren helemaal op. Zo zomer ik door de zomer.

Maar eerst gaan we de lente vieren! Kijk om je heen en zie hoe de Tjiftjaf vrolijk fluit en hard werkt aan het nageslacht. Zie hoe de lammetjes onhandig maar vrolijk het weiland verkennen. Zie hoe de kieviet onnavolgbaar door de blauwe hemel vliegt op zoek naar insecten. Zie hoe de ijscoman de luiken voor de ramen van de ijssalon weghaalt en voorzichtig aan de eerste ijsbereidingen begint. Zie hoe politiek Den Haag de stropdassen inruilen voor open boordjes en de mantelpakjes plaatsmaken voor licht doorschijnende jurkjes.

Zie en geniet, dan zal elk onderbuikgevoel vanzelf verdwijnen en zullen bevolkingsgroepen niet weggezet worden als zijnde minderwaardig maar als medemens!

Vrienden voor het leven

Wij zitten in de ‘ik word vijftig’ fase. En met ‘wij’ bedoel ik mijn oude klas, de 6e klas van de Openbare Lagere School te Midsland, Terschelling. Achtendertig jaar geleden.

De meesten van die klas hebben deze mijlpaal al achter de rug, met of zonder Sarah/Abraham in tuin. Met of zonder groot feest. Er zijn nog enkele die nog tot de late- veertigers behoren. Maar het is een kwestie van dagen, weken…enkele maanden hooguit.

Voor mijn maat en oud klasgenoot Jan is het nog één dag!

Mijn andere maat, Bram, is al 50 jaar de eerste die jarig was. Dan kwam ik en nu is Jan aan de beurt. Zodra Bram en ik jarig waren kregen we steevast te horen van Jan dat wij ‘ouwe lullen’ zijn en noemden wij hem op onze beurt ’t jonkje.

We hebben gezamenlijk al een hoop mee gemaakt. Van hele vrolijke tot in en in trieste gebeurtenissen. Over die trieste gebeurtenissen zal ik het nu niet hebben. Daar zwijgen we over maar we weten dat ze als krassen op een ruit niet weg te poetsen zijn. In dat zwijgen zit de steun die we voelen en dat sleept ons door het leven.

Gelukkig had de vrolijkheid de overhand. Als jeugdigen speelden we cowboytje of legertje en wonnen we menig Saloongevecht of veldslag. Minder leuk was het voor mij toen ik vastgebonden werd aan een grafzerk op het (museum) Stryper kerkhof waardoor ik bijna een verjaardagspartijtje mistte. Dat neem ik ze nog wel kwalijk, is een klein traumaatje. Leuk was het in ons brommertijdperk. Dan zaten Jan en Bram dagenlang aan hun brommers te sleutelen en ik stond er als een soort Nar bij omdat ik geen kaas van sleutelen gegeten had. In diezelfde periode mocht ik met Jan zijn familie mee op vakantie naar Noorbeek, Limburg. Met het scheermes van zijn vader scheerden wij onszelf voor het eerst en Noorbeek maakte voor het eerst kennis met een waar bloedbad.

Uitgaan deden we ook met zijn drieën maar Jan kon er niet altijd bij zijn omdat hij veel aan het werk was. Hij kwam bij menig boer om ‘biks te blazen’ of hij maaide het gras op de dijken. Of hij bracht meel naar de bakkerijen. Thuis werden die meelzakken nog opgeborgen in opslagschuur met een heftruck maar bij de bakker was het nog gewoon op de schouder naar binnen sjouwen. Zonder te mopperen. Gewoon omdat hij het allemaal mooi werk vond.

Jaren later vlogen wij uit, alle drie staken we het Wad over om ons geluk aan de Wal te beproeven. Jan werd vrachtwagenchauffeur, een lang gekoesterde wens van hem. Ik mocht wel eens met hem mee. Toen bemerkte ik zijn liefde voor dit vak. Zo maf hij soms ook kan doen zo serieus was hij met zijn werk. Of hij combineerde het. Dan was hij bezig met lossen en liep hij rondom zijn auto, met zo nu en dan het bekende huppeltje wat mij weer deed brullen van het lachen.

Jan hoort er vanaf morgen weer bij. Dan zijn we weer even oud. Of even jong, het is maar hoe je het bekijkt. Wel is het een feit dat mijn 50 jaar nooit zo gekleurd (niet alleen geel) geweest zou zijn als Jan niet in het verhaal voorgekomen zou zijn.

Daarom alvast bij deze, als opwarming op je verjaardag: van harte gefeliciteerd Ouwe Reus!

Genomineerd

Na mijn nominatie was ik even het spoor bijster. Voor het eerst van mijn leven was ik genomineerd en ook nog eens door mijn beste vriend, Jan. Trots vertelde ik het iedereen die het maar weten wilde, van de buurvrouw tot aan de caissière van mijn wijksupermarkt.

Alleen bleef ik wel met twee dingen zitten: één, hoe ludiek moet ik hierop reageren en twee, ik red dat niet binnen de 24 uur want ik had nachtdienst en dan drink ik niet…

Oh.. Voor sommige, Facebook-loze lezers moet ik nu even wat uitleggen. Het zit namelijk zo. Je wordt op facebook genomineerd middels een filmpje. In dat filmpje zie je iemand (het liefst op een grappige manier) bedanken voor de nominatie, vervolgens iets drinken (een biertje of wat dan ook) en die nomineert vervolgens weer drie mensen die dan ook een filmpje moeten maken. Deze zogenaamde ‘neknominaties’ zijn overgewaaid uit het buitenland en breiden zich als een olievlek uit over de diverse continenten.

Leuk! Vooral de creativiteit die hier op volgt is leuk om te zien. Uiteraard zijn er ook tegenstanders, voornamelijk uit de hoek van de anti-alcohol lobby. Want het kan gevaarlijk zijn omdat het drankje in een keer achterover te gieten.

Tja. Daar zit wat in. Maar het is weer de betutteling die om de hoek komt kijken waar ik zo moe van word. En de politiek doet daar aan mee. Ze willen af van het ‘pamperen’ maar ondertussen bestoken ze ons met allerlei regeltjes; “Dat mag niet hoor, dat is slecht voor je”. Een goed voorbeeld is de aangepaste leeftijd om alcohol te mogen nuttigen. Deze is van 16 naar 18 jaar gegaan. Prima. Maar laat dan de huidige(!) 16 en 17 jarigen ‘de uitzondering op de regel’ zijn! Die jongelui liepen al sinds hun 13e te snakken naar hun 16e levensjaar omdat ze dan meer mogen: scooter rijden, een biertje drinken en andere leuke, lekkere dingen ondernemen want als 16 jarige tel je al een beetje mee. Rond 2012/2013 was het dan eindelijk zo ver….

Tot januari 2014, toen mocht het ineens niet meer en moesten ze weer aan de ranja…!

Ik noem het pesten. Een gebrek aan empatisch vermogen. Met als resultaat dat de huidige tieners massaal ‘illegaal’ gaan drinken (of meedoen aan carnaval want daar mag het dan weer wel…). Ooit werden die bedenkers ook 16 jaar en dronken ze eindelijk dat biertje of dat wijntje. Misschien zelfs al veel eerder omdat in de jaren ’60 en ’70 alcoholische dranken algemeen geaccepteerd waren, inclusief de whiskyglazen met sigaretten op tafel….

Maar na hun studie zijn ze er anders over gaan denken en bedenken ze de nieuwe alcoholwet. Want alcohol breekt hersencellen af en daarom is het beter om er later aan te beginnen. Zou best wel eens waar kunnen zijn maar dan begrijp ik niet hoe het zit met al die studenten die graag een biertje drinken(!). Kennelijk hebben ze genoeg hersencellen over gehouden om nu het beroep van dokter of hoogleraar uit te oefenen. Of politicus..

Ik was blij met de nominatie maar ben al ver over de tijdslimiet om te reageren en moet daarom de uitnodiging afslaan. Dat is knap voor iemand die ook voor zijn 16e dronk. En toen ook meedeed aan drankspelletjes. Mijn jongste zoon is nu 13 jaar en zal nog vijf jaar moeten wachten. Ik probeer hem daarin te stimuleren door te zeggen dat hij straks dan slimmer zal zijn dan zijn twee oudere broers……!

Koningsnummertje

Het zal weer aan mij liggen maar na een week Olympische Spelen valt het mij op dat er zoveel van die zogenaamde ‘Koningsnummers’ zijn. Elke sport heeft er wel een. Of meerdere.

Ik kan mij niet herinneren ooit zelf in een Koningsnummer gespeeld te hebben….. Ja, vorig jaar mocht ik meezingen met een Koningsnummer maar erg enthousiast was ik toen ook weer niet. Nee, als ik de verslaggevers op hun woord zou moeten geloven dan zijn die ‘Koningsnummers’ wel heel speciaal. Maar dat is niet het enige hoor, de superlatieven freestylen over elkaar heen. De een is nog fantastischer dan de andere en elke dag wordt er ‘geschiedenis geschreven’…

En dan is er die ene sport waar dat ene landje zo goed in is. Schaatsen. En of we daar goed in zijn! Het is bijna geen verrassing meer als we goud, zilver en brons halen. We halen de schouders op, wrijven even in de handen en gaan vervolgens de hond uitlaten.

Toch moeten we oppassen want ‘de sleet’ mag er niet in raken. Eigenlijk zouden we andere landen ook eens moeten laten winnen. Dat ze dénken heel goed te zijn en wij lachen dan in ons vuistje en stoten elkaar aan op de bank: “Kijk die Hawaiiaan eens stralen met zijn gouden plak! Hahaha, wij weten wel beter..” Misschien dat schaatsen dan weer de internationale waardering krijgt die het verdiend. Als we hiermee nou eens zouden beginnen met de aanstaande 10 km….

Nee, grapje Sven! Gewoon volle bak gaan, het blijft een prestatie. Ik hoop wel dat je na deze race je bezig gaat houden met de 1500 meter want ik ben bang dat de 10 eraf gaat vallen. Men wil tegenwoordig snelheid en spektakel en niet van die knikkebolrondjes. Mij maakt het niet uit hoor, ik knikkebol graag, maar met ‘men’ bedoel ik de mensen die erover gaan, dus die gasten van het Olympisch comité en de schaatsbonden enzo. Oh ja, Camiel! Camiel zit daar ook in tegenwoordig! Een fantastische man en ook een zeer bekwame man. Misschien zelfs een aantrekkelijke man. Hij is het Koningsnummer van het IOC. Die gaat geschiedenis schrijven en wij mogen dat allemaal live meemaken. Camiel, het duizenddingendoekje van Maxime Verhagen, sterker nog, de rechterhand van Maxime Verhagen: At your service!!

Nu weet ik niet meer wat ik wilde zeggen over Camiel. Sorry, ben het kwijt. Zie ineens een leegte voor me en raak in een depressie. Dit is echt balen hoor, als schrijvertje je tekst kwijt zijn. Nu kan ik wel wat gaan verzinnen over Camiel maar zo ver gaat mijn schrijversvrijheid niet. Ja, Camiel was als kind al een lieve jongen. En op zondag was hij misdienaar en ook dat deed hij zeer bekwaam. Het woord kattenkwaad kende hij niet en als er iemand verliefd op hem werd, was het zijn moeder.

Nou, fraai is dat. Dan is dit het einde van mijn stukje. Het is mij niet gelukt er een Koningsnummer van te maken dus bij deze bied ik mijn excuses aan. Ik heb gefaald, heb in de media nu geen waarheden kunnen vertellen en daarom rest mij nog maar één uitweg:

Mijn welgemeende excuses! (Mag ik nu blijven??)

Klus een cursus

De NS geeft aanstaande woensdag een cursus in de trein. Een cursus ‘flirten’. Het is nu maandag en als ik zo om mij heen kijk in de trein dan is woensdag inderdaad een betere dag dan de maandag. Nu zit het weekend nog in de reizigers en zit niemand te wachten op een knipoog of glimlach.

Ik heb gewerkt dus voor mij begint nu het weekend. En als ik zo in de spiegeling van het wagonraam kijk mag ik best wel zeggen dat ik er fris en fruitig bij zit. Ondanks 7 werkdagen achter de rug te hebben.

Plus een middagje schoonmaken bij een goede kennis van mij. Hij vertelde mij een keer op zoek te zijn naar een schoonmaakster en toen ik hem vroeg of die aan bepaalde eisen moest voldoen, bijvoorbeeld: blond, slank, jong en een kort rokje, antwoordde hij mij dat zo’n profiel best wel aardig en fijn zou wezen maar dat het geen pré was.

Aangezien ik geldzorgen had,solliciteerde ik en werd ik na ongeveer een week van nadenken (en toch stiekum hopen op die blonde, slanke, jonge dame in een kort rokje..) ook nog aangenomen! Hij blij en ik blij en sindsdien loop ik daar eens per drie weken als mister Spic & Span rond: stoffen, stofzuigen, soppen, dweilen, strijken, alle vormen van het vak schoonmaken passeerden de revue en ik had er nog lol in ook. Vooral vanwege de plek waar die gozer woont. Midden in een bos. Zijn tuin is 4 keer groter dan mijn flatje en 50 keer groter dan mijn balkon. In die tuin ligt een vijver en daar zwemmen tig Koi-karpers in, de een nog groter dan de andere. En verder is er nog een kippenhok en een soort eendenkooi met Mandarijneenden. Oja, er staan ook nog 2 schuren en een tractor! Tuintje vol zou je nu denken maar niets is minder waar. Want er is nog genoeg ruimte voor stapels brandhout (hij stookt in zijn woonkamer nog middels een houtkachel, een echte!! Dus niet zo’n nepper van de Ikea) en ruimte om een grote groep mensen te ontvangen voor, bijvoorbeeld, een heerlijke barbecue.

Ja, mijn baas is een met flora en fauna. Zodra hij met voeren begint hoor je hem fluiten, meestal hetzelfde, aanstekelijke deuntje en verdomd, je ziet vogels en andere dieren er nog op reageren ook!

Het huis zelf is een huis zoals die wel eens in sprookjes besproken worden. Kleine raampjes, lage deuren en veel houten balken. Als je door die raampjes naar buiten kijkt, of je nu voor af achter staat, zie je de mooiste vogels zich te goed te doen aan het ruim opgehangen voer. Vier Bonte Spechten of twee groene Halsbandparkieten op een voederplek is heel normaal, los van de bosjes Koolmezen en Staartmezen die zich te goed doen aan de pelpinda’s. Dat hangt er niet het hele jaar hoor.

Want zodra het richting voorjaar gaat moeten ze het weer zelf zoeken, “anders worden ze lui..” zegt mijn baas. En ze moeten fit zijn om een partner te zoeken en dan niet alleen op woensdag zoals de NS wil maar elke dag. Flirtend en dartelend gaan we dan weer het Voorjaar in en zullen weldra de eerste eitjes weer uitkomen.

En dat alles zonder cursus!

 

Ontbijt

Het is zondag. Het is: ‘Boer zoekt vrouw’ dag. De dag na de aubade (hoedje op/hoedje af) voor onze Koningin-moeder. De dag voor de eerste maandag van februari, de maand die ons misschien nog van dat witte spul gaat geven of een beetje ijs.

Pfff..wat een opening. En ik was de dag al slecht begonnen want ik stond voor een dichte deur bij de IKEA in Delft. Ik was daar heen gefietst voor het ontbijtje ‘van één euro’: een croissant, Zweeds Keizerbroodje, plakkie kaas en een cupje jam. (Waar doen ze het van..) Toen ik jaren geleden nog op de Bakker- en Horecavakschool te Leeuwarden zat, leerde ik wat voor soort ontbijten er waren. Zo had je een Frans, Continentaal, Engels, Nederlands of Amerikaans ontbijt. Van het IKEA ontbijt hadden ze toen nog nooit gehoord…

Maar ze waren dicht! Ik voelde al nattigheid want er stond geen file op de afrit A13, afslag Delft en ook geen rij voor de deur. Herstel, rijen voor de deur. Mensen gaan massaal ontbijten bij de IKEA. Op zich prima, een goed ontbijt is een goed begin van de dag, alleen lijkt het mij allemaal nogal een gedoe:

Opstaan, douchen, tanden poetsen, haar föhnen of middels gel in model brengen, lippen stiften, dat ene puistje uitknijpen, aankleden, t-shirt omdraaien want hij zat verkeerd om, de hond uitlaten, de auto starten, de ramen droog trekken (ijskrabben hoeft niet want we slaan de winter over..), wachten tot vrouwlief instapt want vrouwen komen over het algemeen altijd te laat en als het gezin compleet is staat er nog de rit naar de IKEA te wachten…

Eet smakelijk!

Tijdens dat ontbijt kan je dan belangrijke zaken bespreken met je vrouw, bijvoorbeeld welke vrouw door welke boer gekozen gaat worden. Van één boer weten we inmiddels dat hij naast de pot piest want beide vrouwtjes hebben hun biezen gepakt. Hij gokte verkeerd want nadat hij de ene dame de deur gewezen had begon de andere dame ineens heel verward te praten tijdens het eten bij de IKEA…eh…nee, bij een fastfood restaurant.

Of je bespreekt met je vrouw het idee om zaaddonor te worden want er moet immers op de kleintjes(!) gelet worden. Een lozing levert al gauw een euro of 75 op. En dat twee á drie keer per week! Illegale lozingen zijn verboden want dat gaat ten koste van de kwaliteit. Mocht men dat constateren dan trekken ze je lidmaatschap in.. Oh ja, hoe hoger je opleiding hoe hoger je verdiensten dus mocht je al een tijdje rondlopen met het idee een opleiding te volgen dan zou dit een dubbele motivatie kunnen zijn…

Of je moet in dit geval Nick heten. Of Simon. Want het zaad van Nick & Simon is populair zo lees ik in de media. En het enige luchtje wat daar aan zit is de lucht van paling(sound) maar daar zijn wij, dankzij de Grootste Familie van Nederland, de TROS, inmiddels wel aan gewend.

West Aleta 40 jaar

Mijn vader zit in een koor. Niet een gewoon koor maar een Shanty-koor. De West Aleta Singers van Terschelling. Het is een mannenkoor van om en nabij de 60 leden. Van jong tot oud. Ze zingen allerlei repertoire, van Christelijke liederen tot en met, uiteraard, Shanty- zeemans liederen. Dat deden ze vroeger al, heel lang geleden, toen er nog geen radio was en de opvarenden zichzelf op moesten peppen met liederen. Nog ver voor ‘Hilversum drie bestond nog niet.’

Die mannen bij elkaar zijn een feest. De vrolijkheid spat er af maar zodra het serieus moet, bijvoorbeeld bij begrafenissen of plechtige kerkdiensten, weten ze je te ontroeren met hun zang. Ik spreek hier uit eigen ervaring.

Ze zijn van alle markten thuis. Ze zingen in het Engels, Nederlands maar ook in Terschellings dialect en mocht het op hun weg komen dan zijn andere talen geen probleem. Gewoon fonetisch inleren en het is alsof ze allemaal taal wonders zijn.

Fanatieke leden! En allemaal hebben ze hun eigen bagage, allemaal hun eigen karakter en allemaal hun eigen beroep. De slager, de middenstander, de chauffeur, de timmerman, de schilder, de leerkracht, de gepensioneerde of de stukadoor. Alles vertegenwoordigen zij maar als koor zijn ze één. Ooit was ik even bij mijn zus en toen hoorde ik luid gezang van boven komen: “Mooi zijn de meisjes maar lelijk is d’r moer…”. Toen ik vroeg wat er aan de hand was bleek het om de stukadoor te gaan, ja, ook lid van het koor. Als je hem dus inhuurt heb je direct de hele dag Arbeidsvitaminen in je huis. All inclusive!

Elke maandagavond repeteren ze en het moet wel heel gek lopen wil iemand deze overslaan. En over overslaan gesproken, je hoeft geen nachtegaal te zijn om je bij deze club aan te sluiten. Hun credo is, ik citeer de website: ‘Wie graag zingt is van harte welkom!’ Na de repetitie worden de kelen nog gesmeerd met een drankje of ze duiken nog even de plaatselijke kroeg in.

Ze hebben een grote reputatie die zelfs verder gaat dan de eilandgrenzen. Grote bedrijven ‘aan de wal’ huren ze in of ze spelen op Shanty festivals overal in het land. Maar ook daarbuiten worden ze vaak gevraagd op te treden en ontvangen ze staande ovaties. Men weet, waar de West Aleta Singers zijn is het feest! En gezelligheid.

Mijn favoriete nummers zijn o.a. ‘West Sûdwest van Ameland’ en ‘By the rivers of Babylon’. En alle liedjes die Egbert zingt, in dialect.

Ja, het is een mooi koor. Deze week bestaan ze 40 jaar en in die 40 jaar hebben ze zeven cd’s gemaakt. Volgens mij heb ik ze allemaal. En als ik alleen ben dan zing ik uitbundig mee.

Zo hard als ik kan, zonder schroom!

Koud

Het was een rare gewaarwording: voorjaarsschoonmaak houden in Leidschendam omdat de mussen nog net niet van het dak vielen en dan midden in een winter terechtkomen in Groningen! Dik 10 centimeter sneeuw is er gevallen en voor het eerst sinds lange tijd had ik het weer eens koud. Zo koud dat er nu kloofjes in mijn lippen zitten en ik hele stiften labello erdoor draai.

Ik bevond mij in een ‘Horror’ winter!! Eindelijk!

In deze temperaturen denk je al gauw aan de Elfstedentocht en omdat het in de rest van Nederland nog steeds voorjaar was, vroeg ik mij af waarom we de tocht der tochten niet een keertje in Groningen zouden gaan rijden. Ze hebben hier water genoeg, de mensen zijn net als de Friezen aardig en gastvrij, de plaatsnamen eindigen ook vaak op ‘um’ en door zo’n evenement kunnen de werklozen (aluminiumfabriek Aldele) ook effe lekker de handen uit de mouwen steken, dat past dan weer in het straatje van Jetta (Klijnsma) en Lodewijk (Asscher). Wij, hard werkende wakkere Nederlanders, kunnen dan zien dat onze belastingcenten goed besteed worden. Op televisie zelfs want de NOS zend natuurlijk de hele dag uit!

Flauw van me, ik weet het. Die mensen van Aldele hebben een flinke klap gekregen en voorlopig komt er geen hulp uit Den Haag. En zo zakt Groningen (bijna letterlijk) steeds dieper weg in de malaise.

Maar waarom eigenlijk niet de Elfstedentocht in Groningen? De schaatsbond wil dat er voortaan in Almere geschaatst gaat worden en ontneemt daardoor Friesland, de moederprovincie der schaatsprovincies, haar kindje. Dat is net zoiets  alsof je Den Haag haar Prinsjesdag af zou nemen of de Zuidelijke provincies hun Carnaval.

Terwijl ik dit schrijf zit ik in de trein van Groningen naar Den Haag. Ik voel de warmte al stijgen, waarschijnlijk door het gasverbruik in het Westen. Toen ik vorige week zo lekker aan het opruimen was kwam ik ook een A4tje tegen met de tekst van een liedje welke wij graag zingen bij familiebijeenkomsten. Ik besloot het papiertje te digitaliseren waarna ik het vervolgens naar mijn familieleden heb gemaild, neven, nichten, ooms en tantes en de kouwe kant.

Binnen enkele uren kwam er een mailwisseling op gang en nu lijkt het er op dat we in het najaar van 2014 elkaar weer een dagje gaan zien, dankzij enkele fanatieke nichtjes. Die meiden hebben dat niet van een vreemde, nee, dat hebben ze van wijlen Tante Riet. Zij was een tante die erg graag gezien werd in de familie, een tante zoals een tante hoort te zijn. Ze was een bijzonder mens en hield van het leven. Helaas moest ze veels te vroeg uitstappen en ons, haar familie, achterlaten met tranen en woede.

Het lied zal straks weer gezongen worden en er zal vast weer iemand opstaan die het familiekoor zal leiden, aangestuurd van boven want eigenlijk was zij de Dirigent van onze  familie….

Ouwe meuk

Soms sta ik versteld van mijzelf. Zoals afgelopen week. Al maanden stonden er dozen vol met ouwe meuk in een kamertje die weer volstond met gereedschap,verfmaterialen, behang en rotzooi. En mijn flat is al niet zo groot dus de ruimte kon veel beter benut worden door eens flink te ruimen. Maar dat gaat niet vanzelf en er waren ook geen kaboutertjes, AH hamsters of Doenertjes (die van de Freggles!) die het even voor mij zouden doen. Nee, dan zie je ze niet!

Dus toen heb ik het zelf maar gedaan…

Dat was afgelopen week en nadat ik eenmaal begonnen was, was ik niet meer te stoppen. De hele vloer lag dagenlang bezaaid met papieren, foto’s en negatieven, voedingen van apparaten die allang weer gerecycled zijn, gebruikers handleidingen van die apparaten, oude voetbalschoenen (Quick uiteraard!), kisten vanuit de tijd dat ik het land nog dienen moest, de eerste Kruidvat-brilletjes omdat ik maar niet wilde toegeven dat mijn ogen achteruit gingen en boeken van een school die ik ooit doorlopen heb. Plus alle rommel die ik nog niet genoemd heb.

Nu zeg ik wel dat er in die oude dozen ouwe meuk zat maar dat is niet helemaal zo. Ja, voor anderen misschien maar voor mij zijn ze heel belangrijk. Want ik heb nog steeds alle brieven die ik ooit ontvangen heb van deze en gene, meestal dames by the way… Nee, ik schep niet op, ik was gewoon een schrijvertje en onderhield zo het hele jaar vele contacten (voornamelijk toeristen die ik leerde kennen op Terschelling) door het hele land heen, in stand.

En alle (liefdes) brieven van mijn huidige partner, toen mijn eerste serieuze ‘verkering’…

Daarnaast heb ik ook alles wat ik ooit geschreven of gecreëerd heb, bewaard. Ik kwam zelfs nog een maaksel tegen van de tijd dat ik net schrijven kon, ergens tussen de 1e en 2e klas vermoed ik, een boekje in de vorm van een kerstklok met daarin versjes geschreven.

Eigenlijk lag mijn hele leven in die dozen…. En nu op het laminaat!

Enkele dagen later was de klus klaar. Vijf dozen wist ik te reduceren tot twee en ook het rommelkamertje werd aangepakt. Daar kan ik nu weer gewoon in lopen zonder hink-stap-sprongen. Trots vertelde ik het mijn jongste zoon (Sil,13 jaar) en die zei nog net niet: “Dat zou eens tijd worden!”

Nee, hij is slimmer dan mij (hij mag pas drinken na zijn 18e jaar waardoor hij ook slimmer zal blijven dan mij…) en bood aan om de lades van de vitrinekast eens flink op te ruimen. Dat was een goed plan en sloot mooi aan bij mijn opruimmanie. Niet veel later en een vuilniszak voller was de klus geklaard en werd deze huisvlijt opgeleukt door een stoeigevecht tussen vader en zoon. Zo hoort het ook, jongens moeten meer stoeien, sjouwen, bouwen of in plassen springen en groene knieën hebben na een partijtje voetbal. En tegen bomen plassen of, nog leuker, schrikdraad!

En die herinneringen stoppen ze dan in een doos zodat ze die na 50 jaar weer eens tegen kunnen komen in een kamertje die vol staat met rommel en ouwe meuk…

Fit & potent

Mannen die fietsen of veel lopen hebben een hogere potentie dan mannen die alles met de auto doen. Zo! Ik heb de aandacht!

Het is januari en dan zijn de onderwerpen ‘lijnen’ en ‘gezondheid’ weer een hot item. Want januari is dé maand om daaraan te gaan werken, er staat immers een heel jaar voor de deur dus tijd genoeg. Een jaar waarin het anders moet. Tenminste, dat is de theorie, de praktijk is anders. Want meestal zijn de goede voornemens al in de 3e week van januari teniet gedaan en gaan we gewoon verder zoals we het oude jaar afgesloten hebben. Ik ben geen haar beter.
Maar om even terug te komen op de potentie, het is echt waar. Hoe meer je je beweegt hoe ‘actiever’ je blijft om, bijvoorbeeld, jeweetwel te doen. Daarnaast wordt je ook veel prettiger ouder omdat je lichaam nauwelijks de gelegenheid krijgt om stram te worden. We hebben het nu wel over gezonde mensen natuurlijk want er zijn, helaas, ziektes waar niet tegen aan te fietsen of te lopen is.
Ik fiets momenteel veel (en hard!) maar dat is ook wel weer te verklaren want ik heb geen auto meer. Het karretje heeft mij vele keren naar Groningen en terug gebracht, in weer en wind en zonder al teveel geklaag. Maar in december gaf hij de geest en restte hem een trieste aftocht naar de sloop. En nee, er komt niets voor terug want dat kan Bruin niet meer trekken door de huidige omstandigheden. Gelukkig heb elk nadeel een voordeel en dat is in mijn geval dus de fiets. En de trein. Ik heb zelfs al een OV-kaart aangevraagd en zal de komende tijd tot de groep behoren van klagende Openbaar Vervoer reizigers. In het ergste geval zie ik mij al staan op een stationsplein ergens in den lande omdat ik gestrand ben door blaadjes op de rails, bevroren leidingen of andere smoezen van de NS.

Het zal wezen.

Het voordeel dat ik fitter zal worden lacht mij toe en ik heb inmiddels al aardig wat kilometertjes in de benen. Mijn kuiten beginnen weer kuiten te worden en mijn billen mogen er ook zijn (volgens mijn vriendin, het is mij nog niet gelukt zelf te kijken..). Al zeg ik het zelf. Nu nog wat kilootjes van het totale gewicht eraf zodat veters strikken niet meer een dagelijks terugkerend probleem(pje) wordt. Dat is wel gek hoor, zo’n buik kan flink in de weg zitten. Maar er is ook weer een voordeel, je kan er als je op de bank zit zo lekker je mok koffie of glas whisky opzetten… Maar ja, afvallen is beter en IKEA zal er vast wel leuke tafeltjes voor hebben. Maar vandaag is het zondag en op zondag mag het allemaal even anders en heb ik mij voorgenomen om Ajax-PSV te gaan kijken met het bord op schoot (lees: buik). En op dat bord liggen dan verse patatten en een frikandel! Met mayonaise en een glaasje fris van iets met nul calorieën….

Winter?

De hype ‘winter’ is weer begonnen nu we bijna zeker weten dat het aanstaande maandag sneeuwen gaat. Nou ja, het zal hoofdzakelijk natte sneeuw zijn maar het is genoeg om er weer volop aandacht aan te besteden. We hebben immers niks belangrijkers te doen..

Zoals het bespreken van het nieuwe ‘John de Mol’ programma ‘Utopia’. Ik heb de eerste aflevering gekeken en ..euh..ja..euh…nou.. Gelukkig was er ook weer een nieuwe aflevering van ‘de Rijdende Rechter’ en dat was weer een aflevering dat ik onder de bank ging liggen van schaamte, met de handen voor de ogen maar ik bleef wel tussen de kieren van de vingers kijken want het had alle ingrediënten waar menig commercieel tv zendertje de vingers bij zou aflikken. Voor de liefhebber: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1388322 Let wel, het is niet geschikt voor kinderen maar ook niet voor alle leeftijden die erna komen. Wat wel de moeite waard is, is de uitspraak van de Rijdende Rechter. Je ziet dat hij boos is, heel boos. Op beide partijen. Hij geeft ze een heldere les in hoe men met elkaar zou moeten omgaan.  Daarom is het eigenlijk wel weer de moeite waard om ernaar te kijken…

Het sneeuwt nog steeds niet. Jerson Cabral, opgegroeid bij Feyenoord en nu ADO speler, was gespot met een petje op zijn hoofd waarop het wapen van Rotterdam op afgebeeld stond. Niks aan de hand. Logisch. Hij is trots op zijn afkomst. Helaas was er wel wat aan de hand want enkele ‘fans’ van ADO pikten dit niet en stuurden Cabral bedreigingen. Trainer Steijn heeft nu besloten dat het hele ADO team geen petjes meer mag dragen.

En weer lag ik van schaamte onder de bank..en voelde ik een lawine op mij afkomen…

Toch was er ook mooi nieuws. Het uit de kast komen van voetballer van Thomas Hitzlsperger. Na alle onderbroekenlol van René van der Gijp is het fabeltje dat er geen homo’s onder onze voetballers zijn ook uit de wereld. Wellicht zal dit weer besproken gaan worden aan de tafel van Wilfred Genee maar ze zullen het wel weer weglachen omdat ze het natuurlijk weer beter weten. Of dat ze gewoon bang zijn, dat laatste is meer vanzelfsprekend en angst is een slechte raadgever. Stelletje horken.

Ach ja, als de sneeuw voor hun ogen verdwenen is zien ze misschien een keer het licht.

O ja, Utopia. Ik heb dus gekeken. En gelezen want de kranten schrijven er ook over. Nou ja, bepaalde kranten dan, de fastfood-kranten onder de media zeg maar. Ik kan er niet veel van maken, hoop dat de miljoen kijkers aan hun grieven komen en na een jaar kunnen zeggen dat het de moeite waard was. Ik doe ondertussen wel even wat anders.

Want er moeten nog sneeuwbanden onder mijn fiets, mijn thermokleding moet gewassen worden en mijn balkon is nog niet helemaal winterklaar…

Veel sneeuwpret!

Oudjaar

En dan is het jaar 2013 ineens ten einde.. Vandaag staat die man er weer, die man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen… Elk jaar weer kregen wij dat thuis te horen van mijn vader en telkens sloeg mijn fantasie daarvan op hol, rende ik als kleine jongen naar buiten om te kijken waar die gozer dan wel stond want ik wilde weten hoeveel neuzen hij had..

Het jaar 2013 is het jaar dat een Koningin een prinses werd en een prins een Koning. Dat was toch wel een hele happening historisch gezien en wij mochten daar getuige van zijn. Net als de schaatsers die droog aan het schaatsen waren toen de nieuwe Koning en zijn Koningin met een bootje over het IJ voer: “Ja jongens, daar komen ze. Schaatsen nu!” “Maarrrr…er ligt geen ijs! Euh..Klopt, daar was geen geld voor, doe maar alsof..”.

De eerste zwarte president van Amerika,  Barack Obama, kreeg er opnieuw vier jaar bij. Hij scoorde in ieder geval al met zijn inauguratie speech:
“Wij zijn groter dan de som van onze verschillen. Of je nu jong of oud, rijk of arm, zwart of blank, Aziatisch of Hispanic, homoseksueel of hetero bent: we zijn de Verenigde Staten van Amerika! En samen gaat we voorwaarts!”

Tussendoor was er in die eerste maanden elk weekend schaatsen op TV…

Het was ook het jaar van de wolf. De wolf die langs de kant van de Uiterdijkerweg in Luttelgeest gevonden werd. Morsdood maar het werd een ware sensatie. Waren we al bang gemaakt dat de Roemenen en de Bulgaren deze kant opkomen, nu kwamen er ook nog eens de wolven bij!

Paus Benedictus de zoveelste trad ook af en niet lang daarna kregen we Paus Franciscus voor hem terug. Een hele andere Paus bleek al gauw. Een man van het volk. En dan was er nog het Eurovisie Songfestival. Al jaren vroeg  menigeen zich af waarom we überhaupt nog meededen met deze onzin maar afgelopen jaar ging het even wat anders: Anouk verdedigde onze eer en dat deed ze best goed.

En dan was er die zomer. Na een Voorjaar wat maar geen Voorjaar wilde worden kwam dan toch een hele mooie zomer. Ik mocht enkele weken met mijn lieve vriendin, haar zoon en mijn jongste zoon, vakantie vieren op het mooiste Waddeneiland die wij rijk zijn, namelijk Terschelling. Deze keer vierde ik vakantie vanuit een sta-caravan en was Camping Cupido mijn gastheer. Het waren heerlijke weken van strand, fietsen, wandelen en spelletjes Skibo bij de caravan.

Oja, er was die zomer geen schaatsen op de TV…

2013 was ook het jaar van de elektrische fietsen. Ik snap dat ze er zijn, velen hebben er profijt van, maar niet op mijn fietspad! In het afgelopen jaar heb ik menige keren mij het leplazarus moeten fietsen om de (elektrische) fietsen voor mij in te halen. En daarbij krijg ik overal spontane bultjes als ik die blije, uitgeruste, genietende en frisfruitige gezichten zie van die bestuurders van die fietsen. Bah! Van mij mogen ze op de weg, inclusief de snorscooters die zo hard rijden dat wanneer ze mij passeren ik bijna van het fietspad rol door de luchtverplaatsing. Zo, dat ben ik kwijt!

Een nieuw fenomeen, voor mij dan, diende zich ook aan dit jaar. Namelijk de filmpjes van geile, rokende, legging dragende dames die zich op een veel te kleine pony lieten transporteren en ondertussen erotische standjes lieten zien. Die filmpjes werden gemaakt voor mensen die daar opgewonden van worden… Nu heb ik altijd gezegd dat de Partij voor de Dieren een politieke partij van de welvaart is maar nu was ik in staat er lid van te worden om deze ranzige zooi eens goed aan te pakken. En ze dan jaren lang op te sluiten met een TV waarop alleen maar schaatsen te zien is zodat ze na het uitzitten van hun straf totaal maar dan ook totaal geen erotische gevoelens krijgen van pony’s of ander gedierte.

Gelukkig mocht ik ook weer koken in het afgelopen jaar. Bij mijn twee (ling) nichtjes die ineens 21 jaar bleken te zijn. En daar kwamen 19 vriendinnen op af en die liepen gewoon vrij om mij heen terwijl ik aan het worstelen was met veldsla, pasta tricolore en pepersaus. Mijn andere nichtje verhuisde van Leeuwarden naar Amsterdam en is daar keihard aan het werk om een mooie toekomst op te bouwen. Een zware opleiding maar, Bianca, zoals je oma altijd al zei, zelfvertrouwen is de basis van je kunnen!

Over zelfvertrouwen gesproken, John Ewbank componeerde muziek voor het Konings of Kroningslied en dacht origineel te zijn. Dat was dus niet zo en al gauw begon het gemor onder het volk. Even leek het erop dat hij het dirigentstokje erbij neer gooide want de tekst was helemaal abominabel maar uiteindelijk besloot het Comité der Inhuldiging dat het lied toch gezongen moest worden. Vanuit Ahoy werden Willy en Max toegezongen want daar waren mensen die het wel een mooi lied vonden. Iedereen tevreden en John likt nu zijn wonden in het bijzijn van zijn 3e vrouw, de 21 jaar jongere Kelly… Maar dit laatste is flauw, dat mag ik niet zeggen. Sorry. Zal het niet meer doen.

Ook op Facebook is de laatste dag van het jaar aangebroken en worden we overspoeld met goede wensen voor het nieuwe jaar. Dat is mooi en bij deze wil ik alle boodschappers ook een heel goed jaar wensen, inclusief een flinke dosis gezondheid, vrolijkheid en liefde. Ik hoop alleen dat we komend jaar iets minder onze verontwaardiging tonen op FB, dat we de nuance zien bij gebeurtenissen die bijvoorbeeld verband hebben met scheidingen want feit blijft dat ook de jongsten onder ons meekijken.

Het schaatsen is er weer elk weekend en ze schaatsen nog steeds de rondjes linksom.

Wat dat betreft weinig nieuws aan het front. Dit was een terugblikje op het jaar 2013. Het jaar dat mijn vrienden weer voor mij klaar stonden en op de juiste momenten die arm om mij heen sloegen. Ik voel mij rijk met die gasten!
En het was het jaar waarin ik telkens weer verrast werd door de liefde die ik van mijn lieve vriendin Janet heb mogen ontvangen. Mijn dankbaarheid … voor de gezelligheid die ze creëerde, voor de lekkerste knuffels en kussen die ze mij gaf, voor het ontzien van mij als ik een dipje had (en die waren talrijk, helaas), voor haar altijd goede humeur, voor haar mooie verschijning, voor haar enthousiasme voor de dingen die ik deed en doe en voor haar kookkunsten (ook al kook ik beter maar dit even terzijde..)… is niet te beschrijven en voorgaande is maar een fractie van mijn dankbaarheid. Kleine dingen die groot aanvoelden. Zij toont mij dat ware liefde bestaat!

Ik wens jullie allen een goed, mooi, liefdevol en vooral gezond 2014! (En doe asjeblieft voorzichtig met dat kolere vuurwerk!)

2013..bijna voorbij

Een enkele keer heeft men het er nog over maar langzaamaan lijkt de Zwarte Pieten discussie weg te ebben. En de discussie over het vuurwerk weer aan te zwellen want bijna elke dag krijgen we wel te horen hoeveel klachten er binnen gekomen zijn op de website vuurwerkoverlast.nl.

Zo is er altijd wel wat.

Ik zit in de trein en raak in gesprek met twee meiden. Nee, het is niet wat je denkt, ze zijn respectievelijk 4 en 6 jaar. Zij begonnen het gesprek toen oma of moeder, dat kon ik niet inschatten, even naar het toilet ging. Twee koppies kwamen tevoorschijn en die vertelden mij dat ze op verjaardagsvisite gingen. Bij hun zusje want die was gisteren 1 jaar geworden. Vervolgens kreeg ik te horen welk cadeautje ze voor haar gekocht hadden en om dit te bekrachtigen werd een Bart Smit tas omhoog gehouden. Nog niet iedereen koopt speelgoed via internet.
Hier was waarschijnlijk sprake van een gebroken gezin. Niets raars onder de horizon want dat zien we tegenwoordig steeds vaker en geloof mij, leuk is het niet. Toch hadden deze twee prinsesjes daar geen last van want de vrolijkheid spatte er van af. Het is niet raar om met de trein naar je zusje te gaan. Ik moet daar nog aan wennen want ik ben nog van de generatie dat wanneer mijn zus of broer jarig was, de reis beperkt bleef tot een trap of gang.
De dames hadden ook allebei een vriendje. Alleen wist de oudste niet meer hoe dat vriendje heette. Oei, die krijgt het moeilijk later flitste er door mij heen.
Toen kwam oma cq moeder weer terug en sommeerde met barse stem het kroost weer te gaan zitten. Dat snap ik ook wel, tegenwoordig is het not done dat kinderen met onbekende mannen mogen praten. In eerste instantie ben ik het daarmee eens alleen is gebleken dat de meeste ‘vieze mannen’ dichter bij het kind staan dan men vermoed. De ‘zichtbare’ pedo woont daar en daar dus dan gooien we de ruiten maar in terwijl via de achterdeur de ‘onzichtbare’ pedo binnen loopt en vervolgens wordt begroet met koffie of iets sterkers. Helaas…

Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers.

Zo nu en dan kijkt hij eens naar beneden en hoofdschuddend draait hij zich dan maar weer om. Gelukkig is hij daar in goed gezelschap, zo zag ik gisterenavond in het jaarlijkse overzicht van bekende mensen die ons dit jaar ontvallen zijn. Met Maarten van Roozendaal die het liedje ‘Red mij niet’ zingt en Johannes van Dam de allerbeste kroket lanceert in het hemelse rijk. Of zou James Galdofini, alias Tony Soprano, daarboven het heft in handen genomen hebben en krijgt men daar te maken met… euh… hemel-maffia?
Prima, als ze daar dan maar een mooie serie van maken en hier uitzenden.
Het jaar 2013 is bijna voorbij. Morgen zal op menig plek die man wel weer verschijnen. Die man die net zoveel neuzen heeft als het jaar nog dagen heeft…

2e Kerstdag 2013

In de trein van 07.15 uur op 2e Kerstdag, onderweg naar mijn liefste. Zonder koffie want de koffietent was dicht dus ik mag drie uur vasten. Niks 24 uur maatschappij, er bestaat nog steeds zoiets als zondagsrust. Maar een bakkie had wel lekker geweest en ik moet nog drie uur…

Ik bevind mij in internationaal gezelschap, hoor allerlei talen om mij heen maar de kerstrust (en wellicht het vroege tijdstip) heeft de overhand. Het besef dat ik een wereldburger ben dringt weer eens goed tot mij door en geeft mij een goed gevoel. Dat gevoel had ik al een week want we hebben net de Leukste Week van het jaar achter ons, namelijk 3FM Serious Request.

Dag en nacht heb ik het proberen te volgen en ik genoot van het enthousiasme van de DJ’s én het publiek. De randdebielen die doorgaans mensen lastig vallen of in elkaar schoppen waren in geen velden of wegen te ontdekken en de mensen van de doorgaans zure opmerkingen: “Waarom wordt er geen geld opgehaald voor ons eigen volk(!)…die hebben het ook slecht….” kregen er geen vat op.

Een jong stelletje zit tegenover mij. Duidelijk verliefd en netjes gekleed voor het familiebezoek. Dat laatste verzin ik er maar even bij maar ik weet dat de kans behoorlijk groot is. Het is elk jaar weer een wederkerend …euh..probleem. Wat doen we met de Kerstdagen? Gaan we naar jouw ouders of naar de mijne? En bij wie op welke dag? En komt die dan ook? Want daar heb ik even geen zin in…

Deze Romeo en Julia hebben daar geen last van zo te zien. Ze luisteren naar muziek en delen de koptelefoonset. En zo nu en dan zie ik dat hun vingers elkaar even aanraken en stralen de ogen van het meisje. De jongen doet wat stoerder maar dat doen jongens nu eenmaal. Hij straalt in zijn hart.

Ruim een ton werd er opgehaald door een tijdje op een barkruk te zitten. Zuipen en blijven zitten maar het doel heiligt de middelen. Een jongetje van een jaar of 6 vroeg een plaat aan die niet op de request-lijst stond maar hij werd wel gedraaid omdat de overleden opa van het jongetje die plaat zo mooi vond. Bij de eerste klanken zag je zijn gezicht veranderen van serieus..eerder verdrietig misschien, naar een enorme glimlach. Daarna rende hij naar zijn vader die hem hartstochtelijk optilde en knuffelde…

Kippenvel.

Buiten de trein is het licht weer aan en kan ik zien waar ik rij. Lelystad ligt net achter mij en de trein heeft geen last van blad, omgevallen bomen, defecte overgangen of bevriezing. Dat is ook wel eens lekker, nu hopen dat de springers vandaag uitslapen… De jongen en het meisje staan op en lopen richting uitgang. De jongen kijkt nog even twee keer om naar de stoelen waar zij net zaten want er mag niets vergeten worden. Daar zijn wij goed in, die laatste check.

De drie DJ’s zijn nu ook aan 2e Kerstdag begonnen en ik vermoed dat ze op wolkjes lopen. Wat mij betreft krijgen ze een lintje want ze zetten je aan het denken. Ik heb heel veel respect voor ze en voor allen die zich ingespannen hebben om geld in te zamelen. Een hele diepe, diepe buiging.

En mocht er nog wat over zijn van het geld dan weet ik daar wel een bestemming voor:

Een koffieautomaat op het station van Den Haag CS!

Kerstdenksels

Terwijl ik van mijn kerstbrood zit te genieten (“Hé, blauwe bigarreaux..bestaan die?”), lees ik dat er schimmel op de kerstbroden van de Spar zit….en denk ik terug aan de kerstdagen die ik als kind mee maakte.

Hoogtepunt van die kerstdagen was toch het moment ná het kruisje slaan aan het einde van de Nachtmis. Want dan werd het gezellig! De ouderen, net als ons gekleed op hun Paas…euh..Kerst-best, begonnen met elkaar te kletsen en wij gebruikten de kerk als speelruimte voor een spelletje tikkertje of andere renspelletjes. Dat werd niet altijd gewaardeerd maar ach, na ruim een uur stil zitten was het ook wel een logisch gevolg en normaal lagen wij natuurlijk al lang in bed.

Dan lag je te dromen over zaken die je bezig hield als jonkie; school, voetballen, het onbereikbare meisje uit je klas of de ruzie die je achter de rug had met broer of zus..

Na de nachtmis was de pret nog niet afgelopen. Want thuis wachtte er ook nog een feestje, namelijk een mooi gedekte tafel met allerlei etenswaren die wij normaal niet zo vaak zagen. Ja, op zondag lag er wel eens een vleeswarensoort op tafel maar verder geen gekkigheid zoals we vandaag de dag gewend zijn.

Zo was er altijd die Kersttulband (met rode en groene bigarreaux) en was de boter echte boter en geen margarine van … de Spar. En er was hagelslag. Ook van de Spar. Normaal gesproken was het bij ons thuis de gewoonte om eerst een boterham met hartig te nemen zoals kaas of kaas en op zondag dus een plak ham of cervelaatworst. En die boterham moest bruin zijn of, als je een dubbele nam dan mocht je ook een witte gebruiken. Voorgaande producten kocht mijn moeder op tijd in want Koopzondagen bestonden niet en tijdens de Kerstdagen was niks open, zelfs de benzinepomp was dicht.

Ja jongelui, zo ging dat vroeger.

Wij hadden geen kerstboom. En stel dat we die wel hadden dan lagen er in ieder geval geen pakjes onder want daar deden wij niet aan. Pakjes kregen we van Sinterklaas en van de Kerstman hadden wij nog nooit gehoord. Wel hadden we een kerststal met daarin de gebruikelijke hoofdpersonen van het Kerstverhaal, van gips volgens mij. Op de bodem lag mos, onder andere het zogenaamde Rendiermos wat nu nog steeds op Terschelling te vinden is, en veenmos. Zo leek het net of de ezel en os in het weiland stonden.

De stal zoog mij naar binnen en raakte mijn fantasie. Elk jaar weer en vooral als het donker werd . Want dan ging er een lampje aan achterin de stal en die verlichtte dit wereldse tafereeltje en kregen de inwonende figuren en mysterieus iets… En was het goed.

Dit was Kerst 1964, 1965, 1966 etcetera. Het liedje ‘Flappie’ van Youp was in wording en wij aten gewoon elk jaar een konijn. Met doperwtjes. Dat konijn kwam gewoon uit de natuur, geschoten of aangereden en soms stuitte je kiezen op een hageltje of een stukje asfalt.

Ook die kerstdiners waren bijzonder en mijn vader leukte het op met het draaien van kerstplaten op zijn pick-up: ´Stille Nacht´, ´De herdertjes lagen bij nachte´  of mijn favoriet, ´Er is een kindeke geboren op aard´.

Weinig kan dus ook mooi zijn. Fijne Kerstdagen!

Verlangens

Vanaf vandaag, 21 december, gaan de dagen weer lengen en ik kan niet wachten! Tuurlijk, we hebben nog amper winter gehad, zelfs geen vleugje van de zogenaamde horrorwinter die al door diverse weerkenners voorspeld werd, maar wat mij betreft slaan we januari, februari en maart gewoon over.

Ik wil lammetjes en Boer Zoekt Vrouw koeien in een met vers gras bedekt weiland, ik wil terrasjes met parasolletjes en blond schuimend bier of ijskoude rosé, ik wil op mijn slippers lopen en geen lange broek aan m’n kont hebben, ik wil ijsjes eten en bruin worden, ik wil elke dag rokjesdag en zwoele zomeravonden….

Normaal ben ik best wel van de winter hoor, maar op de een of andere manier heb ik er nu geen zin in. Misschien is het mijn leeftijd of, erger, is het een begin van de beruchte penopauze….

Helaas heb ik het niet in de hand en zal dus mijn zinnen verzetten. Dat lijkt mij de beste remedie tegen deze lichamelijke ongein.

Het woord ‘selfie’ is het woord van het jaar. En ondanks mijn leeftijd wist ik direct wat dit woord betekende. Dat is dan weer een positief teken denk ik dan maar. Een ‘selfie’ is een foto van jezelf. Van je gezicht, van je gehele lichaam of, zoals we onlangs mochten zien via het roddelcircuit, van een deel van het lichaam… Een Burgemeesters buik, maak me gek!

Eerst vroeg ik mij af waarom het dan niet een ‘zelfie’ heet want dan houden we het binnenslands, maar nee, het moet natuurlijk internationaal. Wij deden het al internationaal want massaal noemden wij onze kinderen ineens ‘kids’. Maar dit woord mag dus uit het woordenboek en ze hebben een prima vervanger gevonden, namelijk ‘kinderen’.

Ik lees in de krant dat wie het woord ‘kids’ nog gebruikt, ‘nutteloos hip’ wil zijn. Dat doet mij deugd want ik verafschuwde het woord altijd al. Het ver-engelsen van de Nederlandse taal is voor mij een doorn in het oog én in het gehoor. En toch gebruik ik het ook hoor, het woord ‘shit’ roggeld regelmatig uit mijn mond en dat klinkt, eerlijk gezegd, beter dan het woord ‘stront’.

Over stront gesproken..

De voorspeller der einde der tijden, Harold Camping, is dood. Hij heeft de Aarde overleefd of beter gezegd, de Aarde heeft hem overleefd.. Hij was gevallen in zijn huis en tijdens zijn val flitste het door hem heen: “Stront! Waarom wist ik niet dat ik zou vallen???” Toch is hij 92 geworden en dat vind ik knap voor een doemdenker.

Harold is nu in hemelse sferen en kijkt uit over de wereld die maar niet vergaan wil. Met zeer waarschijnlijk de vier Jaargetijden van Vivaldi als achtergrondmuziek want in de hemel is er maar één jaargetijde: zonnig, warm, licht briesje en zo nu en dan een fris buitje. Die muziek wordt daar de hele tijd gedraaid zodat de overledene nostalgisch kan terug verlangen naar de ijskoude winters met Elfstedentochten, Pakjesavonden, warme chocolademelk, boerenkool met Hemaworst en Beerenburg.

Stront! Ik krijg ineens weer zin in de winter!

Metro-sexueel

Eén op 10 mannen doet aan plastische chirurgie. Oftewel één op de 10 mannen laat iets corrigeren aan zijn lichaam. Dat lees ik in de Linda, één van de bladen die wel mogen blijven voortbestaan. Net zoals de Donald Duck.

De Panorama en de Nieuwe Revu gaan bij het oud papier. Ooit las ik die bladen maar dan spreken we echt over 30 jaar geleden. De trigger, dat kan ik nu wel toegeven, waren vaak de (schaars geklede) dames van de onderbroekenafdeling die er in stonden. Want ja, in die tijd moesten we het allemaal maar zelf ontdekken en hadden we enkel de dames van de Wehkamp.. Maar tijden veranderen en het interesseerde mij allemaal niet meer zo, het zoveelste verhaal over criminelen of diepte interview met een bekende Nederlander.

Lees ik daarom de Linda? Nee, die las ik bij toeval. Mijn vriendin krijgt dit blad weer van een vriendin van haar. En zij krijgt het weer van een andere vriendin en die weer van een andere vriendin. Magazine-recycling zeg maar. Vrouwen zijn daar gewoon wat slimmer in dan mannen. Want wij lezen de Donald Duck en vervolgens gaat deze of bij het oude papier of in een doos om ‘te bewaren’.

De Linda is voor vrouwen maar ook voor de metroseksuele man. De wat? De metroseksuele man. Dat is een man die enkele vrouwelijke trekjes heeft. Hij heeft aandacht voor zijn kleding, haardracht en soms maakt hij gebruik van cosmetica… Ik las ‘bij gebrek aan beter..’ dit blad en mijn verbazing stapelde zich op per omgeslagen pagina. Kijk, wij mannen zijn niet op ons mondje gevallen maar de vrouwtjes kunnen er helemaal wat van! Geen onderwerp wordt vermeden en al gauw stond het schaamrood mij op de kaken en legde de Linda snel weg.

Maar ik bleef wel prakkiseren over dat ene onderwerp: Eén op 10 mannen doet aan plastische chirurgie. Waarom? Ik heb enkele weken namelijk een correctie aan mijn lichaam ondergaan… Nee, geen penisverlenging Linda-lezeressen, ik heb een correctie laten uitvoeren aan mijn neustussenschot. Bij Dokter Rolf om precies te zijn.

Het tussenschot stond namelijk scheef. Schever dan de toren van Pisa of van de Oldehove in Leeuwarden. En ik wist van niks, was mij van geen kwaad bewust. Maar na een inspectie met een tang die mijn neusgaten oprekte en een Pinkeltje-camera met lampje bleek het echt zo te zijn.

Of ik wel eens een tik op mijn neus gehad had vroeg de dokter maar ook dat wist ik mij niet te herinneren. Ja, ik ben in mijn jeugdjaren met mijn kop tegen een boom geknald doordat een meisje, Karin V., mij ertegen aan gooide maar daar hield ik enkel een hersenschudding aan over. En een kus op mijn wang…

Afijn, een operatie was noodzakelijk en nu staat het schot weer recht, wordt het snot weer eerlijk verdeeld over beide neusgaten en ruik ik alle geurtjes weer dankzij de kundigheid van Dokter Rolf en zijn gereedschap… Ik heb begrepen dat er onder andere een beiteltje ingezet werd (of heb ik dat gedroomd?), oplosbare tampons en twee silicone stuwtjes om het schot op zijn plek te houden. Het speelde zich allemaal af op een maandagmorgen en toen ik de operatiekamer binnen gebracht werd en kennis gemaakt had met al haar medewerkers, kon ik het toch niet laten om te vragen of hun weekend wel leuk was geweest, of ze op tijd naar bed waren gegaan en of ze met het juiste been uit bed gestapt waren.

Want ik had geen zin in een maandagmorgen-model neus, zo metro seksueel ben ik dan toch weer wel!

Het was een stormachtig weekje. Het begon redelijk rustig toen er een foto verscheen van een tongende Burgemeester met een schandknaapje van rond de 25 jaar. Even leek het stil te blijven in het afvoerputje van de Televisiewereld, RTL Boulevard geheten, maar het Hoofd, de Sepp Blatter van Roddelland zeg maar, Albert, kwam uiteindelijk toch met een verklaring.

Even voor de duidelijkheid: gemiddeld kijken er dagelijks 1 miljoen mensen naar dit ‘programma’.

Iets onstuimiger werd het toen er op de verjaardag van Sinterklaas een storm uitbrak die een behoorlijk deel van ons landje deed schudden. Letterlijk schudden. Ik besloot de bemanning van de Terschellinger vuurtoren ‘Brandaris’ te volgen over de storm want de verslaggevers die ik links en rechts bij een dijk of duin zag opduiken waren weer iets te sensationeel. Eentje had het zelfs over gaten in de dijk maar dat bleken geen gaten te zijn maar gewoon de openingen in de keermuur…

Die mannen (en een vrouw) raken niet zo gauw onder de indruk van een stormpje omdat stormen er nu eenmaal gewoon bijhoren. De nuchterheid kwam boven de storm uit, ik citeer Vuurtorenwachter Cees: ” Windkracht 11, het gebouw staat te schudden dus we hoeven de koffie niet te roeren…” Dat is net zo helder als dat er in één minuut 60 seconden zitten.

Toch werd deze storm anders dan alle voorgaande stormen. Het kwam binnen met orkaankracht. Ik dacht altijd ook wel relatief nuchter te zijn maar verloor deze nu na het vreselijke nieuws: Nelson Mandela overleden.

Na de schok kwamen de reacties en stak er een tweede storm op, die van superlatieven over Madiba. Gretig absorbeerde ik alles en was soms jaloers hoe mensen konden verwoorden hoe groot Nelson Mandela in hun ogen was. Maar ook was ik jaloers hoe deze man in het leven stond want dat was namelijk op een manier zoals eigenlijk elk mens zou willen leven. Zou moeten horen te leven.

En ik beken, mij lukt dat althans niet altijd.. Helaas…

Ik ken mensen die hem de hand hebben mogen schudden en telkens weer waren ze diep, diep onder de indruk. Een simpele handdruk. Mooi.

De storm is weer gaan liggen en we likken onze wonden. Cees de vuurtorenwachter roert weer zelf zijn koffie en Albert en Onno genieten van een goedmaak-weekend ergens in een klein hotelletje, ver weg van Shownieuws en andere van de ratten besnuffelende programma’s.

Alles gaat gewoon weer door en zo hoort het ook. Het is nu enkel nog wachten op het aftreden van de internationale dorpsdebiel Sepp Blatter. En dan graag binnen nu en 60 seconden!

Haantjesgedrag

Het was code rood en het bleek ook écht code rood te zijn! Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt dus in de loop van de storm werden we steeds nieuwsgieriger naar het verloop er van. Met rode koontjes, om maar even in de kleur van het alarm te blijven, volgde ik het nieuws en nam het gulzig tot mij. Hoogtepunt was toch wel het ‘live’ kunnen zien dat er een ambulance het plein van CS Amsterdam opreed… Van de spanning poepte ik in mijn broek want ik gunde mij geen tijd om naar de wc te gaan.

Ja, buiten had men het zwaar maar binnen ook!

Het haantje van de kerk van mijn geliefde geboortedorp Midsland gaf ook de ..geest. Hij moest in de storm haar meerdere erkennen. De spits kon het niet meer aan en knakte door het gewicht van de haan (obesitas??) en nu is er een heel raar beeld ontstaan van deze kerk, karakteristiek middelpunt en vertrouwd herkenningspunt van het dorp.

Het doet mij een beetje denken aan de puntmuts van Pinkeltje..

1013219_583945878319189_1503480492_n

Hier in Den Haag zijn ze ook van de bijnamen voor prominente gebouwen. Zo wordt het Ministerie van Buitenlandse Zaken ‘de Apenrots’ genoemd, de Penitentiaire Inrichting Haaglanden ‘het Oranjehotel’, het Stadhuis ‘het IJspaleis’, het Belastingkantoor ‘de Blauwe Aanslag’ en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ‘de Haagse Tieten’ of ‘de Tieten van Borst’.

De Haan viel niet ver van de kerk. Hij werd op de grond gevonden tussen de graven van de mensen die ons ontvallen zijn. En is vervolgens snel in veiligheid gebracht want koper is populair. Maar wilde de Haan dat wel? Want dit was niet de eerste keer dat de Haan er van afkukelde… Al drie keer eerder verloor hij het van de wind heb ik vernomen uit betrouwbare bron en dan mag je dus wel spreken van haantjesgedrag.

Ik snap hem wel. Want van al die jaren op die spits staan sta je boven alles en iedereen en dat is geen pretje. Dat voelt aan als een baas van een grote bank met een veel te hoge bonus of als een ex-burgemeester met een veel te lange wachtgeldregeling. Een eenzame positie. Het enige benijdenswaardige aan deze positie is dat hij het mooiste uitzicht van het eiland heeft. Ja, zelfs mooier dan die van vuurtoren de Brandaris!

Enkele jaren geleden werd hij er afgehaald vanwege een renovatie. Toen werd hij, na een poetsbeurt en liefdevol gewikkeld in doeken, tijdelijk opgeslagen in de kelders van de kerk.

Er brak er een Haantjesloze periode aan voor de Mezlanzers (Midslanders). Maar na de renovatie kon hij er weer op zijn Paasbest bij staan en zo geschiedde. Voorheen kwam er een hoogwerker van de Wal om deze klus te klaren maar na de renovatie werd er een helikopter ingezet. Spectaculair!

Ik denk dat de Haan nu weer even kan genieten van het ‘onder de minsken (mensen) zijn’. Dat is mooi zo vlak voor de Feestdagen. Wellicht zal de kopermeester van het eiland ook weer aan de slag gaan en zal, nadat de spits weer opgekalefaterd is, de Haan weer zijn werk mogen hervatten.

Tot hij de volgende kans krijgt om er weer af te lazeren…!

Bliepjes

Dit stukje is gebliept. Door enkele medewerkers van de VN. Want ‘Bliep Bliep!’ is fout. Heel fout. Ik ga het dus niet over ‘Bliep Bliep!’ hebben anders staat dit stukje vol met bliepjes. Hoe goed je het ook meent met de medemens, in welke kleur dan ook, er zullen altijd mensen zijn die er moeite mee hebben. Dat snap ik wel, dat snap ik juist heel goed. En het mag ook want we mogen (moeten!) immers alles kunnen zeggen wat we denken. Niks nuance. Nederland verliest haar tolerantie aangaande ‘vreemden’. We zeggen van niet maar toch wijzen we nog te vaak naar de minderheden om ons heen. Klagen. Lekker makkelijk. Wij zijn groot en zij zijn klein. Iemand moet de schuld krijgen van onze tekorten, onze ontevredenheid (dure benzine, files, maar één keer per jaar op vakantie, geen baan vinden etcetara.) Toch?

Bij sommige mensen is klagen het gesprek van de dag. Die staan ermee op en gaan ermee naar bed. Zodra je een gesprek begint met zo’n persoon, bijvoorbeeld door te zeggen dat het wel een hele mooie dag was van de week, weten ze het gesprek altijd in zo’n richting te duwen dat je één grote klaagbrij over je heen krijgt. Want we moeten! gehoord worden.

Sinds kort is daar een oplossing voor: bel willekeurig iemand en automatisch zal het NSA (National Security Agency) meeluisteren! Die willen wel luisteren…

Zou onze Minister-president, Mark in de volksmond, ook afgeluisterd worden? Weet de NSA misschien wel meer dan wij? Dat Mark stiekum een verhouding heeft met een dame (of heer) en in bed graag toegesproken wil worden met ‘Excellentie’? En tijdens een eventueel hoogtepunt van blijdschap zijn partner toeroept: “Laten we toch die auto kopen, schat!”

Ik heb die hele ‘Bliep Bliep!’  discussie langs mij heen laten gaan. Een kinderfeest…euh..of moet ik festival zeggen… is een kinderfeest en dat moeten we dan ook binnen die perken blijven zien. Zowel de voor- als tegenstanders. En ik zag teveel dubieuze, laat ik het netjes zeggen, ‘vaderlandslievende’ meningen van ‘vaderlandslievende’ websites, TV of krant voorbij komen die ik liever niet hoor of lees.

Grote bekken die hier enkel een slaatje uit willen slaan om de sfeer in dit land nog meer te verzieken. En zodra de Sint aanmeert in Groningen al een kerstboom in de kamer hebben staan. Jaren terug immers moest Sinterklaas ook al vechten voor zijn voortbestaan omdat er mensen waren die het maar een oubollig feest vonden. De Kerstman, die was hot. Ook werd het Sint Maarten vervangen. Dat was te lief. En massaal werd Halloween gevierd want elkaar bang maken is toch veel leuker dan liedjes zingend langs de deuren onder het licht van een lampion van een suikerbiet…

Ik ben een liefhebber van het Sinterklaasfeest. Elk jaar ontmoet ik hem op mijn werk en samen met nog meer liefhebbers maken we er een mooi feest van. Een eervol baantje. En als ik dan van de Sint zélf hoor dat mijn erwtensoep weer overheerlijk was kan mijn dag niet meer stuk!

Loos

Inspiratie. Oftewel het ontbreken er van. Daar ga ik het nu onder ander over hebben want ik heb geen inspiratie. Totaal verdwenen, weggestopt, ver weg. Terwijl het normaal gesproken bijna altijd voor het grijpen lag.

Natuurlijk ben ik aan het zoeken geweest. Alle verhuisdozen die nog niet uitgepakt zijn heb ik wel 20 keer onderste boven gegooid, zeur mijn liefste bijna dagelijks aan haar hoofd of zij misschien iets van inspiratie gezien had tussen de was of administratie en heb zelfs Jaap Jongbloed van het programma ‘Vermist’ gemaild. Ik aarzel nog om NL Alert in te schakelen….

Want inspiratieloos zijn is geen pretje. Daar ben ik inmiddels wel achter. Mensen om mij heen zeggen dat het komt omdat ik teveel aan mijn hoofd heb, het piekeren heeft de overhand genomen en daardoor zit ik vaak doelloos voor mij uit te staren. Met name als ik alleen ben. Ik begrijp nu ook waarom veel mensen zich eenzaam voelen (1 op 4). En wat eenzaamheid behelst. Ik snap dan ook dat er niet een ‘Dag van de eenzaamheid’ is maar een ‘Week van de eenzaamheid’! Dat is geen kattenpis.

Over katten gesproken, een van de tips die men geeft om eenzaamheid te verdringen is een huisdier aanschaffen. Een kat bijvoorbeeld. Maar ja, stel dat je dan eens weggaat of uitgenodigd wordt dan zit die kat weer alleen. Nee, geen huisdier voor mij. Een andere tip is je aansluiten op iets van de Social Media. Euh, ik zit al bij één van die clubs en heb al 267 vrienden! Maar om die allemaal na te lopen… En vaak lees je dat men allemaal leuke dingen doet en dat lees ik dan weer, alleen achter mijn pc…. Nee, Social Media is eigenlijk heel asociaal als je het van die kant bekijkt.

Inspiratieloos is dus onlosmakelijk met eenzaamheid verbonden. En met zelfmedelijden want ik ben natuurlijk heel zielig. Gelukkig mag ik het grootste gedeelte van de week naar mijn werk en ja, dan kom je onder de mensen en dan gaat het wel weer. Plus een nog groter pluspunt, die paar keer per maand dat ik bij mijn liefste ben of zij bij mij. Wij L.A.T-ten namelijk. Want er zit 350 kilometer tussen ons. Ook dat is geen kattenpis maar de liefde is groter dan de afstand. Alleen het wordt wel steeds zwaarder te dragen, vooral omdat wanneer je dan bij elkaar bent, de tijd gelijk een JSF voorbij vliegt en voor je het weet lig je weer alleen naast een kussen…

Inspiratie. Het is de motor om iets te doen. Bij mij zit er momenteel wat zand in dus loopt ie niet lekker. Toch heb ik geschreven. En daarbij geef ik mijzelf maar een schouderklopje want dat had ik even nodig.

En voel mij ineens verdomd lekker!

De laatste reis

Het zal wel aan mijn leeftijd liggen, nadenken over de uitvaart. Over mijn uitvaart. Want naast alle onzekerheden in het leven, zoals bijvoorbeeld de vraag of ADHD nu wel of niet bestaat, het boren naar schaliegas wel of niet gevaarlijk is, moeten we nu wel of niet bezuinigen, zijn de stralingen van een gsm nu wel of niet gevaarlijk, zijn Hitler en Eva wel of niet dood, hebben Mark, Diederik en Alexander nu wel of niet een strandwandeling gemaakt, was Van Gaal nu wel of niet boos op De Vrij na zijn foutje tegen Estland, gaan de VN nu wel of niet ingrijpen in Syrië, krijg ik nu wel of niet een bon om Het Droomboek te mogen halen..gratis…., is ‘doodgaan’ een feit!
Daar komen we niet onder uit. Tuurlijk, we verzinnen van alles om tussen geboorte en het sterven het ’n beetje leuk te hebben. En verpesten het ook vaak omdat we even vergeten hoe het ook alweer moest… Ook smeren we van alles op onze lijven om de rimpels tegen te gaan of kleuren de haren om de grijze haren te verbergen. Om daar zelf even op in te haken: ik doe daar ook aan mee, mijn haren kleur ik grijs en na het scheren doe ik iets op mijn gezicht zodat ik wat minder last heb van brand ‘op de harses’.
Anyway, ik ben dus aan het nadenken. En heb ook al wat gedaan! Je kan namelijk een zogenaamde ‘Wensenlijst’ invullen. Niet te verwarren met Het Droomboek, nee, hierin kun je aangeven welke muziek je wilt, in wat voor kist je wilt liggen, hoe je verstrooid of begraven wilt worden, of je cake met koffie wil of een lekkere borrel met hapjes, hoeveel mensen er mogen komen, of er toespraken gehouden mogen worden, op welke manier de mensen aan je terug mogen denken (!), of de uitvaart ingetogen of uitbundig moet zijn, of je per limo naar je laatste rustplaats gebracht wilt worden of per fiets.. et cetera, e cetera… Ja, ze verzinnen wat. Vroeger was het gewoon: kist, bloemen, koffie en een graf, tegenwoordig gaat men ietsje verder. Maar ja, dat schreef ik, het leven moet leuk zijn tussen eicel en de maaien.
Ik heb de wensenlijst ook ingevuld. Natuurlijk ga ik niet alles vertellen want straks wil iedereen op mijn uitvaart komen. Wel kan ik vertellen dat liefhebbers van het Volendamse lied of Marco Borsato bij mijn uitvaart bedrogen uit zullen komen. Ik heb geen zin om mij van ergernis om te moeten draaien in mijn kist, daar wordt ik doodmoe van en het is dodelijk voor de sfeer. Daarentegen krijgen ze wel twee mooie nummers van Bram Vermeulen te horen en ik vermoed ook wel iets klassieks.
Voor de duidelijkheid: ik ga er vanuit nog jaren te mogen, ja, te mógen leven hoor! Maar sommige zaken moet je nu eenmaal goed regelen in het leven. Hoe bizar het ook is wat je allemaal kán regelen…

Verwarring

“Hé, hoi! Hoe gaat het?” riep een dame (nou ja, dame..) voor mij waarna ik automatisch mijn hoofd draaide naar de persoon waaraan de vraag gesteld werd, een ietwat stoffige oudere man. Hij stond enkele meters verderop in het straatje van het winkelcentrum en verwachtingsvol keken wij terwijl we langzaam doorliepen (ik was nu ook nieuwsgierig!), naar de aangesprokene:

“Euh..Hoi..Ja, ..Niet goed!”

Duidelijk antwoord. Origineel antwoord. Meestal gaat het toch goed met ons? Nu verwachtte ik een botsing met de dame want zij moest nu wel stoppen of van haar pad af en de man tegemoet treden. Ik had zelf al de neiging de man tegemoet te treden want ja, wat zou er aan de hand zijn? Maar nee, ik hield mij in, we leven immers in een land van ‘bemoei je met je eigen zaken’.

Ik hield iets in zodat er niets was wat haar belemmerde. Het zouden voor haar hooguit zes stappen naar rechts zijn, één of misschien twee winkels die dag minder kunnen bezoeken en de lunch (een stevige denk ik als ik haar zo zag..) zal iets later plaatsvinden. Haar zoon keek haar vragend aan, hij zag, net als ik, de aarzeling. Ze hielden de pas in en ik was haar nu zo dicht benaderd dat ik haar kon ruiken.. Ik besloot de afslag te nemen naar het bord van Kapperij de Roos en de geur van de dame werd ingehaald door de geur van vers gewassen haren en kappersproducten. Een verademing.

Toch bleef ik de dame in de gaten houden. Ze stond nu haast stil en keek aarzelend naar de man, een man die duidelijk behoefte had aan een gesprekje, aan een beetje aandacht op de zaterdagmorgen. Misschien was hij ook nog eens alleen, was er al geen familie meer in het spel en sprak hij hooguit een keer per week met de buurvrouw als ze toevallig samen net de deur uitgingen. Of zijn er wel kinderen maar die waren te druk met hun eigen leven, of erger, wilden geen contact meer met hem… Misschien had hij al dagen, weken, maanden niemand meer gesproken. Ja, misschien wel de dokter, maar die wees hem alleen maar op zijn ziekte of dat hij eens met een maatschappelijk werker moest gaan praten. Misschien..Misschien..

Het was ook voor hem weekend. Toch?

De dame zette aan om een stap te nemen. Bleef ze in het zelfde spoor of week ze af om de man aan te horen, een hart onder de riem te steken of gewoon even de aandacht te geven waar hij eigenlijk om schreeuwde, anders zeg je niet midden in een winkelcentrum dat het niet goed met je gaat.

Zij lachte de man toe en riep terug: “Ha, oh..oké!” En bleef haar weg vervolgen.

Ik zag haar zoon haar aankijken, een flauwe glimlach rond zijn mond en de vraagtekens in zijn ogen schreeuwden: “Mam..wat doe je?!” Ze zweeg en vervolgens verdwenen ze uit mijn zicht, twee mensen in verwarring achter latend.

Vakantie!

Mooi weer, mooi eiland, mooi gezelschap (vriendin Janet en mijn jongste zoon) en een mooie camping vormden voor mij dé combinatie om een heerlijke vakantie te hebben. Dat is wel de conclusie die ik kan trekken nu het achter de rug is en er weer een vol jaar ‘van het gewone leven’ voor mij ligt. Eerst was ik nogal sceptisch, Veldmuis op een camping, maar de stacaravan was groot en luxe genoeg om daar 2 weken in te leven. Nou ja, in, we waren meer buiten dan binnen en dat was weer te danken aan het prachtige weer, dank weergoden!

Op de ‘good old’ Midsland van Rederij Doeksen begon het feestje al en 2 uur later kwamen we aan op Terschelling, het eiland waar ik verwekt en geboren ben, het eiland waar ik de eerste 20 jaar van mijn leven opgroeide, werd het feestje voortgezet op Camping Cupido van Laurens en Aaltje. Het feestje kende geen einde…

De avonden werden gevuld met volleybal, badminton en voetbal. En Jeu de boules… En zodra het begon te schemeren kwamen de Skip-Bo-kaarten tevoorschijn, een kaartspel waar ik tot dan toe nog nooit van gehoord had maar ik ging met veel plezier het avontuur aan. Een aardige camping- genote kwam later in de vakantie nog langs om te zeggen dat ze het zo leuk vond dat wij steeds buiten zaten. Want de meeste sleurhut-bewoners doken zodra de schemer inviel, naar binnen om vervolgens voor de tv te gaan liggen. Wij niet. Vlak voor het slapen gaan maakten we nog een wandeling naar het, what’s in a name, Arjensdûn, alwaar wij genoten en bijgelicht werden door een schitterende volle maan, inclusief de gebruikelijke sterrenhemel die het uitzicht mooier maakte dan ooit beschreven werd in een boek. Overdrijf ik nu? Neen!

Overdag was er tijd voor strand, strand en het strand en voor de broodnodige variatie naar de wekelijkse braderie. Onze plannen om het eiland eens flink rond te fietsen, strandde (!) dus verder dan het Wrakkenmuseum kwamen we dan ook niet. Maar waar maak ik mij druk om, we hadden immers vakantie en er moet altijd wat te wensen overblijven.

En dan het ‘kamperen’. De camping, gelegen aan het Duinmeertje, voldeed prima want alles wat je nodig hebt, was er. Nu moest ik slechts zelf nog voldoen want enige ervaring met kamperen is mij nooit geleerd. Oké, een stacaravan is niet echt kamperen, we waren van alle gemakken voorzien (ik hoefde niet met een toiletrol de camping over..) maar ik verbleef op een camping dus ik was aan het kamperen. Geen tentharing tussen te krijgen!

Tragisch was wel dat we tijdens deze feestelijkheden een begrafenis hadden. Zoonlief had een vogeltje gevonden en voordat ik harteloos het beest in de kliko kon kieperen, nam mijn lieve partner het stokje over en werd er een heuse begrafenis in elkaar gezet. Terwijl ik aan het vliegeren was werd ‘Stoepie’ (vernoemd naar kroeg De Stoep vanwege de coole polsbandjes..) samen met enkele paarse veertjes van één van de door mij die dag aangeschafte badminton-shuttles (!)in een leeg doosje gestopt (waar even daarvoor nog een lampje in zat..), vervolgens werd dat doosje in een tekening gewikkeld en moest het eigenlijk nog in een koker zodat Stoepie lekker droog zou komen te liggen. Het werd de koker waar even daarvoor nog vier..euh drie shuttles in zaten…

De 2e week kreeg de caravan er nog twee slapers bij, de zoon van mijn vriendin en een maat van hem. Twee lummels van 18 die nog aan het bijkomen waren van het verblijf op Camping Terpstra, de week ervoor. Ik had mijn kratje Grolsch al veilig gesteld maar de heren hadden na die week Terpstra niet meer zo’n behoefte aan mijn bier. Gelukkig.

Meer moeite hadden we met ze als we gingen fietsen. Elke dag probeerden we die gasten op de fiets te krijgen en als het dan na veel overtuiging gelukt was, moesten we onderweg het gekreun en geklaag aanhoren. Maar gezellig was het wel want ze deden met alles mee, zelfs met de nachtelijke beklimmingen van het Arjensdûn hielden ze ons gezelschap (uiteraard met geklaag en gekreun maar dat hoorden wij al niet meer..).

Op de laatste dag waren we allemaal een beetje chagrijnig omdat de vakantie weer achter ons lag. Dan rest ons de herinneringen…

Nu, enkele weken later zie ik dat het bruine kleurtje welke ik op bijna mijn hele lichaam zag verschijnen na de dagelijkse dosis zon, langzaam weer plaats maken voor de gebruikelijke witte tint.

Je kunt dus wel zeggen dat ik winterklaar ben!

Zuur

Zure mensen. Dat zijn mensen die geen plezier hebben in het leven. Vaak zie je al op het eerste gezicht wanneer je zo’n type voor je hebt staan. Alles wat ze uitstralen is zuurder dan het ergste zuur. Klagend en mopperend gaan ze door het leven. Ooit moet er wat misgegaan zijn met ze, wellicht bij de geboorte of, nog eerder, tijdens de daad van hun ouders…

Ik zie dat dan zo voor mij: moeder ligt in bed, vader kruipt erbij en enkele zuchten later is de daad verricht, draaien ze zwijgend van elkaar af en vallen in een diepe slaap. Tja…daar wordt je niet vrolijk van maar het kwaad is geschied en negen maanden later is de wereldbevolking weer een zuurpruim rijker.

Je komt ze vaak op dezelfde plekken tegen: in de rij bij de supermarkt of in en om treinen. Niet op leuke feesten of andere bijzondere bijeenkomsten, nee, ze zoeken juist de plekken op waar ze het meeste ‘gehoord’ worden. Want dat willen ze, gehoord worden. Hun wil is wet. Wij, gewone mensen die weten dat het leven beperkt is dus haal alles eruit wat erin zit, zijn het doelwit. Ze schuren dicht tegen extremisten aan, net niet genoeg om door de AIVD in de gaten te houden worden.. Maar ja, enig begrip is er wel van mij want het is waarschijnlijk het enige plezier in hun leven dat ze hebben…

Ieder zijn meug zeg maar.

Vandaag kwam ik er weer een tegen tijdens een van mijn zeldzame treinreizen. Ik moest overstappen in Utrecht en bij het verlaten van de trein zei een stem: “Excuses voor de vertraging, de trein naar Leeuwarden staat aan de andere kant van het perron en deze blijft wachten. ….(!)”

Euh, deze rijdt nu weg…..

Oké, kan gebeuren. Ik had nu ineens 30 minuten overstaptijd in plaats van 3. Effe een sigaretje dan maar. Na de eerste trek stond ze (dat denk ik tenminste) ineens voor mij. Ik keek recht in het zure, alternatieve gezicht van deze persoon die geheel in het groen was gekleed. Schudkleuren flitste er door mijn hoofd maar wat een raar kleur voor een uniform? Ik dacht namelijk dat zij een medewerker was van de NS want zij wees mij op het rookverbod. “U mag hier niet roken! Wilt u verderop gaan staan!” Eigenlijk werd het niet gevraagd. Het was meer een bevel.

Nee, ze hoorde niet bij de NS maar was ook een reiziger. Oké, een mondige burger dus. Ik zei dat ik haar bevel zou opvolgen, ware het niet dat ik nog even een whatsappje versturen moest. Maar daar ging ze niet mee akkoord! Het moest nu! Maintenant,tout suite!

Ik heb wel plezier in mijn leven en stapte een paar meter opzij. En telde tot tien. Even later zag ik haar weer: bepakt en gezakt op een fiets, een partner in het groen erachter op de fiets.

Ze fietsten op het perron.

Hier klopt iets niet dacht ik. Even later vroeg ik het aan een rokende NS medewerker of je mag fietsen op het perron.

Nee!

Ik wens de dame in kwestie vanuit de trein een zuurvol leven. Hoop dat het niet te lang duurt…

God

Lionel Messi heeft vakantie! Deze fantastische voetballer mag nu genieten van een welverdiende rust en dat gun ik hem. Ja, ik ben een bewonderaar. Lionel was nu gespot bij een zogenaamd ‘zwembad-feestje’ waar, hoe bedenken ze het toch steeds weer, veel mooie dames rondliepen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik lees: Lionel had geen belangstelling voor de ‘meisjes die zo graag aandacht van hem willen.’

De reden stond er niet bij dus ik zette snel het Nationale Nieuws op alwaar ik al gauw het vertrouwde gezicht zag van onze Nationale Trots in branding, Albert Verlinde! Wat ben ik zijn ouders toch dankbaar dat zij de bevalling niet vroegtijdig afgebroken hebben. Dat ze hem niet nadat de zwangerschapstest twee blauwe streepjes vertoonde het kind al ter adoptie aangeboden hadden…

Nee, zij hadden een vooruitziende blik dat hun zoon later een hele grote zou worden en dat heel Nederland elke avond voor Hem(!) een uur voor de buis ging liggen om aan te horen welke mening hij heeft over de wereld en haar problemen. Sterker, ik durf te beweren dat hij de allergrootste in omroepland is!

Tuurlijk, zijn verre neef, Evert Santegoeds, is ook heel groot maar Albert heeft net dat ietsje meer.

Het leven is een show en het echte leven zien we terug in nieuwsrubriekjes zoals, bijvoorbeeld Het NOS Journaal of het RTL Journaal. Saaie programma’s die eigenlijk het kijken niet waard zijn en dan hebben ze ook nog een dame aangenomen met een hele, hele lage stem die presenteert. Om depressief van te worden.

Nee, dan Albert en zijn kornuiten. Gelukkig hadden ze het net over Lionel en zat ik gespannen te wachten op het antwoord waarom de voetballer niet naar de meisjes kijkt. De suggesties kwamen al gauw zoals ik van Albert gewend was: Lionel was misschien meer van de mannen of Lionel is gewoon een laatbloeier en gaat zich misschien straks opgeven voor de reality-serie: ‘Ik heb het nog nooit gedaan’, ook zo’n RTL klapper van een serie die Swiebertje ons snel deed vergeten.

Ja, dat zou inderdaad eens waar kunnen zijn. Ik dacht eerst heel iets anders, namelijk dat Lionel gewoon heel graag voetbalt en in zijn vrije tijd er ook nog een hobby bij heeft: voetballen. Dat dacht ik doordat als ik naar hem kijk bij het grote Barcelona steeds maar weer dat plezier zag in zijn ogen, het frivole van een jongeman die zo intens kan genieten van een simpel spelletje voetballen. Natuurlijk, er zal ook wel eens een dag zijn dat die ene schijnbeweging niet helemaal lukt of hij krijgt zoveel trappen op zijn enkels dat hij enorm de smoor in heeft, maar grotendeels is het plezier.

Maar ja, dat zijn maar gedachten van een simpele voetballiefhebber en niet van een TV presentator van het Nationale Nieuws. Hoe naïef kan een mens zijn…

Inhuldiging

André Rieu op het Museumplein. Hij wél! Ajax moet het zondag doen met een parkeerplaats nabij de Arena. Oké, ik weet ook wel dat er bij het Rieu-publiek minder kans is op debiele vecht- of slooppartijen maar het doet wel pijn. En André schreeuwde ons net toe, tussen de walsen door, dat zijn evenement gesponsord wordt door De Postcodeloterij, dat zie ik de Frank de Boer nog niet zo gauw roepen..

Dan toch maar straks juichen op de Parkeerplaats, we moeten er maar mee leven.

Ik laat de TV even voor wat het is en zie op Facebook allerlei leuke taferelen die de afgelopen dag redelijk weergeeft wat ons allen bezig houdt. De facebook pagina van ‘Nederland mijn Vaderland’ is vandaag extra in haar nopjes en knalt de ene na de andere foto van het Koningspaar openbaar. En één van de bijschriften is: Heil aan het Vaderland!

Waar heb ik dat meer gehoord?

Via de zoekbalk tik ik het inmiddels vervuilde woord ‘trots’ in en ja hoor, beet. ‘Trots op Nederland’ heet deze pagina en is voorzien van de NL driekleur met daarop geborduurd VOC… En even daaronder de zin: ‘Jij als volbloed Nederlander bent er trots op om op zo’n klein mooi stukje land te wonen.’ (lekker, lopende zin..)

Twee mensen vinden deze pagina leuk, waarschijnlijk de bedenker en zijn vriendin. De, eerder in dit stukje, genoemde pagina heeft al 30.000 likes…

Volgens mij vertelde de Koning ons vandaag iets anders. Ik citeer: “Onze kracht ligt dan ook niet in afzondering, maar in samenwerking. Als familie. Als vrienden. Als bewoners van een straat of buurt. Als burgers van ons Koninkrijk. En als bewoners van deze aarde, die zich geconfronteerd zien met tal van opgaven die alleen in internationaal verband zijn op te lossen. Eenheid en verscheidenheid.”

Vandaag vierden wij het aftreden van een Koningin en het aantreden van een Koning. Mooie beelden kwamen tot ons en stonden bol van tradities, prachtige kleding, optredens enzovoort, enzovoort. We mochten even figureren in een sprookje en morgen bespreken we het na op het werk bij een bakkie koffie en een oranje tompouce die nog over was van vandaag. Er waren nagenoeg geen ongeregeldheden en iedereen, zowel in ons land als in de rest van de wereld, leefde mee.

Naïef als ik ben zeg ik het toch maar: Was het maar elke dag Koningsdag!

Schoolvoetbal

Onlangs moest mijn jongste zoon meedoen met het Schoolvoetbaltoernooi. Was dit een variant van de Koningsspelen? Nee, het fenomeen schoolvoetbal bestaat al jaren en ooit was ik zelf onderdeel van het toernooi. Wij speelden tegen de Prinses Margriet-school, CBS de Vossersschool en CBS ’t Jok. Meer smaken waren er niet op Terschelling.

Weken ervoor werden de spandoeken gemaakt én er werden afspraken gemaakt met de school om te trainen. Op die eerste trainingen kwamen massaal schoolgenoten af, dus ook de wat mindere goden onder ons die eigenlijk niets met het spelletje hadden maar ‘het wel eens wilden proberen’. Morrend lieten wij, de vedetten, dat maar toe want we wisten toch wel dat de echte voetballers geselecteerd zouden worden.

Even was er zelfs sprake van een rel omdat een nieuwe Meester met het idee kwam om ook meisjes mee te laten doen. Het werd het gesprek van de dag op school, op het schoolplein en thuis aan tafel bij onze opvoeders: ‘Zijn ze nou helemaal van God los?!’ ‘Die leraar met zijn lange hippie haren zou hier wel eens de boel veranderen..’

Uiteindelijk mocht Mieke meedoen en het brandje bluste zichzelf want Mieke kon echt goed voetballen!

Mijn zoon zat in een poule van vier en de winnaar van de poule mocht naar de volgende ronde. Ik zag geen meisjes in voetbaltenue (wij waren toen dus onze tijd ver vooruit) maar wel met spandoeken aan de kant staan.

Gillend, joelend, dansend en zingend stonden zij hun klas..euh..groepsgenoten bij en de mannen in het veld zag je groeien. Er liepen tussen al die meiden ook enkele jongentjes, de mindere voetbalgoden zeg maar. Toch hadden deze jongentjes het niet slecht want ze kregen volop aandacht van de meisjes, aandacht waar ze doorgaans misschien wel om moeten smeken, aandacht die ze één keer per jaar krijgen tijdens het schoolvoetbal…
Nu rolden ze gezamenlijk in het gras naast de zijlijn van het voetbalveld. Of ze speelden tikkertje of sloofden zich op andere manieren uit. Aandoenlijk tafereel, de onschuld straalde er vanaf..scannen0010

Nu ook weer spandoeken waarop in rijm vorm hún school toch wel als de aller-aller beste werd aangeschreven. Chauvinisme in de dop. Mijn zoon’s team waren gekleed in een t-shirt van de school (de dag erna wel weer inleveren hoor..), twee andere teams waren compleet aangekleed door hun school en één team moest het doen zonder kledij van de school, dat werd een allegaartje van shirts en broeken en de meesten hadden niet eens voetbalschoenen aan. Was hier de recessie dan eindelijk eens echt te zien? Of had deze school gewoon andere prioriteiten, gingen ze niet op schoolreis naar Terschelling maar naar Amerika?

En dan verloren ze ook nog eens alles…

Was dit is een zaak voor de Kindertelefoon? Nee, want ze hadden lol en plezier met elkaar en hun Meester was trots op ze. Schoolvoetbal zoals het hoort!

Het Lied 2

De gasveer van mijn bureaustoel heeft de geest gegeven en telkens als ik de stoel weer op haar hoogste stand gezet heb, zakt ze, ongemerkt langzaam, naar beneden… Daardoor is het weer in mijn rug geschoten en is mijn humeur op een dieptepunt. Dat werd nog erger nadat ik erachter kwam dat de pillen die ik normaliter in huis heb om de rugpijn aan te vallen, op zijn, dus zal ik het moeten doen met enkele paracetamolletjes.

Het humeur van ‘onze’ Componist des Vaderlands, ene Ewbank, is ook behoorlijk gezakt want zijn compositie van het Koningslied is tot op de laatste noot afgekraakt. Het begon al slecht voor hem toen bleek dat zijn muziek verdacht veel leek op het nummer van Matt Redman, 10.000 reasons (http://youtu.be/XtwIT8JjddM) maar dat ontkende hij in alle toonaarden(!).

Maar ach, laten we niet moeilijk doen en vervolgens drong heel Bekend Nederland zich op om mee te mogen doen aan dit evenement (ze maakten daar graag een gaatje voor vrij in hun drukke, drúkke agenda..) en moesten wij, simpele zielen der onderdanen, elke dag aanhoren hoever ze waren, hoe leuk het was, hoe leuk ze zelf zijn, hoe leuk het onder elkaar was, dat het een eer was om te doen, hoe ze elk een ‘eigen geluid’ er aan gaven en tot slot dat zij uitzien naar het ultieme mega-super-vet-cool-fantastische feest in Ahoy! Ja, dat is geen kattenpis!

Heel zonnebankend geblondeerd Nederland kocht ondertussen de Blokker leeg van alle Oranje hebbedingetjes en vochten als Nederlandse leeuwen en leeuwinnen voor een plaatsje in het tot John de Mol’s omgedoopte tempel, Ahoy want, hier moet je bij zijn geweest!

Er waren zelfs al plannen voor een musical!

De anti climax was afgelopen vrijdag… Toen presenteerde men Het Koningslied. Ruim vijf minuten duurde het en voor het eerst van mijn leven vond ik vijf minuten heeeel lang duren. Toen het begon dacht ik dat er iemand dood was maar niets was minder waar: dit was het lied wat wij straks allemaal vrolijk en blij mee moeten zingen vanaf het Oranjeplein!

Die avond was Ewbank met ene Borsato naar de DWDD studio gekomen om erover te praten. Er was namelijk een klein stormpje op gaan steken en dat moest natuurlijk in de kiem gesmoord worden. Ewbank was er speciaal voor uit (van?) Ibiza gekomen. Lachend wuifde hij de kritiek weg en Borsato voegde er nog fijntjes aan toe dat een kok niet koken kan voor alle monden. Mooi gesproken, daar zouden ze een spreekwoord van moeten maken..

Gisterenavond laat kwam ineens een ander bericht op mijn computer binnen: Ewbank trekt zijn lied terug!

Om maar even bij het motto van Het Koningslied te blijven: het werd een nachtmerriescenario..

1 april

Het moet wel een samenzwering zijn…Dit is geen toeval meer, hier is over nagedacht door slimmeriken in vlotte pakken die van niets, iets maken. Dubbel ben ik gepakt.
Heb ik het hier over een 1 april grap? Nee, al zou je dat wel denken. De traditie om op 1 april een grap te maken kan ik overigens best wel waarderen. Kreeg gisteren zelfs de gelegenheid om een grap uit te halen, aangespoord door mijn jongste zoon (Sil) en het slachtoffer was zijn broer (Sven). Omdat het Pasen was stond er een ‘het is crisis’ menu op stapel, pannenkoeken met als toetje gelatinepudding met mandarijntjes uit blik. Nadat Sil het beslag gemaakt had ontstond het idee: een (schoon) vaatdoekje werd in de vorm van een pannenkoek geknipt en nadat er nog één schep beslag over was, door het beslag gehaald en gebakken. Sil zette de gebakken pannenkoeken op tafel en ik riep vanuit de keuken: “Sven, ik heb de laatste, een lekkere dikke, in de pan en die mag jij!”
Gek is dat, dat hoef je nooit twee keer te zeggen..
Glunderend keek hij naar het bord waar de pannenkoek op lag en even leek het erop dat meneertje ons in de gaten had: “Wat is dat blauwe..? Ha, jullie hebben er kleurstof in gedaan!” en vervolgens goot hij er een scheut schenkstroop overheen..en rolde de pannenkoek handig op met zijn vork…
Nadat hij zijn mes er in zette en merkte dat er iets niet klopte, wisten wij dat de grap geslaagd was: “1 april!” Gelukkig beschikte het slachtoffer ook over een dosis humor en met veel pret werden de echte pannenkoeken naar binnen gewerkt.
Op dat moment had ik zelf nog niet in de gaten dat ik ook ‘genaaid’ werd. Daar kwam ik pas later achter. Pas toen ik op mijn horloge keek…. Want die stond stil! Het is ze wéér gelukt om mijn batterij naar de Goden te brengen! Elk jaar weer, na het uur voor-of achteruit te zetten, begeeft de batterij het van mijn horloge en dat is de schuld van de bedenkers van de zomer-wintertijd! Die hebben een pact gesloten met de batterijfabrikanten. Is het niet mijn horloge welke de geest geeft dan is het wel de andere uurwerken in mijn huis die gevoed worden door batterijen. En een nieuwe kost ‘maar’ acht euro…
Die lui spinnen er garen bij en wij, de gewone, simpele, hardwerkende, belastingbetalende eenvoudige burgerij zijn het slachtoffer!
En wat bedoel ik met ‘dubbel gepakt’? Dat ik ook nog eens die dag een uur eerder naar mijn werk moest!

Juf Bartie

Juf Bartie was mijn Juf in de 1e Klas van de Lagere School. Zij was de eerste die ik zag na mijn carrière op de Kleuterschool en geloof me, dat heeft indruk gemaakt.

Want ja, ik was zes jaar en nog een beetje bleu van het hele dagen spelen in de zandbak, glijden van de glijbaan of knutselwerkjes maken voor de gebruikelijke Feestdagen zoals Vader- en Moederdag. Oké, één keer mocht ik Sinterklaas spelen, dat was wel een hoogtepuntje te noemen, maar verder was het lief, vriendelijk, kabbelend en vredig allemaal op de Kleuterschool.

Maar Juf Bartie, die ging mij iets leren! Haar kundigheid was mij al ter ore gekomen omdat mijn zus en broer haar al meegemaakt hadden en zover mijn herinneringen nog helder zijn, waren dat louter positieve geluiden. Nadat ik mijn eerste stappen in de klas gezet had en mij nestelde aan een van de tafeltjes, kreeg ik de gelegenheid om rond te kijken. Daar hing een grote tekening aan het schoolbord, met tekeningen van een onder ander aapje, een walnoot (die herkende ik want die kregen wij wel eens met Kerst, dan keek ik vol bewondering naar mijn vader die de noten zó kon kraken dat de noten keurig in twee helften uiteen vielen..) en een witte hond. En letters met streepjes ertussen…

De juf verwelkomde ons voor de klas en ik smolt voor haar stralende lach en haar vrolijke, innemende verschijning. Hier ga ik mij wel thuis voelen moest ik gedacht hebben want ik vergat zelfs te huilen. Dat klopte ook, vooral nadat wij met haar het raadsel van de noot, het aapje, de hond en de streepjes opgelost hadden. Er ging een wereld voor mij open en ik trad ook toe in de wereld van de ‘leesplank’. Dromerig ging ik met Kees aan het wandelen, en samen met Gijs beleefden wij allerlei avonturen in de wei-dus waar de scha-pen liepen.

Juf Bartie. Onlangs kwam ik haar tegen en direct was er weer die herkenning. Bijzonder hoor, na honderden kinderen de leesplank uitgelegd te hebben wist zij nog steeds wie ik was. Het treffen was te kort om alle herinneringen op te halen maar wij spraken af (sterker nog, het moest) dat wij komende zomer elkaar weer zouden ontmoeten bij haar thuis.

Een mooi vooruitzicht. aap-noot-mies-versie-19313508-x-2550

Onderzoekjes

Vandaag is de lente begonnen. Volgens de nieuwslezeres op de radio om precies twee minuten over twaalf.. Ik ga maar niet nadenken hoe ze aan die tijd komen, belangrijker is dat het gebeuren gaat. De natuur is zich al aan het voorbereiden, check het gevogelte op http://www.beleefdelente.nl/ of het vossenpaar op http://volgdevos.nl/

De vos is nieuw in de beleving. Dit stelletje, woonachtig te Slootvaardersplassen nr. 8, is te volgen via drie webcams en het wachten is nu wanneer moeder Vos gaat werpen.

De lente. Menigeen kan niet wachten en daar sluit ik mij bij aan. We hebben al kort een beetje lente gehad en dan zie je iedereen om je heen gelijk krokussen uit de grond, opfleuren. Om erna weer in een diepe depressie te geraken want zoals ik al schreef, het was een beetje kort.

Er is onderzoek naar gedaan, waarom de lente zolang op zich laat wachten en dan blijkt dat het eigenlijk een heel normaal verschijnsel is dat we wat langer ‘winteren’. Wij zijn het laatste decennium verwend geraakt aan vroege, warme lentedagen en nu weer eens een keertje niet.
Dat maakt mij dan weer rustiger, zo’n onderzoek.

Toch zijn er ook onderzoeken waarvan ik heel erg onrustig van kan worden. Zoals vandaag. Er was namelijk een onderzoek naar geweld in Nederland en nu bleek dat je op Terschelling de meeste kans hebt op een klap voor je bek. Oké, ik heb er twintig jaar gewoond en ben één keer op mijn smoel geslagen en nog geen één keer in de dertig jaar erna aan de ‘wal’. Wat niet is kan nog komen natuurlijk maar bovenstaand ‘nieuws’ druist totaal tegen mijn veiligheidsgevoel in welke ik in mijn herinneringen aan het wonen op Terschelling heb. Een mooiere, veiliger jeugd kon ik mij niet wensen! Toch zijn er mensen op het eiland die zich niet veilig voelen, angst hebben als je kijkt naar waar ze op stemmen. Dat heb ik nooit begrepen en dat zal ik nooit begrijpen want zij zullen toch dezelfde veiligheid moeten voelen die ik ook ooit voelde…

Nou ja, het is maar een onderzoekje, alleen schaden ze daar wel het eiland mee. Niet voor de toeristen of de meeste eilanders zelf, die weten wel beter, maar voor de mensen die er nog nooit geweest zijn. Zijn de onderzoekers zélf wel eens op dit eiland geweest? Hadden zij wel eens van TVTAS (Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog) gehoord maar wisten ze niet meer de juiste volgorde?

Mag dat asjeblieft onderzocht worden?12400831_993161504084736_4940590221062390918_n

Van Terug naar Terschelling kom ik dan nog even terug op de lente. Zij is onderweg, de vogels bij mij in de straat zijn al druk doende met nesten bouwen (Eksters) en andere zaken die vogels in deze tijd dan graag doen.. Ook zonder elektrische deken zit de liefde in de lucht!

Verslaafd?

“Ben ik Facebook verslaafd?” Die vraag stel ik mij de laatste tijd met grote regelmaat want het lijkt er verdacht veel op. Als ik zou tellen hoe vaak ik ‘even’ op FB kijk weet ik het zeker maar omdat ik het niet zeker wil weten tel ik niet.
Ik zit dus al in de ontkennende fase, een van de fases die je ondergaat bij een verslaving. Voorzichtig bedenk ik argumenten (die de gradatie ‘argument’ nauwelijks dragen mag..). Het is nieuwsgierigheid! is een van mijn argumenten. Nieuwsgierig zijn is normaal gesproken een gezonde afwijking want het kan je verder brengen in het leven maar dit is toch een andere vorm. Hier gaat het om nieuwsgierig zijn naar wat anderen zoal in hun leven voorbij zien komen, hoe ze denken, hoe ze reageren, wat ze wel of niet leuk vinden, of ze humor hebben of kennis van goede muziek.
Het is een soort van ‘gluren bij de buren’ maar dan wel in een straat waar bijna geen einde aan komt… Het wereldnieuws volg ik ook hoor, ik sla nauwelijks Het Journaal over. Met of zonder Sacha de Boer. En via het internet speur ik elke dag nieuwsfeiten af, met als nadeel dat je dan wel eens zaken tegen komt zoals bijvoorbeeld: ‘Gordon stopt met de LA Voices.’
En dan zijn er ook nog de beroepsgroepen die FB’ers volgen. Mensen met allerlei belangen, commerciële, criminele of headhunters. ‘Like’ je vaak bepaalde producten dan zorgen ze ervoor dat je ook steeds door die producten ‘gekieteld’ zal worden. Dan wakkeren ze de hebzucht aan (ook bij mij hoor, ik ben geen haar beter) en die klik met die muis of vinger is zo gemaakt…
De boefjes onder ons speuren FB af op wanneer je er niet bent. Extreme interesse kun je verwachten of je al aangeeft wanneer je op vakantie gaat, je nachtdiensten draait of hoe waaks je hond is. Door dat op FB te zetten, zet je als het ware de deur al open.
Ook is het een plaats om je verdriet te tonen. Dan vertel je bijvoorbeeld dat het alweer enkele jaren geleden is dat er iemand in je nabije omgeving gestorven is en kunnen je vrienden hun medeleven betuigen. Dit gaat ver.. Heel ver. Want onlangs zag ik ook weer zoiets voorbij komen en kwam ik er, na het lezen van de reacties, uiteindelijk achter dat het om een overleden …konijn ging.. Dit verzin ik niet!
Voor mij is het ook een plaats waar ik mijn schrijverijtjes kwijt kan. Het voordeel daarvan is dat je direct feedback krijgt. Het nadeel daarvan is dat ik steeds maar weer ‘even’ kijk of iemand zijn reactie achtergelaten heeft…
Op mijn openingsvraag kan ik dus volmondig antwoorden: Ja, ik behoor tot de harde kern van de FB verslaafden!

Het Lied

Het rommelt in het land. Het rommelt sinds de Koningin aangegeven heeft afstand te doen van haar troon. De Oranje verenigingen draaien overuren en er is een Hoofd comité opgericht, om precies te zijn: Het Nationale Comité Inhuldiging. Daarin zitten belangrijke dames en heren en die hebben, onder andere, bedacht dat er een ‘Koningslied’ gemaakt moet worden. Toen ik dat hoorde brak het angstzweet bij mij uit en begon het mij dun uit de broek te lopen…

Toch hield ik mijn mond. Het ligt gevoelig heden ten dage… Ik voelde mij Remy in het land der Boeddha’s. Pardon? Euh..ja, sorry hoor, maar ik zag in de folders die ik van de week uit verveling even doornam dat er nog steeds Boeddha’s te koop aangeboden worden… Nederland is onderhand het Tibet van Europa aan het worden.

Kees van Kooten, de schrijver, was van de week bij De Wereld Draait Doorrrrrr. Kees had vroeger, in mijn jeugdjaren, een tv-programma en daarin waren veel ergernissen te zien. Samen met Wim de Bie. Dat werd op een hilarische manier elke zondagavond ons voorgeschoteld en menigeen probeerde dat de volgende dag op zijn/haar werk, na te spelen. Dat was nog uit de tijd dat we op zaterdagavond met het hele gezin naar het Songfestival keken en zelf de punten gaven. Maar het was ook uit de tijd dat je twee weekenden per winter naar schaatsen keek, EK en WK, en de rondetijden noteerde in de extra bijlage van de krant.

Kees ergerde zich nog steeds. Bijvoorbeeld aan onze premier, Mark Rutte. Na het winnen van de verkiezingen zagen wij in het hol van de VVD Gordon en zijn Rekels optreden. Dit was geen stunt, Mark en zijn volgers houden van Gordon. Kees ergerde zich daar dood aan en had het over de vervlakking van onze maatschappij. Ik veerde op, dacht immers dat ik de enige was die zich daar toen aan ergerde. Even later las Kees een stuk uit zijn nieuwste boekje voor, De Verrekijker, het Boekenweekgeschenk van dit jaar. Het duurde ruim vier minuten en …. Het was prachtig! Je zag het helemaal voor je wat er zich afspeelde in die passage en toen wist ik het: ik moet mij niet stil houden!

Het Koningslied mag er van mij komen maar laat het asjeblieft gezongen worden door iemand die daarvoor in de wieg gelegd is. Dus niet iemand uit Volendam, geen Marco of Frans of een getatoeëerde Voice of Holland winnaar. Of Froger, ook al houdt onze Koning van zijn muziek. Voorgaande types wachten maar tot het einde van de avond, als we vol staan van de drank. Dan horen we het toch niet meer zuiver..

Mijn voorkeur: Huub van der Lubbe, Anouk, Boudewijn de Groot, Laura Jansen, Stef Bos, Caro Emerald, Mathilde Santing of Herman van Veen. Om er maar een paar te noemen. Dan kunnen we de carrière van onze Koningin waardig afsluiten!

Zo’n dag

Afgelopen zondag was weer zo’n dag. Zo’n dag dat vele emoties bij elkaar kwamen in verschillende huishoudens of werkplekken.

Het was weer ‘zo’n voetbaldag’!

Het ging weer om de knikkers. Wie zou bovenaan in het linkerrijtje komen te staan? Voordat om half een afgetrapt werd in Rotterdam was de stand PSV, Ajax en dan Feyenoord. Het traditionele trio zeg maar. En ik ben voor Ajax. De eerste twintig jaar van mijn leven was ik voor Feyenoord maar dat moest van mijn grote broer. Toen ik eenmaal onder zijn juk vandaan was, of beter gezegd hij uitvloog uit ons ouderlijk nest, begon ik zelf te denken en kwam ik er al snel achter dat Ajax veel mooier, gracieuzer, subtieler en flitsender voetbalde. Verstand komt met de jaren.. Mijn vader was ook voor Ajax en zag in mij een bondgenoot.

In het kielzog van deze grote drie komen dan nog de clubs Vitesse, Twente en Utrecht. Twente begon al met verliezen, eerder in het weekend. Dat beloofde wat, ik kreeg er zin in. Vitesse en Utrecht wonnen. Maar zondag was D-Day. Als Feyenoord zou winnen van PSV en Ajax zou winnen van ADO Den Haag, dan mochten PSV en Ajax samen de ranglijst aan gaan voeren. Eerlijkheid gebied dat PSV een beter doelsaldo had maar daar kijken we maar even niet naar.

Op Facebook gooide ik om half een alvast een balletje op voor de sfeer-proevers: ‘Hand in hand voor Feyenoord één!’ Uiteraard kwamen al snel de reacties, vooral toen PSV de 0-1 scoorde. Maar mijn gevoel (en voetbal-intuïtie natuurlijk..) zei mij dat er nog iets moois zal komen. En dat kwam!

Het werd 2-1 voor Feyenoord! Niks matchfixing in Nederland! De Rotterdammers deden hun sportieve plicht. Een vreugdedansje kon ik niet onderdrukken en volgens getuigen schijn ik daar ook bij gezongen te hebben, iets in de geest van ‘You never walk alone’.

Aansluitend begon in de Arena te Amsterdam de wedstrijd Ajax- ADO Den Haag. Altijd lastig was mijn mening. Is mijn mening, want op de een of andere manier kunnen die twee elkaar niet luchten of zien. En de eerste wedstrijd, in Den Haag, werd een schamele 1-1. Daarbij opgeteld komt nog het feit dat sommige kleinere clubs een extra (éxtra) stap zetten als ze tegen Ajax moeten. Redenen genoeg om met de billen samengeknepen te kijken naar deze wedstrijd. Oh nee, te luisteren (Radio1) want ik heb geen Eredivisie Live in mijn pakket.

Het werd wéér 1-1. Op het nippertje, want de Hagenezen scoorden al vroeg de 0-1 en dat bleef het héél lang. Ajax had de pech te maken te hebben met een arbitraal trio welke nodig aan de bril zouden moeten (2 afgekeurde goals..) maar dat hoort ook bij voetbal. Vlak voor tijd werd het dan toch gelijk en wist ik dat één puntje binnen was.Na het eindsignaal werd ik bestookt met hoongelach en diverse wijsheden (Hoogmoed komt voor de val) via FB, SMS en What’sapp.

Het was weer zo’n dag. Een heerlijke dag!!

Ojee…een prostituee

Dromen doe ik vaak en meestal kan ik ze ook nog aardig navertellen en, voor mijzelf, uitleggen. Maar sinds enkele dagen pieker ik mij suf want ik droom steeds over spinazie! Over fijn gehakte spinazie of, origineler, over bladspinazie. En ik droom het al enkele dagen maar is dat ook wel zo, heb ik niet één keer erover gedroomd maar droomde ik dat ik er al enkele dagen over droom?  Het hoe en waarom is mij totaal onduidelijk, kan het nergens mee linken…

Ja, misschien met het nieuws dat Iglo een product uit de schappen laat halen vanwege paardenvlees welke er in verwerkt is. Maar dat ging over Chili con Carne, daar kan ik geen spinazie van maken..

Misschien moet ik maar eens contact zoeken met een spiritueel medium, zo’n dame die in de late uurtjes te vinden is op de commerciële kanalen, naast het gekreun en gesteun van de dames van ‘de lekkere nummertjes’… Je zou kunnen suggereren dat het om hoerenbanen gaat, maar dit even terzijde. Over hoeren, sorry, over prostituees gesproken, men gaat kijken naar het Zweedse model.. Nu weet ik toevallig dat het Zweedse model alom geliefd is. Neem bijvoorbeeld de Volvo V70 of de Saab 900.

Daarnaast zijn er nog de modellen Zoe Aggeliki, Elin Grindemyr, Mary Stävin (speelde in 2 Bondfilms!) en Linda Rosing (Big Brother, de Zweedse versie).

Het Zweedse model dus. Doel: het uitbuiten van vrouwen tegengaan, door niet de prostituee, maar het hoerenlopen strafbaar te maken. Nu moet ik toch even op mijn hoofd krabbelen. Je mag dus wel prostituee zijn maar je mag niet een prostituee bezoeken… Dan zal zij het alleen moeten hebben van de Bakker, de Melkboer en de bezorgers van Albert Heijn…. Geen vetpot maar dan komt zij in ieder geval niet om van de honger.

Ik ben ook tegen uitbuiting van de vrouw. (Ik ben ook tegen uitbuiting van de man, je zal ze de kost moeten geven die onder de plak zitten.) Maar de prostitutie verbieden? Dat lijkt mij geen slim plan want er lopen heel wat mannen rond waar de gemiddelde vrouw (en wellicht ook man) de neus voor op zou trekken. Vaak worden die types als ‘Vieze oude man’ betiteld maar het kunnen ook hele keurige mannen zijn. Of mannen die, buiten hun schuld om, er niet uitzien en daardoor nooit aan de vrouw komen, zelfs het spreekwoord ‘Op elk potje past een deksel’ is niet aan hen besteed.

Gelukkig zijn er dan ‘de dames van plezier’, die maken geen onderscheid…als je maar betaald! Wat gaan die lui doen als ze niet meer ergens terecht kunnen met hun .. euh..verhaal? Daar moeten we maar even niet aan denken.

Want dan kun je spreken over een ware nachtmerrie!!

Ode aan de VRIENDSCHAP!

‘Vriendschap is een illusie’ zong het Goede Doel ooit en wij, vrienden, zongen keihard mee omdat we het een mooi liedje vonden (en omdat we in de kroeg zaten met al haar glazen, blond schuimend bier). Kleuterschool, Lagere School en de MAVO lagen achter ons, de wereld met al haar problemen, verleidingen, uitdagingen en verrassingen voor ons…

Vriendschap was voor ons geen illusie. “Het is echt!” zeiden we tegen elkaar en daarna vlogen we uit om te beginnen aan ons volwassen leven vol verantwoordelijkheden, valkuilen en hoogtepunten. Ineens geen kind meer maar een schakel in de maatschappij..

Waren wij gewend binnen een straal van 3 kilometer bij elkaar te wonen, nu werd dat een veelvoud van kilometers die je niet zo maar even aflegde om elkaar te zien. Gelukkig was er wel telefoon en je kon kaartjes sturen bij bijzondere gelegenheden.

Het leven schreef haar verhaal, voor ieder van ons een andere inhoud maar wel met de overbekende ups en downs. De ups waren leuk en werden zoveel als mogelijk gedeeld, de downs zwaar klote maar werden óók gedeeld. Soms zonder woorden maar wel door er te zijn, soms door veel te praten want daardoor was het beter te verteren… Dat praten was niet altijd meepraten. Nee, integendeel, de meningen vlogen soms over de tafel, maar je wist dat het goed was want de ruimte voor meningen was euh…ruim aanwezig.

Inmiddels duurt die vriendschap dik veertig jaar. Daar ben ik, wij, trots op. Natuurlijk werd de vriendschap ook zo nu en dan op de proef gesteld maar de kracht van de vriendschap herstelde dat snel. Dan werd de hereniging beklonken het met een gebaar, een omhelzing of nog lekkerder, met een goed gevuld glas. En als er te diep in het glas gekeken werd dan zongen we….’Vriendschap is een illusie..’ en waren we weer even terug in onze jeugd.

Ik heb een vervelende periode achter de rug. Nou ja, achter de rug is het nog niet maar mijn vrienden stonden er weer. Voor mij, naast mij en achter mij. Zij belden mij of ze stonden ineens voor de deur. Onlangs nog, toen stond daar ineens een van mijn vrienden voor de deur met een fles wijn en drie zakken chips. “Is nog voor je verjaardag.” Zei hij maar hij wist dat ik dat soort ‘luxe’ mijzelf niet meer kon permitteren. Maar dat praat je dan niet over. Toch had ik ook nog een flesje staan en niet veel later waren de flessen leeg, praten maakt dorstig. Vanwege ons beide lijnen werd er maar een zak chips soldaat gemaakt…

De volgende ochtend lag er een kater naast mijn bed maar dat boeide niet, ik realiseerde mij donders goed dat naast de liefde van mijn vriendin en familieleden de vriendschap van mijn vrienden nog levensecht was en dat deze mix mij verder zal helpen met het bouwen aan een mooie toekoms

Van jongen naar man

“Zaterdag was de mooiste dag van de week En je wist als je naar je vriendjes keek Hier gaan ze heel wat beleven…”

Voorgaande is de leader van de serie/ film All Stars en daar moest ik van de week aan denken toen een oud ‘klas-voetbalgenoot’, Jan-Willem, mij benaderde via FaceBook over onze voetbaltijd.

Wij speelden bij Quick’35, een van de drie clubs van Terschelling. Er was sprake van een onderlinge competitie dus het was óf tegen AVV óf tegen TVV. En in het jaarlijkse toernooi kwam je ze ook weer tegen. Hoe duidelijk wil je het hebben. Later soms aangevuld met teams ‘van de wal’. Het was een tijd zonder uiterlijk vertoon (geen tattoos, geen merkkleding of ‘zit mijn haar wel goed á la Ronaldo) maar van gewoon lekker voetballen. De pijpjes van de voetbalbroek zaten omhoog gekruld want die had je al aan als je op het terrein aankwam (meestal onder je spijker-of trainingsbroek) en de zwarte sokken met rood-witte strepen hield je omhoog met een postbode elastiek. De voetbalschoenen waren of zwart of zwart met witte strepen, voorheen gedragen door je grote broer of grote buurjongen.

Zo ging dat en het was goed.

De trainer was Meester Rob (Rob was zijn achternaam, van voren was het Ab maar dat zei je niet in die tijd). Hij gaf ook de gymlessen op school en tijdens de jaarlijkse uitvoering van de gymclub (EDO= Eendracht Doet Overwinnen) was hij er ook altijd bij. Voor dat laatste zetje bij de koprol over de bok bijvoorbeeld. Voor Meester Rob hadden wij ontzag. Hij speelde namelijk in Het Eerste. En naast het ontzag was er ook bewondering want hij kon goed voetballen. Typerend was zijn houding tijdens een voetbalwedstrijd: draaiend en kappend en altijd die armen wijd om de tegenstander ‘af te houden’.

De strijd tussen de drie clubs was eigenlijk te vergelijken met de strijd tussen PSV, Feyenoord en Ajax.

In ons leeftijdsgroepje was er een jongen die heel goed kon voetballen. Stado. Die deed vaak mee met de oudere jongens. Ook tijdens partijtjes op straat of bij hem in de achtertuin. Met schoolvoetbal deed hij wel met ons mee en genoten wij, niet zichtbaar want dan kreeg hij een nog groter ego, van zijn voetbalkwaliteiten.

Op een mooie dag werden wij verrast door het bestuur. Wij mochten een week naar een KNVB kamp, helemaal in Hoek van Holland! Dat was wel even wat! Een week van huis, een week geen toezicht van ouders…

Het toezicht bestond uit onder andere Jan Hek en Fred Fiege. Oudere jongeren die ons wel de baas konden. Ook gingen er jongens mee van TVV dus waarschijnlijk waren toen Quick en TVV al bezig met een fusie, het latere Sc Terschelling. We sliepen in grote legertenten en naast een voetbalcompetitie was er ook een volleybalcompetitie. Die laatste wonnen wij, met het voetballen ging het wat minder.

Maar nu weet ik waarom! Dat kwam voort uit de herinneringen van Jan-Willem. We speelden onder andere tegen een ploeg uit Groningen..JA! Tegen Ronald en Erwin Koeman! We kwamen die wedstrijd nog wel voor te staan met 1-0 maar uiteindelijk gingen we de boot in met 1-4.

Gelukkig was er ook andere afleiding. We brachten een bezoek aan de Euromast (en kwam ik erachter dat ik hoogtevrees had..) én gingen naar de film ‘Saterday Nightfever’! Een cultuurshock! Van een eiland ineens op een toren van een grote stad én…van Bud Spencer & Terrence Hill ineens naar een dansfilm!

Na het zien van de film veranderen wij. Voor een wedstrijd smeerden we spul in het haar en de voetbalbroek ging pas aan in de kleedkamer…..

IJspret

Het einde van het winterweer nadert met rasse schreden. Dat was natuurlijk de reden dat er een file bij Giethoorn ontstond want ja, als er dan ijs ligt dat moet, ik herhaal, dan moet er ook geschaatst worden!
Het heeft iets, schaatsen op natuurijs. En het is voor alle leeftijden. Jong, middle aged of oud, je ziet ze dan in alle soorten en maten. Ik kijk toe vanaf de kant want ik heb geen schaatsen. Ik had ze wel, noren, maar de laatste keer dat ik daar op stond kwam ik erachter dat mijn enkels oververmoeid raakten. Een teken dat stoppen de beste optie was. En lijnen maar daar wil ik het nu niet over hebben…
Ik kijk en geniet. Mooie, frisse koppen, verborgen onder mutsen, petten of enkel een haarband. Zwierend of stuntelend, in ’n treintje of samen met de geliefde, een eenzame schaatser met de handen op de rug of een groepje met een hoop lol. Het kan allemaal op een mooie, winterse dag in Nederland.
Even geen kopzorgen. Niks vergoedingen in de zorg, niks Europa en haar perikelen, niks hoe komen we deze maand rond, niks wie wint The Voice of Holland… Schaatsen is wat rest, enkel schaatsen. Over slootjes, ondergelopen weilanden of parkeerplaatsen, duinmeertjes, rivieren of meren. Zicht op het land vanaf de andere kant die er ineens heel anders uitziet. Het besef dat we eigenlijk in een heel mooi land wonen.
Wintermeisjes. Meisjes op schaatsen zijn op hun mooist. De haren vrij in de wind, de blosjes op de wangen, opgeleukt door wollen muts, gebreide sjaal en ja, de stralende ogen… De stoere jongens die hard om deze meisjes heen schaatsen, ineens hard remmen en dan even dat lichamelijke contact voor de definitieve rem. Och, ik heb mij ooit uitgesloofd op de ijsbaan. De ijsbaan van schaatsclub Nova Zembla. De naam alleen al was al exotisch. Op mijn noren (hier in ’t Westen noemen ze die ‘boeren-schaatsen..’).
Dagelijks was ik er te vinden en koud hadden wij het niet doordat de liefde mee schaatste… Het geluid van goed ijs. Het geluid van goed geslepen schaatsen. Bij elke slag voel je je sterker en sterker.
Tussendoor een warme chocolademelk of een ijskoude kruidenbitter. Met een gevulde koek. Met je kont op de ijskoude kant maar dat deert niet, de extra broek onder de spijkerbroek voldeed. En als je dan toch een natte plek op je achterwerk hebt zal niemand er wat van zeggen. Nog een paar dagen en dan zal de dooi haar intrede doen. Dan zitten we weer met de bagger van sneeuwresten en zal er vast wel een weeralarm komen, ijzel! Maar die paar dagen met ijs. Met goed ijs! Die vergeten we niet meer. Nee, die houden we de rest van het jaar met zijn allen vast, hopende op een nieuwe ijsperiode.
Als ik voorgaande teruglees weet ik wat mij te doen staat: sparen voor een paar nieuwe schaatsen!

Maandag

Zomaar een blauwe maandag in januari? Neen, het is Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar. Vandaag schijnen wij ons massaal klote (oftewel: treurig, neerslachtig en weemoedig>bron: Wikipedia) te voelen.  Dat komt onder andere doordat de goede voornemens alweer in de prullenbak liggen. Mijn goede voornemen, hardlopen om enigszins wat af te vallen,  ligt (nog) niet in de prullenbak. Ik heb nog steeds een keiharde smoes: het is te glad buiten.

Daarnaast zijn wij vandaag depri omdat de vakanties nog ver voor ons liggen. Dat snap ik dan weer niet want volgens de gemiddelde econoom gaat onze koopkracht er op achteruit…En vervolgens staat er weer iemand op die zegt dat de economie wel aantrekt! Kortom, uiterst verwarrend allemaal dus naast treurigheid, neerslachtigheid en weemoedigheid komt er nu ook nog verwardheid bij op deze dag..

Volgens mij is de maandag altijd al een vervelende dag geweest. Behalve als Ajax gewonnen heeft, dat geeft altijd wel weer wat kleur aan de dag. En aan de week, want dan kan ik de hele week de ‘andersgezinden’ inwrijven dat ‘wij’ weer gewonnen hebben. Want dat vinden ze niet leuk, net zoals ik het omgekeerd ook niet leuk vind. Heel soms maak ik dat wel eens mee en dan is het voor mij de hele week Blue Monday. Niet dat ik dan boos word of zo hoor, of dat ik dan tegen een deur aan schop of een ruit in sla met mijn ellenboog. Zover gaat het dan gelukkig niet maar dat kan ook komen omdat ik erop mij geen camera gericht is. Zo belangrijk ben ik niet. Gelukkig.

Mijn goede voornemen is dus wat meer bewegen en dat werd versterkt toen ik las dat dikke, dode mensen niet meer in een crematorium in de fik gestoken mogen worden. Nee, dan moet je een deur verder, namelijk naar het paardencrematorium want die hebben grotere ovens. Als ik nog dikker zou worden staat mij dat te wachten.  Dan lig ik tussen Bles en Amerigo te wachten op het hellevuur en als ik pech heb krijgen mijn nazaten geen plakje cake maar een plakje gedroogd stro. En het kan nóg erger. Want stel dat je dood en dik bent én je bent allergisch voor hooi en aanverwante pollen… Er is dan geen weg meer terug en zal proestend en niezend de eeuwigheid in gaan. Alleen de gedachte al doet mij gruwelen! En het versterkt mijn afvalrace.

‘I Don’t Like Mondays’ was een liedje van de Boomtown Rats en werd zo schitterend gezongen door Bob Geldof. Een lied wat menig leeftijdgenoot met plezier mee zingt want ook toen al, eind jaren ’70, hadden we een hekel aan de maandag. Dus eigenlijk is het een normaal verschijnsel en zullen we er gewoon mee moeten leren leven. Of de maandag afschaffen, dat is ook een optie.

Bandjes

Sneeuw! En niet een beetje weinig ook! Bij deze de complimenten voor de voorspellers: jullie hadden deze keer gelijk… En ook de bedenkers van winterbanden ga ik nu gelijk geven want die scheurden mij vanmorgen, toen ik naar huis reed, met een klere gang voorbij alsof er geen vlokje sneeuw op de weg lag. Er waren vanmorgen 300 auto’s betrokken bij ongevallen en nu zou ik heel graag willen weten of ze wel of geen winterbanden hadden. Dat zouden ze eens moeten uitzoeken!

Ik heb ze zien vallen, die sneeuwvlokken, want ik had nachtdienst. Ze vielen gebroederlijk naar beneden en je zag duidelijk dat ze van tevoren aan teambuilding gedaan hadden. Waarschijnlijk zo’n workshopje. Met rollenspel natuurlijk.

Even was de sneeuw het belangrijkst, het gesprek van de dag. Gelukkig maar want men was alweer aardig bezig om de spanning op te bouwen over ‘het interview van het jaar’, namelijk die tussen Ophra en veelgebruiker Lance Armstrong. Ja, dat is die wielrenner van dat gele armbandje waar Mart Smeets altijd mee rondliep.

Over bandjes gesproken, er is ook weer een nieuwe, een groene. Deze staat voor ‘You are good’, oftewel ‘Ik ben tegen pesten.’ Ik hoop van harte dat het helpt. Persoonlijk zou ik een regenboog-armbandje op de markt brengen, met de boodschap wat vriendelijker te zijn voor de medemens die een andere kleur of achtergrond hebben. Vanmiddag zag ik nog zo’n Nieuwe Nederlander haar stukje van de galerij sneeuwvrij te maken…en daarna de rest van de galerij! Dik ingepakt (ze komt oorspronkelijk uit Ghana) schepte zij zichzelf warm en het werd nog gekker, ze maakte lol met een andere buurvrouw! Ja lieve mensen die nog steeds wat angstig zijn voor dit soort ‘lui’, ze lijken best wel een beetje op ons.

Het slapen voor mij werd vandaag een soort van code oranje. Lag ik na de nachtdienst om half 8 al keurig onder mijn dekbedje, werd ik om 9 uur ruw uit mijn dromen gehaald door iemand met een kango… Dat ging zo door tot 10 uur, koffietijd natuurlijk, en daarna bleef het onrustig tot een uurtje of 12. Ondertussen was ik er maar uit gegaan en toen ik even een luchtje aan het scheppen was op het balkon, zag ik een busje staan met de tekst: Huppeldepup, voor al uw sanitaire verbouwingen.

Later in de middag werd het wat rustiger en dook ik weer mijn bed in. Dat slaapje duurde precies een uur want de kango werd weer opgestart.

Mijn vermoeden is daarom dat ik straks een super heerlijke nachtrust tegemoet mag zien. En mocht ik onverhoopt over mijn slaap heen zijn dan doe ik de luxaflex wel omhoog. Waarom? Dan tel ik de sneeuwvlokken die, wellicht, weer zullen vallen.

2013!

Heerlijk hoor, zo’n nieuw jaar voor ons. Krijg er altijd het Voorjaargevoel van en stoot mij daarmee voor de neus want eerst moeten we nog even die ontzettend saaie maanden januari en februari door zie te komen…

We zullen deze maanden door moeten ploegen al ware het elke dag een veldslag. Daarnaast zal ik nog een strijd moeten voeren, namelijk afvallen. Want mijn kleding zit de laatste tijd steeds strakker. Eerst dacht ik nog dat dit kwam door te heet wassen maar de weegschaal was onverbiddelijk en haalde mij uit de droom…

Ik ga niet een dieet volgen, ik eet gewoon minder en zal ook minder lekker gaan koken. En het drankgebruik moet ook maar op een laag pitje. Bewegen zal ook iets meer kunnen dan enkel dat fietsritje naar werk. Van wandelen hou ik niet dus het zal wel hardlopen worden. Nou ja, hardlopen..eerst opbouwen maar. Een rondje om de flat zie ik als een mooi begin. Ooit kon ik heel goed hardlopen maar ooit is voorbij dus ik zal het moeten doen met de huidige staat waarin ik verkeer…. Dat wordt letterlijk een zware dobber.

Maar we zitten al op de helft van januari en ik heb nog geen millimeter hard gelopen. Ben ik mijn goede voornemen nu al vergeten dan? Nee hoor, ik loop al sinds Kerst te griepen. En na de jaarwisseling kwam daar nog veel snot en hoesten bij waardoor een extra inspanning teveel gevraagd zou zijn. Ik was eigenlijk heel zielig, zo zielig als een man kan zijn wanneer hij de griep heeft. Want mannen zijn altijd zieker dan het vrouwelijk geslacht.

Ik heb al enkele mede-voornemens-genoten voorbij zien lopen. Nou ja, lopen is een groot woord, het lijkt bij de meesten meer op dribbelen. Van hun gezicht kun je aflezen dat ze heel veel inspanning moeten leveren en in hun ogen lees je: waarom ben ik in Godsnaam dit gaan doen of waarom heb ik mij met de feestdagen volgepropt met kransjes en kerstboompjes van chocola. En het kerstontbijt. Plus het kerstdiner. Plus al die glaasjes likeur bij de koffie. Want dat is gezellig.

Toch loop ik binnenkort er ook zo bij en alleen de gedachte al doet mij peentjes zweten. Op zich is dát alleen al een goed begin van het afvallen maar het zal, helaas, niet genoeg zijn.

2013, het zal mij benieuwen hoe we dit jaar weer door zullen komen. Ik hoop iets minder afzeiken en iets meer respect voor elkaar. En iets meer inlevingsvermogen in de medemens zou ook wel aardig zijn in plaats direct al te oordelen.

En ophouden met: pesten, haat-mails en tweets versturen, Patty Brard van een duikplank laten springen, ruzies tussen advocaten breed in de media ten toon spreiden, scheidingen van BN’ers breed uitmeten, trouwerijen van BN’ers nog breder uitmeten, voorbeschouwingen van voetbal- en schaatswedstrijden, weeralarmen en tot slot met alle kookprogramma’s.

Want vooral dat laatste is niet goed voor mijn lijn…

2012…een overzicht

Zo, we leven nog. Toen mijn wekker op vrijdag de 21ste om 05.45 uur afging baalde ik wel even want ik moest gewoon naar mijn werk. Niks extra vrije dag.

Nu kan ik dan toch aan een soort jaaroverzicht werken.

Het was weer een bewogen jaar en de volgende staat alweer voor de deur. Wat laten we allemaal achter ons? 67 miljoen euro aan vuurwerk vloog enkele seconden na middennacht op 1 januari de lucht in. Dat had best wel minder gekund in mijn ogen gezien de (4e) recessie waar we in zaten, gezien het milieu, gezien het lawaai en gezien dat tweederde van de bevolking van die rommel af wil. Toch ben ik wel van mening dat het erbij hoort…maar mag het alstublieft iets minder?

De ‘doggie-bag’! Dit was een bedenksel van de PvdD. Zij wilden dat je na een restaurantbezoek een zakje aangeboden kreeg door de ober zodat daar de resten van het maal in gedaan konden worden. Om mee naar huis te nemen. Of naar je werk. Tja..

Sensationeel nieuws was natuurlijk het interview van Peter R. de Vries met Willem Holleeder! Vol spanning keek ik daar naar uit, kreeg de restjes uit mijn doggie-bag niet door mijn keel tot ik het gezien had… En toen kwam het: Willem Holleeder mag geen zout meer eten! Zo zout had ik het nog niet gegeten en toen heb ik alsnog de pommes gratins en dat laatste stukkie ossenhaas naar binnen gewerkt…

2012 was ook het jaar dat we weer mochten klikken. Over de Polen bijvoorbeeld. God, wat was dat heerlijk om te doen, vooral na jarenlang opgevoed te zijn dat klikken niet mag was ’n openbaring… Het deed mij denken aan een bepaalde ‘n periode in de veertiger jaren. Toen mocht het ook…

Even dacht ik nog dat de PVV een website zou openen waar wij konden klikken over wie de veroorzakers waren van het niet doorgaan van de Elfstedentocht maar zover gingen ze nu weer niet.

Schokkend was het einde van.. As the World Turns! Menigeen heb ik na de laatste aflevering moeten begeleiden. Geestelijk begeleiden. Of de wereld verging. Daar waren geen Maya’s voor nodig geweest dus, een laatste aflevering voldeed al..

Nieuw was de manier om op televisie te komen. Je brak gewoon een been of je sprong voor een auto. Dat was genoeg om BN’er te worden. Hoe dan? In het ziekenhuis filmden ze jouw leed om het vervolgens uit te zenden. Weer zo’n ideetje van Oerlemans en zijn vrindjes. Gelukkig werden de partijen bij Nieuwsuur door Mariëlle Tweebeeke zo ontzettend goed onder handen genomen dat het vooralsnog met een sisser afliep. Vooralsnog ja, er zullen in de toekomst vast wel weer nieuwe pogingen ondernomen worden.

En ja, de woningbouwverenigingen waren ook in het nieuws. Niet omdat ze haar huurders eens tegemoet wilden komen maar omdat ze er een financieel zooitje van gemaakt hadden. En vervolgens nog een bonus ontvingen ook… Als wij, gewone stervelingen, verzaken op het werk dan kan je de week erna een uitkering aanvragen.

Apple opende een filiaal in Amsterdam. Dat noemden ze dan een ‘store’, gewoon een winkel dus. Er liep volgens mij een man/vrouw of honderd aan personeel rond om de lange rij liefhebbers aan hun gerief te helpen. Gerief ja, want als ik sommigen hoorde was dit toch wel een hoogtepunt in hun leven. Ik hou ook van deze technische snufjes hoor, maar om nou daarvoor in de rij te gaan staan…nee.

De schaduwkant van deze hebbedingetjes werd ook belicht: medewerkers die door tijdsdruk uit wanhoop maar uit het raam van de Chinese fabriek sprongen. Daar had Apple wel wat op gevonden, namelijk door netten te spannen rondom het gebouw..

Er spoelde nog een vis aan die we ‘Johannes’ noemden en na het ontleden ‘Johanna’. Het EK werd een fiasco omdat de heren ‘niet fit’ waren en de zomer was redelijk zomers te noemen.

En dan was er natuurlijk nog ‘Boer zoekt Vrouw’. Ook hier werd je, onvrijwillig, van op de hoogte gehouden doordat alles en iedereen er wel wat over wist te vertellen. Volgens mij was het NOS Journaal de enige die het er niet over had…

Ik prakkiseer mij suf wat nu het hoogtepunt van het jaar was… Op sportief gebied hoef ik daar niet lang over na te denken, de glorieuze oefening op de rekstok waarmee hij goud won. Die dag waren toevallig mijn drie zonen bij mij en gaf de prestatie van Epke voor mij een dubbeldik gouden glans.

Het volgende hoogtepunt was meer voor het vrouwelijk geslacht,namelijk het uitkomen van een trilogie, 50 tinten grijs. Zodra iemand er over begon, begonnen de dames te blozen in 50 tinten kleur. Literair werd het genoemd, ik hou het gewoon op porno. Maar erg vond ik het niet want meestal werd de man beticht van pornografisch materiaal besnuffelen en nu was het eindelijk eens andersom, bravo, we raken steeds meer gelijk!

We zijn groter dan de som van onze verschillen. Of je nu jong of oud, rijk of arm, zwart of blank, Aziatisch of Hispanic, homoseksueel of hetero bent: we zijn de Verenigde Staten van Amerika! En samen gaan wij voorwaarts!

Bovenstaande was voor mij een hoogtepunt. Daarbij kwam dan ook nog de wetenschap dat de gedoogpartner van het vorig kabinet minder in de melk te brokkelen kreeg en wist ik dat wij weer een andere, plezieriger richting opgaan.

“De wereld is niet mooi maar wij kunnen ‘m een beetje mooier maken..”. Niet alleen Anne dus.

Tot slot mijn wens, dat het voor iedereen een fijn, gezond, liefde-en begripvol jaar mag worden. En voor vandaag voorzichtig met dat kolere vuurwerk!

Hoop

De laatste dit, de laatste dat, we vliegen in het einde jaar talloze keren door het jaar 2012. Leuk! Als kleine jongen keek ik altijd heel graag het jaaroverzicht in boekvorm welke mijn vader zichzelf elk jaar kocht, Het Aanzien van puntje puntje. Dit was altijd een van mijn favoriete boeken, deed het de rest van het jaar met bieb-boeken zoals Bob Evers, de Kameleon, De Grote Zeven, De Vijf en bij gebrek aan… de catalogus van de Wehkamp. Die Bieb-boeken verslond ik en in de Wehkamp zag ik zaken die ik in het normale leven niet zo een, twee, drie zag, een logisch gevolg van het ontbreken van Playboy (vanaf ’83 pas in NL versie) of Penthouse (vanaf ’86 pas in NL versie). Ja, jeugdigen onder ons, wij hadden echt niet veel vertier..

Maar Het Aanzien was elk jaar populair lees- en kijkvoer. Dan lag de wereld even in mijn handen en verdiepte ik mij in de problematiek van die wereld. Heel gek, maar toen waren er ook problemen, niet minder dan die van nu en laat het maar weer zien dat elk jaar zijn eigen ups en downs heeft.

Toen spoelden er ook bultruggen aan. Soms waren ze dood of gingen ze dood, of ze werden gered. Zie http://youtu.be/5QBXUau5fsc . Vraag blijft of ze echt gered werden want een beetje gezonde walvis zorgt er natuurlijk voor om niet op een zandbank terecht te komen. Voor de dames en heren die zo’n dier helpen en weer in diepe zee terug kunnen brengen, niets dan lof. Maar hoe gaat het er na? Zwemt walvis Monstro (zo heette de walvis in Pinoccio..) nog een paar meter om vervolgens in de diepte weg te zinken, uitgeput door ziekte en wat al niet meer?  Komt er dan ook een stille tocht, met daarna gezellig een lekkerbekje pakken op de haven?

En waren ook schietpartijen. In Amerika. Om maar even een land te noemen. Door de jaren heen hebben velen altijd gezegd dat Amerika toch wel het mooiste land van de wereld is en langzaamaan druppelden enkele gewoonten ook ons land binnen. Dat laatste is raar want we schreeuwen om het hardst dat we onze ‘cultuur’ moeten bewaren maar ondertussen schoppen we het een na het andere de deur uit. Dat heb ik al vaker opgenoteerd want het blijft mij verbazen. Voorbeeld? Sint Maarten legt het af tegen Halloween en Sinterklaas wordt door de Kerstman omver gelopen. Want ja, Sint Maarten en Sinterklaas zijn zóóóó oubollig, dat is niet meer van deze tijd.

Vroeger waren die schietpartijen wel nieuws voor iedereen en als er een walvis aanspoelde dan was dat maar gewoon zo. Nu leven wij in een samenleving waarin de walvis op het droge een hogere prioriteit krijgt dan het doodschieten van 20 kinderen in de leeftijd van 5 tot 10 jaar.. Of werd het verdriet van de moordpartij in Amerika geprojecteerd op de doodstrijd van een walvis, Johannes de Bultrug. Want dan is er nog hoop!

Recht?

Zo aan het einde van het Oude jaar krijg ik altijd last van sentimentele oprispingen. Die oprispingen bestaan uit gebeurtenissen die mijn leven kruisten. Dan denk ik terug aan alle leuke en hele vervelende, verdrietige en toch weer vrolijke gebeurtenissen.

Daar kan ik niks aan doen zei de dokter, onderga het gewoon en sta er niet te lang bij stil. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want aan alle kanten wordt er deze maand weer teruggeblikt en een aantal van die blikken verbind ik dan weer aan persoonlijke zaken, juist, leuke en hele vervelende, verdrietige en vrolijke gebeurtenissen.

Dat de dokter zei dat ik het gewoon moest ondergaan zei hij niet echt hoor, maar dat hoort bij het verhaal. Ik probeer het een beetje aan te kleden. Zo houden we de schijnwereld in tact. Schijnwereld? Ja, een groot deel van ons leeft in een schijnwereld die voornamelijk bestaat uit nepproducten en hypes. De kerstboom is nep, de beloftes in de folders die in onze brievenbussen vallen zijn nep, de belofte van de directie van Post.nl dat onze post goed bezorgd wordt is nep, de open haard is nep, de Cateraar van het kantoor die om de vijf jaar zegt dat het goedkoper kan is nep en de uitspraken van de politici zijn nep. Om er maar een paar te noemen.

De hypes ontstaan per dag en die komen meestal binnen via Facebook, twitter of gewoon ‘ordinair’ via radio en tv. Meestal zijn er personen aan verbonden, personen die het voor elkaar krijgen zo vaak als mogelijk ‘gehoord’ te worden. Die komen dan in programma’s die niet serieus genomen zouden moeten worden maar wel serieus genomen worden! Meestal sturen ze van tevoren al een tweet de wereld in om het vuurtje een beetje te doen oplaaien en massaal worden die tweets dan weer geretweet door mensen die daar ‘waarheid’ in zien. Alsof ze het zelf geschreven hebben. Er is één persoon die alles via tweets de wereld in helpt en meestal levert hem dat dan een stem op in Den Haag. Maar hij kijkt wel uit om verantwoording af te leggen bij de echte serieuze media..want die deugen niet. Of weet hij misschien dat zijn denkwijze inderdaad niet deugd en loopt hij voor de waarheid weg?

Voorbeeld van een hype? Een grensrechter wordt in elkaar geslagen en massaal deelden wij het verdriet. Tot de tweet verscheen dat het een ‘Marokkanenprobleem’ is. Hierna was het land te klein!

De rest van deze Nieuwe Nederlanders die ons land rijk zijn, kropen snel in een hoekje weg, porden de nep- openhaard nog even iets op en sloten de gordijnen. Want zij zijn immers ook Marokkanen! Zij voelen de volgende dag de ogen van hun collega’s prikken in hun rug en merken het verstommen van een praatje bij de koffieautomaat als ze te dicht in de buurt komen…

De volgers van de twitteraar zetten het nu op een schreeuwen, want de waarheid moet gezegd kunnen worden. DAT RECHT HEBBBEN WIJ!

Ik heb het recht om te schrijven dat het niet mijn waarheid is, daar hoef ik niet voor te schreeuwen..

Respect

Lionel Messi, die van de week ter aarde stortte waarna de commentator het becommentarieerde alsof God zelf een blessure had, krijgt voor zijn kunstjes honderd duizend euro per dag. 13 miljoen per jaar. Naast zijn voetbalsalaris doet hij er ‘nog wat bij in de reclamewereld’ want ja, van dertien miljoen euro per jaar is rondkomen echt sappelwerk..(totaal 34 miljoen..).

Het was de week van Richard Nieuwenhuizen. Richard was grensrechter en volgens een paar debielen verdiende hij daarom een pak slaag.

Peter R. de Vries twitterde dat grensrechters vaak niet objectief zijn en vlaggen ter voordeel van hun eigen club. Tja, verkeerd moment maar wel een feit. Ik voeg daar ook de plaatselijke scheidsrechters aan toe. Uit eigen ervaring. Scheidsrechters die al voor de match aangeven aan hun clubgenoten ‘het wel even te regelen’. Daar ligt dus het grote probleem. Clubs zouden meer moeten kijken naar de vrijwilligers die zij onder hun hoede hebben. Natuurlijk fluit het overgrote deel goed en iets minder vlagt goed, maar er is een groep die de boel verknallen.

Waarom vlagt een groter deel niet goed? Omdat ze simpelweg niet allemaal de regels goed weten, de buitenspelregel leent zich vaak voor heftige discussies en iedereen heeft er een mening over.

Zo zijn er ook vrijwillige coaches/ trainers die vaak zo fanatiek zijn omdat zij zich Advocaat, Mourinho, Van Basten of Van Marwijk voelen. En dan zijn ze coach/trainer van een team wat, bijvoorbeeld, 6e Klasse KNVB speelt en is de gemiddelde leeftijd… 8 tot en met 18 jaar…

Schoenmaker blijf bij je leest zou ik zeggen. Geniet gewoon van het spelplezier van de kinderen en laat bij wanvertoningen het kind duidelijk merken dat dit niet kan. Maar bovenal, wees zelf het goede voorbeeld!

Respect. Voor degene die niet meer weten wat dat precies betekent: gevoel of uiting waarmee je laat merken dat je iemand aanvaardt als een waardig en waardevol mens.

Jarenlang heb ik langs de lijn gestaan om te kijken naar mijn drie voetballende zonen. In het begin was ik het ook wel eens verbaal oneens met een beslissing van het arbitrale trio maar aangezien verstand met de jaren komt, zag ik op een gegeven moment het licht. Ik hield mijn mond.

Ook ging ik vaak, als de wedstrijd afgelopen was, naar de scheids- en grensrechter en complimenteerde ik ze met de wijze waarop zij gefloten- gevlagd hadden. Dat waren ze niet gewend maar toen ze eenmaal zagen dat ik het meende, zag ik een brede glimlach op de gezichten verschijnen. Hun weekend kon niet meer kapot!

Sindsdien geniet ik veel meer van de wedstrijden, een aanrader voor alle heethoofden in en om het voetbalveld!

Eigen boezem

Drie mandarijnen liggen voor mij op het bureau want die kreeg ik van de Sint cadeau. Ja, Sinterklaas viert vandaag zijn verjaardag, ik hoop met velen, want volgens de enquêtelui willen wij er dit jaar maar weinig aan besteden. Dat komt door de recessie zeggen de deskundigen dan, maar als ik kijk op internet zie ik dat er weer enorm veel aan is uitgegeven dus daar klopt dan weer niets van.

De soep wordt niet zo heet gegeten als ze opgediend wordt is dan ook een spreekwoord die klopt van haver tot gort. Morgen staat er weer in de krant dat wij kerst sober gaan vieren en uiteindelijk vinden we dan toch weer een manier om dat te kunnen financieren. De eerste kerstbomen zijn al gekocht en aangesloten aan het snoer en nu is het nog wachten, zo vlak voor kerst, op alle naalden op de vloer. Geduld om even daarmee te wachten hebben we niet, met als gevolg dat men de Sinterklaascadeautjes vanavond onder de kerstboom ziet. Het spotje van een bekende telefoonaanbieder had een vooruitziende blik: Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw ineen, nou, dat geeft een kick!

Voor Richard uit Almere valt er nooit meer wat te vieren want hij werd doodgeschopt en wij vinden met z’n allen dat dit niet klopt. Terechte verontwaardiging maar kijk eens naar jezelf, ik ging in het verleden ook regelmatig tegen de leiding, maar sinds enkele jaren zag ik dat het niets oplost en deed ik het niet meer. Nu zeg ik tegen mede ouders om mij heen als zij het weer eens beter weten in de strijd, ga zelf daar staan met vlag en fluit en ook nog eens in je eigen tijd! Oké, je slaat dan misschien niemand dood maar je bent wel een super idioot. Want het kroost ziet het allemaal gebeuren en zij vinden het dan uiteindelijk normaal, de gevolgen kan ik beschrijven maar dat is te banaal.

Dit weekend geen voetbal en dat vind ik terecht. Maar of het helpt betwijfel ik. Iedereen zal zichzelf een spiegel voor moeten houden, een stapje terug moeten doen, misschien keert het dan eindelijk weer terug op de velden, het fatsoen.

Maar vandaag eerst nog even genieten van een heel oud maar fijn feest. Even geen agressie of leedvermaak op teevee, Facebook of Twitter maar gewoon even met zijn allen bij elkaar zijn, onbevreesd. Genieten van rijmen en surprises, de spanning op de gezichtjes van de kinderen en de geur van warme chocolademelk is voor mij een pré. En heus, het hoeft geen aanslag te zijn op je portemonnee. Stilstand is achteruitgang maar soms mag dat best wel even, vooral vandaag, want ook eenvoudige dingen zijn de krenten in het leven en voelt veel beter dan geklaag!

Ik wens jullie allemaal een super gezellige pakjesavond!

Overdaad

Desoxyribonucleïnezuur. Of makkelijker, DNA, werd de afgelopen week vaker gebruikt dan, bijvoorbeeld, het woordje PVV. Dat is op zich gunstig en het laat maar zien dat de PVV op haar retour is al zal dat hardnekkig ontkend worden door ‘gelovigen’.

Telkens kreeg ik de neiging bij het horen van DNA om te gaan zingen: ‘DNAAAAAAAA..is toch voordeliger!’ Maar toch deed ik dat niet want ik ben ook blij dat de moordenaar van Marianne gepakt is, althans, verdachte in de zaak is. Dachten de dorpsbewoners eerst nog dat de dader in het asielzoekers centrum te vinden was, blijkt het nu iemand van hun ‘eigen soort’. Weer een les om je nooit over te geven aan vooroordelen!

Mijn vooroordeel over schaatsen, de wedstrijdvorm, werd vanavond bevestigd. Door niemand minder dan Erben Erben Wenne Wennemars. Eerder schreef ik hierover dat het schaatsen té vaak uitgezonden werd op de televisie. En overal waar té voor staat….

En ze schaatsen altijd linksom. Waarom niet eens ’n keertje rechtsom? Hele weekenden werden we overstelpt met wedstrijden en telkens verbaasde ik mij over het enthousiasme van de reporters, want ik wist allang wie er zou winnen: een Nederlander!

Voor de duidelijkheid: ik heb absoluut veel respect voor deze sporters, maar overdaad schaadt, dat blijkt maar weer. Erben wilde een nieuwe variant aanbevelen want er moest iets gebeuren. Ik zou zeggen: alleen de echte wedstrijden uitzenden. Bijvoorbeeld het Europees Kampioenschap, de Wereldkampioenschappen en de Olympische wedstrijden. En verder niets, hooguit een samenvatting in het sportjournaal van half elf.

Zo ook voetbalwedstrijden. Ik heb er van de week een aantal gezien en telkens zei een stemmetje in mij: “Heb je niets beters te doen?” Later zag ik de samenvattingen en die waren een stuk aantrekkelijker. Dubbel reden dus om geen abonnement van Eredivisie Live te nemen. Maar het voetbal waar ‘wij’ altijd om bekend stonden is er niet meer. Andere landen zijn nu bepalend hoe er gevoetbald moet worden en het Nederlands voetbal heeft het nakijken.

Jaren geleden, jaren ’70 en ’80, keken wij thuis naar voetbal en schaatsen. Herman Kuiphof die ons meenam in de internationale, zwart-witte voetbalwedstrijden en tijdens het schaatsen gingen de gordijnen dicht en zat je vol spanning voor de televisie met pen en papier de rondetijden te noteren. Die wedstrijden waren zeldzaam maar dat wist je niet, je genoot enkel…

Gelukkig is er nog de jeugd, die elke zaterdag zich het leplazarus lopen om een boeiende pot neer te zetten. Jongens en meisjes in veel te grote shirtjes en driftige Coaches langs de lijn. Ik besef steeds meer dat dit het voetbal is waar wij eigenlijk allemaal naar verlangen.

Sombere tijden

Sombere vooruitzichten hangen boven onze hoofden als we het nieuws moeten geloven. Niks groei economie, we zitten nog steeds in het dal en de enige lichtpuntjes die in het verschiet liggen zijn de lampjes die straks, na vijf december, overal weer massaal ontstoken worden. Gezellig!

Nu al wordt er geroepen dat velen dit jaar niet Sinterklaas gaan vieren. Je zult maar kind zijn… Is dan eindelijk de tijd aangebroken van het mooiste kinderfeest van het jaar, besluiten je opvoeders het te schrappen want ze gebruiken het geld liever voor iets anders. Aan de kerstboom..of aan de lampjes in de tuin zodat de buren zuur kijken van jaloezie…of aan vuurwerk. Of, om maar een beetje actueel te blijven, aan de premie voor de zorgverzekering.

Terwijl ze zelf wél als kind elk jaar Sinterklaas vierden!

Maar ja, het moet anders. Het Sinterklaasfeest is teveel ‘gedoe’. Verlanglijstjes maken, winkelen, inpakken, rijmen, surprises maken… Kerst is veel makkelijker! Pakjes onder de boom, graaien maar en na een stief kwartiertje is het voorbij. En dan 2e Kerstdag lekker naar het winkelcentrum.

Ik heb er in het verleden al veel over geklaagd omdat ik het feest van Sinterklaas écht het leukste kinderfeest van het jaar vind. En dat komt doordat wij het thuis, in pyjama en veel spannende dagen vooraf, elk jaar trouw vierden. Ging het om de cadeautjes? Ja, tuurlijk, maar het waren geen super dure cadeaus en toch was je als een kind zo blij. En dan de rijmen. Dat waren hoogtepuntjes op de avond én er werd naar elkaar geluisterd.

Daags na het feest hield ik er een soort van kater aan over, balend dat de Sint weer weg was en het gewone leven zonder franje de dag weer in bezit nam. Maar vrolijk werd ik van het feit dat ik wist dat hij volgend jaar weer zou komen! Die zekerheid had je… toen.

De buikriem moet strakker en bij mij zit hij al op het laatste gaatje. Net genoeg om genoeg zuurstof binnen te krijgen. Ik pin vóór het boodschappen doen en haal het hoognodige. Zoals van de week. Veertig euro’s prikten in mijn broekzak en ik besloot mijn flink geslonken voorraad maar weer eens aan te vullen. Omdat ik geen flater wilde slaan bij de kassa telde ik, na een product in het winkelwagentje gesodemieterd te hebben, keurig de bedragen bij elkaar op. Een potje bruine bonen: 0,95, scharrelei medium: 1,26, volkoren ontbijtkoek: 1,36 etcetera,etcetera..

 Ik kwam, uit mijn hoofd, uit op 27 euro. Dan hou je wat speling was mijn tactiek. De caissière bliebte vriendelijk mijn boodschappen en vol spanning keek ik naar het display…Totaal 28,67. Ben ik goed of ben ik goed! Ik reikte 30 euro richting de dame en…. Ze pakte het niet aan… Ze zei de volgende, gedenkwaardige doch ontzettend lieve woorden, alsof ze wist van mijn portemonnee-pijn: “Meneer, U hoeft niet te betalen want U was de vierde in de rij!”

Hierbij beloof ik dat ik nooit meer zal klagen, zuchten, kreunen of chagrijnen als ik in de rij moet staan!

 

Dansen in het gras

Nu Limburg zit te klagen dat er in het Sinterklaasjournaal niet echt Limburgs gesproken wordt, moest ik snel het balkon op om naar adem te happen. Wat een gezeik, wat een humorloos, gefrustreerd volkje is het soms ook. Nadat ik ben bijgekomen zie ik dat de bomen voor mijn huis al aardig kaal beginnen te worden en met de dag wordt mijn uitzicht ruimer. Dat ruimtelijke uitzicht bevalt mij wel. Want gevoelsmatig lijkt mijn balkonnetje daardoor nu ook ruimer.

Terwijl ik de zuurstof tot mij laat komen zie ik beneden mij twee meeuwen in het gras. Waarschijnlijk zijn ze aan het grasduinen. Pas na enkele minuten staren naar deze beesten zie ik wat ze aan het doen zijn: ze stampen met hun pootjes in het gras! Dansende meeuwen! Zoiets had ik nog nooit gezien dus ik bleef ernaar kijken, aarzelend om binnenshuis mijn gsm te pakken zodat ik het filmen kon. Aarzelend, want dan zul je net zien dat zodra ik naar binnen loop, de vogel(s) gevlogen zijn!

Blijven kijken zei mijn van verse zuurstof voorziene grijze massa. De meeuwen stopten met stampen en… pikten enkele wormen uit het gras! Nu snapte ik het! Dat deden wij vroeger ook, toen we pieren gingen steken op het Wad. Met greep en emmer gewapend liepen wij het drooggevallen Wad op en staken een pier of honderd zodat we later op de dag konden vissen. Want dat kon toen nog, vissen vanaf de dijk. Nu kan je er gaan zitten tot je een ons weegt want er is geen vis meer. Ja, hooguit een paar verdwaalde visjes, ter grootte van een postzegel en die tellen niet. In de goeie tijd floreerden visclubs als ´t Leste Loadsje´ of ´Los fan ´t Wiif´ maar hoe het nu met ze gaat…Ben bang dat er niet veel meer over is van het ledenbestand. Aan de namen van deze clubs kun je wel zien dat ze in het Noorden wél gevoel voor humor hebben!

Afijn, ik liet het tafereel achter mij…of beter gezegd onder mij, want ik zou het zelf ook niet prettig vinden als men op mijn bord zat te kijken hoe ik voedsel tot mij neem. Dat is net als met urineren. Zodra er mensen naar je kijken als je aan het wildplassen bent gaat het allemaal toch minder vlot dan je op dat moment hoopt…

Maar ik moest na het zien van de meeuwen wel even denken aan de serie Earthflight welke ik van de week heb mogen bekijken. Een natuurserie van de BBC die ons op een totale andere manier liet genieten van de natuur. Want de beelden kwamen vanuit een positie die wij nog niet echt kennen, namelijk vanaf de rug van het dier zelf! In dit geval ganzen, arenden en pelikanen.

Wat een prachtige beelden! Het was allemaal zó scherp dat het leek alsof het gevogelte bijna bij je op schoot kwam zitten!

 

Daarom mijn TVtip van de Week: om 18.00 uur het Sinterklaasjournaal (omdat het altijd zo leuk is) en dinsdagavond om 20.30 uur Earthflight (waan je even Niels Holgersson!).

Uitsmeren

Mijn afwasborstel kan rechtop staan! Ik wist dat niet totdat zij ineens rechtop stond, een actie van een van mijn zonen. Er zit namelijk een zuignap aan de onderkant. De bedenker ergerde zich waarschijnlijk aan de reguliere, ordinaire borstel en bedacht de zuignap. Zal hij of zij er rijk van geworden zijn? Het is best wel handig moet ik toegeven. Ik ‘plak’ de borstel op allerlei plekken maar mijn favoriete plek is in de gootsteen, een beetje uit het zicht van de mensen die langs mijn keukenraam lopen. Dat er nog een afwas staat van een dag of drie vind ik dan weer wat minder erg …

Het is maar waar je je druk om maakt. Op het moment dat ik dit schrijf kijk ik met een scheef oog naar de tv, naar ‘Vandaag de Dag’ van Wakker Nederland. Dat zijn niet mijn vrienden doch ik probeer nu zo objectief als mogelijk is, te kijken. En te oordelen. Een van de hoofditems is het plannetje van Annemarie Jorritsma. Zij wil baasjes van honden gaan trainen in het observeren van de buurt. Om misdrijven te traceren! Twee heren met een hond liepen op met een dame met een microfoon (die steeds keek waar ze liep, de drollen zo goed kunnen ontwijken kennelijk) en de ene man zag wel eens iets verdachts, een open raam, gehang om een auto of ‘boefjes in de bosjes (!)’. Het had mijn aandacht maar net toen ik in het verhaal zat, werd er weer teruggeschakeld naar de studio en zag ik ene Merel zeggen dat er straks verder op ingegaan zou worden. Prima, kan ik weer effe verder schrijven. Het weer wordt nu besproken en we krijgen regen. Nou, niet zomaar regen maar motregen! Dan verschijnt de minister president weer in beeld om, voor de zoveelste keer deze ochtend, zijn excuses aan te bieden aan (VVD)volk en Vaderland. Hierna kwamen er allerlei dames in prachtige jurkjes en een overdaad aan make-up in beeld vanwege een prijs die er gewonnen konden worden, het is mij even ontgaan wat voor prijs want ik zat te wachten op het vervolg van Jorritsma cs.

En ja, daar was de dame met microfoon weer, een kwartiertje later was het inmiddels. Naast haar stond mevrouw Jorritsma,met een Stabij, dat is een hond begreep ik. Zij begon enthousiast te vertellen over haar plannetje tot ze werd afgekapt, we gaan even terug naar de studio en straks meer!

Nu kwam de burgemeester van De Rijp in beeld plus enkele van haar bewoners. Na de verwarring die over mij gekomen was hadden ze het nu weer over Koninginnedag, die van 2013! Het zou een feest worden en bla,bla,bla,bla…En vervolgens kwam weer die man in beeld en bleek het nog steeds te motregenen…

Mijn aandacht was weg, die paar hersencellen die bij mij nog niet afgestompt waren hadden de strijd opgegeven en ik zette de tv uit.

Ik had behoefte aan iets zinnigs. Het werd de afwas van drie dagen, met die handige borstel!

Belevingen

Rond mijn 12e jaar wilden mijn ouders groter gaan wonen en mijn vader bouwde toen een groter huis. Zo simpel ging dat in die tijd. Van mij hoefde het niet. Ik vond mijn (geboorte)huis groot genoeg. De slaapkamer deelde ik met mijn broer en op een paar knokpartijen na ging dat prima. Mijn zus had haar eigen kamer en kon daar naar hartenlust ‘meisjesdingen’ doen.

Mijn ouders hadden hun eigen kamer en deden naar, wellicht naar hartenlust, hun ‘ouders-dingen’..

In het nieuwe huis kregen we elk een eigen kamer en volgens mijn ouders werd de woonkamer heel groot. Terwijl ik toch tevreden was over de ‘oude’ woonkamer. Daar werden kerstdiners, Paasontbijten en Sinterklaasvieringen gehouden zonder dat ik het idee had dat we op elkaars lip zaten. Op elkaars ‘Veldhuizen-lip’ om precies te zijn maar dit even terzijde..

Bij slecht weer kon er ook gewoon binnen gespeeld worden. Ik kon bijvoorbeeld, als ik met de autootjes speelde, met een gerust hart een wegennet van rietjes creëren op de grond waar nu de snelle jochies van de VVD jaloers op zouden zijn. Let wel, we reden niet harder dan 100 km per uur maar dat kwam natuurlijk doordat niemand ook haast had.

Jaren later kreeg ik weer eens de gelegenheid om in het oude huis rond te kijken en toen pas snapte ik waarom mijn ouders groter wilden wonen.. Want ik de woonkamer was zó klein dat als er iemand even van tafel wilde, de anderen op moesten staan om hem of haar de ruimte te geven! Ik begon mij ook ineens ernstig af te vragen of het wel een wegennet was die ik ooit in elkaar flanste. Waarschijnlijk werd alles in mijn verbeelding groter dan dat het daadwerkelijk was, want ik denk dat het hooguit een afritje geweest kon zijn… Nou ja,fantasie had ik dus wel.

Het nieuwe huis had een open haard. Een echte. Dat schrijf ik er maar even expliciet bij want tegenwoordig heb je veel ‘schijnhaarden’. Schijnhaarden? Ja, dat zijn televisies waar het beeld een brandend vuurtje weergeeft. Je ziet ze tegenwoordig in allerlei ruimtes, van de Gamma tot aan het eetcafé om de hoek. Want dat is…daar is het weer..Gezellig!  Na mij in deze materie verdiept te hebben blijkt het te gaan om dvd waarop opnamen van een open haard te zien zijn. Het kan een vuurtje van begin tot het eind aangeven en, het kan nog gekker, met knapperende en knetterende geluiden van een echte open haard!

En ook dat kan nog gekker want er zijn ook dvd’s waar een romantisch muziekje onder gezet is. Dat betekent dus dat je met je geliefde voor de tv kan gaan liggen, wellicht op een vachtje van een of ander dier, om dan romantische momenten samen te hebben. Zonder gevaar op brandwonden!

En mocht op het moment suprême der romantiek de dvd ineens met laatje en al uitgespuugd worden door de speler, dan hoef je die alleen maar effe een tikkie te geven en kan je weer verder gaan met je bezigheden.

Inspiratie

 

‘Wij zijn groter dan de som van onze verschillen. Of je nu jong of oud, rijk of arm, zwart of blank, Aziatisch of Hispanic, homoseksueel of hetero bent: we zijn de Verenigde Staten van Amerika! En samen gaat we voorwaarts!”

Bovenstaand stukje zat in de speech van de winnende Barack Hussein Obama. Dat gaf mij vanmorgen een kippenvelmoment die aardig in de buurt van een orgasme kwam..

Gisteren zag ik het nog somber in voor Obama maar toen ik vanmorgen om zes uur opstond en Teletekst checkte kon ik, na een vreugdedansje, een kreet van vreugde niet binnen houden en zullen de buren wel rechtop in bed gezeten hebben. Ik had niks met zijn tegenkandidaat, Mitt Romny.

Van de een kreeg ik kippenvel en van de ander het angstzweet. Angstzweet omdat die man een gedachtegang heeft van iemand net na de Middeleeuwen. Een man die gelooft in zijn eigen waarheid en stil staat in de huidige samenleving. Stilstand is achteruitgang, een cliché maar o zo waar. Typisch Amerikaans maar Obama zal daar verandering in gaan brengen. Het doet denken aan het CDA bij ons. Die zullen toch heel wat water bij de wijn(!) moeten doen om weer geloofwaardig te worden. De samenleving verandert en de tijd van zuilen liggen ver achter ons. We worden mondiger en kunnen prima zelf denken wat we vinden van iets. Daar hebben we geen notabelen voor nodig.

Mijn dag kon dus niet mooier beginnen. En daar kwam dan ook nog eens het gelijke spel van Ajax tegen Manchester City bij! De kleine tart de grote en ook hier weer het bewijs dat het grote geld niet zalig makend is. Het gaat om het gevoel (en dan heb ik het niet over de gevoelens die in Boer zoekt Vrouw ons om de oren vliegen..) maar over échte gevoelens. Ajax wilde zich bewijzen en al die jongetjes werden een team waardoor zij boven hun kunnen gingen voetballen. Tot groot genoegen van mij mag ik wel zeggen.

Zij zullen voor de wedstrijd gedacht hebben: ‘Yes! We can!’ en brachten dat ten uitvoer. Deze spirit hebben wij nodig. Ook hier in Nederland. Met veel interesse kijk ik naar de nieuwe reclamecampagne van Sire: ‘Tolerantie, daar knapt heel Nederland van op!’ Ik hoop van harte dat we die negatieve signalen naar anderen en minderheden die wij de laatste jaren moesten aanhoren eindelijk eens vaarwel kunnen zeggen. Dat doe ik door bijvoorbeeld niet mee te lachen met de massa als er grappen verteld worden over minderheden. Het is niet stoer, het is een tekort aan inlevingsvermogen. Het is eigenlijk een vorm van pesten en sinds enkele dagen weten wij ook wat dat teweeg kan brengen… Helaas… Ik heb vroeger ook gepest en daar kwam ik pas jaren later achter na een gesprek met de slachtoffers. Dat was het ongemakkelijkste moment van mijn leven en dat heb ik mijn kinderen, hopelijk, duidelijk gemaakt. Tim is een van de vele slachtoffers en ik hoop van harte dat wij met zijn allen eens goed zijn gaan nadenken.

Obama inspireert en is een prachtig voorbeeld van hoe een leider zich moet manifesteren. Een groot voorbeeld, ook voor onze leiders!

SM

 

Na het lezen van de boeken ’50 Tinten grijs’ en de wetenschap dat sadomasochisme door menig lezer ineens als interessant ervaren wordt, moeten de Haagsche jongetjes Mark en Diederik wel gedacht hebben dat de broekriem nog strakker aangetrokken kon worden… Inmiddels weten wij dat ze dat dan ook gedaan hebben. Prima, het zal allemaal wel. Ik ben al op zoek naar een bijbaantje zodat er nog iets over blijft aan het eind van de maand. En niet alleen wij moeten de beurs wat vaker dichthouden om te overleven maar ook de Derde Wereld, daar gaat een miljardje minder naar toe.

Dat wordt een zakje rijst minder in de week…

Het is om je dood te schamen. Toch begrijp ik het wel dat we dat miljardje liever zelf houden want ten eerste moeten wij al zoveel inleveren en ten tweede staan bij ons immers de Feestdagen voor de deur. Er moeten weer nieuwe kerstartikelen gekocht worden en voor Sinterklaas vragen we weer een nieuw horloge. Het tiende, voor elke dag een ander horloge. Elke dag? Een week heeft toch maar zeven dagen? Ja, maar er moeten ook nog drie reserve horloges zijn voor speciale gelegenheden. Waarom begrijp ik dat nou weer niet…

Ja, het is dikke verkering tussen Diederik en Mark. Voor de verkiezingen rolden ze nog bekvechtend over het debatpodia en nu bakken ze zoete cupcakes met elkaar. Waarschijnlijk zijn zij zelf ook een beetje aan de sm en genieten ze van het snijden in wat wij ooit ‘beschaving’ noemden.

Ik ben ook een beetje aan de sm door zo lang als mogelijk te wachten met de kachel aan te zetten. Of heet dat gierigheid? Afijn, hoe het ook mag heten, de verwarming blijft uit en ik trek gewoon wat extra kleding aan. Een vest over een trui en daarover heen eventueel nog mijn badjas.. Zodra er wolkjes rook uit mijn mond komen en ik niet aan het roken ben, mag pas de kachel aan.

Gehard was ik al toen ik begin dit jaar op een zolderkamertje woonde. De schimmel op de muren praatte nog net niet tegen mij maar koud en vochtig was het wel. Dat kwam omdat de huiseigenaar een ‘zunigerd’ was. Ook wel logisch want het was een pand met een waarde van ruim acht ton.. Komt het niet uit de lengte dan moet het maar uit de breedte komen zal de man gedacht hebben.

Daarnaast lag het hoogpolig tapijt ook al een halve eeuw. Schatte ik zo in. Maar daardoor genoot ik van allerlei ongedierte welke ik niet kon zien maar waar ik wel van wist dat ze er waren…. Heel spannend allemaal.

En dat allemaal voor maar vijfhonderd euro per maand! Ook dat is een vorm van sadomasochisme!

Emoties

Onder de zeehonden heb je de zogenaamde ‘huilers’. Dat zijn jonge zeehonden die op het strand geraken en het dan op een huilen zetten omdat ze moeke zeehond kwijt geraakt zijn. Meestal komt er dan wel een ‘Hessel’ of een ‘Sil’ die zich dan over het beestje ontfermen en uiteindelijk groeien ze, onder de rokken van Lenie, op tot volwaardige, bloeddorstige zeehonden. Bloeddorstig? Ja, want men is er achter gekomen dat zeehonden flinke roofdieren zijn, ze vreten onder andere de Bruinvissen in onze Noordzee op.

Ik vreet niemand op maar ben wel een huiler. Janken om het geringste emotionele moment is mij niet vreemd. Het meest doe ik ‘het’ bij Tv-programma’s als ‘Vermist’, ‘Het Familie diner’, ‘Spoorloos’, ‘De Taarten van Abel’, een mooi item bij De Wereld Draait Door’ of zelfs een film waarin een wezentje verteld aan een kind dat hij naar huis wil bellen……Het maakt allemaal niet uit, ik ga voor gaas en zakdoeken zijn niet aan te slepen. En als de zakdoek niet op voorraad is, is er nog de Tork-rol. Hele tork- rollen sla ik stuk!

Sneue vent, ik hoor het jullie denken, maar ik schaam mij er eigenlijk niet voor. Want daarentegen lach ik ook graag dus er is een mooi evenwicht tussen deze twee emoties. Emoties noemen we het. Dat vind ik een mooi woord. Er zijn ook Tv-programma’s waar men juist uit is op ‘huilers’ zoals ik maar die pik je er zo tussen uit en dan komt bij mij vaak de emotie ‘ergernis’ om de hoek kijken. En de emotie ‘medelijden’ krijg ik zodra ik zie dat een groot deel van de bevolking nog naar deze programma’s kijkt ook!

Maar niets menselijks is mij vreemd. Gelukkig maar. En is het iets van de laatste tijd? Nee, dat niet, alhoewel ik afgelopen jaar toch wel heel wat tsunami’s veroorzaakt heb bij mijzelf.

De emotie ‘schamen’ onderga ik ook gewoon dus ik schaam mij niet voor mijn bekentenis. Integendeel, ben er trots op want de wereld om ons heen is al hard genoeg. ‘Buiten’ is het voornamelijk ‘ieder voor zich’ en val je er naast dan val je ook extra hard omdat niemand zin heeft om je op te vangen. Daar kan ik dan weer om huilen. Toch zijn er kleine lichtpuntjes te zien aan de horizon en daar hou ik mij dan maar weer aan vast zodat vanzelf de tranen drogen.

Maar sinds een kleine week schaam ik mij toch wel een héél klein beetje…

Ik schiet namelijk vol bij een ….reclame! Ja, hoe diep moet een mens zakken. Het is die reclame van Dela en daarin zie je hoe een moeder haar zoon, kassier in een supermarkt, aanspreekt. Met microfoon. Al het winkelend publiek hoort en kijkt haar aan en zij verteld haar zoon dat ze hem zo erg mist…En daarna volgt de te verwachten omhelzing…

Dan komt de boodschap: Waarom wachten met iets moois zeggen als het ook vandaag kan.

Bij mij gaan dan alle sluizen open en kan de zakdoek of Tork-rol geen soelaas meer bieden. Om in gepaste stijl te eindigen: ‘Stom hè, ik vind het gewoon lekker!’

Tips

Een wit vel papier voor mijn neus is gelijk als een rode lap voor een stier. Het moet vol… Eigenlijk moet er gestreken worden maar je moet nu eenmaal prioriteiten stellen in het leven dus ik kies voor het schrijven. Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk: schrijven over strijken. Maar ik weet niet of een lezer wacht op hoe ik strijk… Oké, een tipje van de sluier: ik strijk met behulp van een fles whisky! Wellicht ben je nu toch nieuwsgierig genoeg om door te lezen en daarom zal ik het een en ander toelichten, voordat er verkeerde dingen over mij gedacht worden. In die fles zit geen whisky maar water! Niet gewoon water natuurlijk, ook geen heilig water maar gedestilleerd water. Eigen fabricaat en een tip van mijn vriendin! Mijn droger produceert namelijk dit water en dat giet ik dan weer in het strijkijzer en dat vindt het strijkijzer lekker. Daar voelt ze, of hij, zich goed bij en de levensduur wordt hierdoor verlengd. Die whisky fles is bijzaak, ik had even geen frisdrankfles voor handen…

Dat is nog eens een tip hè! En omdat ik in een gekke bui ben zet ik er nóg eentje op papier. Niet afhaken is mijn vriendelijke doch dringende advies! Deze tip kreeg ik van een collega zijn vrouw en zij had de tip weer van een medewerker (!) van een grote wasmachine fabrikant.

Een wasmachine heeft nog wel eens de neiging te verkalken en veel, teveel opdringerige reclamespotjes vertellen ons dan om, bijvoorbeeld, Calgon te kopen en dit bij elke wasbeurt toe te voegen. Zo’n doos kost een euro of zes, voor ‘maar liefst’ vijftien wasbeurten!

Maar het kan dus anders!

Commercieel gezien zou ik nu dus de spanning moeten opvoeren door er bijvoorbeeld een reclameblokje tegen aan te gooien maar die heb ik even niet voorhanden en ik ben daarvoor niet commercieel genoeg. En ik vind het zo’n goede tip dat ik dat graag delen wil, aardig van mij hè!

Nu de tip. Je koopt een fles natuurazijn (60 eurocent ongeveer) en die giet je in één keer leeg in de wasmachine. Dan de wasmachine op 90 graden zetten en zónder was zijn programma af laten draaien. Dit doe je zo om de drie maanden en schoon zijn de leidingen weer! Na twaalf maanden is dat al gauw een flesje whisky winst!

 En ik heb bijna dit stuk wit papier vol dus voor mij snijdt het mes al aan twee kanten, rest mij slechts nog een slot te bedenken….

Voor de muggenzifters onder ons… Het is natuurlijk geen papier maar slechts een scherm met een wit vlak. En nu, na deze zin die ik er nog snel even bij tik, een gevuld wit vlak waarmee ik duidelijk wil maken dat mijn schrijfdrang weer bevredigd is!

 

Plaag

“Beestjes, beestjes…
langs de drempel in een hele lange rij
door de sleutelgaten komen ze er bij
en ze kijken allemaal naar mij…”

Het waren Lieveheersbeestjes om precies te zijn. Nét toen ik een deur aan het lakken was, vlogen ze en kropen ze naar binnen. Een invasie! Waar ik ook keek zag ik ze en Bijbelse verhalen schoten mij weer te binnen..Verhalen over sprinkhanen, luizen en kikkers…en nu dus ook Lieveheersbeestjes! Alsof ze en masse van 39 km hoogte zó naar beneden gesprongen zijn, met zo’n héél klein rood parachuutje met zwarte stipjes, puur omdat de temperatuur buiten wat hoger was dan gemiddeld…en dan het spoor bijster zijn geraakt omdat er schijnbaar een damkringetje in de weg zat waarna het gespuis dus op mijn pas gelakte deur belandde…

Juf Nel heette ze. Zij vertelde verhalen uit de Bijbel op Zondagsschool. Ik hing aan haar lippen. Na ‘school’ rende ik snel naar huis, at een boterham en ging naar mijn vrienden om te vertellen hoe het was die ochtend. In mijn rode trainingspak met groene kaplaarzen. “Ja, ze had weer een rok met een blouse aan…. en volgens mij ook lippenstift op.” Mijn vrienden hingen vervolgens aan mijn lippen want zij kenden deze Juf ook.

Ach ja, we waren jongentjes en droomden nog graag. Dat was een van de weinige hoogtepuntjes in de week die wij mee mochten maken. Niks Project X of een stille tocht voor een dooie hond, niks WhatsAppen of een Boer Aad, niks voor The Voice of Holland stemmen zodat zij een hele lelijke ring konden winnen… Nee, slechts onze dromen en zo nu en dan een uitstapje naar de jaarlijkse schoolavond in ‘Actania’. Toen we de ‘stapleeftijd’ kregen werd alles wel interessanter. We genoten van de lange zomers en nog meer van de badgasten die ‘bij ons’ op vakantie kwamen. En ze kwamen uit alle windstreken van het land zodat wij zelfs ook nog wat ‘cultuur’ meekregen en weer een beetje op de hoogte kwamen van trendjes en andere leuke zaken. Want ‘die lui van de Wal’ maakten nog wel eens wat mee!

Ik blies de Lieveheersbeestjes van de deur maar dat ging niet zo eenvoudig. Hun pootjes zaten vast aan de verse lak. Dat kwam doordat ze laarsjes aan hadden…Och…als ik het niet dacht! Uggs!
Omzichtig keek ik om mij heen, bang dat er ergens van die dieren extremisten rondliepen. Want voor je het weet ben je gezien en roepen ze via FB op om een stille tocht te houden!

Er was terpentine genoeg om de zooltjes los te weken van de deur en vervolgens zette ik ze in een van mijn vier planten. En ze leefden nog lang en gelukkig en na wat herstelwerkzaamheden aan de deur wist ik het zeker: deze plaag heb ik overleefd!

Gadgets

Langzaam begint mijn woning ‘gezellig’ te worden. Heb het schilderij, ‘Het laatste avondmaal (Dali)’ nu eindelijk recht gehangen en omdat ik daar zoveel plezier van ondervond, de klus ging redelijk makkelijk, besloot ik direct om het schilderij ‘Zicht op Venetië (Onbekend)’ ook maar eens op te hangen. En sinds een week of twee staan er twee planten op de vensterbank én eentje op de salontafel én eentje voor het keukenraam! Planten die tegen een stootje kunnen, zo verzekerde mijn vriendin mij, en ze hoeven maar één keer in de week water. De naam? Euh…iets Latijns wellicht, dat zoeken we nog op. Ze waren in ieder geval groen en de bloemen heel kleurig.

Heel gezellig allemaal.

Tot zover was ik tevreden, ben meer van minder dan van meer interieur ‘gadgets’ zoals we dat tegenwoordig noemen mogen. Want dat is praktischer. Hoe meer rommel op de tafel hoe meer je op moet tillen tijdens het schoonmaken.

Maar als ik de reclamefolders geloven moet, schijn ik toch nog wat te missen. Wat dan? Over die Boeddha dingetjes waar je de laatste tijd mee dood gegooid wordt. Schilderijen, beeldjes …Boeddha zittend, Boeddha op canvas, Boeddha hoofd in lantaarn, Boeddha in stolp, Boeddha liggend, Boeddha jongetje, Boeddha meisje, Boeddha Horen Zien Zwijgen, Boeddha kindje slapend op een olifant…… Slechts een greep uit de collectie was dit! Volgens de folder brengt het verlichting in je leven. Nu heb ik, met alle respect voor Boeddha, genoeg verlichting in huis dus dat is geen reden om ze aan te schaffen.

En teveel verlichting is weer slecht voor het milieu, daar jaag ik dan Groen Links weer mee op de kast.. Oh nee, die jagen zichzelf al op de kast, daar hoef ik geen opmerkingen van te verwachten.

Maar even serieus, de winkels liggen er nog vol mee terwijl je zou denken dat de markt allang verzadigd is…. Of wachten ze tot ik er ook een in huis neem? Ben ik de laatste in het land die Boeddha-loos of arm is? Kom ik nu spiritueel tekort en rest mij dat te dragen als man in lengte van dagen? Ben ik verdoemd en zal de energierekening bij mij extra hoog uitvallen, puur omdat ik het verdom om mee te doen aan de Boeddha-hype?

Als ik de folders geloven moet wel. Ik hou het bij Het Laatste Avondmaal van Dali (wellicht ook ooit een hype geweest..) en Het zicht op Venetië van de onbekende schilder. Dankzij mij kan die onbekende schilder ook zijn brood verdienen en hangt zijn kunstwerk nu boven mijn bank. Te pronken. En ik glim van trots omdat het zo mooi opgehangen is.

Zo komt er bij mij dus toch wat verlichting in huis!

Even kind zijn

De kerk was omsingeld en achter de diverse bosjes lagen ze verscholen, het geweer of pistool in de aanslag.. Vanuit mijn keukenraam zag ik dit tafereel voor mij afspelen en ik liet de afwasborstel langzaam zakken in het sop… Het gevecht was in volle gang en al gauw zag ik de een na de ander gewond of dood ter aarde vallen. En vervolgens, na een tel of tien, weer opstaan!

De Leidschendamse jeugd in mijn wijk is oorlogje (of cowboytje..) aan het spelen. Misschien wel in het kader van het nieuwe project van Natuurmonumenten, Oerrr, waarmee ze willen bereiken dat de jeugd meer buiten gaat spelen.

Een jaar of veertig terug wist ik niet beter. Ook wij gebruikten de kerk als slagveld en daarnaast nog de Landerumer heide, het Stryper Kerkhof of de omgeving van de kleuterschool. Schitterende Terschellinger decor’s. Dagen achtereen was ik daar te vinden met mijn vrienden, getooid met cowboyhoed of militaire pet van de dump, met een geweer of pistool in de aanslag. Menig slag werd gestreden waarin gewonnen en verloren werd. Ontelbare keren viel ik dood ter aarde en net zoveel keer stond ik weer op waarna de strijd, na hergroepering, weer verder kon gaan. Daarnaast werden er hutten gebouwd, in bomen geklommen en fikkies gestookt. We wisten niet beter maar het besef van geluk kwam pas later…

Rond mijn twintigste werd het wat serieuzer. De militaire dienstplicht riep en veertien maanden lang liep ik in het groen en schoten wij met scherp tijdens de schietseries op een afgebakende baan. Het besef dat tien tellen je dood houden niet de realiteit was werd er goed ingepeperd. Wanneer we dan ‘buiten’ mochten spelen, met losse flodders, kwam het kind in ons wel weer boven en genoten we van de acties in bos en op de hei.

Mijn kinderen speelden ook vaak buiten. Ook oorlogje of cowboytje. Mijn plunjebaal werd geplunderd en het was dan ook niet gek dat er ineens jongere versies van Huzaar Veldhuizen uit de bosjes in de straat tevoorschijn sprongen. Met geweer of pistool in de aanslag waarna je met de handen omhoog verder mocht lopen. Soms kwam dan weer dat ventje van toen in mij boven en dook ik slinks weg door een (in mijn hoofd dan..) super snelle manoeuvre en kreeg ik bewonderde blikken van de jeugd. Daags erna moest ik dat dan weer bekopen met ernstige rugklachten…

Maar dat nam ik op de koop toe, het gevoel weer even kind te zijn is en blijft onbeschrijflijk!

Teleurstellen

Het melodietje vulde mijn woning en ik pakte de telefoon waarna ik er achter kwam dat het mijn deurbel was.. Het is nog even wennen, de flat. Ik opende de deur en herkende in de jongen een voetbalmaatje van mijn jongste zoon. “He, hallo, alles goed met u?” zei hij verrast. Hij wilde kinderpostzegels aan mij verkopen. “Sorry jongen, die koop ik bij mijn eigen zoon. Groep 8’ers zijn jullie toch?” Hij knikte en begreep mij direct waarna hij na een groet zijn weg vervolgde. Mijn blik gleed over de galerij en daar zag ik nog een paar van die gasten, aanbellen bij mijn mede-flatbewoners. “Goed bezig zijn jullie!” en ik stak mijn duim omhoog.
Die avond ging de deurbel nog drie keer en telkens moest ik een kind teleurstellen. Teleurstellen ja, want ik weet dat de jeugd deze taak serieus neemt. Ze doen hun stinkende best om maar zoveel mogelijk van die zegeltjes te verkopen… En dat doen ze voor andere kinderen. Ik denk even aan een regel in een liedje van Herman van Veen: Anne, de wereld is niet mooi, maar jij kan haar een beetje mooier kleuren.
Door mijn ‘afwijzing’ zouden ze het geloof in de mens op kunnen geven. Dan worden het cynische burgers en klagen ze de rest van hun leven over van alles en nog wat.
Dan worden het types waarvan ik er onlangs eentje achter mij zag rijden, in de auto. Ik zag haar in mijn achteruitkijkspiegel. Een vrouw, achter in de 20 schatte ik, druk bezig een sigaret te nuttigen. En tussen het zuigen aan de filter door kauwde ze kauwgom. Dat was overduidelijk kauwgom want haar mond ging ruim genoeg open om dat aan mij te laten zien.. Terwijl ik daar absoluut niet om gevraagd had!
Maar ja, wie ben ik om daarover te oordelen. Auto’s zijn soms het verlengstuk van de woonkamer omdat men daar nu eenmaal veel tijd in door brengt. Toch bleef zij mij triggeren (ik stond weer eens voor een rood stoplicht) en opnieuw keek ik via de spiegel naar haar. Toen zag ik het. Er zaten twee kleine kinderen op de achterbank, leeftijd maxi cosi. Ik keek over mijn schouder naar achteren, verbaasd, want wie rookt er nu nog in de auto als de kinderen er ook in zitten? Dat is zóóó jaren ’50,’60,’70 en ’80! Misschien nog een restje ’90 maar dan houdt het toch op. Kennelijk was dit schepsel daarvan nog niet op de hoogte en meewarig schudde ik mijn hoofd.
Dat zag ze en vervolgens kwam ik erachter dat ik liplezen kon want met haar meest chagrijnige gezicht (waar ze overigens niet veel voor hoefde te doen) zei ze de volgende, gedenkwaardige doch uiterst actuele woorden: “Bemoei je met je eigen zaken, smerige vuile.. (piep)..mongool!”
Het licht sprong op groen en geïrriteerd scheurde haar auto langs mij heen. Ik zag nog net het bekende gevaren (!) bordje op het zijraam:
‘Pas Op! Baby aan boord!’

Koningin Gerdi

Het stoplicht aan het einde van de Mauritskade stond op rood en ik keek verveeld om mij heen. Iets voor zeven uur s’morgens, net een nachtdienst achter de rug. Dan valt mijn blik op een ‘Samsom’-kalende man aan de overkant, keurig in pak, die staat te wachten op tramlijn 3. Een dertiger schatte ik in. Hij kreeg mijn aandacht omdat hij druk, heel druk met zijn handen aan het gebaren was, als iemand die aan het praten is. Maar met wie? Ik zag niemand… Ik hoopte dat het stoplicht nog lekker irritant lang op rood bleef want deze man intrigeerde mij enorm. Ik kon niet zien of hij er bij praatte maar dat moest haast wel. Was hij aan het oefenen voor de Troonrede? Nee, dat was al achter de rug. Of bereidde hij soms een rollenspel voor die hij die dag moest spelen bij de zoveelste workshop op het werk, om tot nóg betere resultaten te komen? Of is hij één van de 51 politici die vandaag voor het laatst in de Tweede Kamer zaten? En was hij nu zijn speech aan het voorbereiden, waarin iedereen bedankt werd voor de leuke en intensieve samenwerking.. en voor het wachtgeld…

Mijn gedachten dwalen verder af , naar de Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. Haar aanwezigheid in de Kamer was voor mij altijd een feestje. Haar stem, haar voorkomen, het spleetje tussen de tanden, haar haar…(diepe zucht)…ze is zo…niet te beschrijven! Oh ja, en haar humor natuurlijk, zal het haast vergeten te noemen maar zij maakte daardoor de soms gortdroge debatten nog enigszins appetijtelijk.

Charmant. Ja! Gerdi is ook een charmante vrouw. Een Koningin onder het vrouwelijk geslacht. Dat soort dames zie je steeds minder en daarom vallen ze, denk ik, des te meer op in het oerwoud van Katja’s, Silvie’s, Jolante’s, Linda’s of Estelle’s. Om er maar een paar te noemen.

Ja, ja, dat is makkelijk scoren. Appels met peren vergelijken misschien wel.

De man bij de tramhalte gaat ondertussen gewoon door. Hij heeft geen idee dat ik hem bekijk. Via mijn achteruitkijkspiegel zoek ik hulp bij de auto achter mij. Ziet hij hetzelfde? Nee, die zat slaperig voor zich uit te staren, net zijn bed uit en op weg naar zijn werk. Een lichte grinnik ontsnapte uit mijn mond: de gedachte dat ik zo mijn bed in kon geeft zoveel genoegdoening voor mensen die nachtdiensten draaien.

Dan springt het licht op groen en rij ik langs de ‘gebaren-man’. Ik zou nooit weten waar hij mee bezig was maar lig er ook niet wakker van. Het was een leuke onderbreking van het wachten op groen.

En nog even terug naar Gerdi: zelfs voor de Koefnoen-versie gelden dezelfde kwaliteiten en loftuitingen! Wat zullen we haar gaan missen…

Bor

Dragline machinist zoek vrouw. Helpdeskmedewerker zoekt vrouw. Vuilnisman zoekt vrouw. Manager zoekt vrouw. Minister president zoekt vrouw….
Waarom koos Yvon voor boeren vraag ik mij wel eens af, na het zien van de zondagavondaflevering. Kwam dat doordat ze zo beter haar spulletjes verkopen kon? Ze heeft namelijk een eigen productlijn, de zogenaamde Yvonne-lijn, onder andere bestaande uit kussentjes en serviesjes. Deze zijn te koop in de betere tuincentra. Dat tuinwinkeltje zie je dan ook weer terug als Vonne (koosnaampje van mij) samen met de kersverse boerinnen over het tv scherm wandelt, heel toevallig…
Nee, dan de Fabeltjeskrant. Die hadden geen productlijn maar een rode lijn(!). Vandaag werd bekend dat de stem van Bor de Wolf, Ed Bever, Gerrit de Postduif en Zoef de Haas overleden is. Wat was dat altijd leuk om naar te kijken. Voor het slapen gaan even kijken naar Meneer de Uil en zijn bosgenoten. En zijn knipoog. En meezingen: “Hallo meneer de Uil, waar brengt u ons naar toe? Naar Fabeltjesland?”
Het was niet zo’n leeg als heden den daags kindertelevisie, integendeel, geen enkel maatschappelijk probleem was hen vreemd en werd er keurig in verweven. En maakte nieuwsgierig in mijn geval, want ik vroeg mij altijd af wat ‘grenadine’ was, met een portie beukennootjes! Grenadine kende ik niet, wel ranja of limonade gazeuse. Het moest iets zijn wat daar op leek. Bij een vriendje kreeg ik altijd karavan en dat vriendje, inmiddels 48 jaar, drinkt dat nog steeds. Ik noemde dat altijd karavan maar het was natuurlijk Karvan. Nu dwaal ik weer eens af maar ik kan daar ook niks aan doen. Het zijn flarden uit mijn jeugd die na dit soort nieuwsberichten bij mij weer naar boven komen. Wat een stem wel niet te weeg brengt..
Ger Smit, moge hij rusten in vrede, laat veel herinneringen na aan vele generaties. Hij gaf ons iets anders dan springen van een duikplank of vloekende, dikke Amerikanen die spullen opeisen van consumenten. Om maar een paar voorbeelden te noemen…
Tuurlijk, Boer zoekt Vrouw is erg leuk, ik lach mijzelf vaak te barsten of laat een traan als ik weer zie hoe zo’n eenzame boer wanhopig op zoek is naar wat liefde, genegenheid en gezelligheid. En Yvonne is natuurlijk een hele naturelle verschijning die menig man zijn hart sneller laat kloppen. Maar ik vraag mij steeds af waarom ze reclame moet maken voor dat serviesje en dat kussentje. Dik drie miljoen mensen kijken elke week en reken maar dat de KRO haar daar goed voor betaald, het is een kijkcijfer hit van de bovenste (duik) plank!
Is er dan niets meer echt? Wat zal Bor de Wolf zeggen in dit geval zeggen, als hij het even niet meer wist?
“Hoea, ik ga wel naar het Enge Bos!”

The day after

Nu de campagne voorbij is zal er een deken van rust over ons land neerdalen. Elke politieke partij weet nu waar het staat, sommigen kiezers zullen zweven en anderen staan weer met beide benen op de grond. Alhoewel, er moet natuurlijk nog wel effe een kabinetje gevormd worden…Dus dan zal daar ook wel weer gepeild, gegist en geluld over gaan worden… Dus die deken zal hooguit een versleten lakentje zijn.

Tijdens deze formatie zal de Koningin overgeslagen worden. Dat is modern. Regeren is vooruitzien maar onze Vorstin moet zich er niet mee bemoeien. Heimelijk hoop ik dat we ‘Belgische toestanden’ gaan krijgen en als we dan de 541 plus één dag gepasseerd zijn, de politici kruipend het Bordes betreden met de vraag of Majesteit alstublieft wil gaan bemiddelen want zij komen er zelf niet uit.

Dat is nou een moment dat ik in haar schoenen zou willen staan!

Ze doen hun best maar. Ik ben mijzelf aan het opladen om verder te gaan met klussen in huis. In mijn hoofd is het appeltje eitje maar ik voel aan al mijn haren op mijn borst dat het weer een hele klus zal gaan worden. Daarom heet het natuurlijk ook klussen. Tijdens dat opladen wil ik nog wel eens afgeleid worden door berichtjes op het internet. Zo ook vandaag. Het nieuws dat Joop van Tellingen overleden was. Sneu voor zijn familie en vrienden. Deze man heeft zich in allerlei posities gewurmd om mensen die enigszins bekend zijn, te fotograferen. En vervolgens verschenen die foto’s in ‘de bladen’ die iedereen bij de kapper leest. Of in de wachtruimte van het zonnebank centrum..

En wanneer het heel smeuïg en gênant werd kwam de televisie er ook nog aan te pas, het liefst met de maker van de foto erbij voor tekst en uitleg. De thuiszitters hoor je dan ‘Oooooh’ en ‘ Aaaaaah’ roepen, hoofdschuddend van verontwaardiging.

Ze weten niet beter. Ze zijn muf gebeukt door wormvormige aanhangsels als Albert Verlinde en Evert Santegoeds. Of Gordon met zijn Rekels. Die laatste zag ik op verkiezingsavond ook nog voorbij komen. Bij het VVD feestje. Nu was dat al niet mijn partij maar na het zien van dit stelletje geblondeerde, gebruinde, om aandacht smekende en botox spuitende nichten wist ik het helemaal zeker dat het nooit mijn partij worden zal.

Let wel, ik vond Rutte het soms best wel goed doen. Soms. Maar nu is dat helemaal weg en weet ik dat we het toch weer vier jaar, als het mee zit, met hem zullen moeten doen. Serieus nemen kan ik hem nu niet meer dus die jaren krijgen een gevoelswaarde van acht jaar!

Voor mij een reden om dan toch maar verder te gaan met ….klussen!

Over piemels enzo

Het wordt een lange, hete winter….

Over piemels gesproken. Piemels zijn het, die politici. Ik kan er geen andere vergelijking op los laten sinds ik elke dag dat gezeik van die gasten aan moet horen. Nu gunnen ze elkaar het licht in de ogen niet maar oh wee, vanaf 13 september zijn ze ineens de incontinentie voorbij en kruipen ze bij elkaar op schoot, de draaikontjes in de aanslag.. Rutte belooft zelfs duizend euro voor de harde werkers onder ons. Het toppunt! Zelfs het beloofde ‘kwartje van Kok’ werd niet uitbetaald!

Dus luister ik liever naar mijn eigen gezeik!

Het voetbal seizoen is weer begonnen en de gemiddelde man loopt daardoor weer opgewonden rond. En wat doen de dames? Die lezen! Lezen? Jaaaaa, lezen. We weten dat vrouwen in het algemeen meer lezen dan de man (en zijn daardoor slimmer..) maar dit keer is het menens, het gonst door heel het land, raast met 80, 100, 120 en zelfs 130 kilometer per uur van dame naar dame en alle politieke peilingen raken in de war door dit nieuws..

Wat is er aan de hand in vrouwenland?

Nou, het gaat om een boek met de wat saaie titel ’50 tinten grijs’. In mijn ogen dan hè, de dames krijgen er namelijk een behoorlijke kleur van. En dan alle kleuren van de regenboog! Dat was voor mij een reden om eens uit te vogelen wat er nou zo goed is aan dat boek. Na enkele recensies gelezen te hebben werd mij al snel duidelijk dat de schrijfster, ene mevrouw James, de erotiek niet schuwt. Op bijna elke bladzijde wordt het mannelijk geslacht (voor diegene die niet weten wat ik daar mee bedoel: de piemel) uitvoerig en in diverse standjes beschreven. Kinky is het woord welke ik steeds weer tegen kwam.

Was het de man die bekend stond dat hij, gemiddeld, tachtig keer per dag aan seks denkt, nu is er een omslag gaande. Ooit zong een zogenaamde zangeres waarvan mij de naam ontschoten is, dat ze ‘vanavond hoofdpijn heeft’ en dat zette bij menig man kwaad bloed. Dat kwam natuurlijk door de herkenning.

Nu denkt de lezeres van ’50 tinten grijs’ steeds aan seks. Niet tachtig keer per dag maar drie keer (!) vijfhonderd bladzijden lang. Want het is een trilogie, om precies te zijn een erotische thriller. Vroeger noemden wij dat porno maar omdat het literair is noemen ze het beestje nu anders. What’s in a name.

De politicipiemels hebben dus ook bij de dames onder ons echt het nakijken.

Hulde

De Olympische Spelen zijn voorbij en ik mag zeggen, ja, dat mag ik zeggen, dat het geweldige Spelen waren. Mijn tv draaide overuren. Genieten. Vroeg mij wel af waarom Epke de zaal betrad met de mouwen over zijn handen. Ik had gehoopt dat het hem gevraagd werd maar helaas was ik de enige die het opgevallen was dus ik blijf met de vraag zitten, misschien wel tot de volgende Spelen. Dat is op zich al een Olympische medaille waard…ik ga voor goud!
Respect heb ik voor die gasten gekregen. Hoe is ’t toch mogelijk dat je alle leuke zaken die in je leven voorbij kunnen komen, opzij zet voor sport..Of beter gezegd, voor een inspanning in de sport op top niveau, soms maar enkele minuten durend. Ik heb nu een andere kijk gekregen over de voetballers, de profs dan wel te verstaan. Na het debacle van de EK zat dat er ook wel in natuurlijk. Makkelijk scoren van mij, ik weet het, maar toch hebben de Olympiërs mijn hart gestolen. Nieuwe spelers voor het Nederlands Elftal? Doe maar elf Epke Zonderlandjes!
Wanneer het Oranje klaar stond voor Het Wilhelmus draaide ik mij altijd beschamend weg. Dat had ik niet bij Epke, Raomi en de rest van de Gigantjes. Ik had zelfs de neiging erbij te gaan stáán! En mijn ogen prikkelden lichtjes en de haren op mijn armen en benen leken iets te rijzen…
Dan de huldiging. In Den Bosch. Het gezelschap moest natuurlijk geëerd worden en dan kiezen ze een stadje in Brabant. En jawel hoor, ’t duurde niet lang of het woord ‘carnaval’ viel en het woord ‘gezellig’. Voor mij een teken dat er opgelet moet worden want dan is de Tros in de buurt, de Grootste familie van Nederland. Schichtig keek ik om mij heen, was op alles bedacht en klaar voor een supersnelle actie met de afstandsbediening…
En ja hoor, ineens stonden ze er, Nick en Simon! Deze keer zonder trein maar ze gingen wel zingen. Zappppp..en weg was de huldiging.
Ik stond weer met beide benen op de grond en zat een tel later op mijn balkonnetje. Daar las ik op internet dat de Nederlandse Beachvolleyballers niet bij Mart Smeets wilden aanschuiven. Hij was ’n beetje onaardig geweest tegen het vriendinnetje van een van de mannen. Ik heb die mannen bekeken toen ze moesten spelen en heb steeds de gedachte gehad dat zij het spelletje of niet leuk vonden of dat ze elkaar niet leuk vonden. Hun tegenstanders anders wel, die barsten van ambitie en knuffelden elkaar tot in den treure..en wonnen een medaille.
Dat gedoe met Mart werd weer opgeblazen en al gauw was het een hot item. Ik heb bijna elke avond naar hem gekeken en kan alleen maar de simpele en saaie conclusie trekken: Mart is goed, slaat wel eens de plank mis maar hoe hij een filmpje becommentarieerd of hoe hij superlatieven gebruikt om de toehoorder(s) een pluim in den reet te steken, is fenomenaal.
Daarom anti- Mart fans: kijk dan toch lekker naar Genee en Derksen of zapp weg en ga op je balkon zitten!

Kluskloten

Vanavond begint het EK en ik realiseer mij nog niets oranjes in of aan mijn huis te hebben. Ja, drie weken geleden nog wel. Toen ik het behang in mijn slaapkamer eraf haalde bleek er nog een laag onder te zitten…in de kleur oranje. Het kostte mij twee dagen om het eraf te krijgen. Twee dagen van vloeken en tieren omdat het zo vast zat en omdat ik tot twee keer toe in de emmer met sop ging staan waarmee ik de muren inzeepte om zo het behang los te weken.

Op 14 mei moest ik naar de Notaris en werd ik officieel eigenaar van een flat (en een nieuwe pen in the pocket!) . De volgende dag heb ik in één dag de oude keuken eruit gesloopt en voelde ik die avond spieren waarvan ik niet meer wist dat ik ze had…

Daarna kwam de worsteling met de slaapkamer. Wie o wie heeft ooit bedacht dat klussen leuk is? Maar goed, ik heb het doorstaan en de slaapkamer werd uiteindelijk een mooi onderkomen. Jammer blijft het feit dat je in zo’n vertrek meestal met je ogen dicht ligt…

De woonkamer ging makkelijker doordat ik, na een tip, een behang verwijderingsmiddeltje gekocht had. Dit spul spoot je dan op het oude behang met een plantenspuit en even later viel het er, bijna, vanzelf af. En je werd er stoned van (zonder wietpas)! Ik liep te tollen op mijn benen en de wereld zag er anders uit dan voorheen. Later las ik op de verpakking dat een mondkapje en goede ventilatie wel gewenst waren. Tja, ik ben een man en mannen lezen de gebruiksaanwijzing nooit….

Het ‘glasvezelen’ ging mij goed af en binnen no time kon ik de muren gaan sauzen. O nee, eerst het plafond natuurlijk. Opnieuw een uitdaging want waar de muur bovenin ophield en het plafond begon (hoe noem je dat plekje eigenlijk???) moest er natuurlijk heel nauwkeurig gewerkt worden. Ik werkte namelijk met twee kleuren, Taupe op de muren en gebroken wit op het plafond. Zonder ook maar iets af te plakken stortte ik mij op deze klus en het resultaat mag er zijn. Al zeg ik het zelf. Vaste hand. Komt vast door de whisky..

Met een vriend pakte ik de al aanwezige lambrisering aan: de zichtbare schroeven eruit, gaatjes uitboren en schroeven er weer in, afkitten, schuren, afnemen met St.Marc en als laatste de zijdeglans erop. Gebroken wit, ze hadden geen hele…(dit grapje heb ik tot vervelens toe aan iedereen toe die het maar horen wilde, verteld. Maar ja, ik was natuurlijk behoorlijk beneveld door het behangverwijderingsgoedje..)

Afgelopen zondag hebben we de laatste spullen zoals een garderobekast en een vitrinekast, overbracht naar de flat en aan het einde van de dag kon ik tevreden en dankbaar zijn voor het resultaat. Dankbaar? Ja, want 80 % van mijn huisraad heb ik mogen overnemen van wijlen Pater Paul van Winden uit Hulst. Uit eerbied heb ik een van zijn wandversieringen, het Laatste Avondmaal, boven de eettafel gehangen.

En daarom heb ik niks oranjes hangen. Misschien wel weer over twee jaar. Maar nu ga ik eerst genieten!

Druk, druk, druk

Het werd geen Barcelona maar Chelsea en het werd geen gedoogkabinet maar het ‘Kunduz-verbond’. Dat eerste is ‘maar’ voetbal maar dat tweede heeft toch iets meer om het lijf. Ik zie ze nog staan. Mark, Maxime en Geert. Eensgezind. Dat straalden ze uit en alle kritiek werd lachend weggewuifd. Terwijl je op je vingers kon natellen dat dit geen lang leven beschoren had. Nou ja, het is voorbij, inclusief de mediastilte. Vanaf nu gaan de politici weer campagne voeren en zullen wij al die mooie praatjes weer aan moeten horen. En dan na de vakanties de stemhokjes in, altijd een bijzondere gebeurtenis. Natuurlijk wel van tevoren jezelf goed verdiepen in de programma’s en vervolgens maar hopen dat je goed gegokt hebt.. Want de hoofdvraag blijft: bij welke partij of coalitie zal ik het minst genaaid worden?

Maar voorlopig heb ik geen tijd om dat allemaal uit te zoeken. Ik heb namelijk een flatje gekocht en zal op korte termijn flink aan de bak moeten met slopen, behangen en verven. En verhuizen. Dan laat ik mijn zolderkamertje achter waar ik het laatste half jaar heb doorgebracht. Met gemengde gevoelens kijk ik daar op terug. Daarover later meer, heb het nu te druk met dingen regelen voor de flat. Onder andere heb ik mij laten voorlichten bij bedrijven die keukens verkopen, de zogenaamde keukenboeren. Op advies van velen ben ik eerst naar de Ikea geweest maar daar ging het fout. Ten eerste omdat ik daar heen ging op mijn vrije dag, vrijdag, en ter plekke bleek dat ik niet de enige was. Daarom bij deze een gratis tip: ga niet op Goede Vrijdag naar de Ikea!!
Terwijl bij mij een migraine aanval opkwam meldde ik mij toch bij de keukenafdeling van de Zweed. In plaats van ‘Gaat uw zitten, er komt zo iemand bij u. Blieft u koffie?’ moest ik plaats nemen achter een pc en werd van mij verwacht dat ik zélf de keuken in elkaar zou zetten met behulp van een driedimensionaal computerprogramma. Allemaal heel mooi maar voor een leek, ik dus, een crime…

Tien minuten later liet ik de Ikea achter mij. Vervolgens maakte ik een afspraak met twee echte keukenboeren en dat beviel een stuk beter. Met een verse kop koffie keek ik toe hoe er door de keukenboer een schetst gemaakt werd. En ik werd bestookt met vragen wat ik wilde. Dat was niet zo eenvoudig want zoals ik al schreef, ik ben een leek. Gelukkig werd ik visueel ondersteund en na een klein uurtje verscheen er op het computerscherm een keuken! Halverwege juni zal er geleverd worden en tot die tijd doe ik het met een geïmproviseerde keuken: een tafel met daarop een 4 pits gasstel, een koelkastje en een vriezertje. De afwas doe ik onder de douche….

Morgen zal de definitieve overdracht zijn van de flat en daarna ga ik drie weken lang aan de slag. Voor een man met twee linker handen geen leuk vooruitzicht maar er zijn erger dingen in het leven…Bijvoorbeeld de debatten van de kandidaat lijsttrekkers van het CDA!

Pennenlikker

Verbouwereerd zat ik achter mijn bureau met de telefoon in de hand. Even daarvoor had ik een dame van het energiebedrijf aan de lijn en dat moest ik even verwerken.. Een stortvloed aan woorden kreeg ik over mij heen. Níet te verstaan! Het enige wat ik verstond was iets over een afspraak in het huis. Het klopte wel dat het energiebedrijf contact met mij zou zoeken want ik had om een offerte gevraagd, maar hier kon ik niks mee. Zeer waarschijnlijk had ze een standaard tekst voor d’r liggen en, verveeld omdat ze liever een ander beroep had uitgeoefend, las ze die tekst monotoon en in razend tempo voor.. Ik voelde dat deze dame totaal geen zin had om haar werk behoorlijk uit te voeren, laat staan iets te verkopen aan mij. Ik ben dan zo’n consument die zich omdraait en gewoon naar de concurrent loopt, zelfs als deze duurder is. Denk ook niet dat als ze thuiskomt dat haar partner vraagt of ze lekker gewerkt heeft… Die heeft dat al lang geleden opgegeven of erger, heeft zijn/haar biezen allang gepakt! Ik zeg: ontslaan dat mens!

Dat ik bij dat bedrijf om een offerte vroeg was trouwens omdat je dan een pen kreeg. Ik ben namelijk een pen-fetisjist. Enkele weken geleden moest ik weer naar de cursus herhaling BHV (Bedrijfs Hulp Verlening) en het hoogtepunt, voor mij althans, is toch de uitreiking van de pen. Geen bijzondere pen hoor, gewoon zo’n bedrijfspennetje met ’n logootje erop. Maar toch geeft die pen mij meer voldoening dan de pop die ik reanimeer of de Lotusvrijwilliger die ik zo snel mogelijk naar een veiliger plek begeleiden moet.

Die pen prijkt nu in de pennenhouder die mijn middelste zoon ooit van hout gemaakt had. Een volgende kans op een pen bood zich twee weken geleden aan. Ik was voor de derde keer bij een bedrijf welke hypotheken regelen. Voor mij lagen stapels papieren en die moest ik ondertekenen met een paraaf en sommigen met een handtekening. Aangezien ik geen paraaf voor handen had bleef het bij handtekeningen maar dit even terzijde. De dame aan de overzijde van het bureau gaf mij haar pen, ook een bedrijfspen, en ik kon aan de slag. Terwijl ik de slagen maakte genoot ik van de pen en zachtjes begon de hoop te groeien op een nieuwe aanwinst… Toen ik klaar was en we de papieren nog eens doorgenomen hadden op correctheid van mij handtekeningen, werd de conclusie door ons allebei getrokken: die papieren moesten in een nette dossiermap. Daar zag ik mijn kans. De pen nog stijf in mijn vuisten geklemd. Ik kreeg vervolgens een dossiermap ‘van de zaak’ en begon de belangrijke papieren in te voeren waarbij ik de pen even opzij legde.

Fout!

Voordat ik (en zij ook wellicht) er erg in had, pakte ze de pen en maakte ze nog even een notitie voor mij want ik moest nog een notaris aanschrijven… Even later stond ik mét map maar zónder pen weer buiten…

Toch kreeg ik een week later wederom een kans. Een grote kans want ik moest een voorlopig koopcontract tekenen. De makelaar, ook een dame, gaf mij al snel de indruk dat dit een heuglijke gebeurtenis moest zijn want ze was super vrolijk en vriendelijk en had het over ‘een bijzondere dag’.

Om vijf over half vijf, deze tijd noteerde ze zelf, begon ik met tekenen. “Maar even wachten, dat doen we met een speciale pen!” Enthousiast veerde ik op en zij ook maar dat was omdat ze de pen even beneden, in het souterrain, ophalen moest. Direct zag ik zilver- of goudkleurige pennen voor me, het liefst van een van de volgende merken: Cross, Diplomat, Lamy, Mont Blanc, Parker, Pelikan, Sailor, Sheaffer of Waterman. Binnen een minuut was ze weer terug en van binnen kookte ik bijna over van extase..

“Ach, wat jammer nou, ze zijn op!” Mijn gevoelens erna waren met geen pen te beschrijven…

Non nieuws

Het weerbericht laat er geen gras (!) over groeien, de hooikoortstijd is aangebroken. Dat is voor mij toch altijd weer een feestelijk moment, want dat betekent dat we lekker weer hebben. Let wel, ik heb dus geen last van hooikoorts en snap heus wel dat mensen die er wel last van hebben, dat heel vervelend vinden…. Op dit moment zijn de volgende bomensoorten actief met het verspreiden van pollen: de Wilg, de Els en de Hazelaar. De Berk loopt nog iets achter maar is ook hard op weg om menig neusje te irriteren…
Kijk, voorgaande is nieuws. Vooral als je het vergelijkt met de berichtgeving van vandaag over het Haagsche Catshuis, zomaar een greep uit Medialand:
10.01 uur: Rutte, Wilders en Verhagen aangekomen op het Catshuis
10.13 uur: Van der Ham broedt op woordgrap
10.29 uur: “Hek dicht, deur dicht”
En voorgaande wordt telkens aangevuld zodra ze iets van beweging zien of als er iemand ‘aan het lekken is’. Incontinentie? Nee hoor, lek’er’s zijn mensen die hun mond voorbij praten, soms worden ze ook wel ‘betrouwbare bronnen’ genoemd.
Ik kan er niet meer tegen.. Misschien ligt het wel aan mijn leeftijd of de tijd van het jaar (hooikoortstijd) of denken ze daar (voor mij ‘hier’) in Den Haag dat we seniel zijn of zo.
Inmiddels blijkt dat de gesprekken gewoon door gaan. Toegegeven, het was een knap staaltje poppenkast. En erna waren alle talkshows weer gelardeerd met discussies over de Catshuis-perikelen, werden er diverse scenario’s op tafel gelegd en zaten wij, kijkers en klootjesvolk, met gespannen billen toe te kijken vanaf de bank. Ik kon er zelfs niet van slapen. Woelend en zuchtend vocht ik mij door de nachtelijke uren heen. Zo nu en dan zakte ik wel even weg maar dan schrok ik weer wakker omdat ik beelden zag van stemformulieren op de deurmat.. Nee! Ik wil niet stemmen! Daar heb ik absoluut geen tijd voor want ik speel WordFreut met een mannetje/vrouwtje of tien. Onder andere met Miranda452 en Lexio1971. En tussendoor teken ik me helemaal suf dankzij de app ‘Draw Something’.
Ik moest ook steeds niezen maar dat kwam niet van de pollen maar van het tapijt in mijn kamer, moet hoognodig weer eens de stofzuiger erdoor halen.
Het was weer een storm in een glas water. Terwijl het buiten windstil was. Nu zal men wel weer over de droogte beginnen die ons land ‘teistert’. Zo vliegen we van de ene ramp in de andere en blijft ons landje niets bespaard! Krijgen wij eigenlijk wel ontwikkelingshulp van onze buurlanden?
Potverdorie, nu krijg ik ineens een niesbui… Ik ben kennelijk toch nog ergens allergisch voor..Voor populistisch gelul!

Helden

Helden willen we. Als kind is je vader een held en later gaat dat over in een pop-idool of sportman. Als vader loop je er dan een beetje achteraan, beginnen ze je ineens uit te lachen wanneer je met een partijtje voetbal na een niet zo slimme actie onderuit gaat en voel je dat je heldendom langzaamaan wegkwijnt. Dan voel je je al gauw een held op gympies.
‘Hero’ staat voor ‘held’ en sommigen onder ons kregen die naam mee bij geboorte. De naamgever blies hoog van de toren of had een vooruitziende blik. Wij kennen ook een Hero. Niet die Hero uit All Stars maar die van de politiek. Hij stapte uit de PVV omdat wegzetten van een bevolkingsgroep niet zijn ding is. Waarschijnlijk heeft hij enkele jaren onder een steen gelegen en lukte het van de week eindelijk om er onderuit te kruipen. ‘Better let dan net’ zegt men dan in het Hoge Noorden. Of verstand komt met de jaren. Toch waardeerde ik Hero altijd wel want hij verantwoorde zich tenminste voor het volk.
Er was ook weer een held in de dierenvriendenwereld. Een Partij voor de Dieren politicus deed aangifte van dierenmishandeling omdat er een stalletje vol met kalkoenen ‘geruimd’ werd. Mooi woord trouwens, ruimen. Uit de tijd van Adolf noemde men dat nog Arbeiten.
Er waren wat problemen met het gasapparaat waardoor de kalkoenen euh.. wat langer nodig hadden om de geest te geven. Ja, dat is sneu, maar kan gebeuren. In de dierenwereld lukt het een leeuw ook niet altijd om direct de gevangen antilope naar de dierenhemel te helpen. Life sucks. Maar zolang wij in een zo ontzettend super beschaafde maatschappij wonen, blijven dit soort dierenvrienden het nieuws bespelen, simpel omdat ze doorslaan.
Het radioprogramma Langs de Lijn viert vandaag haar 10.000ste uitzending en daardoor zijn ze voor mij per definitie superhelden. Ja, ja, ik weet het, ze doen gewoon hun werk maar dankzij hun hoef ik niet decoders aan te schaffen of de portemonnee te trekken om een potje voetbal te zien én, niet geheel onbelangrijk, het houdt je fantasie fris. Het is een perfecte tegenhanger van al het visuele welke wij elke dag over ons heen krijgen.
Momenteel zijn er ook helden in Heerenveen, de schaaaaaaaaaatsers..geeeeuw.. Sorry hoor, heb heus wel respect voor die mannen en vrouwen maar buiten vallen de mussen (nou ja, die paar die we nog hebben) bijna van het dak en er is een moment van komen en gaan. Elk seizoen heeft haar eigen charme dus hou je daar aan. Toen ik vanmiddag naar Ajax- PSV aan het luisteren was, werd er ineens overgeschakeld naar Thialf! De overgang van voetbal naar schaatsen werd mij teveel en van nijd pleurde ik de radio het raam uit. Ja, ik weet het, ben en held op sokken…

Emigreren

De tijd om te emigreren is nu daadwerkelijk aangebroken, Frans Bauer is Petrus in The Passion, een soap welke georganiseerd wordt door o.a. de EO en RKK, het Nederlands Bijbelgenootschap en een aantal christelijke stromingen. Frans Bauer is dus heilig verklaard en dat trek ik niet meer. Bonaire leek mij wel een ‘leuke plek onder de zon’ maar daar schijnt sinds kort een man te wonen die even daarvoor nog zijn zakken gevuld had door te wanpresteren in de wereld der woningbouwverenigingen. Snap daar geen pepernoot van. Zodra ik ook maar even de schijn van wanprestatie op mijn werk laat zien, heb ik zo ’n waarschuwing aan den broek hangen, laat staan een bonus. Dan maar uitwijken naar Curaçao? Nee, is helemaal geen optie want daar wonen weer heel veel Bekende Nederlanders, uit de categorie ….Frans Bauer. Vluchten kan niet meer…

Voor dat ik ga wil ik nog wel even naar de Apple Store in Amsterdam. Ben erg benieuwd naar die handige apparaatjes die ons tot grote verrukking kunnen brengen en het personeel in de Apple- fabrieken tot wanhoop. Helaas kan ik zo’n ding nog niet betalen maar aan de andere kant is dat misschien wel een voordeel.. dat scheelt weer een springer.

Terwijl ik verder nadenk over een transfer naar het buitenland lees ik dat de gratis krant De Pers er mee gaat stoppen omdat ze geld tekort komen. Dat vind ik oprecht jammer want dit krantje stond bij mij hoog in het vaandel. De Metro en de Spits zijn slappe aftreksels maar hun distributie is veel beter. Maar ja, die worden ook ondersteund door die krant die alleen door wakkere en werkende Nederlanders gelezen wordt. En op Curaçao. De Pers geeft gelukkig nog niet op en zij gaan nu een list verzinnen.

Emigreren moet wel degelijk goed voorbereidt worden dus ik kijk regelmatig naar ‘Ik Vertrek’. Dat is niet dat programma met Joris Linssen, daarin vertrekken ze maar komen ze ook terug. Nee, het is dat programma van mijn ‘favoriete’ omroep, de Tros, waarin mensen gevolgd worden die hun heil in het buitenland gaan zoeken. De reden? Rust, veiligheid en het is hier te druk. O ja, en omdat het een droom is die eindelijk verwezenlijkt kan worden. Bijna elke week zie je dat het absoluut niet makkelijk gaat en dat er heel wat tegenslagen verwerkt moeten worden.

Dat is dan ook de reden dat ik misschien toch nog even hier blijf. En het feit dat ik best wel van rust houd maar niet elke dag. En tot op de dag van vandaag voel ik me ook best wel veilig en mijn fiets is nog geen één keer gestolen. En de drukte van (te)veel mensen op de vierkante meter geeft mij juist het gevoel dat ik leef en je hoeft niet meer ver te reizen om met andere culturen in aanraking te komen, lekker goedkoop… Want zo Nederlands ben ik dan ook wel weer!

Thee’tjes

Als verwoed koffiedrinker ben ik de laatste tijd behoorlijk van slag, ik verdrink namelijk bijna in het theedrinken! Hele thermoskannen gaan er door en in de voorraadkast staan nu al vijf soorten thee. Dat is trouwens niet veel hoor, loop maar eens een supermarkt binnen en neem een kijkje in de theehoek: zwarte thee, vruchtenthee, ‘delicious spices’, rooijbos harmony (!), groene en tuinkruiden thee. Tientallen soorten waaruit je kan kiezen, het neemt zoveel tijd in beslag dat andere klanten gaan denken dat je een medewerker bent.. Ik heb mij inmiddels aangemeld bij de Club van Theedrinkers om zo ervaringen uit te kunnen wisselen over smaak, afdronk, pittigheid en kleur. Heel gezellig, binnenkort ook op Facebook!

Over Facebook gesproken, het valt mij op dat momenteel ‘het weer’ erg hot is. Persoonlijk zou ik het liever hebben over voetbal-God Lionel Messi, de fantastisch verrassende voetbaluitslagen van afgelopen weekend of over het bezoek van Premier Rutte aan de SGP rokjesjongeren (Ja, ik ben ook gelovig..) of het ontslag van coach Rutten (PSV). Maar nee, het zou de gemiddelde Facebook’er worst zijn.

Het weer is veel interessanter, het verlangen naar de lente is begonnen. Weg winterslaap, naar buiten en genieten van de zon is voor menigeen nu een must. Dat dikke, vieze en muffe winterkleed moet hoognodig naar de stomerij, luchtigheid moet weer telig wieren (?). Natuurlijk kan ik mij daar ook wel in vinden, krijg altijd prettige tintelingen van de eerste kieviet geluiden. Alleen veel te laat want het eerste ei is alweer gevonden. Balen, loop altijd achter de feiten aan. Toen mijn jongens nog jochies waren wilde ik altijd met ze de polder in om kikkerdril uit de sloten te lepelen maar ik kwam steeds te laat, werd uitgelachen door tientallen jonge kikkertjes. Dan liep ik weer terug met drie verdrietige kindertjes naast me en praatte ik ondertussen op ze in dat Papa volgend jaar wel op tijd zal zijn..

Gelukkig is er YouTube! Anders hadden de mannen het nu nog niet gezien..

Over lente gesproken, als je ‘lente’ googled zit je zo op de website van de Vogelbescherming, met name beleefdelente.nl, een mooie aanvulling op alle lente kriebels zoals bijvoorbeeld tuinieren of gewoon lekker in de zon liggen.

Dit is een van mijn favoriete websites. Want hier krijg je een mooie inkijk in de nesten van diverse vogels. Zonder huiszoekingsbevel, zonder aan te kloppen of zonder aan te bellen! Past helemaal in onze tijdsgeest want alles moet immers kunnen. Momenteel zijn de ooienvaar, de ijsvogel, de steenuil en de slechtvalk al vol in business. En dat kun je allemaal zien vanuit je luie stoel. Mocht je er iets bij willen drinken dan adviseer ik je een groene- of vruchtenthee, met daarin een (let op) touch van tropische vruchten of ginseng.

Schamen

Later wil ik ‘m ook! De schaamdouche. Alleen al voor de naam! Deze douche is nu op enkele scholen geïntroduceerd en het zal een gat in de markt blijken. Want het is niet zomaar meer ‘gewoon’ om in je blote niksie onder de gemeenschappelijke douche te gaan. De islamitische medemens is ermee begonnen. Zag het enige jaren geleden al ontstaan in de kleedkamer van de voetbalvelden. Uiteraard werd daar weer op gereageerd door beroeps zeikerds en vieze mannetjes maar ik vond het wel grappig. Niet veel later zag ik het hele team in de meest kleurrijke boxers (ik had vroeger alleen gele..euh..witte..en toen werden ze nog gewoon onderbroek genoemd!) luid zingend onder de douche staan en was het geaccepteerd. Ook onder de zeikerds. (De mening van de vieze mannetjes wil ik niet weten..). Niet alles wat van buiten komt hoeft slecht te zijn. Neem maar eens het handen schudden wat je tegenwoordig iedereen ziet doen, van jong tot oud. Voorheen zei je gewoon ‘hoi’ tegen je maatje, stak er soms ter aanvulling nog een hand bij omhoog maar dat was het dan ook wel. Nu gaat dat anders. Een hand wordt geschud, daarna volgt nog een aantal onnavolgbare gymnastische bewegingen of er volgt nog een snelle knuffel. Geweldig! Make love, not war!

Naast de gemeenschappelijke douche worden er nu extra eenpersoonsdouches gemaakt. Zodat je niet met de billen bloot hoeft voor de mensen om je heen. Het heeft ook te maken met het feit dat we in een maatschappij leven waarin iedereen perfect moet zijn. Wijk je af dan val je buiten de boot. Het ene piemeltje is immers het andere niet.

Op Facebook zie je het ook regelmatig voorbij komen. De ene is nog perfecter dan de ander terwijl toch echt elk huisje wel een kruisje heeft. Maar ja, hang je de vuile was buiten dan wordt je daar weer op afgerekend, dat willen we niet horen. Dus alles is leuk, lief, gezellig en aardig.

Naast deze nieuwe trend zijn ze bij de bijstandswet ook lekker vernieuwend bezig. Want als jij in de bijstand zit en je zoon of dochter heeft een baantje, dan gaan ze jou korten. Dan gaat het niet om het wekelijkse kostgeld maar om grotere bedragen.

“Wie is bij u thuis de kostwinner, mevrouwtje?” “Euh..dat is Petertje, m’n zoon. Die heeft een bijbaantje als vakkenvuller.”

Ja, dan schop je zo’n kind toch op kamers, een logisch gevolg. Kan hij of zij zich al lekker snel in de schulden werken.
Later kan het wel weer goed komen. Dan doe je je werk gewoon niet goed en krijg je toch een bonus mee van drie en een half miljoen. Ook voor dat soort lui zou een schaamdouche uitermate geschikt zijn!

Zaadje

“Ik ben zo’n trage, slome geest
Wat was dat voor wonderlijk sperma
Dat van een paar duizend zaadcellen
Ik de snelste ben geweest.”
Aan voorgaand rijmpje (Herman Finkers) moest ik even denken toen ik met mijn twee jongste kinderen het museum ‘Corpus’ bezocht. We begonnen in het kniegewricht en even erna werden we welkom geheten in de baarmoeder. Dat was een tijd geleden zeg! Maar het voelde als thuiskomen en in ons oor (de digitale gids praatte ons bij via de koptelefoon) kwam de boodschap dat er even verderop een zaadlozing plaatsgevonden had en dat de zaadjes onderweg waren. Oké, dacht ik bij mezelf, dat scheelt weer in de voorlichting naar de boys.. Deze keken door hun 3 D bril strak voor hun uit, vooral nú niet naar Papa kijken anders gaat hij er op door.. De zaadjes kwamen in zicht en toen zagen wij door de 3D bril dat er een heuse veldslag uitbrak tussen de kikkervisjes want ja, wie zal de eerste zijn was natuurlijk de grote vraag…

Even later zaten we in het hart en werden we, wederom met 3 D bril op, meegevoerd met de rode bloedlichaampjes en om de snelheid te ervaren begon de stoel ook nog eens mee te bewegen. Dit was weer eens wat anders dan een museum met een schilderijtje aan de muur of een stuk kunst op een pilaar. Toen we in het reukorgaan zaten keken we naar een beeld met bloemen..en roken we de bloemen!

Uiteindelijk kwamen we via de mond weer naar buiten en was de rondleiding door het mens afgerond. Dat noemden ze het eerste deel. We kregen nu de gelegenheid om gebruik te maken van het restaurant. Restaurantje. Met een fraai uitzicht op de Katwijkse duinen. Het werd een rondje van mij want de mannen hadden hun salaris nog niet binnen: twee warme chocomel met slagroom, een koffie (“Gewone koffie, meneer?” “Ja, gewone, ik houd niet van rare koffie!”), een aardbei-, een chocolade- en een appeltaartpunt. Niet goed voor de lijn maar wel goed voor het slanker maken van je financiën..

Na dit feestmaal konden we met de afdaling beginnen. Op elke verdieping was wel wat te doen, onder andere een gebakje eraf fietsen of een quiz doen van het tuberculosefonds. Of met ballen op bacteriën gooien!
Met al die kennis gingen we even later huiswaarts, onder de indruk van hoe we in elkaar zitten. Daar is goed over nagedacht!

De zon brak door

Powned, de zender die het zogenaamde ‘nieuwe geluid’ uitzendt, heeft aangifte gedaan vanwege mishandeling van ene Rutger van Castricum. Ik snap niet dat ik hier aandacht aan besteed maar het leed is al geschied.. Zoals Pownews, het ‘nieuws’ rubriekje van Powned, heel veel leed bij anderen veroorzaakt door hun zogenaamde humor en interviewtechniek, zo jammeren ze nu zelf doordat een van hun slachtoffers uit zijn vel sprong. Een niet onlogisch gevolg ook al weet ik dat geweld niets oplost. Want zo ga je niet met elkaar om. Ze doen me denken aan de jongetjes en meisjes die anderen pesten. Van die zogenaamde populaire figuren die op school wel even de dienst uitmaken maar ondertussen eigenlijk heel zielig zijn. Arme Rutger, je zakt steeds dieper weg in je eigen shit…

Nee, voorgaande is eigenlijk zonde van de schrijftijd, excuses. Gelukkig was er genoeg ander nieuws. Eén nieuwsfeitje zette mij enorm in tweestrijd. Moet ik het er wel of niet over hebben? Want jaren en jaren heb ik mij openlijk verzet tegen dit fenomeen en nu twijfel ik aan mijzelf. Loop al de hele dag te piekeren en zo nu en dan moet ik mezelf echt even vermannen… Ik schuur tegen hyperventilatie aan… Het gaat namelijk over dat.. nationale songfestivalliedje! Zondagavond laat zag ik op internet dat er een winnaar was. Nieuws waar ik normaal gesproken acuut braakneigingen van krijg maar nu won mijn nieuwsgierigheid. Dat kwam misschien wel omdat ik er van baalde dat PSV nipt gewonnen had van Feyenoord, de terugslag van mijn aanmoedigingen voor de Rotterdammers was kennelijk teveel voor me geweest.

Ik klikte op het (video) bericht en zag een Indiaan verschijnen, of een squaw, want het was een meisje. Dat wist ik nog uit mijn kinderjaren, een squaw is een meisjes indiaan.

In plaats van direct mijn vergissing ongedaan te maken liet ik het filmpje verder lopen. Ik verbaasde mij over mijn eigen gedrag, voelde mijn pols of die nog klopte en kneep me daarna nog eens stevig in de arm. Want ik vond het .. een leuk nummer! Daar stond ze, alleen op het podium, haar zelf begeleidend op de gitaar en ik pikte ook nog even mee dat ze het zelf geschreven had ook! Wie was dit schepsel?

Na een flinke teug van een van mijn beste whisky’s besloot ik het filmpje nog eens te bekijken. En wederom bleef mijn maaginhoud binnen en genoot ik, werd zelfs een beetje vrolijk en zag de wereld ineens weer een stuk zonniger in. Dat ik dit nog mag meemaken. Na al die jaren van dikke ellende rond het songfestival. Vader Abraham, de Toppers, noem ze allemaal maar op, nachtmerries waren het. Mijn voorspelling voor de einduitslag? We zitten bij de eerste vijf!

Nieuw rijden

In de auto zitten is tegenwoordig echt geen lolletje meer. Terwijl gadgets en handige snufjes in de auto je juist een prettig gevoel moeten geven. Steekt er iemand plotseling over of nader je de bumper van je voorligger te dicht, hoppetaa, de auto remt vanzelf. Niet dat mijn auto dat doet hoor, die stamt nog van voor de eeuwwisseling en als er een lampje verwisseld moet worden, kan je dat nog gewoon zelf doen.
Nee, de lol is er vanaf omdat de brandstofprijzen wel heel erg hoog zijn. Rond de 1.80 euri per liter. Dat is omgerekend..euh…een gulden of vier! Dit heeft als resultaat dat je tegen het overspannen aan in de auto zit, continue glurend naar de brandstofmeter. En mijn auto lust wel een goede slok dus ik zie dat irritante pijltje gewoon tijdens het rijden naar beneden zakken.. Daarbij komt nog het gegeven dat mijn veiligheid in gevaar loopt door die stress in de auto. Voor je het weet lig je met je neus in de airbag en zie je, wanneer je weer bij kennis komt, een vriendelijke man of vrouw je een nekbrace omdoen. Na een dollemansrit met sirene door de stad kom je dan aan in het ziekenhuis en zal er van alles aan je gevraagd worden. Denk ik zo. “Rookt u?” of “Kunnen we iemand bellen voor u?” of “Bent u allergisch voor antibiotica?” of “Wat wilt u vanavond eten?” of “Bent u donor(!)?”

Of “Maakt u bezwaar tegen filmopnamen van uw opname voor een tv programma?”

Allemaal vragen die je misschien wel beantwoord maar ben je op dat moment wel toerekeningsvatbaar? Ja, maar zo krijgen de mensen een beetje een beeld wat er allemaal op de 1e hulp gebeurt.. Beste directeur van ’t VU: Ik respecteer alles wat jullie daar uitspoken maar hoef ’t niet op tv te zien!
Ik rij volgens Het Nieuwe Rijden. Ik start, schakel direct in zijn vier en rij weg. De auto rollen laten is het advies. En niet terugschakelen bij een naderend stoplicht, nee, uit laten rollen. Al die bestuurders die dus super traag op een stoplicht af rijden, een ergernis voor velen, doen dus aan Het Nieuwe Rijden. En dat allemaal om maar zoveel mogelijk kilometers te maken! Voor zo’n min mogelijk euro’s.
Behalve dan de leaserijders. Die tanken in veel gevallen van de baas en rijden zich, als we in alcoholtermen spreken, een stuk in de kraag. Nu schijnen die bedrijven daar toch ook van terug te komen en in plaats van beperkingen op te stellen geven ze een cursus: jawel, in Het Nieuwe Rijden.

Ziekjes

De zakdoeken zijn niet aan te slepen. Heb ’t gevoel dat ik leegloop en dat het niet meer te stoppen valt. Sinds enkele dagen houdt een irritante verkoudheid mij in de greep en vul ik menig zakdoekje met uitwerpselen uit mijn neus en heb ik geen idee waar dat allemaal vandaan komt. Naast de tsunami van vocht uit de inmiddels rood aangelopen schrale neus lopen mijn ogen ook nog eens vol en verwacht ik elk moment een goudvis voorbij te zien zwemmen..

Terwijl ik toch dagelijks een of twee sinaasappels naar binnen werk. Zitten daar dan geen vitaminen meer in of zo? Zijn sinaasappelen al zo doorgekweekt dat ze alleen nog maar de smaak van een sinaasappel hebben? Misschien dan toch maar aan de vitamientjes die ze in potjes stoppen? Of is het gewoon ‘de tijd van het jaar’, dat het min of meer geoorloofd is om met een snotneus rond te lopen. Je ziek te melden zodra er in de krant staat dat er griep op komst is..

Vermoedelijk had ik ook koorts maar aangezien ik geen thermometer heb blijft het een vermoeden. Toch zag ik ene Guidetti afgelopen weekend, nadat hij al een gele kaart ontvangen had, zijn shirt uitdoen na het met succes inschieten van een penalty.. Kennelijk was ik toen toch onderhevig aan een koortspiek want zoiets doe je natuurlijk niet als profvoetballer. Ook niet omdat je je nieuwe tattoo aan de toeschouwers wilt laten zien.

Volgens vrouwen kunnen mannen zich vreselijk aanstellen als ze iets mankeren. Ik zie dat anders. De oorzaak ligt namelijk bij de moeder (de vrouw dus). Want zodra de gemiddelde moeder ziet dat een van de kinderen zich niet lekker voelt gaan ze vol aan het zogenaamde ‘moederen’. Dan krijg je ineens een schoteltje met kleine stukjes sinaasappel, soms zelfs met wat suiker en je mag op de bank liggen met de dekens van je bed erover heen. Geen wonder dat de volwassen man begint te piepen zodra hij voelt niet helemaal in orde te zijn. Hij wil terug naar ‘het kind’ zijn, terug naar dat kleine, leuke jochie met sproeten die tevreden was met een autootje of ’n zak knikkers (wel met minimaal drie stuiters!) en zo nu en dan een aai over de bol… En dan heb ik het nog niet eens over de knuffels,knuffels die alleen moeders geven kunnen en waar elke man zijn leven lang naar blijft smachten….

Een vrouw wordt volwassen maar een man zal altijd kind blijven.

ATWT

Toen ik onlangs s’ avonds naar mijn werk fietste en stond te wachten voor een stoplicht, zag ik even verderop een fluorescerend vest opdoemen, naast een scooter. Politie, was mijn eerste gedachte, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat er een ‘mannetje’ in dat vest zat die verre op een agent leek. Toch zag ik aan zijn gezichtsuitdrukking dat hij met iets belangrijks bezig was maar ik fietste verder met vraagtekens op mijn bagagedrager. Totdat ik ineens ingehaald werd door het vest op de scooter..en toen stopte hij weer. Ik kneep rustig mijn remmen in, hier wilde ik het mijne van weten. De collega’s moesten maar even wachten op hun aflos. Want deze persoon gedroeg zich verdacht en ja, dan rest mij mijn burgerplicht…

Sommige mensen vullen hun burgerplicht anders in. Die kijken al dik twintig jaar lang naar …As the World Turns. Dit is niet de Amerikaanse versie van De Wereld Draait Door maar een soap. Er is nu consternatie omdat vandaag de laatste aflevering te zien is. Persoonlijk denk ik: So what! Het zal tijd worden ook! Maar dan begeef ik mij op glad ijs want ATWT kijkers zijn super fanatiek.. Op FB hoef ik maar even rond te kijken wat de fans te zeggen hebben over de laatste uitzending… Schokkend! Ze hebben het over een leegte, over hoe ze in Godsnaam hun leven nog verder in moeten vullen..

Voornamelijk denk je dat ATWT een vrouwending is maar er schijnen ook mannen naar te kijken. Ervan uitgaande dat het de echtgenoten van deze dames zullen zijn kan ik gerust zeggen dat we hier dan te maken hebben met échte liefde. En daarna samen de keuken in om een lekker potje te ..koken, want ja, de liefde gaat immers ook door de maag.

Ik blijf het een rariteit vinden. Net zoals ik het een rariteit vind dat er nog mannen van mijn leeftijd naar The A Team kijken. Je wilt toch wel eens iets anders?

Toch ben ik ook wel een beetje verslaafd geweest aan iets op TV. Aan die Australische serie Sons and Daugthers. Maar op een gegeven moment ken je het ritueel wel, begint de ‘snelheid’ je parten te spelen en werd ik depressief van de problemen die dag in dag uit, zich openbaarden. Exit Sons and Daugthers! Had aan mijn eigen problemen ruimschoots genoeg.

Het mannetje pakte pen en papier uit zijn zak, keek omhoog langs de lantaarnpaal en noteerde iets. Vervolgens werd ’t papiertje zorgvuldig weer opgevouwen en ging de pen weer in zijn zak. Daarna keek hij de straat in, in de richting die hij- en ik- opgingen en stapte weer op zijn stalen ros.

Toen begreep ik het! Deze burger noteerde, in zijn vrije tijd en zonder kilometervergoeding, de nummers van de lantaarnpalen die defect waren. Om ze, wellicht, de volgende dag door te geven aan de gemeente.

Ineens zag ik dé opvulling voor menig ATWT kijker die vanaf morgen in een gat valt!

 

 

Schokkend

Schokkend nieuws vanuit Oostenrijk: Prins Friso getroffen door lawine. Heel erg allemaal, het zal je zoon, man of vader maar zijn. Het nieuws kwam als een lawine (Excusez le mot) over ons heen en in plaats dat we dat nieuws in alle rust zouden verwerken kwam de Nederlandse media op gang…Met alle gevolgen van dien.

Want we kregen de rust niet, het werd nóg schokkender!

Het NOS journaal ging met een extra uitzending de lucht in. Daar zat Annechien en naast haar een voor mij onbekende man met een laptop voor zijn neus. Wellicht een deskundige dacht ik maar na een minuut of twintig was die deskundige wel heel vaak aan het woord en moest Annechien regelmatig ingrijpen. Op een gegeven moment hadden ze een man aan de lijn die ook op vakantie in Lech was. Bij gebrek aan nieuws zeg maar. De man achter de laptop (heb me rot gezocht maar kan maar niet achter zijn naam komen..) interviewde deze…euh..getuige met veel gretigheid. Toen de toerist vertelde dat er op gegeven moment een helikopter overvloog kreeg de man achter de laptop bijna een orgasme! “Dus u zag de helikopter met Prins Friso er in?” De toerist raakte hiervan even in de war, vroeg zich af waarom zijn toehoorder zo opgewonden werd.. Tot hij in de gaten kreeg dat het maar om één ding ging: Sensatie! Later op de dag hoorde ik de toerist weer en nu had hij zich beter voorbereid, de vonken vlogen er af en smeuïg vertelde hij over zijn belevenissen. De man achter de laptop steeg bijna boven zijn desk uit.

De uitzending werd tegen zessen afgebroken nadat ze eindelijk begrepen dat er niet veel nieuws meer komen zou. Volgens mij had ik een keer of zes de burgemeester van Lech aan moeten horen, een keer of vier de minister president en wel tien keer het kaartje te zien gekregen waarop de bergen van het getroffen gebied op stonden. En dan nog ’n hoogtepuntje op de valreep: de buitenlandse media schonken er ook aandacht aan, waarna nog snel even de beelden daarvan te zien waren…Tissues kwamen tekort…

De slijtageslag voor Annechien was voorbij. Arm meiske.

Toen nam Een Vandaag het over. De TROS (!) had uitzending, dat beloofde weer veel goeds…De sympathieke (dat meen ik echt!) Bas van Werven nam het woord, de handjes in de bekende houding voor zijn Bourgondische buik en naast hem Cor de Horde. Cor wie? Cor de Horde, voormalig Hoofdredacteur van het blad ‘Vorsten’. Binnen vijf minuten zag ik aan Bas dat hij diep ongelukkig werd van deze man. Maar ja, hij kon geen kant op, ze waren immers live in de uitzending. Cor de Hork..euh de Horde kon namelijk op geen enkele manier bedekken dat hij genoot van ‘het weer eens op de televisie zijn’. Hij bleef glimlachen bij elke zin, drukte allerlei weetjes (of bedenksels, niemand weet immers de waarheid) over de Prins de televisiekijker door de strot. Hij kwijlde nog net niet..of misschien toch wel maar ik kijk nog analoog en dan is de tv nog niet zo scherp..

Ik denk dat Bas direct na de uitzending naar Annechien gerend is. Die zijn samen een stevige borrel gaan drinken. Mijn zegen hebben ze!

Later die avond was het bij Pauw en Witteman ook raak. De hele uitzending was gewijd aan het ongeluk en ze hadden de volgende personen aan tafel: een arts, twee skiërs die ook een lawine meegemaakt hadden, twee royalty kenners en, nu komt het, mevrouw Hanny May- de Reus. Deze laatste, leeftijd bejaard, zit bij een ski vereniging die jaarlijks naar Lech afreizen. Zij wist alles van Lech, had zelfs naast Prins Claus in de stoeltjeslift gezeten en had, weliswaar op afstand, de Koningin voorbij zien skiën.. “Ze kan trouwens héééél goed skiën!” Kromme tenen van de kramp en hevige opvliegers kreeg ik te verwerken. Ik hoop van harte dat Friso snel weer bij kennis komt. Dan kan het mediacircus naar huis.

Testbeeld..Zo gek nog niet.

De Tros. Ze noemen zich de Grootste Familie van Nederland. Deze groepering (dat klinkt dreigend en dat bedoel ik er ook mee..) kun je elke avond wel een keertje tegenkomen tijdens een zap-sessie. Hoe herken je een programma van hen? Meestal zie je iets Volendam’s, een bananenschil met daarbij een presentator die zo ontzettend gewoon is gebleven of een plein vol met mensen met de armen hoog boven het hoofd heen en weer zwierend…

Ooit, in de tijd dat ik nog niet toerekeningsvatbaar was, keek ik naar ‘Op Losse Groeven’ (door mijn spraakgebrek in die tijd zei ik altijd Op losse Schroeven..). Later werd dat om de een of andere onverklaarbare reden omgedoopt in ‘Op Volle Toeren’. Bij ons thuis werd er naar gekeken. Je wist niet beter. Of eigenlijk wist ik wel beter. Liever keek ik naar de heren Van Kooten en De Bie maar dat was ‘not done’ bij ons thuis. En heimelijk kijken ging ook niet want wij hadden geen tv op de kamer (ja jeugd, jullie hebben ’t zo slecht nog niet!). Wel hadden we een transistorradio. Daarmee kon je verder kijken (luisteren) dan de Tros. En dat deden mijn broer en ik dan ook! Op vrijdagavond zaten we op zijn zolderkamer te luisteren naar het spannendste radioprogramma welke je je maar bedenken kon: Germaine sans gêne. Dit was een programma waarin presentatrice Germaine (Groenier) en de luisteraars heel open over sex praatten. Broer en ik, 15 en 13 jaar, lachten dan regelmatig de schaamte weg en ondertussen maakten we aantekeningen om het in het aansluitende weekend onze vrienden over alle details te vertellen. Want dat was lachen natuurlijk! Later luisterden we naar De Dik Voormekaar Show, heel iets anders maar ook leuk om na te doen bij je vrienden.

Voorgaande was nog uit de tijd dat er overdag alleen maar testbeeld te zien was. Inspirerend voor de zwevers onder ons maar ik had daar niet zoveel mee. Dan ga je vanzelf buiten spelen. Nu is wel van alles op de dag op de tv te zien maar of het een verbetering is? koffieMax of Vandaag de Dag? Nederland in beweging…Brrrrrrr. Zie het helemaal voor me: na een avond op de bank liggend tv kijken ga je naar bed, slaap je slecht van alle indrukken die je die avond opgedaan hebt, kom je s ’morgens met pijn in de rug uit bed en mopper je op de Polen die bij je buren aan het klussen zijn en in plaats van de deur uit te gaan zet je de tv weer aan…

Geen wonder dat half Nederland depressief rondloopt. Ik ben dan ook voorstander van het opnieuw invoeren van het testbeeld!

 

 

 

Recessie

Volgens het nieuws zitten we in een recessie. De vierde om precies te zijn. Dat betekent dat we er al drie achter de rug hebben. Ik snapte niet waar hier het nieuws in zat want ik zit al jaren in een recessie. Voor mij geen vakanties naar verre oorden, om de paar jaar een nieuwe auto of om het half jaar een nieuwe garderobe. Zonder te klagen onderga ik mijn lot. Met rechte rug, dus ik ga er ook niet gebukt onder. Nu gaat mij dat makkelijk af want ik moest toch al rechtop lopen, vroeger van mijn moeder en sinds de jaren negentig van mijn fysiotherapeut.
Toch is het oppassen nu want in het verleden was er ook eens een recessie en toen brak er, niet veel later, een oorlog uit. Weest daarom op uw Qui-vive! Dat lijkt dramatisch gezegd maar dat is het niet hoor, vond gewoon dat het woordje Qui-vive er even in moest, is zo’n mooi woord.
Maar voordat de oorlog uitbreekt moeten we bezuinigen en zullen de meesten onder ons elk dubbeltje drie keer omdraaien. Het plan voor de 3- dimensionale flatscreen kan even in de ijskast, evenals het vierde autootje die in bestelling stond vanwege het makkelijke inparkeren in de stad op zaterdag en het belastingvoordeel..
Overdrijven is ook een vak maar laten we eerlijk wezen, het leven draait toch wel gewoon door. Behalve natuurlijk wanneer je je baan verliest maar dit stukkie moet louter positief overkomen dus daar gaan we nu dan even niet van uit. Het leven draait gewoon door zoals ik al even hiervoor schreef. Fuck de recessie en gewoon doorgaan met leven is mijn advies. Laat iedereen in zijn waarde en schuif je eigen tekortkomingen niet af op een ander. En, niet geheel onbelangrijk en daardoor misschien wel de belangrijkste, klaag er niet over! Want dan kun je het resterende genieten wel op je buik schrijven. Resterend genieten? Ja, dingen doen met de spullen die je al hebt. Pak het monopoly spel weer eens tevoorschijn of het scrabble bord… Weer eens wat anders dan van een schermpje!

Vriezen en dooien

‘It giet net oan!’ zei de man met het witte haar achter de tafel met daarop tientallen microfoons opgesteld. Een seconde erna zakte, op een paar zuurpruimen na, geheel Nederland door het ijs! Ik kroop direct achter de computer en surfde naar de website van de PVV, in verwachting van een oproep te klikken wie de schuldigen zijn van het niet door gaan. Even daarvoor had ik nog enkele klachten over de Polen bij ze gemeld, anoniem natuurlijk want voor je het weet staan ze voor je deur te rammelen met hun lege flessen. Heerlijk gevoel geeft dat, klikken, wist dat niet. Vooral omdat ik altijd opgevoed ben met dat klikken niet mag.
Het ijs was te dun en daardoor durfde de organisatie de verantwoording niet aan. Terecht. Met opgeheven hoofd namen deze 22 apostelen der Friese Elfsteden de juiste beslissing. Toppertjes!
Wat is het lekker dat een organisatie duidelijk is. Zo niet de organisatie die Nederlandse Spoorwegen heet. Nadat de eerste sneeuw gevallen was liep het gehele spoorboekje in de soep en waren ze het ..euh..spoor helemaal bijster. Na Black Friday creëerden ze ook nog een Black Saturday en zagen wij s ’avonds op het nieuws de gestrande reizigers én Sascha de Boer. Sascha de Boer is nieuwslezeres en doet eigenlijk altijd niet meer dan gewoon het nieuws voorlezen. Deze keer week ze af en pakte ze de directeur van de NS flink aan, het sarcasme droop er vanaf en alle kijkers genoten van deze verfrissende aanpak. Want laten we eerlijk zijn, smoesjes hebben we nu wel genoeg gehoord bij de NS.
Maar het zal natuurlijk wel weer een geldkwestie zijn. Sinds ze geprivatiseerd zijn mag het ook niks meer kosten. Tegenwoordig kan je met een app op je gsm een leiding in je muur vinden maar een wissel ontdooien is iets van een andere planeet.
De dooi is weer ingevallen, de gemalen in Friesland draaien weer en de ijspret lijkt nu echt over. Jammer hoor, het gaf wel een stuk gezelligheid én saamhorigheid: er was eigenlijk nog maar één onderwerp waar we het met zijn allen over hadden, de dikte van het ijs. Ook allerlei weetjes waren weer uit de kast gehaald: ‘Zolang de eenden niet kwaken, blijft het ijs groeien’, of ‘Waarom doen de Rayon-hoofden niet wat elke man wel eens doet: er een centimetertje of wat bij lullen’.
We gaan weer over tot de orde van de dag. Het kan Friezen en dooien. Over dooien gesproken, Whitney is niet meer. Sneu voor haar en haar fans. Ik was geen fan, alhoewel ook ik haar wel een knapperd vond. Nu mag ze gaan zingen in het hiernamaals en misschien komen wij, simpele zielen der Aarde, haar later weer tegen. Dat is weer eens een ander vooruitzicht dan de weersvooruitzichten!

Rob van de OKA18

Het was ergens in het voorjaar van 1979 dat ik mijn ouders meedeelde dat ik ‘uit’ wilde. Als 15 jarige vond ik mij oud genoeg. Mijn oudere broer en zus vonden van niet om de bekende reden: ‘Toen ik zo oud was mocht ik ook niet stappen!’ Bij mijn ouders zag ik lichte twijfel, voor mij het signaal om door te zeuren. De twijfel kwam natuurlijk doordat ik de Benjamin was in het gezin, die hebben een streepje voor. Veel overtuigingskracht was er niet nodig (‘Bram en Jan mogen ook..en Richard..’) en afgesproken werd dat ik naar de jeugdsoos mocht, een ontmoetingsplek voor de Terschellinger jeugd waar geen alcohol geschonken werd.

Volgens mij ben ik zegge en schrijve daar drie keer geweest. De weg naar een interessantere plek was snel gevonden, Bar-disco OKA 18 te West-Terschelling. De kersverse uitbaters van dit etablissement waren Rob van Lint en zijn partner Alie. Uit Amsterdam. Dat was dus machtig interessant want Amsterdammers zijn curieuze figuren en wij, eilander jochies, stonden daar wel open voor. Zoals gebruikelijk in een kroeg maakten wij er ook kennis met alcohol. Spelenderwijs natuurlijk, we waren immers nog ‘kinderen’… We speelden ‘Boeren’ of ‘Torentje’, spelletjes waar ik eigenlijk nog nooit van gehoord had maar je werd er wel heel vrolijk van. En soms ziek, maar dat merkte je pas als je je nest in kroop…

Al gauw werd het onze basis en mochten we ‘Rob’ en ‘Alie’ zeggen, en omgekeerd tutoyeerden zij ons. We begonnen ons er thuis te voelen!

Het was een begin van een mooi, gezellig tijdperk. Bijna altijd was het daar feest. En het was goed voor de integratie. Integratie? Ja, want ‘minsken fan Oast’ vermengden zich met ‘Westers’. In de tijd van Sil de Strandjutter was dat al een heet hangijzer maar het beleid in de OKA wilde daar niets van weten en dat wierp haar vruchten af. Van rivaliteit was zo goed als geen sprake meer, de voetbalclub Quick’35 en TVV gingen pardoes in die jaren fuseren en er ontstonden zelfs gemengde ‘huwelijken’! Er groeiden relaties, er werden relaties geboren en ook echtelijke twisten, of erger, werden daar allemaal uitgevochten. Met grote regelmaat zag je meisjes huilend naar buiten rennen en daar achteraan haar bezorgde vriendinnen of je zag een jongen zwaar aan het drinken omdat hij net “Hier is je ring..Wat moet ik met dat klereding!” te horen had gekregen.

Vrijdag- en zaterdagavond waren wij er en op zondagmiddag. Die zondagen waren fantastisch! Meestal na de wedstrijd van het 1e van sc Terschelling stroomde de tent vol en vulde weldra Hazes’ muziek de tjokvolle ruimte. Tegen vijven zag je de drukte iets afnemen omdat vrienden/vriendinnen naar de boot werden gebracht, de schoolweek stond immers weer op stapel en sommigen hadden de pech al op zondag naar hun kosthuis of ander verblijf af te reizen.

Rob is niet meer. Hij mocht niet oud worden. Toch zal hij ouder worden dan menigeen onder ons omdat hij voort zal leven in onze herinneringen.. En in de herinneringen van de generaties die na ons kwamen. Rob van Lint, je was een van de kleuren in mijn leven, bedankt!

Willem

Hij mag geen zout meer eten. Wie? Willem Holleeder. Mijn aandacht was getrokken. Dit was nog eens nieuws van de bovenste plank! Peter R. de Vries is aan het woord bij De Wereld Draait Door. De man van Joram en van de Puttense moordzaak. En van Ajax. En van die vreselijke irritante R. Die losse R staat voor Rudolf leert Wikipedia mij en terwijl ik dit opschrijf vraag ik mij af waarom ik het in vredesnaam wilde weten… Nou ja, terug naar de uitzending. Matthijs was helemaal opgewonden, zag ‘m volgens mij lichtelijk hijgen, want de man die naast hem zat had Willem Holleeder geïnterviewd.
In het bos.
Maak me gek! Ik gleed terstond van sensatielust van de bank want als het zich afspeelde in het bos, zal er, Peter kennende, ook wel een lijk tevoorschijn komen. Helaas, geen lijk (of gelukkig niet, was ook wel weer eens verfrissend..) maar wel een foto van de grootste crimineel van Nederland. En van een hartpatiënt. Vandaar geen zout meer en hij moet heel veel medicijnen slikken. Even voelde ik medelijden met Willem maar toen vermande ik mij: want het is en blijft een crimineel, ontvoerder van Heineken, Freddy voor intimi en nog wat andere duistere zaken. De getoonde foto liet de Jordanees zien die enkele jaren in de gevangenis had gezeten, nu zonder scooter. Dat was wel verfrissend.
Het wachten was op de krent in de pap oftewel het hoogtepunt van het interview. Ik had mijzelf al gedeeltelijk ontkleed want ik kreeg het er warm van… slechts een t-shirt en een boxer konden de hitte weerstaan. Marc- Marie (Huijbrechts) was de tafelheer en die zou mijn opgewonden standje nog enigszins kunnen temperen met zo’n opmerking die hij altijd zo goed kan maken waardoor een ieder weer met beide benen op de grond zou staan. “Maar nu even niet, rare nicht!” schreeuwde ik naar de TV. Ja, ik was wel heel erg diep gezonken, ik praatte tegen de TV…
Peter R. ging verder met zijn gebrabbel en ik ving iets op dat ‘wel leuk was om te vertellen’… Een vreemd, best wel lekker gevoel in mijn onderbuik maakte zich van mij meester. Het had iets weg van het ‘lantaarnpaalgevoel’ wat alle jongens wel eens meegemaakt hebben. Maar net toen ik wegzonk van genot was die daar ineens.. Een Cliffhanger! In DWDD! Want het gesprek moest even plaats maken voor het item van De Jackhalzen.
Bij mij was het ‘lekkere’ gevoel direct weg. Sloeg ook geen acht meer op het vervolg en werd acuut impotent van wat er tevoorschijn kwam van ‘wat wel leuk was om te vertellen’. Aan het einde van de boswandeling waren Peter en Willem de weg kwijtgeraakt..!
Ondanks de plotselinge impotentie-aanval voelde ik mij toch genaaid!

Paniek!

Paniek in ons land! Vette koppen in de kranten, de twitteraccounts stromen er vol mee en op Hyves en Facebook is het hét gesprek van de dag. Ook menig koffiekwartiertje werd gerekt tot een half uur omdat men er niet over uitgepraat raakte. Mijn reactie was er een die door velen gevolgd werd, namelijk inkopen doen en de kelder volstouwen met etenswaar, waaronder veel blik en pot vanwege de houdbaarheid. Wat is er dan aan de hand?
Er komt een koudefront aan!
Ja, dat is geen kattenpis. In deze tijd een koudefront…het moet niet gekker worden! Terwijl half Nederland zich juist naar koude gebieden begeeft, wintersport, moet de andere helft er nu ook aan geloven. Laatst sprak ik iemand op het sportveld en die was er heel blij mee. Want hij lag er al maanden wakker van het feit dat het maar geen winter werd. Ik vroeg hem naar de reden, dat moest wel iets heel belangrijks zijn. “Dan heb ik niet voor niks mijn winterbanden onder de auto gelegd..” was zijn antwoord. Tja, het is maar waar je mee bezig kan zijn. Ik heb ze niet en een lichte vorm van jaloezie kwam over mij. Is er te leven zonder winterbanden? Denk dat ‘t heel moeilijk zou worden. Want dan kan ik er sowieso niet over praten op het sportveld, ben ik daardoor dus verplicht te blijven kijken naar mijn kroost hun prestaties…
Het leven is niet vurukkulluk…. Dat blijkt nu maar weer. Naast de kou die ons te wachten staat was er ook de politieke peiling van Maurice die veel stof deed opwaaien. Wat zeg ik, het leek wel een sneeuwstorm! De SP kwam daar nogal goed uit en de PVV leverde in. Opnieuw vette koppen in de kranten en veel discussie op alle andere media, vooral der rechterzijde want ja, zij zijn de enigen die werken (de rest is lui…). Terwijl iedereen toch weet dat peilingen maar momentopnames zijn en dat de soep (lees: de programma’s) nooit zo heet gegeten wordt als zij opgediend zal worden. Zelfs de man in winning mood Roemer vond een nuance wel gepast maar Geert voelde dat er aan zijn stoelpoten gezaagd werd en vond dat hij nu eens anders moest reageren dan met een tweetje. Het werd een interview met kale Frits van RTL á la P&W met Cruijff of Joost Eerdmans van Wakker Nederland met Wilders, kritiekloos…
De natuur reageerde direct op alle gekte en stuurde ons een zonnestorm. Gratis en voor niks en inclusief een lichtshow. Of Onze Lieve Heer, volgens de geschriften de bedenker van alle vier de seizoenen (Lente: groei en bloei, zomer: warm, herfst: kale bomen, winter: koud!) ons even wilde waarschuwen voor alle drukte die er weer was om.. niets.

Doggie Bag

De Partij voor de Dieren heeft weer wat bedacht… De PvdD wil dat je, na het diner, een doggie bag aangeboden krijgt. Een wat?! Een doggie bag. Dat is een zakje waarin je de resten van het eten in kan stoppen en je het later, thuis bijvoorbeeld of in de trein, op kan eten. Of je neemt het mee voor de hond (oefff..dat is zo jaren tachtig!). Afijn, toen ik het las hadden ze mijn aandacht want het is te stom voor woorden. Net zoiets als over die goudvissen die niet meer in een ronde kom mogen zwemmen. Of over die muizenvallen in de 2e Kamer zelf, de vallen die daar gezet werden waren niet diervriendelijk!

De reden van het bedenksel is dat men vindt dat er teveel eten weggegooid wordt. En dan moeten de restaurants het voortouw in nemen. Te gek voor woorden. Elk restaurant zal echt niet teveel op tafel zetten. Dat is economisch onverstandig en elke eigenaar zal hier zoveel als mogelijk op beknibbelen. Aan wie ligt het dan? Aan ons zelf. Wij zouden opnieuw opgevoed moeten worden wat eten betreft. Nu vreten we de hele dag door, de jeugd neemt rustig nog een zak chips voor het eten en vervolgens vragen de opvoeders zich af waarom ze toch zo treuzelen met het echte eten.

Het ligt dus aan de persoon die besteld. Als je teveel hooi (!) op je vork neemt, als je ogen groter zijn dan je trek, kan je er op wachten dat het bordje niet netjes leeggegeten zal worden. Daarnaast is er nog een categorie die moeite heeft met de grootte van de porties. Dan zijn de ouderen onder ons. Want hoe ouder je wordt, hoe minder ruimte er is in je maag. Komt waarschijnlijk doordat alles krimpt. Toch zijn er al restaurants die hier op in spelen door kleinere stukken vlees aan te bieden. Uiteraard tegen een kleinere prijs. Een soort van kindermenu voor ouderen zeg maar. Dat soort initiatieven zal de PvdD moeten aanmoedigen. Want stel dat ik, een leek in de keuken (wat niet zo is maar dat moet nu even voor ’t verhaal), na het diner de resten in een zakkie schuif om mee te nemen. Stel dat ik erna nog even de stad in ga voor een biertje op het terras want het is zo’n hele mooie, warme zomeravond.. Dan kom ik dus uren later thuis, heeft het rest-eten al lekker zitten broeden in mijn jaszak en leg ik het, dan pas, in de koelkast.

De volgende dag hoef ik niet te koken en de dag erna niet naar mijn werk: ziek door voedselvergiftiging!

Blue Monday..the day after

Van de week ben ik, na twee dagen inpandig geweest te zijn, weer eens buiten geweest. Even het stof van me af fietsen. Blue Monday verschoof ik na de dagen erna want maandag zelf kwam mij niet zo goed uit om depri te zijn. Nu weet ik ook wel dat januari behoorlijk veel depressiviteit mee kan brengen maar ik zeg altijd maar ‘We zitten aan de goede kant van het jaar!’ En daar bedoel ik mee dat het voorjaar weer in aantocht is en als kers op de taart, de zomer. De kortste dag hebben we achter de rug en elke dag kunnen we langer van het daglicht genieten. Heb daar meer mee dan de beruchte ‘donkere dagen’. Met name het uitzicht op terrasjes en lange fietstochten onder het genot van natuurlijke geluiden zoals bijvoorbeeld het roepen van een kieviet kunnen mij heel vrolijk maken. Of lange avonden in de tuin, in prettig gezelschap van een lekker koud drankje…
Het werd een ‘slag om Leidschendam’ want er moesten ook wat boodschapjes gedaan worden en ik had gewoon zin om te fietsen. Toen ik weg ging was het nog droog maar op de terugweg kreeg ik een flinke bak water over mij heen, de weermannen hadden dus gelijk, vanuit het Westen regen… Dat heb ik weer, maar heel erg vond ik het ook niet want het was goed testweer. Testweer? Ja, ik kon nu mijn regenpak testen, volgens de verkoper 100% waterdicht. En aangezien ik een natuurlijk argwaan heb voor dat soort praatjes nam ik de proef op de som. Het vorige regenpak lekte namelijk wel. En dan op een plaats waar je het absoluut niet wil: in m’n kruis. In plaats van een nieuwe broek aan te schaffen ben ik toen ondergoed in mijn tas gaan stoppen. Vóórdat ik ondergoed in mijn tas stopte kwam ik namelijk een keer zeiknat aan op mijn werk. Nachtdienst. Ik heb toen een nachtje ‘geswaffeld’ in mijn dienstbroek. Op zich best wel een lekker gevoel maar het was oppassen na een toiletbezoek..
Toen ik thuis kwam zag ik eruit als een verzopen kater, met beslagen bril. Vervolgens wurmde ik mijzelf uit het pak en weldra vormde zich een plas water op het tapijt. Na inspectie voor de spiegel kon ik de conclusie trekken dat de verkoper geen woord gelogen had! Dat geeft de burger moed. Ik weet dus nu dat als het regent gewoon de fiets gepakt kan worden. Uit pure balorigheid dook ik daarna in mijn platen collectietje en zette Bicycle Race op van Queen en mijn dag was weer helemaal goed!

2012

Ach, ja, 2012.. We zijn er alweer volop mee bezig. Eerst moest er nog wel even voor 67 miljoen euro de lucht ingeschoten worden, zeer waarschijnlijk door één derde van de bevolking want twee derde vindt dat het vuurwerk wel afgeschaft mag worden. Terecht in mijn ogen, heb er helemaal niets mee en zou dat geld liever besteden aan de voedselbanken of aan de mama’s van Serious Request. Bijvoorbeeld. Ja, maar vuurwerk hoort er bij, anders is het saai. Ben ik het ook mee eens. Daarom juich ik het idee toe dat de Gemeentes het gaan regelen. Een professioneel vuurwerkbedrijf inschakelen, het plaatselijke plein inrichten met allerlei kraampjes voor een drankje en een hapje en voilà, het feest kan beginnen. En alle vingers, ogen en andere lichaamsdelen blijven onaangetast. En het scheelt menig schadepostje want het opblazen van spullen van een ander doe je stiekum, niet op een plein vol met mensen. Ratten komen tevoorschijn als het donker is nietwaar..

Aan de andere kant zullen we het vuurwerkverbod niet meer meemaken want 2012 is het jaar dat de wereld vergaat. Volgens de Maja’s. Want hun kalender loopt niet door. Mijn mening hierover: Koop ’n nieuwe!

Ja, ik heb een mening. Wie niet tegenwoordig. Het internet staat er vol mee. Ladingen met meningen over wat er zich in de wereld afspeelt stromen elke minuut van de dag binnen. Vanuit je luie (of actieve) stoel ligt de hele wereld aan je voeten. Of het komt binnen via gsm of een of ander pad, dus vanaf de wc-pot of als je op je fiets zit.. Niets hoeft je meer te ontgaan. Soms is het teveel: Nick & Simon bijna dood- ijsbeer Knut- schildpad Flip- Jan Smit krabt aan kruis van onderbroekenlijn- de buurvrouw zakt zuchtend na wat poetswerk op de bank met een bak koffie (senseo! Lui wijf) en Vroomschopse (!) politie staat op scherp bij huldiging Darter. Kennelijk willen we dat. Of men denkt dat we dat willen. Maar zoals altijd is er ook een zwarte kant, de vuiligheid, die gespuid wordt en op haar beurt het negativisme ruimschoots voedt… Vaak doen ‘ze’ dat anoniem want ja, zoals ik al eerder schreef, ratten komen s ’nachts tevoorschijn.

Ach, zo kabbelen we lekker voort. Een nieuw jaar voor ons en een hele hoop nieuwtjes in het verschiet. De discussie over het vuurwerk achter ons latend, die komt eind december wel weer op gang. Mits de Maja’s ongelijk hebben natuurlijk…